Tijdschrift 1895 - mei

Page 1


3P Jaargang. N°. 5 Mei 1895.

TIJDSCHRIFT

VAN DEN

NEDERLANDSCHEN SCHAAKBOND.

BESTUUR VAN DEN N. S.: Jhr. D. VAN FOREEST, Voorzitter; E. VAN DIEN, Onder-Voorzitter; J. ( TEN TUSSCHEUE, Keizersgracht 100, Amsterdam, Penningmeester; L. H. DEELMAN, Commissaris van Materieel; N. W. VAN LENNEP, Secretaris.

REDACTIE: N. W. VAN LENNEP; H. J. DEN HERTOG; J. D. -TRESLING, Waarnemend Secretarls-Hoofd-Redaeteur: II. .F. DEN IIKKTOf», iHarnixkade 43, Amsterdam (vóór 20 Aug. Cliasséstraat ÏS, den llaag.)

Van dit blad, dat omstreeks den löden van iedere maand gratis aan de Kondsleden wordt toegezonden, zyn extra-nummers verkrijgbaar ii *20 cents en een geheele jaargang a f 2.—, eveneens slechts voor Bondsleden.

INHOUDSOPGAAF: Officieele mededeelingen; Programma voor de Algcmeene Vergadering en Wedstrijd te Arnhem ; Leipziger herinneringen door v. L. (Vervolg); Vier partijen van de match von Bardeleben—Teichmann; Verschillende partijen ; Binnenland.

Daar ik van plan ben, in het begin van Augustus voor eenigen tijd naar Engeland te gaan, zoo is het mij hoogst aangenaam te kunnen mededeelen, dat de heer H. J den Hertog zich zeer welwillend bereid heeft verklaard, gedurende mijn afwezigheid mijn functiën op zich te nemen. Alle mededeelingen, den Bond of het Tijdschrift betreffende, moeten dus tot dien heer worden gericht. V. L

Per afzonderlijke circulaire werd reeds ter kennisse der Leden gebracht het programma voor de

Drie en Twintigste Algemeene Vergadering en Wedstrijd.

De Algemeene Vergadering zal worden gehouden Zondag 28 Juli te 12 uur in een bovenzaal der «Groote Societeit", Koningstraat 26, te Arnhem. De rooster van werkzaamheden omvat de volgende punten:

I. Opening.

II. Voorlezing der notulen van de vorige Algemeene Vergadering. 11T. Verslag van den Secretaris.

IV. Voorziening in de vacature, ontstaan door de periodieke aftreding van den Onder-Voorzitter.

\ . Idetn van de Redacteurs TT. J. den Hertog en J. D. Tresling.

VI. \ erkiezing van een nieuwen Commissaris van Materieel in de plaats van L. H. Deelman Izn., die ontslag neemt. 13

iöi

VIT. Verslag en verantwoording van den Penningmeester.

VUT. Verkiezing eener Commissie ter voldoening aan art. 20. Zij brengt staande de vergadering verslag uit omtrent haie bevinding.

IX. Vaststelling der begrooting over 1896.

X. Behandeling der ondergenoemde voorstellen.

XT. Vaststelling der plaats, waar de Algemeen© Vergadering zal worden gehouden in 1896.

XII. Wat verder ter tafel wordt gebracht.

XIIT. Sluiting.

i°. Van het Hoofdbestuur.

Voorstellen.

A. Het Hoofdbestuur wenscht de Artt. 5 en 6 van het Reglement als volgt te wijzen

Art 5 Rechtstreeksche leden dragen jaarlijks f 3.- in de Bondskas bij en brengen hetzij persoonlijk, hetzij door een door hen gevolmachtigd ander rechtstreeksch lid. eene stem bij de stemmingen op de algemeene vergadering uit, met dien verstande, dat een zelfde gevolmachtigde niet meer dan 6 stemmen mag uitbrengen. , Art. 6. Afdeelingsleden zijn te zamen met andere ingezetenen van dezelfde gemeente of van onrmddellijk aangrenzende gemeenten lid van den Bond.

Zij betalen een jaarlijksche bijdrage aan de bondskas van f 2.—. De Afdeelingen brengen bij de stemmingen op de Algemeene Vergadering ééne stem uit voor lederen ingetreden f 3,- die zij in dat jaar aan de Bondskas moeten bijdragen: zij brengen die stem uit door middel van afgevaardigden, door de leden van iedere Afdeeling uit hun midden gekozen.

B. Het Hoofdbestuur wenscht aan Art. 43 de volgende alinea toe te voegen: Op alle bondswedstrijden heeft het dienstdoend Bestuur het recht,aan toeschouwers introductie te verleenen.

2°. Van de H. H. Scheffer, Speet, Stolte, van der Grinten en Voorbeytel, allen te Breda

De Heeren wenschen de drie eerste regels van Art. 24 als volgt te wijzigen :

Den eersten Zondag van de maand Augustus schrijft het Bestuur eene Algemeene Vergadering uit op de plaats, daartoe door de vorige Algemeene Vergadering aangewezen. 3°. Van het Buitengewoon lid «Staunton", te Groningen. eStaunton" wenscht in Art. 6 te schrappen de woorden: »Zij brengen die stem uit door middel van afgevaardigden uit hun midden gekozen" en daarvoor in de plaats te stellen: Afdeelingen, die geen afgevaardigden uit hun midden hebben kunnen aanwijzen, hebben het recht, daarvoor i>f een Rechtstreeksch Lid, bf een Afdeelingslid te benoemen. Deze afgevaardigde moet eenschriftelijk bindend bewijs kunnen vertoonen en kan slechts ééne afdeeling vertegenwoordigen.

Een gemeenschappelijke maaltijd a f 1,50 per Couvert, zal worden gehouden na afloop der Vergadering, Zondagmiddag te 6 uur in het Restaurant «Place Royale , Koningsplein. Des avonds te 8 uur gezellige bijeenkomst in de Groote Societeit, ook toegankelijk voor introducés. Hierbij zullen genoeglijke schaakpartijtjes afgewisseld worden°door nog genoeglijker toespraken en een genoeglijke probleemoplossings-wedstrijd door een allergenoeglijksten tombola-wedstrijd. Voor verrassingen zorgt de Feest-commissie.

203

De wedstrijden zullen worden gehouden Maandag 29 Juli en volgende dagen. Dienaangaande zijn de volgende bepalingen vastgesteld :

I. Gespeeld wordt in twee klasse,,. De 1ste klasse is npe» voor ieder; de tweede voor ieder, ie nog geen prijs in de eerste klasse won en nog geen lsten prijs in de 2de klasse won oi' deelde. Bij minder dan 5 deelnemers in een klasse, gaat de wedstrijd in die klasse niet door; b,j 5 of 6 deelnemers speelt ieder met ieder twee partijen, bij grooter aantal één partij.

II. IK' deelnemers moeten zich opgeven vóór 29 Juli aan den Bondssecretaris.

III. Er wordt gestreng naar een rooster gespeeld volgens het stelsel ScHUKlG, en wel van 's morgens 9 tot 's middags 2 uur, en van 7 tot 's avonds 12 uur. Eiken dag worden minstens twee ronden gespeeld; komt eene partij in den daarvoor bestemden speeltijd niet at', dan moet zij den eerstvolgenden namiddag tussehen 2 en 5 uur worden beeindigd.

IV. Gespeeld wordt volgens hot reglement op het Schaakspel van den Bond en in het algemeen volgens de regels, die in alle landen bij dergelijke tornooien van bindende kracht worden beschouwd. Bij verschil van meening tussehen de deelnemers beslist het dienstdoend Bestuur

V. Ieder speler is verplicht met klokjes te spelen (20 zetten per uur) en zijne partijen nauwkeurig en volledig op Ie teekenen of te laten opteekenen. Overtreding dezer bepaling heeft liet verlies der partij tengevolge. Alle partijen, in den wedstrijd gespeeld, zijn het eigendom van den Bond, die voor zich behoudt het recht van publicatie ervan.

VI. Bij den aanvang van eiken speeltijd worden door een der leden van het dienstdoend bestuur de klokjes in werking gesteld. Spelers, die ter bestemder tijd niet aanwezig zijn zijn verplicht, de eerste twintig zetten te doen gedurende den tijd, dien zij minder dan een' uur te laat komen. Een vol uur te laat komen heeft het verlies der partij tengevolge

VII. Het inleggeld bedraagt voor de deelnemers 1ste klasse / 5—, voor die der 2de klasse/2 50 vooraf te voldoen. ' '

VIII. Als prijzen worden uitgeloofd voor de 1ste zoowel als voor de 2de klasse, bedragen in geld, gelijkstaande aan 4 malen de som der inleggelden, tot een maximum vau / 180.— voor de lste en van / 100.— voor <le 2de klasse. Deze geldsommen worden onder alle deelnemers der respectieve klasse verdeeld volgens het stelsel Sonneborn-Berger. Bovendien worden aan den eersten en tweeden prijswinner van beide klassen kunstvoorwerpen uitgereikt ter gezamenlijke waarde van dertig gulden.

IX. Dienstdoend Bestuur zijn alle leden van het Bondsbestunr en van Afdelingsbesturen, voor zooverre zij aanwezig zijn en niet deelnemen in die klasse, ten opzichte waarvan eene beslissing genomen moet worden. Indien vóór den wedstrijd wordt gevreesd, dat het getal te klem zou kunnen zijn, kan eene Commissie van drie Arnhemschc, liefst niet medespelende heeren tot mede-leiding van den wedstrijd worden aangewezen.

X. Teder deelnemer onderwerpt zich aan de beslissingen van het dienstdoend Bestuur, dat daarentegen deze bepalingen gestreng moet volgen.

Sedert wij de circulaire in zee stuurden, ontvingen wij een heugelijk nieuws uit Arnhem, dat ons noopt, nog een elfde bepaling aan de bovenstaande toe te voegen en wel met vette letters:

XI. Behalve de hierboven genoemde, door den Bond uitgeloofde prijzen, stelt de Arnhemsche Schaakvereeniging twee kunstvoorwerpen beschikbaar voor de best gespeelde partij in de eerste en tweede klasse. Met dankbaarheid zij tevens vermeld, dat de voornaamste steun hiertoe uitging van de „Vereeniging tot bevordering van het vreemdelingenverkeer te Arnhem."

2C>4

Leipziger herinneringen. ( Vervolg.)

Wat is wel het verschil, waarde lezer, tusschen de inkt, waarmee ik deze herinneringen schrijf en de herinneringen zelf? Eenvoudig dit: terwijl de inkt hoe langer hoe dikker wordt, worden de herinneringen hoe langer hoe dunner. Dit is bedroevend voor u en voor mij, want waar het vermoeiend is, artikelen te lezen, waarvan de schrijver blijkbaar au bout de son latin is, daar is het misschien nog vermoeiender, zijn hersenen af te tobben en te pijnigen, óf er misschien nog iets is, merkwaardig genoeg, om het voor de nakomelingschap op te schrijven. Zelf heb ik reeds gezegd, dat mijn eenige doel is, u warm te maken voor de internationale tornooien onzer naburen. Dat het schaakspel hier te lande steeds meer beoefenaars telt, dat langzamerhand het groote publiek en zelfs de pers belang in onze daden beginnen te stellen, dat hier van lieverlede door ijverige oefening en studie krachten zijn gevormd, welke voor de buitenlandsche niet behoeven te bukken — moet ook buiten onze grenzen bekend worden. Nederland heeft in de schaakwereld-geschiedenis zóó langen tijd een der bescheidenste plaatsen ingenomen, dat het slechts door een krachtige uiting naar buiten mogelijk is, het verleden goed te maken en onzen naam als schaakspelende mogendheid te vestigen! Dat de weg, dien wij daartoe moeten bewandelen, niet bezwaarlijk en niet vervelend is, wilt u wel aannemen op mijn woord. Trouwens, indien hetgeen ik tot dusver over Leipzig heb ,^geplaudert" bij u nog geen aangenamen indruk heeft opgewekt, dan zou ik berouw gevoelen, zooveel woorden te hebben verspild.

Ja, er zijn nog wel enkele interessante momenten en die wil ik ook niet verzwijgen, maar men vergete niet, dat hier meer nog dan gewoonlijk de beschrijving bij de werkelijkheid moet achterstaan. De gebeurtenissen op zich zelf zijn niet zóó vermakelijk, dit bierkotnmers of die ontmoeting doen het 'm niet, en het spelen van een vreeselijk inspannende wedstrijdpartij is nu niet bepaald een genot, maar alles bij elkaar doet het 'm en bij zoo'n veertiendaagsche schaakroes zijn de hoofdfactoren wel de ambitie en de hartstocht, die bevredigd worden.

Zooals de lezers reeds weten, leidde de Getieral-Secretdr van den Duitschen Bond, Max Lange, de tornooien. Deze taak was hem ten volle toevertrouwd. Onder de Duitsche schaak auteurs neemt Max Lange een der allereerste plaatsen in. Zijn studiën over de theorie, over de problemen en over de schaakgeschiedenis zijn legio en van erkende waarde. In vroeger tijd nam hij ijverig deel aan wedstrijden en wel met veel succes, doch tegenwoordig laat zijn gezondheidstoestand hem niet meer toe, zich aan een ernstigen kamp te wagen. Deze omstandigheid heeft hem echter in tegenstelling met andere meesters niet van het schaakspel af keerig gemaakt. Van enthousiast speler is hij enthousiast leider geworden. Met een helderen geest en een vasten wil begaafd, weet hij alle moeielijkheden uit den weg te ruimen en de orde te handhaven en dat op beschaafder toon dan zijn voorganger. Dat zijn vermogen hem in staat stelt, groote diners te geven, waarbij hij zijn gasten op de meest aangename wijze door zijn groote kennis en zeldzaam speeltalent bezig houdt, is wel iets van ondergeschikt belang, maar draagt toch niet weinig bij, om zijn roem als eenig hoofd van den Duitschen Schaakbond te vermeerderen.

2°5

Van de spelers in het Meisterturnier geef ik maar geen schets. Het a. s. groote concours te Hastings, waarop ongeveer alle hedendaagsche celibriteiten zullen verschijnen, zal daartoe een meer geschikte aanleiding wezen. De actualiteit zal er in ieder geval niets bij verliezen. Slechts wil ik even de volgende ontmoeting beschrijven, waarvan ik getuige was.

Op een middag, volgens Wochenschach Maandag 10 September, trokken wij allen onder aanvoering van Max Lange naar den fotograaf, ten einde het aantal der congres-groepen met één te vermeerderen. Ook Lasker was er. Zaterdag te voren uit Berlijn gekomen, had deze ons den ganschen Zondag met één simultaanvoorstelling bezig gehouden en daarmee bewezen, dat men, al is men wereldkampioen, nog wel een zeer slecht simultaanspeler kan zijn. Bijna zeven uur zat ik achter het bord, zonder de partij tot een voor hem of voor mij gewenscht einde te kunnen brengen. Eindelijk werd de seance maar uit wanhoop afgebroken en de vele nog niet besliste partijen door een commissie beoordeeld. De partij van Vijzelaar werd voor Vijzelaar gewonnen, de mijne remise verklaard.

Maar wij zijn thans bij den fotograaf, die druk in de weer is met voorbereidende maatregelen, het aandragen en schikken van stoelen en tafeltjes, het stellen van het rijk vergulde bondsvaandel. Nog moet ik even aanstippen, dat Lasker, die reeds een paar dagen het spel der meesters had gadegeslagen, en daarbij zijn kritische opmerkingen, vooral over Tarrasch, niet gespaard, („het schijnt," zei Lasker mij eens „dat de meeste deelnemers hier slechts den meestertitel hebben, ten einde het recht te hebben, slecht te spelen !") dat Lasker, zeg ik, tot dusver alle openlijke ontmoeting met zijn gevreesden concurrent had vermeden, hem zelfs nog niet eenmaal had gegroet.

Daar wil het toeval, dat plotseling bij den fotograaf de beide vijanden vlak over elkaar komen te staan. Zij konden nu wel niet anders doen dan elkaar een hand geven en een gesprek aanknoopen. Waar dit over liep? Tarrasch beweerde dat de verdediging i 04 d5 nog zoo slecht niet was voor Zwart. Lasker sprak deze bewering (natuurlijk!) tegen. De beide heeren gingen daarop aan een tafeltje analyseeren en aldus zijn zij ook op de groep voorgesteld. Denzelfden middag speelde Tarrasch, blijkbaar door zijn analyses met Lasker bevredigd, de genoemde verdediging tegen Schififers en won op schitterende wijze.

Max Lange komt niet op de groep voor. Er waren maar een zestal stoelen vooraan beschikbaar. Eenige der sterkste meesters hadden deze terstond ingenomen en Max Lange, hierover gebelgd, weigerde nu, in staande houding te worden „genomen" en liep weg.

(Slot volgt).

2o6

Vier partijen van de match von Bardeleben-Teichmann.

211. Eerste Match-partij, gespeeld te Londen, 22 Juni 1895.

Wit: C. von Bardeleben.

Eiigelsche Partij.

Zwart: R. Teichmann.

1. e4 es 13- bc3: P es 25.1,05: l)cs:f

2. P f3 Pc6 14- de5:5)Lb5: 26. KI11 Tf7

3. c3 ds 15- Ddx6) fe5: 27. I>e6 D c4

4. Da4 f6') 16. Pd47) Df7 28.1)04: bc4:

5. L bs P e7 17. Pb5: abs: 29. T bi b6

6. eds: D ds: 18. D d3 D c4 30. e6 T e7

7 d4 ed4: 19. Dfs L d6 31. T b2 T d8

8. cd4: Ld7 20. f4 D{^ 32. Tbe2 T d3

9. Pc3 De6t2) 21. Dgs 0—0 33- T e38) Te3=

10. L e3 a63) 22. fes: L 34. T e3: bs o_o Pd5 23. Dg4 Dc4 35- Kgi Kf8

12. Tfei P 03:4) 24. Dd7 L 05 36. Te49) Remise.

') De bekende Steinitz'sche verdediging, die echter nog veel te weinig onderzocht is, om er een afdoend oordeel over te kunnen vellen ; haar behandeling is niet gemakkelijk.

2) Dit schaakbieden is verkeerd, daar het slechts de ontwikkeling der tegenpartij bevordert; de dame moest naar f5 gaan.

3) Beter terstond Pds.

4) De rochade stond met zelfmoord gelijk: 13. La6 : ba6 : 14. Da6 : Kb8 15. ds enz.

4) Beter schijnt 14. Ld7 :t Dd7 : 15- Dd7 : Pd7 : 16. Lf4 t Kd8 met het betere spel voor Wit.

6) Meer voor de hand lag Df4-

7) Het paard had den pion ook terstond kunnen nemen.

207

s) Zie diagram. Met dezen afruil overhaast Zwart zich een weinig. Door 33-• • • CS 34' 1^3 : c^3: 35- c4 kon Zwart de winst geforceerd hebben.

9) Hier werd de partij als onbeslist afgebroken; o. i. is zij echter eerder voor Zwart gewonnen; bijv. 36 c6 met de dreiging Ta7 enz. Wil Wit dit door 37. a4 voorkomen, dan volgt 37 ba4: 38 Tc4 : Ta7 enz. Deze voortzelting ware onmogelijk, indien Wit 36. Te5 had gespeeld.

No212 - Vijfde Match-partij, gespeeld te Londen, 28 Juni 1895. Wit: C. von Bardeleben.

Zwart: R. Teichmann. Geweigerd nitiiie«'aiubiet.

rd4 1I5 9- 0—o1) dc4: 17. a3 a64)

2- c4 c6 10. L c4: D e7 2) 18. L b6 T b85)

3- P c3 P f 6 xi. L g5 T d8

19. Tadi L c8

4. Lf4 Le7 t2. D e2 D f83) 20. b46) L b4 :7)

5- e3 0 0 13. e4 L e7 21. ab4: D b4:

6Ld3 cs 14. es Pe8 22. Tbi D C3:

7- rïc5 •' Pc6 15. De4 h6 23. T b3 8) Opgegeven

8. Pf3 Lc 5 : 16. Le 3 Ld 7

') Op 9- cd5 : neemt Zwart het best met het paard terug, daar anders Lg5 lastig wordt.

-) h6 moest geschieden, ten einde het vastzetten van het Paard te voorkomen.

) Zwart heeft niet beter, om het dreigende Pe4 te voorkomen.

) Zie diagram. Het is moeilijk, een afdoende verdediging voor Zwart te vinden. Daar hij vroeg of laat door Ld3 gedwongen kan worden tot f5, zoo was het misschien raadzaam geweest, reeds bij den i6en zet f5 te spelen.

) Op Tc8 volgt 19. Tadx Pb8 20. Db7: met kwaliteitswinst.

6) Om LC5 te verhinderen.

7) Vertwijfeling; op a5 volgt 21. b.5 Pa7 22. De3-

8) De eenige mogelijkheid, de partij voort te zetten, bestond in Pd6, waarop 24. ed6: Dfö 25. LC7 Ld7 26. Lb8: beslist.

2O8

No. 213. Zevende Match-party, gespeeld te Londen, Juni 1895. Wit: C. von Bardeloben. Zwart: R. Teichmann.

lU-Opcniiiü'.

1. d4 d5 8. ed5 : Pds: 15. P f3 1)6

2. C4 e6 9. Pa8: Lb4f 16. Tei La6|

3. P 03 P f6 10. Ke2 P f4: 17- Kd2 Ta8:

4. Lf4 cs 11. ef4: Tl f6 18. Da4 Lb7

5. e3 P c6 12. 33 Ld6 19. P es Tc8

6. P l>5 ') cd4 : 13. g3 Td8 20. P c6:t

7. Pc7f Kd7 14. Lg2 Ke7 Opgegeven

')

Zie diagram. Het is aangenaam, reeds bij den 6en zet de partij te kunnen beslissen. Teichmann schijnt met de dame-opening nog niet best vertrouwd te zijn, anders had hij wel 4.... Ld6 gespeeld. De aanval, dien Zwart krijgt, weegt niet tegen het verlies der kwaliteit op en verloopt spoedig.

No. 214. Negende Match-partij, gespeeld te Londen, Juni 1895. Wit: C. von Bardeleben. Zwart: R. Teichmann

(l4-Oll«*linig\

1. d4 ds 13. b4 Le7 25. D f3 f5

2. C4 e6 14. Db3 P dl'6 26. L C23) Tc2: 4 ;

3. P C3 P f6 15. Tfdi P C3:') 27. Tc2: D a4

4. L f4 Le7 16. OC3: T c8 28. T dei I) a3:

5. e3 o—o 17. I, C7 Dd7 29. g4! fg4:

6. P f3 b6 18. D es g6 30. D g4: T e75)

7. Ld3 L b7 19. P d4J) a6 31. f5 T e4

8. cds : eds : 20. L b6: P g4 32. I) g5 L e7

9. Tci C5 21. Üg3 Ld6 33. D g2 P f6

10. des: I-.C5: 22. f4 T fe8 34. fg6:6)

11. o—o P bd7 23. P e2 P f6 Opgegeven.7;

12. a3 P e4

24. L d4 P I15

') 15 Tc8 ware beter.

) Hiermee dreigt Wit 20. Lb5 I)g4 21. h3 enz. Deze dreiging is wel niet anders dan door een pionoffer te pareeren.

) Dreigende, door Lb3, PC3 enz. een tweeden pion te winnen.

4) Een wanhoopszet.

5) Wit dreigde 31. Ddy.

6) Zie diagram.

') Want O]) 34.... Tg4 volgt 35. Dg4: Pg4 36. Tc8f Lc8: 37. Tc8: f Lf8 38. g7 en wint.

Verschillende Partijen.

No. 215. Gespeeld in de eerste klasse van den Bondswedstrijd te Rotterdam, 14 Augustus 1894 Wit: J. F. Heemskerk.

Zwalt: W B H Meiners.

Weeiier Partij.

1. ;2 — e4 e7 — p.Ft

2. P bl — c3 L f8 — c5

3. f2 — f4 d7 — d6

l)e partij is nu in een niet aangenomen koningsgambiet overgegaan.

4. Pgl— f3 Pb8 —c6

Von Kardeleben houdt hier Lg4 voor het beste (5. fe5: de5: 6. Lc4 Pc6)

5. P c3 — a4

Regelmatiger is Lc4 of Lb5 !

L c5 — b6

Tempoverlies. Lg4 schijnt ons beter toe.

6. P a4 X b6 a7 X b6

7. L fl — c4 P g8 — f6

Nog zouden wij Lg4 gespeeld hebben.

8. 0 — 0 0 — 0

9. d2 — d3 D d8 — e7

Voor de hand lag ef4 : 10. Lf4: h6 met ongeveer gelijk spel. Toch is de tekstzet goed, mits Zwart maar juist vervolgt.

10. f4 —f5

Eerst lvhl ware beter, om (15 te verhinderen.

P c6 — a5

Verkeert! gespeeld. De juiste zet was d5! waarop de spellen gelijkstaan: 10—d5

11. ed5 : Pd5: Op 12. lJg5 of Lg5 volgt nu Pf6; op 12. Ld5 : l)c5-[- 13. Kh 1 (d4 geeft ook niets) Dd5 : enz. Na den tekstzet krijgt Wit het betere spel.

Stand na den lOden zet van Zwart.

11. Lel — g5 ! Lc8 — d7

12. g2 — g4

Hiermee leidt Wit een mooien aanval in. P a5 X c4

Beter ware eerst 1)5 ! 13. Lb3 l'b3: 14. cb3: Lc6, gevolgd door d5 enz. 13. d3 X c4 L d7 — c6

14. Ddl—el h7 — h6

Dit maakt de zaak slechts erger, 't Juiste was Kh8 en dan op 15. Lf6:gf6 :! gevolgd door Tg8.

15. Lg5 X f6

Juist! D e7 X f6

Nu is gf6: natuurlijk fout, wegens 16. Pd2 Kh7 17. Tf3 Th8 18. Th3 enz. met prachtigen aanval.

16. D el — e3 g7 — g5

Om 17. g5 te verhinderen.

17. h2 — h4

Uitstekend! g5 X h4

18. Kei—f2 Tf8 —e8

Slecht gespeeld. Zwart staat wel niet rooskleurig, maar kan zich toch door Kh7 19. Thl Th8! 20. Th4: Kg7 21. Tagl Tag8, gevolgd door Kf8, nog eenigermate verdedigen. De gekozen zet werpt de partij in eens weg.

19. T tl— hl Kg8 — f8

20. ThlXh4 Df8 —g7

Er is niet veel meer aan te doen. Kg7 is werkelijk nog het beste. Op Ke7 volgt Th6 : en f6.

21. Th4Xh6 Dg7 Xg4

22. f5 — f6 Geeft de partij op. D. v. F.

No. 2X6. Gespeeld in den onilerlingen wedstrijd van het Vereenigd Amsterdamsch Schaakgenootschap, 22 Januari 1895.

Wit: D Bleykmans.

Zwart: A E. van Foreest Eng'elsche Partij.

1. e2 — e4 e7 — e5 4. d2 — d4 P f6 X e4

2. Pgl—f3 Pb8 —c6 5. d4 —d5 L f8 — c5 3. c2 — c3 P g8 — f6 Onwillekeurig neemt uw gelaat een ver(15 is m. i. te verkiezen boven den blufte uitdrukking aan, waarde lezer Men tekstzet. weet dan ook in 't eerst heelemaal niet,

2 11

wat men van dit ofl'er moet zeggen. Het schijnt, daar Zwart drie pionnen voor zijn officier krijgt met aanvalstelling, ten minste in de practische partij goed te zijn. l)e gewone zet is Pb8, Verg. als voorbeeld de prachtige partij Winawer- von Bardeleben uit den Dresdener wedstrijd (bchz. Sept. '92), waarin vervolgd wordt 6. Ld3 l'c5 (Bilguer geeft aan Pf6) 7.

PeS: Pd3: 8. Pd3: d6 9. Df3 Le7 10.

Le3 0—0 11. Pd2 Pd7 12. 0—0—ü?

Pe5! enz.

6. d5 X c6 L c5 X f2f

7. Kei — e2 b7 X c6

8. Ddl — a4 f7 — f5 !

9. P bl — d2

Op Pe5: volgt De7 10. Pc6: (Lf4 go)

Dh4! 11. Dbö (Dc4 is niet beter) Dg4f 12.

Kd3 La6 13. Dafi Pc5| enz. Op 11. Pd4 (of Pb4) Dg4+ 12. Kd3 Pc5f Op 11.

Dc2 volgt dc6: Zoowel in de partij als in de analyse zijn alle varianten even mooi. In aanmerking kwam : ü. Lgo. Er kan volgen: Pg5 : 10. Kf2 : (Pg5 : Dg5 : 11.

KI2: Del 12. Da3 d6 13. c4 0—0, enz) e4 enz.

0 — 0

10. P d2 X e4

Dit openen van de vijandelijke torenlijn is niet zonder groot gevaar; maar wat zal \\ it, anders doen? PeS: is wegens Te8 ook niet zonder bedenken, maar kwam toch wegens Pdf8 in aanmerking.

f5 X e4

11. D a4 X e4 d i — d5

12. ü e4 —-a4 L f2 — b6 !

13. Ke2 — dl e5 — e4

14. P f 3 —• d4 Lc8 — d7 !

15. D a4 — c2

Et dreigde c5; op Pc6 : zou volgen Df6 16. Lb5 a6.

c6 — c5

16. P d4 — e2 L d7 — g4

17. h2 — h3 c5 — c4 !?

In den brillantsten stijl gespeeld! Er behoort een enorm talent voor combinatie toe, om te kunnen spelen als A. E. v. Foreest in deze partij.

Overigens kwam het kalmere Lh5 of Dh4 zeer in aanmerking, te meer, daar Zwart dan later door het krachtige voortdringen van den d-pion het witte spel in een buitengewoon moeilijke positie zou kunnen brengen. (Zie diagram).

Stand na den 17den zet van Zwart.

18. h3 X g4 D d8 — h4

De prachtige voortzetting!

19. P e2 — g3

Neemt Wit, dan volgt mat in 2 zetten. Hij heeft niet beter dan den tekstzet.

D Il4 X g3

20. L cl — d2 ! T f8 — f2

21. Ld2 —el

Er dreigde zoowel Taf8 als e3.

D g3 X g4f

Zwart wil den aanval houden. Anders kwam in aanmerking Tc2 : 22. Lg3 : Tb2 : met drie pionnen voor een officier.

22. L fl — e2 D g4 X g2

Stand na den 25sten zet van Zwart.

23. Thl — h5

Deze, trouwens natuurlijke en eenige zet brengt Zwart iu moeilijkheden, daar hij nu de kwaliteit moet offeren, ot' zijn middelpionnen gaan verloren.

c7 —- c6

Beter ware Td8. Het vervolg kon zijn 24. Lf2: Df2 (1) 25. Dd2 (Da4 d4l 26. Dc-l f ! Kf8 27. Td5 Td5 : 28. DdS ; d3 en Zwart houdt remise), c6 of' e3en Zwart kan zich door de meerderheid in pionnen nog lang staande houden.

24. Lel X f2 Lb6Xf2

Beter ware Dfó :

25. D c2 — a4 ! D g2 — g6

Had Zwart in den vorigen Zet niet de flame genomen, dan had hij nu met 1)16 26. Kc2 g6 en later Td8 kunnen tervolgen.

In plaats van den tekstzet kon Zwart niet spelen I)gl f en na 26. Kc2 Dal : wegens 27. Dc6: Tf8 (ook op andere zetten gaat Zwart mat) 28. Dd5 KhS (Tf7 29. DdS f en 30. Lc4 f) 29. Th7:f Kh7 : 30. Dh5 f Kg8 31. Let :f en mat iu 2 zetten. {Zie diagram).

26. Kdl—cl Ta8 —b8

Het is de vraag, of het bezetten der d-lijn niet beter ware.

27. Da4 — dl a7 — a5

In aanmerking kwam Dg3 28. Kc2! g6 29. Thl a5. enz.

28. b2 — b3 a5 — a4?

Mier overziet Zwart den sterkeren zet LeS, waarop Wit met Kb2 moet spelen, en Zwart veel langer den aanval houdt, die nu snel verloopt.

29. T al — bl! D g6 — f6

30. Kcl — c2 e4 — e3

31. b3 X c4 Tb8 —d8

32. c4 X d5 c6 X d5

Nu is 't dadelijk uit. g6 was de zet, die de partij evenwel niet kan redden.

33. T h5 X d5 D f6 — g6f

34. L e2 — d3! Opgegeven ; want op Td5 : volgt 35. Lg6 : Icll *• 36. Tb8 en volg. zet mat.

Een prachtige partij, waarvan het bepaald jammer is, dat Zwart haar niet won.

J. D. T.

Jïo. 217. Match-partij, gespeeld in de Amsterdamsche Schaakclub, 22 October 1894. Wit: N. W. van Lennep Zwart: C C W. Mann.

dé-Opening-.

1. d2 —d4 <17 ~ d5 | 5. c2 — c3 D d8 — c7 2. e 2 — e3 e7 — e6 6. f2—14 P b8 c6

3. L f1 — d3 Pg8 —f6 | 7. Pgl—b3 4 p bl d2 c7 — c5 De wijze, waarop Wit zijn paard naar

213

e5 brengt, is te omslachtig, om goed te kunnen zijn. Pgf3 is daarom beter; op Pg4 volgt dan 8. Pfl f5 9. h3 met gelijk spel.

(Zie verder aangaande de opening de derde partij van de match JanowskiMieses).

L f 8 — d6

8. Ddl —f3 b7 — b6

9. Ph3 —f2 L c8 — b7

10. P f 2 — g4 D e7 — e7

Iets beter ware m. i. Pg4: 11. Dg4: f5, enz.

11. Pg4 — e5 a7 — a6

12. D f3 — e2 b6 — bö

13. P d2 — f3 g7 — g6

Deze zet brengt slechts verzwakking van den konings-vleugel mee. Zwart had moeten spelen c4 14. Lc2 a5 en later b4, waardoor hij op den dame-vleugel positievoordeel zou hebben behaald.

14. 0 — 0 P f 6 — d7

15. Lel —d2 f7 — f6

16. L d2 — el ?

Stand na den 16den zet van Wit.

Om een aanval te krijgen, het koste, Wilt liet wil. Maai* Zwart durft niet toebijten.

0 — 0 — 0?

Het beste ware c4 17. Lc2 en daarna het nemen van 't paard. Na fe5 : 18. fe5: Lb8 zou dan kunnen volgen 19. Lh4

l)g7 20. Pg5 Pd8 21. Dg4 Pf8 (dreigt h6 en g5). 22. Ph3 Tg8 13. Lf6 (of Pf4)

Dd7 en Zwart schijnt zich te kunnen verdedigen. Opmerkelijk is, dat, als Zwart in den 18™ zet zijn looper naar c7 speelt, hij hoogstens remise zou hebben kunnen krijgen, daar dan Wit met den 22rn zet zou hebben kunnen spelen : Tf8: Tf8:! 23.

Pe6: I)d7 24. Lg6:f hg6 : 25. Dg6 : f

Df7 26. Pc7:f Kd7 27. Df'7: t Tf7: 28. Ia8 *; waardoor hij 4 pionnen voor zijn stuk zou hebben gehad.

De tekstzet is overigens daarom niet goed, omdat de partij nu op den duur met Zwarts ondergang moet eindigen; want in dergelijke stellingen, waarin men met zoo groote zekerheid kan zien aankomen, dat de tegenpartij langs open lijnen op den rochadevleugel zal aanvallen, is die rochade alleen dan geraden, wanneer men van zijn kant in een aanval op den vijandelijken koningsvleugel voldoende equivalent heeft. En dit laatste is hier niet het geval.

17. P e5 X c6!

Van hier af speelt Van Lennep uitmuntend !

L b7 X c6

18. a2 — a4 c5 — c4

19. Ld3 —c2 Pd7 —b8!

20. L cl — d2 D e7 — b7

De dame staat hier ïmfum-liilzooals reeds uit de volgende zetten blijkt. Beter ware e5!

21. b2 —b3 Th8 — g8!

22. Tfl— bl g6 g5

23. f4 X g5 f6 X g5

2 T4

24. eB — e4! g5 — g4

25. P f3 — g5 T d8 — e8

26. e4 — e5 Ld6—f8

27. Pg5Xh7 L f 8 — e7

28. Tbl—fü Le7 —d8

29. Ph7 — f6

Zeer juist gespeeld. Wit maakt zijn tegenstander nu op een nette wijze dood.

Ld8 X f6

30. e5 X f6 D b7 — f7

31. D e2 — e5 ! K c8 — b7

Op Pd7 volgt 32. Ddfi Kb7 33. ab5: Lb5: (ab5: 34. Ta7 t en mat in 2 zetten)

34. bc4: Lc4: 35. Tfbl f LbB (Kc8 36. Lf4 e5 37. Lf5) 36. Ta6: en wint.

32. Ld2 — f4 T g8 — h8

33. a4 X b5 L c6 X b5

34. b3 X c4 d5 X c4

Ook Lc4: helpt niet meer.

35. Tfl—bl Th8 — h5

36. T bl X b5 f ! a6 X bö

37. L c2 —- e4 f Pb8 —c6

38. Le4 X c6 f Opgegeven.

Op Kc6: volgt mat in 2 zetten. Een mooie partij! "• '•

No. '218. Match-partij, gespeeld in de Ainsterdainsehe Schaakclub, 10 Dec. 1894. Wit: N. W. van Lennep Zwart: C. C. W. Mann. Afgeslagen Evansgambiet.

1. e2 — e4 e7 — e5

2. Pgl — f3 Pb8 — c6

3. L fl — c4 L f 8 — c5

4. b2 — b4 Lc5 — b6

5. b4 — b5

Ook 0—0, gevolgd door a4, is hier een goede voortzetting. P c6 — a5

6. L c4 — e2

De zet van W. Paulsen, eenige voortzetting, die Wit een goed spel verschaft.

6. Pe5: is af te keuren wegens T)g5 (Hirschbach) of Ph6! (M. Lange). d7 — d6

Doortastender ware hier Pf6. Op 7. d3 of Pc3 kan dan d5! volgen.

7. 0 — 0

Ook deze zet bevalt mij niet. Zwart inoet hier trachten, lang te rocheeren en daarom Df6 spelen, eventueel gevolgd door Ld7 en Pe7.

8. P bl — c3 L c8 — d7

9. d2 — d4 ! e5 X d4

10. P f3 X d4 0 — 0

De rochade is te gevaarlijk. Beter nog De7. Op 11. Lg5 volgt dan l\6 12. Lh4 g5 13. Lg3 0—0—0! met redelijk spel. Op 11. Pd5 volgtPd5: 12. ed5:0—0—0!

(niet Ld4: want na 13. Dd4: De2: 14. Ld2 ! I)c4 ? 15. De3f K .-xj wint Wit zijn verloren officier met betere stelling terug).

Na den tekstzet komt Wit beslist in het voordeel.

Stand na den 31sten zet van Zwart.

11. Lel —• g5 c7 — c6

12. Kgl—hl T a8 — c8?

Beter ware TfS—e8: —Ook h6 13. Lh4 g5 14. Lg3 Ph7 kwam in aanmerking.

13. f2 —f4 Lb6— c7

Kr dreigde 14. e5. De tekstzet heeft evenwel dit nadeel, dat nu de"Witte dame gelegenheid krijgt, direct aan den aanval op den Koningsvleugel deel te nemen. Daarom zou Te8 iets beter zijn geweest.

Op 14. Pf3 (dreigend wederom eö) moest dan Lg4 volgen; speelt Wit nu Del, dan volgt Lf3: en Ld4!

14. Ddl—el! T f8 — e8

15. Del — g3

Op 15. Üh4, wat er nog sterker uitziet, zou h6! 16. Lh6 : Pe4:!hebben kunnen volgen.

D «18 — e7 !

Om 16. Lh6 met Df8 te beantwoorden.

16. Pd4 —f3

Tael lijkt nog iets beter.

P f6 — h-5

Nog het beste! Kh8 wordt weerlegd door Dh4. Op 16... . Pe4: kan volgen 17. Pe4: l)e4: 18. Ld3 Dc4 (De6 19. f5!) 19. Lf6 g6 20. fa! en Wit moet winnen.

Ook andere zetten baten niet: Wit kan steeds met Tael, Ld3 en ef. de winst forceeren. — De gekozen zet kost Zwart een pion.

17. Dg3 — h4 f7 —f6

18. Dh4 X li5 f6 X g5

19. P f3 X gö g7 — g6

20. Dh5 — h6

Hier treft W it, die tot dusverre uitstekend heeft gespeeld, niet de juiste voortzetting.

Na 20. Dh4 I)g7! (dreigend h6 en winst van een stuk) kan volgen 21. e5! (niet f5 wegens h6 ! 22. f6 hg5 : 23. Dg5 :Df7 en nu stuit Lh5 af op Te5) h6 (Ld8 22.

215

Stand na den 16den zet van Zwart.

Pce4! h6 23. Pf6f Lf6: 24. et'6 : hg5: 25. tg5:! Df7 ! 26. Ld3 Te5 27. I'f'3 enz. en Wit moet winnen) 24. Tge4 Ld8 25. 1V3 en \\ it wint nog een pion of de kwaliteit. —

Dat de leider der witte stukken evenwel den afruil der Koninginnen, waarna hij met pion meer in 't voordeel blijft, verkiest boven de dooi" ons aangegeven voortzetting, waarvan de gevolgen vóór 't bord lang niet gemakkelijk te berekenen zijn, is vooral in een match-partij zeer natuurlijk.

De7 — g7

21. Dh6 X g7 Kg8 X g7

22. b5 X c6 a4 is hier sterker.

L d7 X c6

23. L e2 — d3 L c7 — d8

24. T al — el

Zwart dreigde niet Lf6.

a7 — a6

25. P g5 — f3 L cö — d7

Om het Paard, dat zoo lang werkeloos is geweest, in het spel te brengen. Zwart staat niet mooi, ondanks zijn beide loopers, want behalve een pion minus, heeft hij een zwakken d-pion en moeite, zijn figuren een gunstige positie te geven. Dit gedeelte der partij speelt hij echter zeer voorzichtig.

2l6

26. P c3 — e2 P a5 — c6

27. T el — bl T c8 — c7

28. h2 — h3 Te8—f8

29. g2 — g4 L d7 — c8

30. Khl — g2 T c7 — e7

31. Kg2 —g3? b7 — b-5

32. f4 — f5 L d8 — c7 !

33. Pe2—f4?

Eerst moest Kg2 gespeeld worden. T e7 — e8

Hier verzuimt Zwart van de fout van zijn tegenpartij partij te trekken. Op (15 !!

34. ed5: gf5 :!! 35. dc6 : (er is niet beter)

Lf4: t 36. Kf4: fg4:| 37. Kg3 Tf3:f

38. Tf3: gf3: «al Wit de partij niet meer kunnen winnen. l)e positie van \\ it wordt nu overwegend.

37. Pd5 — f4 Ld8 X h4f

I)it kost dp kwaliteit, maar andere zetten kunnen hier de partij evenmin voor Zwart. redden.

38. Kg3 — h3! Lh4 —f6

39. p f4 — e61 Lc8 X e6

40. P d4 X e6 T e8 X e6

41. f 5 X e6 T f 8 — e8

42. a2 — a4 P e5 X dB

43. c2 X d3 T e8 X e6

44. a4 X b5 a6 X b5

45. T bl X b5 Te6 —e7

46. Tfl— bl L f6 — e5

47. T b5 — b7 T e7 X b7

48. T bl X b7f Kg7 — f6

49. T b7 — b5

Er volgt nu een interessant, maar vooral uiterst leerzaam eindspel. Want, hoewel kwaliteit vóór, kan W it de partij zeei moeilijk winnen, ja, het is zelfs de vraag en (lil is een studie waard, ot Zwart niet remis kan maken. Wij meenen, dat Wit de eenige goede speelwijze heeft gevonden. Le5 — f4

50. Kh3 — g2 Lf4 —e5

51 Tb5 — d4 Le5 —f4

52. Ke2 —f3 L f 4 — h2

53. d3 — d4

34. P f 4 — d5 L c7 — d8

35. h2 — b4 P c6 — e5

Deze zet is af te keuren, omdat hij nu Wit gelegenheid geeft, niet zijn paard over d4 naar e6 te spelen, waar het een sterke stelling inneemt. Beter ware het voor Zwart, waar zijne figuren nu zoo goed mogelijk geplaatst zijn, een afwachtende» zet te doen.

36. P f3 — d4 ! b7 — li6

Hier is de eerste moeilijkheid. Zou het niet beter geweest zijn, indien Wit den pion voorloopig op d3 had laten staan en direct met den koning over e2, dl enz. naar g8 was gewandeld? (Zie de opmerking bij zet 02).

Kf6 — e6

54. K f 3 — e3 L h2 — g3

55. K e3 — <33 L g3 — 14

56. Kd3 — c4 L f4 — g3

57. K c4 — bo K e6 — f6

58. K b5 — c6 K f6 — e6

59. K c6 — c7 L g3 — f4

60. K c7 — d8 Lf4—g3

Op Lg5'| 61. Ive8 Lf'6 62. Kt8 h5 63. g5 Le7+ 64. Kg7 h4 65. Kg6: h3 66. Ta5 gevolgd door Tal moet Wit winnen.

61. Kd8 — e8 Lg3—f4

62. Ke8 —f8 K e6 — f6

Veel beter is Le3. Kan Wit nu winnen?

Er kan dan volgen 63. Kg7 h5! 64. g5 ('t beste) h4 65. Ivg6: h3 66. Tf5!Ld4:!

(stond nu de pion maar op d3; zie de opmerking bij zet 53) [speelt Zwart 66. h2, dan 67. d5f Koo 68. 'L'f7t, gevolgd

217

door Th7 en wint] —67. Tf7 Ke5!! 68. Th7 Ke4:! 61). Th3: en Wit heeft de meeste kansen, maar het is niet gemakkelijk uit te maken, of er zekere winst voor hem inzit.

Na den tekstzet wint Wit gemakkelijk.

63. K f8 — g8 L f4 — g3

64. Kg8 — k7 Lg3 —f4

65. Td5 — b5 Kf6 —f7 /wart kan nu zijn 3 bedreigde pionnen niet anders dekken.

66. T b5 — b7f Kf7 — f6

67. T b7 — g7 L f4 — e3

68. T g7 X g6 j" Opgegeven.

D. v. F. en Ke5!! 68. de zekere tekstzet wint f4

No. 219. „Exhibition-game" *) gespeeld in het Vienna Café te Londen, 23 Januari '95. Wit: Teiehmann Zwart: R J. Loman. Tweepaardspel in de uahaiirt.

1. e2 — e4 e7 — e5

2. Pgl—f3 Pb8 .ry .c6

3. L fl — c4 P g8 — f6

4. d2 — d3 L f8 — c5

5. Pbl — d2?

Eerst moest Le3 gespeeld worden. d7 — d6

Beter Pg4! 6. 0—0 d6 7. h3 h5! enz. waardoor Zwart een uitstekend spel krijgt.

6. Pd2 — fl P c6 — a5

De regelmatige ontwikkeling door Le6, Pe7 enz. lijkt mij beter toe.

7. Lc4 —b3

In aanmerking komt Pg3.

P a5 X b3

8. a2 X b3 L c5 — b6

9. P fl — g3 h7 - h6

*) Een „exhibition-game" is een party, die v tusschen twee professionals gespeeld wordt. De wille van den inhoud van dit potje doen twee ber<

10. h2 — h3

Overbodig. Heter was Le3. c7 — c6

11. c2 — c3 0 — 0

12. D dl — e2

Wit speelt het eerste gedeelte der partij niet weinig energie, zoodat Zwart zijn stelling met iederen zet kan verbeteren. Waarom nu uiet 0 — 0, gevolgd door Le3 ? De koningin staat nu op e2 niet goed, beter nog op c2.

Lc8 — e6

13. b3 — b4

Een gevolg van Wits vorigen zet. De pionnenstelling aan den damevleugel wordt er echter niet beter op.

P f 6 — d7

14. Pg3 — f5??

oor het genoegen en het geld der toeschouwers omstanders brengen een potje bij elkaar en ter >epspelers hun talent schitteren. 14

2[8

Een zwakke zet. Beter O — 0. Le6 X f5 !

15. e4 X f5 d6 — d5

16. L cl — e3

Eindelijk dan de raadsheer! Maar nu is het te laat; /wart heeft reeds een overwegende stelling.

T f8 — e8

Zeer goed gespeeld. De zet dreigt (14.

17. Le3 X b6

Er is niet beter.

D <18 X b6

18. P f3 — d2 c6 — c5 !

Stand na den 18den zet van Zwart.

Waarmee Zwart 111 materieel voordeel komt.

19. b4 x c5 Pd7 x c5?

Zwart, die tot hier zeer goed heeft gespeeld, treft den juisten zet niet. Door

Db2: wint hij minstens een pion: 19—Db2: 20. ü — 0 ('tbeste; op Tbl Dc3:21. Tb3

Delf enz.) 20. Pc5 : enz.

20. b2 — b4 P c5 — d7

21. 0 — 0! Pd7 —f6

22. g2 — g4 e5 — e4

23. d3 — d4 Db6 — c7 !

24. De2 — e3 T e8 — c8

25. Tfl—cl b7 — b5

Om c4 te beletten.

26. Pd2 —b3 P f6 — d7

27. Pb3 — c5

Deze zet lijkt mij niet sterk toe. Het paard staat op b3 zeer goed, om n5 te beletten; Pc5 kan altijd volgen, zoodra Zwart zijn paard wegspeelt. Ook is Dc4 niet te vreezen wegens Pa5. — Beter was, dunkt mij, Kg2 om f3 te kunnen spelen of evenTueel met h4, Thl enz. het spel voort te zetten. — Met den tekstzet beoogt AVit, op winst te spelen. Pd7 x c5|(

28. d4 X c5 a7—a5)

29. T cl — dl T c.8 — d8

30. f5 —f6

Beter ware ba5 : Ta5 : 31. Ta5 : Da5 : 32. f6! a5 — a4

31. f6 X g7 K g8 X g7

32. De3 — d4|- K g7 — li7

33. g4 — g5?

Wit speelt zeer gewaagd; zeer in aanmerking kwam hier Df6, dreigend g5. T a8 — a6

Veel beter ware Tg8. Op 34. h4 (Dd5: gaat natuurlijk niet wegens Tg5 :) hg5 : 35. Dd5 : Df41 en Zwart heeft een winnend spel. Want na 36. h5 TaeS, dreigt zoowel e3 als g4, g3 De tekstzet is niet direct foutief, maar brengt Zwart nog in moeilijkheden, zooals de uitslag ook bewijst.

34. c3 — c4 !?

Een interessante zet, die Wit nog een kans geeft.

b5 X c4

35 b4 — b5 T a6 — g6

36. Tal Xa4 T g6 X g5f

37. Kgl — fl D c7 — d7

38. c.5 — c6 Dd7Xh3+

39. Kfl—e2 c4 — c31

De juiste zet om te winnen. Het spel wordt nu zeer levendig.

40. Tdl—fl Dh3 —f3f

41. Ke2 —el D f3 — d3

Op c2? volgt 42. Kd2!

42. Dd4 X d3 e4 X d3

43. c6 — c7 T d8 e8f

44. Kei — dl Tg5 — e5?

Stand na den 44sten zet van Zwart.

Dit leidt bij goed spel tot remise. De eenige wijze, om te winnen was m. i. voor Zwart de volgende: Tg4! 45. Ta3(op Tg4: beslist Ta8 dadelijk) Tc4 46. b6! d4! 4/. Ib3 (op 47. lel beslist Tel :•)• gevolgd

219

door d2 f en c2; op 47. b7 volgt Tc7: en op andere zetten bijv. 47. Kei of Ta6 of f4 volgt Tb4) Ta4 48. Kcl (Tbl Ta3!)

Tel| 49- Tel: d2f 50. Kei Tal f enz.

45. Ta4 —d4 T eö — elf

In de eigenhandige opteekening van den heer Loman vind ik achter dezen zet een vraagteeken met de bijvoeging: //d2 had 't spel onherroepelijk gewonnen, want op 46. b6 ! volgt Tel f 47. Ke2 ! Tfl: 48. b7

Tel f 49. Kb3 Tbl -f- en wint."

Evenwel moet na 45—, d2 niet b6, maar

Td2 : geschieden : 46. 'Id2 : cd2 : 47. b6 !! Speelt Zwart

nu Telt dan volgt 48. Kd2 : en op Tfl: 49. b7! en Wit kan niet verliezen.

Na 47. b6 Te5 — e7 48. Kd2 : Tc7 : (er dreigt Tel, gevolgd door b7) 49. bc7:

Te8 50. Tel met waarschijnlijk remise-slot.

Na den tekstzet gaat de partij nog voor Zwart verloren.

46. Tfl X el c3 — c2f

47. Kdl — d2 T e8 x el

48. c7 — c8 D T el — dl-}"

49. Kd2 — e3 c2 — clDf

50. Dc8 x cl Tdl x cl

51. T a4 — b4 en Wit wint.

J). V. F.

220

No. 220. Gespeeld in dei, wedstrijd met af- en aanspel te Leiden, 3 Juni 1895. n j tut n Zwart: M. Steffelaar. Wit: P de Man.

Spaansche Partij.

T* P ei Pd7 27' ^5 T c8

2'. Pf3 Pc6 I5-Pg4: »g4= 28'Tdi h6

ïï * ,ï ss r: t 'd, LcS 18. <U Ld6 31 - Klu Lcy

\r - - s sts X; ® " neb,: tc . 4: f5 T

,r 1% n s 4 :; T r s r

It. Pd2 De6 24- De4 «'4: 37- D «7

,, Pa d< 25. D d4: P es 38FeI K fS

13. ed5 : cdS: 26. P e5: L e5: 39- D c5t Opgegeven.

No 221 Gespeeld in den wedstrijd met af- en aanspel, Amersfoort 23 Juni 1895. Wit: A. G. Olland. Zwart: P. A. A. Faure. Fraiiscbe Partij.

x. e4 e6

12. Taei L b4 23. Khi L eS:

2. <W d5 13- *3 L a5 2A' r u' \u

^ Pcj P f6 14- t>4 L c7 "5I c7 i5- ef6: Tfö: 26. ef6: dc3: t' 16- « ,S.Ll„t KM: '1- D<15 KB tvl' o- •' P « t K88 28' kS : T d, CS 18. P e6: T e6: 29. D es t 17 7- 3 T 5 rn Pefi- p f6 en Wit kondigt mat aan

80 1. Les: 20. T e2 Dd6 i„ 4 ««en: 30. Tf7 t P.t, f4 L<t7 K.§6 3.. Dg71

XI. Dd2 f6 22. Tes D b6 f No- 222. Gespeeld in den wedstrijd met af- en aanspel, Amersfoort 23 Juni 1895.

Wit: Gr. H. B. Hogewind. Zwart: P. A. A. Faure Muzio-Gambiet.

T e , « 8- d 3 L h6 I5-Lb 5 t L d 7

2. f ef4: 9-Ld2 D g5 .6.Ldj:t , Pf , g5 io.Pc 3 P.e7 i7-Pg5: Tg8

Ï 'L S gs "- Pe 4 D f 5 18. Te 7 :t K e 7 : 0-0 gf3: - L e 3 Tf8 .9.T«t Pes')

6 D f 3: D f 6 X3-Tei L g 5 20. T e 5 D

eS DeS: 14. D bS ci5 21. Lej: Opgegeven. i) Ook op andere zetten wint Wit door schaakgeven met het paard de dame.

221 No. 223. Gespeeld om den eersten en tweeden prijs in den Wedstrijd met af- en aanspel Amersfoort, 23 Juni 1895. Wit: A. G. Olland. Zwart: N. W. van Lennep. Npaansche Partij.

1. e4 e5 ii. fe3: I) cj

2. P f3 P c6

D ds c6

3. L bs a6 13. D e4: ds

4. L a4 f5 14. D d4 g6

Tei d4

I) d4: I) 05

C3 L h3

Khi D H4:

5. d4 fe4: 15. e4 L g7 25. cd4: L b4

6. P e5 : P e5 : 16. P d2 L es :

7. des : L) h4

8. L e3 P h6

9. L b3 P g4

D L b2 :

o—o T f8

L d3 05

10. g3 P e3: 20. T f8 :f L f8: Opgegeven.') ') Want de dreiging 10. 04 en winst van een paar stukken is niet te pareeren. Bij het beoordeelen dezer partij moet in 't oog worden gehouden, dat zij door beiden zeer snel moest gespeeld worden.

Wij publiceeren nog de volgende partij, onlangs hier gespeeld : No. 224. Onlangs te Amersfoort gespeeld. Wit: P. A. A. Taure. Zwart: J. W. te Kolsté

Looper-Gambiet.

1. e4 es 12 L 04 P g6 23. I)d3 Pe4 3 )

2. f4 ef4: 13. P e2 g3 24. P f4 P f4:

3. L 04 D h4t 14. Lfk: bs 2?. T e4: Dg6

4. Kfi ds 15. Lb3 Lg4 26. Of3 PI15

5. L ds: g5 16. P f3 Lf3: 27. Tg2 P f6

6. Pf3 Dhs 17. gf3: D f3 : 28. Les 4 ) De 4:

7. h4 h6 18. Lg3: l) e4: 29. Tg7 :f Kh8

8. Kgi g4') 19. L)d2 P d7 30. Df6: De3:f

9. Pei P e7 20. T ei o—o 31. Kh2 ües:t

10. PC3 L g7 21. 03 D g4

11. d4 c6 •) 22. T h2 P f6

') Dg6 bevalt ons beter.

2 ) Beter Pc6.

3 ) Beter Tae8.

4 ) Wit kondigt mat aan in hoogstens 5 zetten.

32. des: T g8

33. D h6: mat.

222

Binnenland.

APPINGEDAM. De correspondentie partijen met Zwolle werden sedert onze opgaaf op bladz. 124 als volgt voortgezet. Zwolle—Appingedam. Appingedam—Zwolle.

15. abs: abs: 14. (P 03) PC3: 16. b4 Lgs

[7. Ld3 P e7

15. bc3: g4

16. hg4: fg4: iB. Pe7: Ke7: 17. P h2 P e5:

19. o—o 1/f4

20. Khi D 07

21. T 33

18. de5: Kh8

19. P g4: T g7

20. D e2 D g8

21. f3 Lest

HELDER. Sedert eenigen tijd wordt een correspondentie-partij gespeeld tusschen Helder en Amstelveen. Wit: Amstelveen.

Zwart: Helder.

Fransehe Partij.

1. e4 e6 6. o—-o o—o 11. D C2 L g4

2. d4 ds 7. PC3 c6 12. Pg3 L f3 :

3. eds: eds: 8. P e2 L e6 13. gf3: L f4

4. P f3 P f6 9. L g5 P bd7 14. L f6 : P f6

5. Ld3 Ld6 10. c.3 D C7 15. Kg2 Zie diagram volgende pagina.

AMSTERDAM. Van de match Olland—Van Lennep konden tot dusver maar zes partijen gespeeld worden en de stand is op dit moment v. L. 2, O. 1, rem. 3. Zie hier een overzicht der gespeelde partijen. In de oneven nummers had van Lennep den voorzet.

iste partij Giuoco Pianissimo 4o zetten remise.

2f!6 " Spaansch 3 fs IS >f v. L_ wim

3d , C " '• d4- 2. Pf3 58 „ remise. 4de „ Spaansch 3 f5 2? >f 0 wint

5de „ Dame-gambiet 2 e6 17 „ v. L. wint.

6de „ Spaansch 3 f5 6o >; remise_

In de match D. Bleijkmans—van Foreest werd nog slechts één partij gespeeld een giuoco piano, dat remise werd.

Allerlei.

Nog tijdig genoeg, om in dit nummer te vermelden, ontvangen wij deJubileuma evenng van Dcntsches Wochenschach, gedateerd 7 Juli. Verschillende lezers zullen misschien teleurgesteld zijn geweest, vooral na het lange wachten. De jubileum-hoofdschotel is het portret van den Hoofd-Redacteur Albert Heyde, ) in end en glimmend als een ster van de eerste grootte. Minder groot en minder schitterend zijn natuurlijk de drie planeten, John Bierbock, Oskar Löbbecke en Emil Hoffmeister, doch ook deze, hoewel nagerecht, maken als een soort „drie in de pan geen onaangenamen indruk.

beSC"rii" de *«"*>•

Br«H ft°rjaLr Van 1885 beSt°nd in Brunswijk de Gymnasiasten-Schaakclub „Brüderschaft . Hiervan waren ook eenigen Lid, die de school reeds verlaten hadden, o. a. onze Redacteur Heyde. Deze vatte om den overigen Leden der oowékkLT I?1 Wdnig meer kenden dan den Io°P der stukken, een rte .even Td *77*"*?P'an °P' 660 gehektografeerd cluborgaan 1H A "dersteund door z,j" v"end Hoffmeister, die ongeveer even sterk speelde, voerde Heyde dit plan uit en zoo verscheen op den i5n Juni het blad Zde r6 maa' °nder de" titd Die Brüderschaft, onder leiding van Albert Heyde, uitgave van de Schaakclub „Brüderschaft".

224

Niemand, het minst wel de stichter, had toen eenige gedachte, dat uit dit courantje hetwelk korte theoretische verhandelingen van de eenvoudigste soort, partijen èn gemakkelijke problemen bevatte, en dat uitsluitend voor de zwakste spelers van de schaakclub „Brüderschaft" bestemd was, een echte schaakcourant geboren zou worden. En dat dit werkelijk plaats vond, heeft misschien onwillekeurig de toenmalige Redacteur van de Deutsche Schachzeitung bewerkt, Johann von Minckwitz! Het eerste nummer van Die Brüderschaft was, zooals van zelf spreekt, ook aan de Deutsche Schachzeitung gezonden en werd daarin op zeer welwillende wijze besproken; hierdoor werd het blaadje ook buiten Brunswijk bekend en spoedig waren er heeren, die het niet slechts bestelden, maar het ook met raad en daad steunden. De eerste abonné buiten Brunswijk was de ijverige probleem-dilettant Otto Schultze in Libbenichen en de tweede niemand minder dan zijne Excellentie T. von Heydebrand und der Lasa. Bij deze bestelling deed zich een komisch incident voor. De Altmeister had zijn handteekening onduidelijk geschreven en bij de zending, waarvan het adres door nauwkeurig nateekenen van de naam-hiëroglyphen opgesteld was, werd het beleefd verzoek om duidelijke naam-opgaaf gevoegd. Men kan zich de perplextheid der Redactie voorstellen, toen de duidelijke handteekening gezonden werd en wel met de opmerking, dat de naam toch inde schaakwereld niet geheel onbekend was. Hoe had men ook kunnen denken dat zulk een meester belang in een zoo onbeduidend ding kon stellen ). Zoo wa men er steeds meer abonné's en toen de Gymnasiasten-schaakclub het lot van a dergelijke vereenigingen deelen moest en zich oploste, had het blad reeds zooveel abonné's buiten Brunswijk, dat Heyde het alleen uitgaf en het met den aanvanS van het nieuwe jaar liet drukken. In zijn tweeden jaargang verscheen het blad dan in wekelijksche nummers van vier bladzijden klein formaat en eerst een jaar later, toen de uitgever naar Berlijn verhuisd was, werd het blad wederom uitgebreid en verschijnt sedert in zijn tegenwoordig formaat. Steeds kwamen er meer medewerkers, die het blad op de meest onbaatzuchtige wijze steunden; de meeste dezer heeren worden op het titelblad der courant vermeld.

Twee jaar later nam O. Löbbecke de uitgave over en de titel van het blad werd toen in Deutsches Wochenschach veranderd. Wij willen onze lezers met vervelen met een schets van de ontwikkeling dezer jaren, en slechts nog al dengenen onzen dank betuigen, die ons tot dusver op zoo welwillende wijze ondersteund hebben en hun verzoeken, ons ook in 't vervolg hun medewerking en steun niet te onthouden. De Redactie van Deutsches Wochenschach zal ook in vervolg haai best doen een zoodanigen steun te verdienen en zonder acht te slaan op materieel voordeel er naar streven aan het edele spel steeds grooter uitbreiding te verschaffen.

•) Von der Lasa, die een der grootste schaakbibliotheken der wereld bezit, had waarschijnlijk een abonnement genomen, om geen leemte in zijn verzameling te hebben.

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.