Tijdschrift 1898 - juni

Page 1


6e Jaargang. N°. 6. Juni 1898.

TIJDSCHRIFT

VAN DEN

NBDERLAND8CHEN SCHAAKBOND.

BES1UUR VAN DEN N. S.: Dr. A. VAN RIIIJN, Voorzitter; H.J.DEN HERTOG, Onder-Voorzitter; W. II. M. DE VEER, Haarlemmerstraat 99, Amsterdam, Penningmeester; H. D.B. MEIJER, G-eldersehe Kade 37, Amsterdam, Secretaris; J. P. RUNSINK.

REDACTIE: H. J. DEN HERTOG, Marnixkade 43, Amsterdam; Mr. J. D. TRESLINGAV. B. H. MEINERS.

Van dit blad, dat omstreeks den 20sten van iedere maand gratis aan de Hondsleden wordt oegezonden, zyn extra-nummers verkrijgbaar ii 15 cents en een geheele jaargang h f 1.50, eveneens slechls voor Bondsleden. Als lid van den Rond betaalt men /-150contributie. Nadere inlichtingen verscliafl deSecretaris.

INHOUD: Bondszaken; Problemen; Eerste berichten omtrent het schaakspel in Europa; Varia; Dames-schaakwedstrijd te 's Gravenhage; Partijen van het Weener Meestertornooi; Partij van het »Hauptturnier" te Berlijn; Verschillende partijen.

Bondszaken. Nieuwe Leden.

H. Wille, Utrecht. | Van Manschot, Utrecht.

Tot rechtstreeksch lid overgeschreven: O. Boomsma, Assen, thans te Macasser.

Het adres van den Heer W. B. H. Meiners, redacteur van de rubriek problemen is thans Enkstraat L 39, Zwolle.

Er is een nieuwe ledenlijst in bewerking; daarom verzoek ik dringend vóór 1Juli opgaaf van alle schaakclubs, ook van die schaakclubs, die reeds vroeger in den Staat voorkomen, waar en wanneer bijeenkomst gehouden wordt, en wie Secretaris is met juiste woonplaats, terwijl het zeer gewenscht is, daarbij tevens de namen met woonplaats der leden op te geven.

Er moet meer hulp zijn, om partijen te #analyseeren; wie zich daarvoor beschikbaar wil stellen, wordt verzocht daarvan ten spoedigste aan mij kennis te geven.

Zij, die in het Juli-nummer het een of ander wenschen geplaatst te hebben, moeten dat vóór 5 Juli aan mij inzenden, het papier beschreven aan eene zijde, en vooral duidelijk, daar ik anders alles moet overschrijven.

^ DE BONDSSECRETARIS.

Aan alle Leden

Door verschillende omstandigheden genoodzaakt, neem ik met ingang van 1 Augustus a. s. mijn ontslag als redacteur van het Tijdschrift.

Indien het voorstel van het Hoofdbestuur om voortaan de redactie te doen 7

bestaan uit vijf personen wordt aangenomen, zullen er dus één Hoofdredacteur en twee nieuwe redacteuren benoemd moeten worden (zie Art. 28.)

Met aandrang verzoekt het Hoofdbestuur allen leden, die onder hunne medeleden kennissen hebben, die de bekwaamheid en den lust bezitten, om een dier functien te vervullen, hunne namen vóór den 5den Juli op te geven aan den Bondssecretaris H. D. B. Meijer, Geldersche Kade 37, Amsterdam.

Juni 1898. H. J. DEN HERTOG.

Op de Algemeene vergadering 24 Juli te 's Gravenhage te houden, zal onder meer behandeld worden een voorstel van Leiden om:

Art. 3 van het Reglement te wijzigen en daaraan toe te voegen :

Om lid van den N. S. B. te worden, moet men zijn Nederlander of als vreemdeling één jaar in Nederland gevestigd zijn.

Art. 12 te lezen : Het Bondsbestuur bestaat uit een Voorzitter, een Onder-Voorzitter, een Secretaris, een Penningmeester, een Bestuurslid, en verder uit zooveel Bestuursleden meer, als er gemeenten zijn, waar 50 of meer leden van den Bond wonen, voor zoover niet een der vijf eerste Bestuursleden daarin woonachtig is.

Art. 13. De vijf eersten worden door de Algemeene Vergadering voor den tijd van vijf jaar gekozen, uit de rechtstreeksche leden.

Ieder jaar treedt een hunner af naar de volgorde Penningmeester, Voorzitter, Onder-Voorzitter, Secretaris, 5" Bestuurslid. Zij zijn dadelijk herkiesbaar.

Wordt eene vacature enz. enz.

De overige bestuursleden worden door de Algemeene Vergadering uit de leden, wonende in de gemeenten bedoeld in Art. 12, gekozen voor den tijd van één jaar. Zij zijn dadelijk herkiesbaar. Wanneer door de meerderheid der in eene dier gemeenten wonende leden een voordracht van twee personen wordt ingediend, is de Algemeene Vergadering gehouden, daaruit eene keuze te doen.

Art. 20. De Bestuursleden, die geen bepaalde functie bekleeden, nemen deel aan de beraadslagingen en de stemmingen van het Bondsbestuur.

Hun kan door hunne medebestuurders worden opgedragen, tijdelijk de eene of andere functie waar te nemen.

Toelichting Art. 12.

De Afdeeling Leiden acht het in htet belang van den Bond, dat uit de leden van plaatsen, waar 50 of meer leden van den Schaakbond wonen, één gekozen worde, om mede zitting te nemen in het Hoofdbestuur, dat dan meer nog de wenschen en behoeften der leden kan leeren kennen.

Het Hoofdbestuur stelt voor als Amendement op voorgestelde Reglement wijziging van Leiden van Art. 3 een nieuw Artikel te voegen achter Art. 36 als volgt:

Om aan den jaarlijkschen grooten Bondswedstrijd deel te nemen, moet men zijn Nederlander ot als vreemdeling minstens één jaar lid van den Bond en in Nederland gevestigd zijn. Schakers, die volgens het Bondsbestuur professionals zijn, mogen niet aan wedstrijden door den Bond uitgeschreven deelnemen, tenzij in t bijzonder daartoe uitgenoodigd.

Verder stelt het Hoofdbestuur voor Art. 28 te wijzigen en te lezen .... bestaande uit vijf personen.

Ontvangen bijdragen voor de feestviering bij gelegenheid van het 25 jarig bestaan van den Nederlandschen Schaakbond. (Zie Januari-nummer 1898). (Vervolg.)

Schaakclub «Batavia" te Batavia f 10—, F. A F. te H f 1.—, R. A L. teW. f25.—, Enrique Mulder te Vigo (Spanje) f 10.—, B. W. B. te H. f 10—, G H. B. H. te u' f 2.50, A. G. V. te U. r 2.50, D W. v. R te U. f 2.50, D. Munnik te U. f 2 50, J. dé G. te U. f 2.50, H. W. te U. f 2.50, D. K. te U. f 2.50, Wester te U. f 2.50, v. M. te U- f I,~ P" Wde K' te A - f 2. , G. J. van T. te A. f 5.—, N. N. f 10.—.

Te zamen f 1014 35. 14 Juni 1898 DE BONDSPENNINGMEESTER.

Groote Bondswedstrijd te houden van 25—30 Juli in het gebouw „Sportterrein" te 's Gravenhage. Bepalingen.

Art. 1. Er wordt gespeeld in drie klassen, n. m.: Hoofdklasse, ie klasse, 2e klasse, ingevolge Art. 35 van het reglement.

Art. 2. Bij groote deelname worden de deelnemers der ie klasse gesplitst in groepen, wier aantal en sterkte door 't Bestuur wordt vastgesteld; de tweede klasse ingevolge Art. 36 van het reglement. Het Bestuur behoudt zich voor te bepalen, dat, mocht het aantal deelnemers het samenstellen van kleine groepen noodig maken, ieder met ieder twee partijen moet spelen.

Art. 3. Er wordt geschaakt volgens het Reglement op het Schaakspel van den Bond; volgens op te maken rooster en groepeering met twee ronden per dag, en wel van 9 1V2, 6—ioi/2 uur. De afgebroken partijen worden naar volgorde afgespeeld van 2—41/2 uur.

Van deze tijden wordt niet afgeweken.

Art. 4. Het noteeren der partijen en het spelen met klokjes is verplichtend. Hoofdklasse en ie klasse 18 zetten per uur, de 2e klasse 20 zetten per uur. Overgewonnen tijd op een dier reeksen, komt de volgende reeks ten goede. Precies op de begintijden dus te 9, 2, 6 uur wordt het klokje van dengene, die aan den zet is, in beweging gebracht. Overschrijding van tijd is verlies der partij, terwijl onderlinge concessien op het punt van tijdoverschrijding gestraft worden met verliespunt voor beide spelers.

Art. 5. Teder speler is verplicht vóór het doen van zijn tegenzet, den zet van zijn' tegenpartij te noteeren.

Art. 6. Bij het eindigen der partij is het verplichtend, dat beide notitien, door beide spelers onderteekend en bij den leider ingeleverd worden.

Art. 7. Gedurende de vastgestelde speeltijden mogen de klokjes in geen geval worden stilgezet, ook niet wanneer men zich eenige oogenblikken om welke redenen ook wenscht te verwijderen.

I)it Artikel is niet van toepassing op den leider van den wedstrijd, terwijl het den spelers, die de leider zich (zie Art. 13) kan assumeeren, vrijstaat, indien zij voor hunne functie worden geroepen, hun klokje, echter niet langer dan 10 minuten, te doen stilstaan.

Art. 8. Precies op de sluitingstijden, dus te 1V2, 4V2, 10V2 uur, moeten partijen, die nog niet beslist zijn, worden afgebroken. Die aan den zet is, geeft dan zijn voorgenomen zet schriftelijk, in een goed gesloten couvert aan den leider, met vermelding der door beide partijen verbruikte tijden, en is verplicht, bij hervatting der partij, den opgeschreven zet te doen, op strafte van verlies der partij.

Art. 9. Trekt iemand zich gedurende den wedstrijd terug, zoo verliest hij alle aanspraak op eenen eventueelen prijs en verbeurt zijn cautie-stelling.

Heeft hij minder dan de helft der partijen gespeeld, zoo worden deze alle als niet gespeeld beschouwd; heeft hij de helft of meer partijen afgespeeld, zoo worden de nog niet gespeelde partijen voor hem als verloren beschouwd en voor zijn tegenpartijen als winstpunten genoteerd.

Art. 10. Het is ten strengste verboden, door luidruchtigheid, door teekenen van goed- of afkeuring of op eenige andere wijze de spelers te hinderen.

Art. 11. Het Bestuur is bevoegd, indien het meent dat daartoe termen bestaan, een mededinger in een andere klasse te plaatsen, dan waarvoor hij zich aanmeldt.

Art. 12. De leiding van den wedstrijd wordt opgedragen aan den Bonds-secretans (of wie hem vervangt), die bevoegd is, zich voor iedere klasse, respectievelijk groep, leden ter assistentie te assumeeren.

Art. 13. Bij het spelen in groepen, zal vóór den aanvang van den wedstrijd worden medegedeeld hoe de groepwinners om de prijzen zullen kampen.

Art. 14. Indien het in het belang van tijdigen afloop van den wedstrijd noodig is, wordt voor de betrokken spelers met gelijk aantal punten uitkomend, de volgorde der winstpunten vastgesteld volgens net stelsel Sonneborn-Berger.

Art. 15. De leider is bevoegd in bijzondere gevallen den middag-speeltijd anders te regelen dan is aangeduid in Art. 3.

Art. 16. Iedere mededinger is verplicht op straffe van uitsluiting zich te onderwerpen aan deze bepalingen en wordt geacht ze te kennen.

Art. 17. In alle gevallen waarin deze bepalingen niet voorzien, wordt door den leider in overleg met de aanwezige bestuursleden beslist, of zoo geen andere bestuursleden aanwezig zijn, assumeert hij zich twee leden van den Bond.

HET BESTUUR.

Prijzen.

Hoofdklasse. Bij 8 of meer deelnemers. ie prijs. Groote Zilveren Medaille, uitgeloofd door H. M. de Koningin Wilhelmina; benevens / 200,—voor vergoeding van reis- en verblijfkosten uit de Bondskas.

2e prijs ƒ 150,—, 3e prijs ƒ 100,—, 4e prijs ƒ 50, ie klasse. Bij 16 of meer deelnemers. ie prijs. Groote Zilveren Medaille, uitgeloofd door H. M. de Koningin-Regentes ; benevens ƒ120,— voor vergoeding van reis- en verblijfkosten uit de Bondskas.

2e prijs ƒ 80,—, 3e prijs ƒ 50,—, 4e prijs ƒ 35,—, 5e prijs ƒ 25, , 6e prijs ƒ 20,—, 7e prijs ƒ 15,—, 8e prijs ƒ 10,—.

2e Kiasse .dij 20 01 meer deelnemers. ie prijs. Groote Bronzen Medaille, uitgeloofd door H. M. de Koningin Wilhelmina;

benevens / 75.—voor vergoeding van reis- en verblijfkosten uit de Bondskas. 2e prijs ƒ 50.—, 3e prijs ƒ 35.—, 4e prijs f 25.—, 5e prijs f 20.—, 6e prijs

76 P*",JS ^ I2s°' 8e PriJs f IO -—. 9e Prijs / 7.50, 10e prijs/5.—, ij minder dan het begroote aantal deelnemers in iedere klasse, wordt het aantal prijzen naar verhouding minder.

Speciaalprijzen.

Kunstvoorwerp, ter waarde van /io._ uitgeloofd door den Heer , J' man' Londen> voor het mooiste gambiet, (Dame gambiet uitgezonderd) ook te winnen door Zwart, mits deze het gambiet aangenomen heeft

B. Kunstvoorwerp, ter waarde van ƒ10.- uitgeloofd door het Weekblad e Amsterdammer, voor de mooiste geannonceerde matcombinatie aall k'lïSe ™" S°"'Cnir' ,0°' WiMer kleins,e

Te verdedigen Bonds-Medailles, ingevolge Art. 37 van het Reglement. Hoofdklasse. Verguld Zilveren Medaille door R. J. Loman, Londen, ie klasse. Zilveren Medaille „ ƒ. j. Speet, Breda.

Bronzen „ „ B. Leussen, Leiden.

Aangifte voor den wedstrijd (liefst per postwissel) moet geschieden aan den Bonds-Secretans H. D. B. Meijer, Geldersche Kade 37, Amsterdam, met opgave in welke klasse men wenscht deel te nemen, vóór of uiterlijk op 15 Tuli e k met inzending van ƒ I0._ voor de Hoofdklasse-spelers en f S._ voor de ie en 2e Klas-spelers als cautiestelling. Zij, die al hunne partijen afspelen (zie Art. o) ontvangen de gestorte gelden terug.

Na 15 Juli worden geen aanmeldingen meer aangenomen, het is dus noodig, uiterlijk 14 Juli het bericht van aanmelding af te zenden.

Zij, die vroeger reeds van hun voornemen, om aan den wedstrijd deel te nemen kennis gaven, zijn verplicht, indien zij bij hun voornemen blijven, zich opnieuw' aan te melden, thans met toezending van bovenvermelde cautiestelling.

Hotels te 's Gravenhage.

La Résidence, in de onmiddellijke nabijheid van het wedstrijdlokaal, Logies en Ontbijt ƒ2.25, ƒ1.75.

Hotel Toelast, Logies en Ontbijt ƒ2.50, ƒ2.25. Diner/2.50 met inbegrip van ik fl. wijn.

Hotel d Angleterre, Logies en Ontbijt ƒ2.25. Diner ƒ2,25 raet >/3flesch wijn.

Hotel Central, Logies en Ontbijt ƒ2.50.

Problemen.

Redacteur: W. B. H. ME1NERS, Enkstraat L 39, Zwolle.

N.B. Verzoeke beleefd problemen, oplossingen en andere bijdragen, tot deze rubriek behoorende, aan den redacteur te adresseeren.

•*No. 585. B J. JM-. mariti, te Leiden.

Mat in 2 zetten.

*No. 587. B J. M. Markx, te Leiden.

*No. 586. B. J. M. Markx, te Leiden.

Mat in 2 zetten.

»No. 589. B J M. Markx, te Leiden.

Mat in 2 zetten.

*No. 588. B. J. M. Markx, te Leiden.

Mat in 2 zetten.

*No. 590. B. J. M. Markx, tc Leiden. y/s/1

Mat in 2 zetten.

Mat in 2 zetten.

*No. 591. J. van Dijk Azn, te de Lier.

Mat in 2 zetten.

*No. 593. J. van Beek, te Naaldwijk.

mtz. «sm

Mat in 2 zetten.

*No. 595. J. van Beek, te Naaldwijk.

:m» -zm

Mat in 2 zetten.

*No. 592. J. J. Colpa, te Leiden.

Mat in 2 zetten.

*No. 594. J van Beek, te Naaldwijk.

JVLat in 2 zetten.

*No. 596. W. Ridderhof, te Lfidftn

io8

Oplossingen der Februari—Maart-problemen.

549. i. Df7 enz. 550. i. Dh8 enz. 551. i. De3 enz. 552. De bedoelde oplossing i. De4, faalt op i.-, TfS 553. i. Dg3 enz. 554. i. Dh8 enz. 555. i. Da7 enz. 556. i. Pe8 enz. 557. i. Pb3, Kes; 2. Ld7 enz. 1.—, Kc4 of có; 2. Dc5f enz. 1.—, P speelt; 2. Dd4f enz., anders eerder mat. 558. 1. Dg2, Kd3; 2. Pest enz. 1.—, Kf4; 2. Pb4 enz. 1.—, b4; 2. Pdsf enz. 559. 1. Tcb2, Kc4; 2. Td6, Kc3:; 3 Ld4f enz. (Dit hoofdspel faalt echter door 1.—,—; 2. T6 b4f, Kc3: of Kd3; 3. Lb5(f) enz. 1.— —; 2.—, Kds; 3. Ld6 enz.), 1.—; 2. Td6,Kcs:; 3 Td4 enz. 1.—,—; 2.—, anders; Lb4 enz. 1.—, e3; 2. T2 b4, e2; T6 bs enz. j ) . 2.—, Kes:; 3. Le-j enz., of eerder mat. 1.—, Kes:; 2. Le3, Kds; 3T2 b4 enz., anders eerder mat. 560. 1. Pe6, hg3:; 2. Pg4, Kfs; 3. Dh7 enz. ! 2t ) Kd3; 3 Dei enz., of eerder mat. 1.—, Ke3:; 2. Kc2, Ke4; 3

Dft 'enz., of eerder mat. 1.—, Kd3; 2. Ddif, Ke3:; 3. Kc2 enz., of eerder mat. 1—, anders; 2. Ddi, Ke3:; 3 Kc2 enz. f.—; 2.—, hg2:; 3. Pest enz., of eerder mat.

Goede oplossingen ontvingen wij van: A. Korst te Bergen op Zoom (alle), H. Mendes da Costa te Amsterdam (alle, behalve 552 en 559), A. Okkinga te Dronrijp (alle, behalve 552), H. van Royen te 's Gravenhage (alle, behalve 559 en 560), /. /. Colpa te Leiden (alle, behalve 552, 557, 559 en 560), G. C. A. Oskam te 's Gravenhage (alle, behalve 552, 557, 558, 559 en 560),/. van Beveren te Leiden (alle, behalve 552), A. J. W. Coenen (alle, behalve 552, 557, 559 en 560).

Verder ontvingen wij nog goede oplossingen van alle Januan-problemen, behalve 538, e47 en 54.8, van G. C. A. Oskam te s Gravenhage.

Correspondentie.

W. R. te L. Uw driezet ("W. Kb4, Z. Kd5), is onoplosbaar. Op 1. Lg'2, Kc6; 2. Telf, Kb(, volgt geen mat; en uw driezot (W. Kc2, Z. Kc5), is nevenoplosbaar door 1. Kd2.

J. v. B. te N. De Nos. 3a, 6, 7 en 9 zijn nevenoplosbaar, resp. door 1. Dg5:t; 1. Db8:; 1. Dfl :f en 1. Pc7. f

B. J. M. M. te L. Yan uwe zending zijn de volgende problemen incorrect. Door oen ot meei nevenoplossingen, de Nos. 13, 1. Lg2; 238, 1. De6t; 242, 1. Dh5; 249, 1. h3 of h4; 254, l.Dc2; 255 1 Dlilf 259 1. Ïh4; 260, 1. Df7:f; 261a, 1. Da3; 270, 1. Dg4f; 282, 1. Le3; 284, 1. Pf7 of Pf5f, 286, 1. Dal; 289, 1. Te7; 290, 1. I>b6:+; 292, 1. Df4:t; 293, 1. Dfl; 295, 1. Pdl of Pflt; 300, 1. De8; 302, 1. Dhl of Ld7f; 303, 1. Dc7 en door onoplosbaarheid 247, 1.—, Df5t en •278 i _ Ld5t- Verder kan 288 reeds in twee zetten opgelost worden door 1. Dg7f enz. " A v. E. te D. Een zeer goed werk is: J. Berger, Das Schachprobleem und dessen kunstgerechte Darstellnng, te verkrijgen bij Veit en Comp. te Leipzig voor 6 Mark. Het bestudeeren van bekroonde problemen zal ü echter meer helpen, omdat ge daaruit beter zult kunnen bepalen, wat tegenwoordig bij de respectievelijke Jury-leden de voorkeur verdient.

No. 482, is juist om de door U gemaakte opmerking (geen enkel zuiver mat), niet 111 aanmerking gekomen, hoewel het idee zeer goed is. Onze meening is nog altijd, dat een goed probleem minstens één zuiver mat moet kunnen aanwijzen. Op dezen regel zal maar in zeer enkele gevallen een uitzondering gemaakt worden.

De uitspraak van de Jury in den Jabileum-probleemwedstrljd is beslissend, behoudens eventueele incorrectheid van prijsproblemen; daar het Julinummer vóór de algemeene vergadering moet verschijnen, kan de uitslag van dezen wedstrijd dus niet in dat nummer opgenomen worden.

Derde rapport der Jury in zake de rubriek tweezetten van den wedstrijd in Probleemcompositie.

Daar het ons, met het oog op het vele werk dat het Jubileum medebrengt onmogelijk is, om dezen wedstrijd uitvoerig te bespreken, hebben wij besloten' alleen de volgorde aan te geven van de tien beste problemen.

Deze is: I. No. 543 Markx, II. No. 541 v. F.eldt, III. No. 553 Colpa IV No VTTT^T V~ N°" 542 V' Eelde' VL No' 544 Markx> VIL No - 556 V. Dijk, VIII. No. 5S4 Colpa, IX. No. 549 Colpa, X. No. 527 Markx.

Zoodat dus de drie eerstgenoemde nummers de prijzen verkregen.

B. J. M. Markx, te Leiden. A. van Eelde, te Deventer le Fnjs ,11den Wedstrijd van den Ned. Schaakbond. 2e Prijs in den Wedstrijd van den Ned. Schaakbond.

Mat in 2 zetten. J. J. Colpa, te Leiden. 3e Prijs in den Wedstrijd van den Ned.Schaakbond

Uit de Probleem-wereld.

In het achtste Internationale probleem-tornooi voor driezetten van de „Nuova Rivista", uitgeschreven in het najaar van 1895, vielen de vijf prijzen ten deel aan de H.H. E. Pradignat te Saujon, W. K. Cisar te Weenen, K. Erlin te Weenen, J. Jespersen te Svendborg en C. Kondelik te Praag. Eervol vermeld werden de H.H. P. E. L. Fothergill te Twickenham, E. Pradignat (tweemaal), M. Feigl te Weenen, A. Corrias te Ozieri, Dr. A. Decker te Chicago, Dr. G. Kalnitzky te Tornallya en Prof. G. B. Valle, te Spezzia.

Het achtste Internationale probleem-tornooi voor driezetten van het „British Chess Magazine", uitgeschreven in 1897, is ook beslist. De prijzen verwierven de H.H. A. F. Mackenzie te Kingston, M. Feigl te Weenen, M. Ehrenstein te Budapest, M. A. Dahl te Christiania en E. Pradignat te Saujon. Eervolle vermelding verwierven de H.H. A. Corrias te Ozieri, F. H. Guest te Smethwick, W. S. Shinkman te Grand Rapids, V. Schiffer te Weenen, C. A. L. Buil te Natal en V. Kosek te Praag.

Drie speciaal-prijzen voor de meeste reine matstellingen in een probleem en twee, voor een probleem, waarvan de oplossing in minstens één variant door zetten met hetzelfde stuk plaats vindt, kregen de H.H. A. M. Dahl te Christiania, P. H. Williams te Hampstead en M. J. Meijer te Yersey; O. Nemo te Weenen en W. A. Shinkman te Grand-Rapids.

De Heer v. Eelde deelt ons de merkwaardige overeenkomst mede van no. 544, van den Heer Markx, met het probleem van C. Schreinzer te Krakau, dat in den probleemwedstrijd van de „Birmingham Daily Post", met den in Prijs bekroond werd.

We laten dat probleem hier volgen:

^ ei, ^ g8, ff h3, bi en e7, % C7 en g2, $ C2, d4,

jt f3» $ c4> c6 en es-

Nieuw uitgeschreven Probleem-wedstrijden.

BERLIJN. In April van dit jaar is er te Berlijn, met medewerking van de „Berliner Schachgesellschaft", een nieuwe schaakcourant verschenen, „Der Schachfreund, Monatsheft für das gesammte Schachwesen", onder Redactie van S. Alapin (Berlin S O, Postamt 16). De prijs is 8 Mark franco (ook per kwartaal te verkrijgen).

Als introductie schrijft dit blad een Internationalen wedstrijd uit voor drie- en tweezettige problemen, met prijzen van 50, 30 en 20 Mark voor de driezetten en 25, 15 en 10 Mark voor de tweezetten. Tevens worden hier nog een aantal eervolle vermeldingen aan toegevoegd, die recht geven op een kosteloos abonnement op dat tijdschrift gedurende één jaar.

De inzendingstermijn is 1 Augustus. De problemen moeten in duplo, op diagram geteekend, op de gewone wijze ingezonden worden. (Motto enz.) Het aantal is onbeperkt.

III

Prijsrechters zijn de HH. R. Steinweg, H. Keidanski en G. Buchmann te Berlijn. De uitslag wordt in December bekend gemaakt en vier weken later worden de prijzen uitgereikt.

PALERMO. De „Cercle des Echecs", schrijft een Internationaal tornooi uit voor driezetten. De prijzen zijn 50 en 30 francs en „de handleiding der Eindspelen", van Salvioli.

Inzendingen moeten geschieden vóór 31 October 1898 en gericht worden aan „Direzione dell Eco degli Scacchi, corso Vittorio Emmanuele, 468, Palermo (Italië)."

Eerste berichten omtrent het schaakspel in Europa. 1)

Vroeger nam men aan, dat het de kruisvaarders waren, die het schaakspel in Europa brachten; wij zagen echter reeds, dat het langs een anderen weg het Westen bereikte: nl. over Spanje, waar een nauw verkeer tusschen Mohammedanen en Christenen plaats had.

In Noord-Spanje, in de provincie Catalonie, zijn ook de oudst bekende schaakstukken teruggevonden, waarschijnlijk dagteekenend uit de 10de eeuw; het zijn veertien kristallen figuren van zoo onbeholpen maaksel, dat niet is uit te maken, welke stukken zij moeten voorstellen, met arabesken versierd en vermoedelijk van Moorschen oorsprong. Ook in den domschat te Osnabrück bevinden zich dergelijke kristallen schaakstukken, waarvan de herkomst onbekend is.

Dat aan het bezit van dergelijke schaakstukken groote waarde werd gehecht, blijkt uit het feit, dat wij ze afzonderlijk vermeld vinden in twee testamenten uit de 11de eeuw, die ons eveneens op Spanje wijzen, als het land, waar het schaakspel allereerst bekend was en dat wel reeds vóór het begin der kruistochten.

In 1005 werd Haccham, kalief van Kordova, van den troon gestooten, en ontstond een erfopvolgings-oorlog, waarin geheel Spanje gewikkeld werd. Zoo gebeurde het, dat Ermengaudus, graaf van IJrgel, een plaats niet ver van Barcelona, in het jaar 1010 optrok tegen Soeleiman, die zich van het kalifaat had meester gemaakt. In deze omstandigheden achtte hij het raadzaam, een testament op te maken, waarin wij vermeld vinden, dat de graaf zijn schaakstukken vermaakt aan het klooster van Sint-Aegidius. De genomen voorzorg bleek niet overbodig, want ruim een maand later sneuvelde hij in den slag bij Albakara.

Het tweede testament is van gravin Ermessindis van Barcelona, schoonzuster van den daareven genoemden graaf van Urgel, en dagteekent van het jaar 1058 Hierin wordt bepaaldelijk gesproken van „kristallen" schaakstukken, die eveneens vermaakt worden aan den heiligen Aegidius te Nlmes.

Het is zeer opmerkelijk, dat in beide testamenten de schaakstukken juist aan

1). Ook het volgende is in hoofdzaak ontleend aan von der Lasa's reeds genoemd werk.

een klooster worden toegewezen, daar elders blijkt, dat de geestelijkheid, of althans een deel daarvan, met het schaakspel al zeer weinig was ingenomen.

Dat zien wij o. a. uit een brief van kardinaal Damiani x) van het jaar 1061, gericht aan den pas tot paus verkozen Alexander II en den aartsdiaken Hildebrand (den lateren paus Gregorius VII), om dezen in kennis te stellen van zijn voornemen, zich in een klooster af te zonderen. Aan het slot van dezen brief trekt de kardinaal te velde tegen de „alearum furiae vel scacchorum", de razernij van dobbelen en schaken, waarbij hij het voorbeeld aanhaalt van een bisschop van Florence, die, op reis zijnde, des avonds in een herberg onder de gasten schaak speelde, ter zake waarvan de kardinaal hem met ontzetting uit zijn ambt had bedreigd. De bisschop bracht te zijner verontschuldiging bij, dat schaak iets anders was dan dobbelspel, en dat het verbod, tegen het laatste gericht, niet op het eerste betrekking had, maar de kardinaal was van meening, dat, hoewel het schaakspel niet uitdrukkelijk genoemd was, het toch begrepen was in den algemeenen naam „dobbelspel" en legde hem als boete op, het psalmboek driemaal aandachtig door te lezen en twaalf armen de voeten te wasschen en aalmoezen te geven 2).

Ook later vinden wij, vooral onder de geestelijkheid, een zeer verklaarde antipathie tegen het schaakspel. Zoo verbood de heilige Bernhard van Clairvaux, die in de eerste helft der 12de eeuw leefde, den tempelridders schaak- en dobbelspel. Bisschop Odo Sully van Parijs (t 1208) verbood den geestelijken een schaakspel in huis te hebben en een Synode te Würzburg van 1329 verbood monniken en nonnen triktrak, kaart-, schaak- en dobbelspel. Een dergelijk verbod, niet speciaal op geestelijken betrekking hebbend, werd ook in 1254 uitgevaardigd door Lodewijk den Heilige van Frankrijk.

Juist de veelvuldigheid van dergelijke edikten bewijst den toenemenden bloei van het schaakspel; zeker was ook alleen een uiterste partij onder de geestelijkheid zoo tegen het schaken gekant. Immers de Lombardische monnik Jacobus de Cessolis maakte juist het schaakspel tot grondslag van zijne predikatiën en van zijn moraliseerend werk ,,solatium ludi schacorum , dat in alle landen der Christenheid gelezen werd en waarvan ook een Nederlandsche vertaling bestaat, waarover ik later uitvoeriger hoop te spreken.

De oppositie tegen het schaakspel vond hoogst waarschijnlijk haar oorzaak in het spelen om geld; dit mogen wij opmaken uit de uiting van Richard de Fournival, kanselier der kerk te Amiens, die in zijn Latijnsch gedicht „Vetula" van het schaakspel zegt: „Edel is dit spel, bij niemand verdacht, aan ieder geoorloofd, zoo men het slechts met mate speelt, zoo men slechts de overwinning alleen om zich zelf zoekt, niet de winst."

Ook het Latijnsche roman-gedicht Ruodlieb, waarin voor het eerst in Duitschland het schaakspel wordt genoemd, is hoogst waarschijnlijk het werk van een

1). Deze Damiani niet te verwarren met den bekenden Portugeeschen schaakauteur Damiano uit bet begin der 16de eeuw, naar wien „het gambiet van Damiano" genoemd is.

2). Een Duitsche vertaling van Damiani's brief, die in het Latijn is geschreven, vindt men in ije Deutsche Schachzeitung 1870 pag. 199.

1 monnik; de fragmenten althans, die er van over zijn, zijn afkomstig uit een abdij in Zuid-Beieren. Opmerkelijk is, dat hier juist van spelen om geld sprake is; de held nl., naar wien het gedicht genoemd is, komt als gezant aan het hof van'een in den oorlog overwonnen koning en wordt in de vijf dagen, die aan de audiëntie voorafgaan, met schaakspel beziggehouden door den oppersten maarschalk, die alle partijen verliest, behalve die, welke zijn tegenstander hem „laat winnen".' Na de audientie daagt de koning zelf Ruodlieb tot het schaakspel uit en stelt daarbij een inzet, terwijl Ruodlieb niets behoeft in te zetten. Nadat Ruodlieb drie partijen van den koning heeft gewonnen, speelt hij nog tegen verscheidene hovelingen, waarbij ook alleen van hun kant wordt ingezet, daar zij zeker meenen te zijn van' de overwinning. Het schijnt, dat hier van consultatie-spel sprake is: er wordt ten minste gezegd, dat de hovelingen onderling beraadslaagden, maar juist daardoor in de war gebracht, drie partijen tegen Ruodlieb verloren, waarna niet verder gespeeld werd i).

De Ruodlieb dagteekent vermoedelijk uit het midden der nde eeuw en wijst er dus op. dat het schaakspel ook in Zuid-Duitschland reeds vóór het begin der kruistochten bekend moet zijn geweest.

J. PH. V.

Varia.

Dezer dagen werd gevraagd, of men voor een damhalenden pion ook een vijandelijk stuk mag vragen. Gereglementeerd is het niet, maar het spreekt van zelf, dat het niet aangaat, anders ware bij de volgende positie Wit Kf5, Td7, pion ej, f6, Zwart Kf7, Tf8, Lg8, Wit aan den zet zijnde, het mat in één zet niet te ontgaan.

Ter navolging.

Onder de inzenders der problemen voor den wedstrijd is er een, die den stand der stukken heeft laten drukken. Nu, daar is niet iedereen toe in de gelegenheid maar een ander is op den goeden inval gekomen, den stand der stukken aan té duiden door het opplakken van uitgeknipte schaakstukfiguren. Dat is werkelijk aanbevelenswaardig, het staat netjes en is zeer duidelijk, terwijl het zich aanschaffen van een stempeldoos het meest praktische van alles is.

Dames-Schaakwedstrijd te 's Gravenhage.

Op een daartoe gedaan verzoek van de Afd. Sport van de Nationale Tentoonstelling van Vrouwenarbeid, om den bovenbedoelden Schaakwedstrijd tijdens en met onzen feestwedstrijd te mogen houden, heeft het Bestuur gemeend, dat verzoek met alleen met te mogen weigeren, maar integendeel er den meest mogelijken steun issi', pÏ £iee,e PaSSage met UnitSChe verta,ing kan men vin,ie" in <le Deutsche Schachzeitung

aan te moeten verleenen, want zoo schrijft de Haagsche feestcommissie, wier goedkeuring in deze verzocht was:

„Het is niet meer dan onze ridderlijke schaakplicht het verzoek toe te staan. „Het schaakleven bij de vrouwen is nog zoo'n zwak plantje, dat het ons aller „bescherming behoeft, om niet weg te kwijnen."

De in het April—Meinummer bladz. 63 vermelde Schaakwedstrijd voor vrouwen, zal dus thans plaats hebben gelijktijdig met onzen grooten Bondswedstrijd en aanvangen op 25 Juli des morgens te 9 uur.

Aanmelding voor dezen wedstrijd moet geschieden vóór 15 Juli met inzending van f 1,— als inleggeld, bij Mevr. de Wed. Dr. L. T. A. Muller—Thijm, Zutphen.

Voor den uitgeschreven wedstrijd in de compositie van tweezettige problemen ter gelegenheid van het 25jarig bestaan van den Bond, zijn ingekomen 30 problemen, en wel onder motto: Gambiet 1, Jan Otto 2, 96, 1, 99, 1, Very easy 1, Oefening baart kunst 1, Een strijder 1, Spylark 2, Comment faire 1, Excelsior 2, Alle begin is moeielijk 2, Heu, heu, enz. 2, 66, 1, 69, 1, Paardensprong 2, Alas, poor Yorich 2, Allen gefallen ist schwer 2, Hubertine 2, Excelsior 1, Leve de Kunst 2.

Uo. 481.

Partijen van het Weener Meestertornooi.

Gespeeld den lsten Juni 1898. Wit: Showalter. Zwart: Schwarz Fransche Partij.

1. e4 e6 15. Pd7: Kd7:*) 29. Tcdi! f5?

2. d4 ds 16. La4+! Kc8 30. Td7! f6?

3. PC3 de4: 17. a3 c6 31. L hs Td 7 :

4. Pe4: P f6 18. b4 a6 32. Td7: T c8

5. Ld3 P e4: 19. Lb2 T d8 33. Lf3 K b8

6. L e4: P d7 20. T aci L c7 34. T h7: T d8

7 C3 P f6 21. Lb3 T d7 35. g3 T d3

8. L c2 L d7 22. ds eds : 36. K g2 T a3:

9. Pf 3 Lc6

10. o—o D d5

11. Lb3 Dhs

23. cds: cds: 37. h4 T b3

24. Lf6: gf6: 3^- ^5 T b4:

25. Lds: T e7

12. Pes Ddi: 26. Td3 K b8

13. Tdi: Ld7

14. c 4 Ld6

27. Kfi Ka7

28. L f3 b )! Tae8

39. h6 f4

40. Tc 7 : Opgegeven.

a) Door dezen zet komt Zwart spoedig in verlegenheid. Beter ware geweest Pd7 : b) Een stille maar sterke zet. Wit richt zijn aanval tegen de zwakke pionnen van den Koningsvleugel en meer bepaald tegen pion f7.

H5

No. 482. Wit: Fillsbury. Zwart: Caro. Caro-Kann opening'.

e 4 c6 n. Pf 5 L f5 : 21. Dd3 T he8

2d 4 d5 12. Lfs: g6

22. L C5 ! Kdy)

3. Pc 3 de 4 : 13. Deaf D ^ 23. L e 3 Das

4. Pe 4 : P f 6 14. L d7 K d7 : 24. a3 bs

5- Pf6:t ef 6: i5-Le 3 T ae8 25. Tc6 L f 4

6. Pf 3 Ld6 16. ds cs 26. Kbi L e 3 :

7- Ld3 L g4 17. Dbst K c8

8. h3 L hs 18. 0—0—0 DC7

9- 84 Lg6 I9-Td3 T e 4

27. fe3: T e3:

28. D d4 Teif

29. K b2 Thi:

10. P114 P d7 20. T 03 a6 30. Da7f Opgegeven. *) op Les : volgt dó !

N No. 483. Wit: Steinitz. Zwart: Tschigorin.

Geweigerd Dame-Gambiet.

r - ^4 ds 7. Kdi: Lg4 13. L c 4 P d4t

2c 4 Pc6 8. h 3 L f3: 14. Kei P h6

3. cds: D ds : 9. ef3: o—-o—of 15. g4 bs

4- p f 3 es 10. Kc2 P es : 16. Tdi! 05

5. P C3 Lb4 11. Le3 a6 a ) 17. Lfr T he8

6. des: I)di:| 12. f4 P c6 18. Lg 2 f5

Stand der partij na den 19den zet van Zwart.

'9- gS Pg8

25. Td8: T d8: 31. hg 5 : P d 5

20. Pds!") Pe6 26. Td8: P d8: 32. L f8 g 6

21 • a 4 ba4: 27. Les: P e6 33. L C4 P e7

22. Ta4: as 28. L b 4 : P f 4 : 34- K d 2 K d7

23. P b 4 : ab 4 : 29. Lfi h6 35. L e7: P e7 :

24- Ta8f KC7 30. h 4 hgs : 36. L f7 Kd6

37. Ke3 Kcs

38. K f4 Kd6

i x6

39. b3 K 05

40. L gó! P gó:

a) Beter was Pfó of Lc.3: en daarna Pfó.

b) De beslissende zet.

41. Kfs: Opgegeven.

No. 484. Wit: Schlechter Zwart: Halprin.

Itrrlijiisch Looperspel.

1. e4 es 13. f4 P L>d7 25. P g3 C4

2. L 04 P fó 14. T hfi D f7 26. D e3 T ad8

3. d3 có 15. Kbi 05 27. P e2 bs

4. D e2 L dó? 16. P bs L b8 28. P d4 L bó

5. P f3 L 07 17. P C4 ds 29. Dg3 T c8

6. L gs hó 18. P es D e8 30. T f3 b4

7. L Ï14 dó 19. Pd7: D d7: 31. f5 L d4 :

8. P bd2 L eó 20. L fó: T fó: 32. Td4: Des

9. Leó: feó: 21. es T f8 33. D f2 as

10. d4 ed4: 22. P 03 aó 34. Ii4 a4

11. P d4: D e7 23. g4*) L 07 35. T df4

12. o—-o—o o—o 24. P e4 D e7

Stand der partij na den 35sten zet van Wit.

35 d4! 37. Tff4 T cd8 39. I1C3: Dbst

36. Td4:b) D es: 38. 03 bc3: Opgegeven.

a) Hier moest f5 geschieden.

b) De Dame kan den pion niet nemen, daar dan Tcd8! volgen zou.

De eerst gewonnen partij in dit tournooi.

No. 485. Wit: Janowski

Zwart: Baird.

Spaansche Partij.

1. e4 es 3. L bs aó 5. 0—0 Le7

2. Pf3 Pcó 4. La4 Pfó 6. P C3 dó

ii7

7- d4 ed4: 14. P 02 T e8

20. P P f8

8. Pd4: Ld7 15. pf3 h6 2J pds Le6

9' Pde2 b5 16. c4! Dc8

22 f4 Lds:

10. L 1)3 b4 17. pd4 cf]j ; j)cg

11. Pbi Pas 18. PC2 Dcó 24 P f5 K1i7

12. Pg3 Pb3: i9 f3 p]l7 25 Dh5 K g

13. ab3: 0—0

P o7 • K g7

28. L gs: hgs : 30. I) h6 Opgegeven

27- f5 Lg5")?? 29 fóf Kg8

) Steinitz geeft aan, dat P h7 het offer van Wit weêrlegt.

No' 48C' 3e ronde 4 Juni 1898. Wit: Tarrasch.

Zwart: Baird Spastiisclie Partij.

e4 eS i4- Le3 L d4: 27. Td3!c) D 02 :

2- p f3 p CÓ 15. Ld4: Pds 28. Ld2Ü L h3:!d)

3' LL>S a6 16. Dg3 Pc3: 29. Td8! L g2: 4- La4 Pf6 17. Le3:") Le6 30. Kg2 :«) hS

5- o—o Le7 18. Khi Ddsb) 3i-Kg3 T d8:

6' Pc3 d6 19. D h4! Tad8 32. Dd8:f KI17

7. Le6:f bc6: 20. T f3 I)c4 33. e6 D f5

8 - d4 ed4: 21. Dfa D g4 34 e7! h4f

9' 1 "4: Ijd7 22. h3 Dg6 35. Kh4: D f2|

IO' f4 °-° 23- Tg3 DhS 36. Kg4 fSf

1T' des: 24. D f6! Tdif 37. K gs

I2" feS: Lg4 25. KI» g6 38. Kf6 D h4f

T3' d3 L 05 26. T di : Ddi: 39. L gs Opgegeven.

) Op 17. Dg4: volgt Dd4 :f en Zwart wint een figuur.

) 18 De7 z°u gevolgd worden door 19. Lda en vervolgens Lg58

Stand der partij na den 25sten zet van Zwart.

Stand der partij na den 27sten zet van Zwart.

c) Inleiding van een mooie combinatie.

d) Eenige zet om het dreigende Lh6 te ontgaan.

e) Wit overziet hier 30. e6, waardoor het mat in drie zetten niet meer te ontgaan is.

Partij

van het „Hauptturnier" te Berlijn.

No. 487. Gespeeld te Berlijn, 17 September 1897. Wit: A. Heinrichsen Zwart: D. Bleykmans Geweigerd Evans-Gambiet.

1. e4 e5 17. h4 Tg8?h) 33. cbs: K ds

2. P f3 P c6 18. Lc6: bc6: 34. T e4 C4!

3. LC4 Les J9- ? c4?') L c 4 : 35- Tbi K 05

4. I14 L b6 20. dc4: D e6

T b4 ds

5. a4 a6 21. L f6: D f6 : 37. T e5 : c6

6. 03 d6 22. I) f6: K f6 :j) 38. T f5 L b8f

7- d3 P f6 23. g3 T g4 39. Kh3 cbs :

8. o—o o—o 24. T aei Ke6 40. T b2 L C7

9. L gsa) Le6 25. Kh2 f5

10. P bd2 h6b) 26. f3 T g8

11. Lh4c) gs

T d2 T d7

T a.2 b4

27. efs: + K f5 : 43. cb4: Kb4:

12. P g5: d) hg5: 28. g41 K e6 44. a6 C3

13. LgS: K g7

29. Kg3 T hg7

14. Df3 ') T h8 30. as La7

a7 T a8

T f8 T f8: 15. Khi') De7 31. T e2 C5

a8 T a8: 16. Lds») T h7! 32. bs abs: Opgegeven.

a) Beter is 9. Le3; doch ook de gekozen zet is niet slecht, daar hij Zwart tot h6 en verzwakking van den Koningsvleugel verleidt.

b) Sterker was Pe7- De dubbelpion, die na 11. Lf6 r, gf6: ontstaat, is niet nadeelig voor Zwart.

Stand der partij na den 14den zet van Zwart.

c) Met oog op het volgende offer schijnt deze zet niet minder goed dan Le3_

J) Uit het verloop dezer partij zou men ten onrechte meenen op te mogen maken, dal dit offer incorrect is. Wit kan een veel belovenden aanval bekomen.

c) De juiste zet, 14. Khi om f4 voor te bereiden, is niet goed wegens, 14. ... Th8 I5- ^4 Pg4 afruil der Koninginnen.

f) Ren nuttelooze zet. Door b5 te spelen had Wit den aanval prachtig kunnen doorzetten bijv.: 15. bs Pas (abs: >6. abs: Tai : 17, Tai:) 16. Le6: fe6: 17. c?4! ed4 :? 18. es des : l9• Pe4 Tf8 20. Dh3 met zeer sterken aanval. Op ^e7 volgt 18. des: ^e5: I9- Dg3 en pion es gaat verloren. Wit heeft dan 3 pionnen en een goed spel voor zijn stuk, terwijl de zwarte stelling niet rooskleurig is.

s) Om de manoeuvre Pc6—b8—d7 te voorkomen.

h) Veel sterker was Tah8, dreigende zoowel Th4 als Ths. ') Wederom zwak gespeeld. 19. d4 ed4:? 20. es des 2I - Pe4 ga' eel1 schoone kans. Zwart kan echter 19 Tgh8 spelen.

j) Het nu volgende eindspel is natuurlijk voor Zwart gewonnen.

A. G. O.

Verschillende partijen. No488 - le Matchpartij, gespeeld 1 April 1898 te 's Gravenhage.

Wit: J. W. te Kolsté. Zwart: Albin.

Sieiliaanselie opening'.

1. e2—e4 c7 — c5 2 P b8 — c6 2- f2 —£4 3. Pgl—f3 e7 — e6

Meer gebruikelijk is 2. Pc3. 4. P bl — c3

120

Wit kan nu bezwaarlijk 4. d4 spelen ! (en hierin schijnt mij de zwakte van ziju tweeden zet gelegen te zijn) zooals bij de gewone ontwikkelingswijze daarna 4. d4 zou volgen cd4 :;5. Pd4 Lc5!enz. waarbij het zwarte spel beslist de voorkeur verdient.

4

5. P f 3 X d4 ?

Beter is 5. d3.

P c6 — d4 !

5 c5 X d4

6. P c3 — e2 L f8 — c5

7. P e2 — g3

Wederom zwak gespeeld: eerst moest

7. d3 geschieden, speelt Zwart dan 7... Db6 om 8. c3 te verhinderen, zoo kan 8. Pg3 veilig volgen.

7 h7 — h5 !

8. d2 — d3 ?

Wit deed beter den h-pion te nemen bijv 8. Ph5: 1) h4 f 9. P g3 ; 1) f4 : 10. d3 Dc7 enz.

8 h5 — h4

9. P g3 — e2 d7 — d5 10. e4 — e5 P g8 — h6

11. P e2 — gl P h6 — f 5

12. Pgl — ti3 Lc8 — d7

Zwart heeft de openiug uitstekend gespeeld en geholpen door Wit's zwakke speelwijze een aanmerkelijk positie-voordeel behaald. Thans echter kiest hij niet de sterkste voortzetting. Veel sterker dan de gekozen zet is m. i. 12 Db6. Speelt Wit nu 13. a3 om L b4 te verhinderen, dan volgt 13 Pe3 14. Le3 : de3: lo. Tbl ! Ld7 16. Le2, 0—0—0; en Zwart staat voortreffelijk. Vervolgt Wit met 17. 0—0, dan kan met 17 f6 een krachtige aanval op den witten koningsvleugel worden begonnen, bijv. 17. 0— 0: f6 ; 18.

Khl: fe5: 19. fe5: Ld4; 20. Pg5, Le5 : 21. Pf7 LbS 22. Pli8 Pd6 en wint,

13. a2 — a3 ! a7 — a5

14. Lf 1 — e2 Dd8 — b6

15. 0—0 g7 — g6 ?

De bedoeling van dezen zet is niet recht duidelijk. Beter was terstond Tac8.

16. Le2—f3 T a8 — c8

Iets beter is Lg4.

17. Ddl—e2 Lc5 —e7

18. L f3 — g4 ! P f5 — liö

19. Lg4 — f3 Db6 —c5

20. ï fl — f2

V\'it verdedigt zich zoo goed mogelijk.

20 Ph6—f5

21. D e2 — dl

Om het veld e2 voor den toren te ruimen.

21 P f5 — e3

Beter ware het met dezen zet nog wat te wachten en eerst 22. 0—0 te spelen; daar Wit toch niets kan ondernemen.

22. Lel X e3 d4 X e3

23. T f2 — e2 d5 — d4

24. b2 — b4

Een poging om uit de benauwde stellingte geraken, die bij goed spel van Zwart schipbreuk moest lijden. Evenwel is het zeer moeilijk voor Wit een bevredigenden zet te vinden. 24. Lb7 is natuurlijk slecht wegens 24 Tb8.

24 Dc5 —c3?

Hierdoor krijgt Wit een goede kans op remise. 24 ab4: 25. ab4 :, I)l>6 moest geschieden.

25. b4 X a5 L d7 — a4

26. Ddl — el?

Door dezen zet moet Wit wederom verliezen, doch gelukkig voor hem, Zwart ziet 1 het niet. De juiste zet was 26. Lb7 : bijv.

Stand der partij na den 26en zet van Wit. i

26

Lc2: 27. Tc2: ])c2, 28. LcS: Pc8: 29. Tel enz. (zie diagram).

26 Dc3 X el ?

Ihans kon Zwart gemakkelijk winnen

(1°or 26

Lc2 : 27. I)e3: Tc3: 28. Tel

LC13: 29. Tc3: dc3: en wint. Ook 27. Tel

1M3: 28. Lb7: Tc7: 29. a6 La3: 30. a7

0—0. 31. a8D Ta8: 32. La8: Lel: of 27- Ll>7: Ld3:! leiden tot winst voor Zwart.

27. T al X .el L a4 — c6

28. L f3 X c6 T c8 X c6

29. Tel — bl Tc6 —c7

30. T bl — b3

Zeer in aanmerking kwam 30. a6: bafi:

31. Tb8f Ld8 32. Pg5 enz.

30 0 — 0

31. Kgl — fl T f8 — c8

Sterker is terstoud Ta8.

32. a3 — a4 Kg8 — f8

33. Kfl — el

33. Pgl is niet goed wegens 33

Tc2: 34. Tb7: Tel f 35. Tel Tel:f 36. Kei: Tel f 37. Ke2 Tg] : 3S. a6 LcS:

39. a7 La7: 40. Ta7 : Tg2:f 41. Kei Th2: en wint.

33 T c8 — a8

34. T b3 — b5 T a8 X a5

Een beetje poëzie in deze vrij dor gesjoelde partij kan geen kwaad.

35. T b5 X a5 L e7 — b4f

36. K el — dl L b4 X a5

37. P h3 — g5

Eindelijk komt dit paard uit zijn droevig schuilhoekje.

3' T c8 — c3 !

38. Kdl— cl! Tc3 — a3

39. K cl — b2 T a3 X a4

40. P g.5 — f3 L a5 — c3+

41. Kb2 —b3 b7 — b5

42. P f3 X h4 T a4 — al

Zwart kon hier remise houden door eeuwig schaak, doch speelt terecht op winst.

43. P h4 — f'3 K f8 — e7 ?

Op verschillende wijzen kon Zwart thans de partij beslissen nl. 1° door 43 Tfl. te spelen, waardoor het witte spel geheel verlamd is en Zwart slechts met den koning naar a5 behoeft te wandelen om te winnen en 2° op de volgende wijze: 43.... Iblf; 44. K a3! b4f; 45. Ka4 Tb2 ; 46. Pel b3; 47. K a3 Tbl; 48. Pf3 b2 en wint. (Zie diagram).

Stand der partij na den 43sten zet van Wit.

44. P f3 — g5 T al — fl ?

Ook nu kon Zwart door 44 Tblf enz. winnen.

45. P g5 — e4! T fl — bl !

46. Kb3 — a3

Op 46. Ka2 volgt 46.... IbSJf 47. Ka3; b4f ; 48. Ka4, b3; 49. Pc3: dc3:; en wint.

46 b5 — b4f

Zwart kon hier ook op de volgende interessante wijze winnen: 46.... Lb4i; 47. Ka2, Tfl: 48. Kb3 (op 48 g3 volgt

Tel en wint) Tel: 49. Pg3 Tblf: 50. Ka2, Tdl; 51. Kb3 Lel; 52. Pe4 Kd7. Wit kan nu Toren noch paard verzetten, want dan wint Lf2. Zwart heeft derhalve slechts zijn koning naar a5 te spelen om de partij te beslissen.

47. Ka3 —a4 Ke7 — d7 ?

Ook thans was 47 - Tb2 de juiste en winnende zet, bijv. 47.. . . Tb2 ; 48. Pc3: dc3: 49. Te3: b3 ; 50. Tel:bc2 :51. Tel Kd7 ; 52. g4 Kc6 ; 53. h4 Kd5; 54. h5 Kd4; 55. h6, Kd3; 56. h7. Tb8 en wint.

48. Ka4 — b5 ! Kcl7 — c7

Thans wint 48.... Tb2. niet meer wegens 49. Pc5t, gevolgd door Pb3.

49. Pe4 X c3: d4 X c3

50. Kb5 — c4

50. Te3 : gaat niet wegens b3 !

50 T bl — b2

Eindelijk, maar thans te laat.

51. d3 — d4 Kc7 — c6

52. g2 — g3 Kc6 — b6

53. h2 — h4 ?

Wit, die voor zijne hardnekkige verdediging door Fortuna met een prachtige winstkans is beloond, weet door deze en de beide volgende zwakke zetten snel het spel weder ten gunste van Zwart te doen verkeeren. Na 53. Ie3Tc2: 54. Kb4: Th2 : 55. Tc3: enz. behoudt Wit bij goeden stand eeu pion meer en moet waarschijnlijk winueD.

53 Kb6 — a5 !

54. Kc4 — d3?

Wit moest liever trachten zijn pionnenovermacht op den koningsvleugel te doen gelden. 54. g4 was hiertoe de juiste zet.

54 Ka5 — b5

55. Te2 X e3?

Nu is Wit verloren. 55. Tel was noodzakelijk. Er kon dan bijv. volgen: 55... e2; 56. g4, Ta2, 57. h5, gh5: 58.gh5:b3: 59. h6, b2, 60. h7, Tal: 61. h8D Tel: remise. 55 T b2 — bl

56. T e3 — e2 ï bl — dlf

57. Kd3 —e3 Kb5 — c4

58. d4 — d5 e6 X d5

Wit deed nog eenige wanhoopszetten en gaf toen de partij op.

Ook in deze partij heeft de heer Albin nergens den meester laten doorschemeren. A. G. O.

No. 489. Match partij, gespeeld Maart 1898 in het „Vereenigd Amsterdamsch Schaakgenootschap."

Wit: D. Bleykmans.

Zwart: H. D. B. Meijer

Eiigelsch Paarrtspel. , 9 , r, - I Deze zet is hier geheel ongewoon. Beter e 6 6' zijn de gebruikelijke zetten 3. P f6 of vooral 2. Pgl-f3 Pb8 c6 15' 3. c2 — c3 L f 8 — e7 4. d2 — d4 e5 X d4

123

Deze zet, die aan Wit een fraai centrum verschaft, is hier onvermijdelijk, aangezien op d6 een voor Wit zeer gunstige variant der Spaansche partij volgt, door Lb5.

5. c3 X d4 L e7 — b4-)-

Maar dit is nu toch al te klaar een tempo wegwerpen ; d7 — d5 was bier beter.

6. P bl — c3 D d8 — e7

7. L f 1 — d3 d7 — d6

8. 0 — 0 L b4 X c3

Het natuurlijk gevolg van zulke stellingen is, dat Zwart op zulke wijze het witte centrum nog meer versterkt.

9. b2 X c3 L c8 — g4

10. e4 — e5

Te haastig gespeeld; Wit verspeelt hier een deel van zijn overwicht; de aanval was hier beter vast te houden door Db3 (op 10.... Lg4 X f8 volgt dan 11. I)b3 X b7 met winst, op 10.... 0—0—0, 11. Pf3 — d"2 met prachtstelling); en ook 10. h3 kwam in aanmerking.

10 De7 —d7

11. e-5 X d6

En hier was beter Lf4 of Tel. 11.... D d7 X d6

12. Tfl—elf Pg8 —e7

13. a2 — a4

Een goede zet, die in geval Zwart zich aan de lange roqnade waagt a4—a5—a6 dreigt en na de korte roquade La3 gelijk volgt; 13. h3 kwam echter ook nog in aanmerking.

13 0 — 0

14. L cl — a3 D d6 — f6

15. d4 — d5

Uit de fijne (hoewel tamelijk afgedwongene) voortzetting van Zwart blijkt, dat deze aanval, hoe sterk hij ook schijnt, niet deugt. Het best lijkt mij hier 15. Ld3—e4

met de voor Zwart sterkste voortzettingla TfS—e8; 16. La3Xe8, Te8Ve7 (Pc6 X' e7 dan Le4Xb7) 17. Le4Xc6, Te7 Xel f; 18. DdlXel, Df6Xc6; 19. Pf3—e5 met goed spel voor Wit. | 15. . . . Pe7 X d5

16. La3 X f8 P d-5 X c3

17. Ddl— c2 Lg4Xf3

18. g2 X f3?

Op 18. Lc5 zou hier volgen 18 Üf6—g5; 19. g2—g3, Dg5Xc5; 20. Tel —e3, Pc6—d4 ; 21. Ld3xh7f, Kg8—h8; 22. I)c2 Xc3, Deo X c3; 23. Te3Xc3, Pd4—e2|; 24. Kgl—11, Pe2Xc3; 25. lal—a3 Kh8 Xh7 en Zwart wint. Het beste was 18. Tal—a3 en na 18 19. g'2—g3. VA it blijft dan steeds met qualiteit tegen twee pionnen minstens. 18 Pc6 —d4!

19. Ld3 X h7f K g8 X fl

20. Dc2 — d3 Pd4 X f3f

21. Kgl -g2 P f3 X el f

22. Tal X el T a8 — d8

23. Dd3 — e3 Df6 —c6f!

Dit is voldoende om te winnen, en de verleidelijke weg om looper h7 af te sluiten door 23. g7—g6 deugt niet om ,24. De3-— h6f, Df6—g7 ; 25. Dh6—h4 en wint.

24. Lh7 —e4

Op 24. Kg2—gl of f2—f4 volgt afruil door TdS—e8 en wint door g7—g6. 24 P c3 X e4

25. De3 X e4 T d8 — d6

26. De4 Xc6

Ruil is toch niet te vermijden. 26 Td6 X c6

Zwart heeft nu natuurlijk gewonnen spel, en brengt dit dan ook voorzichtig tot beslissing-.

27. T el — e4 T a6 — g6f

28. Kg2 — f2 c7 — c5

29. T e4 — c4 b7 — b6

30. Tc4 —c2 Tg6 —d6

31. a4 — a5

Zulke afruilen versterken natuurlijk het overwicht van de tegenpartij, maar ze zijn onvermijdelijk want nu dreigt natuurlijkTfl4.

31. ... T d6 — d4

32. K f3 — e3 T d4 — a4

33. a5 X b6 a7 X b6

34. Tc2 — d2 K f8 — e7

35. T d2 — dó f7 — f6

36. T d5 — dl g7 — g5

37. T dl — d2 K e7 — e6

38. T d2 — d8 T a4 — d4 !

39. T d8 — b8 T d4 — d6

40. T b8 — b7 K e6 — f5

41. h2 — h3 Td6 —c6

42. T b7 — d7 c5 —c4

43. Td7— d5f Kf5 — e6

44. Ïd5 —dl c4 — c3

45. T dl — el K e6 — f5

46. Tel — cl c3 — c2 |

47. f2 —f3 b6 — b5

48. Ke3 — d2 K f5 — f4

49. K d2 — e2 b5 — b4

50. K e2 -— d2 b4 — b3

51. Tel — fl b3 — b2

Wit geeft de partij op; nadat de partij door het niet geheel correcte maar interessante middenspel was heen gekomen en beslist was door Wit's zwakken 18den zet, heeft Zwart steeds de sterkste zetten ge1 vonden.

No. 489. Match party, gespeeld April 1898, in het Vereenigd Amsterdamsch Schaakgenootschap. Wit: D Bleijkmans.

Zwart: H. D. B. Meijer.

Dainevleug'elspel in de imlmiid. (Fianclietto di Donna).

1. e2 — e4 b7 — b6

2. d2 — d4 L c8 — b7

3. L fl — d3

Uit is wel de sterkste zet in deze stelling, en verschaft nu al aan Zwart moeielijkheid hoe te spelen, zonder een stellingsvoordeel aan Wit te laten.

3 d7 — d5

Deze zet is al bedenkelijk, omdat na 4. e4 — e5 de zwarte looper voor zeer langen tijd werkeloos blijft op b7, terwijl Wit's stukken alle gunstig voor den aanval staan. 3. f5 is ook niet goed om 4. e4 X 15, Lf7 X g2? 5. Ddl —h5f. Het meest zou inij toelachen 3. Pc6 en na 4. c3, e5 en na 4. do, 4. Pe5; speelt Wit dan den

looper van d3 naar e2 terug, dan vervolgt Zwart met 5. e7—e6 en anders ruilt Zwart het paard tegen den looper.

4. e4 — e5 e7 — e6

Nu is de partij eene Fransche verdediging met een tempo-nadeel voor Zwart en slechte stelling van den looper 1)7.

5. f2 — f4 c7 — c5

6. c2 — c3 c5 — c4

Dit sluit den looper b7 nog erger in; beter lijkt mij 6. La6 en als Wit den afruil ontwijkt door 7. Lc2, dan 7. Pc6.

7. L d3 — c2 f7 — f5

Ook dit bevalt mij niet, omdat het pion e6 verzwakt en te veel kans aan Wit ceeft door g2 — g4 tot beslissenden aan-

"5

val te komen; f4 — f5 was niet te vreezen, omdat de looper over c8 naar e6 kan ontwikkeld worden en eventneel f7 — f6 dan sterk kan worden.

8. Pgl — f3

Wit heeft al den tijd zich te ontwikkelen. Daarom zou mij sterker toeschijnen Pgl h3 — f2 en g2 — g4, desnoods voorafgegaan door Lel — e3 en Pbl — d2. lntusschen blijkt ook de gekozen zet een beslissenden aanval op te leveren.

8

Pg8 —h6

9. P bl — d2 L f8 — e7

10. Pd2 — fl 0 — 0

In zulk eene stelling zou de lange roquade na l'b8 — a6 — c6 en l)d8 — d7 mij kansrijker toeschijnen.

11. Pf3_ g 5 Lb7—c8

Ruil op g5 is nu al te gevaarlijk, zoodat de looper toch naar c8 terug moet om e6 te verdedigen.

12. P fl — g 3 g 7 — g6

13. h2 — h4

— h3 leek mij noodig om g2 — g4 voor te bereiden, waarom mij ook de twaalfde zet van \\ it niet recht bevallen wil.

1 3

Ph6 —f7

Beter was hier Ph6 —g4; het nu komend otter op h7 gaat dan niet op, omdat na 14. Pg5 X h7, Kg8 X h7; 15. h4 — h5, Le7 — h4; 16. hö X ^6-f-, Kh7 — g71 de witte Dame niet op h5 en de witte toren niet op h7 kan komen, en de witte Koning niet op f2.

14. P g 5 X h7

Keu schoon en diep doorrekend otter.

14 Kg8 X h7

15. h4 — h5 g6 — g5

Nu helpt Le7 — h4 niet om 16. h5 X g6tf, Kh7—g7 (na 16. Kg6; 17. Dg4f) 17. g6 X f7 en Wit wint (bijv. 17

Lh4 X g3+ 18. Kei—fl, Lg3—- h4: lil. g2— g3, Lh4 X g3; 20. Ddl — h5).

16. li5 — (16

Een fijne zet om te beletten dat paard f7 het veld g4 gaat dekken.

16. .... g 5__ g 4

Deze schijnbaar onzinnige zet is toch inderdaad de eenige goede, die de stelling toelaat.

17. Ddl X g 4 T f8 — g 8

18. D g 4 — h5 P f7 — h8

Iets langer weerstand bood hier Ïg8 X g3; Wit moet dan spelen 19. Dhö X f7")', Kh7 — h8 en daarna 20. Lel—d2 ten einde lang te roqueeren. Neemt Zwart dan pion g2, dan levert Tdgl beslissenden aanval op ; laat Zwart pion gfc staan, dan volgt ook ldgl en Ld 2 — el en desnoods 'dl, waarna g2 —g4 de partij beslist; want Zwart kan niet tijdig zijn stukken van den Damevleugel ontwikkelen.

19. Kei—f2 Ph8— g 6

V\ anneer /wart. hier 19. Tg6 zou beproeven om LfS en L of T x ho te laten volgen, zou Wit winnen door een nieuw otter 20. Pg3 X f5, e6 X f5; 21.g2 — g4 en Zwart komt een zet te laat.

20. P g 3 — e2 L c8 — d7

21. g2 — g4 L e7 —- h4f

22. Kf2 —fl P g 6Xe5

Een wanhoopsofier; maar er is niets anders meer op, want na 22. Tg8 — f8 zou volgen 23. g4 — g5 en door Pe2 — f3 X h4 gaat de zwarte looper verloren (Lg3 zou niet helpen om Thl—gl).

23. f4 X e5 L Ii4 — g5

24. D h5 — f7f K h7 — h8

25. h6 — h7 ! T g 8 — g 7

26. Ld X g 5 ! Tg7 X g5

Op Dd8 X g5 volgt natuurlijk mat in

twee zetten (Df8f en I) X gS'Ht mat) en op 26 Tg7 X f7 volgt 27. L g5 X d8, Tf7 X h7; 28. L d8 —f6f, Kh8 — g8 ; 29. Thl X h7. K h8 X h7 en Kfl— f2 en wint.

27. P e'2 — f4 T gö X gl 28. Pf4 —g6f Tg4Xg6

29. D f 7 X gö Pb8 — c6

I2Ó

30. Kfl—e2 Dd8 —f8

31. Tal— gl Pc6 —e7

32. D g6 — g8f

Zwart geeft de partij op, want ei- volgt h X g8 I'tt mat. Een aardig slot aan eene mooie partij.

Buitenland.

BATAVIA. — Men schrijft ons : Zooals blijkt uit bijgaand inteekenbiljet, heeft de schaakclub Batavia / io,— bijgedragen voor het aanstaande schaakfeest van den N. S. B.

Wat betreft onze jong opgerichte club, kan ik u mededeelen, dat, vooral in den laatsten tijd de speelavonden (thans Dinsdags avonds) in de Militaire Societeit Concordia, zeer druk bezocht worden, zoodat het schaakleven hier een nieuwe ontwikkelings-periode schijnt te zijn ingetreden.

De onderlinge wedstrijd met af- en aanspel, op Zondag 20 tebruari uitgeschreven, deed zulks niet verwachten. Bedroeg reeds toen het aantal leden 19, slechts 6 waren op het bepaalde uur opgekomen.

Daar dit getal voor bedoelden wedstrijd te klein was, werd besloten ieder met ieder een partij te doen spelen. Nu kon alles niet op een dag afloopen en werden de nog te spelen partijen verder op de club-avonden afgespeeld. De wedstrijd werd bij wijze van proef in 3 klassen gespeeld met voorgiften, n.1. de ie klasse aan de 2e klasse Paard bi en de ie klasse aan de 3e klasse Toren ai. In iedere klasse werd een prijs behaald, zooals blijkt uit den navolgenden staat.

1 j 2 3 4 5 6 Klasse. |

1 Onnen 1 1 1 5 " ie Prijs"

2 Gouwentak 0 0 0 Vs 1 1V2 I

3 Schmidt Ernsthausen. .0 1 — o V2 ° i%| II ; ; ^ 1

4 Van der Meer 1 1 — 1 1 o 3 III 2e prijs. *

5 Buysman ° Vs 12 0 0 1 ^

6 Bruinsma o o , 1 | 1 1 3 ^ 3e l)rÜs -

* Na Stichkampf.

Een uitgeschreven tombola-wedstrijd had geen succes, waarschijnlijk ten gevolge van het klimaat, waardoor menigeen er tegen opziet, zich voor liefhebberij in te spannen,

Met de beste wenschen voor den N. S. B. en zijn jubileumfeesten, na vriende lijke schaakgroeten,

Namens de Schaakclub Batavia, w. g. J. GOUWENTAK, Secretaris.

WEENEN. Aan het op i Juni j.1. te Weenen aangevangen Internationaal Keizer-Jubileums Schaaktornooi nemen de navolgende meesters deel : S. Alapin, St. Petersburg.

H. N. Pillsbury, New-York. D. G. Baird, Nevv-York.

E. Schiffers, St. Petersburg. J. H. Blackburne, Londen.

C. Schlechter, Weenen. A. Burn, Liverpool.

A. Schwarz, Weenen. H. Caro, Londen.

j. W Showalter, Georgetown. A. Halprin, Weenen.

W. Steinitz, New-York.

D. Janowski, Parijs. Dr S Tarrasch, Neurenberg. P. Lipke, Halle a/d Saaie.

H. W. Trenchard, Londen. G. Marco, Weenen.

G. Maróczy, Budapest.

M. Tschigorin, St. Petersburg

C. A. Walbrodt, Berlijn.

Ieder deelnemer speelt met ieder ander twee partijen.

Als prijzen zijn uitgeloofd: ie prijs 6000, 2e prijs 4000, 3e prijs 2500, 4e prijs 1500, 5e prijs 1000, 6e prijs 800, 7e prijs 700, 8e prijs 600, oe prijs ?oo' 10e prijs 400 kronen.

Verder nog drie prijzen voor fraaist gespeelde partijen 400, 300, 200 kronen en drie prijzen voor het beste resultaat tegen de prijswinners 300, 200, 100 kronen.'

Stand van het tornooi na de 13de ronde. Alapin 9 Baird 3%, Blackburne 6, Burn 8, Caro Halprin 6, Janowski 81/2, Lipke 7/2, Marco S'/s, Maróczy 8, Pillsbury 10, Schiffers 6, Schlechter S "s> w h,7arZ~: Sh0Waltcr S% Steinitz 6V3, Tarrasch 11, Trenchard 3V2, Tschigorin 7' Walbrodt 8.

Oplossingen der Eindspel studies. (Zie Januari-afl. bladz. 16).

I. — 1. r>e4f, KI15. 2. Dh7+, Kg4. 3. Dh3.

Dh6. 3 r>f5. Dg6. 4. Dh3 +. Met nog eenige varianten.

II. — 1. LhS, gh5:, 2. h6. Tg6, 3. h7. Tg54. h8D en wint.

• • • Kh3, 2. Lg6: Kh4. 3. h7. Tc8, 4. LfS. Th8, 5. g6, Kg; 6. g7 en wint.

Met nog eenige varianten. Correcte oplossingen ontvangen van: H. G. van Royen, 's Hage. J. J. Colpa, Leiden. Joh. M. Keuning, Beetsterzwaag.

In de partij Blackburne-Winawer van den Berlijnschen Schaakwedstrijd van 1881 kwam de volgende merkwaardige positie voor, die aan de meeste onzer lezers nog wel onbekend zal zijn.

Wmawer. (Zwart).

Zwart sneelde DH? HaalHe Wit nti door b8 een tweede Dame, dan zou de listige Winawer door Dcif, bij niet nemen gevolgd door I)f4f, remise hebben gemaakt; want hij zou steeds pat staan als de Dame werd genomen.

Blackburne deed alsof hij in de val wilde loopen en liet een heelen tijd zijn hand boven den b-pion zweven; plotseling echter maakte hij snel een wending naar rechts en sloeg het Paard met schaak van 't bord. De talrijke toeschouwers beloonden de grap door een uitbundig gelach. Winawer zelf lachte 't hardst mee en gaf natuurlijk op. Blackburne. (Wit.)

Eindsteliing

uit een Consultatie partij, gespeeld 27 April 1897 tusschen de HH. Dr. A. G. Olland en J. J. R. Moquette (Wit), en G. H. B. Hogewinden D. W. van Rennes (Zwart).

Wit won aldus. 4. Eg8t Kg8: 1. Pf4: Tf4: 5. Dh7f K f7

2. Te8t T f8 6. Dg7t Ke6

3. Th4 Te8: 7. Th6| Kfs

Wit kondigt mat aan 8. Tf6f D f6: in 6 zetten. 9. Df6:j-

De Heer W. B. H. Meiners, maakt de bemerking, dat (zie Eindspel 4e partij Albin—te Kolsté, bladz. 88) Wit niet wint met g6, indien Zwart met Kf6 antwoordt. DE REDACTIE.

Dit nummer verschijnt, voornamelijk door de goede zorgen van den Bondsseeretaris, op tijd. 4. H.

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.