
5e Jaargang. X". 10. October 1897.
TIJDSCHRIFT
VAN DEN
NEDERLANDSCHEN SCHAAKBOND.
BESTUUR VAN DEN N. S.:Dr.A. VAN RHIJN,Voorzitter; H. J.DEN HERTOG,Onder-Voorzitter; W.H.M.DEVEEB,Haarlemmerstraat99,Amsterdam,Penningmeester;H.D.B.MEIJER, G-elderseheKade37, Amsterdam,Secretaris; J. P. RUNSINK.
KEDACT1E: H. J. DEN HERTOG, Marnixkade 43, Amsterdam; Mr. J. D. TRESLING; W.B.H.MEINERS.
Van dit blad, dat omstreeks den iOsten van iedere maand gratis aan de Bondsleden wordt toegezonden, zgn extra-nummers verkrijgbaar i 15 cents en een geheele jaargang tl f 1.50, eveneens slechts voor Bondsleden. Als lid van den Bond betaalt men ƒ2.50 contributie. Nadere inlichtingen verschaft de Secretaris.
INHOUD: Norman Willem van Lennep f; Bondszaken; Aan de Leden van den Nederlandschen Schaakbond; De wedstrijd te Amsterdam; Correspondentie; Problemen; Binnenland; Buitenland; Twee eindspel-studies van A. Troïtzky; Het Internationale Schaakcongres te Berlijn; Verschillende partijen.
NORMAN WILLEM VAN LENNEP. f
Geb. 20 Sept. 1872; overl. 29 Sept. 1897.
Wanneer ge deze regelen onder de oogen krijgt, lezer, weet ge het al, het droeve nieuws, dat hij heengegaan is, voor eeuwig heengegaan, van Lennep, ome van Lennep. We konden, we wilden het niet gelooven, het wreede bericht, dat in de bladen rondging we moesten wel: de diepbedroefde familie meldde het overlijden van haren Norman Willem op den jeugdigen leeftijd van vijf-en-twintig jaren.
Als den dag van gisteren herinner ik mij een Zondagmiddag in het laatst van '89, toen eenige Amsterdamsche amateurs bijeen zaten in het welbekende hoekje van het »Café Panopticum", volgend met gespannen aandacht den loop van een Evans-gambiet, waarin het den leider der zwarte stukken gelukken mocht, den aanvankelijk veel belovenden aanval der tegenpartij af te slaan, om daarop zijn materiëel overwicht zonder veel moeite in winst om te zetten.
Een goede partij wordt altijd door een praatje gevolgd; zoo ook dien middag. Bij de schande van het verlies van zijn spel had «Wit" nog de standjes der omzittende schaakvrienden te verduren plotseling, daar klinkt een stem, gansch nog onbekend in de rumoerige discussiën van het iPanopticum": een blonde jonge man, die ongezien de verwikkelingen der partij heeft gadegeslagen, geeft eene voortzetting aan, waardoor Wit in het middenspel zijne kansen aanmerkelijk had kunnen verbeteren.
De opmerking is juist, maar welke schaker is zoo verstandig, dat te erkennen, wanneer ze komt van iemand, nu ja, dien je niet kent, en die er dus ook wel niet zoo veel van weten zal. < Wit" haalt de schouders op, maar neemt zich vast voor, straks eens te vragen, »wie dat toch was?"
Later hoorde men, dat van Lennep nu en dan met de lui in 't Panopticum speelde, dat hij heel wat won, en dikwijls heel mooi won ook — nog later, dat hij in de tweede klasse

van den Bondswedstrijd in den Haag eenig succes had gehad Men kende van Lennep!
In '91 was hij te Utrecht wederom onder de prijswinners der tweede klasse. Een paar dagen nadat hij dit succes had behaald, kon ik hem mondeling feliciteeren; het was bij gelegenheid eener blindséance, die Loinan gaf in »De Oude Graaf' te Amsterdam. De blindspeler, die in de eerste klasse van den Bondswedstrijd pis eerste-prijswinner was geworden, liet na afloop eenige zijner partijen zien. Ik herinner mij nog heel goed, hoe het telkens, wanneer Loman's geheugen hem een oogenblik in den steek liet, van Lennep was, die hem uit den brand hielp Ieder zag met de grootste verbazing, dat hij, beter dan Loman zelf, diens partijen kende
In den Amsterdamschen Bondswedstrijd van '92 haalde hij in de tweede klasse den eersten prijs. Deze overwinning schonk hem eene groote voldoening, want nu kon hij zich met het volste recht als eerste-klas-speler beschouwen.
In 1893 zag men hem te Groningen niet onder de deelnemers aan het tornooi, maar de Algemeene Vergadering woonde hij wèl bij, en daar nam hij de schoone, maar zware taak op zich, den Bond tot bloei te brengen, den Bond, die, dank zij Heemskerk's verdienstelijk streven, uit zijn dommeltoestand was opgewekt, maar toch nog hard noodig had iemand, die hem voor goed den slaap uit de oogen wrijven zou. Van Lennep werd Bondssecretaris en Hoofdredacteur van het Tijdschrift.
Nu zou het wel goed gaan, meende men.
En als het niet zoo goed gegaan is nog, als men — en zeker Van Lennep in de allereerste plaats — had gehoopt, dan heeft het zeker niet gelegen aan onzen vurigen Hollandschen Zwanzig!
Een dag of wat na de vergadering was hij al bij mij thuis, om te spreken over de inrichting van het Tijdschrift. Voor de laatste afleveringen van den jaargang '93 was te Groningen slechts een geringe som toegestaan, vertelde hij mij. We moesten nu maar roeien met de riemen, die wij hadden Maar in '94. zou het anders gaan! Een goedkooperen drukker moesten we hebben; dan zou het Tijdschrift geheel gereorganiseerd kunnen worden: meer partijen in de eerste plaats, danartikels van verschillenden aard, ik zou een rubriek «Uit de probleem-wereld" krijgen enz.
Het jaar '94. kwam, en tevens de nieuwe, goedkoope drukker. Alleen, het jaar kwam van zelf, maar de drukker kon door van Lennep eerst met de grootste moeite worden ontdekt.
De eerste twee en dertig'pagina's van den jaargang 1894 geven een juist beeld van eene tijdschrift-aflevering, zooals die naar van Lennep's voorstelling moest zijn. Toch zou hij alles nog wat uitvoeriger hebben gewenscht; of dat meer werk van hem zou eischen, kwam er niet op aan! Maar .... de Bond had geen geld genoeg, om het Tijdschrift te doen worden, wat het zijn moest.
Deed het in proef brengen van het eerste nummer ons vermoeden, dat wij met groote moeilijkheden te kampen zouden krijgen, spoedig bleek het, dat wij niet verkeerd hadden gezien. Wij ondervonden teleurstelling op teleurstelling, en wel het meest leed daaronder hij, die bij het aanvaarden van het Hoofdredacteurschap zoo schoone droomen had gedroomd.
Dat alles toch nog vrij goed afliep, was alleen te danken aan zijn onverwoestbaren ijver, naast het vast vertrouwen, dat eenmaal de leden van den Bond zouden gaan begrijpen, dat het zóó toch niet ging. Of dat vertrouwen is beschaamd?
Men kan zich eenvoudig niet voorstellen, hoe hard in dat jaar '94 onze van Lennep voor den Bond heeft gewerkt. Lofwaardig was de handige uitvinding van den «onze nooden kennenden Bondsvriend" 1), grooter verdienste echter verwierf hij zich door
ï) Zie T. v. d. N. S. B. 1894, Blz. 197.



2°3
zijn onvermoeid pogen om meer leden te krijgen, om afdeelingsleden zich zelf te doen promoveeren tot rechtstreeksche, door zijne uitstekende leiding der kleine wedstrijden, door de uitnemende wijze bovenal, waarop hij het Hoofdredacteurschap waarnam!
In datzelfde jaar, toen hij het zoo druk, zoo verbazend druk had voor den Bond, vond hij toch nog den lust en de kracht, om Nederland te gaan vertegenwoordigen in het Leipziger «Hauptturnier." Welk een algemeene vreugde, toen hij weer in ons midden was, en hem van alle kanten op ondubbelzinnige wijze werd getoond, dat de Nederlandsche Schaakwereld de eer op prijs wist te stellen, een meester rijk te'zijn.
Hoe jammer, dat hij in '95 te Hastings niet toegelaten werd! Hij zelf zou zoo graag zich met de groote meesters hebben gemeten, wij zouden zoo van ga nscherharte elke overwinning in dien zwaren kamp hebben toegejuicht. Beslist weet ik, dat Van Lennep te Hastings werd 1geteld," dat de meesters hem zelfs gaarne aan hunne discussiën over de gespeelde partijen zagen deelnemen. En hoe bewonderde men zijn phenomenaal geheugen, dat hem in staat stelde, 's avonds na eiken speeldag de voornaamste partijen te dicteeren aan de reporters, die blij waren, ze nu toch in hunne bladen te kunnen zetten, zonder dat iemand het verbod van 't comité, om in de tornooizaal iets op te schrijven, overtreden had.
En dan zijn verslag van het congres te Hastings!
Sla, waarde lezer, met mij op: Blz. 245 van den jaargang 1895. Begin te lezen, en gij houdt niet op! Bewonder met mij vooral de voortreffelijke indeeling van deze schetsen, naast het prijzenswaardig streven om overal — en in de eerste plaats in den aanhet historisch element de plaats te verschaffen, waarop het recht heeft. Wandel met uwen leidsman langs het strand dezer bekoorlijke badplaats, lach met hem om het schaakmeestertje-spelen der telgen Blackburne's en Gunsberg's, en zie met hem de meesters aan. van wier groote en kleine eigenschappen hij u zoo allerprettigst weet te vertellen. Ga door, lezer, ga door: aan 't eind zijt gij nog lang niet en uw aandacht blijft zeker geboeid!
Van Lennep was geboren stylist
In December '95 ging hij ons verlaten: het land, waar hij eenige zoo heerlijke weken had doorgebracht, trok hem onweerstaanbaar aan. Was het wonder, dat de Bond hem in het eerelidmaatschap de hoogste onderscheiding schonk, die'hij zijn leden verleenen kan?
Al was hij nu ver weg zijne vrienden in het vaderland vergat hij niet. Dikwijls schreef hij, en meestal een langen, gezelligen brief, en als hij in 't land kwam, zocht hij ons trouw op. Dan heerschte er in 't club-lokaal weer een prettige drukte en wie 't hoorde, nam op de trap twee treden tegelijk: van Lennep was over!
Van zijne schaakdaden in Engeland kan ik tot mijn spijt geen volledig verslag geven. Maar dit weet ik, dat hem onder de allersterkste spelers der -City of London Chess Club" volgaarne een plaats werd afgestaan, dat hij o. a in het laatste tornooi dier vereeniging zijne meerderheid op schitterende wijze bewees, dat hij in menige teammatch met groot succes streed voor de eer zijner club, en dat hij bij verschillende gelegenheden toonde, welk een voortreffelijk simultaanspeler hij was.
Nog mag ik niet vergeten te vermelden, hoe verbaasd zijne nieuwe kennissen waren over de vaardigheid, waarmede hij, de vreemdeling, die zoo kort geleden eerst tot hen kwam, zich in hunne taal wist uit te drukken
Ons, zijn Nederlandschen vrienden, ligt nog versch in 't geheugen Van Lennep's schitterende overwinning in den Amsterdamschen wedstrijd van April '97!

En nu is hij niet meer.
Neemt, leden van den Nederlandschen Schaakbond, neemt dan zijn portret, en hecht het aan den wand uwer kamer, en als gij dan daar neerzit en verdiept u in de studie van ons heerlijk spel, ziet dan soms een oogenblik op, en denkt aan hem, wiens beeld daar vóór u is; herinnert u, hoe groot zijn liefde was voor de kunst, die ook gij wilt dienen, herinnert u, hoe uitnemend hij ze verstond; bedenkt dan, hoe veel, hoe onnoemelijk veel hij heeft gedaan voor den Bond, waarvan gij lid zijt, en — vergeet hem nooit!
Diep betreurde vriend Van Lennep, rust zacht! d. H
Bondszaken.
Nieuwe Leden.
K. A. B. Zorn-Winter, Soerabaia. H. Boerma, Winschoten.
G. Buys Czn., ,,
J. W. Radersma, Amersfoort. L. Stegerhoek, 's Gravenhage. | W. Houtsma, Harlingen.
J. Esmeijer, )
J. F. Snijhorst, Rechtstreeksche Leden, G de Ruiter ^eden van »Rotterdamsch Schaakgenootschap".
Ook het Buitengewoon Lid „Staunton" te Groningen heeft te kennen gegeven, dat alle afleveringen aan één adres kunnen gezonden worden, ter besparing van kosten.
Met deze aflevering wordt tevens het nieuwe reglement verzonden.
DE BONDSSECRETARIS.
Aan de leden van den Nederlandschen Schaakbond.
Het Bondsbestuur bericht, dat het zich ingevolge de opdracht der Algemeene Vergadering te Utrecht in verbinding gesteld heeft met het Bestuur van het Schaakgenootschap sDiscendo Discimus" te 's Gravenhage; dat genoemd Bestuur zich bereid heeft verklaard, bij de regeling der feestelijke viering van het 25-jarig bestaan van den Bond zijn steun te verleenen; dat te dien einde twee der leden van genoemd Bestuur, de heeren Edersheim en d'Aumerie, zich met de leden van het Bondsbestuur hebben vereenigd tot eene Feestcommissie.
Deze Commissie heeft gemeend, het plan van een Internationaal Meestertornooi geheel te moeten laten varen, met het oog op den grooten wedstrijd, die het volgend jaar te Weenen zal plaats hebben, en waarvoor het comité zeker is, een énorm prijzenfonds bijeen te zullen brengen.
Intusschen zal de Feestcommissie de wenschelijkheid in het oog houden, dat in onze feestviering het internationale element niet geheel ontbreke.
Zij is voornemens, zich de medewerking te verzekeren van één of meerdere schaakmeesters van erkende reputatie, hetzij tot het geven van simultaan- en blindséances in verschillende plaatsen, hetzij tot deelneming aan zekere wedstrijden, waarvan de aard eerlang door de Commissie nader zal worden omschreven.
In elk geval denkt de Commissie verschillende wedstrijden te organiseeren, zoowel op t gebied van het practische spel als dat der problematiek; wedstrijden in zoo ruime hoeveelheid en groote verscheidenheid, dat het hoofddoel der Commissie zal worden bereikt: de feestviering van den Bond te maken tot een feest voor alleleden, zoo mogelijk ook voor die buiten Nederland. Tevens kan reeds worden verzekeid, dat maatregelen zullen worden genomen om te voorkomen, dat meerdere prijzen worden gewonnen door ée'n en hetzelfde Bondslid
Voor dit alles is veel, zeer veel geld noodig! Het Bondsbestuur en het Bestuur van »D. D." hebben reeds voor zeker bedrag geteekend, het genootschap »D. D." zal vermoedelijk ook zijn financiëelen steun verleenen, de Bond zelf is echter, zooals de leden weten, niet al te best bij kas.
Met vertrouwen wendt zich nu het Bondsbestuur tot alle leden met het verzoek, het dringend verzoek, mede te werken tot het bijeenbrengen van een fonds, dat de Commissie in staat zal stellen, hare plannen tot regeling der feestviering ten uitvoer te brengen.
Draagt allen iets bij, sommigen veel, anderen minder, enkelen weinig, maar allen lil elk geval wal!
Met aandrang verzoekt het Bondsbestuur den leden, in Nederland woonachtig, hunne bijdragen per postwissel i) te zenden aan den Penningmeester W. H. M. de Veer, Haarlemmerstraat 99, Amsterdam, en wel vóór den 15<"» November a. s. Wat de leden in het buitenland betreft deze zullen zeker hunne bijdragen wel zoo spoedig het hun mogelijk is willen zenden.
Hoe eer de Commissie weet, over welk bedrag zij kan beschikken, des te degelijker zal de voorbereiding der feestviering kunnen zijn.
Alle ingekomen bijdragen zullen zoo spoedig mogelijk in het Bondstijdschrift onder de initialen der gevers worden vermeld.
Vóór 15 November dus!

Mede namens di Feestcommissie, HET BONDSBESTUUR.
De wedstrijd te Amsterdam.
Het was heel gezellig, Zondag io October, in de bovenzaal van „De Roode Leeuw," maar toch had het nog gezelliger en de strijd nog belangwekkender kunnen zijn. Het aantal der 2de-klasse-spelers (20) gaf geen reden tot klagen, maar in de eerste klasse hadden er meer moeten wezen, vooral nu de wedstrijd te Amsterdam plaats had.
Het stelsel-Meijer is nu twee maal beproefd, en veilig kan thans worden beweerd, dat het voor onze kleine wedstrijden uitnemend geschikt is.
Het noodzakelijk kwaad der loting wordt er tot een minimum door beperkt, en alles loopt vlug van stapel, zoodat de Bondsleden van buiten nog met gemak hun trein kunnen halen.
Wij geven hier zoo beknopt mogelijk den volledigen uitslag der opeenvolgende ronden en bepalen ons niet tot de vermelding van het eind-resultaat, opdat zij, voor wie de uiteenzetting van het stelsel in het Maart-nummer nog niet duidelijk genoeg was, kunnen zien, hoe het in de practijk wordt toegepast.
1) Hierbij gaat een formulier met adres.

20Ó
Eerste Klasse. (De Heer Meiners geeft pion en zet vóór.) Uitslag der i ste ronde. 2de ronde. 3de ronde.
1. A. Bleykmans Amsterdam. )
2. H. D. B. Meijer, » 1 Meijer wlnt' j
3. J. F. Pilger, » 1 J | Meiier wint 1 1 „ T1 j Speet wint. J ; '
4. J J. Speet, Breda. I e Speet wint. (isie prijs).
5. W. B. H. Meiners, Amsterdam, j Meiners wint. ( {2de prijs.) J
6. W E. Vos, » j (3de prijs.) '
N.B. Na de eerste ronde werd door het lot uitgemaakt, dat de Heer Meijer eerst in de 3de ronde weer te spelen had.
Tweede Klasse. Uitslag der iste ronde. ide ronde. 3de ronde. 4de ronde.
1. W. H. M. de Veer, Amsterdam, j Remise.
2. P. C. Aalhuizen, Rotterdam. ) DeVeerwint* j Dijkman
3. F. B. Dijkman, » . 1 Dijkman ) wint.
4. W. H. v. d. Meulen, Amsterdam j wint. i
5. W. Muntjewerff, » ^emise - I
6. G. Bakker, » ) |Muntje- Dijkman 2) wint. werft 1) > w;nt_
7. H G. Reeders, » jH.GReeders wint. I I ^
8. K. J. Bleykmans » ) wint. I I S'
9. B. Leussen, Leiden. )T 1 In T /- x. -T- , , , , , !Leussen wint. ) I 3.
10. j. C. ten iusschede, Amsterdam.) | J sr
11. P. Beun, Purmerend. ) Remise I ^eun wint j j ^
12. A. J Kleeblad, Amsterdam. j Beun wint.* ' I 5'
13 J. A. Reeders Wz., » |J. A Reeders) Remise.
14. Joh W. P. Dewald Jr., den Haag. \ wint. [ Dieperink 1
15. M. G. Stokvis, Amsterdam. j Dieperink ; wint * I
16. A. H. M. Dieperink, » \ wint. ' Dieperink 2) j
17. G. C. A. Oskam, den Haag. \ I wint. o t ut a , 1 Monas wint. 1
10. J. Monas, Amsterdam. 1 |
19. H. Mendes da Costa Amsterdam )Mendes d C. j ^lonas wint. 1 20 J. D. Thie, Purmerend. j wint * bij loting.
1) Valt bij loting af, en heeft den 3den prijs. (Niet den vijfden, zooals in het bedoelde artikel in het Maartnummer verkeerdelijk is aangegeven.)
2) De Heeren Beun en Monas, die in de 3d3 ronde verloren, speelden om 4den en 5den prijs. De Heer Beun won deze partij.
Van de vijf verliezers der 2e ronde vereenigden zich de H H. De Veer, H G. Reeders, Leussen en Mendes da Costa tot een wedstrijd om den 6den, 7den, 9den en ioden prijs. (De Heer J. A. Reeders Wz. viel bij loting af waarna hem de 8ste prijs werd toegewezen.)
3de ronde. 4de ronde.
W. H. M. de Veer |H G.Reedersi
In de 4de ronde won Mendes H. G. Reeders j wint. ; H.G.Reeders da Costa tegen De Veer
B. Leussen j Leussen ' wint H. Mendes da Costa ) wint.
Volledige uitslag: I. A. H. M. Dieperink; II.F. B. Dijkman; III. W.Muntjewerff; IV. P. Beun; V. J. Monas; VI. H. G. Reeders; VII. B. Leussen; VIII. J. A. Reeders Wz.; IX. H. Mendes da Costa; X. W. H. M. de Veer. *
In een der partijen van de 2e ronde (2e klasse) ontstond na den i3en zet van Wit de positie van onderstaand diagram.
P. Beun (Zwart.)

13
Er volgde nu:
Pb8 — c.6
Koen gespeeld, maar zooals 't vervolg leert, niet correct!
14. ds X c6 o — o — o
15. D es X e7?
Hier ziet Wit de direct winnende voortzetting over 't hoofd, nl. 15. Pt>5 !
*5
D g6 X c6
16. L C4 —d5 Td8 X ds
17. P C3 X d5 Dc6 X ds
18. D e7 — e4
Is er een betere zet?
18
B. Leussen (Wit.)
T g8 X g2f
19. Kgi — hi Tg2 X e2!!
En Wit gaf natuurlijk op. (Red.)
M M »«•-
Correspondentie.
K. A. B. Z.-W., te Soerabaia. Tot ons leedwezen kunnen wij uwe partij met den Heer B. niet plaatsen. Zooals u zelf ook al geschreven hebt: zij is van het begin af al te zeer op remise aangelegd. Voor toezending van nieuwe bijdragen houden wij ons aanbevolen. — C. G., te Krommenie. Tan de correspondentiepartijen, die u onlangs zoo vriendelijk waart ons toe te zenden, kan slechts het Looperspel (1895—1896), waarin u Zwart hadt tegen de vier Westzaansche spelers, bij gelegenheid voor plaatsing in aanmerking komen. De andere partijen zijn door uwe partners óf in 't algemeen te zwak gespeeld, óf meer in 't bijzonder te rijkelijk voorzien van nuttelooze zetten met de randpionnen (a3, h3 enz.). — Secr. van „Staunton," te Groningen. Dank voor de gezonden partijen. Het door uwe club gewonnen Evans-gambiet. zal spoedig worden opgenomen; de andere partij is als zoovele remise-partijen weinig interessant. Wat de partijen uit den jubileums-wedstrijd van verleden jaar betreft, één ervan namen we reeds op. De overige waren óf te lang en te taai, ól incorrect gespeeld, en dus voor ons doel minder geschikt. — J. F. S. E , te Leiden. Het spijt ons, u te moeten berichten, dat uwe partijen met de HH. v. d. M. (6 Aug.) en M. (7 Aug.) niet voor plaatsing geschikt zijn. U hebt dat, blijkens uw begeleidend schrijven, trouwens ook al vermoed. Wel bedankt voor de toezending van het „Leidseh Dagblad"!
Problemen.
Redacteur: W. B. II. ME1NERS, Nassaukade 70, Amsterdam.
N.B. Verzoeke beleefd problemen, oplossingen en andere bijdragen, tot deze rubriek behoorende, aan den redacteur te adresseeren.
*No. 501. S. Kamstra, te Leeuwarden.

Mat in 2 zetten.
*No. 503. J. van Beek, te Naaldwijk.
*No. 502. A. Okkinga, te Dronrijp.
Mat in 2 zetten.
*No. 504. J. van Beek, te Naaldwijk.
Mat in 2 zetten.
*No. 505. J. van Beek, te Naaldwijk.
Mat in 2 zetten.
*No. 506. H. Mendes da Costa, te Amsterdam.
Mat in 2 zetten.
Mat in 3 zetten.
*No. 507. L. Benima, te Winschoten.

Mat in 3 zetten.
*No. 509. J. van Beek, te Naaldwijk.
"No. 508. A. Okkinga, te Dronrijp.
Mat in 3 zetten.
No. 511. Ottmar Nemo, te Weenen. (2e Prijs „Kurjer Warszawski".)
Mat in 3 zetten.
No. 510. L. Vetesnik. te Ossegg. (Ie Prijs „Kurjer Warszawski".)
Mat in 3 zetten.
No. 512. Feigl en Nemo, te Weenen. (3e Prijs „Kurjer Warszawski".)
Mat in 3 zetten.
Mat in 3 zetten.

Oplossingen der Augustus-problemen.
477. i. Kd3 enz. 478. i. Pe8 enz. 479. i. Lai enz. 480. i. Pf4 enz. 481. 1. Pc6 enz. 482. i. Da8 enz. 483 t. Da3 enz. 484. Auteurs-oplossing, i. Dd3, faalt op i.-, e6; er bestaat echter een nevenoplossing: i. Tfs:f enz. 485. i. Dgs, Lgs: of f4; 2. Tdd3 enz. 1.—, Ld4; 2. Te3t enz. t.—, Kds:; 2. Le6f enz. 1.—, anders; 2. Dg4f enz., of eerder mat. 486. j. a5, Pe7; 2. Df6:f enz. , Pc anders; 2. Dftf enz. 1.—, fs of Lf3; 2. Dd4:| enz. 1.—, Le2 of 115:; 2. Pe2: of 115: enz. 1.—, bas:; 2. Les enz-> anders eerder mat. 487. 1. Pd3, Kc6:; 2. Pdest enz. 1.—, P. speelt; 2. Dcst enz. 1.—, anders; 2. Db4 (f) enz. 488. 1. Pc4, PC4:; 2. Pe2, Pes; 3. Les: enz. 1.—; 2.—, anders; 3. Pcif enz., of eerder mat. 1.—•, anders; 2.—, onv.; 3. Pcif enz., of eerder mat.
Goede oplossingen ontvingen wij van : A. Korst te Bergen op Zoom (alle, behalve 484), II. Mendes da Costa te Amsterdam (alle, behalve 484), H. //. van der Goot te Harich (alle, behalve 484 en 488), /. J. Colpa te Leiden (alle, behalve 484), A. Okkinga te Dronrijp (alle, bêhalve 484 en 487), W. van Kooij te Voorburg (alle, behalve 477, 484, 486, 487 en 488), Joh. M. Keuning te Beetsterzwaag (alle, behalve 480 en 488), C. Moonen te Vtnlo (alle, behalve 484 en 486).
Nog ontvingen wij goede oplossingen van de Juli-problemen (behalve 475), van A. Okkinga te Dronrijp.
N.B. Eenige H.H. oplossers schijnen van meening te zijn, dat de oplossingen der problemen in den kortst mogelijken tijd moeten worden ingezonden. Op 3 October ontvingen wij reeds eenige oplossingen van September-problemen, met de opmerking, dat de tijd ontbrak om ze alle op te lossen, daar een latere inzending waarschijnlijk niet vermeld zou worden.
Om alle misverstand hieromtrent te voorkomen, deelen wij mede, dat de oplossingen van problemen nog ingezonden kunnen worden, zoolang het nummer, waarin wij de oplossingen publiceeren, nog niet verschenen is.
Correspondentie.
L. B., teW. Wijhebben kennisgenomen vanuw schrijven.Wijraden Uaan,tebestudeeren: „Het Schaakprobleem, theorie en practijk" door H. J.den Hertog,uitgave vanG.B.van Goor Zonen, teGouda.
Daarin kuntge vinden, wat een probleemeigenlijk is;ongetwijfeld zal dan uwoordeelovertweezetproblemen wel gewijzigd worden.
Uweerstedriezet beantwoordt nietaan deeischen,aan een probleem gesteld. Destand,zwarteL. op h8 en zwarte pion op g7, mag niet in een probleem voorkomen. Uw tweezet is nietvoor plaatsinggeschikt,zooalsge, na hetlezen van bovengenoemd werkje, welzultinzien.
Uit de probleem-wereld.
BAMBERG. — In den eersten Internationalen probleem-wedstrijd voor driezetproblemen, uitgeschreven door de „Bamberger Schachclub," werden de vier prijzen
van 40, 30, 20 en 10 Mark gewonnen door G. Friedrich te Wurlitz, K. Erlin, M. Feigl en O. Nemo en B. Schiffer allen, te Weenen.
BERLIJN. — De uitslag van het tweede probleem-tornooi van de „Tagliche Rundschau" is de volgende:
Voor tweezet-problemen: Eenige prijs, M. Karstedt te Kottbus. Eervol vermeld: M. Feigl en K. Erlin te Weenen. Voor driezet-problemen: ie prijs, O. Fuss, te Hannover; 2e prijs, M. Karstedt te Kottbus; 3e prijs, K. Erlin te Weenen. Eervol vermeld: J. Jespersen te Svendborg en J. Salminger te München.

Binnenland.
AMSTERDAM. — In de „Ainsterdamsche Schaakclub" begon den 4den October 11. de gewone winterwedstrijd. Er wordt in twee klassen gespeeld, en de prijzen zullen volgens Sonneborn-Berger verdeeld worden. De tweede klasse telt 13, de eerste daarentegen slechts 4 deelnemers.
In het „Vereenigd Amsterdamsch Schaakgenootschap" zal de jaarlijksche onderlinge wedstrijd eerst 3 Nov. a. s. een aanvang nemen. Op den laatsten speelavond van Februari '98 moet hij afgeloopen zijn.
Er wordt gespeeld in ééne klasse, verdeeld in 6 groepen door 5 verschillende voorgiften, namelijk:
a. f-pion en zet; d. Koninginne-Toren; b. f-pion en 2 zetten; e. Koningin.
c. Koninginne-Paard; (De sprong van dop e lijkt ons wel wat groot. Red.)
Deze voorgiften worden geregeld door drie speciaal daartoe benoemde leden. Behoudens goedkeuring door dit comité kunnen de mededingers reeds bij de inteekening opgeven, in welke groep zij wenschen te spelen.
HAARLEM. — Den isden September 11. speelde Loman 6 partijen blind tegen leden van de „Haarlemsche Schaakvereeniging." Hij won 4 partijen, verloor er ééne tegen den Heer A. Schagen, en maakte remise tegen den Heer van Voornveld. De séance duurde 81/2 (!!) uur; er werd namelijk gespeeld van 2—5 en van 8 tot half twee. De vereeniging bood den blindspeler het eerelidmaatschap aan. De interessantste partijen volgen hieronder. No. 437. Haarlem, 15 September 1897.
Wit: Loman (blind) Zwart: H. F. Waller. (Brd. I) Evans-gambiet.
10. e5 de5 : 16. T d4:! D d4: 22. P e$ T f8
11. L a3 L d4:? 17. L f7 :f Kd8 23. D dóf P d7
12. P d4: P d4: 18. T di D di : 24. L e6 T b7
13. T ei! P c6

19. P di : b6 25. L d7 : T d7 :
14. D b3 D d7 20. D bg 05
15. T adi P d4 21. D c6 T b8
No. 438.
Wit: Loman. {blind)
D f8:f Kc7
L b2 Opgegeven
Haarlem, 15 September 1897.
Zwart: Mr. C. H. van Meurs. (Brd. IV)
Fransche Partij met Steinitz' aanval.
1. e4 e6 11. DI13 P e7 21. L C4: dc4:
2. d4 d5 12. g4 P b6
3. PC3 P f6 13. g5 K f7
4. es P fd7 14. gh6: T h8
5. f4 05 15. h7 Kf8
P C7 T c8
bes: T 07:
L a5 b6
cb6: ab6:
6. dc5 : P c6 16. o—o—o D e8 26. L b6: T b7
7. Ld2! LC5: 17. P bs D gó
D f3! P dg
8. D g4 o—o 18. P g5 D h6 28. T d5 :!! a)
9. L d3 h6 19. Dg3 L d7 Opgegeven
10. P f3 f5 20. b4 P 04 a) Dreigend : 29. Da 3 f, 30. Da 8 t enz. Deze partij geeft een mooi specimen van Loman's talent als blindspeler!
LEIDEN. — In den probleemoplossingswedstrijd der Schaakrubriek van de Leidsche Schaakvereeniging „Morphy" werd de iste prijs behaald door den Heer J. van Beveren, alhier, die van al de opgegeven problemen volledige oplossingen inzond. Om den 2den prijs hebben de Heeren^W. Ridderhof en R. Paulides nog te kampen.
ROTTERDAM. — Den isten October 11. vierde de Heer H. Heijermans zijn gouden feest als Redacteur-verslaggever der „Nieuwe Rotterdamsche Courant." Onze lezers weten reeds uit de dagbladen, hoe vele blijken van oprechte sympathie den jubilaris dien dag van verschillende zijden gewerden. Met groote ingenomenheid maakt de Tijdschrift-redactie melding van dit heuglijk jubileum, daar de Nederlandsche Schaakbond het voorrecht heeft, den Heer Heijermans tot zijne leden te rekenen, en wel van de oprichting af. Een der vurigste schaakliefhebbers van Rotterdam, ontbrak hij nooit op 't appèl, wanneer het gold, de eer der vaderlandsche schaakgemeente op te houden tegenover buitenlandsche meesters, die ons land bezochten. Toen Steinitz ruim een jaar geleden in het „Rotterdamsche Schaakgenootschap" eene simultaan-séance gaf, was de Heer Heijermans onder zijne tegenstanders en bewees den meester door uitstekend spel, dat zijn schrikaanjagend gambiet tegen eene taaie verdediging niets vermag.
Den journalist wenschen ook wij den lust en de kracht, om nog jaren lang zijn moeitevolle taak te vervullen; den scliaker zij het gegeven, in nog menig uur
213
van genotvolle inspanning een ontspanning te vinden van zijne drukke dagelijksche bezigheden.
Moge de Heer Heijermans nog lang voor de kunst der vier en zestig velden behouden blijven!
Rosenthal, de bekende schaakmeester uit Parijs, die een paar dagen te Rotterdam vertoefde, speelde (met Toren-voorgift!) tegen leden van het „Rotterdamsche Schaakgenootschap" drie partijen, waarvan hij er slechts één verloor.
De onderlinge wedstrijd van bovengenoemde schaakvereeniging is den óden October 11. begonnen, met 22 deelnemers.
Buitenland.
STOCKHOLM. — Den 23sten Augustus 11. begon hier ter stede een Noorsch (internationaal) Tornooi, waaraan de volgende spelers deelnamen: A. Tschepurnoff, van Helsingfors; A. Mellgren en T. Thorbiornson, van Gothenburg; J. A. Ros, van Upsala (de bekende probleemcomponist); H. Langborg, van Norrköping; G. en L. Collijn, F. Englund, M. S. Constable en S. Svenson, van Stockholm; A. C. Rosendahl en J. Möller, van Kopenhagen. De uitslag was: ie Prijs: Svenson (8 punten); 2e prijs: Möller (7^ p.); 3e prijs: Langhorg(j p.); 4e prijs: Rosendahl (6 p.); 5e en 6e prijs gedeeld door Mellgreti en Rydberg (5 p.) Laatstgenoemde schijnt te elfder ure als deelnemer toegetreden te zijn.

Namen ^ .!e ! rG ^ G V ! O der •3 -5rn 'o "1 C Ü S1"° 3
Deelnemers £ ~ o £ § o| 3
Atkins — 1 1/2 1 1 1 1/2 1/2 1 1 1 81/3
SOUTHAMPTON. — Den 3osten Augustus 11. nam in de „King Edward VI. Grammar School", alhier, het groote amateurs-tornooi der„Southern Counties' Chess Union" een aanvang. Nevenstaande tabel veraanschouwelijkt den gang van den wedstrijd. De prijzen werden als volgt verdeeld:
Bellingham .0 —1 1 1 l/s 1 tiS i/2 1 171/3
Creswell .1 /2 o 0000 1 o 1 o 2I/2
Elwell o o 1 — o 1 1 l/j 1 1 1 61/2
Gunston . o o 1 1 — l/s 1 1/2 0 1 1 6
Hollins ... o 1/2 1 o i/s — l/2; o 1 1 1 51/3
Lambert l/2 o 1 o o l/2 — l/a o 1 o 31/3
Palmer .... 1/2' '/s o 1/, i/s 1 i/2 o 1 o 41/3
Sherrard . o l/s 1 o 10 1 1 — o 1 51/3
Stevenson ..001000000 1 — o 1
Ward 00 1 000 1 1 o I — 4
ie prijs (£ 10, 10 s., en de „Amateur Championship Cup"): H. E. Atkins, van Leicester; 2e prijs (£ 5, 5 s.): G. E. H. Bellingham, van Dudley; 3e prijs (£ 3, 3 s.): F. /. H. Elwell, van Southampton.
4e prijs (£ 1, ii s., 6 d.): W. H. Gunston, van Cambridge.
Hier volgt de partij tusschen de beide eerste prijswinners. No.439. Southampton,6September1897.
Wit: Atkins.

Zwart: Bellingham. Fransche Partij.
1. e4 e6 n. cd4: D b6
2. De2a) 05
3. f4 P c6
4. P f3 L e^
21. D e3: ab6:
12. L e3 L d7 22. ds! bs
13. P 03 f5 23. e6 P c4
14. T abi P as 24. ed7 :! P e3:
g. g3 d6b) 15. P d2 T c8 25. d81) P f6
6. L g2 P f6
16. T fci Lb4?d) 26. D e7 P fds:
7. o—o o—o 17. Lds:! eds:? 27. D e6f Kh8
8. 03 ds
9. e5! Pe8c)
18. P ds : T ci :-j- 28. Tc8! Opgegeven.
19. T ci: Ld2:e)
10. d4 cd4: 20. P b6: L e3 :f
a) De bekende zet van Tschigorin, voor het eerst gespeeld in zijn match met IJr. Tarrasch. Hij mocht tot dusver nog niet veel bijval vinden.
b) Het schijnt beter, in eens d5 te spelen, om dan na 6. e5 het Paard naar h6 te brengen, waar het lang niet slecht staat.
c) Hier staat het Paard nu vrij wat minder goed.
d) Zwart loopt in de val!
") Zwart is twee pionnen achter en moet dus zeker verliezen. Geen wonder, dat hij 't nu zóó nog eens probeert.
Twee eindspel-studies van A. Troïtzky, te St. Petersburg.
I.
Opgedragen aanH.N.Pillsbury.
II.
Wit begint en wint. (Oplossingen in te zenden Amsterdam.)
Wit begint en wint. vóór 5 December 1897. Adres: Marnixkade 43,
215
Het Internationale Schaakcongres te Berlijn. (13 September — 5 October 1897.)
De volgende tabel geeft een overzicht van den uitslag van het Meestertornooi. d
NAMEN

Overeenkomstig het in deze tabel veraanschouwelijkte resultaat, werden nu de prijzen als volgt verdeeld :
iste Prijs (2000 Mark): Rudolf Charousek, van Boedapest.
2de Prijs (1500 Mark): C. A. Walbrodt, van Berlijn.
yie Prijs (1000 Mark): J. H. Blackburne, van Londen.
4de Prijs (600 Mark): D. Janowski, van Pariis.
5</i? Prijs (400 Mark): A. Burn, van Liverpool.
6de Prijs (200 Mark) 1gelijkelijk verdeeld onder S. Alapin, van St. Petersburg, ide Prijs 1) (120 Mark) ) G. Marco, en C. Schlechter, beiden van Weenen.
Speciaalprijs (100 Mark) voor het beste resultaat tegen de prijswinners: E. Schijffers, van St. Petersburg.
1) Uitgeloofd door den Heer L. Caro, te Londen, een familielid van den meester van dien naam, die aan het tornooi deelnam.

2i6
Later zal nog worden bekend gemaakt, aan wien de speciaalprijs voor de schoonste partij toegekend is.
Het schitterend succes van den jeugdigen Charousek zal een ieder verheugen, die sympathie gevoelt voor de levendige, ,,schneidige" spelvoering, waarvan de Hongaarsche meester een zoo uitstekend vertegenwoordiger is, en die langzamerhand het peuterige positie-spel der zoogenaamde moderne school weer begint te verdringen.
Charousek begon met tegen Walbrodt en Burn te verliezen. De Engelsche meester speelde, tegen alle nationaliteitsgevoel in, „Fransch" tegen hem — enfin, „Engelsch" kon hij ook niet spelen, want hij had Zwart! —; Charousek opende natuurlijk, zoo gauw hij kon, een heftigen aanval op de vijandelijke stelling, offerde twee pionnen, daarna een stuk en eindelijk nóg een pion, om den Dameruil resp. remise door eeuwig schaak te ontwijken, en leidde eene verberekende matcombinatie in, waar helaas een steekje aan los was Toen had Charousek van het verliezen genoeg!
Het vermoeden, waaraan Lasker bij gelegenheid van het tornooi te Neurenberg uiting gaf: „dat hij nog eens met dezen man een match zou moeten uitvechten," krijgt meer en meer kans, te worden bewaarheid.
Walbrodt, die met slechts een half punt minder dan Charousek uitkwam, heeft nu eens schitterend zijne reputatie hersteld, die wel wat verminderd was door 's meesters ongelukkige resultaten in de laatste internationale tornooien.
Blackburne, wiens goeden tijd menigeen reeds lang voorbij waande, heeft de onjuistheid dier meening ten volle bewezen. Hij toonde zich weer de „Black-death" van voorheen. Laat ons instemmen met het warm bravo der zonen Albion's voor hunnen kloeken veteraan!
Janowski verwierf zich wederom eene plaats onder de prijswinners. Het verlies zijner partij tegen Cohn (een der zwakkere deelnemers) in de 18de ronde, oefende belangrijken invloed op zijn resultaat.
Burn, die „er een beetje uit" was en zich daarom vóór den aanvang van het tornooi gedurende geruimen tijd te Londen heeft getraind, kan ongetwijfeld tevreden zijn.
Alapin verdient ons aller waardeering voor zijn flink pogen om de practische uitvoerbaarheid zijner theoretische noviteiten te bewijzen. Met den moed der overtuiging speelde hij in de Spaansche partij 3 ., L'o4 4. (o—o), Pge7, en ook zijn eigen opening: 1. e4, e5 2. Pe2, die, als „Hippopotamus-partij" lang begraven (zie v. d. Linde's „Beginselen"), voor eenige jaren door den Russischen meester weer voor den dag gehaald en wat opgeknapt werd.
Marco stuurde een heele poos recht op den eersten prijs aan, maar later raakte hij een beetje uit den koers. „Was wollen Sie dagegen erfinden, bitte ?"
Schlechter eindelijk, die slechts twee partijen verloor, had weer eene kleine vermaning van zijn oude remise-kwaal, waarvan we hem — verkeerdelijk, blijkt nu — te Boedapest voor goed gecureerd dachten.
De plaatsruimte ontbreekt ons, om ook aan het resultaat der deelnemers, die
minder gelukkig waren, eenige beschouwingen te kunnen vastknoopen. Toch moet nog een en ander vermeld.
Vóór het begin der derde ronde (15 September) werd bekend gemaakt, dat Curt von Bardeleben zich wegens ongesteldheid teruggetrokken had. Volgens het reglement moesten nu alle niet gespeelde partijen als door von Bardeleben verloren worden genoteerd. Het comité verklaarde zich echter bereid, met het oog op het eigenaardige van het geval (v. B. had namelijk tot dusver slechts ééne partij werkelijk gespeeld, en wel tegen Metger, met remise als resultaat), de score van von Bardeleben geheel te royeeren, indien de overige meesters zich daarmee konden vereenigen. Englisch verklaarde zich tegen het voorstel van het comité, en zoo hield men zich aan het reglement. Later werd Englisch zelf ziek, en trok zich na de 11de ronde terug. Hij had tot dusver gewonnen tegen Albin, v. Bardeleben (zie boven), en Winawer, verloren tegen Cohn, en remise gemaakt tegen Charousek, Janowski, Marco, Schiffers, Schlechter, Süchting, en Teichmann. Albin heeft een min eervolle rol gespeeld door zich een paar malen ziek te melden, terwijl hij toch zoo ongesteld niet was, of hij kon nog wel uitgaan om in „Kaiserhof" en „Café Royal" te schaken. Men heeft hier dus te doen met eene ernstige overtreding van § 3 der Tornooibepalingen: „Jeder Teilnehmer hat die Pflicht, samtliche Partien rnit Aufbietung seiner vollen Spielstarke zu Ende zu filhren." Nog ergerlijker wordt het geval, als men weet, dat in de laatste ronde Walbrodt, die slechts V2 punt minder dan Charousek had behaald, eenvoudig zijne partij tegen Albin cadeau kreeg, terwijl de Hongaarsche meester slechts vóór kon blijven, door het winnen van eene zware partij tegen Tschigorin.

•! ! c
„ Hauptturnier." c S ra "3
(Siegergruppe.)
j£|J » "g !-g g J J °
« £ O* 3 'C Lts 3••Sl0pq |pq|Q jh ffi ,E ffi W >
Bleykmans — oiioioio 4
Brody 1 — 011 1010 5
Doppler o i — 1 i/j 1 1 1 o 51/2
Fuchs • 000 —!1/2 1 i/g o o 2
Heinrichsen. 1 o l/2 i/2 — 1 1 1 1 6
Hirschler 00000 — oio 1
Hülsen .1 1 o 1/2 o 1 — 1 ï/j 5
Keidanski . . , . o o o i o o p — o 1
v - Popiel 1 1 1 1 o 1 i/s 1 _ 61/2
Zoo gaarne hadden wij Bleykmans
Maar nog kunnen wij met het volste in een buitenlandsch tornooi met niet
„Hauptturnier ." — Uit
Groep I kwamen in de „Siegergruppe: Bleykmans{9 punten), von Popiel (9 p.), Heinrichsen (71/3 p.), Fuchs (6V2 p.), en Keidatiski (6V2 p.). Uit Groep
II: Doppler (9 p.), Brody (6v3p.), Hirschler (6 p.) en Hülsen (6 p.)
In de vierde ronde der „Siegergruppe" begon Bleykmans zijn geluksster te verlaten :hij kreeg zijn eerste o. Hij verloor later nog 3 partijen, en zoo kwam hij niet zoo hoog uit, als wij allen voor hem hadden gehoopt. den isten prijs en den meestertitel gegund! recht er trotsch op zijn, dat een landgenoot minder dan 23 meest zeer sterke deelnemers
2l8
als No. 6 is uitgekomen. De tabel op de vorige bladzijde geeft een overzicht van den gang van den wedstrijd in de „Siegergruppe.
De prijzen werden als volgt verdeeld:
iste Prijs (400 Mark en de meestertitel): J. von Popiel, van Lemberg.
2de Prijs (250 Mark): A. Heinrichsen, van Berlijn.
3de Prijs (120 Mark): C. Doppler, van Berlijn.
4de Prijs (60 Mark), gedeeld door W. Brody, van Boedapest.
5de Prijs (30 Mark)) en B. Hülsen, van Beelitz.
6de Prijs (20 Mark): D. Bleykmans, van Amsterdam.
7de Prijsi) (v. d. Linde, „Geschichte und Literatur des Schachspiels": L. Fuchs, van München.
8ste Prijsi) (v. d. Linde, „Quellenstudiën"): H. Hirschier, van Neurenberg.
9de Prijsi) (Cordel, „Führer durch die Schachtheorie"): H. Keidanski, van Berlijn.
In de groep won Bleykmans tegen Brennert, Gladenbeck, Heinrichsen, Kohier,Raabe, Dr. Reinglass en Swiderski, terwijl hij remise maakte tegen Dinge, Fuchs, Keidanski en von Popiel.
Zijne interessantste partijen hopen wij spoedig in dit Tijdschrift te kunnen publiceeren.
Tot besluit citeeren wij met volle instemming den slotzin van een schrijven, dat wij dezer dagen ontvingen:
„Moge de behaalde overwinning onzen Bleykmans prikkelen tot voortgaan op den ingeslagen weg, opdat eenmaal hem de Meestertitel siere!
1) Beschikbaar gesteld door de uitgeversfirma Julius Springer, te Berlijn.
(N.B. Wegens plaatsgebrek moet een drietal partijen van het Meestertornooi te Berlijn, oorspronkelijk voor dit nummer bestemd, voor het volgende bewaard
blijven.)

Verschillende partijen.
440, Consultatiepartij, gespeeld te Utrecht, den 8sten Augustus 1897. j Jhr. D. van Foreest. jDr. A. G. Olland. Wit: J. W. te Kolsté. Zwart:|D. Bleykmans. ' J. F. S. Esser. ' J. J. Speet.
Spaansche Partij.
-j e2 e.^ ey e5
De beste zet in deze positie.
2. P gl — f3 P b8 — c6 6. 0 — 0 b7 — bö
3. Lfl—b5 a7 — a6 7. La4 —b3 0 — 0
4. Lb5 —a4 Pg8— f6 8. d2 — d3
5 p bl c3 L f8 — el Op 8. Ld5, Ll>7 9. Pe5 : volgt R15 :
10. Pc6dc6: 11. ed.5 cd5 : enz. 8 d7 — d6
9. P c3 — d5 L c8 — g4
10. c2 — c3

Stand der partij na den 20sten zet van Zwart.
Dd8 —d7
11. a2 — a4! Kg8—h8
Deze zet, nis voorbereiding van een later te spelen f5, is goed, maar maakt tevens den volgenden zet, die ten doel heeft, den witten Looper van de diagonaal a2—g8 te verwijderen, overbodig.
12. Ddl—e2 P c6 — a5?
l)it Paard wordt voor Zwart een kind
Dit der smarte ; Tab8 of Le6 had moeten gespeeld worden.
13. Lb3 — c2 P f6 X d5
14. e4 X d5 f7 — f5
15. b2 —b4 Pa5 — b7 16. h2 — h3 Lg4Xf3
Op Lh5 volgt 17. Pe5 en Wit komt altijd iets beter te staan.
17. D e2 X f3 Ta8 — e8 !
Zwart, die op den Damevleugel de mindere positie heeft, wil terecht al zijn krachten wijden aan een aanval op de andere zijde.
18. a4 X b5 a6 X b5
19. c3 — c4 Le7 —f6
Een betere zet dan deze is voor Zwart niet te vinden. Het doel is, na e4 den Looper over d4 naar b6 te spelen, ter bescherming van den zwakken c pion. 20. Tal— a7 Pb7 — d8
21. c4 X b5
Wit wiut hier een pion, hetgeen trouwens bij het geïsoleerd-dubbele van zijn b- en d-pionnen weinig beteekent. Tevens dreigt hij nu b6. En toch wil dit vrijwillig opgeven van eene krachtige pionnenpositie op den Damevleugel mij niet bevallen. Het vervolg leert dan ook, dat Zwart, dank zij ziju uitmuntend spel, een
gelijke partij krijgt. Ik geloof, dat Wit hier door 21. Le3, e4 (is er sterker?) 22. de4:, fe4: 23. Dg4!, Dg4: (andere zetten zijn niet beter) 24. hg4 Tf7 15. cb5 gevolgd door b6, zijn positievoordeel het gemakkelijkst had kunnen omzetten in gewonnen spel. (Zie diagram).
21 e5 —e4
Het nu rolgende spel is hoogst interessant; het is van beide zijden zeer fijn berekend.
22. d3 X e4 L f6 — d4 !
23. b5 — b6 ! Ld4Xb6
24. L c2 — a4 f5 X e4
Op De7 volgt 25. Ta8, fe4 : 26. I)e2, c6 27. bc6 :, Lc7 28. b5, enz.
25. Ta7 — a8!
Op 25. Dh5 volgt Df7 ; op 25. Da3, DfB 26. Le8 La7 : 27. Da7 :, Te8: 28. De7 :, Dd5 : enz.
25 e4 X f3
Nu is dit gedwongen.
26. La4 X d7 T e8 — e5?
Dit is onjuist; beter ware fg2: 27. Kg'2 Te2 28. Lg5 (Lbo, Te5 29. Le3, Td5 : 30. Lb6 cb6 :), Pe6 29. Tf8 :f, Pf8 : 30. Le6, Kg8 en de partij zal remise moeten worden.
27. L cl — e3!
Zeer interessaut gespeeld. De zet staat in direct verband met den 31sten van Wit.
27 f3 X g2
De door Zwart gekozen voortzetting brengt hem in groot gevaar. Evenwel op Le3 : volgt 28. fe3 Pe6 29. Ta7, Pg5
30. h4, en Wit zal na Tc7 : een sterken vrijen b-pion hebben.
28. Kgl X g2 Te5 X d5
29. L e3 X b6 T d5 — g5f
30. Kg2 — hl c7 X b6
31. T fl — cl! Kh8 — g8 !
Een zeer leuke wijze om het Paard te redden; op Pe6 zou volgen: 32. TLc8 en wint. (Zie diagram.)
Stand der partij na den 31sten zet van Wit.

32. Tel—c8 Kg8 —f7
33. L d7 — g4
Op 33. Td8 : volgt Td8 : 34. Td8 Ke7, enz.
33 h7 — h5
Eenvoudiger ware: Ke7 34. Ta7f, Kf6 35. Ïd7, Pe6.
34. f2 — f4 T g5 — b5
Zwart heeft zich op verdienstelijke wijze uit de moeilijkheden gered en zijn Paard behouden; nu geeft hij het echter geheel vrijwillig op, en wel zonder reden, want na 34 Td5 35. Lf3 (Le2, Ke7), Td3
36. Lh5 Ke7 37. Lg4 [Ïa7f, Kf6 38. Td7, g6 (Pe6 gaat ook, daar Zwart steeds blijft dreigen: Th3:f) 39. Lg4, Pe6], Td4 en Wit zal nooit kunnen winnen. Na den tekstzet moet Wit waarschijnlijk winnen.
3o. L g4 — e2 T b5 X b4
36. T c8 X d8 T f8 X d8
37. T a8 X d8 T b4 X f4
38. T d8 X d6 T f4 — h4
Beter ware in elk geval h4, waarna op Wit de moeilijke, maar volstrekt niet onuitvoerbare taak zou rusten, na Tb6: de g- en h-pionnen van Zwart te winnen en dan de partij door zijn eigen h-pion te beslissen.
39. Khl— g2 g7— g5
Hier Werd de partij wegens het late uur afgebroken; m. i. moet Wit winnen.
J. D. T.