2e Jaargang No 6. & 7. Juni & Juli 1894.
TIJDSCHRIFT
VAN DEN
NEDERLANDSCHEN SCHAAKBOND.
BESTUUR VAN DE'I N. S.: Jhr. D. VAN FOREEST, Voorzitter; Dr. A. J. A. PRANGR
Onder-Voorzitter, J. P. HEEMSKERK, Penningmeester; L. H DEELMAN, Commissaris van Materieel; N. W. VAN LESNEP. Secretaris.
REDACTIE: N. W. VAN LENNEP, Kerkstraat Amsterdam; H. J. DKN
HERTOG: Dr A. J A. PRANGE.
Van dit blad, dat omstreeks den 15den van iedere maand gratis aan de Bondsleden wordt oegezonden zijn extra-nummers verkrijgbaar a 20 cents en een geheele jaargang a f 2 - eveneens slechts voor Bondsleden. ' eveneel,s
In dit nummer vinden onze lezers onder meer het programma voor de Algemeene Vergadering te Ro'tterdam, de bepalingen voor een wedstrijd met af- en aanspel te Amsterdam en het rapport der jury over de concours-problemen en over den oplossingswedstrijd.
^ Wij meenen dit hier bizonderlijk te moeten releveeren, omdat hel der Redactie wegens allerlei omstandigheden, ditmaal onmogelijk was de rubrieken in de gewone volgorde en de berichten aaneengeschakeld te geven.
LEDENLIJST.

Amersfoort.
Verhuisd:
van Utrecht naar Amersfoort, Zuidsingel B 262, Dr. A. J. A. Prange. Amsterdam, Nieuwe Afdeelingsleden :
A. J. Egelie, Brouwersgracht 116.
W. van der Grinten, Hartenstraat 3-
Mr. F. K. van Lennep, Heerengracht 513.
Verhuisd:
naar Swammerdamstraat 3, B. I. Meyer. Arnhem. Nieuwe Ajdeelingsleden :
J. F. Manikus, Bakkerstraat 34.
J. M. Wolff, Velperbinnensingel 5. Breda.
Nieuw Afdeelingslid :
C. J. Tijken, Nieuwe Ginnekenstraat E 221.
Claimtlial (in Hessen) Nieuw Rechtslreeksch Lid:
H. J. Buysman, Baderstrasse 27. '«®iareland.
Nieuw Rechtstrceksch Lid : Mr. M. J. van Lennep. 'sGravenhage.
Nieuwe Afdeelingsleden:
C. Bakker, Hugo de Grootstraat 23.
H. W. Borgerhoff Mulder, Riouwstraat 54.
E. Edersheim Bzn, N. Molstraat 19. M, Herz, Kanaal 9 b.
J. J. van der Pot, Riouwstraat 188 P. Uittenbogaart, Scheveningen.
A.G. Vreede, Anna Pau!ownastraat76.
Verhuisd:
van Amsterdam naar 'sGravenhage, Hofspui 75, Mr. A. Heemskerk ft rollingen.
Verhuisd :
van Amsterdam naar Groningen,
io6

F. Dijksterhuis. Lelden.
Nieuwe A jdeeli-ngsleden: W. Keuls.
E. C. H. F.deRuyter,Hoogewoerd88
H. M. Sasse, Rapenburg 9. Itotterdam.
Verhuisd:
naar Schiedamsche Singel 56, H. Heijermans.
naar West Nieuwland 13, J. Huinck. » van Oldebarneveldstraat 119, J. Vellenga. 11r*u111
Nieuw Rechtstreeksch Lid:
Nieuw A fdeeiingslid: Nieuw Rechtstreeksch Lid: J. P.J. Lucardie,Schiedamsche Singel C. Nan.
Vorige opgaaf (Maart-nummer) 154 rechstreeksche ledenen 319 aideehngsleden.
Rechtstreeksche leden: 11 traden toe.
Afdeelingsleden: 26 » » 3 bedankten.
Totaal: 165 rechtstreeksche leden en 342 afdeelingsleden.
Van deze rechtstreeksche leden bedankten echter 3 voor 1895 (zie April nummer.)
De bond telt thans derhalve ruim 500 leden. Wanneer men in aanmerking neemt, dat aan het einde van '92 dit aantal nog slechts 181 bedroeg, bestaat er alleszins reden tot blijdschap. In de bovenstaande lijst hebben wij den naam van den Heer W. van der Grinten, onze 500ste aanwinst, vet doen drukken ter bizondere aanstipping van een heuglijk feit, hetwelk verre van tot vadsige tevredenheid te voeren, ons moge aansporen met verdubbelden ijver voort te werken in de ingeslagen richting. Nogeengoedetijding. HetAmsterdamscheStudentenSchaakgezelschapPhilidor (onder de" zinspreuk: Pete Hostem Insta Latronibus Inermis Deme Obtege Reginam.) besloot in zijn jongste vergadering, gehouden 19 Mei 1.1., als buitengewoon lid toe te treden tot den Bond. Dit lidmaatschap gaat in 1 Januari &I895 en zal waarschijnlijk de Amsterdamsche afdeelingeen veertigtal leden sterker doen worden!
ARNHEM. De heer J. J. Kleinhoonte schrijft mij: „De Arnhemsche Schaakvereniging hield 28 April 1.1. haar derde jaarvergadering. Uit het jaarverslag bleek, dat de Vereeniging zich in een gestadigen vooruitgang mag verheugen. Haar ledental klom tot 29 en de staat der kas kan bevredigend worden genoemd. De bijeenkomsten werden door het meerendeel der leden geregeld bijgewoond. Met grond kan dan ook het bestaan dei Vereeniging als verzekerd worden beschouwd. De vrees van enkelen, dat

io7 ;iL«tr'Voorz,tter en jj deDKrec(lLmd,r 'Z ^wT*T"T d" ZOmenMfmdM' »> v5SS&r?7
RTL^:;RJRT
stand zou kunnen blijven. Thans echter M Verceni8ing niet in de moeilijkheden zijn nair ik -oir f n 'tdcntal ge;tegen tot n en stuor beslaat ui, de'hZn P ??*"*»,"**«*•*. He.be.
Penningmeester en , C. sl'cr stlZ ' ° ' D' *» Ed=' ^•lliruT" P,aa'8 °,ken Maa"da«.— « « "«r in „de Ke|-
verwacht ik dienaangaande v^Tgoeds^van^de'^ .T^t" Amersf°°rt' club staat onder de leiding van den heer Faure die"' ^ ^ den ook in den Helder een schaakver • ' L ecn tweetal jaren gelezeer korten tijd tot booten m °pnchte en deze "iet alleen in jenden ijver bewerkte, dat^^J Inl^d seert telken^are'geïtadTT^maande^AprTt Z •SR^Z.
sxzrvan niet a, ,e ongele J^TkJpt "" **"
Ditmaal hadden achttien ieden „op de lijst geteekend." Jreed ™ "" '"™P " * « n™. Nn „as 7 TfIfj™T "" match remise te verklaren V tr 30 nneP st(-'lde voor de <ie partij en de match. "**"* * «*"> «-'*«««• nee" meT i n^'r cTe' i.briliancy" ten ,„„„ ee5preid ^ Pelen. Een uitzondering maate^""„0.'" 21'£ZITZ lezers reeds kennis maakten. Ook „„. 4 is „iet oni„,c«. ""
io8
4de Match-partij.
No. 75. Gespeeld 9 Mei 1894 in het V. A. S.
Wit: N. W. van Lennep.
Zwart: Jhr. A. E. van Foreest Spaansche Partij.

1. e4 e5
2. P f3 P c6
3. Lb5 P f6
4. d3 d6
5. 03 L ey
6. P bd2 0-0
7. h3 Le6?
8. P fi a6
9. L 34 P d7 ?
10. g4 P c5
11. L C2 d5
L e3 D e7 37- h5 ^3
Le4 P f4(i) 38. b4 Kg7
Lf4: ef4: 39- h6f K h8
Tei T e8?? 40. T d6: cd6:
D c2 D f6 41 - K h2 f4
Lh7:f K h8
g6 T ei :f
: D f6
K h3 T c8
h4 L ey 46- K ey Tb7f
gf7: L d6
K d6: T b8
12. D e2 de4; 30. L g8 g6 48- K c7 T a8
13. de4: b5 31. T e6 D f5
d6 a5
14. P e3 P b7 32. D f5 gf5: 5°- ba5 : b4
15. o—o! L d6 33. T g6?(2)P d8 51 - ^7 ^ a7i
16. P d5 P e7 34. P g5 L e7 52 - K d6 T a8
17. Tdi L d5: ? 35. P e6 P e6: 53- K e7 opgegeven.
18. ed5: P g6
36. T e6: L d6
(1) Op Pc5 ware 21 Lc5 : en 22 d6 gevolgd.
(2) Pd4 besliste hier onmiddellijk.
De uitslag der overige matches was als volgt: ten Tusschedé — v. d. Meulen 1.6 — M. O remis 1.
Ier Hasselt Puikers — Ficke P. 3 — F- 4 8 °II. D. B. Meijer — A. Bleijkmans M. 3 — B' 2 » 2. Mendes da Costa — v. Gelder M. O — G. 4 » O. C. Tinholt — Abas T. o — A. 4 * °Grave —- Heynert G. 3 — H. 2 » 2 Pilger — Kothe P- 4 — K. 1 » 1• Sohlberg — M. S. Vet S. 3 — V. o » 2.
Winners zijn de heeren: ten Tuschedé Ficke, Meijer, v. Gelder, Abas, Grave, Pilger en Sohlberg.
(Periodieke Mededeelingen)
Intusschen werd in de Amsterdamsche Schaakclub (café de Kaïsenboom, Kalverstraat) de match den Hertog-Meiners voortgezet. De beide laatste partijen won den Hertog. Stand: d. H. 7, M. 2, Rem. 2.
109
lide Match-partij.
No. 76. Gespeeld 28 Mei 1894 in de A. S.
Wit: W. B. H. Meiners. Zwart: H. J. den Hertog.
Fransche Partij.
'• e4 e6 24. Khi Ld6 47, T g7 T b2 :f
2d4 ds 25. Tc6: D c6: 48. K e3 T h2 :
3- P C3 de4: 26. Dc6: bcó: 49. T f7 K b3
4- P 04: Pd7 27. T di K c7 50. Tf6: K 03 :
5. L d3 P gf6 28. Kgi es 51. Ta6 K b4
6. P f 3 Pe 4 : 29. f 3 Tb8 52. K d 4 T d2
7. Le4: L ey 30. T d2 K c6 53. K e3 T d7
8. 0-0 P f6 31. Kfi Tb6 54. Tb6 K c$
9- Ld3 Ld7 32, T e2 c 4 55. Ta6 K b5
IOP e5 c5 33- Kei T a6 56. T a8 T d6
11. dc5 : L c5 : 34. K d2 T a4: 57. gj
12. Df3 D C7 35. T e4 K b5

T b8 T b6
13. P d7: P d7 : 36. f4 e{4 59. T c8 T c6
I4 ' L f 4 °S 37- F f4: Lf 4 .- 60. Tb8 K C4
15. Taei 0-0-0 38. Tf 4 : T a6 61. T b7 T C5
l6L g3 f6
39. T e4 Td6f
17. Te 4 P b6 40. K e3 T d7
TI17 T g$ :
T 37 K b3
l8 ' 34 P d 5 4i- g4 as 64. Tb7 K c2
19- c3 Td6
42. T e8 T b7
65. T ay K ci
20. T C4 P e3 ! 43. Kd2 T d7f 66. K d3 c2
21. L f57 P f5; K e2 T d5
22. D fS :f K b8
23' ^ P c6
45 T b8 K a4
67. K C3 T g3f
68. K c4 K bi
46. I b7 I b5 Opgegeven.
ROT 1ERDAM. De heer J. F. Malta is zoo vriendelijk geweest nrj ter kennismaking een nummer te zenden van,, de Wereldkroniek" een nieuw weekblad, even lijk van illustratiën als van inhoud, in allen deele gevende, wat zijn titel belooft. Het ligt wel is waar niet op den weg van ons tijdschrift „reclame" te maken voor dergelijke uitgaven; met overtuiging durf ik echter verzekeren, dat de schakers onder de abonnés van genoemde courant steeds met genoegen de probleemrubriek er in zullen lezen, die met veel zorg door den heer Malta wordt geredigeerd. UTRECHT. Het onderling concours in de Schaakvereeniging alhier heeft thans den volgenden stand bereikt. Door vergelijking met het eerste nummer (hetwelk men eveneens raadplege ten opzichte der klassen en der voorgift) zullen onze lezers bemerken, dat enkele deelnemers zich hebben terug-
I IO
getrokken, Een volledig schema zal na afloop van den wedstrijd wordeu gepubliceerd.
A. G. Olland 6Vs, Mr. P. H. R. van Rossem 4, G. If. B. Hogewind 5^-t E. L. Olland 6V5, D. W. van Rennes 6V2, L. Cramer 6V2, J. Wiedeman 8Vi'
J. J. R. Moquette 5V2, F. J E. de Veije 4V2. A. C. J. van Eelde 2, W. LF. P. de Koek 6, H. J. Daniels 3, en A. G. Vreeswijk 3.
WORMERVEER. Van 23 September '93 tot 15 Maart '94 werd tusschen onzen Voorzitter, D. van Foreest, en de afdeeüng Wormerveer een correspondentie-partij gespeeld, die hier een plaats moge vinden.
No. 77. Wit: Jhr. D. van Foreest. • Zwart: Wormerveer. Tweepaardspel in de nahand.
1- e4 e5 11. d4 D c7 21. P c4 P a5
2. P (3 P c6 12. L d2 o—o 22. D d3 P C4 :
3. L C4 P f6 13. 0-0 Pb; 23. D C4: P e3
4- P g5 d5 14. f4 ef3:e.p. 24. L e3: L e3:f
5- ed5: Pa5 15. P f3 P e4 25. K hl T e4
0. L b5f c6

16. L d3 L f5
7. dc6: bc6: 17. L e3 T fe8
8. L e2 h6
26. Tael T ae8
27. b4 g5
18. P bd2 P g3 28. I) d3 D d6
9- P ^3 e4 '9- F f5 : P f5: 29. P e5 opgegeven.
10. P e5 L d6 20. L f2 L f4
l»9t tCTIM II
Jlntch §trini(x-La»iker. 9de Match-partij.
No. 78 Gespeeld te Philadelphia 14 April 1894.
Wit: E. Lasker
Zwart: W. Steinitz. Spaansche partij.
1. e2 — e4 e7 — es
2- P gi — f3 P b8 — c6
8. P f3 X d4 P c6 • d4
9. D dl X d4 P g8 — e7
3. Ffi — bs d7 — d6 Beter dan Pf6 10. LgS Le7 11.
4. P bi - c3 a7 — a6
0 — 0 o- O—O 12. Dc4 Dc8 (Dd7 , , ... 13. eS) 13. eS de5 :(d5 ? 14. DI14)
In de vroegefe partijen van de ^ ^ ^ Td5eI e 3 nz
match speelde Lasker 4.d4 en 1Q l CI g5 P ey c6!
Steinitz 4 Fd7 11 Lgs x d8 P c6 X d4
5. L b5 C4 L c8 e6 !2, o— 0-0 P d4 — b5
6. F C4 X e6 f7 X c<5
Tad8: was de eenvoudigste en 7. d2 — d4 e5 X d4 daarom de beste voorzetting. Het
111
voordeel van de open torenlijn is minder groot dan het schijnt. ,,,, , , „ g ~ g5
n P c, y b fi " Wanhoop! Zwart staat geheel
ia 1 A l T « ï rer,°0S teSenover de dreigingen
14. L d8 X c7 T a8 X a2 der tegenpartij.
15. Lc7 — bó

27. T d3 — d5 Ta6 — b6
Gedwongen daar anders door 28. K b3 — b4 gr
Fa6 den looper de terug- 2o Kbi - k T k* tocht wordt afgesneden. Op K J , 5 b6 a6
15. Ld6: wint Zwart natuurlijk ^ t ''5 door Taif een stuk.
L f8 — ey
16. c2 — C3 K e8 — f7
17. K ci — c2 Th8— a8
18. K c2 — b3 T 32 — 34
19 f2 — f3 T a8 — a6
20. L b6 — d4 g7 — g6
3'- f d2 — dl Tai X dl
32. T dS X di g4 X f3
33- g2 X f3 T a6 — a8
34- K bs — b6 T a8 — g8
35- K b6 — b7 T g8 — g2
36. h2 — h4 T g2 — h2
37- K b7 — c6 L ey — I14
Wij zouden Lf6 prefereeren; Het is tamelijk onverschillig 21 e5 des: 22. Les Ke8 is niet hoe Zwart speelt; de partij is gevaarlijk voor Zwart. 'n ieclei' geval verloren.
21. T di - d3 Kf7 — e8
38. T di X dóf K e6 — f7
22. T hl — di e6 — es 39- K e6 — ds L h4 — f6
Deze zet die den witten toren 4°- i d6 d7f K f7 — g6 het veld dS opent voor een aanval 41 - K d5 — e6 hs I14 op het Zwakke punt b5, was niet
42. T d7 — dl hj. — hn noodzakelijk. Kd7 kon zeer wel A, tHi m t 1 gespeeld worden. g §2
,3- L d4 - e3 K e8 _ d7 hg°' ^ 45. Tg;:
25! T dl — d2 IZ-'Js 44- T gl X g2 h3Xg, 26. L c5 - a3 4=' L ak3CS L 16 ~ d8
Het eindspel wordt voortreffe- K e6 — 17 r' « lijk door wit gevoerd. Nadat een l' , 7 L d8 — f6 der torens geheel buiten spel is 4 °4 ~ b5 K g5 — f4 gesloten, kan de koning in eigen 49- bj — b6 Opgegeven, persoon zonder gevaar op roof uitgaan.
iode Match-partij. No. 79 Gespeeld te Philadelphia 19 April 1894. Wit: W. Steinitz. Zwart: E. Lasker. Geweigerd damegambiet.
1. d2 — d4 d7 — d5 3. P bi — C3 P g8 — f6
2. C2 CA 1 C2 — C4 e; e6 4- f2 — f3
I 12

overgeeft.
12. P f4 — d3
13. f3 — f4
Le3.
Een nieuwe voortzetting— uitde overgeeft. vorige eeuw door Ponziani gevon- 12. P f4 — d3 L 05 — d6 den. De zet is slecht, hij verzwakt ^ fj f4 het punt es en ontneemt aan het , . . , , Dit verzwakt den e-pion beter koningspaard zijn meest natuurlijk en gunstig veld f3 zoodat het over ej' h3 naar f2 of f4 ontwikkeld moet '37 worden waar het echter lang niet 14. P e3 — f2 L d6 — C5 dezelfde pressie uitoefent op het 15. L fi — e2 L c8 — ^7 centrum als opf3. Bovendien wordt 16 P f2 d3 L c5 f8 het doel, dat aan den zet ten grondslag ligt om n.1. door e4 T 4 , ^ , , , het centurn te bezetten, gemak- Vervolg van het bij den I3den kelijk door een tegenaanval op zet geleide plan, pion e4 te d4 verijdeld. verzwakken!
C7 — c5 e5
5. d4 X c5 L f8 X es 18. L ci — g5 f7 — f6 d4 is sterker bijv. 6. Pa4 Lc5 ; !9- L g5 e3 T aS7. Pc5: Da5f 8 Ld2 Dc5: en 20. o—0—0 K c7 — b8 Zwart beheerscht het zwakke punt 21. P h3 — f2 e3 volkomen. jets beter ware nog 21 Kb2, 6. 04 X ^5 P f6 X d5 waarop kon volgen Pa5 22 Pf3 beter ware ed5: Op 7. Lg5 kon
Tdl : 23 Idi: La3f 24. Ka3: dan volgen d4 8. Pe4Pe4:9Ldg: Tc3:f 25 Kb2 Te3: 26 Ld3 h5
Lb4f enz.
7. e2 — e4 Pc6 — d4
Na 7. Pd5: ed5: e3 is de witte 22. L e3 X d4 es X d4 koningspion zwakker dan de zwarte
aangevallen en verloren, en daarpartij.
9. b2 X c3 P b8 — c6
Nu is pion c3 opeens tweemaal damepion. Verder dreigde Zwart aangevallen en verloren, en daarLgi : en Dh4f. mee ook de partij. De volgende P d5 X c3 zetten werden nog gespeeld: 23. 8. Ddi X d8f Ke8 X d8
Ld3 dc3: La3f
Ld3 dc3: 24. g4 La3f 25 Kc2
I-c6 26. Kb3 LcS 27. 1113 Le3
Lc6 26. Kb3 Les 27. Ph3 Le3
LC2 Td4 30.Ka3
Le8 3i pd3 y Te4; 32 pb4 Td4
D v ,s 28 Lc2 Ld2 29. Pf2 Td4 30. Ka3 10. P gi - h 3 Kd8 - c 7
11.
2. C2 — C4 e.7 — e6 910.
Le8 31. Pd3 Te4: 32. Pb4 Td4
11. P h3 — f4 T h8 dB ^ ^4. Pc2 b5- Steinitz
Zwart ontwikkelt eenvoudig al gaf de partij op; hij heeft het zijn figuren en grijpt dan pion C3 derde gedeelte der zetten met het aan, dien Wit hem zonder strijd koningspaard gedaan!
33. Lb3 a5 34. Pc2 b5- Steinitz gaf de partij op; hij heeft het derde der zetten met het koningspaard gedaan!
11de Match-partij
No. Gespeeld te Philadelphia 21 April 1894, Wit: E. Lasker Zwart: W. Steinitz. Geweigerd damegambiet.
1. d2 — d4 d7 — d5
H3

3- P bi — 03 P g8 — f6
gen het paard afruilde, daar dan 4. P gi — f3 L f8 — e7 loopers overbleven van ongelijke
5. e2 — e3 o o kleur; maar Wit vermijdt met recht
6. L fi - d3 c7 - c5
deze sPeelwiJze -
7. d4 X c5 d5 X C4 23" 03 ~ e4 f6 X e5
8 Ld* V ca DHS YHi!
Nog de minst slechte zet - Op
o K 3 v nt p h« * Pe7 vo,gt 24' Lc? Ta8 2 5 Thdl 9- Kei X di P b8 — c6 Lc8 z6 j d6 Teg 2/ Le? T .
10. a2 a3 Le7 X cS
28. T d8f
11. b2 — b4 L 05 — b6 24 e4 X d; K g8 — f7
Wij zouden de voorkeur geven 25. Thi — dl K f7 — e7 aan Ld6 om den damelooper, die 26 d5 d6f! in deze partij zulk een ongeluk- v <. j • j > kige rol speelt, naar b7 te ont-
Zwart dre,gde ed$ : wikkelen. K ey — f6
12. K di — e2 L c8 — d7
27' K e2 e3 f c8 X ci
13. Lc 4 — b3 Ta8 — c8 28 ' T d ' X CI T f8 — c8
14. Lci-b2 a 7 -as 29. T ci X c8 K d7 X c8
30. Lb3 — 02 K f6 —f7
p , Tf , 0
Beter ware Tfd8, om na Thdl n 1 v ^ j „ met Le8 te vervolgen. . Dek ' Zw^1 de" afgevallen ö pion door h6 of g6, dan speelt '5- b4 b5 P c6 — ey Wit zijn looper naar e4 en zijn
16. P f3 — e5 L d7 — e8 koning naar b6 — hetgeen niet
17. a3 — a4 L b6 cy te verhinderen is, daar b6 onmid-
18. P e5 — c4 Le8 — d7
dell!:-ik Lc6 en 07 ten gevolëe , heeft — en wint gemakkelijk.
I9TaI ~ CI p e 7 — d S 3, Lc 2 Xh7 b 7 — b6
Deze zet is niet al te sterk, Zwart kan door g6 den looper maar Zwart heeft mets beters. winnen; het gevo]gS zou even ^ d
20. P 03 X d5 P f6 X d5 zijn 32. Ke4 Kg7 33. Ke5; KI17
21. P 04 — es L 07 X eS : 34- Ke5-f6-e7-d8 enz.
Gedwongen. Op Tfd8 volgt 22. ^2 - K e3 — e4 K f7 — f6
Pd7, 23. Lds : en 24. b6 en op 33- g2 — g4 g7 — gS
Le8 gaat door 22. La3 de kwa- 34. K e4 — f3 K f6 — f7
Htdt Verloren' 35- Lh7 - e4 Kf7 - e8
22. Lb2 X e; fy — f6 36. I12 — h4 K e8 — d7
Het ware in Zwart's voordeel 37- M — I15 K d7 — e8 indien Wit den koningslooper te- 38. K f3 - e3 Opgegeven.
12de Match-partij.
No. 8r Gespeeld te Montreal 3 Mei 1894. Wit: W. Steinitz Zwart: 5. Lasker.
Geweigerd Damegambiet.
1. d2 d4 d7 — ds 2. C2 *— C4 ey — e6
3. P bi — c3 P g8 — f6
De gekozen zet verzwakt den 4 L c i ^ fg e y aanval van Wit en is tegelijker' p ^ o Q tijd meer agressief dan 34.
6. e2 — e3 P b8 — d7
7. C4 — 05
Dit voortrukken is in den regel Op g5 kon volgen Tb3 : 20. gunstig, wanneer Zwart de witte ghö : 21. Tb4 enz. pionnenstelling niet door e5 kan opbreken, of wanneer, gelijk hier c ' ' S4 het geval is, c5 onmiddellijk door
b4 kan worden gevolgd.
8. L fi — d3
Wit zet echter het spel niet voort
op de in de vorige aanteeke-
ning aangeduide wijze, maar on-
derneemt een aanval op Zwart's koningsvleugel.

Deze goed berekende
Eveneens lag het voor de hand,
den aanval met a4 voort te zetten. Remise.
H5
X 13de Match-partij.
No. 82. Gespeeld te Montreal. 5 Mei 1894.
W i t. E. Lasker Zwart! W. Steinitz.
Spaansche Partij.
1. e2 e4 e7 e5
beter, teneinde Zwart het onge2. P gi — f3 P b8 — c6 stoord bezit der open d-lijn te 3. L fi — b5 37 — a6 betwisten.
Eindelijk een afwijking van de
P f6 — d7 zwakke speelwijze d6!
15. P C3 — dl
4. L b5 X c6? d7 X c6 Steinitz wil het paard over b6
5. d2 — d4 e5 X d4 naar c4 spelen, zoo den zet b3
6. Ddi X d 4 Dd8 X d 4 uitlokken en a ldus de gelegenheid , p f, Y j, (• bekomen door C4 zijn verdubbel7- 3Xd 4 5 den pion a f te ruilen. Daar bo8. r d4 e2 vendien Lf6 dreigde en 15. Pd5
In deze stelling staat het spel ongunstig ware geweest wegens niet gelijk; Zwart is in het bezit Ld5 : Lf6 en Pb6, was Lasker der beide loopers en dit voordeel zoo goed als gedwongen het doet zich gaandeweg steeds krach- paard naar dl terug te trekken ^g01" gelden. De door Lasker ge- P d7 b6 liefde afruil bij den 4den zet is j6. p <,3 _ ft T d8 _ . voor Zwart gunstig. De variant 17 T f< t is dikwijls en wel is waar met 7- j 4 03 I h.S dS succes door Schallopp in praktijk l8' ^2 — b3 gebracht, in den laatsten tijd is Teneinde C4, Pc3 en Pd5 te deze meester echter daarvan te- laten volgen, welk plan Steinitz ruggekomen, want hij heeft inge- °P meesterlijke wijze verijdelt. zien, dat de koningslooper een te c, j j krachtige aanvallende officier is, 10 T e? V hfi \/ £ dan dat menhem terstond inde eer- 9' * 56 X b6 ste zetten zonder bepaald voordeel 2°' ^ ^ ^ zou mogen afruilen, en dat nog 21 • 02 ~ c3 L b4 — c5f wel tegen een paard, dat in 't 22. Kgi — hl T d7 — d3 algemeen minder sterk is dan een 33. Tal ci a6 a§ l0°PLr' ^ Een onbegrijpelijke zet. TerL c8 d7 stond f5 moest geschieden. 9' P bi — C3 o—o—o
10. L ci — f4 L d7 — c6

24. P di — e3 f7 f5
25. e4 X f5 u' 0—0 P g8 — f6
Hier had Wit door Pd5 zijn I2 - f2 — f3 L f8 — e7 stelling aanmerkelijk kunnen ver13. P e2 — g3 g7 g6 beteren.
14. r fi — ei g6 x f5
De beslissende fout; Tadi ware 26- h2 — h3
PfS: dan Tf3: 27. Pe7f Le; :
38. gf3: Lf3'.f 29-Kgi Lcsf 30. Pe3 Td2 en het witte spel is geheel verlamd.
T d8 — g8
27. P e3 — d5 L c6 X d5
28. C4 X d5 T d3 X ds
29. T ci — di T d5 X di
30. T ei X dl f5 — f4
Wit's positie is er inmiddels niet beter op geworden. Het paard kan n. 1 niet worden ontwikkeld. Op Pd2 volgt Td8 en Le3; op Ph2 volgt I15; op Tei volgt
Td8 en verlaat dan de witte toren de eerste rij, zoo beslist Idi.
31. Khi — h2 T g8 — e8
32. a2 — 34 K c8 — 07
33. h3 — h4 K c7 — c6

34. 03 — 04 L 05 — b4
35. K h2 — h3 T e8 — ei
36. Tdi X eI L b4 X eI
Na dezen afruil heeft Zwart gewonnen spel, zelfs wanneer Wit bij den 39sten zet den h-pion niet opgeeft, daar a4 en 04 spoedig verloren gaan en de zwarte vrijpionnen niet zoo gemakkelijk door het paard kunnen worden tegengehouden als de witte door den looper. Er volgde nog: 37. Kg4 Kc5 38. Kf4: K.C4: 39 Ke4. Lh4'. 40 g3 Ld8, 41. Pe3f Kb4
42. Kd3 Ka4: 42. Kc2 Kb5 44 f4 Kc5 45. f5 Kd6 46. g4 b5 47. Pdi Ke5 48. Pc3 b4 49. Pa4 Kd4 50. Pb2 bs 51. Kb3 Le7 52. g5 a4f 53. Pa4: ba4:f 54, Ka4'. Ke$ 55. Kb3 Kf5 : en Wit gaf de partij op.
14de Match-partij.
No. 83. Gespeeld te Montreal 8 Mei 1894.
Wit: W. Steinitz. Zwart: E. Lasker.
Geweigerd Damegambiet.
1. d2 — d4 d7 — d5
2. c2 — C4 e6 — e6
3. P bi — C3 c7 — c6
Deze voortzetting belemmert gedurende langen tijd den damelooper in zijn ontwikkeling. Wanneer men door c6 ervan afstand wil doen, om den looper op b7 te plaatsen, dan pleegt men, voordat men den e-pion verzet, den looper naar f5 te ontwikkelen en het opspelen van den koningspion voor te bereiden.
4. e2 — e3 P g8 — f6
5. P gi — 1'3 L f8 — d6
6. L fi — d3 P b8 — d7
7. o—o o—o
8. e3 — e4 d5 X e4
9. P c3 X e4 P f6 X e4
10. L d3 X e4 h7 —
Beter: e5 of f5.
11. L e4 — c2 f7 — f5
12. T fi — ei P d7 — f6
13. I. ci — d2 L c8 — d7
14. L d2 — c3 D d8 — c7
15. P f3 — e5 L d7 — e8
16. D di — d3 g7 — g5
17. D d3 — h3
Nog sterker ware hier c5 geweest, hetgeen den aanval van Zwart terstond had gebroken. Op Les : volgt 18. Te;: en op Le7 18. g4 met voordeel voor Wit.
D e7 — g7

1 '7
di g5 — g4 de verloren kwaliteit op. 19. D h3 — e3 L e8 — h5
De partij verliep als volgt: Pe4 Lasker was van plan hier Dg5 26Tc6^ pc3: 27. bc3 : Kg7 28. te spelen; hij zag echter bijtijds ^aó Tf7 29. 05 Td8 30. Kgi in, dat 20. Pg4: dan volgen kon. ^e7 31. Kf2 Tb8 32. Lb3 Te8
20. P e5 X c6 L dó X h2f 33' W Tb8 34. Ld3 h5 35. Kf3 21. K PI X h2 PA ^ Tf7 37. Ke4 Te2f „ g ^31 38, Kd3 Tg2: 39. Tyóf Kf8 40'
22. D e3 X g3 Dg7 X g3f Le4 Tgi 4,. Td5 g7 42 Tg7: 23- f2 X g3 Lh5 X di Kg7 : 43. c6 Kf6 44. c7 Tg3 :f 24. Lc2 X di b7 X c6 45- Kd4 Tg8 46. dó en Zwart 25. Tei X eó abandonneerde.
Wit heeft nu een dood-gewon- deZG ZGS nen partij; het overwicl/in pi- &ehet grootste £e" onnen weegt ruimschoots tegen arrasch.
Drie partijen van den Bondswedstrijd te ALKMAAR. No. 84. Gespeeld 14 Maart '94.
Wit: K. de Heer. Zwart: J. Vijzelaar. Giuoco Piano.
1 e2 — e4 e7 — es
Een gevolg van Wits 8en zet z1 g1 — '3 i b8 — có De raadsheer staat hier slecht en 3- L fi C4 T f8 — c5 Zwart krijgt nu gelegenheid, een 4. c2 — C3 P g8 — f6 aanval op den witten Koningsvleu5- d2 — d3 d7 — dó gel te beg'nnenó- o—o T c8 — PA at • P 67 g6 r, , & T Met uitstekende stelling De voorkeur geven wij aan Leó IT -r , , „ J 11. 1 ai — ei 7- b2 — b4 T c5 — bó n , 8. P bi — d2 . Um d4 mogelijk te maken. Wit Is evenwel nu al in verlegenheid
Deze zet iszwak, voor de r'aads- door de slechte stelling van zijn ,°,P 63 , 1S §esPeeld' z°°als raadsheer op b2. Het beste ware duidelijk uit het vervolg blijkt; hij hier misschien nog 11 hl (I f» leidt ten slotte tot verlies der 12. Pf3: eventueel gevolgd door witte partij De gewone voortzet- Lei) ting zou hier zijn: 8. 34 aó 9. ' ,, Hs Le3 La7 (misschien is Pe7 nog N- f • „ "" C/ beter) io.Pd2 o—o 11. Db^ en/ 1^ , e sterker ware p c6 ' "• Dd7 gevolgd door Pf4, waarop o q u, ^3 verijdeld wordt en wit reddeM , • „ loos staat. Bijv. 11. Dd7 12. d4
Misschien zou hier Tei gevolgd Pf4 13. Le2 Lh3 enz door Pfi nog gaan. ^ I2 ^ ^ T a8 — e8
t ° 13-32 a3 37 — aó
CI b2 14- d4 X e5
Deze grove miszet, die den zoo pas afgesloten raadsheer b6 weer in het spel brengt, kost de partij. Dit had Zwart toch niet durven verwachten, toen hij zijn dame op e7 speelde. Wij meenen, dat Wit hier door h3 de partij had kunnen houden. 14 h3 Lf3 : 15
Pf3 : nu kon op ed4: 16 cd4: Pe4: wegens 17. Ld5 niet volgen.— Speelt zwart na 14 I13 Lh5, dan 15 g3, gevolgd door Kg2 enz.
P g6 X e5 !
15. P 13 X es
Beter nog 15. Le2.
D e7 X e5
16. K gi — hi
Ook 16 Le2 helpt niet meer, daar wit dan door Pe4; een pion verliest. Op 16. h3 volgt Lh3: 17. gh3 : Dg3f 18. Khi Dh3 :f gevolgd door 19. Te5 en wint. Met den tekstzet dreigt wit f4.
P f6 — h5 !
118

17. h2 — h3
Wit kan ook door andere zetten de partij niet meer redden. Op 17- g3 zou Lh3 gewonnen hebben (18. f4 Pg3 :f 19. hg3: Dh5 !) Op 17. Le2 volgt Le2: 18. Te2: Pf4 19. Tei (Pf3 Dh5) Pg2: enz.
D e$ — f4
De beslissende zet. 18. h3 X g4
Dit verliest dadelijk. Maar ook andere zetten helpen niet meer. Op 18. g3 wint Pg3Op i8Le2 volgt Lf2: Op 18 Te3 Le3:ig, fe3: Pg3f 20. Kgi De3 :f 21. Tf2 Phi en wint.
P h5 — g3t
19. K hi — gi D f4 — h6
Opgegeven.
Want het mat is niet meer te verijdelen. Zwart heeft de partij uitstekend gespeeld.
Aanteekeningen van D. v. Foreest.
No. 85. Gespeeld 18 Maart 1894.
Wit: A. Bleykmans. Zwart: J. Beets.
Engelsche Partij.
1. e2 — e4 07 — e5 9.— Ld7 is beter: Wit kan 2. P gi — f3 P b8 — c6 Zwart nu een dubbelpion op de 3 c2 — C3 P «8 f6 c—lijn bezorgen, wat in verband . , , . . , met de open c—lijn, voor zwart 4. - 4 e5 X d4 nadeeIjg jsp J 4-- Pe4- is beter Op 5- IO, 0„.0 L c8 — g4 de5 : volgt dan 5.— Lc5 ! en op 5. d5 kan Zwart 5.— Pb8 spelen
Nog is 10— Ld7 te verkiezen, of met 5.— Lc5 ; 6. dc6 : Lf2f:, II. D dl — a4. voortgaan. 11. Lc6: is beter.
5. e4 — e5 P f6 — e4 Lb4 X d2
6. C3 X d4 L f8 — b4f
56.
7. L ei — d2 P e4 X d2
12. P f3 X d2 D d8 — g5
Natuurlijk verkeerd. 12.— Pe7 geschieden.
Natuurlijk verkeerd. Hier moet 8. P bi X d2 d7 — d5 12.— Pe7 geschieden.
9. L fi — b5 0—0 13. f2 — f4 D g5 — h6
78. 9— e5 X d4 — d2 X d2 — b5 nu een dubbelpion op de
U9
14- L b5 X c6 Dh6 X c6 f7 X e6
15. Da4 X c6 b7 X c6 33. f5 X e6 j4 ... d3 p ^ ^ ^ ^ e2
Zwart laat hier de gelegenheid
'7- T fi —- t4 1 a8 --- b(S voorbijgaan, om zijn spel te ver18. Kgi — f2 L e2 — a6 beteren. Hier komt de Volgende 19. b2 — b3 T f8 — e8 voortzetting in aanmerking. 33.— 20 02 — 04 Tb6; 34- Pb5: f't beste), Tf8f
20. TG, is beter; nu heeft |5- Kg3, ab5 36. Ta7. Td6 en 7 . , Zwart staat minstens geluk. Of 34 Zwart gelegenheid, zijn dubbelpi- p TfiJ+ - t on kwijt te raken en het centrum Zwart staat beter van wit te verzwakken.
„ , Gaat het paard naar f5, dan c volgt. Tf8 en op 34. Pf7 speelt
21. P dl f3 c5 X d4 zwart 34—, Te8. Op 34. e7
22. T f4 X d4 L a6 — b7 volgt 34.— Td6:; 35. Tb5:, ab5: 23. T ai — ci C7 — c6 36- e8Df, Te8: 37- Te2f:, Kf/
24. h2 — h4. T b8 — c8 cn Zwart staat beter' 25- g4 g5 c6 — C5 34- e6 — e7 L b5 — e8
26. T d4 — a4 d5 — d4

Nu helpt34.—Tb6 natuurlijkniet
27. T cl — ei a7 — a6 meer; erzou dan afruil opb5 volgen,
De afruil van het paard is waarna Zwart een toren verliest. noodzakelijk.
35. T a5 X cj T a8 --- a7
-] ^ ^ !^'3' > Zwart dreigt nu tevergeefs 36— heelt Zwart nog remisekansen.
„„ & d2. 35.— Ib4- helpt evenmin;
28. P f3 — d2! f c8 a8 Wit antwoordt dan met 36. Tc4,
29. P d2 — C4 L b7 — c6 waarop geen afruil mag volgen,
30. T a4 — a5 L c6 — b5 daarWit,doormetdenpionterugte-
31. P C4 — d6 T e8 — b8 nemen, dezen pion tot dame op, spelen kan.
32. e5 — e6 F
Niet goed. Wit overschat de ^6- T C5 — d5 F a7 — d7 kracht van zijn pionnen. 32. Tel Zwart kan hier wel opgeven; moet geschieden; op32.—d3, volgt 37. X d5 X d3 T b8 — b6? dan 33. Ke3. De pion c5 gaat 38. p dó X e8 T d7 X d3 dan steeds verloren, waarna de D d-pion ook niet meW te houden 39' P e8 " <6t opgegeten is, en Wit met twee pionnen meer, Aanteekeningen van W. B. H. moet winnen. Meiners'
No 86. Gespeeld 18 Maart 1894.
Wit: D. Reijne. Zwart: J. L. Vijzelaar. zonder pion f7.
1. e2 — e4 g7 — g6
3. f2 — f4
2. d2 — d4 P g8 — hó Deze zet geeft gewoonlijk wei-
nig baat aan Wit, maar is niettemin een dersterkste aanvalszetten. Daar echter meestal de middelen om er later goede partij van te trekken nog al wat arbeid en talent om door te rekenen vereischen, slagen slechts zelden de voorgiftkrijgenden er in den werkelijk lang vol te houden aanval tot een goed einde te brengen.
e7 — e6
De in deze drie zetten gekozen ontwikkeling voor Zwart is tegen een doortastend speler veiliger dan de ontwikkeling door I d7~dö en 2. Pg8-f6; maar daarentegen levert die aanvankelijk veiliger speelwijze (e6, g6 en Ph6) langduriger moeielijkheden op om het zwarte spel goed te ontwikkelen, vooral om Lc8 in het spel te brengen.
4. P gi — f3 L f8 — g7
5. L fi — d3 o— o
6. o—o P b8 — c6
7. c2 — c3 d7 — d5
De oogenschijnlijke zwakte van pion e6 is van niet veel beteekenis, want Wit kan dien pion moeielijk aanvallen; maar Lc8 staat ongunstig en kan moeielijk anders dan naar b7 worden ontwikkeld, waar hij voorloopig waardeloos is, en op den duur slechts door eene tasbare fout van Wit werkzaam kan worden.
8. e4 — e5 P c6 — ej
9. b2 — I13
Tot zoover was alles natuurlijk ; deze zet, die schijnt te bedoelen den looper cl naar a3 te spelen, is echter een, weinig voorde hand liggend, tempoverlies.
b7 — b6
120

10. h2 — h3
In deze stelling, waar de Zwarte pionnen e6 en d5 den looper c8
van h3 en g2 afweren en ook looper g7 voorloopig werkeloos blijft, kan Wit gerust de pionnen voor den koning voorwaartsspelen, en is deze zet dus een goede aanvalszet. ,Om Le3 voor te bereiden is hij onnut, tenzij ook g4 daaraan voorafga.
L c8 — b7
11. L ci — e3
Beter dan de gekunstelde en tijdroovende ontwikkeling naar a3.
P e7 — f5
12. D di — ei P f5 X e3
13. D ei X e3 P h6 — 15
14. Ld3 X <"5
Wel zoo kansgevend was Dei gevolgd door g4 en zoo spoedig doenlijk Pg5 en Dh4 of Pg5 en h3 — h4 en verderal naar Zwart's verdediging. Door de gekozen vooitzetting volgt een spel van twee paarden tegen twee loopers en wel is waar staan die loopers beide vrij ongunstig, maar de voorgift-krijgende blijkt ook inderdaad zijne stukken niet zoo fijn aan te kunnen wenden als noodig is om de twee loopers af te ruilen of ingesloten te houden.
T f8 X f5
J S- ? g' — ' 12 D d8 — d7
16. g2 — g4 T fs — f7
17- g4 — ëS T a8 — f8
18. P h2 — g4
Deze laatste vier zetten zijn door Wit met fijn oordeel gespeeld het paard is op g4 meer werkzaam dan op g'5.
D d7 — c8
19. D e3 — g3 cy — c5
20. P bi — a3 (zie noot bij zet 23)
D c8 — c6
21. P g4 — f6f K g8 •— h8
22. h3 — h4 hy — h5
23. T ai — ci
Om na 05 X M c3 X d4 te spelen; beter was het evenwel om 23. Pa3 — C2 te spelen en na 05 X d4 Pc2 X <^4 en na 05 — 04 b3 — b4 te doen; had Wit bij zijn twintigsten zet het P. naar het natuurlijker veld d2 gespeeld dan was thans Tal — ci meer op zijne plaats.
T f8 — c8
Een gewaagde zet, die een kostbaren pion kost maar Zwart althans kans geeft in het centrum (op de d en c lijnen) door te breken en den witten koning te bedreigen.
24. D g3 — d3) I L g7 X f6
25. D d3 X g6) • D c6 — dy
26. es X f6 Tf7 - h7
27. D g6 — d3
Deze zet is beter dan Dg6 — c2 omdat dan de witte dame op c2, f2 of h2 de eigen torens in den weg zou staan; Dd3 zou dan ook geheel gevaarloos zijn, als wit maar niet b2 — b3 had gespeeld.
e6 — e5
Een zeer fijne zet om de kanin het centrem te vermeerderen.
28. f4 — f5 !
De juiste tegenzet om de zwarte dame te blijven afsluiten.
c5 — c4
29- b3 X C4?
Veel sterker was natuurlijk Dd3 — e3 dat de zwarte Dame buiten het spel houdt en bovendien den gevaarlijken zet g5 — g6 dreigt; echter blijft Wit ook na deze ongelukkige tweede fout met dien pion in voordeeliger stelling dan Zwart.

dS X C4
30. D d3 — e3
Na Pa3 X c4 won Zwart al de drie pionnen terug door Dd5, Pe3 en dan Dhif, DXli4T. DXg5, en DXf6. Daarentegen was 30. Dh3 wel zoo sterk om op e5 X d4 Tci—di en op Dd5 Pc2 te laten volgen.
D d7 — d5
31. De3 — h3 es X d4
32. T ci — di d4 — d3
33- P 33 — bi
Indien Wit al 30 Dh3 had gespeeld en de zwarte dame nu dus op d7 stond, besliste hier het aardige offer 32 (het zou dan nu de 32ste zet zijn) Pa3 X 04 Tc8 X C4 33 Tdi X d3 Dd7 — e8
34. Tfi — di Tc4 — c8 35 g5 — g6 Th7—116 36. Td3 — d7en Wit wint of 35 ... . Th7 — C736. Dh3 — g3 en Wit wint.
Nu echter zou 33 Pa3 X C4 beantwoord worden met D X 04 en spoedige afruil op g4; zelfs dan nog zouden de witte vrijpionnen veel moeite aan den zwarten looper berokkenen. In deze stelling was het offer niet door "I f4 voor te bereiden om den eenvoudigen zet b5.
T h7 — f7
34- T fi - f2 T c8 — e8
35. K gi — ft T ei — e3! fijn.
36. T di — ei! maar ook zeer fijn.
T e3 X eif
Na T X h3 gaf Wit mat in vier zetten. (Te8f, g6f, Th8fen Th7f mat.)
37- K fi X ei T f7 — f8
38. K ei — d2 T f8 — e8
39- P bi — a3?

40. D I13 -- g3
De beslissende fout; met g5— D d5 — c5 g6 had Wit hier nog steeds win- 40. D I13 — g3 nend spel kunnen houden. Zwart s
D d5 — c5
Beide partijen dreigen een stuk te winnen met matdreiging; maar Zwart is er één zet vroeger mee, en dat is de dooddoener.
D c$ X a3
41. D g3 — c7 D a3 — b2f
42. K d2 — dl D b2 — bif — D — c2f mat.
Beide partijen dreigen een stuk beste voortzetting Was dan ge- • te winnen met matdreiging; maar weest Dd5 e4 40 Dh3 fi Zwart is er één zet vroeger mee, De4 e3f 41 Kd2 dl De3 en dat js de dooddoener. g3! om na het opspelen der f-pi- D c5 a3 onnen Dg6: te kunnen spelen; Wit laat het echter zoo ver niet 41• g3 c7 a3 b2j komen en speelt 42 f6 — f7 Te8 42 - K d2 dl 1) b2 bif — c8 b8of a8 43. Dfi -ei (dreigend 43. Kdi — d2 D bi — C2f mat. De8 en De7-).... Dg3 — d6 44Dei
Beide spelers behaalden eer met deze partij.
Aanteekeningen van J. F. Heemskerk.
Beide spelers behaalden eer met I)d6 — f8 45 De8 X TX f8 deze partij. .46 f5 — f6 en Wit wint.
Aanteekeningen van J. F. Heemskerk.
Partij van den Bondswedstrijd iste klasse te Groningen No. 87. Gespeeld Augustus 1893.
Wit: Jhr. A. E. van Foreest Zwart: L. Benima.
1. e2 — e4 e7 — e5 86. D e2 -- e3 D g6 — gS 2. P gi — f3 P b8 — c6
Deze schijnbaar sterke zet, tot 3. d2 — d4 ej X d4 dekking van Pf4 en c5 en tot . p c. w J . T ,0 _ rC inleiding van een attaque met f5 ' is foutief wegens het antwoord
5. Lei — e3 Dd8 — f6 van Wit
6. c2 c3 P g8 ej jj, j12 — h4! Dgt X 1">4
7- L f1 e2 dy d6 pjj. kost een officier. Ook mef 8. o—o L c8 — d7
Ph3f, 18. Kfi, De3:, 19. fe3: is
Deze zet doet Wit door zijne het paard verloren. Het beste volgende twee zetten een beteren ware nog Dh6, 18. g3, Pg6, 19. pionnen-stand dan Zwart geven. Dh6:, gh6:.
Beter ware Ld4:, 9. cd4:, d$, ^ g2 — g3 P f4 — h3f
Dg6 enz. 10. e5 Dg6 enz. 19 K gi — h2 D I14 — d8
9. P d4 X c6 L d7 X c6 2Q K h2 X h3 f7 — f5
10. L e3 X c5 d6 • c5
Deze en de volgende zetten
11. D dl — c2 van Zwart doen hem schijnbaar
Niet sterk, de koningin staat nog een sterken aanval krijgen; op C2 ongunstig. IJ3 en daarna het schaak van Wit op den 25en De2 ware beter. zet slaat echter den aanval af en j) fg . gg doet Zwart alle kans op winst T1 , , of remise verliezen.
Het juiste antwoord.
T " r 21. Kh3 •— g2 g7 — g5
12. L e2 — f3 0—0 05 s/ & rp r T o o 22. e4 es 15 *4-
13. T fi — ei 1 a8 — e8 ^ T t ^ r
14. D c2 — e2 P e; - d5 23' D °3 ~ f L c6 X '3
15. P bi — d2 P ds — f4 24' l> 02 X 3 g5 g4
25. D e2 -- C4f K g8 — h8
26. P f3 _ h4 D d8 — d2

31. T d7 X &7 T e8 X e;
32. D 05 — d4 T e7 — e6
27. T ai — dl f4 — f3f 33. D d4 — f4 D g5 X f4
28. K g2 — gi D d2 — g5 34 g3 X f4 T e6 — h6
29. Dc4 X cj T e8 e.7 35. e5 — e6 geeft op.
30. T di • d7 ! T f8 — e8
Aanteekeningen van A. E. v. Foreest
ALLERLEI.
Richard Kolb te Augsbnrg heeft de volgende ontdekking gedaan: Plaats men het paard de rij afgaande öp elk dei' 64 ruiten dan beheerscht het op al twee velden, op bl drie velden enz ; totaal der 64 velden is 336. I laats men nu den looper op elk der 64 velden, dan beheerscht hij op al zeven velden, op bl zeven velden enz.; totaal der 64 velden is 560 Handelt men ten slotte met den toren evenzoo dm blijkt het, dat zijn gebied overal 14 velden groot is; totaal der b4 velden derhalve 64 X 14 is 896. Paard en looper echter beheerschen evenzoo 336 pl. 560 is 896 velden.
Men heeft opgemerkt, dat met uitzondering van het paard en den pion alle schaakstukken, na een wettigen zet op het leege bord te hebben gemaakt, minstens één veld beheerschen van die velden, welke zij reeds beheerschten vóór het maken van den zet. Er is echter een uitzondering, welke de lezer gelieve te vinden. (B. G. Laws).
loon een positie aan, waarin Wit met twee torens bij den eersten zet mat kan geven, maar waarin dit onmogelijk wordt, zoo men de koningin in de plaats van een der torens stelt. (B. G. Laws).

II n p I» or I
ln zake den
PROBLECIIWEDSTRIJD 18»3-l§94
van «len Nederlandsclien Schaakbond.
Voordat de beide Juryleden met de beoordeeling der ingekomen problemen een aanvang maakten, kwamen zij overeen, daarbij de methode te volgen, die o. a. bij de wedstrijden van den Duitschen Schaakbond gebruikelijk is. De incorrect bevonden problemen werden onmiddellijk ter zijde gelegd, en de overige in drie klassen ingedeeld.
Klasse 1 bevat de problemen, die in nader vast te stellen volgorde bekroond en eervol vermeld worden.
Tot Klasse 3 behooren de middelmatige en tot Klasse 3 die problemen, welke als geheel onvoldoende moeten worden beschouwd.
In de volgende bladzijden zijn achtereenvolgens alle problemen besproken.
(De verschillende positiën zijn genoteerd in de nummers van Maart en April 1894 van dit Tijdschrift.)
Tweezelten.
Algemeene indruk. — Een bijzonder groot aantal van de in deze afdeeling mededingende problemen zijn op meer dan éene wijze op te lossen. Wel merkwaardig, en in het belang van het wedstrijd-resultaat zeker gelukkig is het, dat die problemen zich geen van alle boven het middelmatige veiheften. Het is echter van algemeene bekendheid, dat meermalen in probleemtornooien werkelijk uitstekende compositiën op grond van het toelaten van nevenoplossingen moesten worden terzijde gelegd, terwijl ze anders stellig voor een prijs in aanmerking zouden gekomen zijn. Naar aanleiding van een en ander meent de Jury er nogmaals met nadruk de aandacht op te moeten vestigen, dat de auteur slechts op een manier kan geraken tot de zekerheid, dat zijn oplossing de eenig mogelijke is, n.1. door de gevolgen na te gaan \ an alle zetten met alle witte stukken, die in de positie voorkomen. Hielden alle deelnemers aan probleemwedstrijden zich trouw aan dit voorschrift, dan zouden zij stellig voor menige grievende teleurstelling bewaard blijven.
Een paar problemen bleken onoplosbaar te zijn; wel een bewijs daarvoor, dat hun auteurs de nauwgezetheid missen, die behoort eigen te zijn aan ieder goed probleemcomponist.
Vele van de correct bevonden tweezetten strijden met zeer voorname punten van den vroeger gepubliceerden Maatstaf van beoordeeling (Novembernummer 1893.) Er werd voornamelijk nog al gezondigd tegen

de eischen der economie en matreinheid. Ook bleek de auteur veelal niet voldoende kennis genomen te hebben van hetgeen in bedoelden „Maatstaf is opgemerkt omtrent den invloed van partiëele nevenoplossingen op de waarde van het probleem.
Verder zijn er eenige problemen op te merken, die wel voldoen aan alle gestelde eischen, maar al te eenvoudige denkbeelden, die reeds meermalen zijn gezien, belichaamd hebben, zoodat ook deze niet in aanmerking konden komen.
Verscheidene problemen legden getuigenis af van de onbeholpenheid van hun auteur op het gebied der constructie. In verband daarmede had de Jury ook meermalen gelegenheid, op te merken, dat er van een idee niet gemaakt was, wat er van gemaakt kon worden; terwijl de componist in zulke gevallen getracht had, zijn probleem toch ten minste eenigen inhoud te geven door het toevoegen van een stel waardelooze varianten,— een methode, die niet te streng kan worden veroordeeld.
Het bestudeeren van goede voorbeelden kan niet genoeg worden aanbevolen!
Hier volgt een overzicht van alle ingekomen tweezetten.
No. i. (b4 enz.) Bekend thema, matstellingen over 't algemeen onvoldoende, te veel materiaal in verhouding tot den inhoud. (Vgl. Tg4!).— KI. 3.
No. 2. (a3 enz.) Onreine matstellingen, slechte stelling der witte stukken, variantenvorming hoogst triviaal.— KI. 3.
No. 3. (Le3 enz.) De oplossing heeft niets pikants. Slechts één reine matstelling. Dh3 en Tb6 zijn noodig voor de vorming van een paar treurige varianten. Waartoe dient pion by ?— KI. 3.
No. 4. (Kg5 enz.) Al te eenvoudig; van de drie matstellingen slechts één rein. Slordig geconstrueerd (Vgl. pion b6, die de nevenopl. I. Db7f pareert, maar de matstelling na I —, Kc6 bederft.)— KI. 3.
No. 5. Incorrect! Twee opl: 1. Df7 en 1. Dg8.
No. 6. (1) fIjd3 enz.) Zeer zwak. Zwart heelt heel wat stukken en toch zeer weinig verdedigingszetten tegen de dreiging. Varianten en matstellingen zonder eenige waarde. Het idee had bewerkt moeten worden in den vorm van een tempo-probleem.— KI. 3.
No. j. (Lb4 enz.) Sleutelzet slecht, variantenvorming hoogst onbeduidend, matstellingen geen van alle rein. — KI. 3.
No. 8. (Lb4 enz.) Hoewel beter dan No. 7, toch beneden het middelmatige. De ,,dual" na 1 —, Pe6 is een grove fout ; de dubbele dreiging vermindert de waarde van 't probleem. Pion d5. tot verhindering van eene nevenoplossing, is leelijk.— KI. 3.
(1) De witte pion d2 moet op f2 staan. In zijn oorspronkelijken vorm was het probleem onoplosbaar: Ld3 faalde op cd2:

No. 9. Incorrect! Twee opl: 1. Pe6 en 1. Th7. No. 10. Incorrect! Twee opl: 1. Df8 en 1. Pf5f. No. 11. Incorrect! Twee opl: 1. Lf5 en 1. Pf3 :ff. No. 12. (Td4 enz.) Het idee is goed; het probleem zou daarom eervol vermeld zijn, als de constructie niet zoo gebrekkig was. (1—, Tb3 : 2. Pb3: mat; zeer triviaal. Een variant, die niets beteekent, en daarvoor alleen nog een Paard op het bord!) Het dubbel schaak na 1—, Lf8 : maakt een ongunstigen indruk; zonder Tf5 zou in deze variant Lc.7 : ook mat geven. Matstellingen slecht verzorgd.— KL. 2.
No. 13. (d3 enz.) Te eenvoudig! Zou geschikt wezen tot grondmotief voor een vierzet, maar bezit niets geen constructiewaarde als tweezet. Lal is totaal overbodig. — KL. 3
No. 14. Incorrect! Twee opl: 1. d4 en 1. Tb2 : No. 15. Incorrect! Twee opl: 1. Lc3 en 1. Lg2f No. 16. (Pe5 enz.) Goed geconstrueerd ; doch slechts één reine matstelstelling ; overigens ook wel wat schraal van inhoud. — KL. 2.
No. 17. Incorrect! Twee opl: 1. Df5 en 1. Dc2.
No. 18. Onoplosbaar! De bedoeling 1. b5 faalt op Pe7f. No. 19, Incorrect! Twee opl: 1. Pd8 en 1. Tf7No. 20. Incorrect! Twee opl: 1. Dei en 1. Dal. No. 21. (De7 enz.) — KL. 1.
No. 22. (Da7 enz.) Sleutelzet slecht. (Pareert het schaak van het zw. paard !) Een zeer magere bewerking van een oud idee. Matstellingen doodgewoon. — KL. 3.
No. 23. Incorrect! Twee opl: 1. Pg4 en 1. Tf5 : No. 24. (Pd5 enz.) -— KL. 1.
No. 25. (Pf5 enz.) Het bekende torenoffer! Verschilt met No. 24 in hoofdzaak daarin, dat de matstellingen over 't algemeen van minder kwaliteit zijn. (Geen enkele rein !) Ook is het aanwezig zijn van PI17 een economische lout; het dient alleen voor Pf6 na Lc7- — KL. 2.
No. 26. Incorrect! Twee opl: I. Db5 en 1. Pe4. No. 27. Incorrect! Twee opl: i. Lc3 en 1. Td4f. No. 28. (Ka7 enz.) Een goed idee, doch treurig bewerkt. Tc2 en Pe3 voeren al heel weinig uit. Het schaak van den Looper op b6 maakt weinig indruk.— KL. 2.
No. 29. Onoplosbaar! Er is geen mat na 1. Dd4, gf4:!
No. 30. (Te4 enz.) Drievoudige dreiging; 2 matst, na Kd5 3 matst, na Kf5, sleutelzet allerverschrikkelijkst (vgl. de dreiging van Zwart, met de Dame op verschillende velden schaak te geven!); varianten geen van alle

127
ook maar eenigszins pikant.— KL. 3.
No. 31. Incorrect! Drie opl: 1. Dh7, 1. Pc4 en 1. Pg4. No. 32. (Da7 enz.) Niet ontbloot van idee (zie matzetten met de Dame!) maar sleutelzet zeer plat. De Dame op d4 en een Zw. Paard op C3, gelijk in een voortreffelijk, bekroond probleem van B. G. LAWS. (Wit:)
Kg6, Dd3, Td8, Ld4, Ld7, p. C2 ; Z w a r t: Kd5, Ldi, U4, Pe2, p. 05, es;f6.) ware veel beter. Waartoe dienen La3 en p. h7?—KL. 2
No. 33. Incorrect! Drie opl: 1. T2 b3, 1. Pd f3f en 1. Pbs f: No. 34. (Dfi enz.) Dit probleem zou de eerste eervolle vermelding verkregen hebben, indien het niet zoo sterk herinnerde aan onderstaanden tweezet. Nu: KL. 2. (A. F. MACKENZIE. Wit: Kf7, Pc8, Pe4, Da2, Tdi, Ld6, Lh7, p. b3, f2; Zwart: Kd5, Tt5, Ld4, Ld3, p. a7, c6, f6.— 1. Da6 enz.)
No. 35. Incorrect! Drie opl: 1. Tc4, 1. Da2f en 1. Db3f. No. 36. Incorrect! Twee opl: 1. Lc3 en 1. Dai.
No. 37. Incorrect! Drie opl: 1. Lg2, 1. Le7: en 1. Dd3.
No. 38. Incorrect! Twee opl: 1. Dg2 en 1. Te2.
No. 39. (c4 enz.) Alleen de dreigvariant-matstelling is goed ; sleutelzet niet mooi. De koningin dient veelal, om matstellingen onrein te maken.— KL. 2.
No. 40. Incorrect! Drie opl: 1. Db4, 1. Pc3f en 1. Pf6f. No. 41. Incorrect! Twee opl: 1. Td3 en 1. Tc2: No. 42. (Dbs enz.)— KL. 1.
No. 43. (Dc7 enz.) Al te eenvoudig; sleutelzet laat veel te wenschen over.— KL. 2.
No. 44. (Db4 enz.) Slechts één reine matstelling; verheft zich niet boven het middelmatige.
(Nam deel aan den „Amsterdammer"— wedstrijd, zonder zw. pion f3 en liet toen een nevenoplossing toe.)— KL. 2.
No. 45. Incorrect! Zes opl: 1. Pc2, 1. Le4:f, 1. Tb6, 1. Dhsf 1. Thsf en Tc8. No. 46. (Dh6 enz.) Maakt een zeer schralen indruk. Het mat d 4 is al zoo dikwijls te pas gebracht, dat er wel een paar mooie varianten noodig zijn om het probleem ten minste iets waard te doen wezen. En er is geen andere dan de onzuivere matstelling Db6.— KL. 3.
No. 47. Incorrect! Twee opl: 1. Tc5 en 1. Db6 :f. No. 48. Incorrect! Twee opl: 1. Db2 en 1. f4f.
No. 49. (Dh7 enz.) Dubbele dreiging en daarbij slechts twee, hoewei uitstekende varianten, terwijl er zooveel belangrijke witte stukken zijn gebruikt; daarom niet boven 't middelmatige.— KL. 2.
No. 50. (Dei enz.)— KL. 1.

No. 51. (b4 enz ) Na zetten met Pd4 komen soms tegelijkertijd twee ongeveer gelijkwaardige matstellingen voor. Dit maakt in een tempoprobleem een min gunstigen indruk.— KL. 2.
No. 52. (Kb7 enz.) „Duals" zeer hinderlijk. Van dit idee was meer te maken geweest.— KL. 2.
No. 53. (Dd3 enz.) Het opofferen van de Dame op den ien zet maakt al heel weinig indruk. Slechts één reine matstelling.— KL. 2.
No. 54. (Dfi enz.) Sleutelzet slecht; één reine en twee onbeduidende matstellingen; het probleem mist het „achevé", dat de hooge waarde van zulke problemen moet vormen.— KL. 2.
No. 55. Incorrect! Zes opl: 1. Dg4, 1. Palf,1. Pcif, 1. Pd4f, 1. Pc5f en 1. Df5f. (Pion b6 te verplaatsen naar b7. Dg4 en Dfsf gaan in de oorspronkelijke stelling niet op.)
No. 56. (Td5 enz.) Bekend torenoffer! Bevat over 't algemeen niet vee! nieuws; witte Koning is figurant; overigens nietkwaad geconstrueerd. KL. 2.—
No. 57. (Kf3 enz.) Onberispelijke matstellingen, doch veel te weinig degelijke inhoud.— KL. 2.
No. 58. (Dbi enz.) Niet kwaad, maar toch wel wat al tesober. KL. 2. No. 59. (Db7 enz.) Voortdurend dezelfde matzet; daardoor hoogst eenvormig.— KL. 2.
No. 6o. Incorrect! Drie opl: 1. TbJ, i- Td7 en 1. Te7|.
No. 61. (f5 enz.) Dit is eenvoudig geen probleem.— KL. 3.
No. 62. (Pe6 enz.) KL. 1.
No. 63. (Dg3 enz.) Sleutelzet leelijk. In zulk een probleem komt het voornamelijk op" matreinheid aan, en slechts de matstelling met Db3 is rein, Overigens niet kwaad; maar toch ontbreekt ten eenen male ook het pikante van 't nieuwe.— KL. 2.
No. 64. (Tf3 enz.)— KL. 1.
No. 65. (De2 enz.) Een slecht dreigprobleem : dubbele dreiging, slechts één verdedigingszet (terwijl Zwart twee zoo belangrijke stukken heelt), hoogst triviale matzetten.— KL. 3.
No. 66. Incorrect! Twee opl: 1. Df4 en 1. Dh5f.
No. 67. (Dgi enz.) Dubbele dreiging, geen der matzetten heeft iets pikants, geen enkele der matstellingen is rein. KL. 3.
No 113. (Dhi enz.) Een oud idee in weinig aantrekkelijken vorm. Sleutelzet bepaald leelijk, terwijl het schaakgeven van de zwarte koningin de zaak niet moeilijker maakt.— KL. 2. (Van dit probleem, dat niet in 't April-nummer kon opgenomen worden is de stand: Wit: Kd2, DI18, Tf 3, Tf5, La7, Pb7,Pf8, p. b3; Zwart: Kd5, Db6, Pb5, p.e5, g6.v. L.)
Eerste Prijs.

Mat in 2 zetten.
Tweede Prijs.
Mat in 2 zetten.
Eerste eervolle vermelding.
Mat in 2 zetten.
EERSTE PRIJS.
No. 62. Dit probleem stelt de Jury voorop, wegens de tijnheid van constructie, de schoonheid der varianten en vooral wegens de oorspronkelijkheid van 't geheel. De matzet na 1 —, Ke2 maakt een verrassenden indruk, de matstellingis rein. Zeer te roemen is ook de positie van den witten Konng in verband mat de fijne manier, waarop „duals" na zetten van den zwarten Toren zijn vermeden.
TWEEDE PRIJS.
No. 64.— Deze compositie staat bij No. 62 slechts zeer weinig ten achter. Het geheel herinnert wat sterk aan bekende voorbeelden. (Vgl. den Sleutelzet.) Ook is het idee van variantenvorming door middel van de verschillende zetten van den zwarten Toren niet nieuw. Doch de constructie is meesterlijk! Uitstekend vooral is de variant 1—, Th4: 2. Da8 mat. (De T. kan tengevolge van het nemen van den pion het veld d5 niet meer bereiken, terwijl door ,,fesselung" de dual Pg5 vermeden is). Reinheid der matstellingen is hier niet te verlangen, in verband met de positie der paarden.
EERSTE EERVOLLE VERMELDING.
No. 50.— Het idee is niet zeer oorspronkelijk ; toch blijft het altijd geestig. De constructie is handig, maar toch niet bepaald elegant. 129
f ' t
Tweede eervolle vermelding.

Mat in 2 zetten.
Derde eervolle verirfelding.
Mat in 2 zetten.
Vierde eervolle vermelding.
Mat in 2 zetten.
TWEEDE EERVOLLE VERMELDING.
No. 24. Sleutelzet niet moeilijk, maar toch tamelijk goed. Matstellingen goed verzorgd.
DERDE EERVOLLE VERMELDING.
No. 42.— De compositie van dit probleem heeft den auteur niet veel moeite gekost. De varianten zijn goed. De stand van de Koningin toont duidelijk aan, dat zij verzet moet worden. Maakt echter over 't algemeen een aangenamen indruk.
VIERDE EERVOLLE VERMELDING.
No. 21.— Sleutelzet valt wel wat te gemakkelijk in het oog; ook is de witte Koning niet meer dan ,,roi fainéant". In elkgeval getuigt het probleem van talent. De auteur heeft den „Maatstaf van beoordeeling" niet vluchtig gelezen. (De „dual na zetten als X ( Lh7 heeft geen nadeeligen invloed: immers de zetten met den Looper pareeien de dreiging niet.)

I3i
Drlczetten,
ALGEMEENE INDRUK. Kon de Jury over 't algemeen met eenigen lof gewagen van de correcte tweezetten, de ingekomen driezetten hebben niet beantwoord aan hare goede verwachting. Een voldoend aantal was ingezonden, waarvan echtertweeonoplosbaarblekenenverscheidenemeerdanééne oplossing toelieten, waaronder ook een overigens zeer goed probleem. Eén driezet was buitengewoon incorrect, want de zwarte Koning kon reeds in e é n zet matgezet worden.
De correct bevonden problemen verheffen zich voor het grootste gedeelte niet boven het middelmatige, zoodat de Jury iets van hare eischen moest laten vallen, om tot een bekroning te kunnen geraken. Eerst na een nauwkeurige vergelijking van de meest in aanmerking komende problemen kon het resultaat worden opgemaakt, terwijl tot bepaling van de volgorde van No. 71. en No. 81. de hulp van den scheidsrechter moest worden ingeroepen. Wel een bewijs, dat er geen „hervorragende" problemen onder waren.
De oorzaak van het betrekkelijk ongelukkig resultaat in deze rubriek moet voor een groot deel geweten worden aan de veelal slordige bewerking en de slechte variantenvorming, zooals uit de hieronder volgende, meer gedetailleerde beoordeeling zal blijken. De meeste problemen vertoonen nog eene ongeoefende hand, ofschoon niet verzwegen mag worden, dat vele door oorspronkelijkheid van conceptie en geestigheid van gedachte de belofte in zich dragen van een beter resultaat. De beoordeeling der Jury is als volgt:
No. 68. (Lc5 enz.) Directe matdreiging; de herhaling van denzelfden tweeden zet maakt een eentonigen indruk. Alleen de vrij goede matstellingen verheffen het probleem tot het middelmatige. KL. 2.
No. 69. Incorrect! Twee opl.: 1. Tel en 1. Pge7.
No. 70. (Tb3 enz.) De hoofdvariant is zeker 1.—, Pb3:, 2. Lf2, maar 2. Dc3 leidt ook tot het doel, wat het probleem van nul en geener waarde maakt. KL. 3.
No. 71. (Da5 enz.) KL. 1.
No. 72. Onoplosbaar! 1. Dg8 faalt op 1—, b5.
No. 73. (Pc3 enz.) De sleutelzet ligt voor de hand. De stand van den witten Koning is al zeer ongelukkig. Het Dameoffer op g2 is onbeduidend en de matstellingen zijn slordig behandeld. KL. 3.
No. 74. Incorrect! Vier opl: 1. Pd4, 1. Lf4f, 1. Dc3f en 1. Tf2.
No. 75. (Tt>7 enz.J Ook een dual in de hoofdvariant! Na 1.—, dc5: was de bedoeling 2. Les, maar 2. Dbsf is wel zoo eenvoudig. KL. 3.
No. 76. (Pg4 enz.) De matstellingen vertoonen niets bijzonders, ofschoon de matvoering niet van idee is ontbloot. Na 1.—, Kf5: gaat zoowel 2. Df/f als 2. Dh7f op! Het geheel is te houterig van stijl! KL. 2,
No. 77. Incorrect! Twee opl: I. Pg4 en 1. Kd2.
No. 78. Onoplosbaar! 1. c5 faalt op Le2:f. Op 1. Da5 volgt 1—, g3 2. P.g7, Kd4i
No. 79. (c5 enz.) De eenige merkwaardige matstelling ontstaat na I. —, KfS< 2. Pg7ff. Het overige is echter gansch onbeduidend, terwijl de sleutelzet zeer voor de hand ligt. KL. 3.
No. 80. (Pb5 enz.) Niet onaardig; de matstellingen na Kd5 zijn reeds meermalen en reiner bewerkt. Zie o. a. een driezet van KAPPELARO te LINZ met volgenden stand: Wit: Kb7, Tg6, La2 en h6, Pe6 en h2. Zwart. Ke5, Lc3 en I17, bs (Eerste zet: Pc5.) Uit een dergelijk voorbeeld kan tevens geleerd worden, hoe met een betrekkelijk eenvoudig idee toch goede varianten kunnen gevormd worden. KL. 2.
No. 81. (Pci enz.) KL. 1.
No. 82. Incorrect ! Twee opl: 1. Lh5 en I. Lg6.
No. 83. Incorrect! Twee opl: I. Pfl en I. Dh8.
No. 84. (Pd4 enz.) Goede sleutelzet! Behalve na ed4: zijn de matstellingen ruw. De zetten met den Looper ontsieren het geheel. KL. 2.
No. 85. (Tb3 enz.) Twee goede varianten, maar het overige beduidt niets. Het geheel herinnert sterk aan reeds bestaande voorbeelden. De stand van den witten Koning had beter kunnen wezen. KL. 2.
No. 86. (Db2 enz.) Zie het slot van dit rapport!
No. 87. (Lc3 enz.) Een probleem, zooals er gemakkelijk meer zijn te maken. De eerste zet is zwak, het dame-offer te onbeduidend, om voor e e n i g motiet te dienen. KL. 2.
No. 88. (Lf6 enz.) Het „fesseln" van Tg7 maakt een treurigen indruk. Het motief, dat optreedt na 2. Pf6: is overoud! Zonder eenige verdienste. KL. 3.
No. 89. (Dhi enz.) Niet kwaad, doch al te eenvoudig, om zelfs maar voor eene eervolle vermelding in aanmerking te komen. In een bewerking van het thema: Dame en beide Loopers mist men ongaarne een pikant nevenmotief, dat eenigszins het eenvorm'ge van het hoofdidee breekt. Eene «oede bewerking ervan is o.a. die van NOACK te BRESLAU: Wit: o o Kb8, Dh3, La2, Le7. Zwart: Ke5, Lgi, 37, b6. (Eerste zet: Lg5)
No. 90. (Pc6 enz.)

KL. 2.
KL. 1.
No. 91. (Pe4 enz.) Van de matstellingen is er slechts eén rein. Het idee is te oudbakken, om alleen den inhoud van een goed probleem te vormen.
KL. 3.
No. 92. Incorrect! Twee opl: 1. Ld8 en 1. Tf8.
No. 93. Incorrect! Twee opl: 1. e4 en 1. Lc3f
No. 94. (Td5 enz.) KL. 1.
No. 95. (1) (Da3 enz.) Den Koning naar dl. de Dame naar cl te verplaatsen ! De eerste zet is zwak, het geheel overladen. De eenige variant, die ets beteekent, is 1.—, Ke4, 2. Df3f; het overige is waardeloos. KL. 2. No. 96. Incorrect! Twee opl: 1. Pe7 en 1. b3.
No. 97. (Tc5 enz.) Het offer op C5 is wel niet onaardig, maar toch te onbeduidend, om alleen den inhoud te vormen. Het idee is in elk geval meer origineel dan dat van No. 91. KL. 2.
No. 98. Incorrect! Twee opl: 1. I14 en 1. Dei: No. 99. Incorrect! Mat in 1 zet door Te8!
Eerste Prijs.

Mat in 3 zetten, fa fb H-"ÏTI/A--. ji/ve.•/*-•...rtv
Tweede Prijs.
Mat in 3 zetten.
Jury stelt wegens de
EERSTE PRIJS: No. 86. De dit probleem bovenaan, vooral fijnheid van den eersten zet, die Zwart twee plaatsen vrijgeeft met de geheime bedoeling, de diagonaal b2-h8 te bezetten. Opmerkelijk zijn ook de v e1e matwendingen in verband met het geringe materiaal, terwijl een twèetal stille zetten het geheel een pikanten bijsmaak verleenen. Hier staat echter tegenover, dat slechts édn matstelling rein is, ofschoon de zucht naar matreinheid in alle varianten isop te merken (Zie het slot van dit rrjpcil.)
TWEEDE PRIJS.: No. 94. De eerste zet, ofschoon een offer, is toch veel minder dan die van No. 86, omdat de bedoeling meer voor de hand ligt, en ook omdat den zwarten Koning twee velden worden afgesneden. Werkelijk voortreffelijk is het Dame-of fer op c 3, vooral ook wegens de artistieke wijze, waarop het is aangebracht' De nevenvarianten staan echter niet op gelijke lijn. Vooral de variantenvorming na zetten met het paard is niet gelukkig, terwijl dit
(1) In de oorspronkelijke stelling I. Dc5 :f en 2. mat.
stuk ook door zijn schaakdreiging de constructiewaarde van het gehee vermindert. Looper h7 had evengoed een pion kunnen wezen, waardoor overbodig was geworden.
Eerste eervolle vermelding.

Mat in 3 zetten.
Tytéede eervolle vermelding.
EERSTE EERVOLLE VERMELDING.
No. 90. De sleutelzet is niet bijzonder mooi, maar er zijn vele goede matstellingen, terwijl de vertakking der varianten (vooral na 1—, Ke4:—) opden tweedenzet een gunstigen indruk maakt.
Mat in 3 zetten. X*.
Derde eervolle vermelding.
TWEEDE EERVOLLE VERMELDING.
No. 81.
Mat in 3 zetten.
DERDE EERVOLLE VERMELDING. No. 71. Aldus is de volgorde van deze beide problemen door den Heer VAN DER STOUWE vastgesteld, omdat No. 81. niets anders dan reine matstellingen heeft, terwijl No. 71. in enkele varianten niet rein is bewerkt. Verder ligt in No. 81. de tweede zet voor Wit, vooral als Zwart op den eersten zet niet met den Koning heeft gespeeld, niet zoo voor de hand als in No. 71, terwijl dit gedeelte van het spel in No. 81. meer interessant is dan in No. 71. \ an weinig

135
invloed is het verschil in materiaal, terwijl het aantal varianten hetzelfde is. De meerdere levendigheid in No. 71. weegt op tegen de groote vrijheid, die de Koning in No. 81. geniet, als hij pion e5 heelt genomen.—
Vlerzetten.
ALGEMEENE INDRUK.— In de.e afdeeling dongen niet meer dan 13 problemen mede, waarvan er 8 incorrect bleken.
Iot haar leedwezen moet de Jury verklaren, dat van de 5 overige problemen geen enkel aan redelijke eischen voldoet. Op grond hiervan meent zij aan het Hoofdbestuur van den Bond te moeten voorstellen, de beide voor \ ie rzetten uitgeloofde prijzen met uit te reiken.
Voor een eervolle vermelding komt eveneens geen enkel probleem in aanmerking.
De Jury zou tegenover het Buitenland geenszins de verantwoordelijkheid op zich willen nemen, wanneer in vreemde bladen vierzetten uit dezen Bondswedstrijd als bekroond of eervol vermeld werden overgenomen. *
Tevens vindt zij in het bedroevend resultaat van deze afdeeling van den wedstrijd aanleiding, het Hoofdbestuur in overweging te geven, bij volgende gelegenheden de afdeeling: Vierzetten geheel te laten vervallen, en dan het aantal prijzen voor Twee-en Driezetten te vermeerderen.
^ l it dezen wedstrijd blijkt namelijk ten duidelijkste, dat in Nederland vooralsnog te weinig probleemcomponisten zijn, die vierzetten kunnen leveren, welke in een wedstrijd voor bekroning of eervolle vermelding in aanmerking kunnen komen.
Hier volgt nog een korte beoordeeling van de ingekomen problemen. Eene indeeling in klassen blijft echter, als onnoodig, achterwege.
No. 100. Den pion van a6 naar a5 te verplaatsen! Incorrect: Drie opl: 1. Pe5, 1. e4 en 1. Dc8.
No. 101. (Pb5 enz.) Sleutelzet bepaald slecht. De variant na 1 , d3 is met kwaad, maar de matstelling is weer onrein. Het geheel maakt een veel te schralen indruk, om in een wedstrijd maar eenige kans op eene onderscheiding tehebben.
No. 102. Incorrect: Acht opl: 1. Ed5, 1. La6, 1. Le2 1.Ld3 1. Pd^f 1. Pe2, 1. Dd8 en 1. Df6f
No. 103. (Pa5 enz.) Goede matstellingen; doch het geheel is voor een tornooiprobleem veel te eenvoudig.
No. 104. Incorrect! Vier opl: 1. Dh7, 1. Dd4, 1. De3 eni. b4.
No. 105. Incorrect! Vijf opl: 1. Tb3 1. Dei. 1. La$:, 1. Ld6:en 1. Lb8-
No. 106. (Dg2 enz.) Slechte bewerking van een oud thema. Naar het

vormen van een reine matstelling is zelfs niet gestreefd. Alle zetten van Zwart zijn gedwongen!
No. 107. Incorrect! Mat in hoogstens 3 zetten door 1. De2 enz. (De auteursoplossing is I. La3 enz.)
No. 108. Incorrect! Tien (!) opl: 1. Ld7, 1. Kd6, 1. Kf71. Kf8, 1. Ke8, 1. Kd8, 1. Kd7, 1. Lg2, 1. Pef3f en 1. Lc8. No. 109. (Le8 enz.) Zoo iets heette omstreeks 1850 een probleem.
No. HO. Incorrect! Mat in hoogstens 3 zetten door 1. Ddi en 1. Df2 enz. (De auteursoplossing is I. Pa6 enz.)
No. 111. Incorrect! Mat in 3 zetten door i.Lg5enz. No. 112. (La7 enz.) De matstelling 4. Lg2 is goed. Het geheel is echter veel te eenvoudig.
Hiermede aan het einde van haren arbeid gekomen, legt de Jury haar taak neder, met dankbetuiging aan het Hoofdbestuur voor het in haar gestelde vertrouwen.
Utrecht LNDE J°NG" Amsterdam, l6->um i894- H. j. DEN HERTOG.
Naschrift.
Bovenstaand rapport was zoo goed als gereed, toen de heer J. van der Hulst, te Oud-Ade ons mededeelde, dat No. 86. als het plagiaat te beschouwen is van onderstaand probleem.
J. ENGELHART. (Uit het ie nummer van het Parijsche schaakblad »Le Sphinx".) Wit: Kh4, Dg5, Pds, Pe8, p. d2; Zwart: Ke6, p. e7. —
Sleutelzet: Dg2.
Het is wel te bejammeren, dat het Reglement het openen der bij niet bekroonde of eervol vermelde inzendingen behoorende enveloppen verbiedt; wij zouden anders zeker den auteur van deze ellendige naknoeienj aan de kaak stellen. —. Dit is zeker: in het reglement voor den volgenden probleemwedstrijd van den N. S. B. moet eene bepaling opgenomen worden, die in dit geval voorziet.
Het resultaat der driezetten-afdeeling is nu aldus: ie Prijs: No. 94; 2e Prijs: No. 90; ie eerv. verm: No. 81; 2e eerv. verm: No. 71.
De Jury.
2

x37
PROBLEEMOPLOSSINGSWEDSTRIJD.
Aan dezen wedstrijd namen deel de heeren A. Korst (I), Bergen op Zoom, G.J. v.d.Stouwe (II), Dordrecht, C. van Leeuwen (III), Gouda, W. Albregts (IV), Amsterdam, A. Okkinga (V), Dronrijp, W. de Bloeme (VI), 's Hage, E. H". E. van Woelderen (VII), Rotterdam, J. v. d. Hulst (VIII), Oud-Ade, C. T. van Ham (IX), Gorredijk, E. Wieling (X), Groningen, Jos. Reijalt (XI), Nijmegen, F. F. Knalmann (XII), Gouda, W. Fermie Wz. (XIII), Amstelveen, Jhr. J. van Heemskerck van Beest (XIV), Utrecht, W. Beekhuis Jz. (XV), Groningen, D. J. ten Klooster (XVI), Helder, B. Deutz Hartong (XVII), Rotterdam. Verder werden alleen de eerste 19 tweezetten opgelost door de heeren A. Bleykmans, H. Mendes da Costa, beiden te Amsterdam, H. G. van Royen, 's Hage, A. G. L. Westenberg, P. de Man, beiden te Hilversum, G. Halbertsma, Beetsterzwaag, Joh. N. M. v. d. Elft, Nijmegen, T. N. v. d. Stok, Zwolle, L. A. Noordwijns, Arnhem, J. F. Heemskerk, Sas van Gend, A. Mendes da Costa, Antwerpen.
Hier volgt een tabel van de punten toegekend aan de 17 eerstgenoemde oplossers.



Stouwe 374, Van Leeuwen 317, Albregts 230, Okkinga 282, De Bloeme 171, Van Woelderen 330, Van der Hulst 309, Van Ham 436, Wieling 228, Reyalt 326, Knalmann 319, Fermie 318, Van Heemskerck 94, Beekhuis 154, Ten Klooster 157, en Hartong 189.
De Jury kent derhalve den isten prijs toe aan den heer C. T. VAN HAM en den 2den prijs aan den heer G. J. VAN DE STOUWE.
De heer Van Ham heeft in dezen wedstrijd getoond een uitstekend oplosser te zijn; zijn prachtige score wijst aan, dat hij alle overige deelnemers verre de baas is. Wij wenschen hem van harte geluk met dit succes, hetwelk zeker niet verkregen is dan ten koste van zeer veel ingespannen arbeid.
Daar, met het oog op het kolossale aantal op te lossen problemen en de ongewoonte der Nederlandsche probleemliefhebbers aan oplossingswedstrijden van dezen aard, het aantal deelnemers belangrijk mag worden genoemd, heeft het Hoofdbestuur besloten nog twee prijzen, schaakwerken, toe te voegen aan de oorspronkelijk uitgeloofde. Winners hiervan zijn de heeren: E. H. E. VAN WOELDEREN en Jos. REYALT.
Er is wellicht in de geschiedenis van het Schaakspel nog slechts één voorbeeld aan te wijzen van een oplossingswedstrijd op even breeden schaal aangelegd als de onderhavige n.1. die van de „Mirror of American Sports", waarin Berger den titel van „Solving-champion of the World" behaalde. Het bereikte resultaat kan dan ook in alle opzichten zeer bevredigend worden genoemd. In betrekkelijk korten tijd 112 problemen op te lossen is een werk waartoe ongetwijfeld moed en volharding behoort. Dat niettemin 17 heeren zich eraan waagden, geeft hoop op een toenemende liefhebberij in ons land voor problematiek, die aparte kunst, (slechts iets minder in diepte en streelende bekoring dan haar tweelingzuster, de practische schaakpartij) ten opzichte waarvan de buitenlanders op zoo'n oneindig hooger standpunt staan dan wij.
Met des te grooter genoegen wijst onderget. op de vruchten dezer proefneming, omdat hem daarbij de gelegenheid wordt gegeven een kleine fout te herstellen, welke in het Tijdschrift bladz. 35 van den loopenden jaargang is ingeslopen. Bepaling VIII van den probleemoplossingswedstrijd bevatte de mededeeling, dat de oplossingen door den Bondssecretaris met den Redacteur der probleemafdeeling zouden worden beoordeeld. Dit nu is in zooverre onjuist, dat Den Hertog al het werk, dat deze wedstrijd met zich sleepte, alleen heeft verricht. Wie beseft, hoevéél dit wil zeggen brenge hem ervoor dankbare hulde.
V. L.

141
Wedstrijd te Amsterdam.
De uitgevers van het Weekblad »de Amsterdammer* hebben besloten, de hieronder genoemde prijzen beschikbaar te stellen voor een wedstrijd met af- en aanspel zonder voorgift te Amsterdam.
Zij hebben de organisatie en leiding van dezen wedstrijd opgedragen aan het Hoofdbestuur van den Nederlandschen Schaakbond, dat dienaangaande de volgende bepalingen heeft vastgesteld.
I- De wedstrijd heeft plaats in het café de Roode Leeuw, Vijgendam, Zondag 29 Juli, en wordt, zoo noodig, Maandag voortgezet en beëindigd.
II- Alleen Bondsleden kunnen aan dezen wedstrijd deelnemen.
III. De uitgevers van het Weekblad »de Amsterdammer* hebben het recht van eerste publicatie van alle partijen, in den wedstrijd gespeeld.
IV. Indien twee spelers, tegen elkander spelende, billijkerwijs dezelfde kleur zouden moeten hebben, zullen in de oneven ronden de hoogere nummers en in de even ronden de lagere nummers wit hebben.
Overigens wordt de kleurverdeeling bij iedere partij geregeld door den leider, naarmate der kleurverdeeling van de bereids door ieder derspelersgespeelde partijen.
V. Het inleggeld bedraagt één gulden in het geheel.
VI. De loting grijpt plaats Zondagmorgen te 10 uur, tevens termijn van toetreding.
VII. Gespeeld wordt van 10 tot 1, van 1V2 tot 5VJ en van 7V2 tot hoogstens 12 uur.
VIII. Uitgeloofd worden,
Als iste prijs een kunstvoorwerp ter waarde van 25 gulden 2de > » dito » » > 15 , 3de » » boekwerk » » » 12 > 4de » » dito » » » 6 »
Overigens zijn de bepalingen van dezen wedstrijd gelijk aan de bepalingen II - V en VI van den wedstrijd te Alkmaar (Maart-nummer bladzij 33.)
HET HOOFDBESTUUR.
Het is zeker onnoodig, de Bondsleden krachtig aan te sporen tot groote deelneming. De heeren van Holkema &Warendorff, die,op instigatie van Rud. Loman, den bloei van het schaakspel in ons land op zoo onbekrompen wijze trachten te bevorderen, mogen niet worden teleurgesteld. Art. II van bovenstaande bepalingen bevat een eervol privilegium, alleszins waardig, op prijs te worden gesteld. Wie zonder geldige reden thuis blijft, toont gebrek aan piëteit tegenover de heeren van Holkema & Warendorff, het Schaakspel in 't algemeen, den Bond in 't bijzonder en zich zelf. Zoo zij het niet!

Algemeeiie Vergadering en Wedstrijd te Rotterdam.
ADe Algemeene Vergadering zal gehouden worden Zondag 12 Augustus te 12 uur in het Tivoli Café, Coolsingel, Rotterdam. Het rooster van werkzaamheden omvat de volgende punten:
I. Opening.
II. Voorlezing der notulen van de vorige algemeene vergadering.
III. Voorziening in de vacature, ontstaan door de periodieke aftreding van den Voorzitter.
IV. idem van den Redacteur H. J. den Hertog.
V. Verkiezing van een nieuwen Onder-Voorzitter in de plaats van Dr. A. J. A. Prange, die ontslag neemt.
VI. Verkiezing van een nieuwen Redacteur in de plaats van Dr. A. J. A. Prange, die ontslag neemt.
VII. Verkiezing van een nieuwen Penningmeester in de plaats van J. F. Heemskerk, die ontslag neemt.
VIII. Verslag van den Secretaris.
IX. Verslag en Verantwoording van den Penningmeester.
X. Verkiezing eener Commissie ter voldoening aan Art. 20. Zij brengt staande de Vergadering verslag uit omtrent hare bevinding.
XI. Vaststelling der begrooting over 1895•
XII. Opening der couverten, bevattende de namen der prijswinners en eervol vermelden in den probleemwedstrijd.
XIII. Bestuursvoorstel tot wijziging der bepalingen in het Reglement betreffende,
10. de Buitengewone Leden.
Het Bestuur wenscht Art. 9 te schrappen en een nieuwArt. 9aldus te lezen: Buitengewone leden zijn schaak-clubs, die zich onder de volgende voorwaarden hiertoe aanmelden:
a. Zij tellen minstens 6 leden.
b. Zij vergaderen minstens i-maal in de 14 dagen ter beoefening van het schaakspel.
c. Zij zenden hun reglementen ter goedkeuring aan het Hoofdbestuur, welke goedkeuring ophoudt van kracht te zijn en opnieuw verkregen moet worden bij elke wijziging, die de reglementen ondergaan.
d. Zij betalen een contributie, naar denzelfden maatstaf berekend over het geheele aantal hunner leden, onder attrek van diegenen, die recht streeksch lid van den Bond zijn, als in Art. 6 ten opzichte van afdeelingen is bepaald.

143
e. Zij doen, wat hun finantiëele verplichtingen tegenover den Bond betreft, rechtstreeks verantwoording aan den Bondspenningmeester, terwijl zijvan elke wijziging,die hun Bestuur of hun ledental door toetreden, verhuizen,bedanken of overlijden ondergaan, mededeeling dóen aan den Bondssecretaris.
f. Zij hebben het recht, het Bondstijdschrift te beschouwen als hun officieel orgaan en kunnen daarin doen opnemen alle berichten, hen betreffende, mits niet hinderlijk lang (ter beoordeeling van den Hoofdredacteur.)
g. Bij de bepaling van de bijdragen over het eerste jaar van lidmaatschap betaalt ieder buitengewoon lid f0.25, waarvoor het voor zijn archief ontvangt reglement van den Bond en laatst verschenen ledenlijst. Voorts ontvangt ieder buitengewoon lid voor zijn archief tijdschrift, vergadering-oproepingen enz'
h. Zij worden overigens, ten opzichte van hun rechten en plichten en van hun verhouding tot den Bond, beschouwd als zelfstandige afdeelingen, met dien verstande, dat ter bepaling van het aantal stemmen door hen uit te brengen op algemeene vergaderingen niet meegerekend mag worden de contributie van diegenen hunner leden, welke rechtstreeksch lid van den Bond zijn. Op dezen blijft Art. 5 van volle toepassing. Leden eener schaakclub, welke tevens leden zijn van een in dezelfde gemeente gevestigde afdeeling, houden door de toetreding der club op, atdeelingsleden te zijn.
Mocht omtrent de in sub c genoemde goedkeuring geschil ontstaan, dan beslist de eerstvolgende algemeene vergadering.
Deze bepaling treedt in werking 1 januari 1895.
T oelichting. Den sleutel voor deze reglementswijziging vinden de lezers in het eerste gedeelte van het sub. h bepaalde. Het komt ons voor, niet meer dan billijk te zijn, dat buitengewone leden, die natuurlijk geheel aparte belangen hebben, een op zich zelfstaand geheel vormen met betrekking tot den Bond. Het toetreden eener schaakclub is voor den Bond voordeeliger dan het tot stand komen eener afdeeling; immers eerstgen. bezit meer levensvatbaarheid. Daarom wenschen wij, dat een buitengewoon lid niet langer beschouwd zal worden als een bestanddeel eener afdeeling maar dat het gelijk trouwens logisch uit Art. 3. van het Reglement voortvloeit, naast een afdeeling en evenals een afdeeling, zal vormen een zelfstandige corporatie.
20. de W e d s t r ij d e n.
Het Bestuur wenscht aan Art. 43 de volgende alinea toe te voegen: „Echter heeft het Bestuur het recht, in exceptioneele gevallen, waar het zulks in het belang van den Bond noodzakelijk acht, wedstrijden uit te schrijven, ook toegankelijk voor niet-Bondsleden."
Toelichting. Slechts omdat Art. 43, zooals het thans in het regie-
144
ment is opgenomen, een geduchte hinderpaal vormt, dieonsbelet, zóóveel den bloei van den Bond te bevorderen, als wij wel zo"den willen, wordt deze bijvoeging noodzakelijk geacht. Wij a:hten het n.1. bepaald nuttig, nu en dan ook eanen wedstrijj te houden in plaatsen, waar de Bond weinig of geen leden telt. 't Is een doeltreffend propaganda-middel. dat weinig of geen kosten met zich sleept.
3e. het Reglement op het Schaakspel.
Het Bestuur wenscht in Art. 8 2de alin. te schrappen de woorden : „Reglement op het Schaakspel."
T o e 1i c h t i n g. Daar nog slechts enkele exemplaren van dit reglement over zijn, werd door ons de wensche'.ijkheid besproken, om het te doenherdrukken. Wij achtten dit overbodig, omdat hetzelfde reglement in alle goede leerboeken is te vinden en ieder schaker, die zich aansluit bij den Bond, de bepalingen, erin vervat, behoort te kennen. Hierbij komt, dat het bestudeeren ervan iemand, die niet kan schaken, weinig of niets kan baten. Wij kunnen echter eenige exemplaren in het archief bewaren, teneinde één ervan bij wedstrijden enz. op de groene tafel ter visie te leggen.
XIV. Vaststelling der plaats, waar de Algemeene Vergadering zal worden gehouden in '95.
XV. Wat verder ter tafel wordt gebracht.
XVI. Sluiting.

B
Een gemeenschappelijke maaltijd a f. 1.50 per couvert, zal wordengehouden na afloop der Vergadering, Zondagmiddag te 6 uur, in bovenvermelde localiteit.
Des avonds te 8 uur zal een blindséance van 6 partijen worden gegeven door den heer Rud. Loman, die zich daartoe op ons verzoek met de meeste welwillendheid bereid heeft verklaard.
C
De wedstrijden zullen worden gehouden Maandag 13 Augustus en volgende dagen. Dienaangaande zijn de volgende bepalingen vastgesteld.
I. Gespeeld wordt in twee klassen. De iste klasse is open voor ieder; de tweede voor ieder, die nog geen prijs in de iste klasse won en nog geen isten prijs in de 2de klasse won of deelde. Bij minder dan 5 deelnemers in een klasse gaat de wedstrijd in die klasse niet door; bij 5 of 6 deelnemers speelt ieder met ieder twee partijen, bij grooter aantal één partij.
II. De deelnemers moeten zich opgeven vóór 13 Augustus aan den Bondssecretaris.
III. Er wordt gestreng naar een rooster gespeeld volgens 't stelsel

145
Schurig en wel van 'smorgens9 tot 's middags 2 uur, en van 7tot's avonds12 uur. Eiken dag worden minstens twee ronden gespeeld. Komt eene partij in den daarvoor bestemden speeltijd niet af, dan moet zij den eerstvolgenden namiddag tusschen 2 en 5 uur worden beëindigd.
IV. Gespeeld wordt volgens het reglement op het Schaakspel van den Bond en in het algemeen volgens de regels, die in alle landen bij dergelijke tornooien van bindende kracht worden beschouwd. Bij verschil van meening tusschen de deelnemers beslist het dienstdoend Bestuur.
V. Ieder speler is verplicht, met klokjes te spelen (20 zetten pei uur) en zijn partijen nauwkeurig en volledig op te teekenen of te laten op, teekenen. Overtreding dezer bepaling heeft het verlies der partij ten gevolge.
Alle partijen, in den wedstrijd gespeeld, zijn het eigendom van den Bond. die voor zich behoudt het recht tot publicatie ervan.
VI. Bij den aanvang van eiken speeltijd worden door een der leden van het dienstdoend Bestuur de klokjes in werking gesteld. Spelers, die ter bestemder tijd niet aanwezig zijn, zijn verplicht de eerste twintig zetten te doen gedurende den tijd, dien zij minder dan één uur te laat komenEen vol uur te laat komen heeft het verlies der partij tengevolge.
VII. Het inleggeld bedraagt voor de deelnemers iste klasse f. 5,— voor die der 2de klasse f. 2.50, vooraf te voldoen.
VIII. Als prijzen worden uitgeloofd voor de iste zoowel als voor de 2de klasse, bedragen in geld, gelijkstaande aan 4 malen de som der inleggelden, tot een maximum van f. 180 — voor de iste en vanf. 100 — voorde 2de klasse. Deze geldsommen worden onder alle deelnemers der respectieve klassen verdeeld volgens het stelsel Sonneborn-Berger.
Toelichting. Het Hoofdbestuur is bij het invoeren dezer bepaling van de meening uitgegaan, dat de deelneming aan onzen jaarlijkschengrooten wedstrijd, zooveel het eenigszins mogelijk is, moet worden aangemoedigd. De kleine wedstrijden, wier onloochenbare verdienste t. a. p. wordt uiteengezet, behooren allerminst als geduchte concurrenten op te treden, m. a. w. een bondslid, dat af- en aan- heeft gespeeld mag daarin volstrekt niet een geldige reden vinden om zich te onttrekken aan de nationale kampioenschappen.
Eén maal in het jaar een paar dagen aan ernstig schaken te wijden, is toch niet te veel. Echter treden blijkbaar twee ongunstig-werkende verschijnselen telkenmale duidelijker op den voorgrond. Ten eerste de omstandigheid, dat bijna altijd dezelfde personen de prijzen winnen. Niet dat dit op zich zelf iemand tot eenig verwijt, welk ook, mag strekken, maar niet zelden hoort men het verkondigen, naar het ons voorkomt niet geheel ten onrechte, dat zelfs de schijn vermeden moet worden, alsof het bij den grooten wed.
strijd eerder te doen is om 100 gulden, dan om den titel van meesterschaker te winnen.
Ten tweede schrikken de kosten, welke uit den aard der zaak aan een verblijf, hoe kort ook, in een vreemde stad verbonden zijn menigeen af, die, hartstochtelijk en sterk schaker, echter niet zeker is, een prijs te zullen winnen. Beide bezwaren worden opgeheven door de voorgestelde wijze van prijsverdeeling:
Elke deelnemer, die niet met o punten het str ij dperk verlaat, ontvangt een som, berekend zoowel naar de quantiteit, als de qualiteit der door hem gewonnen en tot remis gevoerde part ij en
IX. Dienstdoend Bestuur zijn allle leden van het Bondsbestuur en van Afdeelingsbesturen, voor zoover zij aanwezig zijn en niet deelnemen in die klasse, ten opzichte, waarvan een beslissing genomen moet worden. Indien vóór den wedstrijd wordt gevreesd, dat het getal te klein zou kunnen zijn, kan een commissie van drie Rotterdamsche, liefst niet medespelende. heeren tot mede-leiding van den wedstrijd worden aangewezen.
X. Ieder deelnemer onderwerpt zich aan alle beslissingen van het dienstdoend Bestuur, dat daarentegen deze bepalingen gestreng moet volgen.

Alle Leden worden dringend uitgenoodigd, ter Vergadering te komen, aan te zitten aan den gemeenschappelijk e n maalt ij d, de séance van den heer Loman door hun tegenwoordigheid en den wedstrijd door hun deelneming op te luisteren.
Allen Afdeelingen wordt dringend verzocht, één of meer afgevaardigden te benoemen ter Vergadering (hetzij met een blind, hetzij met een bindend mandaat) en hun mede te geven een legitimatie-b e w ijs.
Allen Rechtstreekse hen Leden wordt in herinnering gebracht de bevoegdheid, als gevolmachtigde van andere Rechtstreeksche leden ter Vergadering hoogstens 6 stemmen uit te brengen, hun b ij Art. 5 van het Reglement gegeven.
HET HOOFDBESTUUR.

CVervolg van bladzij 106)
Wedstrijden met af en aanspel.
De beide, in ons vorig nummer aangekondigde, wedstrijden met afen aanspel hebben met veel succes plaats gegrepen in zooverre, dat het aantal deelnemers zeer bevredigend mag worden genoemd. Het is mij niettemin gebleken, dat enkele losse opmerkingen, gewijd aan de regeling en aan het nut van dit soort tornooien, bij vele lezers een billijker appreciatie dienaangaande en tevens de opheffing van enkele vooroordeelen zou kunnen bewerken.
De vraag is deze. Hoe wordt het best een wedstrijd ingericht, wanneer men slechts over een beperkten tijd beschikken kan, zoodat het eindresultaat de deelnemers in een bepaalde volgorde stelt, die wel niet aanwijst hun juiste onderlinge sterkte-verhouding, maar toch ook niet in strijd is met de gevolgtrekking, waartoe zelfs één enkele partij, in den wedstrijd gespeeld, zou kunnen leiden.
Dit laatste vereischt eenige toelichting. Ik bedoel: niet zij, die feitelijk de andere spelers in diepte van schaakdenken overtreffen, behoeven de prijzen te krijgen m. a. w. de eersten te zijn in de, door den uitslag aangegeven, volgorde maar wel zij, die de door hen te spelen partijen het best of het gelukkigst hebben gevoerd, waarbij geheel buiten rekening wordt gelaten, dat de verliezer A van party X misschien sterker is dan de winner B van party Y. A heeft nu eenmaal verloren en B gewonnen ; B komt in de groep der winners en A in die der verliezers, onherroepelyk, zonder dat aan A de gelegenheid wordt gegeven te toonen, dat hij sterker is dan B. Dit laatste kan alleen geschieden in een wedstryd, waar ieder speler met ieder ander één of nog beter twee partijen speelt, deze worden op één lijn gesteld en het totaal van eiken deelnemer vormt zijn „score". Ontbreekt hiertoe nu echter de tijd, dan blijft er niet anders over dan aan elke partij op zich zelf een beslissenden invloed toe te kennen, een speler, zoodra hij een verliespunt krijgt, te schrappen en slechts zy, die aanhoudend winnen, te laten aanblijven. Ten slotte blijft één deelnemer over, de eenige, die al zijn partijen heeft gewonnen; deze is No. 1, omdat hij klaarblijkelyk in den wedstrijd

148
beter dan alle andere deelnemers heeft gespeeld. No. 2 heeft alle partijen gewonnen op ééne na, die tegen No. 1. No. 3 en 4 hebben natuurlijk eveneens slechts ééne partij verloren, maar zij hebben een partij minder gewonnen dan 1 en 2, daar zij in de voorlaatste ronde zijn afgespeeld. No. 5 tot 8 hebben bij 1 verliespunt, 2 partijen minder gewonnen dan 1 en 2, daar zij in de op 2 11a laatste ronde zijn afgespeeld enz. enz.
't Hangt slechts af van het aantal beschikbare prijzen, of men tevreden is, wanneer is uitgemaakt, wie No. 1 en 2 z'y'n, dan wel of men van de, het dichtst deze beiden op de hielen zittende, deelnemers ook de juiste volgorde wil kennen. Zijn er bijv. 4 prijzen, dan is het duidelijk, dat na No 1 en 2 daarop het, meeste recht hebben No 3 en 4. Immers de stand van den wedstrijd is een oogenblik aldus: alle deelnemers zyn afgespeeld op 4 na.
No. 1 \ ' 3 M» 2 ! 2 \ „ 4 I /
Nu beslist de voorlaatste ronde, dat no. 1 en 2 winnen van hun resp. tegenstanders No. 3 en 4. De eerste twee staan volmaakt gelijk (zij hebben beide tot dusver evenveel partijen gespeeld en gewonnen) en de laatste ronde maakt uit, wie van hen dus den lsten en wie den 2den prijs heeft; maar de laatste twee staan eveneens volmaakt gelyk (zij hebben beide evenveel partijen gespeeld en alle gewonnen op 1 na) en de laatste ronde maakt uit, wie van hen 3den en wie 4den prijs heeft. Zijn er nog meer prijzen beschikbaar, dan handelt men in denzelfden geest door ook de 4 verliezers der op twee na laatste ronde om prijzen bijv: 5den en 6den te laten kampen.—
Slechts twee moeilijkheden doen zich voor bij de toepassing van dit systeem. De eerste geldt de vraag, hoe in de 1ste ronde de deelnemers gepaard behooren te worden. Men handelt het best en het eerlijkst door deze paring te laten regelen door het lot, elk deelnemer trekt een nummer, waarna no. 1 speelt met No. 2, 3 met 4 enz.
De tweede moeilijkheid is van ernstiger aard en blijft ondanks de absoluut correcte en slechts schijnbaar onbillijke wijze, waarop ze wordt

opgelost, voor vele schakers een struikelblok. Ik bedoel het spelen met byes of stilstaande nummers.
A\ ilde men het hierboven omschreven systeem uitvoeren, zonder evenwel de eenig afdoende wijze te kennen, waarop de hyes-kwestie te regelen is, dan zou men afbreken met de eene hand, wat met de andere wordt opgebouwd; men zou tevergeefs beproeven, de orde te handhaven in een koninkrijk, dat tegen zichzelf verdeeld is tenzij men zyn koninkrijk in een republiek herschiep m. a. w. do grondbeginselen losliet, waarmee het systeem staat of valt.
Het behoeft geen betoog, dat het spelen met stilstaande numme/s, zoodra het aantal deelnemers facultatief is, onvermij lelyk wordt. Immers bij een oneven aantal staat in de eerste ronde, nolens volens, een nummer stil en bij een even aantal, behalve wanneer dit een macht is van 2, zal steeds in een der volgende ronden een nummer stil moeten staan. Daar het een onloochenbaar voordeel is, bye te zijn, geldt het derhalve, dit voordeel (nadeel dus voor de overige deelnemers) zoo gering mogelijk te maken. Stel in de eerste ronde 21 deelnemers; dit geeft in de 2de ronde 11 spelers n.1. 10 winners en 1 bye. (No. 21); in de 3de ronde 6 spelers n.1. 5 winners en 1 bye. (No. 21); in de 4. de ronde 3 spelers n.1. 3 winners en een bye (No. 21). In deze laatste ronde wint No. 21 de partij en daarmee den eersten prijs! No. 21. won twee partijen en kreeg er drie cadeau! Dit is echter een schromelijk onrecht, wortelende in de natuurlijke omstandigheid, dat het bezit van een stilstaand nummer des te voordeeliger is, naarmate de wedstrijd ten einde loopt. Hierbij komt nog, dat in bovenstaand geval voor het toekennen vaneeneventueelen4den prijseen kampmoet plaats grijpen tusschen de drie verliezers der 3de ronde, waarbij weder een stilstaand nummer vereischt wordt. Wij stellen een ander voorbeeld: 15 deelnemers; in de 2de ronde derhalve 8 spelers (7 winners van de eerste ronde en 1 bye); in de 3de ronde 4 spelers en in de 5e 2. Hier is slechts éénmaal sprake van een bye n.1. in de 1ste ronde en wel om de zeer eenvoudige reden, dat men in de 2de ronde te doen had met een macht van 2, die, hoe dikwijls ook gehalveerd, nooit een oneven getal kan opleveren. De conclusie is gemakkelijk te trekken: is in de 2de ronde het aantal spelers een macht van twee, dan blijft het noodzakelijk kwaad der byes tot de eerste ronde beperkt en wikkelt zich het verdere verloop van den wedstrijd als vanzelf af, zonder


brandpunten genoemd mogen worden van schaak-ijver, van schakersverbroedering, van schakers-vreugde.
Zóóver zijn wij nog lansc niet. Waarom kwamen van het ongetwijfeld machtige schakerscorps, dat in Amsterdam en in 'stïage kampeert, respect, slechts 22 en 20 man op. toen het signaal werd gegeven tot een vreedzaam krijgsmanoeuver? Is het vrees voor het kruit, die hen weerhoudt of schaamte, dat zij niet allen officieren zijn met eereteekenen van duurgekochte zegepralen? Hebben zij des Zondags gewichtiger, onuitstelbare bezigheden en houdt de mogelijkheid, dat de te winnen prijs de onkosten niet dekt, hen terug?
Een schaker, bij wien niet somtyds een heftige lust brandt, wiens handen niet somtyds jeuken, om zijn kracht den tegenstander te doen gevoelen en die niet tevens elke gelegenheid dankbaar aangrypt, om het aantal zijner schaakvrienden te vergrooten, om zijn schaakherinneringen te vermeerderen en ons door zijn aanwezigheid getuigenis af te leggen van de toenemende bekoring en heerschappij zjjtier koningin is zijn eerenaam niet waardig!
De wedstryd met af- en aanspel te Amsterdam werd door den Secretaris van het V. A. S., E. van Dien, geopend, die zich ook verder met de leiding van het geheel belastte, teneinde van Lennep in de gelegenheid te stellen, onbezorgd zijn wedstrijdpartijen te voeren.
De volgende deelnemers gaven zich op: (het cijfer vóór den naam stelt voor het lotingsnummer, dat achter den naam de klasse) 1. W. B. H. Meiners I, 2. N. W. van Lennep I, 3. H. J. den Hertog I, 4_ G. H. Manikus IY, 5. v. d. Laan III, alle uit Amsterdam; 6. Jb. Beets I, uit Beemster; 7. H. Goudsmit II, 8. A. H. M. Dieperink I, 9. J. J. Veraart I, 10. W. H. v. d. Meulen II, 11. G. J. Gantvoort II, 12. J. F. Pilger Jr. I, 13. J. D. Bleykmans I, alle uit Amsterdam ; 14. M. F. Onnen II, uit Leiden; 15. A. Bleykmans I, 16. H. Kothei, 17. A. E. van Foreest I, 18. L Gans I, alle uit Amsterdam ; 19. P. F. Faber II, uit Andelst; 20. H. Mendes da Costa II, 21. A. Klein III en 22. C. Tinholt II, alle uit Amsterdam.
De volgende tabel moge den loop der partijen veraanschouwelijken. (Ter verduidelijking der voorgaande beschouwingen vermeld ik den uitslag in extenso).

lste ronde 2de ronde 3de ronde 4de ronde 5de ronde
1. Meiners bye ) L. won )
2. Lennep bye ) door lot. / L. won j
3. Hertog bye ) ,T I
4. Manikus bye ) won \ I
5. Laan bye ) i
6. Beets bye ) 11 won ( B won I B won
7. Goudsmit ) ) door l j Bleyk.
9 ?r )' I «• -» 'oti"s imans wr -
• ' vj (Al dl IL )«r / / II I
10. Meulen ) L"0'' 'T" 1 n , , ( . Beets door 11. Gantvoort )r> ) \ V i •
12. Pilger )l • won ) i \ f lotin" en
13. J. BleykmansU ) R won / Tinholt
14. Onnen )ü' won ) [ J. B. / \ verloor te"
15. A. Bleykmans)D ) i' won / I £en van
1G. Kothe ) won ) B. won I Ir I hennep.
17. Foreest )G. won ) door lot. ] > . won J
18. Gans )door lot. ) l
19. Faber bye ) „ j \
20. Mendes bye )*-won. f \
21. Klein bye ) m |T• won I
22. Tinholc bye ) L won -
De verliezers der 3de ronde speelden om 5den en 6den prijs als volgt: Hertog i Goudsmit \ won /
A. Bleijkmans / u ( vvon' Faber ' j R won ]
De verliezers der 2de ronde speelden om 7den tot 9den prijs als volgt. Meiners j Meiners i ,r . \ Manikus won I Meiners , Tann WOn „ , I won ' f Meiners verloor Meulen j \ tegen Gans door loPilger I p r i [ en Klein won Gans | ' ^von jf Qans \ tegen v.d. Meulen. Mendes ) v 1 Klein f K' won - ) ™
153
De verliezers der 1ste ronde speelden om 10 den en 11den prijs als volgt:
1. Gantvoort bye <
2. Dieperink / w i ^ • won 1 q t ? ^ t r- won | f ó. i^ oreest ' \ \r t? ± T ' } Van r'oreest won.
4. Veraart )
5 Onnen ? * • won ' ^ \ unnen \ } Y. won
6. Kothe bye | '
Zoodat de 11 prijzen achtereenvolgens werden gewonnen door Jb. Beets, J. D. Bleykmans, N. W. van Lennep, C. Tinholt, II. Goudsmit, A. Bleykmans, L. Gans, W. B. H. Meiners, A. Klein, A. E. ran Foreest en J. J. Yeraart.
De wedstrijd liep uitstekend van stapel; wel moesten eenige malen de vooral voor schakers zoo onaangename loterij-briefjes te hulp worden geroepen, om remise-partijen te beslissen, maar dit is onvermijdelijk, wanneer de tijd voor een nieuwe partij ontbreekt.
De heeren Beets, Faber en Onnen hadden niet opgezien tegen een reisje om van de partij te kunnen zijn. De eerste (die zich in den wedstrijd een uiterst hardnekkig speler heeft getoond) zal zich zijn moeite wel niet hebben berouwd, doch ook de beide anderen, al mochten zij geen prijs behalen, hebben deze voldoening, dat zij velen, zéér velen buiten Amsterdam wonenden schakers een prijzenswaardig en binnen Amsterdam wonenden een beschamend voorbeeld hebben gegeven.
Tot de beste partijen, in dezen wedstrijd gespeeld, behooren de twee volgende:
Gespeeld 9 Juni 1894.
No. 88. Wit: L. Gans Zwart: Jhr. A. E. van Foreest. Spaansche Partij.
le4 e5 10. P C3 ds 19. Ld6: cd6:
2. P f3 P c6 11. ed6: L d6: 20. P b3 L dy
3. L b5 P f6 12. P e4 Ld; 21. P e5 ! des :
4. o—o P e4: 13. L d2 T e8
5- d4 Le7 14. D 04 h6
6. T ei Pd6!i) I5-Lc3 T e6
7- LC6: bc6:?2) 16. T adi T g6
8' de5 : P f5 17. Le53) D f8
9 D e2 o—o 18. P 05 Le8

22. T dy: T d6
23. T d6: 13 d6:
24. D e4 P d4
25. Des : D e5 :
26. T e5 : P c2:
27. K fi K f8
28. T e4 T e8

39- h3 g5 50. K g4 K f6
39. Te8: K e8: 40. b3 P c6 51. KI15 Kg7
20. a34) as ! 41. Kd3 P e5f 52- b5 P f/tf
31. P a5 : P d4
32. P 04 f6
33. Kei Kd7
42. K 03 g4 53- K g4 Pg2:?
43- b4 cb4 :f 54- b6 P e3f
44- ab4: f4 55. K f3 ??8)P f5
34. K d2 05 45- P C4?5) P 04 : 56- b7 P d4f
35. Kd3 P c6
46. hg4:6)P e5 57- K e4 P c6
36. Ke4 Ke6 47. K d47) P g4: 58 K d5 P b8
37. P b6 ? f5f 48. K e4 P f2:f 59- K.d6 hs
38. Ke3 P e5
49. Kf4: P d3f 60. K 07 remise.
1) Op d5 volgt 7. Pe5 Ld7 8. PfT: Kf7 : 9. Dh5f en wint.
2) dc6: moet hier geschieden. Had Wit echter 6. De2 gespeeld, dan zou na Pd6 7. Lc6: bc6: de goede voortzetting zijn. Zwart komt nu in groote moeilijkheden.
3) Veel sterker schijnt hier 17. Pc5 te zyn. Op Lc5: kan dan volgen Pe5 met beslissend voordeel.
4) Dreigende, het paard te winnen.
5) De eenige zet was hier hg4: Wit heeft het eindspel veel te weinig doortastend gespeeld.
6) Op Kc4: volgt natuurlijk f3 met winst voor Zwart.
7) Op f3 ware Pg4 en Ph4 gevolgd.
8) Kh3H had hier de partij gewonnen.
No. 89. Gespeeld 10 Juni 1894.
Wit: Jb. Beets. Zwart N. W. van Lennep. Giuoco Piano.
1. e4 e5 13- b4 L b6 25. f3!! f5
2. P f3 P c6 14- b5 Pe7 26. T gi T f6
3. LC4 LC 5 15. a4 c5 27. De2 T h6
4. d3 P f6 16. bc6: bc6: 28. L d3 T g8
5. c3 d6 17. Dei 0—0 29. ef5: e4!
6 0-0 L g4 18. a5 Lc7 30. L e4: fg3 :
7 Lg5 h6 19. d4 Khy 31- T g2 gh2;
8 Lh4 g5 20. de5: de5: 32. f6T p g6
JLB Ph5 «• "3 bso 33- •»: Des
10. Khi D f6 22. hg4: hg4: 34- c4 L f4
11. Pd2 Pf4 23. Ph2 D h4 35' ? f3 T
12. L f4: g<4: 24. g3 D h5 36. Lg6.f Tg6.

i5S
37- g5 L g5: 40. Th2:f2) K gö
38. P g5: T g5: 41. D g7f K f5
39. D e7fü K h6 en Wit gaf in eenige zetten mat.
1) Een al te brutale zet en nog wel tegen Beets, die evenals Klaas de Heer bekend staat voor zijn kracht in het weerleggen van incorrecte offers! 2) Spoediger nog besliste Tg5 :
Op Zondagmorgen 17 Ju ui waren in het Zuid-Hollandsch koffiehuis te 'sllage 20 schakers bijeengekomen, teneinde getuigen te zyn van elkanders overwinningen en nederlagen. Het waren 1. J. M. Felix III, uit Leiden; 2. K. Süsholz I, uit Delft; 3. A. G. Vreede III, uit s'Hage ; 4. J. F. Malta I uit Rotterdam ; 5. M. F. Onnen II, 6. T. J. D. Enderle II en 7. J. Fles Jr. II uit Leiden; 8. J. Samson II, uit Leiderdorp; 9. J. G. L. Eisen II en 10. W. Ulle III, uit 'sHage; 11. Dr. A. van Rhijn I, uit Leiden ; 12. C. Bakker III 13. F. L. G. d'Aumerie II en 14. J. J. van der Pot II uit 's Hage ; 15. E. van Dien I uit Amsterdam; 16. B. Yles III uit Leiden; 17. A. B. Bauer II uit Rotterdam ; 18. F. H. H. Schuite II en 19. M. Herz III uit 's Hage ; 20. J. Arellenga II uit Rotterdam.
Na een harden, bijna onafgebroken stryd van 12 uren werd de 1ste prijs gewonnen door den heer J. F. Malta, die achtereenvolgens de heeren Yreede, Süsholz, Onnen en van Rhijn had verslagen ; de 2de door Dr. A. van Rhijn, tegen wien de heeren Bakker, d\Aumerie, van Dien en Herz het hadden afgelegd; de 3de door den heer M. F. Onnen, dij over de heeren Enderle, Fles en Herz had gezegepraald en de 4de door den heer M. Herz als overwinnaar van de heeren Yellenga en Bauer.
Zes consolatie-prijzen werden achtereenvolgens gewonnen door de heeren E. van Dien, J. Fles Jr., T J. D. Enderlé, F. L. G. d' Aumerie, F. H. H. Schuite en J J. van der Pot.
Deze wedstrijd kenmerkte zich voornamelijk door de volslagen onbekendheid van verscheidene deelnemers met het voorgiftspelen.
Zoo hadden de twee partijen, die de heer Herz (Wit) won beide het volgende verloop (Zwart geeft pion f en zet voor): 1 e4 e5 ? ? 2. Dh5f Ke7 ? 3. De5 :f Kf7 4. Lc4f Kg6 ? 5. Df5f KhG 6. d4f g5 7. h4 Le7 8. hg5:f Kg7 9. Df7 mat.
Ongetwijfeld een hoogst merkwaardig geval!
Een andere met dezelfde voorgift gespeelde partij vertoonde deze
openingszetten: 1. e4 eb? 2. Dh5f g6 3. De5 :f De7 4. Pf3 (een uiterst fijne zet, die van aangeboren schaaktalent blijk geeft: Wit wil het paard, ingeval Zwart de dames afruilt, met tempowinst in het spel brengen! 't komt maar op de bedoeling an, ziet Uwe; nee, dan lapte deuze speulder 't em beter, die in dezelfde pesisie, in plaats van 4Pf3, den toren op h8 verschalkte, waarna de volgende geniale zetten geschoven werden : De4 :f 5. Le2 Dg2 : 6. d3, Dhl : 7. Dg8 : Dgl : de rest woonde ik niet bij ; slechts weet ik, dat onder de toeschouwers een algemeen gehits opging van pakze, pakze, raakem, enz: en dat sommigen de behulpzame hand boden, om de stukken op te rapen, die met steeds toenemende woede van het bord werden geslagen.
Een niet minder krukkerig verloop had de volgende partij (Zwart geeft pion f7 en twee zetten voor) 1. e4 d4, d6 2. f4 e6 3. d5 P16 4. Pc3 Le7 5. e5 ? de5: 6. fe5 : Pd5 : enz.
In een der volgende nummers hoop ik een beknopte verhandeling te geven over de beste wijze, zoowel voor Wit als Zwart, om voorgiltpartijen te behandelen
Twee partyen van den Haagschen wedstrijd. No. 90 Gespeeld 17 Juni 1894.
Wit: J. F. Malta Zwart: K. Süsholz. Spaansche Partij.
1. e4 es 12. P a5 K ey 23. T d7 T a7
2. P f3 P c6 13- b3 Kf7
3. L b5 a6 14- L b2 P ej

P C4f K f5
f3 L h6
4. L a4 g6 15. 02-04 P c8 26. K f2 L f8
5. o—o L g7 16. L e5 : L 04: 27, T adi h6
6. Lc6: bc6:? 17. bc4: fes : 28. T f7f Ke6
7. d4 d6 18. Tfdi P d6 29. T dd7 T b7
8. de5 : des : 19. P gsf K f6 30. T cy : T b2f
9. D d8:f K d8 : 20. P ge6 P e4 : 31. K g3 T a2 :?
10. P 03 L e6
21. P e4 :f K e6 32. T f6 mat. 11. P a4 f6 22. P c5f Kf6
No 91. Gespeeld 17 Juni '94.
Wit: E. van Dien Zwart: Dr. A. van Rhijn. Giuoco Piano.
1. e4 e5 3. L 04 L 05 5- L e3 L b6
2. P f3 P c6 4. d3 d6 6. P 03 P f6
7. IJ e2 Le6 15. L b6:? ab6: 23. T adi 05
8. P d5 L d5: 16. g3 K I18 24. 03 b5
9- eds: P e7 17. 0—o D d7 25. abs :?2) D bs :
10. L b5ji) c6

18. D f3 T ae8 26. L d5 P d5:
11. dc6: bc6: 19. T fei P e7 27, D ds: D b2:
12. Lc4 h6
20. D g2 P g6 28. Db6: D f2'f
13. L b3 0-0 21. P g6:f fg6: 29. K hi T a2
14. I h4 P ed5 22. a4 T a8 Opgegeven.
1) In plaats van dezen zet, die slechts Zwart's centrum versterkt, moest Lg5 geschieden.
2) Hierdoor gaat de partij verloren. Door 25. Ld5 Pd5: 26. Dd5 : Ta4: 27. Te5: of 25 Ta4: 26. Lc6 D. onv. 27. Lb5 : had Wit het betere spel gehad.
GRONINGEN. De schaakdag, alhier op 24 Juni gehouden, is boven verwachting goed geslaagd. Volgens 't zeggen van sommigen was er gedurende langen tijd in Groningen niet zoo'n druk bezochte bijeenkomst geweest. Men waande zich terug in de bloeiperiode van den Noordelijken Schaakbond.
De tombola-wedstrijd hield aan van 's middags 2 tot 's avonds 8 uur. Er heerschte bijzonder veel anim >, 't geen bleek uit het feit, dat niet minder dan 34 partijen werden gespeeld. Ook de beschikbare prijken vielen klaarblijkelijk zeer in den smaak.
'sAvonds speelde van Lennep 22 partijen simultaan, waarvan hij er 5 verloor.
De e<;rste der beide correspondentie-partijen, die Groningen met Appingedam voert (zie vorig nummer, bladzij 71) is met de nederlaag der Appingedammers geëindigd. Na (13 Dh8:) 0—0—0 14. Ld2 hö" 15. 0 0 -0 16- Pd4 Pe5 17. Tel Lg7 18. Dh7 abandonneerde Zwart.
HELDER. lusschen de Schaakvereenigingen te Arnhem en te Ilel der is een correspondentiepartij begonnen. Reeds de volgende zetten zijn gedaan: (Helder heeft wit) 1. a3 d5 2. d4 c5 3. dc5: e5 4. e4.
LEIDEN. In de correspondentie-partij Excelsior-Heemskerk geschiedden verder de volgende zetten : (zie vorig nummer, bladzij 72) 23 P«'3 fg2 : 24. Kg2 : Lh3:f 25. Kh3: Pf2: f26. Tf2: Tf2: 27. Pf5 De6 28. Do°4 O
ROTTERDAM. In ons vorig nummer werd de uitslag meegedeeld van den onderlingen wedstrijd, dien de afdeeling alhier houdt, zoowel wat betreft de eerste a's de derde klasse. Thans zijn ook in de tweede klasse alle partijen gespeeld en wel met het volgende resultaat.
N AM EN. LanMnck. Schipper. Haeften. Bauer. Vellenga. Lowis. Francois. Elzas. Hoes. Totaal.
J. Lant inck.
Schipper.

E. M. Hoes.
UTRECHT. De uitslag van het handicap-tornooi is als volgt: I. J. Wiedeman met iO / 2 II. E. L. Olland met 8V2 III. A. G. Oiland met 7en IV D. W. van Rennes met 7V2 winstpunt. Om 3den en 4den prijs werdgekampt'laIeli itlrliiitz-Lasker. De verwachting, gegrond op den uitslag der laatste partijen, dat Lasker de match zou winnen, is verwezenlijkt. Het eindresultaat was Lasker 10, Steinitz 5, Remise 4.

159
Overzicht.
Datum. Voorzet. Opening. Winner. Aantal zetten, 3 Mei. S d4 opening remise 50
5 » L Spaansche partij S 55
8 » S d4 opening S 46
15 * L » L 44.
17 " S » L 54
20 » L Giuoco-piano S 51
22 > S d4-opening remise 61
26 » L > L 52
Het scheen aanvankelijk, dat hij hervatting vin den strijd te Montreal, het Geluk Steinitz wederom gunstig gezind werd. Niet onwezenlijk droeg hiertoe de houding der Montrealsche schakers, zijn voornaamste hackers, bij; in plaats van den kampioen zijn verliezen te verwijten en hem door minachting en spot met zijn bizarre speelwijze, geheel te ontmoedigen, staken zij hem integendeel, zooals het trouwens enthousiasten vereerders betaamt, een riem onder het hart en verklaarden openlijk, dat hoe ook de uitslag der match mocht zijn, Steinitz steeds voor hen zou blijven de groote en geliefde meester. Toen Lasker door tweeopeenvolgende nederlagen teMontreal ondervond, dat zijn tegenstander ,,op stoot" was, maakte hij van zijn recht gebruik om een week vacantie te nemen, welke hij doorbracht te St. John. Het beoogde doel werd inderdaad bereikt. De interruptie der vijandelijkheden had tegelijkertijd een interruptie van Steinitz' overwinningen ten gevolge en de score klom met 9 partijen tegen 4 in het voordeel van Lasker. Dat Steinitz onder deze verpletterende omstandigheden, nog de 17de partij door uiterst gezond en gedecideerd spel tot winst en de 18de tot remise vermocht te voeren, moet alleszins bewonderenswaardig worden geacht.
De populariteit der match te Montreal moet ongelooflijk groot geweest zijn. Zoo weet men te verhalen, dat lieden die nauwelijks een schaak- van een dambord konden onderscheiden in de algemeene geestdrift deelden ; dat door bemiddeling van den bekenden probleemdichter J. N. Babson op verschillende plaatsen der stad groote, speciaal daartoe vervaardigde, schaakborden waren opgesteld, waarop de loop der partijen naarmatedeze vorderden, kon worden gevolgd; dat voornamelijk echter een reusachtig doek, (voor de bureaux van de »Star« aangebracht, hetwelk, door middel van electriciteit, de telegraphisch van het slagtooneel meegedeelde zetten onmiddellijk bekend maakte) ontzaglijke menigten deed samenstroomen, zoodat de politie met geweld den doorgang moest vrijhouden; dat de zaal, waarin de helden gezeten waren formeele belegeringen had te doorstaan; dat zelfs op de planken onder

luid gejuich der toeschouwers »de match« werd gegeven; *dat in één woord te Montreal niet anders gedroomd, gedacht, gesproken en gewed werd dan »de match om het kampioenschap»
Nog maakten de Amerikaansche rubrieken eenige belangrijke geschillen wereldkundig, die tusschen Steinitz en Lasker bij het spelen rezen. Toen Steinitz zijn iiden zet in de 12de partij moest doen, stond Lasker op en begon een gordijn neer te laten, teneinde zich tegen de zon te beschutten. „Laat dat, zeide Steinitz' nijdig, of doe het in Uw eigen tijd. Ge hebt dergelijke praktijken te Philadelphia beproefd, maar ge kunt ze hier niet herhalen^ Dit incident scheen Steinitz' gedachtengang geheel te hebben verstoord, want het duurde een vol kwartier voor hij zijn keuze definitief had bepaald.
Een ander maal was het Lasker, die zich over Steinitz' gewoonte, onder het spelen voortdurend limonade door strootjes op te slurpen, meende te moeten beklagen en verzocht aan een apart tafeltje te mogen plaatsnemen, 't geen echter door de scheidsrechters werd geweigerd.
Verreweg het meest tragi-komisch was evenwel een 11 Mei uit Montreal verzonden telegram, dat Lasker's vertrek naar St. John aan diens vrees toeschreef, vergiftigd te worden, daar hij zich beklaagd had over de leden van de Cosmopolitan club, die hem voortdurend wat te drinken boden!! De ware toedracht der zaak was echter, dat Lasker gesproken had van de verveling, telkens de gastvrijheid van de hand te moeten wijzen, diehem letterlijk van alle kanten werd opgedrongen, zoodat zelfs Pollock lachend het voorstel deed, biljetten aan te plakken, waarop den toeschouwers verzocht werd geen verveischingen aan de beide spelers te offreeren!
Toen Steinitz de laatste partij had opgegeven, stond hij onmiddellijk op en bracht een driedubbelen dronk uit op het succes van zijn tegenstander. Deze bedankte en gaf verder in zijn antwoord zijn groote waardeering voor het spel van Steinitz en diens hoffelijke manieren tijdens dematch te kennenDaarna zette zich Steinitz, als ware de uitslag hem gansch onverschillig, tot kaartspelen met eenige vrienden. „Evenwel, schrijft de Baltimore News, lijdt het geen twijfel, dat hij in de laatste partij al zijn krachten inspande en zich haar verlies bijzonder aantrok. Zoowel in de pauze tusschen 6 en 8 uur des avonds, als eenigen tijd na het opgeven der partij kon men opmerken, hoe hij haar voor zich zelf oplettend bestudeerde, alsof hij wildenagaan welke
* Een kleinen nagalm hiervan kon men onlangs in het Theater de Vereeniging te Amsterdam vernemen, waar de bekende komiek Nico de Haas in een zijner coupletten uitdrukking gaf aan de gedachte, dat iemand minstens de hersenen van Lasker noodig had, wilde hij het biljet der bedrijfsbelasting naar behooren kunnen invullen!

zijn beslissende fout was geweest. Steinitz is der meening toegedaan, dat, zonder Lasker te na te spreken, die veel kracht en talent ontwikkelde, de match een anderen uitslag zou hebben opgeleverd, wanneer hij in het begin van den strijd goed gedisponeerd geweest was. Ook nu nog meent hij Lasker te kunnen kloppen en de meerderheid zijner backers schijnt door Lasker's overwinning niet in hun vertrouwen op Steinitz' onoverwinnelijkheid geschokt te zijn! De backers van Laskerhebben gevolggegeven gegeven aan hun voornemen, om hun aandeel in de winst af te staan ten voordeele van Steinitz. Verder moeten verschillende liefhebbers het initiatief genom:n hebben, om den grijzen meester een jaarlijksche tegemoetkoming te verschaffen".
Evenals in zijn laatste match met Tschigorin, leed Steinitz ook in dezen kamp voortdurend aan hevige slapeloosheid, Daarbij komt, dat de 59-jarige meester reeds tweemaal door een beroerte getroffen en lichamelijk geheel gebroken is. Slechts met behulp van een kruk en een stok kan hij zich nog voortbewegen.
Door verschillende autoriteiten zijn reeds min of meer uitvoerige beschouwingen aan den uitslag der match gewijd. Het oordeel van Albin, Von Bardeleben en Hoffer is bepaald ongunstig voor Lasker in zooverre, dat deze drie hem de overwinning niet aanrekenen als een bijzondere verdienste. Niet Lasker heeft de match gewonnen door diepte van spel, door rijkdom en oorspronkelijkheid van combinatie, door overwegendepositiekennis ofzelfs door Morphyaansche correctheid (Morphy was véél correcter dan Lasker), maar Steinitz heeft de match verloren door zijn kinderachtig vasthouden aan bizarre speelwijzen, door zijn volslagen gebrek aan oefening, maar voornamelijk door zijn hoogen leeftijd, die hem belet heeft, de vroegere onoverwinnelijke kracht te ontwikkelen. Steinitz is de eerste meester geweest, die het wereldkampioenschap tot na zijn 40ste jaar met succes heeft verdedigd en tevens de eerste, die dezen titel langer dan 10 achtereenvolgende jaren heeft gedragen. Alles heeft echter grenzen hierbeneden, zelfs het genie van een Steinitz. Wanneer 59 jaren van bijzonder ingespannen arbeid het lichaam hebben gesloopt, dan is het zeker te bejammeren, maar niet meer dan natuurlijk, zoo ook de geest hiervan den nadeeligen, afinattenden invloed ondervindt en zoo de helderheid van denkvermogen, zoo onontbeerlijk voor de analyse van ernstige partijen en zonder welke men zelfs in goede stellingen de juiste zetten niet kan vinden, hare diensten weigert. Dr. Tarrasch schrijft in het Frankfurter Schachblatt: „Wij moeten van ons voornemen, een uitvoerige critiek op de matchSteinitz-Lasker te leveren, afstand doen, daar wij anders wellicht niet strict

onpartijdig zouden kunnen blijven. Slechts dit wil'en wij opmerken, dat Lasker geer. enkele partij in grootschen stijl heeft gewonnen; veelmeer kan men, zoo men aan de meermalen getrokken- parallel tusschen het schaakspel en den krijg wil vasthouden, Lasker's speelwijze met denGuerilla-oorlog vergelijken.»
Steinitz heeft terstond den nieuwen wereldkampioen tot een tweede match uitgedaagd, te spelen onder dezelfde conditiën als de eerste.
Volgens de New York Sun was Lasker den aden Juni in New York, waar hij tot een berichtgever van genoemd blad zeide: ,,Waarschijnlijk zal ik de uitdaging aannemen, daar ik van oordeel ben, dat Steinitz dienaangaande aanspraak kan maken op de eerste rechten. Echter zal ik de zaak zeer ernstig overwegen. Ik heb eenige zaken in deze stad af te doen en zoo spoedig ik kan, vertrek ik naar Europa. Vermoedelijk zal ik Berlijn bezoeken, Engeland en Frankrijk. Ik zal geen moeite hebben, om backers te vinden. Ik za! voorstellen, om de nieuwe match in Montreal Ie beginnen, want ik ben van oordeel, dat de schaakspelers te New York recht hebben op het slot ervan.»
Noch schrijft Dr. Tarrasch naar aanleiding hiervan: »Naar alle waarschijnlijkheid zal Steinitz ook de tweede match verliezen, want hij is verreweg niet meer in het volle bezit van zijn vroegere veerkracht, terwijl alle excentriciteiten van zijn speeltrant gebleven zijn. Slechts één is het vergund geweest, tot aan zijn dood de sterkste schaker der wereld te zijn n.1. aan Philidor. Maar destijds was de concurrentie nog niet zoo hevig. Steinitz heeft niet goed eraan gedaan, Lasker's uitdaging aan te nemen; hij had zich kunnen tevreden stellen met den roem, gedurende een kwart eeuw al zijn tegenstanders te hebben overwonnen. D e Steinitz, die in het Weener tornooi 1873 den eersten prijs behaalde, was onoverwinnelijk, evenals de Zuckertort, die in het Londensche tornooi 1883 de zege wegdroeg!
LEIPZIG. Het negende congres van den Duitschen Schaakbond zal gehouden worden te Leipzig, van 1 tot 15 September, in het hotel „Europaischer Hof'. Het programma is buitengewoon afwisselend en belooft den deelnemers en bezoekers veel genot. Al lezende krijgt men den indruk van één groot feest. De eigenlijke wedstrijden schijnen bijzaak; hoofdzaak daarentegen : banketten; riitoertjes, concerten, uitstapjes, voordrachten van allerlei aard etc. etc. niet te vergeten: een „Famihen-Abend in Gemeinschaft mit Damen" ! Zondagmorgen 2 September, zullen de Congres-bezoekers zich gezamenlijk naar het kerkhot begeven, ten einde op het graf van den diepbetreurden Zwanzig een krans te leggen.
Op de Vergadering zullen voornamelijk voorstellen in behandeling komen, die de reorganisatie van den Uuitschen Schaakbond bedoelen.

De prijzen in het Meister-Turnier, tot hetwelk niet meer dan ongeveer 15 deelnemers toegelaten zullen worden, bedragen resp, 800, 500, 300 en 150 Mark; die in het Haupt-Turnier 200, 150, 100 en 50 Mark. Verder zullen er nog Neben-Turniereen een Lösungs-Turnier gehouden worden metkunstvoorwerpen als prijzen. Voor het Haupt-Turnier (aanmeldingen tot 1 September des avonds) worden als deelnemers genoemd: Trenchard, Loman en Owen Jones uit Londen en van Lennep. Wie ditmaal in het Meister-Turnier (aanmeldingen tot 1 Augustus) de concurrenten van Dr. Tarrasch zullen zijn, is nog niet bekend. Teichmann uit Londen zal zich in alle gevallen inschrijven, maar 't staat te bezien, of hij door de commissietoegelaten wordt. Belangrijker is zeker de vraag, of Lasker van plan is in Leipzig tetoonen, dat hij niet allee,1 in matches allen anderen schakers de baas is. De Duitschers hopen en verzekeren het. Zij zouden Lasker zoo graag zien verslaan door hun Tarrasch! De laatste schrijft eenigszins ondeugend: Volgens de laatste berichten bevindt Lasker zich op de terugreis naar Europa;ongetwijzal hij deelnemen aan 't Leipziger congres, en zoo zal de schaakwereld eindelijk eens gelegenheid hebben, de kracht van den jongen meester in een groot internationaal meester-tornooi te bewonderen.
PARIJS. De beide correspondentie-partijen met St. Petersburg zijn als volgt voortgezet :
Parijs-St. Petersburg: 6. Db3, Dc7 7. Pe5, Lf5 8. Ld3, Ld3 : 9. Pd3 :, Pbd7 10. Pe2, Pe4 11. f3, Dasf 12. Kfi, dc4: 13. Dc4:, P4f6 14. Dc3, Dfs. St. Petersburg-Parijs: 6. 0—0, d6 7. d4, Ld7 8. Db3, De7 9. de5: des:io. Tdi, Td8 11. Td5, Lb6 12. Lb5, De6 13. Lc6:
Hoffer heeft in de „Field" en in „Chess Monthly" verklaard, dat deze correspondentie-partijen veel aan belangrijkheid verliezen, doordat Rosenthal geen deel uitmaakt van het Parijsche comité. „La Stratégie" acht deze opmerking — nu de partijen nog slechts zoo weinig gevorderd zijn — kwetsend voor Arnous de Rivière, en beschoufvt het overigens als zeer natuurlijk, dat Rosenthal, die het Café de la Régence nooit bezoekt, niet geraadpleegd wordt, waar het een kamp geldt, tusschen de habitués van genoemd café en de club in St. Petersburg.
De medewerking van Alapin, die te Parijs vertoeft, heeft een protest uitgelokt van Tschigorin, waarbij deze verklaart, dat, als Alapin tegen hem zijn theoretische noviteiten in 't Evans-gambiet beproeven wil, hij een minimuminzet van frs. 3000 tot voorwaarde stelt.
Een korte briefwisseling heeft echter dit incident uit de wereld geholpen; Tschigorin heeft nu het recht der Parijsche amateurs erkend, om Alapin te raadplegen.

Alphonse Goetz heeft zich uit de Parijsche commissie teruggetrokken ; hij is vervangen door Boiron, „Ie doyen des professeurs du Café de la Régence." MATCHES. Een tusschen H. W. Trenchard (wiens beeltenis in het Juli nummer van de Chess-Monthly prijkt) en Rud. Loman gespeelde match eindigde met de overwinning van laatstgenoemde: L7, T4, Remise 2. Plaatsgebrek noopt ons een der interressante partijen tot een volgend nummer te bewaren. Hodges en Showalter spelen een nieuwe match om het kampioenschap van Amerika. De eerste werd door Showalter met 7 tegen 6 winst punten gewonnen. Over den stand in de tweede stemmen de berichten uit New-York niet met elkander oveieen. In allen gevalle moet Hodges vóór zijn. Te Berlijn matchten Walbrodt en Mieses. De bewonderaars van Walbrodt zal het resultaat teleurgesteld hebben. Mieses, die in 1890 een match verloor tegen Lasker (o tegen 7) speelde correct en brillant, zoodat Walbrodt blij moest zijn, er met remise af te komen. MÜNCHEN. Wij ontvingen een afdruk van het zeer uitvoerig, door Kohtz en Kockelkorn samengestelde, rapport in zake het 2e internationale probleemtornooi der „Miinchner Neuesten Nachrichten." Plaatsgebrek noopt ons, de beschouwingen, die wij zouden willen wijden aan deze voorname „Schacharbeit," die veilig e en i g in haar soort mag genoemd worden, uit te stellen tot het volgend nummer.— De Nederlandsche deelnemers kwamen er kaal af: niemand kreeg zelfs maar een eerv. vermelding. Mochten de Nederlandsche auteurs, die mededongen, het verslag niet ontvangen hebben, dan verzoeken wij hun, onzen probleemredacteur hun motto's op te geven ; wij zullen hun dan in 't volgend nummer meedeelen, welk lot hun inzendingen wedervaren is.
Correspondentie.
Rud L. te L. Gaarne vermeld ik, dat de uitgevers van de Amsterdammer zonder Uw voorkennis Uw portret in hun courant plaatsten.
Dr. N. W. B. te G. De kwestie komt mij voor de praktijk weinig belangrijk voor. Daar men echter tusschen L en R behoirt te kiezen, verdient ra. i. de meest correcte notatie de voorkeur en die is onge wijfeld L. Dr. A. v. d. Linde is de eerste geweest, die op wetenschappelijk historische grouden de beuaming Raadshier heeft bestreden. Ik verwijs U 0. a. naar bladzij 59 en 60 van zijn uitnemend „Leerboek van liet Schaakspel". Hierbij komt, dat de benaming Looper thaus vrij algemeen in ons land wojdt gebezigd en ik het derhalve een dubbele dwaasheid zou vinden, het minder goede „Raadsheer" wederom iu eere te herstellenv. L.