
7e Jaargang. N°. 11. November 1899.
7e Jaargang. N°. 11. November 1899.
DEN NEDERLANDSCHEN SCHAAKBOND.
BESIUUR VAN DEN N. S.: Dr. A. VAN RIIIJN, Voorzitter; H. J.DEN HERTOG, Onder-Voorzitter; E. WIELING, Groningen, Penningmeester; H. D. B. MEIJER, Geldersche Kade 37, Amsterdam, Secretaris; J. P. RUNSINK.
REDACTIE: H. J. DEN" HERTOG, Marnixkade 43, Amsterdam; J. F!,S. ESSER, J.F. HEEMSKERK, J. W. TE KOLSTÉ, Dr. A. ö. OI.LAND, C. TINIIOLT.
Van dit blad, dat omstreeks den 20sten van iedere maand gratis aan de Kondsleden wordt toegezonden, zyn extra-nummers verkrijgbaar a IS cents en een geheele jaargang a f 1.50, eveneens slechts voor Bondsleden. Als lid van den Bond betaalt menflSO contributie. Nadere inlichtingen verschaft deSecretaris
INHOUD: Bondszaken; Kleine Wedstrijden te Groningen en te Utrecht (bepaling en )\ Problemen; Binnenlandsch Nieuws; Buitenlandsch Nieuws; Partij van het Meestertornooi Eerste klasse te Londen; Partijen van den Internationalen Hoofdklassewedstrijd te Amsterdam; Eene geanalyseerde partij, en een praatje daarover; Boekaankondiging; Correspondentie.
Bondszaken. Nieuwe Leden.
Mej. Ch. Ph. Joh. Koekebakker, Groningen; A. Bahnerth, J. A. Fruin, J. G. A. de Vletter en M. G. Freudberg, Rotterdam. (Clubleden: N. R. S.).
W. B. Barbe, Rotterdam; F. W. H. van Straaten, Arnhem; H. Annema, Leeuwarden; A. J. Herckenrath, Voorburg bij den Haag.
Tot rechtstreeksch lid overgeschreven: J. J. Kleinhoonte, Arnhem; E. Wieling, Groningen. Schaakspellen.
De in het Juni-nummer aangeboden schaakspellen zijn uitverkocht. Voor de leden zijn nog wel verkrijgbaar:
Schaakstempels £t f i.—; Diagrammen k f 0.50 per 100 stuks; „Het Schaakprobleem, Theorie en Practijk", door H. J. DEN HERTOG, a f 0.90; Jaargangen 1893, 1896, 1897, 1898 è / 1.50 per jaargang; 1895 (zeer belangrijk) „ „ 1,13 „ „ 1894 niet meer voorradig.
Bandjes voor den jaargang 1899 zullen gelijktijdig met het December-nummer verzonden worden aan allen, die verleden jaar ook een bandje bestelden. Verdere bestellingen, ook op bandjes voor vroegere jaargangen, worden vóór 1 December ingewacht. De prijs is f 0.45, franco toegezonden, of f 0,40, bij mij afgehaald.
N B. Bovenstaande artikelen worden aangeboden niet door mij, maar door den Bond, ten gerieve van de leden, ofschoon ik wel zorg, dat de Bond er geen schade bij heeft. Deze kleine opheldering is niet overbodig, daar ik vermoed, dat sommige leden van eene andere meening zijn. DE BONDSSECRETARIS.
2J0
Kleine Wedstrijd te Groningen, op Zondag 10 December a. s., in het Café „De Beurs", aan de Vischmarkt. Bepalingen.
Er worden gespeeld drie ronden, in twee klassen nl. eerste klasse en tweede klasse. Hoofdklassespelers kunnen in de eerste klasse meespelen, maar geven f-pion en zet voor.
Het noteeren der partijen en het spelen op tijd (24 zetten per uur) is verplichtend; daar voor iedere ronde 2 Va uur speeltijd gegeven wordt, moeten op het einde van dien speeltijd beide spelers ieder minstens 30 zetten gedaan hebben. Partijen, die op den bepaalden tijd nog niet geëindigd zijn, worden door den leider, zoo noodig in overleg met twee andere der aanwezige leden, beslist.
De prijzen worden uitgereikt naar gelang van het behaalde aantal winstpunten in de drie ronden; bij gelijk aantal punten worden de prijzen gedeeld.
Voor 't overige gelden de bekende bepalingen.
Inleg: ƒ 1.— voor de drie ronden. Het bedrag der inleggelden wordt voor prijzen beschikbaar gesteld. Er zal één prijs zijn op elke drie deelnemers. Bovendien ontvangen de ie en 2e prijswinner van iedere klasse een diploma. Bij gelijk aantal punten beslist de winstpunten-berekening volgens Sonneborn-Berger.
Daar de loting precies te 10 uur zal plaats hebben, kan de aangifte voor dezen wedstrijd bij voorbaat schriftelijk aan den leider geschieden of des morgens vóór 10 uur in het lokaal.
De wedstrijd begint precies te IO'/4 uur.
De leiding van den wedstrijd is opgedragen aan den Heer J. P. RUNSINK te Groningen. HET BESTUUR.
N.B. Niet-Bondsleden kunnen aan dezen wedstrijd deelnemen, mits zij zich als id voor 1900 aanmelden.
Spoordienst
Vertrek van Leeuwarden 7.03 ; aankomst te Groningen S.2r.
„ „ Nieuwe Schans 7.27 ; „ „ 8.46.
„ „ Roode School 7.46; „ » » 9-22 -
„ „ Delfzijl 6.55 ; „ » <- 8.32.
„ Assen 7-25 ; » » " 8'°4'
„ „ Groningen naar Leeuwarden te 9.33.
„ „ Nieuwe Schans „ 10.20.
„ Roode School „ 8.41.
I " „ „ Delfzijl „ 7-52„ Assen „ 8.03.
Kleine Wedstrijd te Utrecht, op Dinsdag 26 December a. s. (2e Kerstdag.) (In de December aflevering zal worden medegedeeld, waar de wedstrijd wordt gehouden.)
Bepalingen.
Er worden gespeeld drie ronden, in twee klassen nl. eerste klasse en tweede
25i
klasse. Hoofdklasse-spelers kunnen in de eerste klasse m spelen, maar geven f-pion en zet voor.
Het noteeren der partijen en het spelen op tijd (24 zetter per uur) is verplichtend
Daar voor iedere ronde niet meer dan drie uur speeltijd kan worden gegeven, moeten op het einde van dien speeltijd beide spelers ieder minstens 36 zetten gedaan hebben. Op den bepaalden tijd nog niet geëindigde partijen wordendoor e' er' 700 n00diS É'n over'eg raet twee andere der aanwezige leden, beslist.
De prijzen worden uitgereikt naar gelang van het behaalde aantal winstpunten in de drie ronden; bij gelijk aantal punten worden de prijzen gedeeld
Voor 't overige gelden de bekende bepalingen.
Inleg: ƒ i._ voor de drie ronden. Het bedrag der inleggelden, vermeerderd: met zooveel guldens als er deelnemers zijn, (tot een maximum echter van/20.—) wordt na aftrek van zaalhuur, voor prijzen beschikbaar gesteld. Er zal één prijs zijn op elke drie deelnemers.
(Bijv. 16 deelnemers f r6.- inleg + f l6._ uit de Bondskas = / ,2.-- af zaalhuur ƒ 5.—, blijft: f 27.— aan prijzen, te verdeelen als volgt: bijv. 6 eerste-klasse-spelers — 2 prijzen & ƒ 7 — en f 5.—. 10 tweede-klasse-spelers = 4 „ „ f 5._ ƒ 4>_J f 3 _ f 2 ^
Speeltijd.
ie ronde van 91/2—i2i/2; 2e ronde van 1—4; 3e ronde van 6—9 uur.
De wedstrijd zal echter alleen dan gehouden worden, wanneer zich vóór 16 ecember minstens 16 deelnemers schriftelijk bij den leider hebben aangemeld. In het December-nummer wordt medegedeeld, of de wedstrijd al dan niet doorgaat.
De leiding van den wedstrijd is opgedragen aan den Bondssecretaris, H D B MEIJER, Geldersche kade 37, Amsterdam.
N.B. Niet-Bondsleden kunnen aan dezen wedstrijd deelnemen, mits zij zich voor 1900 als lid laten inschrijven.
Van Amsterdam, Arnhem, den Haag, leiden en Rotterdam uit kunnen de leden Utrecht bereiken, juist op tijd om aan den wedstrijd te kunnen deelnemen, terwijl er voor zal worden gezorgd, dat de wedstrijd tijdig zal zijn afgeloopen, opdat de < eelnemers nog in de verschillende richtingen zullen kunnen vertrekken Een groote deelname wordt derhalve bepaald verwacht.
Problemen.
Redacteur: H. J. DEN HERTOG, Marnixkade 43, Amsterdam. N B. Verzoeke beleefd, problemen, oplossingen en andere bijdragen, tot deze rubriek behoorende, aan den redacteur te adresseeren.
No 729. Dr. N. Mannheimer, te Frankenthal.
Mat in 2 zetten.
No. 731. A. van Eelde, te Middelburg.
No. 730. B. J. M. Markx, te Leiden.
Mat in 2 zetten.
No. 733. H. van Beek, te Naaldwijk.
Mat in 2 zetten.
No. 732 A. van Eelde, te Middelburg („Haagsche Courant.".)
Mat in 2 zetten.
No. 734. S. Zimmermann. Bohemen. („Komanleser".)
Mat in 2 zetten.
Mat in 2 zetten.
No. 735. Dr. N. Mannheimer, te -Frankenthal.
Mat in 3 zetten.
No. 737. J. J. Colpa, te Leiden.
i»iut in .i zetten.
No. 739. J Smutny, Bohemen. („Ceské L. S."j
mat in 3 zetten.
No. 736. J. J Colpa, te Leiden.
Mat in 3 zetten.
No. 738. S. Magner, te München. („Saale-Zeitune."1
Mat in 3 zetten.
No 740. P. Möller, te Ahlten. („Miinchner N. N."ï
Mat in 4 zetten.
254
Oplossingen der September-problemen.
705. i- Pd7 enz. — ';06. i. De7 enz. —- 707- i. Da6 enz. - 708. i. Pc7 enz. — 709. i. Pch enz. — 710. i. Pg6 enz. — 711. J. DI12, Le4 : 2. Df2 enz. , La4 2. Des enz. r L. anders 2. I)c2 enz. i , Pe~ 2. Pb6-[- enz. ï , pe2 2. Des enz1 ' Pcanders 2Dc2t enz. 1 , g6 (gs) 2. Dc2 enz. — 712. 1. DC2, Kd6 2. Dc7f enz. 1...K.d4 : 2. Dc3-[- enz. 1.. . ., Lc5 2. De4f enz. 1...., Kf4 2. De4± 1...., anders 2. Pc4f enz. 713. 1. Lei, Kd6 : (bs) 2. Le3 enz. I...., Kd4 (cdó:) 2. Ddsf enz. 1 , Pd3 2. De7f enz. 1 anders 2. Lf4t enz. — 714. x. Tc6, d4 2. Da8 enz. 1 , d2 2. Te6 :f enz. 1 de4 : 2. Dc4 enz. — 715. 1. Td4, Kd4: 2. Lb2| enz. 1 , Ld4 : 2. Pd3f enz. 1 . . ., L. anders (h3) 2. DgB enz. Anders eerder mat. — 716. 1. Lc2, Le7 ! 2. Kbi, Lf8 ! 3. Das enz. —
Goede oplossingen ontvingen wij van: A. Korst, te Bergen op Zjootn (alle), A. van Eelde, te Middelburg (alle, behalve 716), F. 1. Schotel, te Amsterdam (alle), H. van Royen, te V Gravenhage (alle, behalve 706, 707 en 716), A. ükkinga, te Dronrijb (alle, behalve 716; bovendien van de probl. Mackenzie—Lane: 1. Da2 enz.), G. V. van der Schooren, te Arnhem (705—710), H. Mendes da Costa, te Amsterdam (alle, behalve 707 en 716),/. van Beveren, te Leiden (705—710).
Correspondentie.
Dr. N. M.. in Fr. — Besten Dank fiir Ihre willkonimene Sendung, welehe, wie Sie sehen, zum Theil sciion Verwendung gefunden hat. — Freundliche Grüsse!
J. v. B., te L. — Tot ons leedwezen kunnen wij uwe laatste problemen niet opnemen. No. 1 is te eenvoudig, de le zet is leelijk ; No. 2 herinnert sterk aan bekende voorbeelden en No. 3 is niet economisch bewerkt. — Met belangstelling zien wij nieuwe bijdragen van u tegemoet.
Uit de probleemwereld.
Het doet ons genoegen, onzen lezers te kunnen mededeelen, dat Dr. N. Mannheimer, te Frankenthal (Pfalz), die niet alleen op het gebied der practische partij maar ook op dat der probleemcompositie eene aanzienlijke hoogte heeft bereikt, zich bereid heeft verklaard, aan onze probleemrubriek mede te werken. In deze aflevering hebben we reeds een paar zijner compositien kunnen opnemen.
In zijn artikel over de economie in de matstelling („Stratégie' , Sept. 1899) begint Dr. J. Tolosa y Carreras met te constateeren, dat de hedendaagsche probleemcompositie conventioneele kunst is. Het probleem beweegt zich op gansch andere banen dan de partij. Wel eischt men, dat de mogelijkheid van het ontstaan eener probleempositie uit de practische partij te bewijzen zij, doch men heeft er niet het minste bezwaar tegen, dat het probleem zich gewoonlijk vertoont in eene stelling, die zóó onwaarschijnlijk is, dat men ze, uit een practisch oogpunt bezien, zeker wel „onmogelijk" zou mogen noemen. Een en ander wordt door den schrijver met een paar voorbeelden toegelicht.
255
Het komt hem het meest rationeel voor, het probleem geheel van de partij los ce maken, en het te beschouwen als „eene conventioneele en ideale positie, gebaseerd evenwel op den geest der schaakregelen en gecomponeerd ad hoe, voïgens speciale wetten, vervat in de probleemtheorie".
Na dit denkbeeld nader uitgewerkt te hebben, omschrijft Carreras als volgt het doel, dat de probleemcomponist zich steeds voor oogen heeft te stellen: „Het idee dat aan de oplossing ten grondslag ligt, op origineele, vernuftige en correcte manier te verbergen en te verfraaien, opdat hij, die de oplossing zoekt, in de aesthetische bevrediging van het resultaat de belooning vinde voor zijne ijverige nasporingen". „Daar de positie der stukken op het oogenblik van het mat", vervolgt schr., „een der gewichtigste factoren der oplossing is, achten wij het logisch zeer juist, dat de componist zich beijvert, deze positie rein en tevens economisch, in één woord elegant te maken, opdat de indruk van het geheel op den oplosser zoo aangenaam mogelijk zij.
Terwijl het beginsel der matreinheici alom wordt gehuldigd, heeft het moderne voorschrift der economische bewerking nog niet algemeen ingang gevonden."
Schr. geeft nu eene definitie van de economische matstelling en bespreekt in verband daarmede het „mirror"-mat, dat vooral in Engeland zooveel bewonderaars vindt.
Onder „mirror -mat verstaat men eene economisch-reine matstelling, waarin de acht velden rondom den zwarten Koning onbezet zijn. fZie diagram A en het driezettig probleem B van A. F. Mackenzie, waarin de variant i. Pd3, Kdq 2. De6 :f met een „mirror"-mat sluit.)
Zijn betoog vervolgende, oordeelt schr., dat, hoewel de economische bewerking der matstelling zeer zeker de artistieke waarde van het probleem verhoogt toch de meening overdreven is, dat met het al of niet aanwezig zijn van het bedoelde element in de constructie het probleem staat of valt. (Vergelijk hiermede blz 232 der October-aflevering, r. 25 en 26.) Schr. veroordeelt de overstrenge eischen,
die op het punt van economie gesteld worden in de probleemtornooien van de Germaansche en Slavische natiën en die van het Noorden van Europa.
„Men moet", zegt hij, „in de practijk de voorschriften der theorie al naar omstandigheden weten in acht te nemen of te verwaarloozen. Voor de constructie van een probleem zijn in absoluten zin geen wenken te geven; wat goed is in het ééne geval, kan slecht zijn in het andere; dat hangt af van het idee, dat men wil weergeven en van de procédé's, welker aanwending de aard en de practische uitwerking van dat idee noodig maken. Bij voorbeeld:
Driezet van W. A. Shinkman: h2, IS" d3, § b7, JL 07, \ a2, b6, c6, d2, f2, g3, h3; # a8, 1 35 en e8.
(Oplossing: 1. Df3, Ta6 2. De2 enz. 1. .., Ta4 2. De4 enz. 1. ,,Ta2 2. Df7 enz. 1 , Tc8 2. Dfs enz. 1 , Td8 2. Dds enz. 1 , Tg8 2. Dds enz. 1...., Th8 2. Dhs enz.)
Men weet, dat de schoonheid van het probleem zeer geschaad wordt door het laten-nemen van een zwart stuk door Wit. Hoe belangrijker dit stuk is door zijn waarde of door zijn defensieve rol, des te sterker doet zich het bedoelde euvel gevoelen. Men zie nu evenwel bovenstaande compositie van Shinkman. Zonder twijfel zal de jacht op en het nemen van de beide Torens door de Dame ieders bijval vinden. In dit geval vormt het nemen van een stuk, wel verre van een gebrek in de constructie te zijn, een merkwaardig hulpmiddel ter verfraaiing van de ontknooping.
Men zie ook het onderstaande probleem.
Driezet van S. Loyd: ^ fi, c8, M h7 en h8, JL f5, \ h2, I g2, J. gi en hi, 4 f2, g4(Oplossing: 1. Td7, g3 2. Lh7 enz. 1. ., Tg3 2. hg4 :f enz. 1. .., Kg3 2. Db8| enz.)
De bedoeling is, in twee zetten de werking op te heffen der vier witte stukken, die na 1. .., g4—g3 pion I13 verdedigen, welke pion op den 2en zet van de hoofdvariant door den zwarten Koning zal moeten worden genomen. Het ligt voor de hand, dat de aard van dit idee de economische bewerking der matstelling onmogelijk maakt."
In twee gevallen acht schr. den eisch van economie bij het mat gerechtvaardigd : i°. Wanneer het probleem-idee gebaseerd is op eene bepaalde matstelling, verkregen met een zeker aantal stukken, door den auteur vooraf gekozen.
VOORBEELD: Driezet van J. Kotrc. W at, ^ g3, H f2, f8, y a4, bs, c4, d3, e5; # d7, JL h3, 4 a5, C5, e7, g4-
(Oplossing: t. Tg2, e6 2. Df3 enz. 1 Lg2 : 2. Dg2 : enz. 1 Kc7 2. eóf enz.
2°. Wanneer de auteur slechts een varianten-complex bedoelt te geven, zonder gepréciseerd hoofd-idee.
VOORBEELD: Driezet van J. Pospisil. ^ I17, a3, M e4, % C5 en e8,
S fe, g», 84; # ds, ê h4, -i f4, 1a2 en f6) | b5, c6, d7) e7, h6.
(Oplossing: i. Pa4) Ld4 2 Dc5f enz. i Dg4 : 2 Pf6 :f enz. i Dg3 of -h3 2. Ddöf enz. i. . .., Ke4 : 2. De3t enz. r. . . ., c5 2. Pc3t enz. t... . ba4: 2. Pc7+ enz r. .. ., Pg2 : 2. Dd3+ enz. _ pe6 Qf 2 g t Lb3 2. f3 enz.) '
Voorts wijst schr. er op, dat eene zeer omzichtige aanwending van aesthetische elementen als reinheid en economie in de matstelling noodig is, zal de moeilijkheid der oplossing niet aanmerkelijk worden verminderd. „Fraaie matstellingen, vooral r ie, welke door een of ander offer worden verkregen, laten de bedoeling van den auteur doorschemeren. Vandaar de menigmaal gehoorde raad: „„Zoek het offer en ge zult de oplossing vinden."" Men heeft nu te zorgen, dat er ook niet gezegd kan worden: „„Bereken de economisch-reine matstelling, door de constructie-wetten voorgeschreven, en gij zult den draad van Ariadne gevonden hebben die u tot richtsnoer strekken zal"".
Als voorbeeld geeft schr. het volgende probleem.
Driezet van Fridlizius, bekroond met den isten prijs in het tornooi der „St. 1 etersburger Zeitung (De jury bestond uit een Oostenrijker en een Rus!)
# 87, ^ hi, I c3> ê dS, A 06, & a4, C2, c4; $ d4) é a5> X a7 en e2,| b6, d2, f7, g5. (Sleutelzet: Tf3.)
Schr. meent, dat het economisch-reine mat c2—c3 na 1 Pc4 • 2 Td*+ Ld3: den handigen oplosser veel te gauw op den goeden weg zal' brengen'
Zal de economische bewerking de moeilijkheid der oplossing niet belangrijk vertT houden ^ COmP°niSt VOlg6nS Carreras een drietal regelen in het oog
1 • Al de economisch-reine matstellingen van het probleem moeten direct en alleen uit den isten zet van Wit voortkomen.
2°. Deze eerste zet moet, zonder uitzondering, alle econ.-reine matstellingen vernietigen waartoe de oorspronkelijke positie der verschillende stukken aanleiding geeft.
3 • n et probleem moet eene economisch-reine matstelling op te merken -alle., d,e « 4 „p,„ssing niet ïoorlomti ^ hierd„„r de opl„ss„ op dwaalspoor worde geleid. 1
Aan het slot van zijn artikel verklaart schr. met nadruk, dat, hoewel hij econotoch niet6? g Ste,Hvg beSCh°UWt 315 66,1 be,angHjk ^oonheids-element hij ze toch niet kan aanmerken als de voornaamste der kwaliteiten, die een probleem diepteTan hef-d Z'J"e meening ^ Vernuftige' de nieuwheid en de epte van het idee een minstens even gewichtige rol. En sterk overdreven acht het, een probleem, dat de laatstgenoemde eigenschappen bezit, te verwerpen alleen op grond hiervan, dat in de matstellingen de economie ontbreekt n iet volgend nummer hopen wij met eene uiteenzetting onzer eigene meening de beschouwingen over de economie in de matstelling te besluiten. -®* i H £ ®s13*
258
Binnenlandsch Nieuws.
AMSTERDAM. —• Vereenigd Amsterdamsch Schaakgenootschap. — De President, Jhr. A. E. van Foreest, nam als zoodanig in Aug. 1.1., wegens vertrek naar s Gravenhage, zijn ontslag. Behalve het Eere-lidmaatschap van het V. A. S. werd hem, namens de getrouwe bezoekers der club-avonden, een aandenken, twee aquarellen in lijst, aangeboden.
Tot voorzitter werd gekozen de Heer C. Tinholt en later in diens plaats tot Secretaris de heer C. van Steenderen.
Den 2ien October 11. werd des avonds van 8i/2—11V2 uur een kleine wedstrijd gehouden, op ongeveer dezelfde wijze als die van den Nederl. Schaakbond, volgens het svsteem-Meijer. De leiding was opgedragen aan den Heer H. D. B. Meijer, die zich voor het welslagen van den feestavond veel moeite had getroost. Er werd gespeeld in 4 klassen, nl. Hoofdklasse, ie, 2e en 3e klasse, respectievelijk met 2, 6, 8 en 12 deelnemers, waaronder enkele geïntroduceerden. Voordat de wedstrijd begon, wees de Heer M. G. Stokvis in een korte humoristische theoiieles op rijm, hoe men de Spaansche partij niet moet spelen; natuurlijk werden de aanwezigen hierdoor zeer gesterkt en gesticht. Elke deelnemer speelde 3 partijen, Spaansche opening, ernstig en statig, met klokjes en opteekenen, T5 zetten in 15 minuten. Tijdverlegenheid kwam in 't geheel niet voor, tenzij bij een Dame of Toren, die geen tijd meer had om uit den knel te komen. De stemming was allerjoligst, dank zij de medewerking van oud-vaderlandsche lange Goudsche pijpen, „narrenkappen", nieuwe liedekens op aangename voys, enz. Trouwens het programma en de oproepingen sloten ook met de opmerking: „Gepasteluidruchtigheid geoorloofd". — Het doel was: oefening in snel doorzicht en onvatbaarheid voor afleiding, en een gezellige avond. Dit werd ten volle bereikt en een woord van hartelijken dank aan den Heer Meijer is hier zeker op zijn plaats.
De prijzen, belangrijke bedragen in geld, betaald uit het inleggeld (25 cents) van 28 deelnemers, werden naar volgorde aldus behaald:
1. G. C. A. Oskam (I); 2 en 3 gedeeld, Chr. F. Haje (I) en J. W. van der Laan Jr. (II); 4. G. J. van Thiel (III); 5. J. J. Ficke (III); 6. A. Speijer (H); 7. A. Veraart (III): 8. A. S. Cattela (II); 9. G. Bakker Wzn. (II); 10. A. A. J. Ridderhof (II).
Den isten November 11. begon de winterwedstrijd. De Hoofdklasse telt 3, de eerste 6, de tweede 11 en de derde klasse 6 deelnemers.
's GRAVENHAGE. — Stand der match te Kolsté-Mann : te K. 6, M. 2, remise 1. Waarschijnlijk zal weldra een match van Foreest—te Kolsté worden georganiseerd.
LEIDEN. — Gedurende de zomermaanden werd hier zeer weinig geschaakt. In het „Leidsch Schaakgenootschap" werd het seizoen geopend door Loman's blindséance, waarvan de uitslag reeds werd medegedeeld. Eenige weken daarna werd door Jhr. A. E. van Foreest op uitnoodiging van „Morphy" eene simultaan-
259
voorstelling gegeven van circa 30 partijen, waarvan hij slechts enkele verloor of remise maakte. Al was zijn succes niet zoo overweldigend als eenige jaren geleden hier ter plaatse — de Leidenaars zijn intusschen belangrijk sterker geworc'en' ~ t°ch heeft de heer van Foreest andermaal blijk gegeven van buitengewone snelheid en juistheid van blik.
De onderlinge wedstrijd in het „Leidsch Schaakgenootschap" is onlangs begonnen met 20 deelnemers, in verschillende klassen verdeeld, met voorgift van pion en zet, paard en toren. Ook in „Morphy" is, ofschoon op veel kleiner schaal, de winterwedstrijd met dezelfde indeeling begonnen.
Laatstgenoemde club heeft dit jaar zware verliezen geleden, vooral door den dood van den heer H. Brummelkamp, die door zijne geestigheid en onverstoorbare opgeruimdheid de clubavonden zeer vervroolijkte. Ook was hij als schaker wel te apprécieeren en zijn vriendschap was uitermate oprecht. De leden van „Morphy" betreuren zijn plotseling overlijden dan ook zeer en gevoelen een groote leemte in hun midden. De vereeniging gaf uitdrukking aan haar droefheid door namens haar een krans op zijn graf te doen leggen. Hij ruste in vrede!
Ook verloor „Morphy kort geleden door vertrek naar Indie haren secretaris, den Heer W. C. van der Meulen. Sedert de oprichting, nu 6 jaren geleden, vervulde hij steeds met vurigen ijver dezen post, en de kracht, die van de vereeniging uitging, vond steeds in hem haar oorsprong. Zonder hem had „Morphy" ongetwijfeld een veel minder glansrijke geschiedenis en zou deze kleine heldenschaar nimmer op zulke roemrijke massakampen hebben kunnen wijzen. Doch niet alleen Leiden, maar ook geheel Nederland verliest aan hem, want steeds was hij, waar wedstrijden gehouden werden, in de voorste rijen te vinden. Waar hij meespeelde, won hij steeds een prijs. Zonder twijfel zal zijn schaakkracht nog veel kunnen toenemen, want nooit heeft hij door te veel schaken in het minst zijn plicht verzaakt. Hij gunde zich slechts weinig tijd tot oefening. Zijn afscheid was indrukwekkend. Er werd ernstig gesproken en menigmaal werden de glazen te zijner eer geledigd. Wij allen gunnen hem een schoone toekomst. Het eere-lidmaatschap der vereeniging werd door hem aanvaard. Secretaris werd de Heer H. Bremekamp.
ROTTERDAM. — Van den secretaris der „Nieuwe Rotterdamsche Schaakvereniging" ontvingen wij de volgende mededeelingen:
Den 2en October 11. had in het Zuidhollandsch Koffiehuis de jaarlijksche algemeene vergadering der N. R. S. plaats. Het bestuur werd als volgt samengesteld: B. van Dantzig, president; A. van Ette, vice-president; J. Cadovius (Plantage-weg 94), penningmeester; A. van Roon, bibliothecaris; P. de Man (Schiedamsche Singel 23), secretaris. Besloten werd tot de organisatie van: i°. een doorloopenden wedstrijd in klassen. (De prijzen worden verdeeld volgens Sonneborn—Berger; de deelnemers, die al hun partijen afspelen, krijgen hun inleggeld terug.) °
2 . een wedstrijd met af- en aan-spel, te houden op een nader te bepalen daowaarschijnlijk een Zondag.
2ÓO
3°. een probleemoplossingswedstrijd. De problemen (alle driezettig) worden gepubliceerd in het maandblad „De Eendracht" (redacteur: B. van Dantzig, Hang 99.) Wie eene goede oplossing in volledigen vorm inzendt, krijgt 2 punten ; voor elke goede doch onvolledige oplossing ontvangt men 1 punt. De wedstrijd duurt van 16 October 1899 tot 16 April 1900.
De heer Jhr. A. E. van Foreest, van 's Gravenhage, zal den i3den November in het Zuidhollandsch koffiehuis alhier een simultaanséance geven.
Voor den winterwedstrijd hebben zich aangemeld : 6 spelers voor de eerste en 6 voor de tweede klasse. Aan den probleemoplossingswedstrijd nemen 12 leden deel.
De N. R. S. telt thans 27 leden en 2 eereleden.
Buitenlandsch Nieuws.
WEENEN. — Ter herinnering aan den voor 10 jaren gestorven schaakmeester Baron Ignaz von Kolisch zal de „Wiener Schachklub" met Kersttijd een „Kolisch—• Turnier" houden, waaraan zal kunnen deelgenomen worden door schaakmeesters, in Oostenrijk-Hongarije woonachtig. Deze wedstrijd zal een één-ronde-tornooi zijn, en zal den i7den December a. s. beginnen, mits zich vóór dien tijd minstens 12 deelnemers aanmelden. Meer dan 16 deelnemers zullen niet worden toegelaten. Er zijn 10 prijzen, van 1000 tot 50 kronen, uitgeloofd, alle uit de baten van het door wijlen Baron von Kolisch gestichte fonds. Er wordt dagelijks gespeeld, met uitzondering van de Zondagen en Donderdagen, die voor het afspelen van afgebroken partijen gereserveerd blijven. De bedenktijd voor de eerste 30 zetten is op twee uur bepaald en voor elk volgend 15-tal zetten op één uur.
PARIJS. — De „Stratégie" meldt, dat de match Lasker—Janowski niet zal doorgaan. Lasker wil hem, die 't eerst 8 partijen gewonnen heeft, als den winner van de match beschouwd zien, terwijl Janowski, zich refereerend aan de condities der reeds gespeelde matches om het wereldkampioenschap: Steinitz—Zukertort (1886) —'Tschigorin (1889 en 1892) —Lasker (1894 en 1896), niet spelen wil dan op 10 partijen.
LONDEN. — De beslissing omtrent de door de familie Lewis ter gedachtenis aan wijlen den Engelschen schaak-maecenas Harry Lewis uitgeloofde prijzen voor de twee schoonste partijen van het Double-Round-Tournament is gevallen. De eerste prijs is toegewezen aan Lasker voor zijne met Zwart tegen Steinitz gewonnen partij, en de tweede prijs aan Blackburne voor zijne met Zwart gewonnen partij tegen Lasker.
MOSKOU. — De uitslag van het Russisch Nationaal Tornooi is: ie Prijs (400 roebel): M. Tschigorin, St. Petersburg, met 10 punten. (op 11 partijen.)
2e „ (300 „ ): E. Schiffers, „ , met 71/2 punt. 3e „ (200 „ ): S. Lewitzki, Oost-Siberie, met 7 punten.
2ÓI
4e Prijs (150 roebel): S. Lebedew, St. Petersburg, met 6V2 punt. 56 " ( IO ° » ) : B - Jankowitsch, Rostow a/d Don, met 6 punten.
6e » ( ? ) gedeeld door I H " Helbach > St - Petersburg, ( W. Nenarokow, Moskou I » lec ^ erme t 5Vs punt.
Opmerkelijk is het succes van den jeugdigen speler Lewitzki. De schaakclub te oskou zal een match orgamseeren tusschen hem en den veteraan Schiffers. (Het geruc t gaat echter, dat laatstgenoemde krankzinnig geworden en reeds in een gesticht opgenomen is. Wij hopen maar, dat dit bericht evenzeer overdreven moge blijken als een dergelijk omtrent Steinitz, toen deze na zijn return-match met .Lasker ziek werd.)
Partij van het Meestertornooi — Eerste klasse te Londen.
Nu' ' n ^'t: Masker.
Zwart: Tschigorin.
iSpsiitiische Partij.
'• ®4 e 5 18, K hi •) D c6 •) 35. P f 5 T d8 •»)
3 c T9- p ë 1 <15 36. D e3 L (I7 ")
3 ' 5 f 20 ' f 3 b 4 37. D b 3 : L f 5 •
4La4 T Pf6 «-PfS Deö 38. ef': D d7
ï v°~° \6\ 22 " Ph 3 Lcö 39 L a.5 ! TdeS
' T 3 b 5\ 2 3- c 4 h ) de 4 : ? j ) 40. Terli 1) c8 °)
l' ' 3 °~° } 24 ' de 4 : a 4 ?
41. D d 3 Tej
T 3 2 p d6 2 5' ba 4: b 3 ?') 42 Pg6 Tse8
9- L e 3 ) P a 5 2Ó D c 3 T a 4 : 43 1,3 P a6 v)
2 C5 27- P e 3 Tb8
44. Dd 5 f KI17 "• 7 28 " Pf2 ^8
45- D f7 Pb
' ab3: *9- £<13 « 46. T d 7 Tetf
T fn g3 T ? 5 30. Ld2 Dc8') 47. Kh2 L dóf
4 ' ' C2 3I " Tal Pc 7
16. T adi T fe8
•?; L ct LfS
34. P d 4 : De8
4 S. Td6: Df S :
49 " T d8
°° k " d6 7" d4 ' b S 8de 5=, de 5 : 9. Dd8 :f, Pd8 : 10. Lb 3 Pd 7 ti a4 staat Wit beter. J 7
o 'pd?" p' "" ^ p°" V °ï en 8 ' b4 (8 "' ' •' Tb8 9" ab S ab 5 ' 'O. De2 enz.) •$»>- <« dreiS ' "»> "• », met
°) Sterker is : 8. De2 (8. Ld S , Lb 7 9. Lc6 :, dcö :! 10. Pe 5 :, Pe 4 • „ Ped 3 ii T-»* *•-«- *iwv'x
d) In aanmerking kwam: 9. PdS, Pa 5 IO , Pe 7 : f, De7 : 11. Pei enz. met minstens gelijk spel. Bij de tekstvoortzetting krijgt Zwart het betere spel ') Zwart staat nu zeer goed.
2Ó2
f) Wit is om werkzame voortzettingen verlegen. (18. Pfs, Kh7, benevens g6, heeft geen resultaat). Afwachtende, wat de vijand zal ondernemen, vindt Wit gelegenheid, het punt e4 te versterken. Dat Wit zich in de Spaansche partij met zulke kleinigheden moet inlaten, bewijst ongetwijfeld, dat hij vroeger niet de allersterkste zetten gekozen heeft.
*) Beter was, met 18 , gó 19. Pgi, Lg7 20. f3,Tf8, gevolgd door Pf6—e8—dó en f7—f5 een aanval op den Koningsvleugel in te leiden. Zwart meent evenwel, dat hij op den Damevleugel meer voordeel kan behalen.
h) Om het veld C3 voor de Dame vrij te maken.
stand der partij na den 23sten zet van wit. A Deze zet is een strategische fout,omdat hij vrije lijnen voor de witte Dame en Torens opent. Op den voor de hand liggenden zet 23. .. ., d4! vreesde Zwart waarschijnlijk 24. f4. Wij gelooven echter, dat na 24. gó 25. Pg3(25. fes :, Pg4 enz. of 25.P X hóf?, Lhó: 26. f5, gf5 : 27. Lhó:, fe4: 28. Pg5, ed3 : 29. Df2, Dg4 30. Dg3, Dhó : 31. Dg4:, Dgó enz.) 25. ef4 : 26. Pf4:, Dg4 27. Pd5, Lds : 28. ed5 Dh4 enz. Zwart een goede aanvalsstelling behoudt, bijv. 29. Pe4, Pe4: 30. de4:, Ldó.
k) Zwart verzwakt zonder reden zijne Dame-pionnen.
') Met 30...., Pc7 31. Tdi, De8 spaarde Zwart een tempo en kon dan misschien tot Pc7—eó—d4 komen.
m) Zwart staat slecht. Toch was Ld7 nog beter.
") Eindelijk laat Zwart zijn plannen op den Damevleugel, die toch tot niets kunnen leiden, varen en besluit tot het opgeven van den pion b3, in de hoop, er den pion e4 voor terug te winnen.
°) 40.. ., Dcó, gevolgd door PC7—aó—b4 kon de partij iets langer houden, doch niet redden.
p) 43 Kh7 was nog iets beter.
T. W. t. K. {Naar „Der Schachfreund.")
Partijen van den Internationalen Hoofdklassewedstrijd te Amsterdam. No. 612. Gespeeld den 15den Augustus 1899. Wit: W. Schwan
Zwart: Mr. I. D. Tresling.
Onregelmatige Opening-.
1. f2 — f4
2. e2 — e3
3. P gl — f3
A 1 C% .1/1 d 7 —d5 !»• a f Deze zet, die den z.g. //iatonewall doet e' e 3 ontstaan, is minstens even goed als het c7 — CÖ I Fianchetto (b3 en Lb2).
4
P b8 — c6
5. c2 — c3 L c8 — d7
Speelde Zwart nu reeds c4, dnn zou volgen 6. 1)3 enz. Daar Zwart dus de ontwikkeling van den witten Koningslooper naar d3 toch niet verhinderen kan, moest ook hij liever de stukken op den Koningsvleugel in het spel brengen.
6. L fl — d3 c5 — c4
7. L d3 — c2 f7 — f5
8. 0 — 0 b7 — b5
Zwart's officieren blijven te lang onont wikkeld.
9. P f3 — e5 Pg8 — f6
10. Pbl — d2 a7 — aö
U. P e5 X d7 P f6 X d7
12. Pd2 —f3 P d7 — b6
13. P f3 — e5 P c6 X e5
14. f4 X e5 Dd8 — d7
15. g2 — g4 g7 — g6
16. L cl — d2 h7 hö
17. g4 X f5 g6 X fö
18. Kgl — hl 0 — 0 — 0
19. b2 —b3
Zwart's pionnenstelling vertoont verscheidene zwakke punten. De zet in den tekst doet een druk op het zwarte spel ontstaan. Het Paard b.v. wordt op b6 vastgehouden.
h5 — h4
20. Ddl—e2 Kc.8 —b7
21. Tfl—f2 L f 8 — e7
22. T al — fl T d8 — g8
23. a2 — a4 b5 X a4
24. b3 — b4 a5 X b4
25. c3 X b4 T g8 — g4 ?
26. T f2 X f5 ! T h8 — g8
27. T f5 — f2
Beter was waarschijnlijk 27. Tf'7. 27 £) d7 — e8
28. e3 — e4 D e8 —- g6
29. 1) e2 — el
liet mat op gl moet gedekt worden.
29 T g4 — g2
30. e4 X d5 D g6 — g4
Op 30. ., Dc2 : zou volgen 31 L<>-5
1 f2: 32. ït'2: enz.
31. L c2 — e4 T g2 X f2
32. d5 X e6f Kb7 — b8
33. Tfl X f2 h4 —- h3
34. d4 — d5 L e7 — h4
35. L e4 — f3
Slecht ware 35. Lf5, wegens Lf2: 36. Df2Ddlf.
35 D g4 — d4
36. L d2 — e3 L h4 X f2
Op 36 Deó: volgt 37. Del.
37. L e3 X f2 D d4 — b2
38. d5 — d6
38. Lb6 :?, dan a3!
38 a4 — a3
39. Del —e4 D b2 — elf
40. Lf2—el Pb6 —d5
41. e6 — e7 a3 — a2
Op Dgö volgt 42. Ddl benevens Ldö : 42. d6 — d7 K b8 — c7
Op 42...., alD zon volgen: 43. d8Df, TdS: 44. ed8 :Df, Ka7 45. Dc7f en wint'
43. d7 — d8 Df T g8 x d8
44. e7 X d8 Df Ke7 X d8
Wit gaf mi spoedig mat: 45. Dd5:f, Kc8 ! 46. Dcfif, Kd8 47. Dd6f, Kc8
48. Lg4f, Kb7 49. L)d7f, Kb6 50. Dd8f, Kb5 51. Ld7f, Ka6 52. Dc8f, Kb6
53. Dc6t, Ka7 54. Dc7f, Ka6 55. 1)5 +. (Opmerkingen van W. SCHWAN.)
264 No. G13.
Gespeeld den 9en Augustus 1899. Wit: Dr. N. Mannheimer. Zwart: Jhr A. E. van Foreest Geweigerd Damegainbiet.
1. d2 — d4 d7 — d5
2. c2 — c4 e7 — e6
3. P bl — c3 P g8 — f6
4. L cl — f4 L f8 — e7
5. e2 — e3 0 — 0
6. P gl — f3 a7 — a6
Zwak gespeeld. 6. ., c5 is de juiste voortzetting-.
7. c4 — c5 ! L C8 — jd7
Beter is 7. Pbd7.
8. b2 — b4 b7 — b5
Leidt tot verzwakking van den Damevleugel.
9. L fl — d3 P f6 — e.8
10 D dl — c2 f7 —f5
11. P f3 — e5
Wit heeft nn reeds verreweg het beste spel en begint met, veel beleid een aanval, die weldra bl ijkt onweerstaanbaar te zijn.
11.... P b8 — c6
12. P e5 X c6 L d7 X c6
13. g2 — g4 ! g7 — g6
14. g4 X f5 e6 X f5
15. K el —• d2 P e8 — g7
16. T al — gl I) d8 — d7 ?
Hierdoor maakt Zwart h4 mogelijk. In aanmerking kwam voor Zwart de volgende manoeuvre: 16 Ta7, gevolgd door Le8 en e7—cfi.
17. h2 — h4 Kg8 — f7?
Zwart moest 17. . .., Ph5 spelen, om den h-pion zoolang mogelijk het doorgaan te beletten; bijv. 17 Ph5 18. Leö, Tf7 19. Le2, Pf6 20. h6, Tg7 enz. 18. h4 — h5 ! T f8 — h8
Op 18. ., I'h5 : zou volgen: 19. Th5 gh5 : 20. Lf5 :, Dd8 21. Lh7 : enz.
19. T hl — h2 T a8 — g8
20. h5 X g6f h7 X g6
21. T h2 — g2 P g7 — e8
22. P c3 — e2
Dreigende Tg6 : {Zie diagram.)
Stand der partij na den 22en zet van Wit.
22. . . . P e8 — f6 !
Verhindert 23. Tg6 daar nu volgen zou 23 , Tg6 : 24. Lf5Pe4f.
23. L f4 — e5
Maakt liet veld f4 voor het paard vrij.
23. . . . T h8 — h6
24. L e5 X f6 K f7 X f6
24. Lf6 : gaat niet, wegens 25. Lf5:, Df5 : 26. Df5 :, gf5 : 27. 'I'g8 : enz.
25. T g2 — g5
Nu dreigt wederom Lfö :
25. . . . T g8 — f8
26. P e2 — f4 K f6 — f7
De g-pion is niet meer te verdedigen.
27. P f4 X g6
Ook 27. Tg6 Tg6 : 28. Pg6 : wint gemakkelijk.
27. . . . L e7 X g5
28. P g6 — eöf K f7 — f6
29. Pe5 X d7f L c6 X d7
30. c5 — c6 L d7 — e6
31. D c2 — cö T f8 — e8
32. D c5 — a7 f5 — f4
2ÓS
Een wanhoopszet. 32 , Te7 hield iets langer stand.
33. D a7 X c7 f4 X e3+ 34. f2 X e3 L e6 — f7
35. T gl — fl-}- Opgegeven. Wit heeft voorireflelijk gespeeld. (Opmerkingen van Dr. A. G. OLLAND.)
No614 - Gespeeld den 15en Augustus 1899. Wit: J. Partaj.
Zwart: Dr. N. Mannheimer
1. e2 — e4 e7 — e6
2. d2 — d4 d7 — d5
3. P bl — c3 P g8 — f6
4. L cl — g5 L f8 — e7
5. e4 — e5 P f6 — d7
6. L g5 X e7 D d8 X e7
7. P c3 — b5 D e7 — d8
8. c2 — c3 a7 — a6
9. P b5 — a3 c7 — c5
10. f2 —f4 Pb8 —c6
11. Pgl— f3 cö — c4 ?
Te vroeg. 11 , 0—0 of 11 , b5 moest geschiedeu.
12. P a3 — c2 b7 — b5
13. L fl — e2 0 — 0
14. P c2 — e3 f7 — f5
15. 0 — 0 a6 — a5
Zwart moest liever zich eerst veilig stel-
len op den Koningsvleugel. 15. ., h6 was bepaald noodig.
16. Kgl-hl T a8 —a7
17. P f3 — g5 D d8 — e7
17 , Pb6 ware veel sterker, daar dan de a-toren eventueel gemakkelijk naar den Koningsvleugel kon overgebracht worden en Zwart tevens den aanval op Wit's Damevleugel kon voortzetten.
18. g2 — g4 !
Dreigende 19. gf5 : en 20. Pd5:
18. . . . h7 — h6 ?
19. Pg5-h3 De7 —h4
Zwart staat reeds zeer ongelukkig, doch de gekozen zet verhaast nog zijn ondergang.
19. Pbti moest geschieden.
20. K hl — g2 !
Uitstekend gespeeld. De wijze, waarop Wit de geheele partij behandelt, maakt haar tot een der best gespeelde van den wedstrijd.
20. . . . p d7 — b6
Eindelijk, maar te laat!
21. g4 — g5 ! h6 X g5
22. P h3 X g5 T a7 — e7 ?
Stand der partij na den 23sten zet van Zwart.
23. T fl — f3 D h4 — h5
l)e zwarte Dame speelt in deze partij een zeer treurige rol, daar zij niets anders doet dan tempo's verknoeien. De tekstzet was echter noodzakelijk. (Zie diagram.)
24. T f3 — h3 D h5 — e8
'25. D dl — el
De genadeslag, waarna Zwart had kunnen opgeven.
No. 615.
25. . . . T f8 — f6
Zelfs dit helpt niet tegen het mat. 26. e5 X f6 g7 X f6
27. D el — h4 Opgegeven.
//Het is niet voldoende, een goed speler te zijn, men moet ook goed spelen." (Opmerkingen van Dr. A. G. OLLAND.)
Gespeeld den 12den Augustus 1899. Wit: J. Partaj.
Zwart: D. Bleijkmans Onregelmatige Opening;.
1. P bl — c3 d7 — d5
2. e2 — e4 ? dö — d4 !
De kracht van dezen zet kan men de geheele partij door gevoelen. Zelfs het tijdverlies, dat Zwart zich door zijn volgenden zwakken Looperzet bezorgt, verschaft Wit geen gelegenheid, zich van den druk, dien deze pion op zijn spel uitoefent, te bevrijden.
3. P c3 — e2 L c8 — g4 ?
Deze Looper komt spoedig in moeilijkheden. Natuurlijker en beter was e5, gevolgd door c5, Le6 enz.
4. d2 — d3 c7 — c5
5. f2 — f3 L g4 — h5
6. P e2 — g3 L h5 — g6
7. f3 _ f4 f7 f6
8. f4 — f5 L g6 — f7
9. L fl — e2 P b8 — c6
10. L cl — f4 e7 — e5
11. f5 X e6 e.p. L f7 X e6
12. Le2—g4 Dd8 —«17
13. L g4 X e6 D d7 X e6
14. P gl — f3 D e6 — g4 !
15. L f4 — d2 g7 — g6
Om, alvorens Ld6 te spelen, zich tegen Pf5 te wapenen.
16. 0 — 0 Lf8 — d6
17. P g3 — e2 P g8 — e7
18. c2 — c3 0—0—0
19. h2 ~ h3 ?
De noodzakelijkheid, om aldus de be dreigde rochadestelling ook nog te gaan verzwakken, zien we niet in.
19. D g4 — d7
20. c3 X d4 c5 X d4
21. T al — cl L d6 — c7
22. 1) dl — a4
Zeer terecht zoekt Wit thans zijne bevrijding in een tegenaanval. Den naderenden aanval van Zwart toch kan hij, vooral na het verderfelijke h<5, onmogelijk het hoofd bieden.
22. . . . g6 — g5
23. b2 — b4
Op Tc4 volgt g4!, ten voordeele van Zwart.
23. K c8 — b8
24. D a4 — b3?
Hierdoor wint Zwart tijd. Beter was onmiddellijk ba, Pe5 25. Pfd-t : enz., ofschoon ook dan de aanval van Zwart de voorkeur blijft verdienen.
Stand der partij na den 24en zet van Wit. I 27. , . . T h8 — g8
28. T fl — f2?
Veel beter, maar op den duur ook niet voldoende was Pel.
28. . . . Pe5X f3f
29. T f2 X f3 D g4 X f3
30. T cl X c7 K b8 X c7
31 P f4 — e6f K c7 — c8
24. Beslissend!
25. h3 X g4 D d7 X g4
26. b4 — bö P c6 — eö
27. P e2 — f4
27. Pfd4 :, Lb6 28. Le3, 'l'g8 29. Tf2, l'13f! 30. Pf3 Le3 : en wint.
°' 616'
Als Zwart deze partij, iu stede van sterk, 1111 eens zwak gespeeld had, dan zou Wit hem door 31 , Kb8 32. Lf4f, Ka8 33. Pc71", Kb8 3i. Pdöf, Ka8 35. 1'bfif, al)6 : 36. I)a3 hebben mat gezet.
32. D b3 — c2f P e7 — c6
33. L d2 — f4 T d8 - e8
34. b5 X c6 b7 — b6
35. g2 — g3 T g8 X g3f
Wit geeft de partij op. (Opmerkingen van J. W. te Kolstk.) g5 — g4 !
Gespeeld den llden Augustus 1899. Wit: Mr. I. D. Tresling. Zwart: H. E. Atkins.
(Voor deze partij ontving Atkins den nbrilliancij"-prijs.)
Spaansclie Partij.
1 • e2 — e4 e7 — e5
2. P gl — f3 P b8 — c6
3. L fl — b5 P g8 — f6
4- 0 — 0 d7 — d6
Door dezen zet krijgt Zwart iu den regel een gedrukt spel. Als men de d6-verdediging wil aanwenden, is het wellicht beter, naar het voorbeeld vau Steinitz op den derden zet reeds (17—d6 te spelen, daar dan het koningspaard naar e7 en lateinaar g6 gebracht kan worden. (M. P.)
5. P bl — c3 L f8 — e7
6. d2 — d4 P f6 — d7
Tschigorin's zet. 6 Ld7 kan hier ook gespeeld worden. (F.)
De bedoeling is, het centrum te beschermen en YYit's Koningspaard een tijd lang werkeloos te maken. Men beweert, dat na 7. Lc6:, bc,6 : 8. deo :enz. Zwart ten slotte iu t voordeel komt op grond van het bezit der beide Loopers en de open lijn voor zijn Dame-Toren. (M. P.)
7. P c3 — d5
Dr. Ollaud speelde hier tegen Atkins Pe2. (T.)
7. . . . 0 — 0
P d5 X e7-J- D d8 X e7
9. d4 — d5
Beter ware ïel, gevolgd door c3 en Ld3. De tekstzet is volgens Atkins de
grondslag van Wit's ondergang, want het doel (positie-voordeel te behalen op den Damevleugel) wordt wel bereikt, maar aan Zwart wordt dan gelegenheid gegeven, een zeer sterken aanval op den Koningsvleugel te ondernemen. (Zie T. v. d. N. S. B., 5e jaargang, blz. 42, partij n°. 391.) Be wijze, waarop Zwart van zijn voordeel gebruik maakt, is zeer mooi. (T.)
Daar nu toch reeds een der zwarte Loopers vau 't bord af is, vond Wit hier een voldoende voortzetting in 9. Lcöwaarna Zwart een zwakke pionnenstelling op den Damevleugel houdt. (M. P.)
9. . . . P c6 —d8
10. L b5 — d3
Om f7—f5 te beletten. (M. P.)
10. Kg8 —h8
De Toren moet op g8, oui met den g-pion door te breken. (T.)
11. P f3 — el
Daar Wit niet best met f2—f4 vervolgen kan, schijnt de zet in den tekst minder juist. (M. P.)
11. . . . f7 —f6
12. c2 - c4
Om ruimte te maken voor Ld3, die door IJc5 dreigde te worden aangevallen. (F.)
Speelt Wit nu 12. f4, dan volgt ef4: 13. Lf4:, Pe5, en Zwart heeft het beste spel. (M. P.)
In aanmerking kwam g3, gevolgd door f4. (T.)
12. . . . P d8 — f7
13. L cl — e3 T f8 — g8
14. T al — cl
Op f"2—f4 zou volgen et'4:, benevens F (d of f) — e5. Dit is waarschijnlijk de reden, waarom Wit den f-pion niet vooruitgebracht heeft. Maar de door Tel ingeleide manoeuvre (vermoedelijk bestaande in
het terugtrekken der Loopers en het overbrengen van den Dame-Toren via c3 naar den Koningsvleugel) kost te veel tijd. (F.)
14. . . . g7 — g6
15. T cl — c3
Iets beter ware hier wellicht b4. (T.)
Deze zet is ook zwak; f4 ware beter geweest. B.v. 15. f4, ef4 : 16. Tf4 :, Pde5
17. Ld4 enz. (if. P.)
15. . . . P d7 — c5
16. L d3 — c2
Beter: 16. Lc5:, de5: 17. f4. (F.)
16. ... f6 — f5
17. f2—f3
Daar Wit hierdoor zijn Dame-Toren opsluit, krijgt Zwart nu het betere spel. (F.)
Hier had Wit niets beters dan 17. Lc5 :, dc5 : 18. ef5 :, gf5: (of Lfö : 19. Lfö :)
19. Tg3. (M. P.)
17. . . . f5—f4
18. Le3 —f2 g6 — g5
19. ig2 — g4 ! P c5 — d7
Stand der partij na den !9en zet van Zwart.
20. T c3 — a3
Tot hiertoe heeft Wit na zijn 7en zet goed gespeeld. Nu ware Del de zet, gevolgd door Ldl en c5. Het is dan de
269
vraag, of Zwart op winnende wijze kan doorbreken op de h-lijn. (T.)
Het heeft, geen nut, in zulk eene gevaarlijke positie een pion te gaan aanvallen.
V\it had toebereidselen moeten maken, om den Dame-1oren tot verdediging te gebruiken. (F.)
20. . . . P d7 — f6
21. Kgl — g2 h7 — h5
Van dezen zet af is Zwart's spel zeer knap en hoogst leerrijk. (M. P.)
22. h2 — h3 K h8 — g7 !
23. T fl — hl Tg8 —h8
24. b2 — b4 P f7 — h6
25. c4 — c5
Door 25. h4 zou Wit een stuk hebben gewonnen, doch Zwart zon een aequivalent hebben gevonden in een paar pionnen, en ook dan nog het beste spel hebben. (F.)
2'J - • • • L c8 — d7
26. D dl — cl K g7 — g6!
27. c5 X d6
Hier en op den volgenden zet had Wit Ldl moeten spelen. (T.)
27. . . . c7 X d6
| 28. L f2 X a7?
Slecht gespeeld. l)e verdedigingszet Ldl kwam hier in aanmerking. (F.)
28. . . . H5 X g4
29. li3 X g4 P h6 X g4 1
Keu eorreet oller. dat Zwart eenige zetten te voren reeds heeft voorbereid. (F)
30. L a7 — el Ö
Wit had liet. offer moeten aannemen, ofschoon door den slechten stand van den Koning het spel ook dan verloren zou zijn. (71.)
30. fg4dan ïhl: 31. Kh l l)h7f, en wint. (F.)
30. fg4dan Thl: 31. Khl Th8f, gevolgd door Dh7 ; of 30. Th8Th8:
31. fg4:, Dh7, en in beide gevallen moet Zwart winnen. (M. P.)
30. .. . T h8 X hl
31. Kg2 X hl D e7 — h7f
32. K hl — g2 D h7 — h.3f!!
Prachtig gespeeld. Op 33. KI.3: volgt Pe3f 34. Kh2, Th8+. (M. P.)
(Opmerkingen : T.van Mr. I. 1). Tresling, F- uit „The Field", M. P. uit „The Morning Post".)
Eene geanalyseerde partij, en een praatje daarover.
Aan de „Stratégie" ontleen ik onderstaande partij. ge»»ÏÏh°„0,°tleZ"' ™"hr ,erUli°S ,e Erdoor dubbel
wat men noemt „positiespel". •*
bijna alle tege nwoordige aLotatwersÜter^fh°°gS* autoHteit!
270
Dit kan niet daaraan liggen, dat geen der hedendaagsche spelers positiespel speelt. Onze van Lennep zei mij eens: „zoolang ik in de opening of ook in het „middenspel geen aanvalskans voor mij zeiven zie en geen aanvalsgevaar zie drei„gen. zie ik alleen maar, of al mijne stukken elkander dekken en toch voldoende „bewegingsvrijheid hebben en of de voornaamste velden mijnerzijds voldoende „bestreken zijn."
Dit is het zuivere beginsel van positiespel; maar meestal waren van Lennep's zoo uitstekende annotaties steeds weer zuiver analytisch. De moeilijkheid van annotaties, die in den geest van het positiespel indringen, ligt dan ook heel ergens anders.
Het beredeneeren van positiespel eischt meestal een groote omhaal van woorden ; tot nu toe ontbreken de noodige technische termen. Eene poging, om die te scheppen, is gewaagd door Gutmayer in zijn „Der Weg zur Meisterschaft," Leipzig, 1898. Maar, daargelaten dat men voor de studie van dat werk zeer veel tijd behoeft, om dit werk recht te vatten moet men doordringen in zeer karakteristiek Duitsche woordvorming (als: Hemmung, Verstellungshemmung, Schlaghemmung, Wegebefreiung, Selbstbefreiung, Umdrohungsprozess, Fesselprozess, Bindeprozess, Verstellungsprozess, Zeitprozess, enz.) die in andere talen een geheele reeks van omschrijvingen vereischt.
Intusschen komt het mij nu wel aardig voor, onderstaande partij te geven met Gunsberg's opmerkingen, die in sobere taal tegemoet komen aan het gemis van technische termen.
Daarbij neme men wel in acht, dat zeker het beginsel der annoteering interessant is, maar dat de opmerkingen zelve hoogst subjectief zijn, zoodat ik die geheel voor rekening van Gunsberg laat; inzonderheid de noot bij den vierden zet van Wit. No. 617. Partij, waarvoor de prijs is toegekend voor „de beste en schitterendste partij" van den laatsten massakamp tusschen Oost- en West-Schotland. Wit: J. Campbell, van Edinburgh.
Daiuepioii tegen
1. e2 — e4 d7 — d5
Deze zet is slecht, zoowel in beginsel als in de practijk; in beginsel, omdat Zwart, hiermede erkent, open spel te vreezen ; in de practijk, omdat de ondervinding heeft geleerd, dat deze verdediging een gedrongen spel oplevert.
2. e4 X d5 D d8 X d5
3. d2 — d4 P b8 — c6
4. P bl — c3
Wij bewonderen dezen zet; de ontwikkeling der strijdkrachten is in de eerste zetten der opening het voornaamste, en de mateur, die den moed heeft een pion te
Zwart: J M Finlayson, van Glasgow. Koiiingspion.
offeren voor een snelle ontwikkeling, bewijst, dat hij grootsche gedachten heeft. Deze voortzetting bewijst beter de zwakheid van Zwart's spelvoering dan wat wij daaromtrent opmerkten in onze noot bij den eersten zet van Zwart.
4. D d5 X d4
5. L fl — d3 e7 — e6
6. p g1 _ f3 D d4 — d8
7. L cl — e3 P g8 — f6
8. 0 — U L f8 — e7
9. P f3 — g5
Dit is geen tempoverlies, zooals liet
271 vervolg der partij toont.
9. . . . h7 — h6
10. P g5 —e4 P f6 X e4
11. P c3 X e4 P c6 — e5
Zwart zag het gevaarlijke van de rochade met tle twee vijandelijke Loopers gericht op zijne Koningsstelling, en het is natuurlijk, dat hij zich ten minste van een daarvan tracht te bevrijden. De uitstekende wijze, waarop Wit daarvan gebruik maakt, om zijn stukken te ontwikkelen, is opmerkenswaard.
12. D dl — e2 P e5 X d3
13. T al — dl 0 — 0
14. T dl X d3 D d8 — e8
Sland der partij na den 14den zet van Zwart.
15. L e3 X h6
Men moest dezen zet wel verwachten van een speler, die tot hiertoe blijk heeft gegeven van moed en geestigheid, en bij
wien iedere zet is ingegeven door een gezond oordeel en eeue neiging tot aanvallend spel. De gevolgen van dit ofier springen lang niet duidelijk in het oog, maar de beoordeeling der stelling, die dit offer deed brengen, is uitnemend.
15. ... g7 X h6
Indien Zwart speelt 15 f7—f5, dan volgt 16. Td3—g3, Tf8—f7 17. De2—h5.
16. D e2 — h5 e6 — e5
16. . . ., f7—f5 was niet beter, wegens 17. Dh5 X h6, f5—f4 18. Td3—h3.
17. D h5 X h6 f7 — f6
Zwart heeft de beste zetten gedaan; men kan er zich rekenschap van geven, dat er geen ander middel is, om de vlucht van den Koning over f7 en e6 voor te bereiden.
18. T d3 — g3f Kg8 — f7
19. T fl — dl !
Ken «stille zet" als in een probleem.
19- • • • L c8 — 15
Indien Zwart speelt 19. Tf8—"-8 dan volgt 20. Dh6—h7f, Kf7—e6 2L Tg3 X g8, I)e8—f7 22. Tg8—g7, Df7— t8 23. I)h7—g6 en den volgenden zet mat; en op 19 Kf7—e6 volgt 20. Pe4—g5f, Ke6—f5 21. Dh6—h3+, KfS—g6 22. Dh3—h7±.
20. T g3 — g7 t K f7 — e6 21. P e4 g5±
J. F. H.
Boekaankondiging.
Bij Allert de Lange, te Amsterdam, zijn verschenen de afleveringen 2 en 3 van de handleiding „Schaakmat" door W. Muntjewerff. Aflevering 2 behandelt voor den Witspeler: het Tweepaardenspel in de nahand, de Spaansche partij, de Schotsche partij, het Russisch Paardspel, Philidor's verdediging, de Fransche partij, de Siciliaansche partij, den pionnenzet 1 dS Aflevering 3: het Fianchetto
1*\2
del Re, het F. di Donna, de Caro-Kann-opening, de Hongaarsche partij, het Gambiet van Damiano, de onregelmatige openingen, en voor den Zwartspeler: de Fransche partij, de Spaansche partij, het Tweepaardenspel in de nahand, de Schotsche partij, de Engelsche partij, het Vierpaardenspel (gedeeltelijk).
Correspondentie.
Ave, te R. — De Spaansche partij tusschen E. en B. is van weerszijden niet sterk genoeg gespeeld, om voor publicatie in aanmerking te kunnen komen. De 10e zet van Wit b.v. past in deze opening in 't geheel niet. De combinatie, ingeleid door den 28sten zet van Wit, is niet onaardig, doch ligt zeer voor de hand.
A. Y., te L. — De beide ons door u toegezonden partijen zijn door u goed, door uwe partners echter zeer slecht gespeeld. Dit laatste maakt publicatie der partijen in haar geheel onmogelijk. De eindstellingen kunnen ook niet worden geplaatst, daar het offer in de Fransche partij overbekend mag heeten, en het slot der Spaansche partij ontsierd wordt door het verzuimde, in noot h door u zei aangegeven mat in twee zetten.
Dr. C. T., in Coln. — Die Partie wird geprüft werden. Besten Dank und frdl. G-riisse!
Zooeven verschenen:
de door den Bondssecretaris samengestelde Verzameling van al de in den Internationalen Hoofdklassewedstrijd gespeelde partijen.
Elke partij is door den leider der witte stukken van opmerkingen voorzien. Het werk telt 106 pagina's, met vele diagrammen.
Prijs: f 3.—, voor Bondsleden f 2.
(Bestellingen te adresseeren aan: H. D. B. Meijer, Geldersche kade 37. Amsterdam.)