Tijdschrift 1897 - maart

Page 1


5e Jaargang. N°. 3. Maart 1897.

TIJDSCHRIFT

VAN DEN NEDERLANDSCIIEN SCHAAKBOND.

BESTUUR VAN DEN N. S.: Dr. A. VAN EHIJN, Voorzitter; H. J.DEN HERTOG, Onder-Voorzitter; W. H. M. DEVEER, Haarlemmerstraat 99, Amsterdam, Penningmeester; L. H. DEELMAN; Commissaris van Materieel; H. D. B. MEIJER, Geldersche Kade 37, Amsterdam,Secretaris.

REDACTIE: H. J. DEN HERTOG-, Marnixkade 43, Amsterdam; Mr. J. D. TRESLING; L. N. DE JONG.

Van dit blad, dat omstreeks den lSden van iedere maand gratis aan de Bondsleden wordt toegezonden, z(jn extra-nummers verkrijgbaar ii 20 cents en een gebeele jaargang ii f 2.—, eveneens slechts voor Bondsleden. Als lid van den Bond betaalt men ƒ2.50 contributie. Nadere inlichtingen verschaftde Secretaris

inlichtingen verschaft deSecretaris

INHOUD: Bondszaken; Ingezonden stukken; Problemen; «Uit de oude doos"; Binnenland; Buitenland; Kabelmatch Engeland—Amerika ; Partijen van de return-match te Moskou; Verschillende partijen; Laatste berichten.

Bondszaken. Nieuwe Leden.

P. J. C. van Haagen, Bussloo. Mej. A. Henny, Zutphen. Ferarus, Paterson (V. S.) Mevr. Cuperus—v. Rhijn, Zutphen.

J. N. Fraikin, Leiden.

J. van Dijk Az., Lierhand. E. W. Jongmans, Leiden. L. S. Ornstein, 's-Gravenhage.

J. N. Prins, den Helder. C. Wolda, den Helder. W. van Kooy, Voorburg.

van Ferarus, Paterson (V. S.) Fraikin, Leiden. Jongmans, Leiden. J. Prins, Kooy,

Wie is zoo welwillend, mij adressen te bezorgen van schaakliefhebbers in Limburg en Noord-Brabant1! De Bond heeft in die provinciën zoo weinig leden. Zouden er ook zoo weinig liefhebbers wonen?

DE BONDSSECRETARIS.

Ingezonden Stukken. Het paringstelsel-Deelman.

In het Dec.-nummer van '95 heb ik aangegeven, hoe men bij elk willekeurig getal spelers de schema's kan samenstellen, waarnaar de spelers achtereenvolgens tegen ieder geplaatst kunnen worden en waarbij de voorzet duidelijk wordt aangegeven. Toch voldeed mijn stelsel nog niet geheel aan den eisch van afwisselende kleurverdeeling.

Voor zoover dit mogelijk is, wil ik nu een verbeterde volgorde der ronden aangeven, waarbij met dezen eisch rekening wordt gehouden. Bij elk getal deel4

nemers wordt de rooster samengesteld uit de opvolgende nummers tot en met het hoogste oneven cijfer, waarbij als vaste regel geldt: bij gelijksoortige nummers (even tegen even. oneven tegen oneven) heeft het hoogste nummer den voorzet; bij ongelijksoortige (oneven tegen even, even tegen oneven) het laagste nummer, dus 7—3j 6—4, 5—8, 2—9. Nemen we voor een oogenblik aan, dat er io spelers in te deelen zijn. Nu worden de roosters gevormd door de nummers i tot 9.

Het meest logische begin is, dat no. 9 het staande nummer wordt; men begint nu met de beide middelste cijfers tegenover elkaar te plaatsen, dus 4 wit tegen 5 zwart, en gaat nu links neerdalend en rechts opklivimend te werk, terwijl het hoogste oneven cijfer (nu 9) zich aan één aansluit en 1 aan 9. dus 4—5

Ronde 2—7 Ronde 6—2 Ronde 1—6 Ronde 5—1 1-8 5—3 9—7 4—2

Staand no. 9 483 2—3 6—7 1—2 5—6 9—1 5e 1—4 6e 5—8 7e 9—3 8e 4—7 9e 8—2 Ronde 9—5 Ronde 4—9 Ronde 8—4 Ronde 3—8 Ronde 7' 3 8—6 3—1 7—5 2—9 6—4

St. no. 7 261 5

Het laatstgenoemde no., dat met zwart gespeeld heeft, wordt dus steeds in de volgende ronde tegen het staande nummer van die zelfde vorige ronde geplaatst, en heeft den voorzet.

No. 10 wordt nu als een bijgevoegd nummer beschouwd en heeft men naar den algemeenen regel te plaatsen, dus: 9—10, 10- 4, 10 8,3—10, 7—10, 10 2, 10 6, 1—10, en 5—10. Zooals men ziet, komt er in de kleurverdeeling geregelde afwisseling; alleen door het staande nummer, dat tegen het bijgevoegde geplaatst wordt, komt er eenige onregelmatigheid, die niet te vermijden is, wil men ten minste een basis hebben.

'k Vertrouw, dat de belangstellende lezer nu in staat is, voor elk getal spelers den rooster samen te stellen.

Mocht er soms nog eenige opheldering verzocht worden, dan houdt zich daarvoor aanbevolen L. H. DEELMAN Jz.

N.B. 'k Wil hopen, dat bij onze wedstrijden deze indeeling in 't vervolg mag aangenomen worden, dan heb ik er niet te vergeefs zoo veel tijd en inspanning aan besteed.

Het Bye stelsel veroordeeld ')

Het bye-stelsel is mijns inziens daarom reeds te veroordeelen, dat degenen, die aangewezen worden om niet te spelen, bevoorrecht worden, terwijl juist het niet spelen een ?iadeel moest in zich sluiten.

1) Zie voor het spelen met „byes": Tijdschrift van den Ned. Schaakbond, 1894, blz. 147 en volgende. Red.

Het aantal spelers in de eerste ronde tot een macht van 2 terug te brengen, is niet alleen onnoodig, maar neemt zelfs een ronde extra in beslag. Voor 20 spelers bv. zijn noodig 5 ronden en 12 byes («^/-spelers), die bevoorrecht worden boven de 8 spelers, waarvan er 4 moeten afvallen.

Wat dan? Eenvoudig dit:

Voorbeeld voor 20 spelers.

i' roiide: Allen spelen mede, en loopen dus gelijke risico; 10 deelnemers vallen af.

2' ronde: Van de 10 deelnemers vallen er 5 af.

3e ronde: Er wordt om geloot, wie afvalt. De door het lot aangewezen deelnemer heeft den 5den prijs. Van de 4 overige spelers vallen er 2 af.

4C ronde: De twee overgeblevenen spelen om isten en 2DEN , de twee in de 3e ronde afgevallenen om 3™ en 4DEN prijs.

Inmiddels is van de in de 2DE ronde afgevallen deelnemers er één door het lot aangewezen, die afvalt en den iode" prijs ontvangt. De 4 overige spelers kampen om 6DEN , 7DEN , 8STE" en 9DEN prijs.

Ergo, bij een aantal van 20 spelers:

Volgens het bye-stelsel: Volgens het nieuwe stelsel: 5 ronden en 4 benadeelden. 4 ronden en 2 benadeelden, die intusschen vast een prijs krijgen.

Ingeval van een oneven aantal deelnemers verplicht de leider zich, mede te spelen, en zoo het getal even te maken, waardoor voorkomen wordt, dat reeds vóór de eerste ronde geloot zou moeten worden.

Of wel: er wordt door loting beslist, wie eerst in de 2' ronde begint mee te spelen. (Dit is dan ook het eenige voordeel, dat bij loting te verkrijgen is.)

Het komt mij voor, dat de vermindering van het aantal ronde?i bij toepassing van hel nieuwe stelsel als een belangrijk voordeel moet aangemerkt worden, vooral nu de in één dag afloopende kleine wedstrijden van den Bond zoo druk worden bezocht.

Ten overvloede nog een voorbeeld voor 14 deelnemers:

i e ronde: 14 spelers, waarvan er 7 overblijven. Het lot wijst aan, wie van die zeven nog afvalt en den 7DEN prijs krijgt.

2' ronde: 6 spelers, waarvan er 3 overblijven. Bij loting wordt beslist, wie daarvan afvalt en den 3en prijs krijgt.

3C ronde: De twee overgeblevenen kampen om isten en 2DEN prijs. Van de drie in de 2DE ronde afgevallen deelnemers wordt er één door 't lot aangewezen, die afvalt en den 6DEN prijs krijgt. De beide andere kampen om 4den en 5DEN prijs. —

Voor de spelers, die in de iste ronde of later bij loting afvallen, moet gelegenheid zijn, om (ook tegen betaling van inleggeld) te matchen, of wel aan een tombolawedstrijd deel te nemen.

Voor aanmerkingen of adhaesie-betuigingen van hen, die in de regeling onzer kleine Bondswedstrijden belang stellen, houd ik mij ten zeerste aanbevolen.

AMSTERDAM, Febr. 1897. H. D. B. MEIJER.

Problemen.

Redacteur: L. N. DE JONG, te Oude-Wetering.

N.B. Verzoeke beleefd problemen, oplossingen en andere bijdragen, tot deze rubriek behoorende, aan den redacteur te adresseeren.

*No. 421. H. H. van der Goot, *No. 422. H. H. van der Goot, te Harich. te Harich.

Mat in 2 zetten.

*No. 423. J. T. Kouwenhoven, te Warmond.

Mat in 2 zetten.

No. 424 P. F. Blake, Manchester (le Pr. tornooi der „Brighto

Mat in 2 zetten.

No. 425. J. Jespersen, Svendborg (2e Pr. tornooi der „Brighton St

Mat in 2 zetten.

No. 426. W. Meredith, e Collingwood („British Chess Magaz •

VAtM '/-WS. I Mat in 2 zetten.

Mat in 2 zetten.

No. 427. Otto Fuss,

No. 428. Z. Mach, te Hannorer („Bahn Frei".) te Boleslav („Zlata Praha".)

Mat in 3 zetten.

No. 429. H. Otten, te New-York („Bahn Frei".)

Mat in 3 zetten.

No. 430. W. A. Shinkman, te Grand llapids.

Mat in 3 zetten.

No. 431. St. Zimmermann, te Boleslav („Svetozor".)

Mat in 3 zetten.

No. 432. L. Vetesnik, te Osykach („Zlata Praha".)

Mat in 3 zetten.

Mat in 4 zetten.

Oplossingen der Januari-problemen.

401. i. Dgi enz. 402. x. Tgi enz. 403 Twee oplossingen i. Pdb4 (auteurs)en i. PC7. 404. i. Tgi enz.1) 405. (pion hs op h6 te plaatsen!2) Twee oplossingen: i. Te7 (auteurs) en i. Td6j\ 406. i. Pd8 enz. 407. Twee oplossingen: x. a7 (auteurs) en i. Pe7f- 408. i. Lb5 enz. 409. Vier oplossingen: i. Üb4 (auteurs), Dc7t, Dd8 en Pc5- 410. Onoplosbaar: i. Df6 (auteurs) gaat niet op na Pfs! 411. Twee oplossingen: i. Da6 (auteurs) en i. Ld3- 412. Vijf oplossingen: i. Dd7 (auteurs), Db6, Dc5, Da6 en Lh3.

Goede oplossingen ontvangen van: A. Korst te Bergen op Zoom en A. Okkinga te Dronrijp (alle), A. van Helde te Deventer (alle, behalve 4x0), /. v. d. Hulst te Oud-Ade (alle, behalve 405), Joh. N. M. van der Elft en Jos.Reyalt te Nijmegen (alle, behalve 410), H. H. van der Goot te Harich (alle, behalve 405), M. J. de Jongh te Amsterdam, (alle, behalve 41o), //. Mendes da Costa te Amsterdam (alle behalve 405 en 410), C. Homan te Venlo (alle, behalve 405 en 410), C. van Dorp te Rotterdam (alle, behalve 405 en 4x0), W. van Royen te 's-Gravenhage (alle, behalve 404 en 410), G. C. A. Oskam te 's-Gravenhage (alle, behalve 409, 410 en 411), W. van Kooy te Voorburg (alle tweezetten, behalve 402 en 405).

Rapport der Jury in zake den 4llen driemaandelijkschen wedstrijd in probleemcompositie.

Ingekomen zijn gedurende deze drie nxaanden dertien correcte tweezetten, welker volgorde de Jury aldus meende te moeten vaststellen:

I. 406 Markx.

II. 404 „

III. 389 v. Eelde.

IV. 381 Papöt

V 391 Markx.

VI. 408 Papót.

VII. 379 v. Eelde.

VIII. 378 Beets.

IX. 390 Markx.

X. 402 „

XI. 401 „

XII. 392 Papót.

XIII. 377 v. Beek.

De Jury draagt dus 406 ter bekroning voor.

Zie diagram op pagina 51.

Beoordeeling: De Jury stelt dit probleem bovenaan, niet omdat het een geheel nieuw idee bevat, maar omdat het zeer handig is geconstrueerd. Vooral de stand der zwarte paarden, die vier varianten vormen, terwijl slechts twee zwarte pionnen noodig zijn om het probleem correct te maken, bewijst dat de heer Markx een componist is, die goede verwachtingen wekt voor de toekomst. Dat hij echter het gegeven materiaal nog niet voldoende beheerscht, bewijst de stand van den witten koning, die even goed niet op het bord kon staan. De eerste zet is voldoende, doch er was zeker in verband met de voorgaande opmerking een betere te vinden geweest bij slechts kleine omwerking van den stand. De variantenvorming schenkt het geheel de hooge waarde, waardoor het zich onderscheidt van zijne mededingers, terwijl het niet wordt ontsierd door bepaalde constructie-fouten.

1) 1. Dhi gaat niet na Le7 ! 2) In den stand van het diagram gaat 1. Te7 niet na Lh6 !

5i

B. J. M. Markx te Leiden. Bekroond in den 4den driemaandelijkschen wedstrijd in probleemcompositie N. S. B.

Mat in 2 zetten.

Dit is het geval met 404, dat in oorspronkelijkheid en variantenvorming boven 406 staat, maar door den onnoodigen pion op e2 (i. Tg2 gaat niet op na d4!) zoozeer wordt ontsierd, dat het, hadden de overige problemen ook geen ernstige constructiefouten, zeer zeker veel lager zou zijn gesteld. 389 is een betere constructie dan 379 van hetzelfde oude thema en biedt in de varianten niets nieuws. 381 is een zeer zwakke bewerking van hetzelfde idee als ten grondslag ligt aan het volgende probleem van J. Wriglty te Shaw (ie Prijs tornooi der „Manchester Weekly Times"): ^ gi, IS' g4, JL fi en g3, ^ a4 en es, & e3, Ê? d5> M C7, a5, I b7, b4, b3 en e4. Mat in 2 zetten. 408 bevat ook een bekend thema, dat echter in een nieuwen vorm is gegoten. Het geheel wordt ontsierd door den nietsdoener op f8. De overige problemen lijden allen min of meer aan onbeholpen constructie of niets zeggenden inhoud. Onder de eerste soort behoort zeker 402, dat ons een overdreven materiaal biedt met twee magere varianten, onder de tweede 401 en 392, terwijl 377 bij gebrek aan variantenvorming nog onzuivere matstellingen voegt. In zijn soort herinnert het aan een bekend probleem van Laws (Dufresne, Schachaufgaben III N°. 48), dat meer in den geest van 377 aldus vervormd had kunnen worden: ^ b3, 'is1' g6, Hf d6, JL b4, t C4, ^ e5, M f8, |C5 en e3 (1. Td4). Men zie hoeveel varianten met weinig materiaal hier worden gevormd, waarvan twee geheel rein, terwijl 377 met veel overtollig materiaal nog slechts weinig varianten heeft en dan nog met onreine matstellingen!

Van de driezetten zijn slechts correct bevonden de Noa 396, 383 en 394, terwijl 398 het getal der vierzetten brengt op vier. Daar de driemaandelijksche wedstrijden met dit nummer eindigen en vervangen worden door den in het Januarinummer aangekondigden wedstrijd met drie prijzen in elke afdeeling, acht de Jury

het 't billijkst, alleen 396 en 398 in den nieuwen wedstrijd te laten mededingen, omdat deze ook voldoen aan de strengere reglementsbepalingen. De overige nummers in beide rubrieken kunnen nog veel verbeterd worden.

Uit de Probleemwereld.

Terstond na het eindigen van haar 6e Tornooi schrijft de „Brighton Society" haar 7e uit, wederom voor twee- en driezetten en met 3 prijzen in elke rubriek. Een extra-prijs wordt nog uitgeloofd voor den besten twee- en driezet van denzelfden auteur. Ieder mag in elke rubriek twee problemen inzenden, genummerd naar de waarde, die de componist er aan toekent. Verzending als gewoonlijk.

Termijn: 1 Juli 1897. Adres: Dr. Runt, Chess-Editor „Brighton Society" Queen's Road 101 London N. E.

De N°s 424 en 425 zijn ontleend aan het 6e Tornooi van bovengenoemd blad en door ons opgenomen om onze lezers te laten zien, welk soort van problemen kans van slagen heeft. De Jury werd toen gevormd door Hume, Joseph en Laws. In verschillende bladen deed het bericht de ronde, dat A. E. Mackenzie, de beroemde componist, die niet lang geleden blind is geworden, zou zijn overleden. Reeds werden te zijner nagedachtenis in de Amerikaansche schaakrubrieken de schoonste voortbrengselen van zijn kunst opnieuw gepubliceerd, doch nu blijkt, dat dit gansche bericht berust op de verwisseling van den componist met zijn broeder, die onlangs is overleden. Zelfs heeft Mackenzie met goed gevolg, blind zooals hij is, beproefd problemen te maken en zelfs aan tornooien deelgenomen. Welk een verbazingwekkend voorstellingsvermogen hij hiervoor noodig heeft, en welk een krachtig geheugen, kan alleen hij weten, die langen tijd met het bord voor zich heeft gezocht naar een nevenoplossing of een goede variant, en ten slotte na publicatie bemerkt, dat zijn werk toch nog incorrect is gebleven. Moge hij nog langen tijd de „probleemwereld" verbazen met de vruchten van zijn geest!

Indertijd deelden wij mede, dat B. G. Laws in de „Chess Monthly" een artikel schreef over het oplossen van problemen. Het eerste artikel deed ons vermoeden, dat het in den geest zou wezen van hetgeen den Hertog ons heeft gegeven in zijn werk: Het Schaakprobleem. Dit blijkt echter niet juist gezien: het is meer een verhandeling over den eersten zet dan een over oplossen van problemen, zoodat wij dan ook afzien van het geven van een kort uittreksel. Mochten wij met onze artikelen over Probleemcompositie zoo ver komen, dat de eerste zet ter sprake komt, dan zal zeker menige opmerking van Laws, die tot in kleinigheden toe den aard der verschillende eerste zetten toont, dankbaar worden gebruikt. Wonderlijk genoeg gebruikt hij voor zijne uiteenzetting bijna uitsluitend tweezetten. In „Deutsches Wochenschach" van 7 en 14 Febr. 1897 komt een merkwaardig artikel voor van den redacteur der probleemrubriek in dat blad, B. Htllsen te Beelitz. Na eene inleiding, waarin hij het streven van vele componisten om verschillende probleemideeën in éen probleem samen te vlechten, afkeurt, wijst hij er op, dat eigenlijk slechts drie- en vierzetten worden gecomponeerd, terwijl de

meeste tweezetten van den laatsten tijd reproducties zijn van oudere voorbeelden, meestal in slechteren vorm dan de zooveel oudere voorgangers. Daar hij het combineeren van verschillende ideeën sterk afkeurt, meent hij, dat de roeping van hem, die tweezetten wil vervaardigen, ligt in het bewerken van zoo weinig mogelijk materiaal, reine matstellingen en een echten probleemzet als inleiding. „Wel zullen dan geen tornooiproblemen tot stand komen, zoo gaat hij voort, maar op deze wijze heeft men de kans, naar den vorm volmaakte problemen te verkrijgen. Slechts „klein" zijn deze kunstprodukten, maar toch zal het niet ontbreken aan den bijval van alle zaakkundigen." Als voorbeeld geeft hij dan verschillende problemen van hem zelf, waarvan de meesten als kenmerk konden dragen : eenvoudig en gemakkelijk. Als het beste beschouwen wij dezen tweezet: ^ a4, '-=^k7, § g5, $ a6, e3 en e4, ^ dó,|a7 en e7, waarvan de constructie van den eersten zet bijzonder goed is gelukt. Men beproeve slechts i. Tcs, i. Te5, i. Kb4 en men zal tot de erkenning komen, dat het aanbrengen van pion e"j, die bovendien twee varianten schept, het probleem tot een der beste tweezetten verheft. De matstellingen vormen niets nieuws, maar toch zijn zij verschillend van karakter, ofschoon niet alle rein. Wij meenden onze lezers dit overzicht van Htllsen s artikel niet te mogen onthouden: i° omdat ook vele Nederlandsche componisten, af te gaan op hunne bijdragen in den compositie-wedstrijd, zich bewegen op den door Hülsen aangewezen weg. Maar dan 20 omdat naar onze meening Hülsen uitgaat van een verkeerd denkbeeld.

Elk probleem is bepaald door den stand der gekozen stukken ten opzichte van elkander, en den zet die de oplossing inleidt. Hiervan hangt alles af, wat het probleem waarde zal schenken in de oogen van den beoordeelaar. Het is dus de zorg van den componist, de juiste stukken en den goeden stand te vinden om bepaalde matstellingen te verkrijgen, terwijl hij, al voortwerkende aan zijn probleem, het oog moet houden op een schoonen inleidingszet. Tot zóóver zullen alle componisten het eens zijn. Maar nu geeft Hülsen als regel voor tweezetten, omdat hier het veld reeds is afgemaaid naar zijne meening: men neme het kleinst aantal stukken, stelle die zóo op het bord, dat de schoonste eerste zet mogelijk wordt en beproeve dan het probleem correct te maken met zooveel mogelijk reine matstellingen. Op het eerste gezicht schijnt dit verbazend mooi en werkelijk zal op deze wijze wel eens een goed probleem worden gecomponeerd, doch dan is het toch louter toeval. De componist begint b.v. met dame en toren op het bord te zetten met^ het idee, den eersten zet te doen met den toren, zoodat deze den zwarten koning twee velden vrij geeft. Wie komt dan zonder meer gegevens dan de zucht reine matstellingen te scheppen tot het probleem van Htllsen, dat wij hierboven hebben geciteerd? Mij dunkt, dat juist dit probleem - en daarom haalden wij het aan bewijst, dat het niet is gecomponeerd volgens Hülsen's regel, dat het ook min of meer een samengesteld idee bevat, en dat het daarom door ons zoo hoog werd gesteld. Niet in het polijsten van bekende ideeën ligt de roeping van den tweezettencomponist. Neen, zelf zal hij, terwijl hij dat overlaat aan knutseltalenten, zoeken naar rog niet gevonden combinaties, die werkelijk nieuwe problemen

scheppen. Zulke werken zijn de prijsproblemen op alle tornooien, en, al zijn daar wanstaltige onder, dit belet ons niet, toch den ruwen maar nieuwen inhoudhooger te stellen dan den fijn gepolijsten ouden vorm. Er heerscht wel veel wansmaak. Maar zoo dwaas zijn wij nog niet, dat wij een weer eens uitgeborstelde en uitgestoomde jas der voorgaande eeuw liever dragen, dan een fonkelnieuwe uit een onzer groote kleedermagazijnen, zelfs al is de stof der laatste minder duurzaam. De eerste behoort thuis in een museum van oudheden, de tweede wenschen wij zelf te dragen. —

„Uit de oude doos."

Oplossing der studie van J. Dufresne (blz. 8). (Tgi is zwart).

i. g8 Dj-, Kg8 : 2. Tg6:f, Tg6 : 3. Paif, .-v? 4. b3, ^ 5. Pat! Slechts ééne goede oplossing ontvangen, nl. van den Heer Joh. F. Malta, te Rotterdam.

Binnenland.

AMSTERDAM. Hier volgt de uitslag van den winterwedstrijd van het „Vereenigd Am terdamsch Schaakgenootschap". ie Klasse.

A. Bleykmans. Tinholt. J. D. Bleykmans. v. Foreest. Kothe. Meyer. Prins. Totaal. ' n I v 1lelft A. Bleykmans — 1 1 Vs o o

|

C. Tinholt ....00 — o | o 1 11000104 * * 1 1/ Helft J. I). Bleykmans. Vs i *i *i — o i i o o o i 17/2 pr * * * * o Helft

Jhr A.E. v.Foreest i i *o *o i o — i 1 1 1 1 ° 8 ie en 2e Pr. H. Kothe 00010100 — 00013 _ Helft

H. D. B. Meyer. 1 o 11 1 1 o o 1 1 — 01 » le en 2e Pr.

A. J. Prins. o j o o 1 o|o o 1 ijo iio — 4

Matches: F or eest — *r *0 *Vs 1V2 || A. Bleykmans I 1 Vs Vs Vü I1V2 Meyer o 1 V2 | 1V2 |j J- D-' Bleykmans. i Vs Vs Va | i'/s * = zonder pion f7.

(Maximum 7 punten).

55 z' Klasse.

ie Prijs: J. C. ten Tusschedé, met 51/5 punt.

2" Prijs: A. J. Kleeblad, met 5 punten.

3e Prijs: D. Duque, met 4V2 punt.

De overige deelnemers waren de H.H. W. Muntjewerfïf, M. G. Stokvis, H. Mendes da Costa, W. H. van der Meulen en A. Grave.

(Maximum 11 punten.)

30 Klasse.

ie Prijs: J. W. van der Laan Jr., met 9V3 punt.*)

2e Prijs: C. van Steenderen, met 9V2 punt.

3e Prijs: A. Stokvis, met 7V2 punt.

De overige deelnemers waren de H.H. W. Pirsch, J. F. de Leeuw, W. ter Hasselt Puikers, N. de Voogd, F. Gillot, J. J. Ficke, K. J. Bleykmans, A. S. Cattela en G. Bakker.

De „Amsterdamsche Schaakclub" zal ingevolge een besluit harer laatste jaarvergadering in deze maand een tombola-wedstrijd houden.

I usschen Meiners en den Hertog is een match van 7 partijen begonnen. De eerste partij werd remise, de tweede won Meiners.

Buitenland.

St. PETERSBURG. — Van een match Lasker-Tschigorin komt niets. De meesters zullen echter 2 partijen tegelijk per telegraaf spelen, die waarschijnlijk reeds op 13 April a.s. zullen beginnen. Vermoedelijk zal de inzet van weerszijden 1500 roebels bedragen. Dit zal, meenen wij, de eerste maal zijn, dat Lasker zich aan een belangrijken correspondentie-wedstrijd waagt. De gansche schaakwereld zal ongetwijfeld met groote belangstelling den loop der partijen volgen.

MOSKOU. — In het laatst van Februari deed door de dagbladen de tijding de ronde, dat Steinitz overleden was. Dit bericht is gelukkig onwaar gebleken. De meester bevindt zich thans in de Morosoff-kliniek alhier. Het reizen en trekken, dat hij in den laatsten tijd deed, moet hem doodelijk vermoeid hebben. Na de match met Lasker vormde hij het plan, eerst nog wat te blijven uitrusten en dan naar New-"\ ork terug te keeren, om daar eene wijsgeerige verhandeling te gaan schrijven. In de psychiatrische inrichting hoort men hem in 't geheel niet spreken over de match met Lasker, zelfs niet over het schaakspel in het algemeen, maar zijn phantasie is voortdurend bezig met de bewuste philosophische verhandeling. De geneesheeren geven hoop op volledig herstel van den lijder.

) Na met 2i tegen £ een match tegen den Heer van Steenderen gewonnen te hebben.

LEIPZIG. — De .,Freie Schach-Loge Philidoria", alhier, heeft een prijsvraag uitgeschreven, die wij hier met het oog op de plaatsruimte moeilijk in haar geheel kunnen overnemen. Ze bestaat uit zes opgaven: een vierzet oplossen, en de nevenvariant aanwijzen, waarin de auteursoplossing faalt; de vraag beantwoorden, of Zwart in een zekere stelling winnen kan; uitvoerige analytische aanteekeningen schrijven bij drie werkelijk gespeelde partijen, waarvan de zetten worden gegeven, en, last not least, de kwestie uitmaken, op hoeveel manieren in de aanvangsstelling der partij Wit of Zwart in drie zetten mat kan geven, met dien verstande, dat Wit steeds begint.

Wij stellen ons voor, dat het een heel prettig werkje zal zijn, b.v. de volgende hoogst pikante partij te analyseeren — ze is werkelijk gespeeld, lezer! i. e4, es 2. Pf3, Pc6 3. LC4, Pd4 4. Pes:, Dgs 5. U7:f, Kd8 6. Dh5,Dg2: 7. Tfi,De4:f 8. Kdi, DC2 :f 9. Kei, Dei :f 10. Ddi, Pc2f n. Ke2, Ddi:| 12. Kdi:, Pai: 13. Lg8:, Tg8: 14. Tei, d6 15. Pf7i, Kd7 16. PC3, Le7 en wint. Wie lust heeft, aan dezen wedstrijd deel te nemen — er is een zeer mooie prijs uitgeloofd: een diploma met het zegel der Loge! — kan al de opgaven vinden op pag. 70 en 71 van „Deutsches Wochenschach" (28 Febr. 1897.)

Sedert x Januari 1897 wordt de „Deutsche Schachzeitung" geredigeerd door Dr. Tarrasch. En nog steeds staat hij op de titelpagina van „Deutsches Wochenschach" als eerste medewerker vermeld. O, Caïssa, welk een wonder geeft gij ons te aanschouwen I

Eerlang zal bij Veit & Comp. alhier verschijnen: „Zur G-eschichte und Litteratur des Schachspiels. Forschungen von Tassilo von Heydebrand und der Lasa. (Prijs 6 k 7 Mark, + 25° bladzijden.)

BERLIJN. — Van het meestertornooi, gehouden in de schaakclub „Centrum", volgt hier de uitslag: Maximum 6 punten.

i° Prijs (300 Mark): Von Bardeleben, met 4VS punt.

2e Prijs (200 Mark): Charousek, met 4 punten.

3e Prijs (150 Mark): gedeeld door Cohn en Mieses, ieder met 3V2 punt.

Verder behaalden Walbrodt 21/2, Heinrichsen 2 en Gutmayer 1 punt.

Kabelmatch Engeland—Amerika. 12 en 13 Februari 1897.

Dit is de derde kabelmatch tusschen Engeland en Amerika. Het Tijdschrift heeft van de beide vorige verslagen bevat, schoon kort en niet door een ooggetuige geschreven. Een zeer beknopt historisch résumé moge hier dus voldoen.

De eerste had plaats 9 Maart 1895 tusschen de British Chess Club te Londen en de Manhattan Chess Club te New York. Slechts leden dezer twee clubs, onverschillig van welke nationaliteit, namen deel aan den strijd. Zoo speelden o. a. John Owen, L. Hoffer, C. D. Locock, Mills, Lord, Mortimer en Trenchard voor de British en Lipschütz, Showalter, Hodges, D. G. en J. W. Baird voor de Manhattan Chess Club. Na acht uur kabelens waren twee partijen remis gegeven, de overige nauwelijks in het middenspel aangeland. De match werd toen onbeslist verklaard. De oorzaak dezer mislukking moest gezocht worden in het gebruik eener corruptie der Duitsche notatie, waardoor herhaaldelijk fouten en vergissingen in de telegrammen voorkwamen. Een begin was echter gemaakt en veel practische ondervinding opgedaan; men had een basis, waarop een volgende maal grootscher en doeltreffender schikkingen konden getroffen worden.

Na schier eindelooze onderhandelingen werd besloten, de tweede kabelmatch 13 en 14 Maart 1896 te houden. Ditmaal had de Brooklyn Chess Club de zaak in handen genomen en de bekende Engelsche schaak-maecenas en President der British Chess Club, George Newnes, een kunstwerk uitgeloofd ter waarde van 180 pond voor de winners. De voornaamste conditiën waren: 1. De match is beperkt tot spelers, resp. in Groot-Brittanje en Amerika geboren, en zal ieder jaar worden herhaald. 2. De British Chess Club en de Brooklyn Chess Club hebben het eerste recht van uitdaging, maar kunnen hiervan ten behoeve van een andere schaakclub of schaakorganisatie afstand doen. 3. Om in het bezit van den Newnes-prijs te komen, moet dezelfde zijde drie jaren achtereen winnen.

Ter vergelijking voeg ik het resultaat der kabelmatches van '96 en '97 naast elkaar. 1896. 1897.

Engeland. Amerika. Engeland. Amerika. Blackburne 1 Pillsbury o Blackburne i/2 Pillsbury Vs Burn o Showalter i Locock o Showalter 1 Bird o Burille 1 Atkins 1 Burille o Tinsley o Barry 1 Lawrence o Barry 1 Locock 1/2 Hymes 1/2 Mills 1/2 Hymes % Mills 1/2 Hodges 1/2 Bellingham 1/2 Hodges 1/2 Atkins % Delmar i/2 Blake o Delmar 1 Jackson 1 D. G. Baird o Jackson 1 Helms o Cole 1 Teed o Jacobs 1 M'Cutcheon o 3Vj 4V2

De omstandigheid, dat ditmaal over 10 borden gestreden werd in plaats van 8, verschafte Engeland de overwinning, want de eerste 8 borden leverden hetzelfde resultaat op als verleden jaar. Verder verdient opmerking, dat de plaatsen der professionals Burn, Bird en Tinsley thans door amateurs werden ingenomen. De reden is duidelijk. De 9 gekozen amateurs kunnen veilig als de sterkste beschouwd worden, die Engeland in t veld kan brengen. De uitslag althans rechtvaardigde de keuze van het Comité.

Beide dagen was het zeer vol in de Prinszaal van het nieuwgebouwde reusachtige Cecil-hötel — veel voller dan verleden jaar. De „Commercial Cable Company" had een harer acht kabels voor het uitsluitend gebruik der schakers afgestaan en 5 telegrafisten hadden in een hoek der zaal aan een speciale tafel plaats genomen. Aan weerszijden langs den muur zaten de spelers, door een cordon van het publiek afgescheiden. Elke speler had een „teller" of helper, wiens plicht het was, den gedanen zet op een formulier te schrijven en aan de telegrafisten te overhandigen, het antwoord bij aankomst in ontvangst te nemen, de klokjes om te slaan en de gedane zetten op een duplicaat-bord aan het andere eind der zaal te herhalen ten dienste van het publiek. Een telegram van bord 9 zag er zoo uit: Neuf P K four (— e4).

De Engelsche notatie gaf aanleiding tot geen enkele vergissing. Eenmaal zelfs werd een zet geseind en het antwoord ontvangen in 1 minuut! In het midden der zaal was een reusachtig schaakbord met kolossale stukken op den vloer geplaatst, waarop iedereen den loop der partij Blackburne—Pillsbury kon volgen. Ondanks de vele dames maakte het publiek niet te veel leven. Er werd gespeeld van 2.30 tot 6.30 en van 7.30 tot n.30, dus 8 uur per dag en de belangstelling nam toe naarmate de partijen vorderden. Geórge Newnes zorgde uitstekend voor den inwendigen mensch zijner kampvechters en noodigde beide dagen spelers, helpers en vrienden tot een schitterenden maaltijd uit. Men kon het hem aanzien, dat zijn ziel in de zaak was. Kondigde hij een overwinning aan voor Engeland, dan klonk zijn stem even opgetogen als zij neerslachtig klonk, wanneer Amerika een partij had gewonnen. Hieronder volgen de beste partijen met enkele aanteekeningen. Vrijdagavond werd reeds de partij M'Cutcheon-Jacobs beslist en deze eerste overwinning voor Engeland werd met langdurige toejuichingen begroet. Zaterdagmiddag gaf Locock een hopelooze partij op tegen Showalter, daarmede de score gelijkmakende. De opening was als volgt: Showalter (Wit): 1. e4 e5 2. Pf3 Pc6 3. Lb5 Pf6 4. 0-0 Pe4: 5. d4 Le7 6. De2 Pd6 7. Lc6: dcó:? 8. de5: Pf5 9. Tdi Ld7 10. g4 (veel sterker dan e6, waarop Zwart volgens Dr. Tarrasch door eventueel opofferen van een paar pionnen of de kwaliteit een sterken aanval krijgt) Ph4 n. Ph4: Lh4: 12. g5! (dreigend e6 en Dhsf) g6 13. PC3 De7 14. De4 Lg5 15. Td7: Kd7: 16. Dg4t De6 17. Dd4f Kc8 18. Lg5: Te 3.55 gaf Lawrence een zeer slecht verdedigd, en weinig interessant Damespel op; te 4.22 won Jackson een uitstekend verdedigde, maar overigens weinig pikante Spaansche partij en de score was nu 2 ieder. Daarna maakten Mills en Blackburne remis — 3 ieder. Blackburne's remis kwam als een groote verrassing, daar hij langen tijd zeer slecht stond. Op den 3jasten zet (jee(i hij echter een oogenschijnlijk zwakken zet, die echter een diepe val verborg, waarin Pillsbury terstond inliep. Mills' partij was niets dan geesteloos moorden „et le combat finit faute de combattants". Te 6.5 gaf Blake op en dit gaf den Amerikanen voor de laatste maal de leiding met 4 tegen 3, want te 9 5 behaalde Atkins in een met Laskersche fijnheid en nauwkeurigheid gespeelde Weener een welverdiende overwinning.

De opgewondenheid der toeschouwers kende nu geen grenzen meer, de uitslag

der match hing van de beide nog loopende partijen af. „Kan Cole winnen? kan Bellingham remis maken?" zoo dacht iedereen en vooral Blackburne en Gunsberg werden met vragen bestormd. Eerstgenoemde zeide: „Ik zie geen winst voor Cole, maar als er winst inzit, zal hij het wel uitvinden, want ik ken geen beteren eindspelspeler". Dat een jonge speler als Cole ondanks het feit, dat als 't ware alle oogen op hem gericht waren, zijn kalmte niet verloor, is bewonderenswaardig. Hij had met opzet de partij spoedig tot een eindspel gereduceerd en eenig voordeel behaald, hetwelk echter verbazend moeilijk, zoo niet onmogelijk scheen, in winst om te zetten. Door meesterlijk en boven allen lof verheven spel vermeed hij alle vallen en toen te 9.28 het telegram kwam, dat zijn tegenstander opgaf, kan het enthousiasme en applaus, dat hem begroette, eenigszins gedacht maar niet beschreven worden. Hij was op eenmaal de held van den geheelen kamp geworden en enkele dames hadden zelfs tranen in haar oogen van blijdschap.

Het stond nu 5 tegen 4 in Engeland's voordeel en Bellingham behoefde slechts remis te maken om de match te winnen. Hodges spande te vergeefs alle krachten in, om de winst te forceeren en toen hij zag, dat er tegen Bellingham's ijzeren verdediging niets te beginnen viel, bood hij remise aan, wat dankbaar geaccepteerd werd. Nu zond de President der Brooklyn Chess Club een telegram van gelukwensch met de behaalde overwinning en Newnes bedankte in passende woorden. Nadat wij nog ontelbare malen gejuicht hadden voor de Amerikaansche spelers, voor Newnes, voor de overwinning, voor iedereen in 't algemeen en ons zelf in 't bijzonder, was de kabelmatch afgeloopen, die langzamerhand belooft te worden een nationale gebeurtenis, steeds toenemend in populariteit.

Londen, Februari 1897.

N. W. VAN LENNEP.

Zwart: Teed.

Bord No. 9. Wit: H. H. Cole.
Stand der partij na den 25sten zet van Wit.
Stand der partij na den 53sten zet van Wit.

25.... K f7

26. Kd3 Ke6

27. Kc4 K dó

28. Kbs K 07

29. Ka6 K b8

30. a4 L b4

31. K'05 Lei

6o

38. Las L f2

51. Kaó Kcó

39. g4 fg4: 52. Kas L e7

40. fg4: Le3

41. LC3 L f4

42. 113 L C7

43. L d2 L f4

44. L b4 L 07

32. as!*) bas : 45. L e7 L f4

33. Ka6 Kc7

34. La7: gs

35. f3 K c6

36. Lb6 a4

37. ba4: f5

46. Lfó L e3

47-Lg7 Les

48. L h6b) L e7

49. Ka7 KC7

50. L g7 L csf

53. L C3 Ld8t°)

54. K b4 Kds

55. Kbs Ke4

56. L, b4!!d) Kds

57. Les L c7

58. L b6 L b8

59. as L f4

60. a6 L b8

61. L e3 h6

62. Kb6 Geeft op e)

a) Op Las : volgt 34. b4 aóf 35. Ka4 en wint den Looper.

b) Hier had reeds 48. Kas kunnen volgen als in zet 52, maar Wit probeert of Zwart misschien naar e3 teruggaat, waarop 114 onmiddellijk zou winnen.

c) Gaat de Looper naar d6, dan volgt 54. Lfó Lf4 55. Kb4d) De eenige zet om te winnen. Speelt Zwart nu Kf3, dan volgt 57. Les Kg3

58. Lb6 Lfó 59. as Les 60. aó Lb8 61. Kcó en wint. ") Een door Wit prachtig gespeeld eindspel.

Bord No. 1. Wit: Blaektourne. Zwart: Pillsbury. (No. 392.) Tweepaardenspel 111 de ualiand.

v. L.

1. e4 es 17. Khi L d7 33. T eei b4

2. P f3 P có 18. a3 L e7 34. ab4: ab4:

3. L C4 P fó 19. Dd2 Des 35. P e2 bc3 :

4. d4 ed4 : 20. L fi o—o—o 36. PC3: Kcó

5. Pgs Pes 21. De3 D : 37. b3!! d4

6. Dd4: De7 22 T e3: L eó 38. L e4f Kcs

7. o—o hó 23. L d3 Lfó 39. P a4f K b4

8. P f3 P f3 24. Pdi ds 40. bc4: Ka4:

9. gf3: dó 25. es L gs 41. Tait Kb4

10. P C3 có 26. T e2 gó 42. T ebif Kcs

11. L f4 Phs 27. Pf2 es 43. T ast KC4:

12. L g3 P g3: 28. Ph3 L hó 44. T a4t Kcs

13- f§3: hS 29- c3 c4 45- T a5t Kc4

14. T fei h4 30. L C2 Kc7 46. T a4f Kcs

i5- g4 Des 31. Tdi bs 47. T asf

16. Df2 Das 32. Pgi as remise.

6i

Bord No. 3. Wit: Atkins. Zwart: Burille. (No. 393.) Weener Partij.

i- e4 es 16. P f4!!a) L e6 31. L b4 Taa

2. Pc3 Pc6

17. Pds L ds : 32.1,35: Tas: 3- 83 LC5 18. ed5: DeS: 33. L b7: T a2

4- Lg2 dó

19. L f4 De8 34. T e8t Kh7

5- P a4 L bó 20. dó cdó: 35. h4 P eó

6. P bó : abó: 21. T ei Dd7 36. L e4f gó

7. P e2 Pfó 22. ,Ddó: D bs 37. hs P d4

8d3 Lg4

23. b3 Pcó 38. hgó : fgó:

9- h3 L d7 24. c4 Dcsf 39. T e7f Kh8

10. o—o hó

25. D05: bes: 40. 05 Taif

11 f4 Ue7 26. L dó Tfd8 41. Kf2 T ci

12. C3 Pd8

27. LC5: Td2 42. có Pcó:

13. d4 o—o 28. 34 Pgs 43. Tc7 TC3

14- fes: des : 29. 35! T as: 44. T có : T b3 :

15. des: P li7 3°- T as : P as : 45. T gó: en Wit won ') De moeilijkste zet in de partij en de eenige, die Wit's voordeel handhaaft.

Bord No. 10. Wit: M'Cutcheon.

Zwart: H. Jacobs. (No. 394.) Damepio» tegen Koniiigspion.

1• e4 ds 10. a3 D f4! 19. Kg2 es 2. eds: P fó 11. Ke2 D e4f 20. des: L es:

3. P C3 Pds: 12. Kd2 Pcó 21. P es: P es:

4. Pds: D ds : 13. cj o—o—o 22. I, D e4+

5- P ^3 Pcó 14. O 02 D gó 23. KI13 P g4

6- d4 LfS 15- g3 Le7 24. Thei T d3

7. L d3? P b4 16. Kei hs 25. D fi P e3:

8. L f5: D f5: 17. h4 T he8 26. Te3: Dg4f

9- Kd2 eó 18. Kfi L dó 27. Kg2 T8e3: Opgegeven. *) ") Want op fe3: volgt 28 Td2f en 29 Dg3:

Bord No. 7. Wit: Blake.

Zwart: Delniar, (No. 395.)

Friiiisclie Partij.

1• e4 eó 9. C3 DC7 17. b4 L ej

2- d4 ds 10. De2 0—0 18. L f4 Dc8

3. P C3 de4: 11. I, d2 T e8 19. C5 fó

4- P e4: P fó 12. T adi P f8 20. T dei?") es

5. L d3 P e4: 13. T fei L d7 21. L e3 I, có

6. L e4: P d7 14. g3 T ad8 22. P d2 aó

7- P f3 có 15. C4 C5 23. Dc4t? Kh8

8. o—o L dó 16. des: Les: 24. P b3 f5

02

25. Lc6: bc6: 32. gf4: Db8

26. £4 P g6

27. Tcdi L f6

33. T d6

39. Df3 hó

Db4: 40. c6 Dd8

34. Kg2 T f4: 41. Ta6: Dds

28. Kfi Tdi: 35. De3 T g4f 42. 07 T eif

29. T di: ef4: 36. Khi T e4 43. Kg2 T e2f

30. L f4: Te4

37. Tc6: Db7 44. Kgi L d4t

31. Dei P f4: 38. T b6 Da8 en mat op den 47sten

') Tot hiertoe heeft Wit goed gespeeld. Nu had echter Ld6 moeten volgen. Zwart neemt nu den aanval op en houdt dezen tot het einde toe vast.

Partijen van de return-match te Moskou.

No. 396. 13de Matchpartij, gespeeld 26 December 1896.

Wit: Steinitz.

Zwart: Lasker.

Geweigerd Daniegambiet.

1. d4 d5 14. o—o T ac8 27. T C5 : Dh4 ')

2. C4 e6 15. D bi b4c) 28. P e4 f5

3. P 03 P f6 16. P 04 D 07 29. P g3 T f2 ')

4. Lg5 L e7 17. Lf4 e5 ?d) 3°- Kf2 : D h2f

5. e3 o o 18. L e5: D c6 31. Kfi D g3;

6. D b3 dc4: 19. L f3 D e6 32. T C3 : D f3

7. LC4: C5 20. Lf6: L f3: 33. Kei f4

8. des: Pbd7 21. gf3:e) bc3: f ) 34. Dd3 D g3t

9. P f3 •) P 05 : 22. L e7 : D e7 : 35. Kd2 f3

10. D C2 a6 23. T d5*) T c6 36. Kei f2

11. T di D as 24. T fdi T góf

12. Pd2b) bs 25. Kfi! Th6

13. L e2 L b7

37. D C4f Kh8

38. I) f4!

26. P d6! T h2 :h) Opgegeven.

a) 9. c6, door Steinitz in de 11e partij gespeeld, is bepaald minder sterk dan de zet in den tekst.

b) Dr. Tarrasch beveelt hier 12. a3 aan, en geeft de volgende variant: 12. (a 3), Pce4 13. b4, Lb4.-? 14. ab4:, Db4 : 15. Lf6 :, gf6 : 16. De4 :, DC3 17. Ke2 enz.

c) Niet geheel correct, zooals uit het vervolg blijkt.

d) Deze zet kost de partij. Na 17—, Dc6 18. Lf3, De8 19. Pe2 had Zwart nog steeds het beste spel gehad.

") Dadelijk Le7 :, dan natuurlijk 21—, Dg4.

f) Op 21—•, Lf6 : volgt 22. Pds en Wit hneft beide Paarden gered.

s) Verhindert 23—, Dgst en 24—, DI15.

h) Hier had Zwart nog best 26—, Dc7 kunnen beproeven.

') 27—, Dd6 : 28. Td6 :, Thit 29. Kg2, Tbi : 30 bc3 : en Zwart verliest ook.

') Een laatste wanhopige poging, om de partij te redden. Op 29—, Dh3t 30. Kei, Dg2 ware 31. Dc2 gevolgd.

63

No. 397. 14de Matchpartij, gespeeld 23 December 1896. Wit: Lasker. Zwart: Steinitz.

Spaansche Partij.

1. e4 es 25. T hei L e6

2. P f3 P c6

3- Lb5 a6

49. T dóf K 05

26. L C5 b4 | > 50. T d8 T e2

27- P e3 Tb5 I • 51. Tf3! T a.2:

4. Lc6: dc6: 28. L d6 03 52. T cj:f K b4

5. PC3 f6?

29. b3 as') 53. T C2! Tc2:f

6. d4 ed4: 30. T d3 a4

7. DVI4: Ld6

8. Le3 P e7

9. Pd2 05

54. Kcz: T e2|

31. P d4 P d4: 55. T d2 T e4

32. Td4: L h4: 56. T f2 T g4

33. T e2') ab3 : 5.7. Kb2 T

10. D d3 bs a) 34. cb3: L e7 58. g3 T es

11. D e2!l) C4c) 35. Pc2 g5 59. T f4! K bs

12. Dhst g6 36. L e7 : K e-j : 60. Ka3 T ds

13. D h6 K f7

14. f4 Df8

15. DI14 P c6

16. Pd5 f5

37. P b4: gf4: 61. T f3 Kas

38. P c6f K f7

62. b4f Kbs

39. T f4: T g4 63. Kb3 K b6

40. Td4k) HS

17. Df6fd) Kg8e) 41. Pd8f Ke7

64. KC4 K C6

65. T b3! Te5

18. D f8 Lf8:f) 42. Pe6: K e6: 66. b5| K b6

19. PC7: T b8

20. o—o-—o K f7

21. Pf3 h6

22. es L e7

23. P ds L d8

24. 114!®) T g8 '•)

43. T d6| K e7

67. Kd4 T e4-f-

44. T h6 T e4 ! 68. Kd5 T e8

45. T f2') T bes : 69. Kd6 T ei

46. Ths: K e6m)

47. T h6f K ds

48. T f6 K d4

70. T f3 K bs :

71. T f5:f K 04

72. g4 Opgegeven

Stand der partij na den 24sten zet van Zwart. Stand der partij na den 46sten zet van Wit.

a) Natuurlijk niet 10 ., o—o wegens 11. L 05 LC5: 12. D C4f enz.

b Thans dreigt 12. L 05: benevens 13. D h5f.

64

c) Rocheert Zwart, dan volgt 12. a4 en Zwart moet wel overgaan tot 12 b4, waardoor zijne pionnenstelling aanmerkelijk verzwakt wordt.

d) Dr. Tarrasch prefereert: 17. efs L f5: 18. o—o—o, benevens g4 of Pf3.

e) 17—, Ke8? dan 18. P cj:| enz.

f) Dit kost een pion. Dr. Tarrasch recommandeert: 18 Kf8: 19. e5, Pb4! 20. Pb4:, Lb4: enz.

g) Dreigt 25. I15.

h) Om 25. h5 met g5 te beantwoorden.

') Thans heeft Zwart nog een goede aanvalsstelling verkregen, hetgeen Wit volgens Dr. Tarrasch had kunnen voorkomen door op den 25sten zet te spelen* P d4 met de voortzetting 25 . . . ., Pd4: 26. Ld4:, L e6 27. L C5 enz. Zie diagram.

j) 33. Thi gaat niet wegens 33 . . . ., L f2.

k) Als eenvoudiger en sterker geeft Dr. Tarrasch: 40. Tg4:, fg4: 4i.Pd4, Td5 42. T e4, h5 43. K C2 en de voortrukkende pionnen a en b doen het overige.

') En niet 45. T e4:, fe4: 46. Th5:, 63!

m) „Deutsches Wochenschach" meent, dat Zwart door 46 ., T eif 47. K C2, T ie2f 48. T e2 Te2:| 49- KC3:, T a2: de partij remise had kunnen maken, doch volgens Dr. Tarrasch is in deze variant na 50. Tf5T g2 : 51. Tds het spel voor Zwart toch ook verloren. Zie diagram. No. 398. 15de Matchpartij, gespeeld 1 Januari 1897. Wit: Steinitz. Zwart: Lasker.

Geweigerd I)amega111biet.

1. d4 ds 12. a3 b6 23. g3 D e7

2. C4 e6 13. o—o L b7 24. D d4 P d7

3. P C3 P f6 14. T fdi T ac8 25. P bs L a6!d)

4. L gs Le7 15. De2 T fd8 26. P C3 es

5. e3 o—o 16. T d8:f T d8: 27. D d2 L e2 :

6. D b3 dc4: 17. Tdi h6 28. D e2 : D d6

7. L C4: C5 18. DC2 P d7 29. DC4 P C5

8. des : Pfd7') 19. L e2 P 7es 30. b4 P e6

9. Le7:b) D e7 : 20. P es : P es : 31. P ds P gs

10. P f3 P C5 : 21. Da4 T di :f 32. Kg2 Kh8

11. D C2 P c6 22. Ddi:c) D gs 33. D c8t Als remise afgebroken.

a) In vroegere partijen van deze match speelde Lasker op dit moment Pbd7, maar had dan steeds moeite, een gunstig plaatsje voor zijn Dame te vinden.

b) Dr. Tarrasch prefereert 9. Lf4, juist omdat de zwarte Dame door den afruil op e7 een goede standplaats vindt.

c) 22. Ldi :? dan 22 , Dgs 23. g3, Pf3f enz.

d) Om Pd6 te verhinderen.

65

Verschillende Partijen.

No3993e Matchpartij, gespeeld te Winschoten, den lOden October 1896. Wit: L. Benima.

Zwart: J. D. Tresling. Giuoco piano.

1- e2 — e4 e7 — e5

2. P gl — f3 P b8 — c6

3. Lfl — c4 L f8 — c5

4. c2 — c3 P g8 — f6

5. d2 — d4 e5 X d4

6. e4 — e5 d7 — d5

7. L c4 — b5 Pf6 — e4

8. c3 X d4 L cö — b6

9. L cl — e3 0 — 0

10. 0 — 0

Het hier gebruikelijke Lc6: is m. i. voor Wit nog al bezwarend, want de zwakte van den zwarten c6-pion na 10. bc6 : beteekent niet zooveel als de kracht, die Zwart's Looperpaar bij die speelwijze gaat ontwikkelen.

10.... f7 — f5

In aanmerking kwam Pe7.

11. e5 X f6 e. p. g7 X f6

Een onnatuurlijke zet! Zwart wil het witte Paard verhinderen, zich na 12. Lc6 : bc6: op e5 te plaatsen, en tevens wil hij na Kh8 langs de g-lijn een aanval openen op den witten Koningsvleugel. Beter dan de tekstzet ware 1)16:.

12. Pbl — c3 L c8 — g4

13. P c3 — e2

Een onverwacht antwoord!

13. . . . P c6 — e7

Op Lf3: zou na 14. gf3: kunnen volgen

Pd6 14. Lc6: bc6: 15. Dc2 Dd7 16. ïacl; of 14 ... . Pg5 15. Lc6: bc6: (Pf3:f

16. Kg2 Ph4f 17 Kh3 bc6: 18. Kh4: f5 19. Kh3 De8 20. Pf4, enz.) 16. f4

Pe6 (!) 17. Tel Dd6 18. Dc2 Pd8 19. f5, enz.

14. pf3 — h4 Pe4 — d6

15. Lb5 —d3

Stand der partij na den 15den zet van Wit.

15 f6 —f5?

Niet juist! l>e consequente voortzetting was l'ef5 16. Pf5: Pf5: 17. Dd2 Pe3: enz. Zie diagram.

16. f2—f3 Lg4 — h5

17. Pe2 — f4! Dd8 — e8

Op Pgfi gaat na 18. Phg6: Lg6: de d-pion van Zwart verloren.

18. Ddl — d2 De8 — f7

Beter ware wellicht c6 of Tt'6. Zwart staat nog al gedrukt; er bestaat geen voldoend verband tusschen zijne stukken.

19. Dd2—f2 Kg8 —h8

20. T al — el T a8 — e8

21. Kgl — hl

Om later een eventueel schaak te voorkomen en de g-lijn met den Toren te kunnen bestrijken.

21• • • c7 — c6

De kern der positie wordt het best

zichtbaar in de gevolgen, die een schijnbaar sterke zet als 21 Pc6 zou hebben. Hierop zou nl. kunnen volgen 22. g4! Lg6 [fg4: 23. fg4: Lgfi (Lg4: 24. Phg6f hg6: (!) 25. Dh4f Dh7 26. Dg4: enz.) 24. Phg6: hg6: 25. Dh4| Bh7 26. Pg6 :f enz.] 23. Tgl! Pe7 (!) 24. Ld2 met zeer mooi spel voor Wit.

22. Le3 —d2 T f8 — g8

Op Pec8 volgt 23. Te8: Te8:• 24. g4 enz. 23. Tel— e6!

I)e insluiting voltooiende.

23.... L b6 — c7

Slecht ware Pec8 wegens 24. Th6; ook op Pdc8 volgt 24. Th6 Lg6 25. Pfg6 Pg6 : 26. Pf5 :. Verlies is voor Zwart reeds niet meer te keeren.

24. T fl — el L h5 — g6

Op Pdc8 volgt 25. Ph5 : Dh5- 26. g4 en wint pion f5, daar op fg4: volgt 27. Th6. Zie diagram.

25. D f2 — e3 ! P d6 — e4

Op Pdc8 zou volgen 26. Pfg6 :f hg6.

27. T)h6f Dh7 28. Pg6 Tg6 : 29. Tg6: en wint; op 25.... Pec8 wint eveneens

26. Pfg6 :f; op 25. . . .Tg7 wint 26. Pfg6 : hg6: 27. Te7: Te7 : 28. De7 : l)e7 : 29.

Te7: Te7: 30. Pg6:f enz.; op 25 Pc4 wint eveneens 26. Pfg6 :f Pg6: 27. Pg6 :

l)g6: 28. Ïg6: Pe3: 29. Tg8: enz. De positie is zeer schoon. Zwart besluit tot een offer, 't welk hem echter niet kan redden.

26. P f4 X g6+!

Wit vervolgtmet uitstekendeconsequentie!

26. ... h7 X g6

Pg6 : is niet beter.

27. De3 — h6+ D f7 — h7

28. D h6 X h7| K h8 X h7

29. f3 X e4 f5 X e4

Niet beter is de4:

30. L d2 — g5 ! P e7 — c8

31. Te6 X e8 T g8 X e8

32. L d3 — e2 L c7 — b6

33. L g5 — e3 P c8 — d6

l)e rest is nu nog slechts een kwestie van tijd. Wit moet door het plus van een stuk winnen.

34. Tel — fl Kh7 — g7

35. g2 — g4 L b6 — d8

36. P h4 — g2 T e8 — h8

37. Pg2— f4 Th8 —e8

38. K hl — g2 P d6 — f7

39. b2 — b4 P f7 — d6

40. a2 — a4 g6 — g5

41. P f4 — h5f Kg7 — g6

42. P h5 — g3 b7 — b5

43. a4 X b5 c6 X b5

44. Pg3— f5 Pd6—c4

45. L e2 X c4 b5 X c4

Op dc4: wint 46. Pd6 een pion.

46. L e3 — d2 T e8 — e6

47. T fl — al Ld8 — b6

48. L d2 — c3 T e6 — e8

49. P f5 — e3! T e8 — d8

50. Tal—fl Lb6 — c7

51. T fl —f5 Opgegeven. J. D. T.

Stand der Dartii na den 24sten zet van Zwart.

No. 400. Gespeeld te Soerabaia, den 26sten December 1896. Wit: M. F. Onnen

Zwart: F. C. E. Bousquet. Onregelmatige Opening.

1. e2 — e4 d7 — d6

Deze zet is weinig' aanbevelenswaardig; Zwart staat gewoonlijk gedrukt en heeft een moeilijk spel. L. Paulsen en S. Winawer hebben beiden dezen zet op het Neurenberger congres van L883 aangewend met het volgende verloop 1. e4 d6, 2. (14 g6, 3. c3 Lg7, 4. Le3 eo enz.; later speelde L. Paulsen op het Breslauer tornooi 1889 als volgt tegen M. Harmonist: 1. e4 d6, 2. f4 b6 3. d4 Lb7 4. Ld3 Pf6 enz., en in den internat, wedstrijd te Amsterdam werd de zet door Leather en Bauer aangewend.

2. f2 — f4 P b8 — c6

3. d2 — d4 e7 — e6

4. Pgl — f3 Pg8 —f6

5. L fl — d3

Beter ware 5. Pe3, daar Zwart nu door Pb4 een gewichtige aanvalsfiguur van Wit in deze opening had kunnen afruilen.

5. . . . a7 — a6 ?

6. c2 — c3 L c8 — d7

7. 0—0 L f8 — e7

8. e4 — e5! P f6 — d5

9. e5 X d6 c7 X d6

Beter Ld6 daar Zwart nu een zwakken pion op dO krijgt; na 9. Ld6 : had het spel op de volgende wijze voortgezet kunnen worden: 10. Pe5 PfC 11. Pbd2 0—0

12. P(lf3 enz.

10. Pbl — a3 0 — 0

11. Pa3 —c4?

Wit had nu een sterken aanval kunnen inleiden met 11. g4 12. f5 enz. 11.... b7 — b5

12. Pc4 X d6?

Het doel der nu volgende offercombinatiën is niet recht duidelijk, daar Zwart een voldoende verdediging heeft met zijne 2 Paarden op den Koningsvleugel; het beste voor Wit was, het Paard weder op a3 te spelen, hoewel Zwart dan door 12. b4 een goed spel verkrijgt.

12 Le7Xd6

13. Ld3 X h7f Kg8 X h7

14. P f3 — g5f K h7 — g8

15. Ddl—h5 Pd5 — f6

16. Dh5 —h4 P c6 — e7

17. Tfl — f3 Pe7 — f5

18. Dh4 —f2 Ld6 —e7

19. T f3 — h3 Ld7 —c6

20. L cl — d2 D d8 — d5

21. Tal — el T a8 — e8

22. T el — e5 D d5 X a2

23. D f2 — el

Indien Wit hier direct Tf5: speelt, heeft de partij hetzelfde verloop als in den tekst. 23 D a2 X b2

24. T e5 X f5 e6 X f5

25. D el — h4 D b2 — bl

26. Ld2 —el

Op 26. Kf2 zou volgen : 26. . .. Pg4f met daarop volgend verlies van de Koningin.

23. 25. 26. Koningin.

26. Pf6 —h5!

27. Kgl — fl Le7 X g5

28. f4 X g5 L c6 X g2

29. K fl X g2 T e8 X el

26. 27. 28. 29.

Opgegeven.

(Aanteekeningen van 1). BLEIJKMANS.)

Laatste Berichten.

BROOKLYN. — Op 10 Februari 1.1. begon de match Pillsbury-Showalter m de „Hamilton Chess Club", alhier. Overwinnaar zal hij zijn, die het eerst 7 partijen gewonnen heeft. Remises tellen niet. Inzet van weerszijden: iooo dollars. De eerste twee partijen werden remise, de 3 volgende won Pillsbury.

MOSKOU. —• Steinitz' ziekte is zoo verergerd, dat er thans nog slechts weinig hoop op herstel bestaat.

ROTTERDAM. — Zooals in het vorig nummer nog gemeld werd, is de onderlinge wedstrijd in het Rotterdamsch Schaakgenootschap begonnen met 20 deelnemers.

De namen zijn:

im klasse: Sijmons, v. Woelderen, v. Roosendiel, Malta, Deutz, Hartong, Hartung.

2de klasse, Af deeling A : Frangois, Wulfraat, Güppertz, v. d. Voo, Hoes, Aalhuizen, Bauer.

Afdeeling B.

Elzas, Cohen, Geverding, Huinck, Dijkman, Lutterbach, Schipper. Om den wedstrijd te bespoedigen, is de 2de klasse in 2 afdeelingen gesplitst.

Bij het bestuur bestaat het plan om op den 2d,n Paaschdag een wedstrijd met af- en aanspel te houden onder de leden. —

HILVERSUM. — In het begin der vorige maand gaf de Heer G. J. Vuurmans, ie-prijs-winner in den laatsten huishoudelijken wedstrijd der Hilversumsche Schaakclub, op verzoek van het Bestuur, eene simultaanvoorstelling.

Den iiden Maart 1.1. was Van Lennep, die zijne vacantie in Nederland doorbrengt, de gast van de vereeniging. Hij speelde 14 partijen simultaan, die hij alle won. Voorwaar een schitterend resultaat!

Correspondentie.

Bestuur Hilv. Schaakclub. Het uitvoerig bericht van uwen secretaris moesten wij, met het oog op de plaatsruimte, aanzienlijk verkorten. Wij houden ons voor toezending van clubnieuws steeds aanbevolen. — J. van Roosendael, Rotterdam. Dank voor uwe bijdrage. Uwe matchpartijen heb ik niet ontvangen. — Bestuur Schaakvereeniging „Van Lennep", Arnhem. Verzoeke beleefd duidelijker opgave van de laatste zetten uwer beide correspondentiepartijen. Opgave van adresverandering van leden te richten aan den Bondssecretaris. — J. Hoes, Rotterdam. De correspondentiepartijen zijn sinds lang aan onze medewerkers verzonden. Wij hebben uw verzoek aan onzen Redacteur Tresling overgebracht

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.