10 minute read

Steensbokken voor het leven

Steensbokken voor het leven

door Luuk Blijboom

Advertisement

Haagse humor op een al even Haags hockeybolwerk. Als Ron, Tim en Douwe Steens in het clubhuis van Klein Zwitserland voor de fotograaf poseren binnen anderhalve meter afstand van elkaar, schalt plots het onmiskenbare stemgeluid van Ron over het sportpark. Zijn ravenzwarte lange haardos mag dan zijn gekortwiekt en behoorlijk van kleur verschoten, de branie is onveranderd aanwezig. Of er straks bij de foto wel kan komen te staan dat de drie één familie vormen. ,,Anders krijgen we Mark Rutte achter ons aan.’’

Zet Ron (68 jaar, 167 wedstrijden voor Oranje), zijn broer Tim (64 jaar, 162 caps) en diens zoon Douwe (22, speler van het eerste van hoofdklasser KZ) gezamenlijk aan een tafel en vergezeld met een gulle lach gaat het gesprek gaat over hockey, hockey en nog eens hockey. De gebroeders zijn grote namen, opgegroeid met hobbelige grasvelden, met de hand gestopte korte corners en keepers met bamboestokken als legguards. De jongste is zo’n typisch exponent van het nieuwe hockey, waarbij de bal als in een ! ipperkast over het kunstgras raast. Het spel mag dan wezenlijk veranderd zijn, de liefde voor het hockey in het algemeen en Klein Zwitserland in het bijzonder blijft onveranderd. Geen Steenbokken maar Steensbokken, zogezegd.

Hoe werkt dat bij de familie Steens? Eens Klein Zwitserland, altijd Klein Zwitserland?

Tim: ,,In de zomer van 1974 stapte ik hier voor het eerst binnen, vlak nadat de fusie tussen TOGO en HHIJC een feit was en Klein Zwitserland werd opgericht. We zijn dus even oud, kun je zeggen. Sindsdien vormt deze club een wezenlijk onderdeel

Ontspannen discussiëren aan tafel. ,,We waren echt verrast toen Douwe ineens riep dat hij graag op hockey wilde.’’

van mijn leven. Ik ben er heel trots op dat Douwe ook een échte KZ’er is. Hij traint, volgens de hier geldende tradities, al een paar jaar een jeugdelftal, dit seizoen is dat meisjes C1. Dat hoort er echt bij.’’ Douwe: ,,Ik heb eerst op voetbal gezeten, bij Quick. Eigenlijk hing daar een heel andere mindset, er werd in het veld toen al getrokken en geduwd. Het ging er veel actiever aan toe dan in het hockey. In die tijd ging ik veel met mijn moeder Annet Doeschot mee naar HGC als zij speelde en vond het ik het gewoon leuk om langs het veld een beetje te pielen met de stick.’’ Tim: ,,We waren echt verrast toen je ineens riep dat je graag op hockey wilde.’’ Douwe: ,,Ik weet ook niet precies wat de doorslag heeft gegeven. Eigenlijk was het vanzelfsprekend dat ik bij Klein Zwitserland ging spelen, ook al was mijn moeder van HGC. Deze club heeft echt iets heel bijzonders. Ik weet niet goed hoe ik het moet omschrijven. Ik kan me niet voorstellen dat ik ooit voor een andere club ga spelen. Mijn moeder is bij HGC meermaals Nederlands en Europees kampioen geworden. Toch koos ik voor KZ. En dat terwijl ik eigenlijk meer met mijn moeder over hockey praat dan met mijn vader.’’ Ron, lachend: ,,Omdat zij er meer verstand heeft?’’ Douwe: ,,Serieus. Laat mij eerst maar waardevol zijn voor KZ..’’ Ron: ,,Dit is echt de club voor de familie Steens. Ik heb elf jaar deel uitgemaakt van het eerste elftal van Klein Zwitserland. Geweldige ploeg, vooral dankzij onze vriend Ties Kruize. Ons doel was om tien keer op rij Nederlands kampioen te worden. Pure Haagse bluf natuurlijk, maar toch. Met die instelling stapten we het veld op. En het is bijna gelukt. We zijn, jammer genoeg, tussen 1977 en 1984 blijven steken op acht landstitels op rij.’’ Tim: ,,Natuurlijk is dat iets om trots op te zijn. Maar in die jaren stonden we zes keer in de " nale van de Europa Cup 1 en maar twee keer gewonnen. Daar hoor je nooit meer iemand over. Die hadden we ook acht keer moeten winnen.’’ Ron: ,,In juni 1985 was het voor mij ineens einde oefening. Ging ik tijdens een wedstrijd van het Nederlands elftal door mijn rug en was het gedaan met de oude sopraan. Nou ja, ik was toen al 33. Dan is het minder erg dan wanneer je, zoals Tim, in de bloei van je carrière moet stoppen vanwege een zware knieblessure.’’ Tim: ,,Seizoen ’90-’91 was mijn laatste bij KZ. Toen was ik 35. Ik heb het gelukkig iets langer volgehouden dan jij.’’

De familie Steens en de Olympische Spelen vormen geen gelukkig huwelijk. Gaat Douwe ooit de ban breken?

Tim: ,,In 1976 zaten we samen in de nationale selectie voor de Spelen van Montréal. Dat was een memorabel toernooi overigens, de eerste keer dat er op kunstgras werd gespeeld. Ron was vaste waarde op het middenveld, ik zat op de bank. Dat was ver voor de tijd van de interchange. We hebben dat toernooi jammer genoeg maar één wedstrijd samen gespeeld. En die vierde plaats was ook niet iets om heel trots op te zijn. In 1984, vlak voor de Zomerspelen van Los Angeles, scheurde ik de voorste kruisband van mijn knie af. Kon ik mooi thuisblijven en reisde Ron alleen af. Daar werd Nederland zesde. Uiteindelijk ben ik in ’88 nog wel naar Seoel gegaan, maar toen zat de loopbaan van Ron er al op. Dat werd voor mij persoonlijk overigens evenmin een groot succes, al eindigden we daar wel als derde.’’ Ron: ,,Jij had vier keer op rij naar de Spelen kunnen gaan. In 1980 zouden we in Moskou eindelijk samen in één elftal spelen. En toen kwam die boycot.’’ Tim: ,,Ik vind dat nog steeds eeuwig zonde. We gingen niet naar Moskou omdat de hockeybond meende dat het de moeite niet waard was af te reizen. Alle grote landen hadden afgezegd, ‘dus’ gingen wij ook maar niet, luidde de redenatie op het bondsbureau. Ik kon me daar wel in vinden.’’ Ron: ,,Lekker bijdehand.’’ Tim: ,,Het maakt het allemaal niet minder spijtig. Er waren in die tijd maar weinig internationale toernooien. En dan werd dat ene grote evenement dat overbleef ons ook nog eens door de neus geboord. Die Indiërs gingen wel gewoon naar Moskou en werden lachend olympisch kampioen. Die titel had zo maar voor ons kunnen zijn. Weliswaar op een gedevalueerd toernooi, maar toch. Aan de andere kant: als wij daar olympisch kampioen waren geworden, had er altijd een smetje aan gezeten.’’ Ron: ,,Er was in die tijd voortdurend gesodemieter. Dat gold ook voor het WK van 1978 in Argentinië. Wij gingen daar vlak voor die voetballers heen. Stonden Bram Vermeulen en Freek de Jonge ineens met een spandoek op het trainingsveld dat ze het niet oké vonden dat we daar gingen hockeyen. Met Freek ben ik later goed bevriend geraakt. Het kan raar lopen.’’ Douwe: ,,Of ik mezelf ooit op de Olympische Spelen zie staan? Niet echt. Daar richt ik me ook totaal niet op. Ik wil eerst als clubspeler beter worden. Dominanter, meer naar voren gericht. Als ik kijk naar een middenvelder als Seve van Ass, dan weet ik dat het Nederlands elftal voorlopig nog te hoog gegrepen voor me is.’’ Ron: ,,Dus ik hoef Max Caldas niet te bellen? Zo van: ‘Hé Max, ik heb iemand zien spelen die toevallig dezelfde achternaam heeft. Ik moet alleen nog even uitzoeken of-ie familie van me is.’ Kleine moeite, hoor.’’

Heeft Douwe het in zich om in jullie voetsporen te treden?

Ron: ,,Douwe debuteerde als 16-jarige in het eerste van KZ toen ze nog in de eerste klasse speelden. Ik heb hem toen meteen een appje gestuurd. ‘Leuk voor je, maar dat is onder mijn niveau. Ik kom niet kijken.’ Geintje, natuurlijk. Al heb ik ook na jullie promotie naar de overgangsklasse maar één wedstrijd van je gezien.’’ Douwe: ,,We speelden uit bij Union, ik weet het nog goed. Ik zie je nog langs de kant van het veld staan.’’ Ron: ,,Riep ik tegen hem dat-ie veel meer naar voren moest spelen. Kreeg ik als antwoord dat hij dat niet mocht van de coach. Hál-ló! Sinds wanneer bepaalt een trainer dat? In mijn tijd was dat wel anders.’’ Tim: ,,Ik heb vooralsnog ook niet veel wedstrijden gezien, omdat ik als commentator van Ziggo Sport meestal verslag moest doen van de hoofdklasse. Toen KZ vervolgens naar de hoofdklasse promoveerde, moest ik ineens live verslag doen van zijn wedstrijd tegen Kampong. Dat is heel raar, kan ik je vertellen. Douwe speelde goed en het was heel bijzonder om dat als vader vervolgens ook te benoemen. Later moest ik een keer een samenvatting inspreken van een duel van KZ tegen Amsterdam.

Scoort-ie een werkelijk schitterend doelpunt. Dan kun je natuurlijk niet roepen dat je geen idee hebt wie die goal gemaakt heeft. Daar zit je dan met een mengeling van vaderlijke trots en professionele afstandelijkheid commentaar te leveren. Best wel bijzonder.’’

Ron: ,,Er wordt door tegenstanders extra op Douwe gelet en volgens mij vindt hij dat best wel lastig. Hij torst natuurlijk toch een erfenis met zich mee. Mijn dochter Karina heeft ook gespeeld bij KZ. Toen ze een jaar of 13 was, bedacht een vader dat het wel leuk zou zijn om met achternamen op het shirt te gaan spelen. Liep ze ineens met Steens op haar rug. Wat denk je? Ze kreeg meteen extra mandekking!

Terwijl ze zonder enige ambitie en louter voor haar plezier speelde.’’ Douwe: ,,Ik speel pas met een naam op mijn shirt sinds we in de hoofdklasse spelen. Voor die tijd kende geen enkele tegenstander mijn naam, volgens mij.’’ Ron: ,,Konden ze dat niet aan je spel zien, dan?’’ Douwe: ,,Dat denk ik niet, nee. Ik ben namelijk technisch begaafd, hahaha.’’

Is Douwe een typische hockeyer van het geslacht Steens?

Tim: ,,Als ik Douwe moet typeren, zeg ik: een erg goede speler met een waanzinnig inzicht, maar wel iemand die weinig risico in zijn spel legt. Hij speelt vooral op zeker, terwijl hij toch echt niet bang hoeft te zijn voor zijn plek in het elftal. Ik vraag me wel eens af waarom hij als middenvelder niet veel vaker in de cirkel van de tegenstander komt. Als speler zie ik wel iets van Ron in hem. Net zo lang en met dezelfde reach. Als ik acties zie, denk ik vaak: zo speelde Ron ook. Dat hoor ik ook van andere mensen.’’ Ron: ,,Dan heeft-ie in ieder geval een mooie toekomst voor zich.’’ Tim: ,,Douwe is een uitstekende speler voor de hoofdklasse.’’ Ron: ,,Misschien ontbreekt het hem ook wel aan de juiste mentaliteit om voor Oranje te kunnen en willen spelen.’’ Tim: ,,Douwe werkt in een wedstrijd keihard voor het team. Hij is een echte teamspeler en vindt passing, combinaties en samenspel belangrijk. Teambelang boven eigen belang. Hij speelt dienend voor het team. Mijns inziens mist hij wat agressie in zijn spel maar misschien zie ik het wel verkeerd. Omar Schlingemann, de nieuwe coach van KZ, noemt hem een groot talent. Vond ik leuk om te horen. Ik zal Douwe alleen nooit ofte nimmer pushen. Dat is volledig aan hem. We hebben het thuis aan tafel eigenlijk nauwelijks over hockey.’’ Ron: ,,Talent alleen is niet genoeg. Lionel Messi traint ook nog steeds iedere dag keihard bij FC Barcelona. Zo simpel is het.’’ Douwe: ,,Mijn ambities liggen vooralsnog op een ander vlak. Ik wil van grote waarde worden voor Klein Zwitserland. Of dat bescheidenheid is? Dat denk ik niet.’’ Ron: ,,Nou…’’ Tim: ,,Ik hoor vaker zeggen dat je best wel brutaler mag zijn.’’ Ron: ,,Het allerbelangrijkste is dat je jezelf blijft. Doe uitsluitend waar je je prettig bij voelt. Het zou alleen zonde zijn wanneer je niet het maximale uit je loopbaan haalt door die eigenschap.’’ Douwe: ,,Ik ben heel erg kritisch naar mezelf toe en leg de lat altijd hoog. Het is niet zo dat ik in het veld heel dominant ben. Wat dat betreft ben ik in de twee jaar dat ik nu hoofdklasse speel te wisselvallig. Als KZ hebben we ieder jaar het beste uit de ploeg gehaald, maar nog niet heel erg veel laten zien. Het zal blijken of ik nog meer in mijn mars heb. Ik ben in het veld niet afwachtend, of zo. Het is volgens mij niet zo dat ik veel meer had bereikt als ik heel brutaal was geweest. En wat mijn ambities voor het Nederlands elftal betreft, daar ben ik gewoon realistisch in. Ik heb nog nooit voor een vertegenwoordigend elftal gespeeld.’’ Ron: ,,Ik speelde op het één na hoogste niveau bij Victoria toen ik voor de eerste maal voor het Nederlands elftal werd gevraagd. Er is dus nog hoop, vriend.’’