
3' N"' 10' October 1895.
TIJDSCHRIFT
VAN DEN
NEDERLANDSCHEN SCHAAKBOND.
NEDERLANDSCHEN
BFG!ATRTYILTE"INPETI^ELVTT^jjc
^ '' ™ TÜSSC,,ED":'
LENNEP, Secretaris r, L. H. DEELMAN, Comnnssans van N. W. VAN
H DE"ML-°citter;- '' " ï"™' K™TSLENNEP, Secretaris. "S—R, L. H. DEELMAN, Comnnssans van Materieel; N. W. VAN
REDACTIE: N. W. VAN LENNEP; J. D. TRESLING.
toegezonden^"zijn' extra-nrnnmer^verkrUgbaar
TT ^ de B°ndS'eden wordt voor Bondsleden. " 20 cents en een seheele jaargang a f 2.-, eveneens slechts
Het Internationaal Tornooi te Hastings. (Vervolg!)
Zeer merkwaardig was nog de partij Tschigorin-Walbrodt, die voor het talent van laatstgenoemden meester schitterende getuigenis aflegt. schigorm opende met het Koningsgambiet, dat door Zwart met 2 dt a geslagen werd. W it ging spoedig tot een aanval over op de vijandelijke koningstelling, terwijl Zwart zijn krachten meer in het centrum congelegenheid'tot ^ Tschig°rin von^ eindelijk g genheid tot een verbazend fijne combinatie, waardoor hij onder opgaaf
wLh H , Cen T " 6611 Paar Z6tten Scheen te ku-en forceeren. h °°rrg * het Satanische Plan va* -in tegenpartij en terbeantwLrddenÏaaVn ï- ^ ^ " * gaM °P het k^Hteitsoffer, beantwoordde hij den fijnen zet van Tschigorin door een nog oneindig jneren tegenzet, die hem twee torens tegen dame en winnende stelling ooi hier' ^aI,en Plaats g"jpt, gebeurde Walbrodt' te LbbT ^ d°°rrek'enen der lastige combinatie, scheen Walbrodt te hebben uitgeput en had ook niet weinig van zijn tijd vers onden, zoodat hij instede van zich door een voor de hand liggend beslissend finale de winst te verzekeren, Tschigorin gelegenheid gaf, door eeuwig schaak remise te houden.
Niet alleen het doen van correcte zetten, het gestadig sterk spelen zoowel in den aanval als in de verdediging, waardoor een schaker zich pgewassen kan toonen tegen elke tegenpartij, maar het nu en dan leveren van een zeer buitengewoon kabinetstukje, van een absoluut vlekkeWalbrodt.
20

3°6
looze, verreikende, zoowel door zijn diepte als door zijn bnlliancy overweldigende combinatie, kenmerkt den meester van den eersten rang. Door zijn partij met Tschigorin heeft Walbrodt getoond tot de zoodamgen te behooren. Er zijn meesters, die steeds met succes — met verdiend succes spelen, de openingen op hun duimpje kennen, het middenspel correct, ja zelfs briljant voeren, in het eindspel blijken geven, Berger nauwkeurig te hebben bestudeerd, maar die nog nooit iets werkelijk onsterfelijks hebben gepresteerd. Over honderd jaar zullen zeker namen als Morphy, Anderssen, Zuckertort, Blackburne, Mason, Steinitz, Tschigorin, Tarrasch e. a., nog niets van hun tegenwoordigen glans hebben verloren, maar of de nakomelingschap standbeelden zal oprichten voor een Gunsberg, een Marco, een Max Weiss, een Burn, is zeer dubieus. Walbrodt werd 24 jaar geleden te Amsterdam geboren. Van postuur is hij zeker de allerkleinste der meesters, zoodat hij dan ook door zijn Duitsche confrères niet anders dan met den bijnaam „Kleine aangesproken wordt. Slechts zijn armen hebben de natuurlijke grootte, zoodat deze hem bij het loopen langs den grond schijnen te slepen. Zijn crelaat heeft iets bijzonder kinderlijks, doch eenige vlasjes onder den neus en een -roote sigaar in den mond maken dat men op het eerste gezicht verlegen staat, ook bij benadering naar zijn leeftijd te gissen. Walbrodt is geen drukte-maker, zijn optreden onder schaakspelers (het schoone geslacht te Hastings oordeelde er althans anders over) is de bescheidenheid zelve. Voor het bord zittende is hij verbazend kalm. Toen Walbrodt in '92 te Dresden voor het eerst aan een internationalen wedstrijd deelnam, verwonderde reeds ieder er zich over, hoe een jongmensch van betrekkelijk zoo jeugdigen leeftijd met zoon onverstoorbare kalmte en zoo strakke gelaatstrekken 14 dagen achtereen kon schaken. Of Walbrodt goed of slecht staat, 't staat nooit op zijn gezicht te lezen, dat onder Ille omstandigheden zijn eenigszins slaperige uitdrukking behoudt. Tschigorin—Steinitz! Deze strijd werd met de grootste belangstelling " gevolgd.0 En geen wonder. De beide matches, die Steinitz in '89 en 92 van Tschigorin gewonnen heeft, liggen nog versch in het geheugen en ofschoon nu de uitslag eener enkele partij hoegenaamd mets beteekent, zoo was ieder toch benieuwd hoe deze, misschien laatste, kamp tusschen de beide geduchte kampioenen zou afloopen. Het mocht Steinitz gelukken, voor de derde maal zijn superioriteit over zijn ouden antagonist te toonen. Tschigorin opende (natuurlijk!) met het Evansgambiet. Ditmaal verdedigde Steinitz zich niet met het beruchte Df6, maar wat misschien nog veel slechter is, met 8 Pf6 (1. e4 e5 2. Pf3 Pc6 3. Lc4 Lc5 4. b4 Lb4: 5. c3 LaS 6. 0-0 d6 7. <*4 ed4: 8. cd4: PK??) Het gevolg was, dat Wit door 9. es des = IOLa3 een kolossalen aanval kreeg. Zwart verdedigde zich echter met onvolprezen meesterschap en wist, daar Tschigorin op het beslissende moment niet de allersterkste voortzetting koos ^een algemeenen afruil te bewerkstelligen, waardoor hij met looper
3°7 Tschigorin.
en 2 vrijpionnen tegen toren in het voordeel bleef. Tschigorin spande zich nog eenigen tijd te vergeefs in, om de pionnen tegen te houden maar moest zich ten slotte overgeven.
Een prachtig type, die Tschigorin. *) Volgens de Engelschen konden slechts hij en Mieses aanspraak maken op den titel van perfect gentleman. Den eersten indruk, dien Tschigorin maakt, de algemeene eigenschap, die als t ware uit zijn gansche wezen schijnt te spreken, is kranigheid. Dezelfde beslistheid, waarmee hij zijn zetten doet, kenmerkt zijn korte afgemeten stappen, wanneer hij - de saamgeknepen vuisten in de zij _ door de zaal loopt, terwijl zijn tegenpartij nadenkt. Kaarsrecht, de handen op tafel gevouwen, zit hij voor het bord, ieder in de gelegenheid stellende, zijn mooien kop te bewonderen. Zwart van haar en baard, hoog van voorhoofd met mooie grijs-blauwe oogen en fijn-besneden gelaatstrekken, doet het geheel aangenaam aan. Zou men Steinitz' kop het beeld kunnen noemen eener prachtig-wilde, ja ruwe genialiteit, Tschigorin s kop geeft zeker in hooge mate een geniale beschaafdheid te kennen. Vier en veertig jaar oud, van eer kleine dan groote gestalte, begint Tschigorin reeds te vertoonen, wat wij Hollanders een „buikje" noemen. Een andere taal dan Russisch spreekt hij niet, doch met veel moeite weet hij in eenvoudige gevallen zich in het Duitsch verstaanbaar te maken. Bij gekompliceerde kwesties fungeert zijn landsman Schiffers als tolk. die met hetzelfde gemak Duitsch, Fransch, Engelsch als Russisch spreekt. In de dertiende ronde leed Tarrasch zijn laatste nederlaag en wel tegen Pollock. Tarrasch speelde Fransch, wat Pollock met de vroeger veelal door Steinitz geliefkoosde voortzetting 2. e5 beantwoordde. Deze zet wordt door de theorie verworpen en wel wegens 2. ... f6 3. d4 c5 Pollock is echter van meening, dat Wit na 4. Ld3 f5 (?) 5 g4 cd4: 6 ^ ; üa5+

Pollock.
C3 Oe5:+ 8. Pe2 een sterken-aanval krijgt, die ruimschoots tegen het verhes van een pion opweegt. De uitkomst rechtvaardigde deze meeninoOfschoon Tarrasch misschien hier en daar sterker had kunnen spelen kwam hij langzamerhand in zulk een slechte positie, dat hij. ten einde mat te verhinderen een toren en spoedig daarna de partij moest opgeven. De Amsterdammers kennen Pollock persoonlijk. In '87 (of '86?) was hij de gast van het V. A. S, bij welke gelegenheid hij simultaan-voorsteihngen gaf en ook tegen onze beste schakers vrije partijen speelde. Ofschoon ik met geloof, dat hij zich bepaald sterker toonde dan D. van roreest, zoo volgt hieruit nog volstrekt niet, dat Pollock niet een zeer talentvol en briljant speler is. In den onderhavigen wedstrijd klopte hij o. a. Steinitz, Gunsberg en Tarrasch en deze overwinningen leggen duidelijk zijn begaafdheid aan den dag. Jammer, dat door één slechte eigenschap al dit talent onder den grond wordt begraven. Pollock drinkt
den betrokke'"6 niel overeenstemmen wat betreft de spelling van dezen naam, vroeg ik En het resultaat"zwart op wit - -T«;" <•«*«
Banket.

308
en wel een beetje veel. Zonder kleine hartversterking kan hij met spelen Zie je, als je zoo'n paar glaasjes op hebt, dan wordt je toch een geheel ander mensch. Een ongeluk bij een geluk is echter, dat deze andere mensch ook wel een paar glaasjes lust, om op zijn beurt ^er een ander mensch te worden enz. enz. Van het «ogenblik', af, dat Pollock alle hoop op een prijs had vaarwel gezegd, gaf hij zich meer dan ooit aan zijn verderfelijke liefhebberij over. Terwijl zijn tegenpartij aan den zet was richtte hij steeds zijn schreden naar het buffet, ten einde zijn keel met stout te besproeien. De invloed hiervan was meestal gedurende de eers e fasen der partij niet merkbaar en dikwijls mocht het Pollock zelfs gelukken, een winnende stelling te krijgen. Dan langzamerhand, bij de derde of vierde metamorfose van een mensch in een ander mensch scheen de andere mensch bitter weinig schaakkennis te hebben overgeërfd; de eene rotzet volgde op den anderen en het onverkwikkelijke schouwspel eindigde meestal hiermee, dat de andere mensch geheel wegbleef en „door tijdsoverschrijding" verloor. Pollock is nu 36 jaar oud en aldus in de kracht zijns levens. Zijn gelaat („very nice-looking indeed ) en zijn manieren zijn zeer aangenaam, althans zoolang hij nuchter is.
Donderdagavond 22 Augustus groot banket. Tegenwoordig waren ongeveer alle meesters, de meeste leden van het comité en vele schakers van Hastings en andere plaatsen, o. a. onze stadgenoot E van Dien, die en zelfden dag was gearriveerd en een paar dagen bleef, teneinde het tornooi te volgen. Al kunnen de Engelschen nog wel eens een lesje gaan nemen bij de Duitschers in de kunst, een gemeenschappelijken maaltijd zoo vroolijk en zoo gezellig mogelijk te maken, zoo willen wij toch niet ontkennen, dat de honderd aanzittenden in het Queen s hotel eenpaar prettige uren doorbrachten en een goed menu voorgezet kregen. Bij het dessert de gebruikelijke toasten. Eerst natuurlijk The gracious Queen, daarna de Beschermheer en de Pairons, eindelijk de Meesters Lasker antwoordde en zeide, dat hij zijn domicilie in Londen gevestigd had en Engeland als zijn tweede vaderland beschouwde. Dit tornooi was een groot succes en nog nooit had men zooveel sterke schaakspelers te samen gezien. Het was niet meer dan billijk, dat vertegenwoordigers van de voornaamste natiën der wereld aan een dergelijken kamp deelnamen Daarna antwoordde Steinitz. Het was een prachtig idee geweest vanL de Hastingsche club, om dezen wedstrijd uit te schrijven die een nieuw tijdperk zou openen in de schaakgeschiedenis. Ook Tschigorin bedank bij monde van Mr. Hawks. Tschigorin was- zoo verzekerde genoemde tolk - zeer verheugd, tegenwoordig te zijn bij zulk een belangrijke meeting van schaakspelers. Het feit, dat het tornooi te Hastings alle wereldberoemde kampioenen had gelokt, stelde ten volle de verdiensten in het licht van President, Secretaris en Leden van het Comité Zijn bijz dere dank gold Mr. Dobell voor al de vriendelijkheid, welke deze hem gedurende zijn vertoef had bewezen. Zijn verblijf te Hastings was bij-

3°9
zonder genotvol geweest en de St. Petersburger schaakclub had ten volle gewaardeerd de attenties aan haar stadgenoot betoond. Er was iets, dat hij wilde vertellen, n. 1. dat de club te St. Petersburg aldaar een tornooi wenschte te organiseeren, ongeveer aan het einde des jaars, tusschen 5 of 6 erkende schaakmeesters en van meening was, dat zonder Pillsbury de lijst niet compleet zou zijn. De eerste prijs zou ruim 1200 gulden bedragen en geen deelnemer zou minder dan ruim 360 gulden krijgen. Bovendien nam de club al de reis- en verblijfkosten der spelers voor haar rekening. Het idee om het aantal deelnemers te beperken, maar ieder met ieder 3 of 4 partijen te laten spelen, was uitgegaan van den President der club M. Sabourofï, die voor 30 jaren in Londen leefde. Hij hoopte, dat deze schikkingen de goedkeuring;der schaakwereld zouden wegdragen. *) De volgende spreker was Dr. Tarrasch. Hij bedankte het comité voor al de moeiten en al de zorgen, die het zich ter wille der deelnemers had getroost. Het speet hem slechts, dat het tornooi niet in de een of andere woestenij in plaats van te Hastings was uitgeschreven. Al de aantrekkelijkheden van een badplaats, de steeds nieuwe en betooverende bekoorlijkheden der zee, het heerlijke weder, de prachtige natuur en last not least de mooie Engelsche meisjes f) stelden hem tot alles beter dan tot schaakspelen in staat. Geen wonder, dat hij en de overige Duitsche meesters, in wier naam hij sprak, zoo'n slecht figuur maakten! De dagen, in Hastings doorgebracht, behoorden tot de schoonste huns levens en zouden steeds bij hen in aangename herinnering blijven. Daarna kwamen de Mayor en de Stadsraad aan de beurt, de pers, het Comité en vooral zijn Secretaris M. Dobell, wiens gezondheid onder daverend en niet eindigend applaus gedronken werd. Zonder dezen functionaris was het tornooi waarschijnlijk nooit tot stand gekomen en voor het reuzenwerk en den onvolprezen ijver, dien hij ten behoeve der zaak gepresteerd heeft, komt hem de dank en lof der gansche schaakwereld toe.
Probleemoplos- Onmiddellijk voorafgaand aan het banket greep een probleemoplossingssingswedstrijd. wer[strijd plaats. Drie problemen, een vierzet van D. P. All, een driezet van Berger en een driezet van Gold moesten van het diagram worden opgelost. Hier volgen de beide driezetten.
*) Aan dezen wedstrijd zullen waarschijnlijk Pillsbury, Lasker, Steinitz, Tschigorin (en Walbrodt?) deelnemen. Tarrasch heeft in zijn eigen orgaan beslist verklaard, wegens beroepsplichten niet te kunnen verschijnen.
t) Kwade tongen beweren, dat het trouwlustige schoone geslacht te Hastings naar aanleiding dezer speech informaties trachtte in te winnen, of de doctor al dan niet getrouwd is. De teleurstelling moet groot geweest zijn.
J. Berger. S Gold.
wm i WM mm.

wm mm & wm. %
Mat in drie zetten
Oplossing:
1. Kb2 Lc6 2. Dh2 onv. 3. Dgi mat.
1. — LF7 : 2. Kc2 onv. 3.03 mat.
Nevenoplossing:
1. Db7 : Lf7 : 2. Dbs : onv. 3. e3 mat.
1. — Kc5 2. Dc7t onv. 3. Da7 mat.
Mat in drie zetten.
Oplossing:
x. Tb2 Lb2: 2. Da3 La.3: 3. es mat.
Aan den wedstrijd namen deel Steinitz, Pillsbury, Marco, Schlechter, Albin, Pollock, Mieses en Teichmann. De drie prijzen van 36, 24 en 12 gulden werden respect, gewonnen door Marco in 1 uur 35 min., Schlechter in 1 uur 40 min. en Mieses in 1 uur 55 min.
Bezoekers. Nog even wil ik hier aanstippen, dat gedurende de tweede helft van het tornooi verscheidene bekende schakers den wedstrijd met een bezoek vereerden. Ik noem Dr. C. Schmid uit Blasewitz, von Minckwitz uit Leipzig, Alapin en Rosenthal uit Parijs en de Engelsche amateurs John Owen, Trenchard, Mortimer, Gunston enz. enz. De twee laatste dagen genoot ik nog het gezelschap van onze landgenooten de heeren Enschedé en Fokker uit Haarlem. Speciaal over Mortimer nog het volgende: Hij is een oude vroolijke heer, die persoonlijk Morphy gekend en honderden partijen met hem gespeeld heeft. Als hij eens over Morphy begint, raakt hij niet uitgepraat en doet verhalen in den trant van wijlen onzen Pinedo. Het is merkwaardig, hoe overeenstemmend tijdgenooten van Morphy zijn in hun oordeel over den grooten Amerikaan. De indruk, dien zijn persoon en zijn spel maakten, moet overweldigend zijn geweest. In denzelfden geest als verleden jaar Dr. Reiff tot mij gesproken had, liet zich ook Mortimer uit. „Och," zeide laatstgenoemde, „al die tegenwoordige wereldkampioenen kunnen zich gerust laten begraven! Is dat schaken? Zij begaan blunder op blunder en onder tien partijen, die zij spelen, zijn er nauwelijks drie of vier de moeite van het afdrukken waard. Lasker noemt zich wereldkampioen, maar wat heeft de man

311
eigenlijk gepresteerd? Hij heeft handig zijn tegenstanders gekozen, dat's al. Eerst Miniati, daarna Blackburne, die ongeveer al zijn matches verloren heeft en eindelijk Steinitz, die langzamerhand oud en gebrekkig is geworden en lang niet meer zijn vroegere schaakkracht bezit. Morphy was de personificatie van het schaakgenie. Fouten maakte hij hoogst zelden of nooit. Met hetzelfde gemak gaf hij mij een paard voor, als ik nu gelijk-op door de eerste meesters geklopt word. Morphy was zeker de beminnelijkste tegenstander, dien men zich denken kan en het maakte een waar genot uit, hem voor het bord te zien zitten, zóózeer kon men bemerken, dat al zijn gedachten op de partij geconcentreerd waren en zijn gansche ziel met den loop ervan meeleefde. Het verbazingwekkendste was echter de snelheid, waarmee Morphy na afloop der partij —• ten antwoord op vragen van toeschouwers — uit zijn hoofd verreikende combinaties aangaf, waarom hij zoo en niet anders had gespeeld. Na afloop zijner eerste match-partij met Anderssen vroeg ik hem, waarom hij op een gegeven oogenblik niet een anderen, meer voor de hand liggenden zet had gekozen. Onmiddellijk schreef hij uit zijn hoofd als vermoedelijk gevolg van den door mij voorgestelden zet, een combinatie op, die twintig zetten diep was, en met het verlies zijner partij eindigde. Bij het naspelen vond ik, dat Morphy volkomen juist had geoordeeld en dat hij de door hem gevreesde combinatie met onbegrijpelijke correctheid had doorgerekend. Nooit liet Morphy — wat tegenwoordig aan de orde van den dag is — zijn tegenstander in een gewonnen stelling ontglippen. Op een bévue behoefde men nooit te rekenen. Iedere partij speelde hij met dezelfde brilliajicy en dezelfde kracht, steeds den kortsten weg uitvindende, om de winst te forceeren. In 't kort, ik geloof niet, dat ooit de schaakgeschiedenis een tweede voorbeeld zal kunnen aanwijzen van een zoo geweldig, alles omvattend schaaktalent." Zoo en nog veel meer babbelde de oude heer Mortimer, met wien ik tevens het genoegen had eenige partijen te spelen en de meerderheid te verliezen.
Voor een paar jaren richtte Mieses tot vier toenmaals allen in leven zijnde en naar zijn oordeel bevoegde oudstrijders, die vele campagnes met alle eerste veldheeren dezer eeuw hadden meegemaakt, de vraag, wie huns inziens de grootste schaker was, die ooit heeft geleefd. De Rivière en Louis Paulsen (j" 1891) antwoordden Morphy, Bird *) antwoordde Anderssen en Rev. John Owen gaf zijn stem aan Kolisch.
In de veertiende ronde, op Vrijdag 23 Augustus werden weinig' inteVecrtiende ronde ressante partijen gespeeld; als een merkwaardigheid vermelden wij echter, dat Zwart in alle partijen — op twee na, zegevierde. Verder scheen het den vorigen dag gehouden banket nu juist geen heilzame uitwerking op de hersenen te hebben geoefend, want het spel was door de bank infaamslecht.
) Van de elf partijen, die Bird met Morphy speelde, verloor hij er tien en maakte hij er één remise !!

Steinitz speelde Damegambiet tegen Burn, die langzamerhand een inferieure positie bekwam en op een gegeven moment een pion moest offeren, ten einde onmiddellijk verlies te voorkomen. Steinitz besloot echter dit liberale aanbod met een nóg liberaler te overbluffen: hij aanvaardde den zwarten pion, doch gaf een oogenblik later in ruil daarvoor een wit paard cadeau. Toen was het echter weer Burn's beurt, edelmoedig te zijn. Hij voerde dit uit met behulp van een reeks uitgezocht zwakke zetten, zoodat Steinitz, ofschoon een vol stuk in het nadeel, in het eindspel gelegenheid kreeg, tot een bekende remis-stelling te geraken. Dit is echter nog niets bij hetgeen de heeren Schiffers en Janowski tot stand brachten. Dezen schaakten letterlijk qui perd gagne met damstukken ! Schiffers slaagde er het eerst in, en een paar pionnen te verliezen bij treurige stelling, maar Janowski — „ook niet voor de poes" — wist Wit's voordeel spoedig te neutralizeeren en door een zeer fijne combinatie zijn dame kwijt te raken. Natuurlijk beviel dit Schiffers niet, die zulke diepe rotzetten en zoovele foutieve berekeningen wist uit te voeren, dat langen tijd de uitslag der partij aan een zijden draad scheen te hangen. Ten slotte wist Janowski echter zijn superioriteit te handhaven en den weg te vinden, die het allersnelst tot verlies leidde; den kroon zette hij op zijn werk door een onverwachten meesterlijken staatsgreep, aldus het qui perd gagne-idee tot heerlijke volkomenheid brengende.... hij gaf de partij op!
Teichmann verdedigde zich in het middenspel vrij goed tegen den heftigen aanval van Lasker, die twee stukken voor een toren offerde, doch ten slotte gelegenheid kreeg door een bok der tegenpartij, op een moment, dat deze minstens remise in handen had, met zijn beide torens in het vijandelijk spel te dringen en de winst te forceeren. Albin en Mason speelden als twee echte Maandaghouders, een vrij slaperig, doch niet compromitteerend partijtje, dat remise werd. Bardeleben leverde weinig tegenstand tegen Tschigorin, die, aan de Russische leefwijze gewoon, zoo'n West-Europeesch banketje niet bepaald de moeite van het haarfijnkrijgen waard vindt. Bird speelde moedig Evansgambiet tegen Pillsbury, doch moest na de openingszetten, evenals in zijn partij met Tschigorin, tot zijn schrik ontdekken, dat hij zoowel den aanval als eenige pionnen had verloren. Ditmaal gftf zijn tegenpartij hem echter geen kans, eeuwig schaak te bieden! Blackburne was intusschen ook niet bijzonder op dreef en had ongepermitteerd lang werk met Vergani, terwijl Gunsberg — anders de snelste speler van allen, op Bird na — om dezelfde reden tegen Pollock verloor, als Albin en Mason remise hadden gemaakt. Gunsberg was n.1. nog niet erg fiks en juist toen hij er in geslaagd was de laatste slaapjes uit zijn oogen te verdrijven, bemerkte hij, dat zijn stelling reddeloos was en dat hij nog 15 zetten in enkele minuten moest doen. Van deze plicht onthief Pollock hem echter door na weinig zetten een mat aan te kondigen. Mieses verloor door een al te fijne combinatie

3i3
tegen Walbrodt en Schlechter was misschien de eenige speler in de gansche ronde, die door het slechte spel van zijn tegenpartij, Tinsley, niet tot navolging werd geprikkeld. Hij slaagde erin, twee torens op dé zevende lijn te brengen — het dagelijksch gebed van gansch het schakende menschdom — en Tinsley, hierin een duidelijke wilsbeschikking van godin Caissa ziende, bood geen verderen tegenstand. De merkwaardigste en allerslechtste partij van den dag was echter die tusschen Marco en Tarrasch. Eerstgenoemde opende Spaansch en de doctor raakte langzamerhand in een allesbehalve verkwikkelijke stelling. Marco scheen echter den titel van „grosser Verlustmeister", dien hij zich zelf had gegeven niet maar zoo klakkeloos te willen onteeren en deed zijn best, zijn goed spel van zooeven door zwakke zetten ongedaan te maken. Dit gelukte hem zoo wel, dat Tarrasch op een gegeven momenteen beslissenden aanval kon inleiden, dit echter naliet. Marco liet zich echter niet door deze eerste mislukking van zijn plan ontmoedigen. Hij waagde een tweede poging, om zijn tegenpartij te doen winnen en ditmaal werd Tarrasch plotseling zoo wild, dat hij een totaal ongemotiveerd looperoffer maakte, met zijn volgenden zet mat dreigende. Tarrasch had reeds op zijn notatiepapier het woord „aufgegeben" als laatsten zet van zijn tegenpartij geschreven en men kan zich gemakkelijk voorstellen, dat hij als door den donder getroffen scheen, toen Marco door een eenvoudig bespottelijk voor de hand liggend zetje de gansche matcombinatie weerlegde. Het gansche verdere verloop der partij te schetsen ware ondienstig en de mededeeling moge hier volstaan, dat Marco er met ongelooflijke krachtsinspanning nog in mocht slagen, de partij tot een voor Tarrasch gunstig resultaat te leiden.
Een ook maar eenigszins gelijkende beschrijving van Marco te geven is onbegonnen werk. Zijn beste oogenblikken had hij, wanneer hij een partij had verloren en dit overkwam hem nog al dikwijls in Hastings. Het winnen^ eener partij was niet in staat hem en train te brengen, maar als hij zoo'n echt knoeistukje had geleverd, stelde hij spoedig iedereen in staat, getuige te zijn van zijn onverbeterlijk goed humeur. Daarbij de wijze, waarop hij vertelde, was zóó eenig komiek, dat men bij het volgen zijner analyses niet kon nalaten het uit te schateren en de zaal dan ook na afloop der dagronde daverde van het gelach. „Schauen Sie 'mal an, meine Herrschaften, was für eine grossartige Partie ich da wieder verloren habe Jetzt muss der Ker! in seiner Verzweiflung schon diesen blöden Zug machen, worauf ich ihm einfach den Bauern wegfresse." „Aber, Marco, erlauben Sie, warum haben Sie denn diesen Zug nicht gemacht?" „Nein, wissen Sie, darauf hatte mir der Patzer auf diese Weise die Tante gekitzelt, drohend ewig Schach und dann ware die Partie wohl für mich verloren gewesen, denn, verstehen Sie; ewig halte ich das doch nicht aus!
A er schauen Sie mal an, bitte, wie die Sache weiter ging Der vereinzelte Bauer hat mich einfach umgebracht, bitte. Wenn ich ihm jetzt
3i4
ruhig diesen grasslichen Fusstritt gegeben 'natte, so könnte der Mensch rein aufgeben. Schauen Sie 'mal an, bitte, wasein schauderhaftes Schweinsgltlck dieser blöde Champion of the World wieder gehabt hat! Ich stehe noch ganz nett, es kann mir gar nichts passiren und wenn ich die Damen tausch, so ist er einfach fertig. Nun aber wird's blöd, der Kerl macht mir diesen ekelhaften Zug. Was wollen Sie dagegen erfinden, bitte? Schauen Sie 'mal an, bitte, das scheussliche Viehsglück. Das Spiel dieses Champions beruht einfach nur auf Tauschung, bitte. Der Mensch hat im ganzen Turnier noch keine einzige Combination gemacht und leidet offenbar an momentaner Hirnerweichung. Ich habe mich rein consterniren lassen." „Aber Marco, der Springer auf d6 zu spielen ware doch nog etwas besser gewesen." „Was wollen Sie damit, macht Sie das glücklich ? nein, jetzt ist 's schon bös', es ist absolut nichts zu machen. Ich habe mich rein verhauen lassen. Ich habe mich rein verhauen lassen. Schauderrrhaftes Viehsglück!" enz. enz. Marco was zeker de meest populaire meester in Hastings. De wijze, waarop hij de drie eenige expresies, die hij geleerd had, „Yes„all right" en „I am very delighted" te pas en te onpas overal gebruikte, was in staat den meest verharden droogpruimer te doen lachen. Marco is een lange, breedgeschouderde jonge man van 32 jaar. Zijn liefde tot het goddelijke Germaansche brouwsel heeft er het hare toe bijgedragen om van zijn gezicht nu juist geen Adonis-type te maken. Zooals onze lezers zich herinneren, won Marco den eersten prijs in den wmter-wedstrijd der „Wiener Schachgesellschaft" zonder één partij te verliezen en terwijl zich onder de deelnemers spelers als Weiss, Enghsch, Schlechter en Judd bevonden. Het is dan ook buiten kijf, dat Marco een zeer sterk en fijn schaker is en het moet vooralsnog een onopgelost raadsel blijven, waaraan zijn gering succes te Hastings geweten moet worden. Zelf wist hij er althans geen touw aan vast te knoopen. „Es ist ekelhaft verstehen Sie, ich esse mit Appetit, ich schlafe wie ein Ochs, ich bin ganz gut disponiert, und wenn ich mich zum Spiel setze, so mach ich es fertig, die denkbar blödsinnigsten Züge herauszufinden. Was wollen Sie dagegen erfinden, bitte?"
Vijftiende ronde.
De nacht van Vrijdag op Zaterdag scheen aen aeeinemerb »c noodige verkwikking en rust niet te hebben onthouden, want de vijftiende ronde stond, wat betreft het partij-gehalte, verre boven de vorige. Allereerst komt de partij Albin—Lasker, waarin eerstgenoemde alle pogingen van Lasker om te winnen, door zijn meesterlijke verdediging wist te pareeren. Ten slotte kwam het tot een eindspel, waarin Lasker, hoewel een pion in 't voordeel, door de omstandigheid, dat ieder nog een toren had, niet meer dan remise kon maken.

Albin.
Albin — ik kan zijn uiterlijk niet beter beschrijven dan door te zeggen, dat ieder uwer hem op het eerste gezicht voor een paardekoopman zou houden — is een zeer ingenieus speler. Op bladz. 60 en 62 van

3i5
dezen jaargang gaven wij een paar wonderlijk-mooie staaltjes van zijn talent, in het meestertornooi te Dresden '92, was hij de eenige deelnemer, die een partij van Tarrasch won en ook te Hastings leverde hij een paar meesterstukjes tegen Bardeleben, Tinsley en Janowski. Doch een man van 67 jaar *), die daarbij nog tot de armste professionnals behoort, zoodat hij sommige dagen met een leege maag zijn wedstrijd-partijen moest spelen, bezit niet meer de noodige fisieke kracht voor een tornooi van zoo langen duur. Vandaag voelt hij zich goed gedisponeerd, omdat hij lekker geslapen en lekker gegeten heeft en spelers als Lasker o schigorin hebben handen vol werk, om met hem remis te maken; morgen is zijn kracht gebroken — zijn nacht was slecht en het diner, dat vriend A. hem aanbood, een beetje schraal - geheel lusteloos zet i] zich neder voor het^ bord en Tarrasch, Steinitz c. s., krijgen letterlijk een partij cadeau. Bij het beoordeelen van den uitslag eens tornoois moeten dergelijke gewichtige omstandigheden vooral niet uit het oog verloren worden. Spelers als Mason, Pollock, Albin, die, zij het dan 00- met allen om dezelfde reden, zeer ongelijk zijn in hun leistungen, den eenen dag tege n de zwaksten verliezen en den anderen dag de sterksten kloppen, maken elk resultaat zoo onzuiver mogelijk. Het komt natuurlijk wel uit, dat de beste spelers bovenaan en de mindere broeders onderaan op de scorehjst geplaatst worden, maar aan de onderlinge volgorde, aan het feit, dat No. 1 boven No. 2 en No. 4 onder No. 3 staat mag geen enkele gevolgtrekking omtrent de juiste sterkteverhouding worden ontleend.
Mooi was ook de partij Von Bardeleben-Tarrasch, waarin laatstgenoemde reeds in de opening (Ruy Lopez) een stuk offerde voor een geweldigen aanval. Het offer was correct en op een gegeven moment kon Tarrasch door een eenvoudigen zet de partij beslissen. Hij koos echter een andere schijnbaar nog sterkere voortzetting, daarbij echter een uiterst fijne ressource van Wit overziende. Von Bardeleben kreeg nu zelfs de iets betere stelling, maar de partij eindigde ten slotte met remise. Aan het einde der derde week was nu de score als volgt: Lasker en Tschigorin 12, Pillsbury 11 h, Steinitz en Walbrodt 9, Von Bardeleben en Schilfers 81/2 Dr. Tarrasch en Mason 8, Schlechter, Pollock en Blackburne 71/2, Bird 7, Burn 6% Janowski, Albin, Teichmann en Gunsberg 6, Tinsley en Marco S k, Mieses 4VS en Vergani 3. Dit lijstje is vooral merkwaardig, wanneer men bedenkt, dat Tarrasch ten slotte nog No. 4 werd en vooral dat Teichmann nog met Von Bardeleben op No. 7 kwam.
L™meJ°1"' L*ng W'' lk 0nze lezers niet ophouden met de dames, die haar wedstrijd in de week van 26 tot 31 Augustus hielden. Er werd in twee klassen gespeeld, een voor de sterken(!) en een voor de zwakken. Eerst in den allerlaatsten tijd begint de beoefening van het schaakspel in Enge-
') TC voor enkele jaren leefde Albin in Weenen. Tegenwoordig is hij in New-York gevestigd.

3Ï6
land ook onder dames veld te winnen. In Londen is nu een dames schaakclub opgericht, in verschillende andere clubs worden dames als leden toegelaten en het Comité te Hastings meende dit eerste begin op den goeden (?) weg niet beter te kunnen aanmoedigen dan door het uitschrijven van een tornooi. Ik wil hier de kwestie niet bespreken, of het schaakspel een geschikte uitspanning is voor dames; zooveel is zeker, dat bij verreweg de meerderheid der 20 vrouwelijke deelnemers de kennis van het spel zich tot den loop der stukken bepaalde en zelfs in sommige gevallen niet eens zoover reikte. Met namen wil ik u niet vervelen. De twee volgende partijtjes, in de „sterke" afdeeling gespeeld, mogen u eenig denkbeeld geven van het alzoo ten toon gespreide talent. No. 255. Gespeeld in het Ladies' Tournament te Hastings. Wit: Lady Thomas (Eerste prijs.) Zwart: Miss Fox, (Derdeprijs.)
Spaaiisclie Partij.
1. e4 es 8. L e3 bs 15. D C2? b4?
2. P f3 P c6 9. Lbs Le7 16. Lc6:| Dc6:
3. Lbs Pfó 10. Tgi? ds? 17. Pes: D dó
4. d3') a6? 11. Pds: P ds: 18. L £4 0—0
5. La4? dó 12. Lds: D dó 19. C4 <6
6. P C3 L g4? 13. C3? Tb8? 20. Pgó:2) en Wit
7. h3 Lhs 14. g4 Lgó won na nog ontelbaar veel zetten.
'). Tot zoover is alles goed, maar nu begint de ellende. '). Een waardig slot.
No. 256. Gespeeld in het Ladies' Tournament te Hastings. Wit: Miss Fox (Derde prijs.) Zwart: Miss Field (Tweede prijs.)
Eiigelsche Partij.
1. e4 es 8. L g5 P ge7 15. 34 DC7
2. P f3 P có 9. edó: cdó: 16. P C4? L a7 ?
3. C31) Les? 10. Lcó: Lcó: 17. '->3 L bs
4. d4 ed4: 11. D e2 fó 18. Taci? L f3:
5. cd4: Lbó 12. L e3 0—0 19. D f3: ds
6. es? dó 13. o—o aó 20. Lf4? D f4: 7. L bs L d7 14. P C4? Tc8? en Zwart won als vorige partij.
'). Aanteekeningen als vorige partij, eestertomooi. De eerste partij, die in deze ronde beslist werd, was die tusschen :stiende ronde, fijisley en Von Bardeleben en het feit, dat laatstgenoemde verloor, moge als voldoend bewijs voor zijn zwakke gezondheid en lusteloosheid gedurende de tweede helft van het tornooi gelden, insiey. Tinsley is geen te verachten tegenstander, maar zijn spel is meer op valletjes berekend dan op diepte van combinatie en juistheid van positieblik. Ofschoon het hem gelukte te Manchester in '90 den zevenden

3i7
prijs met Alapin en Von Scheve te deelen, meenen wij, dat het een fout was hem als deelnemer in het onderhavige tornooi toe te laten. Hij heeft alle eigenschappen, die hem tot een uiterst gevaarlijken koffiehuisspeler stempelen, maar dit is niet voldoende. De partijen, die hij won tegen Pollock, Gunsberg, Marco, Janowski, Vergani en Mason—won hij door valletjes. Overigens is Samuel Tinsley (ouderdom : vermoedelijk tusschen 40 en 50, type: een combinatie van havik en uil) een vroolijke, vriendelijke kerel, die om zijn bescheidenheid en hartelijkheid door alle meesters werd geacht.
De partij Gunsberg—Mason is een mooi staaltje van Gunsberg's talent en misschien de beste partij, die hij in het gansche tornooi speelde. De wijze, waarop hij een aanval wist te openen en door een zeer fijn offer het vijandelijk spel ruineerde, was bewonderenswaardig. Mason was gedwongen zijn dame te geven tegen toren en looper en daarmee was de Gunsberg. strijd feitelijk beslist. Wat Gunsberg in dit tornooi gepresteerd heeft, is van niet veel beteekenis; zijn partijen tegen Blackburne, Janowski, Albin en Mason kunnen vertoond worden, maar overigens speelde hij slecht. Dit moet geweten worden aan gebrek aan ambitie, gebrek aan oefening en overlading van kranten-werk. Gunsberg is een goede oud bekende in Nederland en met name de Amsterdamsche spelers zullen de schitterende simultaanvoorstellingen, die de Engelsche meester in '8g in het V. A. S. gaf, wel nooit vergeten. Later genoten wij nog tweemaal de eer van zijn bezoek en wel in 89 en in '93, doch beter spel en grooter talent voor simultaanpartijen dan Gunsberg in '85 heeft vertoond, zijn wel nooit in ons land aanschouwd. Het is jammer, een zoo eenig sterken speler, die nog in den bloeitijd zijner jaren *) verkeert, zoo langzamerhand te zien aftakelen. Gunsberg's bloeiperiode ligt tusschen de jaren '85 en '91. Gedurende dien tijd wist hij zich tot een meester van den allereersten rang op te werken en algemeen werd hij beschouwd als de eenige kandidaat, die met kans op succes Steinitz zou kunnen bevechten. De match kwam inderdaad tot stand in '91 en Steinitz overwon met slechts 6 partijen tegen 4 bij 9 (!) remisen. Gedurende de laatste jaren hebben voornamelijk twee oorzaken er toe meegewerkt Gunsberg's ambitie te knakken, in de eerste plaats een zeer langdurige en hevige tyfus en ten tweede verschillende achtereenvolgende hoogst droevige sterfgevallen in zijn eigen gezin. Gunsberg bekleedt een zeer goede positie in de Engelsche schaakwereld als journalist; hij is onlangs hertrouwd en wie weet of hij met de terugkeer van huiselijk geluk en goede gezondheid niet nog eens zijn oude plaats in het trontgelid zal heroveren! Een vermakelijk incident deed zich voor in de partij Bird—Janowski; Bird opende met zijn geliefd 1. f4 en een zeer levendig en wisselvallig spel volgde. Janowski liet menige kans ontglippen en ten slotte kwam het in het eindspel tot de volgende positie : *) Gunsberg werd in '54 te Budapest geboren.

3i8 Janowski. Bird. Wit aan den zet wint. In bovenstaande stelling kon Wit eenvoudig winnen door i. böf. Op i.... Kb6 : volgt 2. La5f Kc6 3. a7 en op 1. Lb6 : volgt 2. Kb5 LC7 3. Le3. Bird gaf er echter de voorkeur aan met zijn koning naar den anderen vleugel te wandelen, welk geestig manoeuvre Zwart met onverschillige looperzetten beantwoordde. Toen Wit zag, dat er op den koningsvleugel niets te halen viel, keerde hij met zijn koning naar a.4 terug en de positie op het diagram ontstond ten tweeden male. Ten tweeden male overzag echter Bird de winnende voortzetting en weer moest de koning naar f3 zijn biezen pakken. Toen nu voor de derde maal de bewuste stelling verkregen was, reclameerde janowski bij het comité de partij als remis (zie bladz. 257 onderaan van het Juli-nummer). Het merkwaardigste is nog, dat ook Janowski in de oprechte meening verkeerde, dat er voor Wit niet meer dan remis inzat, want terwijl het comité beraadslaagde, ging hij een weddenschap aan voor een pond sterling tegen iemand, die beweerde de partij voor Bird te kunnen winnen. Toen het comité Janowski's eisch had ingewilligd, toonde men bovengen, variant en het is begrijpelijk, dat de oude heer Bird woedend was. Hoe hij echter bij de ongelooflijke snelheid, waarmee hij speelt, ooit verder dan één zet diep kan combineeren, is een raadsel, janowski. Bijzonder aantrekkelijk is het niet, over den vertegenwoordiger van Frankrijk te schrijven. Terloops zij hier even opgemerkt, dat het streven van het Comité, om schakers van zoo veel mogelijk verschillende landen toe te laten, in plaats van eenvoudig de twintig sterkste spelers uit te kiezen, leelijk fiasco heeft gemaakt en ook moest maken. Wat in de wereld der wielrijders en cricketspelers misschien rationeel is, is absurd en belachelijk wanneer het geldt deelnemers aan een schaakwedstrijd naar de nationaliteiten, waartoe zij behooren, in te deelen. Te Hastings streden zoowel professionals als amateurs. Bij een tornooi van louter

3i9
amateurs zou de zaak gezond zijn. Het is duidelijk, dat Tarrasch en AValbrodt voor de eer van Duitschland, Marco en Schlechter voor de eer van Oostenrijk, Yergani voor de eer van Italië strijdt. Ook bij een tornooi van enkel professionals zou men, hoewel met minder recht, bijv. Albin, hoewel Oostenrijker, afgevaardigde van Amerika kunnen noemen, omdat de schaakclub te New-York zijn onkosten betaalt en Lasker, hoewel Duitscher, afgevaardigde van Engeland omdat Londen hem onderhoudt. Met het vinden van het juiste hokje voor Tschigorin, Schiffers, Blackburne en Bird is men natuurlijk nog spoediger klaar. Maar nu nemen wij Janowski. Tot voor weinige jaren leefde deze Pool in zijn vaderland, hij verhuisde echter naar Parijs, omdat in laatstgenoemde stad het schaakspelersberoep lucratiever is. Geen club zond hem naar Hastings; hij betaalde zelf zijn onkosten van het geld, door hem in den loop van het jaar met koffiehuis-partijen verdiend. Janowski is nog zeer impopulair in Parijs. En dit niet alleen, maar het schaakspel zelf is zoo impopulair in Frankrijk, dat van de zooveel millioen Franschen misschien geen 100 de daden van Janowski in de courant hebben gevolgd. Toch is Janowski, volgens het Comité, vertegenwoordiger van Frankrijk !! Er komt nog bij, dat het Comité zeer halfslachtig is te werk gegaan : Canada en Italië mochten vertegenwoordigd worden, Nederland niet. De fout zit 'm hierin, dat het schaakspel cosmopolietisch is en een eerste klasse schaker een cosmopoliet. Steinitz, Gunsberg, Mason, Rosenthal, Teichmann, Hoffei enz. enz., zijn allen minstens één maal genaturaliseerd, voordat zij hun tegenwoordig domicilie gevonden hadden. Wat heeft het nu voor zin, dergelijke spelers als afgevaardigden van een bepaald land te beschouwen? Dat Noorwegen goede schaatsenrijders oplevert is natuurlijk, eveneens dat vele negerstammen in Afrika goed met pijl en boog kunnen schieten. Maar aan de schaaktalenten van Steinitz en Lasker zijn resp. Amerika en Engeland zoo onschuldig als pasgeboren kinderen ! Revenons Èt nos moutons.
Waarom het geen aangename taak is, Janowski aan u voor te stellen ? Omdat ik tien tegen één de kans loop, dat de nieuwe kennis u niet bijzonder zal bevallen! Janowski, hoewel wat zijn kleederen betreft, tiré Èt quatre épingles, staat bij zijn collega's niet hoog aangeschreven en ook bij het publiek reikt zijn populariteit weinig hooger dan zijn hoogen hoed en zijn gouden bril. De reden hiervan is de onaangename arrogantie, die hij zich tegenover ieder veroorlooft. In elke partij, die Janowski verliest, heeft hij zijn tegenpartij „vollstandig überspielt" en slechts aan t slot, toen de partij eigenlijk reeds gewonnen was, door een grove bok alles „verpatzt". Hier even een goeie mop van Tarrasch. Tarrasch had hem mat gezet en toen begon het oude liedje weer: „Ich habe Sie vollstandig überspielt, lieber Doctor; Sie haben geradezu die Partie so blödsinnig wie möglich geführt. Nun am Schluss nuche ich einen groben Fehler und verliere . Tarrasch gevat: „Es thut mir wirklich Leid ftlr

320
Sie, lieber Janowski, dass ich sogar mit slechteni Spiele nog gegen Sie zu gewinnen im Stande bin!" Doch het komiekste beleefden wij, toen Janowski in de voorlaatste ronde een allerellendigst „vluggertje" van Tschigorin gewonnen had: „Jetzt will," zeide Marco, „der ekelhafte Mensch nicht einmal mehr mit mir reden, er denkt sich da etwas riesiges geleistet und ausser dem Brilliancy-Preis noch die Unsterblichkeit, gewonnen zu haben. Was wollen Sie dagegen erfinden, bitte?"
Janowski is nog zeer jong en een speler van ongetwijfeld groot en origineel talent. Wanneer hij zich dan ook niet verbeeldde, nu reeds een meester van den eersten rang te zijn, zou er geen reden bestaan, waarom hij het mettertijd niet zou kunnen worden.
Zeventienderonde. In deze ronde werd weder voor de zooveelste maal het gezegde van Mason. Winawer bewaarheid, dat het moeielijk is, Mason te verslaan, wanneer hij nuchter is. Reeds op bladz. 33 van dezen jaargang hebben wij een en ander van Mason verteld. Tot eer van Mason wil ik hier dadelijk bijvoegen, dat hij zich te Hastings een boel beter gedroeg dan te Leipzig verleden jaar. Na een ergerlijk tooneeltje in een der allereerste ronden, vermocht een geduchte reprimande van het Comité hem gedurende het verdere verloop van het tornooi vrijwel binnen de perken te houden. Wanneer gedurende den „schafttijd" en's avonds, als de partijen geëindigd waren, de meesten zich in groepjes verdeelden, Tschigorin gearmd met SchifFers, Tarrasch geëscorteerd door Walbrodt en Mieses en Pillsbury door Teichmann, Marco en Schlechter het lokaal verlieten, teneinde de dorstige kelen met een potteke bier te laven, zag men Mason gewoonlijk het gezelschap van Pollock aanhangen !
Mason is een tenger mannetje, wiens door en door fatsoenlijk karakter en vriendelijke manieren veel goedmaken van den slechten indruk, door zijn drinkgewoonte gewekt. Zijn prachtig geniale kop heeft reeds meer dan eens de bewondering van een artiest gewekt.
In de onderhavige ronde was Lasker zijn tegenpartij en alle talent en inspanning van laatstgenoemde mochten tegen Mason's hardnekkige en uren lang volgehouden verdediging niets baten, zoodat het spel ten slotte remis werd.
Achttiende ronde. Het groote evenement in de achttiende ronde was de nederlaag van Pillsbury tegen Schlechter. Laatstgenoemde liet zich in deze partij van zijn gevaarlijkste zijde kennen. Pillsbury was een pion in het voordeel, daarentegen had Schlechter een vrij-pion op de zesde lijn, zoodat de stelling er zeer remiseachtig uitzag. Maar Pillsbury wilde Tschigorin, die in dezelfde ronde zijn partij reeds remis had gemaakt, een half punt vóorkomen; hij trachtte de winst te forceeren, overzag een eenvoudigen zet der tegenpartij en.... verloor. De bescheiden wijze, waarop Pillsbury deze en zijn beide overige nederlagen droeg en de eer der overwinning geheel aan zijn tegenstanders gaf, is werkelijk voorbeeldig. Pillsbury zelf had na deze partij geen hoop meer op den eersten prijs ; hij kon

321
dan ook moeielijk vermoeden, dat er in de drie laatste ronden wonderen zouden gebeuren.
Mlese5' Zooals gezegd, Tschigorin had remise gemaakt en wel tegen Mieses. Mieses — in '65 te Leipzig geboren — is een der talentvolste Duitsche meesters. Evenals Von Bardeleben stamt hij uit een aanzienlijke rijke familie. Dat beide meesters thans beroepschaakspelers zijn, is te wijten aan zware finantiöele verliezen, door hun ouders geleden en waardoor zij verhinderd werden, hun studiën aan de Universiteit te voltooien. Ditzelfde geldt ook Teichmann.
Dat Mieses in de laatste jaren in tornooien niet veel succes had, moet op rekening gesteld worden zijner journalistische plichten. Als de meeste andere deelnemers konden gaan rusten van de vermoeienissen des daags, moest Mieses tot laat in den nacht artikelen schrijven voor Duitsche bladen. Dit matte hem natuurlijk af en veroorzaakte vaak een koortsige haast bij hem, om zijn partij af te krijgen. Slechts als een bijzonder sterke speler tegenover hem aan het tafeltje plaats nam, vond Mieses het de moeite waard, zich geducht in te spannen en zoo gelukte het hem dan ook tegen Lasker, Tschigorin, Steinitz en Tarrasch remis te maken, zeker een prachtig kunststuk op zichzelf. Ook zeer fraai waren de partijen, die hij van Blackburne en Tinsley won. Mieses is een zeer aantrekkelijke figuur en wat de Duitschers noemen „ein gebildeter Mensch". Het is altijd aangenaam, een schaker te ontmoeten, die nog iets verder kan kombineeren dan Bilguer. Carnaval. Donderdag 29 Augustus was weer een holiday en tevens de laatste dag van het sedert Maandag met veel luister en enthousiasme gehouden Hastmgsche carnaval. Waar de meesters de vorige dagen geen of weinig gelegenheid hadden gehad, veel aandacht aan de festiviteiten te schenken, daar was deze vrije dag dubbel weikom en ieder deed zijn best, zoo luidruchtig en vroolijk mogelijk carnaval te vieren. Wat zoon carnaval alzoo meebrengt? Fraai versierde straten, illuminaties, gecostu111eerde optochten, bloemencorso's, bals, vuurwerk enz. enz. Van het Comité kregen wij toegangsbewijzen voor bijna alle vermakelijkheden. In het algemeen kan de royale wijze, waarop het Comité gedurende den ganschen wedstrijd een ieder het verblijf te Hastings zoo genoegelijk mogelijk trachtte te maken, niet genoeg geprezen worden
N::rde . Deze ,;°"de bracht voor de eerste ™al Tarrasch tegenover Lasker en het publiek, dat verscheen, om dezen gewichtigen strijd bij te wonen, was talrijker dan ooit. Het spreekt vanzelf, dat elk der beide meesters,' die elkaar nu juist niet met vriendelijke oogen aankijken, zijn uiterste' best deed om te winnen en dat zij volstrekt niet van plan waren er een „remisje uit te draaien". Toch zou een „remisje" de meest billijke uitslag der partij zijn geweest. Het middenspel werd van weerszijden voortreffelijk gevoerd, doch Lasker slaagde er in, de eenigszins betere positie voor het eindspel te krijgen. Nadat Tarrasch op het beslissende oogen21

322
blik verzuimd had, het remis door een paardofïer te forceeren, had Lasker gewonnen spel. Laatstgenoemde overzag echter de winnende voortzetting, hij gaf zijn tegenpartij onnoodig tijd en ten slotte won Tarrasch nog. Twintigste ronde. Op Zaterdag 31 Augustus gebeurden de, wonderen, waarvan wij reeds spraken. Het scheen vrij zeker, dat öf Tschigorin öf Lasker den eersten prijs zou winnen en ziet, in de twintigste ronde werden beiden verslagen, Tschigorin door Janowski en Lasker door Blackburne ! Niet onwaarschijnlijk het gevolg van afmatting en overspanning. Worden dergelijke nederlagen in het begin van den wedstrijd geleden, dan hebben de verliezers gelegenheid genoeg om de schade in te halen, maar na de voorlaatste ronde gaat zulks moeilijker. Bij een tornooi zal men nooit kunnen verhinderen, dat het g:luk een rol speelt. Deze rol wordt echter belangrijker naarmate de duur van het tornooi langer is en de fisieke kracht der spelers dus grooter invloed uitoefent op den uitslag. Daar wij de beide genoemde partijen in een der volgende nummers opnemen, willen wij ze hier verder niet omschrijven.
Eenentwintigste De laatste ronde was in vele opzichten de merkwaardigste van alle. ronde. Het is nog niet voorgekomen bij een internationalen wedstrijd, dat de gemoederen tot den allerlaatsten dag toe in zóó groote spanning werden gehouden als te Hastings. De laatste partijen zouden pas aanwijzen de volgorde der prijswinners, en het is eigenaardig, dat al degenen, die goed stonden voor een prijs, hun laatste partij moesten winnen en niet met remise geholpen waren. Nu, zij wonnen dan ook! Pillsbury won van Gunsberg en werd I, Tschigorin won van Schlechter en werd II, Lasker won van Burn en werd III, Tarrasch won van Yergani en werd IV, Steinitz won van Walbrodt en werd V, Schiffers won van Pollock en werd VI, Von Bardeleben won van Marco, aldus den zevenden prijs deelende met Teichmann, die van Mason won.
De eerste twee partijen zullen onzen lezers bij het naspelen veel gegenoegen verschaffen. Toen Gunsberg had gecapituleerd, brak er over de gansche zaal zulk een daverend en langdurig applaus ter eere van Pillsbury los, dat hooren en zien verging. Nu, deze bijvalsbetuigingen waren ten volle verdiend. Burn speelde verre beneden zijn kracht tegen Lasker. Hij opende met het sekure Dame-gambiet, doch aan zijn spel kon men merken, dat hij de eer, Lasker aan den derden prijs te helpen, gansch niet versmaadde. Na over de eerste 16 zetten - waarvan de laatste uitgezocht slecht waren — bijna 2 uur te hebben gebruikt, gaf hij de partij, die nog niet absoluut hopeloos stond, maar op. Als men Burn. Burn voor het bord ziet zitten, is het moeilijk op het eerste gezicht uit te maken, of men met een levend wezen of met een schaakautomaat te doen heeft. Voor eenige jaren plachten de zetten even juist berekend te zijn als de handbewegingen, waarmee hij de zetten tot stand bracht en zijn onafscheidelijke pijp in en uit zijn mond nam. Maar gemis aan praktijk heeft reeds veel schaakhelden gefopt. Even het portret van
323 vriend Amos completeerende, vermelden wij, dat kleine doffe oogen en ponnie-haar het hunne bijdragen om aan het geheel een eigenaardige bekoorlijkheid te geven.
Dit is de tweede maal, dat Burn, na eene lange onthoudingsperiode, weer tot het openlijke schaakleven terugkeert. In '48 te Huil geboren, leerde hij het spel op 16-jarigen leeftijd. In '70 kwam hij te Londen en gold tot '76 ra!s een der sterkste Engelsche meesters. In hetzelfde jaar trok hij zich echter terug, om pas tien jaar later, alzoo in '86, weer op te duiken. Zijn meest beteekenende overwinningen dateeren van '86 tot '89 en zijn laatste internationale lauweren plukte hij te Amsterdam. Daarna vertrok hij, wegens beroepsplichten, naar Chicago en tot Hastings hoorde men niet van hem. Een maand lang voor den wedstrijd oefende hij zich dagelijks in Simpson's Divan te Londen, maar dit bleek niet voldoende om hem zijn oude kracht en zekerheid terug te geven. Naar ik verneem, blijft Burn thans in Europa en zal hij het schaakspel vooreerst niet weder vaarwel zeggen.
Ook Tarrasch, Steinitz en Schiffers hadden betrekkelijk gemakkelijk spel. Vooral Schiffers, wiens tegenpartij Pollock zoo vriendelijk was, openlijk te toonen, dat hij het gezelschap der buffetjuffrouw verre boven dat van den Russischen meester verkoos.
Nu, Schiffers ziet er allesbehalve frisch uit, zoo iets van een rooverhoofdman: reuzenstatuur, vervaarlijke haardos, donkere blikken Bij nadere kennismaking blijft er echter van al die griezeligheid weinig over. Schifters is een zeer ontwikkelde persoon en zoo vriendelijk als men zich maar wenschen kan. De Engelschen verwonderden zich over de correctheid, waarmee hij Engelsch sprak, doch even goed, zoo niet beter, spreekt hij Duitsch en Fransch. 't Was komiek, hem naast Walbrodt te zien wandelen. Precies een paar kermistypen : een reus en een dwerg. Na Tschigorin is Schiffers de beste speler in Rusland. In '87 te Frankfort behaalde hij den brilliancy-prijs voor zijn beroemde partij met Harmonist *) maar te Hastings mocht het hem voor de eerste maal gelukken, onder de prijswinners te behooren.
Aan Von Bardeleben en Teichmann gelukte het niet dan na groote inspanning hun resp. tegenstanders Marco en Mason „neer te leggen". Teichmann's roem is nog van zeer jongen datum. Hij, Janowski en Schlechter waren te Leipzig verleden jaar „homines novi" en het is zeker interessant, den verderen loopbaan dezer drie jonge meesters gade te slaan. Teichmann begon ongelukkig in het onderhavige tornooi, maar ten slotte vermande hij zich en, al zijn krachten verzamelende, won hij in de laatste 6 ronden 51/2 partijen. Zijn speelwijze is niet bepaald oor•) (Harmonist: Zwart)
8. Pd2

d
15- Pg5 Pg6 16. Te8! Te8: 17. Lf7 :f Kh8 18. Le8 : Pe2f 19. Khi Pci: 20. Pf7f Kg8 21. Phóf Kf8
22. BgSfjKey 23. Lg6: hgö: 24 Dg7 :t Kd8 25. Bf8f Kd7 26. Pe4ü Dd8 27. Dd6f Ke8 28 Pf6+ Zwart geelt op.
3é4 spronkelijk; waarschijnlijk een gevolg van zware studie in de partijen van Morphy, Zuckertort en Steinitz, vooral van Zuckertort. Ofschoon Goethe's gezegde huldigend, dat men bescheidenheid aan de ploerten moet overlaten, is Teichmann verre van arrogant. Een eenigszins langdurige kennismaking stelt slechts in zooverre teleur, dat men spijt en misnoegen gevoelt over het feit, dat een jongmensch van zóó uitnemende bekwaamheid en gaven als Teichmann, overgeloopen is naar het kamp der schaakbedelaars van professie. Teichmann heeft bij de twee reeds bestaande wijzen om schaak te spelen, n.1. „voor het bord" en „zonder bord" of „blind" een derde ontdekt n.1. „half blind" of „halfziende". Hij werd hiertoe in staat gesteld door een operatie, die zijn rechter oog wegnam en hem een van glas in de plaats gaf. Dit is werkelijk niet om te lachen, prijsuiideeling.
Dinsdagmiddag 3 October, klokslag drie uur, vond onder toeloop van een groot aantal belangstellenden de plechtige prijsuitdeeling plaats. Na verschillende toespraken, waarin nogmaals ter eere van het Comité een paar kilo's wierook werd gebrand, reikte de echtgenoote van een der Patrons de prijzen uit in den vorm van cheques op een Londensche bank. Daar winstpunten tegen de eerste drie prijswinners 2 pond golden en remise-partijen tegen prijswinners Vs pond, zoo komt het voor, dat sommige deelnemers, ofschoon een lager score hebbende dan andere, toch meer geld kregen dan laatstgenoemde. Wij herhalen hier de juiste prijsverdeling, ofschoon reeds bij het Juli-nummer in een bijvoegsel meegedeeld.
I. H. N. Pillsbury
II. M. Tschigorin ....
III. E. Lasker
IV. Dr. Tarrasch ....
V. W. Steinitz
VI. E. Schiffers
,C. von Bardeleben
VII. ( r rpe;cjimann _
9. Carl Schlechter.
10. J. H. Blackburne
11. A. Walbrodt
12. A. Burn
13. D. Janowski
14. J. Mason
15. H. E. Bird
16. I. Gunsberg
17. A. Albin
18. G. Marco
ï5 W. H. K. Pollock
zo. J. Mieses
21. S. Tinsley
22. B. Verga-ni

£ 150 l6Vs punten.
£ 115 "
£ 85 15l/a
£ 60 14
£ 4° *3 »
£ 3° 12 "
£ RS. 5 Sh. ITVÏ
£ i4i rS Sh. II'/Ü »
£ 13 11
£ 10, 10 Sh. 10 VÏ
£ 7 10
£ 9 91'8 "
£ 9 9l/s >.
£ 8 9V2 „
£ 5 9 •>
£ 7> 10 Sh. 7 "
£ 7 ^Vs „
£ 6 Bife
£ 6, 10 Sh. 8
£ 6, 10 Sh. 7Vs
£ 7 7 Va
£ 2 3 »

325
Den speciaal-prijs voor het beste resultaat tegen de prijswinners bekwam C. Schlechter. Tschigorin won de speciaal-prijzen voor den winner van de meeste Evansgambieten en voor hem, die het eerst zeven partijen zon winnen.
Levensbeschrij- De volgende bijzonderheden omtrent den eersten prijswinner ontleenen aan ndeitCfc Monthly: „Harry Nelson Pillsbury werd geboren te winner. omervi e, Mass. V. S. 5 Dec. 1872. Op 16-jarigen leeftijd leerde hij het schaakspel van Mr. Addison Smith, een lid der Bostonner schaakclub die destijds te Somerville vertoefde.
In '89 werd Pillsbury gedwongen, af te zien van zijn voornemen, aan de Harvard Universiteit te studeeren; hij ging naar Boston en legde zich toe op den handel. De beste spelers in de club „Deschapelles" gaven hem tot 90 een paard voor, in welk jaar hij den veteraan H. N. Stone met vijf partijen tegen twee gelijk op versloeg.
Van dezen tijd af begon hij ernstiger het schaakspel te beoefenen en spoedig overwon hijJohn F.Barry,den sterksten amateur van Nieuw Engeland en in het zelfde jaar ook Steinitz, die beproefde, hem pion en zet voor te geven. In het begin van '93 werden zoowel Walbrodt als Schottlander door Pillsbury geklopt.
In het najaar van 1893 won hij den eersten prijs in het City Chess Club Tornooi, terwijl zich onder de deelnemers spelers als Albin Hod<?es en Showalter bevonden.
Pillsbury heeft ons eenige van zijn blindpartijen getoond — hij neemt er acht A tien te gelijk voor zijn rekening — en te oordeelen naar deze schitterende staaltjes van zijn talent, zouden wij hem op één lijn stellen met de eerste tegenwoordige blindspelers.
Met zulk een magere record-lijst als hierboven opgesomd, had Pillsburv den moed, den strijd met de beroemdste meesters der schaakwereld aan te binden en hij droeg den palm der overwinning weg. Zulk een feit is eemg in de schaakgeschiedenis. Wat meer is, Pillsbury's zegepraal is niet aan toeval of geluk te danken. De race met Tschigorin en Lasker was zeer spannend ; van het begin tot het eind zaten zij elkaar dicht op de en, voornamelijk 111 de laatste twee ronden. Het bewijst enorm voor zijn taaiheid en vertrouwen in zijn macht, dat hij zich in het minst met het ontmoedigen door zijn nederlaag in de allereerste ronde, terwijl r larrasch, de held van zooveel tornooien, eenigszins gedemoraliseerd werd door (wegens tijdoverschrijding) tegen Mason te verliezen.
Zijn partijen kunnen de proef eener nauwkeurige analyse doorstaan. Het zijn correcte partijen, theoretisch juist in de opening, aanvallend in het middenspel en subtiel in het eindspel. Boven alles is zijn stijl ondernemend. Ofschoon een groot bewonderaar van Steinitz, volgt hij dezen met door dik en dun. Met juist oordeel, zeldzaam in een zoo jongen speler, heeft hij het nuttige in het onderwijs van den meester opgenomen en de excentriciteiten verworpen.
326
Pillsbury is een degelijk kenner der gesloten partij, steeds een teeken van een onafhankelijk oordeel, en zijn verdediging der Spaansche partij is uitmuntend.
Met dergelijke eigenschappen kan Pillsbury naar de hoogste sport op den schaakladder dingen en misschien zal in een niet al te verre toekomst Amerika zich beroemen, twee der grootste spelers, dieooit leefden, te hebben voortgebracht, — een Morphy en een Pillsbury. Pillsbury heeft een vriendelijk en bescheiden karakter. Hij heeft veel vrienden gemaakt in dit land en hij neemt de beste wenschen mede van allen, die met hem in aanraking kwamen.
Consuitatie-par- Een overzicht van het tornooi wat betreft de speelkracht der deelnemers •ij"'- en het door dezen behaalde succes, blijft tot een volgend nummer liggen. Wij willen hier nog slechts mededeelen, dat gedurende den wedstrijd drie consultatie-partijen tot stand kwamen met het volgende resultaat: Burn en Blackburne — Bird en Pillsbury, Muzio Gambiet, Zwart won. Bird en Burn — Pillsbury en Schiffers, Tweepaardspel in de nahand, remise.
Blackburne en Pillsbury — Tschigorin en Schiffers, Geweigerd Damegambiet, Wit won.
Ik geloof, dat er nu nog één zaak is, die ik niet verteld heb, n.1. hoe aangenaam en prettig het was te Hastings en hoe, dank zij het Comité, alles in de volmaaktste orde en eensgezindheid van stapel liep. Het internationale tornooi te Hastings zal dan ook steeds tot de allerbekoorlijkste schaakherinneringen mijns levens behooren.
N. W. VAN LENNEP.
Paring tier deelnemers en uitslag der partijen
Elfde rotuie, Maandag 19 Augustus.

Lasker—Gunsberg
Tinsley—Vergani
Schiffers—Steinitz
Blackburne—v. Bardeleben
Teichmann—Pillsbury
Schlechter—Tarrasch
Janowski—Walbrodt
Burn—Pollock Mason—Bird
Tschigorin—Marco Albin—Mieses
Fransche partij
Geweigerd Dame-gambiet
Vier-paardspel
Geweigerd Dame-gambiet
Spaansche partij
Vier-paardspel
Spaansche partij
d4-Opening
Fransche partij
Spaansche partij
Lasker won. Tinsley won. Steinitz won.
Blackburne won. Pillsbury won. remise.
Janowski won. Burn won. Mason won. Tschigorin won. Albin won.

3 2 7
Tivaalfde ronde, Dinsdag 20 Augustus.
Lasker—Pillsbury Spaansche partij Lasker won.
Ischigorin Walbrodt Geweigerd Koningsgambiet remise.
Steinitz—Mieses Dame-gambiet remise.
Vergani—Gunsberg Giuoco Piano Vergani won. Albin—Tarrasch Spaansche partij Tarrasch won.
Schiffers—Marco Philidor's verdediging remise. Mason 1 ollock Spaansche partij Mason won.
Tinsley—Bird d4-opening remise.
Burn—Schlechter Fransche partij Schlechter won.
v. Bardeleben—Janowski Geweigerd dame-gambiet remise. Teichmann Blackburne Dame-gambiet Blackburne won.
Dertiende ronde, Woensdag 21 Augustus.
Lasker—Tinsley Fransche partij Lasker won.
I schigorin—Steinitz Evansgambiet Steinitz won. Pollock—Tarrasch Fransche partij Pollock won.
Walbrodt—von Bardeleben Spaansche partij Walbrodt won.
Janowski Marco „ Janowski won. Burn Bird d4-opening remise. Blackburne—Pillsbury Looper-gambiet remise.
Albin—Schiffers Siciliaansch Albin won, Schlechter—Mieses Spaansche partij remise. Feichmann—Gunsberg Weener partij Gunsberg won. Mason Vergani Giuoco Piano Mason won.
Veertiende ronde, Vrijdag 23 Augustus.
Steinitz—Burn Geweigerd dame-gambiet remise. Schiffers—Janowski Spaansche partij Schiffers won.
Lasker Leichmann Geweigerd dame-gambiet Lasker won. Albin-Mason Spaansche partij remise, v. Bardeleben—Tschigorin d4-opening Tschigorin won. Bird—Pillsbury Evans-gambiet Pillsbury won. Marco—Tarrasch Spaansche partij Tarrasch won. Vergani—Blackburne Geweigerd konings-gambiet Blackburne won. Gunsberg—Pollock Weener partij Pollock won. Mieses—Walbrodt „ Walbrodt won. ] insley Schlechter Geweigerd dame-gambiet Schlechter won.
Vijftiende ronde, Zaterdag 24 Augustus.
Albin—Lasker Siciliaansch remise, v. Bardeleben—Tarrasch Spaansche partii remise Walbrodt—Pillsbury „ remisp'

328
Pollock—Bird Weener partij Pollock won.
Schlechter—Vergani Spaansche partij Vergani won.
Spaansche partij
Janowski—Gunsberg „ Gunsberg won.
Burn—Mieses d4-opei)ing Burn won.
Blackburne—Marco Geweigerd konings-gambiet Marco won.
Fransche Spaansche partij
Tschigorin—Tinsley Fransche partij Tschigorin won. Mason—Schiffers Spaansche partij remise. Teichmann—Steinitz „ remise.
Pollock won. Vergani won. Gunsberg won. Burn won. Marco won. Tschigorin won. remise, remise.
Zestiende ronde, Maandag 26 Augustus.
Vergani—Tschigorin Twee-paardspel in de nahand Tschigorin won.
Steinitz—Albin d4-opening Steinitz won.
Tinsley—von Bardeleben Geweigerd dame-gambiet Tinsley won.
Marco—Schlechter Russisch remise.
Pillsbury—Burn Geweigerd dame-gambiet Pillsbury won.
Gunsberg—Mason Schotsch gambiet Gunsberg won. Tarrasch—Blackburne Fransche partij Tarrasch won.
Schiffers—Lasker ürie-paardspel Lasker won.
Walbrodt—Pollock Weener partij remise.
Mieses—Teichmann Schotsche partij Teichmann won. Bird—Janowski f4-opening remise.
Zeventiende ronde, Dinsdag 27 Augnstns.
Pillsburv—von Bardeleben Pillsbury won door forfeit. Janowski—Steinitz Spaansche partij Janowski won.
Burn—Vergani „ Burn won.
Tarrasch—Bird Siciliaansch Tarrasch won.
Blackburne—Gunsberg Looper-gambiet Gunsberg won. Teichmann—Tinsley Fransche partij Teichmann won. Pollock—Mieses Spaansche partij Mieses won.
Walbrodt-Marco Schotsche partij remise. Schlechter—Schiffers Spaansche partij Schlechter won. Mason—Lasker Giuoco Piano remise. Tschigorin—Albin Fransche partij remise.
Achttiende ronde, Woensdag 28 Augustus.
Gunsberg—Albin Fransche partij Gunsberg won. Steinitz—Tinsley d4-opening Steinitz won.
Walbrodt—Burn Fransche partij Burn won. Tarrasch—Janowski Geweigerd dame-gambiet Tarrasch won.
Vergani—Lasker Spaansche partij Lasker won. Bird—Teichmann t"4-opening Teichmann won. Pillsbury—Schlechter Geweigerd dame-gambiet Schlechter won. Marco—Mason Koning's fianchetto Marco won.
Pollock—Blackburne
Bardeleben—Schiffers
Mieses—Tschigorin

329
Philidor's verdediging
Siciliaansch
Schotsche partij
Blackburne won. remise, remise.
Negentiende ronde, Vrijdag 30 Augustus.
Walbrodt—Albin
Pollock—Tschigorin
Burn—Teicbmann
Marco—Steinitz
Mieses—Vergani
Gunsberg—von Bardeleben
Janowski—Schlechter
Bird—Schiffers
Pillsbury—Tinsley
Tarrasch—Lasker
Blackburne—Mason
Fransche partij
Evans-gambiet
Geweigerd dame-gambiet
Spaansche partij
Weener partij
Geweigerd konings-gambiet
d4-opening
Twee-paardspel in de nahand
Geweigerd dame-gambiet
Spaansche partij
Evans-gambiet
Albin won.
Tschigorin won.
Teichmann won.
Steinitz won. Mieses won.
Bardeleben won. Janowski won.
Schiffers won.
Pillsbury won.
Tarrasch won.
Mason won.
Twintigste ronde, Zaterdag 31 Augustus.
Tschigorin—Janowski
Gunsberg—-Bird
Vergani—Pillsbury
Bardeleben—Teichmann
Mieses—Marco
Schiffers—Walbrodt
Albin—Burn
Mason—'Schlechter
Tinsley—Pollock
Lasker—Blackburne
Steinitz—Tarrasch
Eén en twintigste
Blackburne—Tinsley Pillsbury—Gunsberg Burn—Lasker Janowski—Albin Pollock—Schiffers Bird—Mieses Walbrodt—Steinitz Marco—von Bardeleben Tarrasch—Vergani Teichmann—Mason Schlechter—Tschigorin
Weener partij
Fransche partij
Giuoco Piano
Geweigerd dame-gambiet
Schotsche partij
Spaansche partij
Fransche partij
e3-opening
d4-opening
Spaansche partij d4-opening
en laatste ro?ide, Maandag
Fransche partij d4-opening
Geweigerd dame-gambiet
d4-opening
Twee-paardspel in de nahand Hongaarsch
Spaansche partij
Koning's fianchetto
Weener partij
Geweigerd dame-gambiet
Spaansche partij
Janowski won. Bird won. Pillsbury won. remise.
Marco won. Schiffers won. Burn won.
Schlechter won. Tinsley won. Blackburne won. Tarrasch won.
2 Septetnber.
Blackburne won. Pillsbury won. Lasker won. Albin won.
Schiffers won. remise.
Steinitz; won. Bardeleben won. Tarrasch won. Teichmann won. Tschigorin won.
21*
33°
Erratum.
Op bladz. 295 hebben drukker en corrector samengespannen, om een mooien zin, waarop ik nog wel zóo mijn best had gedaan, leelijk te bederven! Men leze regel 14 v. o.:
„Maar Steinitz, Steinitz, den zestigjarigen grijsaard, die vijf en twintig jaar lang het wereldkampioenschap vermocht te verdedigen, wiens kunstwerken ons steeds het allerschoonste scheen, wat op schaakgebied verkregen kan worden, Steinitz, den overwinnaar van Anderssen, Blackburne, Zuckertort, Gunsberg, Tschigorin, om van mindere goden niet eens te spreken, Steinitz, den scheppei van het moderne schaakspel," enz. v. L.
è % è -t®
Verschillende Partijen.
No 257. Gespeeld in de eerste klasse van den Bondswedstryd te Arnhem, 2 Augustus 189.).
Wit: D. Bleijkmans
1 — e4 e7

Zwart: R J. Loman.
Spaansclie partij.
e5
2. Pgl _f3 Pb8 — c6
3. L fl — b5 P g8 — f6
4. d2 — d3 Ti f8 — c5
5. 0 — 0 P d8 — e7
6. P bl — c3 a7 — a6
7. Lb5 — c4
Beter lijkt mij La4, (laar dan de looper alleen door b5 8. Lb3 Pa5 kon worden afgeruild, wat door het openen der a-lijn een verzwakking van den zwarten a-pion zou ten gevolge hebben.
P c6 — a5
8. D dl — e2
Ln aanmerking kwam Pd5 Pd5 : 9.ed5 : Pc4 : 10. de4 : d6 11. Le3 enz.
Pa5 X c4
9. d3 X c4 c7 — c6
10. h2 — h3
Deze zet van Wit en zijn volgende vormen een manoeuver uit den tijd van Morphy. Beteekeuis kunnen deze zetten m. i. alleen hebben in verband met een volgend f4. d7 — d6
11. P f3 — h2 0 — 0
12. L cl — g5
Niet goed gesj)eeld. Le3 ware de juiste voortzetting. Op Le3: zou dan kunnen volgen 13. De3 : Ph5 14. g4 Pf4 15. Pe2 enz.
h7 — h6
13. Lg5 —h4
Beter nog steeds Le3.
g'7 — g5!
De hiermee ingeleide aanval wordt krachtier doorgezet. Zwart levert een uitnemend O O bewijs van Wits onjuiste speelwijze in de vorige zetten.
14. L h4 — g3 K g8 — g7
1o. P c3 dl L c8 — e6
16. b2 — b3 Kg7 — g6!
Uitstekend! Deze zet zou ook gevolgd zijn op h4.
Het is nu niet meer te pareeren, dat Zwart zijn paard op f4 plaatst, waar het alleen kan worden geruild tegen het nadeel van een sterken zwarten voorpost op f4. en het openen voor Zwart van de gewichtige g-lijn.
17. T fl — el tets beter lijkt me hier Klil.
P f6 — llD
18. Ph2 —fl Ph5 —f4
19. L g3 X f4
Laat W it dezen ruil na, dan vervolgt Zwart kalmpjes met zijn aanval. Wit staat reeds ongunstig.
g5 X f4
20. K gl — h2 T f8 — g8
21. P -fl _d2
Op g3 zou volgen Kh7 22. gt'4 : ef4 : 23. I)f3 Dh4 enz.
T g8 — g7
22. T el — gl T a8 — g8
23. Pd2 — f3 Kg6 — h7
24. P dl — b2 f7 — f6
Xoodig, daar Wit dreigde 25. Pd3 La7 26. c5 dc5 : 27. Peö :
25. P b2 — d3 L c5 — a7
26. g2 — g3 ?
Deze zet geeft Zwart gelegenheid, de partij elegant en snel te beslissen. Evenwel is het niet gemakkelijk, een bevredigende voortzetting voor Wit te vinden. Speelt Wit bijv. 26. Ph4, zoo kan volgen f5 27. Pf5: Lf5: 28. efö: Dg5 29. De4 Lf2: 30. f6f Tg6 81. f7 Tf8 32. Pf2: ])g3t 33. Khl Df2: en Zwart verovert den f-pion.

Stand na den 25en zet van Zwart.
Ook zou Zwart op 26. Ph4 kunnen spelen : Df7 ~i' ladl Lb8 28. g3 d5, waarna vooial de kracht der zwarte loopers zeer groot zou zijn.
Deze laatste speelwijze zou wel op eiken 26en zet van Wit aan Zwart's aanval groote kracht hebben bijgezet. (Zie diagram.)
L a7 X f2!
27. P d3 X f2 f4 X g3f
28. K h2 — g2
tets langer houdt Wit zich met Khl. g3 X f2f
29. Kg2 X f2 L e6 X h3
30. T gl X g7f D e7 X g7
31. Tal—gl Lh3 g2!
Eenvoudig ware ook de '/en-gros"-afruil
Dg2f 32. Tg2: Tg2:f 33. Ke3 Ïe2:f 34. Ke2: Lg4 35. Ke3 Lf3: en Zwart wint door de meerderheid in pionnen. De tekstzet is echter eleganter en beslist sneller.
32. K f2 — e3 - D g7 g3
33. T gl — dl D g3 — h3 !
34. Ke3 — f2 L g2 X f3
35. D e2 X f3 JD h3 — h2f Opgegeven.
J. D. T.
No. 258. Gespeeld in de eerste klasse van den Wit: W. B. H. Meiners.
Bondswedstrijd te Arnhem, 31 Juli 1895. Zwart: A. Gr. Olland.
Schotscli Gambiet.
1. e2 — e4 e7 — e5
2. P gl — f3 P b8 — c6
3. d2 — d4 e5 X d4
4. L fl — c4 P g8 — f6
5. 0—0 P f6 X e4
De voortzetting Lc5 6. e5 f15 7. e!6 : dc4: 8. Telj Le6 enz. geeft Zwart wel een moeilijke verdediging, maar tocli moet m. i. Zwart dan de iets betere kansen krijgen.
6. T fl — el «17 — (15
7. L c4 X (15 Dd8 X d5
8. P bl — c3 D d5 — d8
Voor beter houd ik l)h5 9. Pel: Le6 10. Pego 0-0-U 11. Pe6:fe6: 12.Te6:Ld6.
9. T el X e4t L f8 — e7
10. P f3 X d4 0 — 0
11. P d4 X c6 b7 X c6
12. Ddl X d8 Le7 X d8
13. Lel —f4!
Van hier af begint een strijd om een der c-pionnen, waarbij m. i. de kracht van de vereenigde loopers voldoende voor de verdediging moet zijn.
T a8 — b8

14. Pc3 — dl
Op b3 zou volgen Lf6.
T b8 — b7!
15. c2 — c3 .L c8 e6
16. b2 — b3 L d8 — f6
17. L f4 — e5 Le6 —f5?
Wit schijnt niet meer op winst te willen spelen; anders zou hij zijn goed geposteerden looper niet in ruil hebben aangeboden. Nu echter schijnt Zwart te willen
winnen, anders had hij wel met Le5 :18. Te5: Tb5 19. Te2 Td5 enz. zich gelijk spel verschaft. Door zijn 17eu en 18eu zet krijgt Zwart een moeilijk te behandelen spel.
18. Te4 —e3 L f6 — e7
19. L e5 — d4
Op Lg7: Kg7: 20. Te7 : zou volgen Le6 en later Kt6.
L e7 — d6
20. c3 — c4 c6 — c5?
Hierdoor wordt de cö-pion zwak en vormt een voortdurend mikpunt voor de aanvallen van wit's looper en paard. Beter ware Td8.
21. L d4 — e5! L d6 — e7
22. P bl — c3 c7 — e6
23. T al — el L f5 — e6
Op f6 zou kunnen volgen 24. Lc7 (Lg3 Kf7) Tc7 : 25. Te7 : Te7 : 26. Te7 : Td8
27. Tel! '1(12 28. Tal Kf'7 29. Pa4 enz.
24. P c3 — ei
Hier ware Pal de juiste zet, daar dan Le5—1)2—a3 en de winst van den c5-piou niet meer te verhinderen zou zijn geweest.
T f8 — d8
25. f2 — f3
llier ware beter 14, om later Pg3 en 15 te laten volgen.
a7 — a5 !
26. Le5 —b2? a5 — a4?
llier verzuimt Zwart van V\ it's vorigen zwakken zet gebruik te maken. Met Lc4 : is de partij minstens remise voor Zwart. Op 27. Lg7: volgt dan Kg7: 28. bc4 :
Stand na den 26en zet van Wit,

Tb2 29. a3 f5 enz. Op 27. La3 volgt Ld5 28. Lc5 : Le4 : 29. Le7 : Te7 ! en remise. (Zie diagram.)
27. L b2 — a3 a4 X b3
28. a2 X b3 T d8 — b8
29. La3 X c5 L e7 — d8
Beteren zet heeft Zwart niet.
30. Lc5—(16! Ld8—b6.
30. L c5 — d6! L d8 — b6
Op Ta8 volgt Pc5.
31. Ld6 X b8 Lb6 X e3f
32. T el Xe3 T b7 X b8
33. P e4 — c5! L e6 — f5
34. g2 — g4 L f5 — c2
35. Kgl — f2 f7 — f5 ?
l)e beslissende fout, die een officier kost.
36. T e3 — c3?
Waarom niet Te2 Lb3 : (Lbl 37. Tb2) j
37. Tb2 en wint den looper. Door den 1 tekstzet wordt de partij onnoodig gerekt.
L c2 — bl
37. T c3 — cl L bl — a2
38. T cl — al T b8 — a8
39. Kf2 — e3 f5 X g4
40. f3 X g4 T a8 — a5
41. Ke3 —d4 Kg8 —f7
42. b3 — b4
Eenvoudiger ware dadelijk Pd3, dreigende Pel en Pe5. T a5 — a3
43. P c5 — d3 T a3 — a4
Beter ware nog Ta6, daar dan op Pc] zou volgen Lc4:
44. P d3 — cl c6 — c5f
45. Kd4 — e5?
Waarom dit ? Mij dunkt, als Wit den pion met den koning had genomen, had Zwart wel opgegeven.
c5 X b4
46. T al X a2 b4 — b3
Nog een aardigheidje !
47. T a2 — f2f K f7 — e7
48. Ke5 —d4 Ta4 —a3
49. T f2 — b2 T a3 — al
50. Pel X b3 Tal — gl
51. h2—h3 T gl—g3
Aan opgeven schijnt Zwart niet veel zin te hebben !
52. T b2 — e2f Ke7 — d6
53. T e2 — e3 Opgegeven.
Een interessante partij.
J. D. T.
No. 259. Gespeeld in de eerste klasse van den Bondswedstrijd te Arnhem, 29 Juli 1895. Wit: Dr. A. van Rhijn.
Zwart: D. Bleijkmans.
Spaaiischf Partij.
Dit gambiet in de nahand is gewaagd, maar kansrijk; voor de theorie sla men nog eens na de partijen Nos. 149, 206 en 207 op bladzijden 21, 179 en 181 van dezen jaargang; ook is wel de aandacht waard de afwijking in partij No. 142 op bladzijde 17. Zwart behoort altoos a6 te laten voorafgaan en eerst na 4. La4, den gambietzet fa te laten volgen; want wel doet dit verschil in de meeste varianten niets tot de zaak toe ot af, maar in de tegenwoordig: als sterkst voor ^ it onderstelde varianten is de mogelijkheid, b7—b5 en vooral Lc5—a7 te kunnen spelen, van groote waarde voor Zwart. (Men zie de opmerkingen bij den vijfden zet van it).
4. d2 — d3
Na het gambiet in den derden zet is cl2—d3 zeker een zeer sterk antwoord; de andere zet d2—d4 heeft, sinds het antwoord 4 fe4: Zwart nog al eens in het voordeel bracht, in den laatsten tijd een slechten naam verkregen.
Mijne persoonlijke meening is, dat ook na 4. d4, fe4 : de weg wel gevonden zal worden om, ondanks Zwart s opene torenlijnen, den geïsoleerden te ver vooruitgedrongen e-piou te winnen of althans, met voordeel af te ruilen, en dat Zwart na d3, iilthans wanneer a6 is voorafgegaan, er wel in kan slagen, gelijk spel te verkrijgen.
P g8 — f6
omdat Zwart dan zijn looper op co dient te ontwikkelen (of, zooals van Lennep in partij Xo. 142, op e7); van Foreest geeft dan als beste voortzetting aan: 5. 0—0, Lc5 ; fi. Pc3, d6 ; 7. Lg5, h6 ; 8. Lf6: Df6:; '.). Pd5 en Wit zou het best staan. «Das Handbuch" en ('ordei's Fiihrer (die bij 1 h6 een door mij niet recht begrepen vraagteeken plaatsen) zetten dan voort met de partij Lange-Schliemantt en winnen dan voor W it met 9 Dt7 10. b4! Daargelaten nu dat l)d8 misschien wel zoo sterk is als Df7, is nu die aanval van Wit van geene beteekenis, wanneer Zwart 3. a6 heeft doen voorafgaan en dus nu Lcö—a7 kan spelen.
L f8 — b4
6. Lel — g5 0 — 0
7. 0 — 0 L b4 X c3
8. b2 X c3 d7 — <16
Zeer kwam hier in aanmerking fe4:
9. e4 X f5 P c6 — e7
Veiliger was hier dadelijk Li5:; /wart denkt blijkbaar, dat de witte koningslooper buiten het spel kan gesloten worden, maar nu de c-pion verdubbeld is, kan Wit dien looper altijd weer opnieuw in werkingbrengen.
10. P f3 — h4 c7 — c6
11. Lb5 — c4f d6 — d5
12. L c4 — b3 Lc8 X f5
Beter was Pf5:
13. Ph4 X f5
14. c3 — c4

5. P bl — c3
Terecht wijst Jhr. 1). van Foreest op blz. 181 er op, dat hier 0—0 sterker is,
De eeniaie zetten, om P e7 X f5 d5 — d4 ? soed verdedigbaar spel te behouden, waren nu Pd4 of vooral b5.
15. c4 — cöf •
^ leidt van hier af den aanval meesterlijk.
K gS — h8
16. L b3 — e6 P f5 — e7
17. Ddl — e2 P e7 — g6
18. Le6 — f5 Dd8 e8
Na I)e7 wint Wit door Lg6: en f4 onmiddellijk; na Te8 behield Wit overwegend spel met 18. L"'6: hsj6: 19 f4 ef4: 20. Df2.
19. 1 al — el P f6 — d5
20. De2 g4 P d5 — f6
21. Dg4 — h3 Kh8 — g8
22. f2-f4 P f6 _ d5
23. T el X e5! D e8 — b8
Zwart's eenige zet; want na Pe5: kon volgen 24. Lh7 :-J- KhS ? 25. Lg6| en 26. Dh7f mat of 24.. Kf7; 25. fe5f: Pf6: 26. Lf6: en Wit wint.
24. L f5 X g6 h7 X g6
25. Dh3 — e6f Tf8 —f7
26. f4 —f5! Db8 C8
27. D e6 X g6 Dc8 — f8
28. T fl — f3 P d5 — f6
335
29. T f3 — h3 T a8 — c8
30. T e5 — e6 T c8 — d8
31. Th3 — g3
Wit kon hier de partij winnen door 31 Lf6: TfB: 32. Dh7f Kf7; 33. Tf6f:Kf6: 34. Dg6f Ke7 35. De6f mat of 34 ... Ke5; 35. De6f, Kf4; 36. Tf3f Kg3 of g4; 37. Dg6f Kh4; 38. Th3f mat, terwijl ook 31. Th6 tot winst voor Wit leidde.
K g8 — h8

32. T g3 — li3f
En hier kon Wit nog winnen door 32. Lfb: l"f6: 33. Th3f Kg8; 34. Dh7f Kf7 ; .50. irbf: Ktb: 36. Dg6f Ke5; 37. De6f Kf4; 38. Tf3f Kg4ofg5; 39. Dg6+Kh440. Ïh3f mat.
I\ h8 — g8
33. T h3 — g3 K g8 — h8
34. T g3 — h3+ K h8 — g8
35. Th3 g3 Kg8-h8
36. T g3 — h3f K h8 — g8
')e PartiJ wns hier, wegens driemaal over en weer dezelfde reeks van zetten, remise; een roemloos einde van een mooien aanval.
J. F. H.
Problemen.
Termijn van inzending: 14 dagen na ontvangst van dit nummer. No 245. M. Karstedt. No. 246. J. Svejda. ( Miinchner N N.") (Bekroond inden Boheemschen probleem^edstnjd.)

Mat in 4 zetten. *
«No. 247. F. H. H. Schuite.
*No 248FH' H' Schulte' 's Hapje. 's Hage'
Mat in 4 zetten. JB"" "IffQ 250. No. 249. Dr. J. Tolosa Carreras. * ' .. , vr \r'n (Boheemsche probleemwedstrijd.) („Munchner N. N.T) _V ______ ///A 7Z7ZZ: I Ü! HlWMl
Matin 3 zetten. m 0
* No. 251. F H. H. Schuite.
* No. 252. F. H. H Schuite 'sHase - ',ïï»rt

Mat in 3 zetten.
No. 253 F H. H. Schuite.
Mat in 3 zetten
* No 254. F. H. H Schuite S Ha^e' Ha™
-LWLttt in & zenen.
No. 255 A Okkinga.
a/t,,* • rr Mat m 2 zetten.
* No. 256 A okkinga. Dronriip. TA •• , Dronriip.
mat m 2 zetten . • Mat in 2 zetten.

33§
Oplossingen tier luli problemen.
221. Zeven oplossingen, i. Te4 (auteurs) i. Kc2: i. Ka2 ; t. iig7-, i. '17 > i. Da6f; x. Ddy.. De stand van dit probleem is onmogelijk, omdat de L. op ai alleen kan ontstaan zijn door „Dame halen", want p t-j en g7 staan nog op hun plaats; daar Zwart nog 8 pionnen heeft, is dit echter onmogelijk. 222. i. Df3, Pf4; 2. Pc3t, Kd4:; 3. De3t enz. 1—, Pf6; 2. Pc3f, Kd4:; 3 La7+ enz. 1—, Pg7! 2- PgSt» Kd4:; 3 La7f enz. 1—, Pbs; 2. Pf6f, Kd4:; 3 Pc.6f enz. 1—, Kd4:; 2. Pd7, f6; 3 Pg5t enz. 1—; 2—, Kds; 3 Pc3t enz.; 1— 2—, anders; 3. Les(:)t enz. 1—, anders; 2. Pc3t, Kd4:; 3 Dfaf, Dd3t, C2"i of Ld6 enz. of eerder mat. 223. Het mat volgt reeds op den derden zet. 1. Pf6f Kd4:; 2. Kd2 enz. 224. 1. g4, Pd6:t 2. Kc7, Pc4; 3 Dds:t enz. 1—; 2—, Pf7; 3. De6:t enz. 1—, 2—, Pe4; 3 Dg7:f enz. 1—; 2—, Pd6 anders; 3. T neemt P of e8 enz. 1—, Pc3; 2. Pf7f, Kd4; 3. Da7 :f enz., anders eerder mat. 225. Acht oplossingen. 1. Dd3 (auteurs); 1. Pe7; 1. Pb4; i. Pb8; 1. Pes ; 1. Pc5 ; 1. Tb7f; 1. Ta7f. 226. 1. Dg8, Ta3; 2. Dgx enz. 1—, cd4:; 2. üc4:| en?.. , , Pb2 speelt; 2. Pdif enz. 1—, anders; 2. Pd5f enz. of eerder mat. 227. 1. Dg6, Kd4; 2. Lest enz. 1—, Kf4; 2. Lgst enz. 1—, dó; 2. Lfóf enz. 1—, Le3; 2. Dg7t enz. t—, P. speelt; 2. Dfóf enz. 1—, anders; 2. Lc5 enz. of eerder mat. 228. 1. Dg6, Kc4:; 2. Df7f enz. 1—, Dc.5:; 2. Pe3f enz. 1—, Dbi:; 2. Pe3f enz. 1—, Lf3 of fi; 2. Df7| enz. of eerder mat. 229. 1. Pc3:enz. 230. 1. Ddi enz. 231. 1. Pb8 enz. 232. 1. d4 enz. Oplossingen der eindspelen, voorkomende in het April-nummer.
No 14. 1. Ph5f, Kf7 of gó; 2. Pg7 Kg7 = 5 (°P 2—, KI17: volgt 3. Kdó en wint) 3 Tb8, Kh7:; 4 Kdó en wint. No. 15. 1. Pe4f, De4:; 2. Dd8f, K0.5; 3. Dbóf, KC4 ; 4. Db4t, Kd3; 5. Dbxf, Ke2; 6. De4:, d3; 7- Dc4 en wint.
Probleem oplossingswedstrijd.
221
C. w. Mann.
De oplossingen van de H.H. van Ham en de Bloeme kwamen ons te laat in handen, om in de vorige tabel geplaatst te worden.
De heer Mann is nu prijswinner. Op één punt na behaalde hij het maximum aantal punten, dat deze maand behaald kon worden. Wij wenschen hem hiermede geluk; het spijt ons echter, dat wij hem in de volgende tabel missen.
Oplossingen der Augustus-problemen.
'33. Drie oplossingen, i. hgS : (auteurs); i. Pd7f; i. Dc4f. 234. i. I)d4, a3; 2. Dai, I-h7:; 3. Dhr enz. 1—,—; 2—, Lbif; 3. Dbi: enz. 1—.—; 2—, L anders; 3. Pf5 enz. ot eerder mat. 1-, Lh7:; 2. Pe8, Lbif of ab3:t; 3. Kbi: ot b2 enz. 1—, Le8 of 115; 2. Pfs, ab3:f; 3. Kb2 enz. of eerder mat. 235. 1. PC7, dój 2Pa6> d2> 3- Dgif enz. 1—,—; 2—; des:; 3. Kes :enz. 1—,—; 2—,Kd4; 3. Dfcf enz. 1 , d2; 2. Dg3j-, Kd4; 3. Df4f enz. anders eerder mat. 236. 1.Pc4,
LC4:; 2. De5 :f, Ke5:; 3. Te6:f enz. 1—, ed5:; 2. De5 :f, Kc4:; 3. Ld3f enz! 1-, Pc7:; 2. Df2f, Ke4: of Kc4:; 3. Pdóf of Ld3f enz. 1—, fe2:; 2. DeS
Kc4:; 3. rlb6 enz. 1—, Kc4:; 2. ab3:f; K speelt; 3 Tb6f enz. of eerder mat. 1—, La2:; 2. I)e5:f, Kc4:; 3. Ld3t enz. anders eerder mat. 237. 1. pe6 Pf3 • 2. De4| enz. i_, LhS:; 2. Db3:f enz. 1-, Ke6:; 2. De4f enz. i-,Pa8 speelt j 2. Pc7| enz. 1—, Tf4:; 2. Phf4:f enz. 1—, f of de6:; 2. Pfóf enz. 1—, anders; 2. Dd4| enz. of eerder mat. 238. 1. Dh4, Ke5 of e5; 2. Df2(f) enz. 1—, 1, speelt; 2. De4:f enz. 1 •, 03; 2. Db4 enz. 1—, anders; 2. De7 enz. 239. 1. Db8, Lb8 •' J 2- Pfi enz. 1—, Tc6; 2. Te4:f enz. 1—, T anders; 2. Df4:f enz. of eerder mat. 1 , anders; 2. Dc7: enz. 240. Twee oplossingen, t. Dd6; 1. Pf3. De waarschijnlijk bedoelde auteurs-oplossing 1. Lc4 faalt op 1—, d5. 241. 1 Dd' Dd3:f; 2. Pd3:f enz. 1^, Df4:f; 2. gf4:f enz. 1—, Deórf: 2. Te6:f enz'. Dgs; 2. De4f enz. 1—, Pe3f; 2. De3.-f enz. 1—, anders; 2. Pgóf enz. of eerder mat. 242. Twee oplossingen 1. Dg3 (auteurs); 1. Pd6. 243. 1. Pd5 enz. 244 1. Db2
Probleem-oplossingswedstrijd.

T. v. Ham
W. Luijendijk
H. Mendes da Costa i27
H. G. v. Royen. ... 16
V. d. Hulst — 8 —1 4
w A Dl
\v. de Bloeme 23
G. T. Gantvoort |
—
De heer v. Ham heeft ditmaal den prijs.
Wij hopen, dat hij er zich niet door zal laten ontmoedigen, dat hij nu weder met niets moet aanvangen; de heer Dieperink toch toont, dat men spoedig heel wat inhalen kan.
Wij verzoeken den Heeren Van Roven en Sloos, voortaan hunne oplossingen te zenden aan W. B. H. MEINERS, Nassaukade 76, Amsterdam.
Uit de Probleem-wereld.
In het probleem-tornooi der „Leeds Mercury" heeft de beslissing lang op zich laten wachten, maar zij is dan toch eindelijk gekomen. Het tornooi is een groot succes voor den bekenden Engelschen componist Slater. Zijne drie bekroonde problemen laten wij hier volgen, vergezeld van eene opgaaf der aantallen punten, door de prijsrechters toegekend. Ter vergelijking geven we ook een driezet van onzen landgenoot C. C. W.Mann, welk probleem op de beoordeelingslijst der jury als No. 6 voorkomt.
Geo. J. Slater.
GeoJ - Slater. (1 p Tiriis — ilriezetten). (le PrÜs tweezetten).

Mat in 3 zetten.
Mat in '2 zetten (Kayner 100 + Laws 100 = 200). (Rayner 95 + Laws 95 = 190).
Geo. J Slater. C. C. W. Mann ("Mevr. Baird's speciaal-prijs.)
Mat in 3 zetten.
Mat in 3 zetten. (Kayner 82 + Laws 79 = 161.) (Rayner 93 + Laws 88 = 181.)
34i
Uitspraak der Jury in zake den i™ driemaandelijkschen probleemwedstrijd van den Nederlandschen Schaakbond. herzetten. No. 210 (L. van Calcar Pzn.) kan wegens onvoldoende deelneming in deze categorie nog niet worden beoordeeld. (Zie Pag. 86 van dezen jaargang reglementsartikel 12.)
Driezctten. Na onderzoek bleken correct de Nos. 211, 212, 214. Ook in deze afdeeling moet dus de beslissing tot na afloop van het volgende kwartaal worden uitgesteld. (Vgl. reglementsartikel, als boven.)
Tweezetten: Correct bleken de Nos. 217, 219, 220, 230, 231, 232. Na rijpelijke overweging meende de Jury de volgorde der problemen naar hunne waarde aldus te moeten vaststellen:
I. No. 230 (de Jong). 1 IV. No. 231 (Okkinga).
II. No. 217 (Olland). V. No. 220 (Kouwenhoven).
III. No. 232 (Okkinga). VI. No. 219 (v. Relde).
De Jury draagt dus No. 230 ter bekroning voor.
L. N. DE JONG, Oude-Wetering. Bekroond in den len driemaandelijkschen probleemwedstrijd van den N. S. B.

Mat in 2 zetten.
Oordeel der Jury: Een degelijk tempo-probleem met zeer goede variantenvorZ1ZI verzorgde matstellingen. Opmerking verdient, dat de Dame in de oorspronkelijke positie op d3 zeer gelukkig geposteerd is. Als wij eene aanmerking zouden maken dan zou het deze zijn. dat het probleem uit een oogpunt van economie iets te wenschen overlaat (vgl. L a 4 en Pd 5., Uitdrukkelijk wenschen wij echter nog te verklaren, dat het in dit probleem o. i. zeer moeilijk zou zijn, dit euvel weg te nemen!

A nos confrères francais et russes: Le problème (2 coups) page 341, a ete couronné dans le l- tournoi trimestriel de 1'Association neerlandaise des Echecs.
An die Redaktionen unsrer deutschen und böhmischen Tauschexemplare: Die Seite 341 abgedruckte Aufgabe wurde preisgekrönt im 1. dreimonatlichen Turnier des Niederlandischen Schachbundes.
To the Editors of our English and American oxchanges: The above problem (two-mover) took the only prize in the first quarterly tournament of the Dutch Chess Association.
Binnenland.
ROTTERDAM. In de Algemeene Vergadering der Nieuwe Rotterdamsche Schaakvereniging, op 25 September gehouden, werd het aantal bestuursleden van 4 op 5 gebracht. Voor het vereenigingsjaar x89S/96 is het Bestuur samengesteld als volgt: B. van Dantzig, president; A. Kramer, vice-president; G. W. H. v. d. Voo, secretaris; A. G. A. E. Smit, penningmeester; I. C. Wagner, commissaris
VanAahneth"atopegenoernde vergadering uitgebrachte jaarverslag is het volgende ontleend: „Onze vereeniging, die bij de oprichting slechts x* leden telde, heeft blijk gegeven, voldoende levensvatbaarheid te bezitten, daar het ledental spoedig geklommen is tot 24, wel een bewijs, dat onder de leden het streven bestaat, hunne vereeniging groot te doen worden; immers het vermeerderen van het ledental heeft niet anders kunnen plaats hebben dan door vereende krachten der leden zelf Weliswaar verloren wij in ons eerste jaar 3 talen door vertrek naar elders en door overlijden, maar het nieuwe vereenigingsjaar bracht ons al ff" nieuwen het uitzicht bestaat, dat er nog een paar nieuwe leden bijkomen. maakt het jaarverslag melding van de diverse simultaanpartyen, door de H.H. Heyermans, Ketner en van Dantzig en, vooral niet te verget van den Heer van Lennep in Café Tivoli, welke seance met alleen door bijna alle leden der Vereeniging werd bijgewoond, maar ook door versc^le^ * van het Rott. Schaakgenootschap en zelfs ook door liefhebbers uit Dordrec. Ook hielden de leden der Vereeniging een onderling concours, waarvan sla2 reeds vroeger werd medegedeeld. . . Nadat het Jaarverslag was goedgekeurd en het Reglement cemgszins gew j. „ was werd op voorstel van het Bestuur de Heer van Lennep bij acclamatie t Eeré-lid benoemd, zoodat het nieuwe vereenigingsjaar begint met 22 gewone le en 2 eere-leden.
HELDER. De correspondentiepartij met Amstelveen werd als volgt voortgezet: iv.. a 7.wart: Helder. r, TT«1Jn« Wit: Amstelveen. zwart: nmudi .
17. Pg3-f5 Lh6-f4
18. Tfi—gx g7—ë6
19. P f5 — g3 L f4 — h6
20. P g3 — e2 ra8 e8
21. K g2 —h3
Stand na den 21sten zet van Wit.

Buitenland.
St. PETERSBURG. Naar alle waarschijnlijkheid zullen aan het meester-tornooi alhier deelnemen: Pillsbury, Tschigorin, Steinitz, Lasker en Schlechter.
PARIJS. Steinitz wordt weldra hier verwacht, om séances te geven in den Grand Cercle". De „Stratégie" meldt met een veelbeteekenend uitroep-teeken, dat men den ex-champion de verplichting heeft opgelegd, zoolang zijn engagement duurt, met in het Café de la Régence te verschijnen.
PRAAG. Onlangs heeft hier op groote schaal een schaakvoorsteliing met levende stukken plaats gehad. Niet minder dan 256 personen, die groepsgewijze de verschillende stukken voorstelden, namen er aan deel. Wij laten hier de gespeelde partij volgen, expresselijk voor deze gelegenheid vervaardigd door den bekenden probleem-componist Joh. Dobrusky:
T>A' :V 5 2 n , d4 ' 0d4: 3 ' ° d4: ' d6 4 ' ?C3 ' Pc6 5 " Ddl ' Pe 5 6 - 1)4> 7. f 4 , 7 8Lc4, Ib6 9. Lb3, Ld7 10. 34, a6 n. DI15, g6 12. Df3, Lg7 n I b2 Pe, .4. Pg», Tg8 , s Td,, Do, ,6. Td,, Td8 „. Pg3, c 5 f8 fs, d e s : bc5., ücS : 20. Pce4, Dc6 21. feS Pf5 22. a5, Pc8 23. Ld5, DbS 24. Pfc gs: 25. Lf7:f, Kf7: 26. Dh5f, Ke7 27. La3f, ICe6 28. Pg5+, KeS : 29. c4 Dc4 • 30. Lb3f, Kf4 31. Tfif, ICe3 32. Df3 ±. 5 9 4' 4"
Deze, op zijn minst genomen, vrij zonderlinge, zetten-opeenvolging moet de nederlaag voorstellen van een zekeren Koning der Hongaren tegen een niet minder obscuren vorst d.r Bohemers. Er zal wel een diepe beteekenis in liggen, maar die maar zoo eventjes in de gauwigheid eruit te halen, helaas! dat konden we met. Wellicht zijn onze lezers slimmer!

Op een dwaalspoor
is de jury geraakt bij de veroordeeling van mijn stelsel, terwijl zij meende te kunnen aantoonen, dat het ten nadeele is van zwakke oplossers.
De jury heeft n.1. als score van den isten winner één (te klein) getal als voorbeeld genomen. De score toch kan evengoed vervangen worden door een grooter getal (50—200 punten b.v.), dat bepaald wordt naar gelang van het aantal deelnemers en den duur van den wedstrijd. Dan zien we, dat zelfs de zwakste deelnemer in staat gesteld kan worden, een prijs te behalen.
Voorbeeld voor 10 deelnemers. Duur 1 jaar. Voorgift 150 punten.
iste Winner A istemd.
opl.
Z. zal zoo ongeveer voortgaande de 10e md. een prijs behalen, terwijl de overige opl. nog eens terdege kampen kunnen om de 2 laatste prijzen.
Bij het Eng. stelsel zien we, dat A na 3 maanden 30 + 43 punten heeft en C o p., terwijl uit bovenstaande tabel blijkt, dat C de 2e, 3e, 4e md. enz. beter oplost dan A. De jury geeft hiervan de volgende logische ? verklaring: Indien winners, die een gelijk aantal punten behaalden, nu ook werkelijk gelijk gesteld worden, dan kan zich het geval voordoen, dat er meerdere concurrenten komen, om het eerst een 2en prijs te verdienen en dat mag niet; de iste winner moet nu ook weer No. 1 wezen, want hij heeft toch („van af" zegt de jury) de iste md. en verder wellicht niet het best opgelost. Dus daarom winners queue gemaakt en niet zoo dringen s. v. p. Vertrouwende, dat een en ander nu voldoende is toegelicht, zou ik heel gaarne de meening der deelnemende opl. aan de jury bekend gemaakt zien. ' 3 a c. C. w. MANN.
N.B. Zelfs de conclusie, die de jury uit haar stuk weet te trekken, is niet juist! Bij 8 deeln. zal de zwakste reeds de 12e md. topscorer zijn, in het geval door de jury bedoeld.
Literatuur-
Bij G B. van Goor Zonen, te Gouda, is verschenen „Het SchaakprobleemTheorie en Practijk - door H. J. den Hertog." Dit werk, dat probleem-compositie en probleem-oplossen, voornamelijk voor beginners, uitvoerig behandelt en verder eene verzameling bevat, bestaande uit 51 tweezetten, 55 driezetten en _o vierzetten, is bij eiken boekhandelaar & 90 ets. te verkrijgen.