Frans Halsplein 5 2021 DL Haarlem tel: 023-5254025
E-mail: bondsbureau@schaakbond.nl
Internet: www.schaakbond.nl
Vormgeving & Lay-out:
Interface Communicatie B.V., Ede www.ifcommunicatie.nl
Druk
Koninklijke BDU Grafisch
Bedrijf BV, Barneveld
ISSN: 1385-8807
Voorpagina:
Magnus Carlsen verloor twee keer op rij, maar won toch het Gashimov Memorial
Voorloper
Toernooien
Carlsen wint Gashimov Memorial
ondanks twee nederlagen op rij
Magnus Carlsen wint Gashimov-memorial
Wereldkampioen Magnus Carlsen heeft het Gashimov-herdenkingstoernooi in de Azerbaidzjaanse stad Shamkir op zijn naam geschreven, ondanks twee nederlagen. Het was dan ook een waanzinnig sterk bezette zeskamp, ter nagedachtenis van de op 27-jarige leeftijd aan een hersentumor overleden Vugar Gashimov: de zwakste speler had met 2713 nog altijd een torenhoge rating! Carlsen won weliswaar vijf partijen, maar in de vierde en vijfde ronde liep hij tegen twee keiharde nullen aan. Groot nieuws natuurlijk, een verliespartij van Carlsen is al een zeldzaamheid en twee achter elkaar is helemaal sensationeel.
Zit er een duidelijke lijn in zijn verliespartijen? Hebben ze eindelijk zijn zwakke plek gevonden? Dat is nog maar de vraag, de rode draad lijkt te ontbreken. In de vierde ronde was Carlsen zo verstrikt in diepe overpeinzingen over de meest veilige weg naar gelijk spel, dat hij de bananenschil vlak voor zijn voeten niet opmerkte. Pats boem pion kwijt, en hij was op slag kansloos.
In de vijfde ronde bereikte hij niets in de opening en misschien was het toen verstandig geweest om remise te forceren. Maar dat is niet de aard van het beestje, Carlsen ging er vol in - compleet met kwaliteitsoffer – maar tegenstander Radjabov bleef in gierende tijdnood op de been en won met al zijn verbonden vrijpionnen. Dus ruw samengevat: een slordigheidje en te veel optimisme hebben hem in deze twee partijen genekt. Eerst aandacht voor het slordigheidje.
Caruana-Carlsen, 4e ronde
Van de jonge generatie topspelers is de Amerikaanse Italiaan Fabiano Caruana naar mijn idee de grootste bedreiging voor Carlsen. Beiden koelbloedig, vasthoudend en onvermoeibaar, Caruana weet meer van de openingen maar voorlopig legt hij het nog af tegen de fluwelen middenspeltechniek van Carlsen. Hikaru Nakamura laat in spraakmakende interviews regelmatig weten dat hij de voornaamste kandidaat is om Carlsen aan de top op te volgen, maar vooralsnog laat de Amerikaan het bij woorden. Hij heeft nog nooit een onderling duel gewonnen van Carlsen, maar naast vijftien remises heeft hij wel tien (!) partijen van de Noor verloren.
1.e4 e5 2.Pf3 Pc6 3.Lb5 Pf6
De gevreesde Berlijnse verdediging, daarmee dreef Carlsen Anand tot wanhoop in hun WK-match.
Al die varianten in de Berlijnse muur lijken ontzettend op elkaar, maar deze centraliserende zet schijnt een nieuwtje te zijn. Eerder bereikte wit niets met 13.e6 Lxe6 14.Lxc7 Txd1 15.Txd1 Le7. 13…Le7 14.g4 Ph4 15.Pxh4 Lxh4 16.Kg2 Le6 17.f3 b6. Na 17…Ke7 – met het idee om alle torens te ruilen – ruilt wit met 18.Lg3! de lopers van de zwarte velden. Met paard tegen
witveldige loper heeft hij dan goede winstkansen. Met paard en loper tegen loperpaar zijn de witte kansen veel kleiner.
18.b3 c5
Kleine zetjes hebben soms grote gevolgen, dit geeft wit de gelegenheid om zijn paard op d5 te posteren. En hoewel grootmeester Yge Visser zulke paarden regelmatig betitelde als luchthappers, staat het beest daar toch wel heel irritant voor zwart.
19.c4 Td7
Met als plan Ke8-d8-c8, gevolgd door Thd8.
20.Lg3 Le7 21.Txd7
De witte pionnen moeten naar voren, maar wel met beleid. Na 21.f4 h5! 22.f5 Txd1 23.Txd1 Lc8 gevolgd door Lb7 heeft zwart tegenspel.
21…Lxd7
Niet 21…Kxd7? 22.f4! Kc6 23.f5 Lc8 24.Pc3! Td8 25.Pd5 Lf8 26. Te1 met totale dominantie voor wit.
22.Pc3 Kd8 23.Pd5 Te8 24.Td1
26.e6+ en wit wint. Een aardig variantje: 26…Kc6 27.Txd7 fxe6
kon het nu allemaal weer op zijn gemak uitrekenen.
Nu is het lelijke 24…c6 de aangewezen zet. Lelijk, want na 24.Pxe7 Txe7 25.f4 kan de zwarte loper nooit meer naar c6. Interessant na 24…c6 is 25.Pc7!? met als mogelijk vervolg 25… Tg8 26.Pa6 (dreigt Pb8) 26…Kc8 27.Pb8! Le8 28.Te1! Ld8 (28… Kxb8 29.e6+ Kc8 30.exf7 Lxf7 31.Txe7) 29.e6 fxe6 30.Txe6 en dit lijkt een aardige stelling voor wit omdat 30…Lc7? faalt op 31.Te7! en wit wint.
24…Kc8?
Maar dit verliest pardoes een pion.
25.Pxc7!
Met als simpele pointe 25…Kxc7
28.Tc7 mat! Zelfs iemand met een rating van bijna 2900 blijft gevoelig voor blunders, een troost voor ons allen.
25…Td8 26.Pd5 Te8 27.Le1
Ld8 28.Lc3 g6 29.Kg3 b5
Een wanhopige poging tot tegenspel, anders drukt wit op door met f4-f5.
30.cxb5 Lxb5 31.Pe3 Te6 32.f4
Ta6 33.Td2 h5 34.gxh5 gxh5
35.Pf5 Tg6+ 36.Kh2 Lc6
Een mooie diagonaal voor de loper, maar het is allemaal gebakken lucht.
37.Pd6+ Kb8 38.f5 Tg8 39.f6!
Zet de loper op d8 buitenspel.
39.Pxf7 Lh4 40.Ph6 is nodeloos ingewikkeld.
39…Lb6 40.Pc4
Een veilige zet in tijdnood. Met 40.Pxf7 was niets mis.
40…Te8
Na 40…Lc7 vervolgt wit met 41.La5!
41.Pd6 Tg8 42.Pxf7!
Tijdcontrole gehaald, en Caruana
42…c4 43.h4 Tg4
Op 43…Le3 volgt 44.Td8+ met torenruil
44.e6!
Rukt verder op naar de promotielijn en brengt Lc3-e5-g3 in de stelling.
44…Le3 45.Le5+ Ka8 46.Td8+ Kb7 47.Lg3 c3
Nu deze pion nog even afstoppen en alles is klaar.
48.Tb8+ Ka6 49.Tc8 Ld5
Of 49…Kb6 50.Pe5 en wit wint.
50.Txc3 Ld4 51.Td3 Te4 52. Td2 Txe6 53.Pg5 en Carlsen gaf zich gewonnen, hij gaat min-
stens een stuk verliezen.
Partij verloren, kan een keer gebeuren. Wijlen Tigran Petrosjan laste dan steevast een herstelremise in, maar Carlsen wilde deze nul meteen rechtzetten. Ook Radjabov had er zin in, en dus ontstond er een meeslepend gevecht.
Carlsen-Radjabov, 5e ronde
1.d4 Pf6 2.c4 g6 3.Pc3 Lg7 4.e4 d6 5.Pge2
Een zijvariant. De echt grote hoofdvarianten gaat Carlsen liever uit de weg.
5…0-0 6.Pg3 e5 7.d5 a5 8.Le2 Pa6 9.h4 h5.
Nu wordt het doorzetten van het thematische f7-f5 een hele klus omdat pion h5 na ruil op f5 vaak blijft hangen. Daar staat tegenover dat een wit plan met g2-g4 ook heel wat vertraging oploopt.
10.Lg5 De8 11.Dd2 Pc5 12.00-0
Fabiano Caruana bracht Carlsen een eerste gevoelige tik toe (Foto: Peter Doggers)
Met het logische 12.f3 had Carlsen zwarts volgende zet kunnen voorkomen.
12…Pg4 13.Lxg4 Lxg4 14.f3 Ld7
aardig – zwart krijgt een mooi veld op d3 voor zijn paard –maar na 22.Tg3 Pd3 23.Tg5 Lf6
24.Ld4! heeft wit alle troeven in handen. Hij kan gewoon om dat paard op d3 heen spelen. 22.Pxe4
De spelers hadden heel wat om over na te denken. Hoe moet de stelling na 22.fxe5 Pxc3+ 23.Pxc3 dxe5 24.Lg5 f4 25.Thh1 Lf5 26.Pe4 Dg6 27.The1 getaxeerd worden? Carlsen kiest een heel andere weg.
22…fxe4 23.Tg3 Lg4
Hier kan wit min of meer remise afdwingen met 15.Lh6. Na 15… Pd3+ 16.Kb1 Lxh6 17.Dxh6 Pf2 18.Pxh5 gxh5 19.Dg5+ is het eeuwig schaak.
15.Le3 b6 16.Kb1 Kh7 17.Dc2 a4 18.Pge2 f5
Zodra het paard g3 verlaat, kan zwart actief worden met deze zet.
19.exf5 gxf5 20.Th3!?
Nog nooit gezien in deze structuur, wit probeert zijn toren naar g5 te brengen.
20…Kh8 21.f4
Gedwongen, zwart dreigde f5-f4. 21…Pe4!
Zwart wil de stelling open en dynamisch houden. 21…e4 lijkt
Dwingt wit min of meer tot een kwaliteitsoffer, immers de stelling na 23.fxe5 Lxe5 24.Ld4 Lxd4
25.Txd4 De5 is vrijwel onspeelbaar voor wit.
24.Txg4 hxg4 25.f5!
En nog een aantrekkelijke zet, om de loper op g7 ‘slecht’ te houden. Op zich een schitterend
concept van Carlsen, maar het is allemaal net niet voldoende.
25…Txf5 26.Pg3 Tf8 27.Dxe4
Na 27 Pxe4 is 27…Dg6! lastig. Een mooie variant van Dimitri Reinderman op Schaaksite: 28.h5 Dxh5 29.Pg3 Dh7 30.Th1 Dxh1+! 31.Pxh1 Tf1+ 32.Pc1 Lh6! en zwart wint.
27…Dd7 28.b3 b5 29.c5 Wit houdt de b-lijn liever gesloten.
29…dxc5 30.h5
Want 30.Lxc5 Tf4! is uiteraard niet de bedoeling, dan wordt zwart te actief.
30…c4 31.h6 Lf6 32.Lc5 Tf7
33.Tf1 Te8 34.Lb4
Weer een fraaie variant van Reinderman: 34.Dg6 Dxd5 35. Txf6 Dd1+ 36.Ka2 Db3+ 37.Ka1 c3!! 38.bxc3 Dxc3+ 39.Kb1 Td8! en de zwarte aanval komt eerder.
34…Lg5 35.Pf5 c6!
Een geweldige vondst! Eén van de pointes is 35.dxc6 Dd3+ 36. Dxd3 cxd3 met een gewonnen eindspel voor zwart.
36.Ld6 Lf4 37.Pg7 Dxd6!
Zwart offert materiaal terug om van al het witte gerotzooi af te zijn.
38.Pxe8 Dxd5 39.Dxd5 cxd5
40.g3 Kh7
Zo krijgt zwart een hele doos vol pionnen voor het stuk. Ook 40…Te7 41.Pf6 Lxh6 42.Pxd5 Td7 zal wel winnen.
41.gxf4 exf4 42.Pd6 Tf6 43.Pb5 f3 44.Pd4 Kxh6 45. Kc2 Kg5 46.Kd2 f2 47.Pe2 Tf3 48.Kc2 Kh4 49.Th1+ Th3 50.Tf1 g3 51.Kd2 Kg4 en Carlsen staakte de strijd. Wat een schitterende partij, pure propaganda voor het schaakspel!
Van 2½ uit 3 naar 2½ uit 5, zoiets komt hard aan. Maar Carlsen is gewoon te evenwichtig – en vooral ook te goed - om helemaal in te storten. Hij toonde zich een ware wereldkampioen door het toernooi te besluiten met 4 uit 5, een eindsprint waar niemand aan kon tippen.
Carlsen en Radjabov maakten er een spektakelstuk van, Radjabov won met al zijn vrijpionnen (Foto: Peter Doggers)
Bart von Meijenfeldt verrast Ducarmon
Ratingfavoriet Quinten Ducarmon had het allemaal zo mooi uitgestippeld. De enige internationale meester in het deelnemersveld ging ‘even’ de titel ophalen om vervolgens deel te nemen aan het WK jeugd in een ver en exotisch land. Maar zoals zo vaak kwam er een kink in de kabel. Een ontketende Bart von Meijenfeldt scoorde 8 uit 9 en bleef Ducarmon een punt voor. De beslissing viel pas in de laatste ronde. Beiden gingen met 7 uit 8 deze slotronde in. Wie zou zijn zenuwen het beste in bedwang kunnen houden? Het zat Von Meijenfeldt niet tegen: hij kreeg zijn complete voorbereiding op het bord en met behulp van een sterk dameoffer ging hij dwars door de vijandelijke linies heen.
Mollema-Von
Meijenfeldt, 9e ronde
1.e4 c5 2.c3 d5 3.exd5 Dxd5 4.d4 g6 5.Pf3 Lg7 6.Pa3 Brengt zowel Pb5 als Lc4 in de stelling, het wordt meteen heel tactisch.
6…cxd4 7.Lc4 De4+ 8.Le3
Nu kan de zwarte dame niet meer terug naar d5, maar geen nood: het gaat allemaal volgens plan.
11…Dg4 12.h3
Wit neemt de handschoen op. Na 12.0-0 Pf5 13.h3 Dh5 zal zwart wel voldoende tegenspel hebben.
12…Dxg2
Ongelijk bekennen met 12…
Dh5 of 12…Dd7 was uiteraard niet de bedoeling van de zwartspeler, ook hij gaat er vol in. De dame gaat verloren, maar Von Meijenfeldt heeft scherp gezien dat hij genoeg compensatie krijgt.
13.Ke2 Pg4!
Alles nog bekend, de theorie gaat heel diep tegenwoordig –zelfs in die ogenschijnlijk zo rustige 2.c3 variant.
8…Ph6
Niet 8…dxe3? 9.Lxf7+! Kxf7 (9… Kf8 10.Dd8+ verandert niets aan de zaak) 11.Pg5+ en wit wint de dame.
9.cxd4 0-0 10.Db3
De normale zet is 10.0-0, maar dit is veel scherper. Zwart moet nu ook rekening houden met Lc4-d5.
10…Pc6 11.Ld3
15…Pxg2
De enige verdediging tegen de dreiging Tag1.
14.Tag1
Het alternatief is 14.hxg4 Lxg4
15.Le4 Pxd4+ 16.Lxd4 Lxd4 17.Thf1. Zwart heeft drie pionnen voor een stuk en het is volkomen onduidelijk wie daar de beste kansen heeft.
14…Pxe3 15.Txg2
15.Kxe3?? Dxf3+! 16.Kxf3 Pxd4+ zou een hele koude douche zijn.
Zwart heeft toren, stuk en pion voor de dame en wat nog veel belangrijker is: de witte structuur is verdwenen, zijn overgebleven stukken hebben geen logische velden meer. 16.Pc2?
Te passief, alleen met het actieve 16.d5 kon wit nog van zich af bijten.
16…Le6
Nu heeft zwart totale controle en de rest verloopt soepel. De dame blijkt geen partij voor de prachtig samenwerkende zwarte stukken.
Bart von Meijenfeldt kaapte de titel voor de neus van topfavoriet Quinten Ducarmon weg (Foto: Ab Scheel)
Tfe8 24.Dd6 Lxe3 25.fxe3
Pxe2 26.Kxe2 Tc2+ 27.Kf1
Tec8 28.Tg5 g6 29.Te5 Lg2
30.Ke1 Lf3 31.Kf1 Lg2+
32.Ke1 Lxh3 33.Tb5 Lg4 34. Kf1 Le2+ en 0-1.
Toen moest Ducarmon aan het andere topbord alles-of niets gokken tegen Zyon Kollen. In de diagramstelling is het mooiste er al af bij wit. Het zag er even veelbelovend uit in een Franse partij, maar zwart bleef op de been en nu gaat Ducarmon –noodgedwongen – veel te ver.
Ducarmon-Kollen, 9e ronde
Stelling na 28…b5
29.Lxb3?! axb3! 30.Ta1 Pc6 31.Teb1 Ta8 32.Dd2 Db6
Het gaat eigenlijk vanzelf voor zwart. Even tripleren op de a-lijn en de boel stort in bij wit.
33.Te1 Tfa7 34.Db2 Ta6 35.h6 g6 36.Le3 Da7
Het onderlinge duel had Ducarmon al veel eerder in het toernooi met kleine middelen naar zich toe getrokken.
Ducarmon-Von Meijenfeldt, 4e ronde Stelling na 24.Df3
Von MeijenfeldtKevlishvili, 6e ronde
Stelling na 20…Dxc4
Een dichtgeschoven stelling is geen lolletje in een must-win situation. Logisch lijkt nu een opstelling met Lb1, Kh2, Tg1 en ooit een keer g4 – en dan maar hopen dat de bal een keer goed valt. Ducarmon komt met een plan waar weinigen aan gedacht zouden hebben. Hij ruilt op b3 waarna de pion op a3 een zorgenkindje wordt.
Dreigt zowel Txa3 als Pxb4, wit is kansloos.
37.Df2 Pxb4 38.Dh4 Pc2
39.Lf2 De7!
Bijzonder ontmoedigend voor de witspeler, zwart haalt alle grappen met Df6 er voor de zekerheid nog even uit. De rest van de partij is nauwelijks met droge ogen te aanschouwen. Wit laat zich helemaal kaal plukken en blijft hopen op een wondertje – dat natuurlijk niet komt.
56.g3 Dc4 56.Dd1 b3 en eindelijk staakte wit de nutteloze strijd. Knappe partij van Zyon Kollen!
Geen prettige stelling voor zwart. Wit beheerst de c-lijn en het witte paard is veel actiever dan zijn zwarte collega.
24…Dg5
Ook het eindspel na 24…Dxf3 25.gxf3 Tc7 26.e4 dxe4 27.fxe4 Tac8 28.Tc3 is heel vervelend voor zwart.
25.Tc3
Dekt de pion op e3 en nu staat d5 gewoon in.
25…e6
Verzwakt de zwarte velden, maar ook 25…b6 26.Pd7! Txc3 27.Txc3 ziet er hopeloos uit voor zwart.
26.Pd7! Txc3 27.Txc3 Pc6
Houdt de witte toren van c7, maar nu valt de beslissing aan de andere kant van het bord. 28.Pf6+ Kg7 29.Pxh7!
Met als elegante pointe 29… Kxh7 30.Dxf7+ Kh6/Kh8 31.e4! en tegen Th3+ is niets meer te verzinnen.
29…Df5 30.Dxf5 gxf5 31.Pf6
Met een pion achter een kansloos eindspel voor zwart.
31…Th8 32.g3 Kf8 33.Tb3 Pa5 34.Tc3 Pc6 35.Kg2 Ke7 36.h4 f4 37.exf4 Pxd4 38.Tc7+ en zwart gaf op.
Nog een fragment van de nieuwe kampioen, die op zijn best is als hij onbekommerd aan mag vallen. Een mooi voorbeeld is zijn overwinning op de piepjonge Robby Kevlishvili, Neerlands hoop voor de toekomst.
Op het eerste gezicht een aardige Siciliaan voor zwart. Hij heeft druk tegen e4 en a5/b4 zit eraan te komen. Maar de schijn bedriegt: de witte aanval komt veel eerder.
21.f5!
De spijker op zijn kop. Iets als 21…Lxe4 22.f6! Ld8 23.fxg7 Kxg7 24.Pxe4 Dxe4 25.Df2 Dg6 26.Td6 is onspeelbaar voor zwart, dus hij moet op zoek naar een alternatief.
21…Tfd8?!
Niet onlogisch, maar ook nu gaat het hard. Alleen met het onconventionele 21…f6! had zwart zich succesvol kunnen verdedigen. Maar wie durft zoiets te spelen, zo’n op het oog belachelijke zet die bijna altijd fout is?
22.Df2!
Veel sterker dan 22.f6 Lf8. Met de tekstzet loert wit naar f7 en hij brengt het nuttige Td4 in de stelling.
22…Lf8 23.g6!
De bekende sloopwerkzaamheden nemen een aanvang. Zwart is machteloos.
23…e5 24.gxh7+ Kh8 25.f6! Iedere zet is raak. Nu gaat 25… g6 weer niet wegens 26.Dh4, gevolgd door 27.Lh6. 25…Lxe4 26.fxg7+ Lxg7 27. Lg5 Td7 28.Lf6?
Rosa Ratsma (rechts) versloeg favoriete Ann-Maja Kazarian in de spannende finale (Foto: Ab Scheel)
Een klein vlekje op de partij. Na 28.Pxe4! Dxe4 29.Lf6! is de zwarte stelling niet te verdedigen, b.v. 29…Dg6 30.Lxg7+ Dxg7 31.Tg1 en wit wint in de aanval.
Een blunder. Na 33…Dh5! is er nog niets beslist. 34.Txg6! en volkomen ontredderd gaf zwart zich gewonnen.
Bij de meisjes ging het zoals verwacht tussen Rosa Ratsma en Anna-Maja Kazarian. Zij staken met kop en schouders boven de rest uit, regelmatig waren er ratingverschillen van vijf-of zeshonderd punten te zien in de partijen met de anderen. AnnaMaja won het onderlinge duel, maar ze verloor heel verrassend van Timardi Verhoeff en daardoor slaagde Rosa er in om toch nog langszij te komen. Beiden 7½ uit 9, en de beslissingstweekamp werd heel spannend. In de eerste partij had Rosa goede kansen, maar ze liet het remise lopen. In de tweede partij had Anna-Maja de overhand, maar in het verre eindspel greep ze mis waarna Rosa de titel kon binnenslepen. Dertig jaar gele-
den stonden de meisjeskampioenschappen bol van de taaie schuifpartijen, maar die tijden zijn geweest. Ik zag veel scherpe Sicilianen langskomen waarin van alles gebeurde. Zomaar een voorbeeldje:
KazarianWaardenburg, 2e ronde Stelling na 19.e5
20…fxe5 21.hxg7 Tg8 22. Lxh7 Txg7 23.Pxe6!?
Een stukoffer om de vaart erin te houden. Na het passieve 23. Pb3 d4! zou zwart niets te klagen hebben.
23…Pxe6 24.Lf5 Dc6?
Te langzaam. Na het juiste 24… Pac5! had ik het allemaal nog moeten zien. Dat paard staat daar volkomen buitenspel op a4 en had zo snel mogelijk weer in het spel betrokken moeten worden.
25.Th6!
Wits laatste zet is gebaseerd op een bekende tactische wending: 19…Dxe5? faalt op 20.Lf4! met dameverlies. Op de damevleugel heeft wit alles goed onder controle, zwart probeert daarom in het centrum een tweede front te openen. Met de koning nog in het midden is dat uiteraard een riskante strategie.
19…f6!? 20.h6!?
Ook wit laat zich niet onbetuigd, in plaats van deze mooie breekzet kwam een meer alledaagse aanpak als 20.exf6 gxf6 21.g6 ook in aanmerking.
Een bijzonder onaangename penning.
25…d4 26.Lxd4
Ook 26.Txe6 dxe3 27.Dh2! was heel sterk.
26…exd4 27.Lxe6 Lxg5
Andere zetten zijn niet beter, wit heeft verwoestende aanval.
28.Th8+ Ke7 29.Lxc8 Lxc8
30.Pxd4 Dc5 31.Te1+ Kf7 32. De2 Ld7
Of 32….Dxd4 33.De8+ Kf6 34.Tf8+ en wit wint.
33.Pe6 Db6 34.Pxg5+ Kxg5
35.De4+ Kxg5
De zwarte koning zit in een matnet.
36.Dh4+ Kg6 37.Dh5+ Kf6 38.Tf8+ Tf7 39.Txf7 en mat. Wauw, dit was echt orkaan Anna-Maja, voor de arme zwartspeelster moet het gevoeld hebben als een onvrijwillig ritje onder een stoomwals!
Bij de B-jeugd ging de titel naar Thomas Beerdsen, de hoogste ratinghouder en de enige speler met ervaring in de Meesterklasse. Joris Gerlagh kon hem lange tijd redelijk bijhouden, maar na een overtuigende overwinning in het onderlinge duel greep Thomas met 8 uit 9 de titel. Anna-Maja Kazarian veroverde wel de titel bij de B-meisjes, bij de C-jeugd won Max Warmerdam en bij de C-meisjes Cheryl Looijer, die 9 uit 9 scoorde.
Beerdsen-Gerlagh, 5e ronde
Stelling na 18…Kh8
Zwart heeft zich verschanst in een Franse loopgraaf en de vraag is: hoe kan wit hierdoor komen? Beerdsen gebruikt zijn h-pion als breekijzer.
19.h4! De8
Want na 19…Lxh4? 20.g5! verliest zwart zijn loper. 20.h5 g5?
Gooit alles wagenwijd open, maar iets als 20…gxh5 21.gxf5 Txf5 22.Ld3 Tf8 23.f5! is ook geen lolletje. 21.gxf5 gxf4 22.Dxf4! Lc5 Want 22…Txf5? 23.Dxf5! exf5 24.e6+ leidt tot mat. 23.f6 Df7 24.Tg7 en hier kon zwart het niet langer aanzien: 1-0
Quinten Ducarmon versloeg Von Meijenfeldt, maar faalde in de laatste ronde tegen Zyon Kollen (Foto: Ab Scheel)
Waar zijn de verloren gewaande kampioenen?
overweegt u wel eens te stoppen met schaken? Heeft u alles uit uw schaakcarrière gehaald of moet deze nog beginnen? Wilt u dat ene resultaat halen of speelt u voor de lol? Zullen onze kersverse nederlandse jeugdkampioenen blijven schaken? op internet vind je eregalerijen van jeugdkampioenen met bekende en minder bekende namen. Wat is er van deze nationale kampioenen geworden? Een terugblik.
In 1981 werden Jeroen Piket en Anne-Marie Benschop kampioen tot en met 12 jaar. Hoe het Jeroen Piket verging is de meeste schakers wel bekend. Hij was zes keer jeugdkampioen van Nederland, werd in 1989 grootmeester, was viermaal Nederlands kampioen en won internationale toernooien. In 1999 wist hij Karpov acht maal op remise te houden in een trainingsmatch. Een jaar later won hij het Kasparov Chess Internet toernooi door in de finale organisator Kasparov te verslaan. In 2003, op zijn 34e, verruilde hij het schaakleven voor het bedrijfsleven. Hij werkt volgens welingelichte bronnen tot volle tevredenheid voor mecenas Joop van Oosterom. Hij stuurt een team van twintig man aan en reist vanuit Monaco over de hele wereld. Achter het schaakbord is hij niet meer gesignaleerd.
Anne-Marie Benschop daarentegen speelde de laatste twee seizoenen weer in de externe competitie, na een afwezigheid van dertien jaar. Benschop: ‘Ik ben weer begonnen omdat ik nieuw verworven inzichten wilde ervaren. Een van mijn activiteiten als ondernemer is de mentale coaching van schakers. Door zelf weer te schaken, word ik een betere coach.’
Graven in geheugen
‘Tijdens het spelen moet ik soms 25 jaar terug, dan graaf ik in mijn geheugen, probeer een opening te herinneren’, vertelt Benschop. ‘Ik blijf roestig, want ik wil nu vanuit mijn plezier spelen, zonder studie. Mentaal sta ik sterker in mijn schoenen. Ik kan veel makkelijker beslissen, in plaats van na te blijven denken totdat ik het zeker weet. Ik kan ook makkelijker accepteren dat ik iets maar tot op zekere hoogte weet, in de wetenschap dat er meestal meer kansen komen.’
Benschop: ‘Vroeger ging het nooit over de mentale kant, daar werden we als jeugdspelers niet op getraind. Maar elk mens heeft sterke en minder sterke kanten. Ik kan me zo weer inleven in hoe ik dat vroeger voelde. In die mindere kant zit een mentale belemmering. Het Gesloten Spaans was mijn lijfopening. In open tactische stellingen was ik minder thuis. Daar zat achter dat ik eigenlijk bang was voor het onberekenbare. Ik wilde
dat vermijden. Maar dat betekent dat je niet in elke stelling de beste zet kunt doen. Ik weet nu dat je ook kunt kijken naar die angst, dat je het kunt leren herkennen, om er beter mee om te gaan. Tijdens het schaken wil ik niet vanuit emoties keuzes maken.’
Benschop is op haar 30e met schaken gestopt. ‘Daar gingen vijf jaren aan vooraf met momenten van twijfel. Ik had een bepaald niveau bereikt, maar ik dacht nog beter te kunnen worden. Daarvoor moest ik dan wel extra tijd investeren. En ik had veel andere activiteiten, werk en hobby’s. Het was wel een teleurstellend gevoel, dat ik er niet alles heb uitgehaald wat er in zat. Maar ik was niet bereid om er meer tijd in te stoppen en daarvoor ander zaken te laten. Ik heb nog wel een tijd doorgespeeld, met wisselende resultaten. Soms ging het ineens weer beter,
Annemarie Benschop: ‘Ik heb mijn andere bezigheden niet opgeofferd, maar in zekere zin heb ik dus het schaken opgeofferd’ (Foto: Karel van Delft)
maar dan weer slechter. Het werd een frus tratie. Dat lag niet aan het spel zelf, maar aan wat ik wilde doen in mijn leven. Ik zag niet hoe ik het schaken er voor de lol bij kon doen.’
Benschop: ‘Ik ging naar trainingen, zat bij de meisjestop en toen bij de damestop. Ik won toernooien in het buitenland. Dus ik heb veel tijd in het schaken gestoken. Maar ik speelde ook piano en blokfluit en tennis. Toen ik 14 jaar was, had ik twee trainers. Ze vroegen of ik niet wilde stoppen met mijn andere hobby’s. Daar was ik heel zeker over, dat wilde ik niet. Ik heb daar geen spijt van. Ik heb mijn andere bezigheden niet opgeof ferd. Maar in zekere zin heb ik dus het scha ken opgeofferd.’
Doel bereikt
‘Toen ik later coach werd, zag ik beter hoe ik het resultaat los kon laten. Maar voor mij telt het resultaat toch mee in de lol. Het hoort natuurlijk ook bij het spel. Dus ik ga weer stoppen met schaken! Ik heb mijn doel bereikt, ik wilde ervaren hoe het zou zijn met wat ik in de tussentijd heb geleerd. Maar ik blijf er toch tegenaan lopen dat ik het resultaat belangrijk vind, maar er geen extra studietijd in wil stoppen.’
‘Ik ben er nu wel luchtiger over dan vroeger’, zegt Benschop. ‘Mijn troost, al klinkt dat zwaar, is dat ik gewoon iemand ben van strategie, visie en spel. Dat zie ik terug in alles wat ik doe. Ik schaak nog steeds, al is het niet meer op het schaakbord. Het diepere genoegen van het schaken zit gewoon in mijn leven en in mijn werk. Bovendien geniet ik erg van het coachen, het samen puzzelen. We bekijken partijen, niet om de schaaktechnische aspecten, maar om het persoonlijke verhaal. Iedere schaker is uniek, daar zijn net zoveel verschillen als er mogelijkheden zijn in het schaakspel.’
‘Wie je bent, zo schaak je!’, stelt Benschop. ‘Dat geldt ook andersom, schaken is een afspiegeling van het leven. Niet zomaar een spelletje. Daarom is aandacht voor het mentale zo belangrijk. Zeker ook op jonge leeftijd. Het vergroot je je zelfinzicht. Je leert wie je bent en hoe je met zaken omgaat. De kwaliteit van je keuzes wordt dan beter. Dat is niet alleen voor het schaken nuttig! Het mentale aspect zou deel uit moeten maken van de opleiding van schaaktrainers. Bij de meeste sporten is er volop aandacht voor, maar schaken is bij uitstek een rationele sport. Misschien blijven we daarom achter op dit punt.’
De eerste jeugdkampioenen t/m 12 jaar waren Kees van Drunen, Jan Roele en Helmut
Cardon in 1973, ‘74 en ‘75. Roele leerde op zijn vijfde schaken van zijn vader, die hem Oom Jan leert zijn neefje schaken voorlas. Hij deed in 1973 voor het eerst aan het jeugd NK mee en verloor alleen van kampioen Kees van Drunen. Van Drunen vinden we met 2190 op de KNSB ratinglijst. De ex-Rotterdammer speelt momenteel voor Almere.
Helmut Cardon, met aanhang: ’ Ik heb bewust het besluit genomen een burgermannetje te worden’ heb m’n gezin, m’n baan en nog een hoop andere hobby’s. Ik houd erg van bewegen: hardlopen, fietsen, bergbeklimmen. En met schaken zit je stil. Maar ik volg de schaakberichten en heb al mijn schaakboeken bewaard. Ik ga elk jaar als toeschouwer naar het toernooi in Wijk aan Zee. Daar tref je veel voormalige kampioenen. Zo kwam ik Paul van der Sterren na jaren weer tegen.’
Jan Roele vertelt over de beginjaren van het jeugdschaak: ‘We schaakten in Nijmegen, in het Canisius college. Er deden veertien kinderen mee. In 1973 speelden we zeven ronden Zwitsers. Het jaar erop speelden we allemaal tegen elkaar: 13 partijen. Dat was veel te veel in één week. Je brak ook nog af. In mijn herinnering speelde ik zo wel vier partijen per dag. Dat was echt te zwaar, maar ik werd wel eerste. In de laatste ronde had ik veel geluk. Ik stond verloren tegen Frans Cuijpers (nu IM, 2433), maar hij gaf een toren weg.’
Roele: ‘Dat jaar werd ik ook Nederlands kampioen snelschaken. Ik heb nog aan het NK tot 16 jaar meegedaan, maar dat won Rob Bertholee. Ik verloor in de één na laatste ronde en werd derde. Toen ik kampioen t/m 12 jaar was geworden mocht ik meedoen aan de bondstraining van Hans Bouwmeester’, vertelt Roele. ‘Ik speelde daar remise tegen John van der Wiel en daar was ik heel trots op. Maar ik realiseerde me ook dat ik nooit grootmeester zou worden. John had zoveel meer talent en was zo fanatiek! Ik ben wel blijven schaken, in de hoofdklasse voor MEMO en later in de 1e klasse KNSB. Mijn hoogste rating was 2165.’
Roele: ‘Zo’n tien jaar geleden had ik het wel gezien, ik heb van mijn vijfde tot m’n 40e geschaakt, het was tijd voor iets anders. Ik
Het kriebelt wel ‘Soms kriebelt het wel’, geeft Jan toe. ‘Mensen vragen of ik niet voor een club wil spelen. Tot nu toe heb ik nee gezegd. Wellicht ga ik na mijn pensioen weer schaken! Dat zal wennen zijn, zo heb ik nog nooit met een digitale klok gespeeld of met de computer getraind. Het was een voordeel dat ik zo jong ben begonnen. Dan heb je een voorsprong. Op mijn 16e hadden veel jongens mij ingehaald. Mijn ouders hebben me aangemoedigd, maar nooit onder druk gezet.’
Ook Helmut Cardon, kampioen in 1975, was er vroeg bij. Volgens de overlevering won hij zijn eerste schaakpartij toen hij vier jaar oud was. Zijn vader had de schaakclub Het Witte Paard in Sas van Gent opgericht. Zijn acht jaar oudere broer schaakte thuis met vrienden. De kleine Helmut mocht niet meedoen, maar bleef zeuren om een potje. Hij bleek de loop van de stukken te kennen, deed maar één onreglementaire zet en won!’
Voordat Cardon kampioen van Nederland werd, was hij jeugdkampioen in België, bij de ‘Miniemen.’ Cardon: ‘In 1972 was de match Fischer – Spassky en schaken stond toen als sport enorm in de belangstelling. Toen ik kampioen geworden was, kreeg ik als klein manneke in een klein plaatsje in een kleine regio veel aandacht. De burge-
meester en zijn wethouder stonden op de stoep met in hun kielzog de lokale pers.’
Gevraagd naar zijn schaakcarrière stelt Cardon: ‘Die is in een neerwaartse spiraal gekomen. Vanaf mijn 12e is het bergafwaarts gegaan. Er werd toen een wereldranglijst gemaakt door Engelse schaakjournalisten. Ik geloof niet dat ze op de hoogte waren van de vele spelers uit de Sovjet-Unie, maar ze hadden natuurlijk Kasparov op 1 staan, nummers 2 en 3 waren Julian Hodgson en ik. Ik mocht een match spelen tegen Julian, in Londen. Dat was mijn eerste buitenlandse toernooi. Daarna zakte ik steeds verder weg op die lijst.’
Cardon: ‘Ik heb daarna nog sterk bezette toernooien gewonnen, in Zwitserland en Luxemburg en een ECI-toernooi op mijn 17e, dat was het op drie na sterkste toernooi van Europa. Mijn hoogste rating was 2405. Tijdens de middelbare schooltijd speelde ik wel drie uur per dag. Ik kreeg training van Cor van Wijgerden. Maar toen ik ging studeren, liep de tijd die ik erin stak sterk terug. Aan het eind van mijn studie heb ik zo’n 1,5 jaar weer veel gespeeld en dat ging gelijk weer goed. Ik werd meester en deed aan het NK mee.’
Burgermannetje
‘Toch heb ik bewust het besluit genomen een burgermannetje te worden’, zegt Cardon. ‘Rationeel was er geen enkele vorm van twijfel, het was een economische overweging. Slechts 5 à 10 procent van de wereldtop kan van het schaken ruim leven. Ik dichtte mezelf weinig kansen toe om daar ook maar in de buurt te komen. Ik zag dat ik meer achterstand opliep op de jongens om me heen. En je doet maar één ding, dat wilde ik niet echt. Emotioneel was de beslissing niet makkelijk. Je hebt iets lang gedaan, met redelijk resultaat, je vindt het leuk, komt in de krant, mag naar buitenlandse toernooien, ontmoet spannende mensen. In de gewone maatschappij ben je één van de velen. Je bent anoniemer.’
Echt gestopt?
Cardon ging voor Shell in Engeland, Schotland en Nigeria werken. Hij speelde een paar partijen per jaar. ‘Altijd voor HWP, nu al 45 jaar. Mijn laatste schaaktoernooi speelde ik twintig jaar geleden. Maar je lijkt het schaken zo weer op te kunnen pakken. Dat is uniek voor een sport, dat je ook op middelbare leeftijd op redelijk niveau kunt spelen. Je ziet voormalige jeugdkampioenen na jaren afwezigheid sterk terugkomen.’
Wanneer kunnen we van schakers zeggen dat ze echt zijn gestopt?
nederlands Kampioenen t/m 12 jaar
Jeugd
Kees van Drunen (RSB)
Jan Roele (SGA)
Helmut Cardon (ZSB)
Rob Bertholee (NHSB)
Friso Nijboer (OSBO)
Marcel Piket (LEISB)
Jeroen Piket (LEISB)
Jeroen Piket (LEISB)
Jeroen Piket (LEISB)
Gert van Leuveren (SGS)
Pieter Baltus (SGS)
Ber den Boer (SGS)
Karel van der Weide (SGA)
Loek van Wely (NBSB)
Marc Jonker (SBO)
Harmen Jonkman (NHSB)
Harmen Jonkman (NHSB)
Machiel de Heer (LEISB)
Eelco Kuipers (HSB)
Rurik van Opstal (NBSB)
Sjoerd v Assendelft (RSB)
Martijn Dambacher (LISB)
Nico Vink (NHSB)
Nico Vink (NHSB)
Thomas Willemze (LEISB)
Moosa Azadmanesh (SGA)
Jan Werle (FSB)
Jan Smeets (LEISB)
Marc Erwich (LEISB)
Daniël Stellwagen (SGS)
Matthew Tan (SGA)
Robin Swinkels (NBSB)
Vincent Rothuis (OSBO)
Christov Kleijn (HSB)
Jonathan Tan (SGA)
Hugo ten Hertog (SGS)
Robin van Kampen (SGS)
Benjamin Bok (NBSB)
Stefan Beukema (NBSB)
Lars Vereggen (NBSB)
Thomas Beerdsen (OSBO)
Robby Kevlishvili (HSB)
Robby Kevlishvili (HSB)
Robby Kevlishvili (HSB)
Jaar Meisjes
1973
1974
1975
1976 Marjan Voss (RSB)
1977 Pernette Cameron (NBSB)
1978 Heleen de Greef (FSB)
1979 Jessica Harmsen (OSBO)
1980 Masjenka Dubbeldam (ZSB)
1981 Anne-Marie Benschop (HSB)
1982 Martijntje Hermans (NBSB)
1983 Anita van Loon (NBSB)
1984 Lydia Nieuwstraten (HSB)
1985 Caroline Slingerland (LEISB)
Nicolien Veldkamp (NBSB)
1986 Marleen v Amerongen (OSBO)
1987 Laura Jonker (OSBO)
1988 Laura Jonker (OSBO)
Astrid Brands (SGS)
1989 Angela van Loenen (RSB)
1990 Diana van Loenen (RSB)
1991 Kim Friesen (NBSB)
1992 Eline Arendsman (HSB)
1993 Marijn Visschedijk (OSBO)
1994 Marijn Visschedijk (OSBO)
1995 Yonne Tangelder (LISB)
1996 Bianca Muhren (NBSB)
1997 Esther Wolbers (OSBO)
1998 Bianca Muhren (NBSB)
1999 Kristi Satjadibrata (SGA)
2000 Linda Ammerlaan (RSB)
2001 Kylie Tan (SGA)
2002 Hanneke Kooloos (NBSB)
2003 Lisa Hortensius (LEISB)
2004 Jeanine de Cloet (SGS)
2005 Anne Haast (NBSB)
2006 Lisa Schut (NBSB)
2007 Diana Dalemans (LiSB)
2008 Mahsa Bitalzadeh (OSBO)
2009 Mahsa Bitalzadeh (OSBO)
2010 Anna Maja Kazarian (FSB)
2011 Maaike Keetman (NHSB)
2012 Cheryl Looijer (NHSB)
2013 Lorena Kalkman (RSB)
Benjamin Bok beleeft het jaar van de grote doorbraak
‘Snel een rating van 2650’
Benjamin Bok (19) is doorgebroken. De vraag is: hoe nu verder? Een interview. Bok blijft met beide voeten op de grond: ‘Ik wil geleidelijk, in stapjes, mijn rating opvoeren. Als je meteen een elorating van 2700 als doel vooropstelt, is dat ver weg, ik zit nu rond de 2600. Ik kan beter mikken op een rating van 2650, maar dan wel zo snel mogelijk.’
U bent nu grootmeester. De eerste GM-norm haalde u al in oktober 2011. Duurde het niet een beetje lang voor u GM werd?
Ja, het heeft best wel lang geduurd. Ik had al een paar jaar de speelsterkte en de rating van een grootmeester. Maar de GM-normen wilden gewoon niet lukken. Ik zat al zeker 2,5 jaar of zo boven de vereiste rating van 2500 elo voor ik begin dit jaar grootmeester
Waarom duurde het zo lang?
Het heeft me al die tijd onbewust toch wel een beetje beïnvloed, denk ik. De druk van die GM-normen zit toch altijd in je achterhoofd. Ik heb dat gevoeld toen ik begin dit jaar in Wijk aan Zee eindelijk grootmeester werd: toen viel er in één klap een enorme druk van mijn schouders. Was ik met die GM-normen te veel bezig, kwam het daardoor? Ik weet het niet.
Maar u had er wel altijd alle vertrouwen in dat het vroeg of laat zou lukken?
Jaja, ik heb er altijd wel in geloofd dat ik grootmeester zou worden, maar ik had verwacht de titel eerder te halen. Maar uiteindelijk maakt het niet zoveel uit op welke leeftijd je grootmeester wordt.
Hoe belangrijk is die GM-titel? U zei tijdens het Tata-toernooi dat u vooral erg opgelucht was. Kunt u nu op een andere manier, relaxter, bevrijd schaken?
Zeer zeker, dat is enkele keren gebeurd. Misschien kwam dat door de extra spanning.
Mmm, dat weet ik niet. Ik speel sinds het halen van die GM-titel niet meteen veel relaxter. Je zou kunnen denken dat ik nu minder gespannen speel, maar dat is voor mijn gevoel niet het geval. Ik kan nu misschien wel iets makkelijker hogere doelen stellen. Een voorbeeld: toen ik het EK speelde, heb ik me als doel gesteld om me daarin te kwalificeren voor de World Cup, en ik ben op dat EK ook best dicht bij kwalificatie gekomen. Sinds ik officieel grootmeester ben, speel ik duidelijk beter, heb ik een stuk of vijf GM-normen achter elkaar gemaakt en win ik in elk toernooi elopunten. Ineens gaat het vanzelf.
U hebt een enorme rating-progressie gemaakt (80 elopunten sinds september 2013) de laatste tijd. Hoe komt dat?
Om te beginnen heb ik vorig jaar mijn middelbare school afgerond. Sindsdien kan ik mij voluit op het schaken richten. Ik kan nu ook veel meer toernooien spelen. Daardoor krijg ik ook meer kansen om ratingpunten te winnen. En er is ook wel een mentale factor, denk ik: vroeger was schaken iets dat ik naast school deed. Nu voel ik me veel meer klaar als ik naar een toernooi vertrek, ik kan me veel beter op de toernooien focussen.
U heeft besloten niet te gaan studeren. Heeft u dan eigenlijk al beslist dat u profschaker gaat worden?
Ik heb mijn school afgemaakt, nu leg ik me een tijdje op schaken toe. Ik wil daarna kijken hoe dat gaat. Maar ik heb nog niet definitief beslist om profschaker te worden. Ik wil eerst zien hoeveel progressie ik als schaker kan maken. Op een gegeven moment zal ik wel de keuze moeten maken of ik echt schaakprof wil worden dan wel ga studeren.
'Toen ik grootmeester werd viel er in één klap een enorme druk van mijn schouders' (Foto: Jos Sutmuller)
Waar hangt uw beslissing van af?
Dat hangt uiteraard af van de evolutie van mijn rating, maar dat is niet het enige. Ook belangrijk is het gevoel dat je erbij hebt, of je het echt leuk vindt, of zo’n leven in het teken van de schaaksport echt bij je past. En of je het gevoel hebt dat je nog progressie kunt maken als schaker.
Heeft u geen angst dat het een keertje stil valt?
Nee, niet echt. Ik heb in veel toernooien telkens tien punten of zo gewonnen. En ik had tijdens die toernooien echt niet de indruk dat ik supergoed speelde. Ik denk dat ik in staat moet zijn nog meer uit die toer nooien uit te halen. Ik zie nog steeds ruimte voor verbetering.
Hoeveel tijd geeft u zichzelf om de knoop over een eventueel profbestaan door te hakken?
Ik geef me nog één jaar. Tegen de zomer van 2015 zal ik daarover best een beslissing nemen, denk ik. Zelfs iets eerder, want je moet je al in mei inschrijven voor je studie. Als ik nog een jaar langer zou wachten is het zeer de vraag of je het dan nog kan opbrengen om weer te gaan studeren.
Wat zijn uw ambities op kortere en middellange termijn?
Ik hoop natuurlijk mijn rating verder omhoog te krijgen. Dat moet geleidelijk, in stapjes gebeuren, denk ik. Je moet de lat niet meteen te hoog gaan leggen. Ik vind het ook belangrijk om meer toernooien te gaan winnen. Ik heb nu het idee dat ik in een paar toernooien voorstond op de anderen, maar stel vast dat ik die toernooien niet wist te winnen. En verder hoop ik volgend jaar sterk genoeg te zijn om in het Nederlandse schaakteam te zitten. Voor mij kwam de bekendmaking van de selectie voor Nederland dit jaar een beetje te vroeg. Ik had niet genoeg tijd om de elo kloof met de beste Nederlandse spelers dicht te rijden.
op dat punt spiegelt u zichzelf een beetje aan Robin van Kampen?
Ja, hij gaat nu de eerste keer op de Olympiade spelen, maar hij heeft ook al meegedaan voor Nederland op het EK.
Waar plaatst u zichzelf in de nederlandse schaakhiërarchie en vindt u die plek belangrijk?
Dat vind ik een lastige vraag. Ik sta nu tiende op de plaatsingslijst van de KNSB. Eigenlijk maakt de positie in de Nederlandse schaakhiërarchie me niet zo heel veel uit. Ik hoop wel tegen volgend jaar hoog genoeg te staan op de plaatsingslijst om van het
Nederlandse team deel uit te maken. Dit jaar is het Nederlandse team voor de Olympiade wel heel sterk, met Tiviakov en Van Wely. Tegen volgend jaar moet ik veel progressie maken. Als me dat lukt, komt een selectie voor het Nederlandse team wel vanzelf.
Waarom vindt u meespelen met het nederlandse team zo belangrijk?
Het heeft toch te maken met prestige: ik vind het een eer om voor mijn land te mogen uitkomen.
Zijn er nederlandse spelers die nu nog te sterk zijn voor u?
Ik heb tegen alle Nederlandse toppers mijn kans, maar Anish Giri staat natuurlijk een stuk verder dan ik, dat is duidelijk.
U noemt alleen Giri. Voor mensen als Van Wely, Tiviakov, Sokolov heeft u minder ontzag?
Ja, ik heb sowieso geen last van ontzag voor welke tegenstander dan ook. Ik heb een half jaar geleden een keer tegen Anish gespeeld en dat werd remise, al stond ik op een bepaald moment beter. Ik denk dat het ratingverschil tussen Anish en mij niet per se in één enkele partij tot uiting komt, maar dat je daarvoor een heleboel partijen tussen hem en mij over langere tijd moet nemen.
Heeft u al vaak tegen de nederlandse toppers gespeeld?
Tegen Loek en Tiviakov heb ik wel een keer gespeeld. Ik heb ook wel tegen al wat 2700-spelers geschaakt, maar tegen echte wereldtoppers nog niet. Mijn partij tegen Loek is welbekend (lacht smakelijk). Die moet
je maar opzoeken (Op het NK van 2010 stuurde Bok in zijn partij tegen Van Wely in een openingsvariant bewust op remise door herhaling van zetten aan. Een boze Van Wely vond dat een jong talent als Bok met hem een echte strijd had moeten aangaan).
En tegen Tiviakov heb ik verloren, maar dat is al twee jaar geleden. Toen was ik nog een stuk minder sterk.
En de internationale ambities?
Ik denk dat die eigenlijk belangrijker zijn voor me. Voor je Nederlandse ambities ben je ook erg afhankelijk van hoe de andere Nederlanders presteren, voor internationale ambities is dat veel minder het geval. Internationaal heb je ook meer sterke tegenstanders dan in Nederland. Ik wil op de internationale wereldranglijst zoveel mogelijk progressie maken, maar ik vind het lastig om een bepaalde positie op die lijst als doel te stellen.
Giri krijgt veel media-aandacht. Stoort u dat?
Ik vind die media-aandacht wel logisch: Giri steekt er met kop en schouders boven uit. Dat de media vooral naar hem trekken, is omdat hij veruit de beste is. In Wijk aan Zee werd ik dan wel één keer geïnterviewd. Maar Anish werd haast na elke partij geïnterviewd. Dat is een wereld van verschil, Anish speelt gewoon op een ander niveau.
Wordt u financieel voldoende gesteund, door de schaakbond en zo? (lacht) Het kan natuurlijk altijd beter. Ik denk dat de bond gewoon probeert te doen wat ze kunnen doen.
'Ik geef mezelf een jaar om over een profbestaan te beslissen' (Foto: Jos Sutmuller)
In deze Voorloper:
Pascalle Monteny
Vindt blindschaken het leukst
Partijen van Pascalle
Moeilijk dekbare dreiging (MDD)
Onder druk heel rustig
Jeugdkatern Schaakmagazine
Zij is 12 jaar. op het nK in Rijswijk vorig jaar werd zij tweede bij de D. Bij het nK rapid in 2011 werd ze het 2e meisje. En twee jaar geleden won zij zilver bij het nK E in Waalwijk. Reden voor Schaakmagazine een portret te maken van … Pascalle Monteny.
Piet Peelen
Pascalle Monteny
‘Altijd zin in schaken’
De spelregels leerde zij van haar broer en vader. Zij was toen 7 jaar oud. “Zij speelden thuis schaak. Met mijn moeder ging ik naar de club, SV Spijkenisse. Van Rienk Pluim kregen we les in opstapje 1. Daarna mochten we spelen. Inmiddels zit ik bijna in de hoogste groep! Na twee weken gingen we naar een Grand Prix-toernooi. Daar werd ik gedeeld beste meisje.” Haar reactie: “Ik wil verder!”
Ze speelde toernooien van de grand prix van de Rotterdamse Schaakbond. Twee jaar geleden werd ze RSB-kampioen bij de meisjes! “Toen mocht ik naar het NK E in Waalwijk. Daniel Zevenhuizen heeft me daarvoor extra getraind. Basisdingen als aanvallen en verdedigen. Tijdens het toernooi moest ik twee dagen vroeg m’n bed uit. Na een heel lange barrage veroverde ik zowaar zilver! Met Spijkenisse gingen we met een grote groep
jeugd naar Engeland. We sliepen op de boot en bij vrijwilligers. Alleen kregen we heel sterke tegenstanders.
Een jaar later deden ze mee aan ons J. de Kluyver-toernooi. Best leuk met een fijne sfeer. Bij de ‘Boekenberg’ is de markt om de hoek! Met de club gaan we ook op kamp naar het Open Nederlands Jeugd Kampioenschap. Heel gezellig!” Met het D-team werd ze topscorer van de Jeugd Club Competitie! Het EK was heel pittig. “Elke dag voorbereiden van openingen op tegenstanders. Dan spelen en analyseren. Leuk, lang en soms irritant als het niet goed afliep.”
Rick Lahaye traint sinds twee jaar geleden de meiden van Spijkenisse. Rick: “Na school twee uur trainen voor het eten. Bij één van de meiden thuis, hartstikke gezellig. Giselle Fransen is nu een
goede vriendin. Pascalle. “Rick kan heel goed lesgeven! We doen vierde stap onderwerpen als koningsaanval, uitschakelen verdediging en klein plan. Dat herhalen we zodat we het gaan toepassen in de partijen. Het leukst vind ik blindschaken met kruidnoten!”
Bij het NK-D werd ze tweede! “Het EK in Montenegro was supermooi. Wel was de speelzaal stikbenauwd met zoveel kinderen en moest je veel drinken. Als eerstejaars had ik niet de vorm en haalde 2½ uit 9.
“Ik vind het leuk om bij toernooien andere schakers te ontmoeten. Zo heb ik al veel vrienden gemaakt. Mijn vader is mijn grootste fan. Soms heeft hij een ‘peptalk’. Trainer Dolf Meijer: “Pascalle is vrolijk en opgewekt en heeft altijd zin in schaken!” Rick: “Pascalle heeft een leuke energie! Ze is creatief en kritisch. Onder druk is ze heel rustig en na afloop voelt ze de spanning pas!”
Foto: Harry Gielen
Geboortedatum:
Uit:
School:
Leukste schoolvak:
Hobby’s:
Schaken geleerd:
Club:
Wat wil je worden:
Lievelingseten:
30-3-2002
Spijkenisse oBS De Vogelenzang gym, pauze! dansen, filmen, gamen broer en vader SV Spijkenisse weet ik nog niet spareribs
Dankzij de dubbele aanval wint wit het stuk terug na 6. .. Kxf7 7. Dd5+ Kf8 8. Dxc5+ maar dan heeft zwart tegenspel na 8. .. De7 7. Lc4 De7 8. Pxc3 Pf6 9. Dc2 Pb4 10. De2 d6 11. a3 Pc6 12. h3 Le6 13. Lxe6 Dxe6 14. 0–0 d5?!
Met 14. .. h6 15. Te1 Kg8 kon zwart de koning in veiligheid brengen. Nu komt de stelling open en dat is riskant. Sterk is 15. Db5 b6 16. exd5 Pxd5 17. Le3! Pxe3 18. Pg5!! Dg6 19. fxe3+ maar dat ziet alleen een computer. Pascalle´s zet is prima! 15. Te1 d4 16. Pa4 b6 17. b4 Ld6
Pascalle ruilt niet af maar valt aan! Pg3 is een moeilijk dekbare dreiging, MDD. Na 23. Kg1 Pg3 24. Df2 Pxf1 25. Txf1 heeft zwart een toren voor een paard gewonnen.
Pascalle wil b7-b5 spelen om pion c4 te ruilen. Een mooi plan! Zeker als je 10 jaar oud bent en in stap 3 zit. Dan heb je dat nog niet geleerd, dus heel knap bedacht!
20. .. Dxf6 21. Lg5 Dxb2 22. Pxb2 en met een stuk meer wint wit
20. Pe3
Afruil was wat saai. Spannend maar heel eng was midden in de zwarte stelling te springen met
Kleine combinaties
Pascal Losekoot
Zwart speelde hier 1…Pxd2 2. hxg4 Pxf3+ 3.xf3 en nu snoepte hij met 3…Txd4 een pion van het bord. Het toreneindspel met een pion meer werd uiteindelijk gewonnen.
opgaven
De volgende stelling komt uit een partij tussen Short en Kasparov. Short heeft net zijn paard naar g1 gespeeld, maar dat is niet handig.
We kijken deze keer naar de “petite combinaison”, waar de derde wereldkampioen Capablanca om bekend stond. Een kleine officiële voor wereldkampioen is een relatief eenvoudige combinatie waarmee je een klein voordeel haalt, zoals de winst van een pion, of een betere stelling. We beginnen met een voorbeeld uit de partij van Capablanca.
1…Pcxd4 2.xg4+ Kxg4 3.Pxd4
Pxd4. Nu volgt op 4.Pxd4 Lc5, en zwart haalt met een röntgenaanval het paard op. Vandaar 4.Le3, maar ook nu heeft zwart weer een truc: 4… Pxb3. vraag: wat gebeurt er nu na 5.axb3? 5.Lxb6 Pc1+ 6.Kc2 Pxa2 en zwart won.
6) 1…Txd3! Na 2.Dxd3 beslist 2…Dc8 met de dreiging te -pro moveren en aanval tegen de toren. 2.exd3 Dd5 Beide torens staan ongedekt. Wit kan de schade nog aardig beperken: 3.Txb2 xb2 4.Tf1, maar de zwarte vrijpion in combinatie met de zwakke witte centrumpionnen en onveiliger koning geven zwart uitstekende kansen.
b5 3.Pc3 Lc5+ 4.Kg2 Pxe5 (EuweCapablanca, 1922)
4) 1.Pxd5 xd5 2.Lxd5 en wit verovert daarna het e4-paard terug, omdat het gepend staat. 5) Zwart verovert e5 door met tempo de twee lopers van de e-lijn weg te spelen: 1…Lf5
3) 1…Pe5! 2.Tf1 Txe3 3.fxe5 Txf1 4.Kxf1 Txe5 en zwart heeft een pion gewonnen.
3. Zwart aan zet plossingeno Vraag: op 5.axb3 a2 6.Ld4 wint 6…Lc5 1) 1…Lxf4 2. exf4 Kxd4 2) 1.Lxd5! wint een gezonde pion, want op Lxd5 volgt de röntgenaanval Th6+
4. Zwart aan
6. Zwart aan zet
NK D en E 2014
Met Pasen en Hemelvaart zijn in Waalwijk en Rijswijk de NK E en HiQ Invest NK D gehouden. Ervaren organisatoren en vrijwilligers maken voor de kinderen een hartverwarmend schaakfeest!
De zesjarige Machteld van Foreest won na barrage van Janne Allaart. Jesse Mang werd derde. Daniel Kutchoukov werd kampioen
voor Siem van Dael en daarna Lucas Nguyen, Arthur Maters en Luuk van Steenoven. Pascalle Monteny won voor Marlinde Waardenburg en Robin Dusan. Casper Schoppen werd kampioen voor Liam Vrolijk, die in de barrage Eelke de Boer versloeg. Info: haagseschaakbond.nl en nbsb.nl/ NKe2014
Machteld van Foreest (Foto's: Harry Gielen)
Daniel Kutchoukov
Casper Schoppen
De groepsfoto van de jeugd D (Foto: René Olthof)
Anish Giri staat inmiddels op plaats 15 in de wereld en lijkt eraan toe de stap naar de top-10 te maken. na zijn uitstekende prestatie in Wijk aan Zee speelde hij alleen competitiepartijen in nederland, Duitsland en Engeland. nu begint het grote werk weer met toptoernooien in Stavanger en Biel en de olympiade in Tromso. onderstaande partij werd gespeeld in de Bundesliga. Giri overklast zijn tegenstanderspeelt u mee?
Giri - Belezky, Bundesliga 2013–14
1.d4 Pf6 2.c4 e6 3.Pc3 Lb4 4.Dc2
Wit heeft er tijd voor over om het loperpaar te veroveren zon-
Combineren
Karel van der Weide
der dat hij daarvoor een verzwakking van zijn structuur (bxc3) moet toestaan. Zwart speelt nu meestal 4...0–0, 4...c5 of 4...d5.
4...Pc6 5.Pf3 d6 6.Ld2
Dit geldt als de sterkste opstelling voor wit. De loper gaat naar de lange diagonaal.
6...0–0 7.a3 Lxc3 8.Lxc3 De7
Het alternatief is 8...Te8 9.Td1 (9.e3) 9...De7 10.b4 (beter lijkt het solide 10.e3 a5 11.b3 e5 12. d5 Pb8 13.Pd2 c6 14.e4 Pbd7 15.Le2 en wit stond beter in Vitiugov-Spraggett, Caleta 2014. De partij is een schoolvoorbeeld van de superioriteit van het loperpaar.) 10...e5 11.d5 Pb8 12.e4 Lg4 13.Le2 Pbd7 14.Ph4
Lxe2 15.Pf5 Df8 en nu nam Bareev verrassend met de koning op e2 terug in BareevTimman, Wijk aan Zee 2004. Onze landgenoot won later in de aanval.
9.e4
Giri speelt het ambitieus. Meestal doet wit 9.e3 zodat zwart na 9...e5 10.d5 terug moet
Voor de tweede keer in successie is En Passant uit Bunschoten Nederlands Kampioen voor clubteams geworden. Het team leunt zowel op eigen spelers
met het paard naar b8.. 9...e5 10.d5 Pb8
Het is consequenter (nu wit 9.e4 heeft gespeeld) naar voren te gaan met het paard. Na 10...Pd4 11.Pxd4 exd4 12.Lxd4 lijkt wit echter toch beter te staan: 12...
Pxe4 13.0–0–0 Pc5 WellerKosten, Torquay 2013 en nu blijft wit in het voordeel met 14.b4!?.
11.Le2 Ph5
Betrouwbaarder lijkt 11...a5.
Na de tekstzet dreigt zwart met 12...Pf4 goed tegenspel te krijgen. Hoe reageert u?
De lezer heeft
zoals de gebroeders Vedder en Dick de Graaf, als sterke Nederlandse Grootmeesters (Jan Smeets, Erwin l’Ami, Dimitri Reinderman, Friso Nijboer en
Zhaoqin Peng). Een enkele keer speelt Anish Giri zelfs mee. Dit keer acht combinaties uit de Meesterklasse.
Wit
Van Wely en Tiviakov terug van weggeweest
op het nK Schaken 2014, dat op 6 juli van start gaat, zal een sterk deelnemersveld acte de préséance geven. Sergei Tiviakov en Loek van Wely (de nummers twee en drie van nederland) maken na een afwezigheid van een paar jaar weer hun opwachting bij de nationale titelstrijd. Sipke Ernst, de deelnemer met de laagste rating, is nog altijd de nummer 12 van nederland. Robin van Kampen en Benjamin Bok vertegenwoordigen de aanstormende jeugd. De nummer één van nederland Anish Giri verschijnt niet aan de start.
Bij het NK Vrouwen is veelvoudig kampioen Zhaoqin Peng ook dit jaar weer van de partij. Op basis van de elo-cijfers is zij de grote favoriet en moet de concurrentie vooral komen van Bianca Muhren, Anne Haast en Tea Lanchava. Daarnaast zullen de verrichtingen van de pas 14-jarige Anna-Maja Kazarian nauwgezet gevolgd worden. Zij heeft weliswaar de laagste rating van alle deelnemers aan het kampioenschap, maar op haar leeftijd zegt dat niet alles over de speelsterkte. De verrichtingen van de deelnemers kunnen van dichtbij gevolgd worden; er is een ruime hoeveelheid zitplaatsen in de speelzaal aanwezig.
Overigens levert regerend Nederlands Kampioen Dimitri Reinderman op woensdagavond 9 juli nog een heel andere bijdrage. Hij presenteert die avond een door hem zelf samengestelde schaak-pop-quiz. Er is duo-commentaar waarbij Tex de Wit de
dagelijkse gastheer is, terwijl hij wordt geassisteerd door menig oud-Nederlands Kampioen. Zij zullen de belangrijkste partijen met u volgen. Een uur na aanvang van de partijen wordt met het commentaar begonnen. Dagelijks is er om drie uur een ‘cultureel intermezzo’ waarin de aandacht wordt verlegd van het live schaken naar de link tussen schaken en cultuur. Dichters, literatuurwetenschappers, acteurs en studenten van de Gerrit Rietveld Academie, die aan een kunstproject rond het NK Schaken hebben gewerkt, zullen bij Tex langs komen.
In de gangen van het Manor hotel zal een kleine kunstexpositie te zien zijn. Werk van onder meer Ivon Drummen, Frans Fritchy en Peter de Leeuwe zal te zien zijn, naast werk van de eerder genoemde studenten van de Rietveld Academie. Meer informatie omtrent het NK Schaken is te vinden op www.nkschaken.nl.
Porgy Franssen speelt SCHAAK
Tijdens het NK Schaken 2014 wordt op maandagavond 7 juli de speelzaal in een theaterzaal veranderd en zal Porgy Franssen zijn theater monoloog SCHAAK opvoeren. Het stuk is een door Porgy gemaakte bewerking van de beroemde Schachnovelle van Stephan Zweig. Een indringend verhaal. Er zijn die maandag twee voorstellingen, de eerste start om 19:30, de tweede om 21:00 uur. De kosten zijn 10€ per persoon en u kunt kaarten bestellen via een mail aan nkschaken@nkschaken.nl met als onderwerp ‘Porgy’ en de gewenste aanvangstijd en aantal kaarten in de tekst.
Dimitri Reinderman reikt tijdens het NK Jeugd 2014 de 2e prijs aan Anna-Maja Kazarian uit. (Foto: Ab Scheel)
Het beeld van Frans Fritchy zal op het NK te zien zijn.
ONJK is begin augustus
Van 4 tot en met 9 augustus vindt in Borne het 40 e Open Nederlands Jeugdschaak Kampioenschap (ONJK) plaats. Afgelopen jaar sleepte Zyon Kollen voor de tweede keer op rij de titel in de wacht, wie lost hem af? Het ONJK is één van de grootste jeugdtoernooien van West-Europa, waar ruim 250 jongeren uit binnen- en buitenland aan meedoen. Het ONJK is dus een unieke mogelijkheid om je krachten te meten met jeugdschakers uit Nederland, Duitsland, Spanje Rusland, Hongkong en nog meer landen. Er zijn verschillende groepen, ingedeeld op leeftijd. Je speelt altijd tegen iemand van je eigen leeftijd. De kampioenen (jongens en meisjes) van elke groep mogen automatisch meedoen met de gesloten Nederlandse Kampioenschappen in die leeftijdscategorie. Hiervoor moet je wel de
Nederlandse nationaliteit hebben. Speciaal voor de jongste deelnemers (geboren in 2004 of later) bieden we dit jaar de mogelijkheid om een korter toernooi te spelen van drie dagen. Je mag je natuurlijk ook gewoon alle dagen inschrijven.
Het ONJK is méér dan schaken. In de sporthal is ook een zwembad en op de velden rondom de sporthal kun je lekker een balletje trappen. Op donderdag organiseren we het traditionele voetbaltoernooi. Bij slecht weer is er op loopafstand ook nog een Kidscity. Verder is er ook een zaal waar je je partij kunt analyseren, gewoon een potje schaken of Raindropchess spelen.
Je kunt je inschrijven via onze website www.onjk.nl. Hier kun je ook meer informatie vinden over het toernooi.
Ludiek nK Liefhebber
Tijdens het NK Schaken zal op het terras van het Manor hotel op vrijdag 11 juli vanaf 11:00 het NK Liefhebber worden georganiseerd. Het speeltempo is 10 minuten per per persoon per partij plus 3 seconden per zet. Alleen spelers met een KNSB-rating van minder dan 1500 kunnen zich voor dit evenement inschrijven via een mail aan nkschaken@nkschaken.nl onder vermelding van NK Liefhebber. Het inschrijfgeld bedraagt twee euro en daardoor zijn er kleine prijzen voor de eerste drie en de beste speler met een rating onder de 1300.
Een foto van de “speelzaal”
Historisch nK overzicht van deelnemers in 2014
Eric van ’t Hof op stoom in Van Geet Memorial
Ter nagedachtenis van Dick van Geet is er door de nBC een correspondentieschaaktoernooi georganiseerd. Dick van Geet was een sterke meester, maar ook een sterke correspondentieschaker en haalde in 1990 de grootmeestertitel in deze discipline. In zijn allerlaatste correspondentiepartij in 2012 won hij van de sterke Fin Kujala (2637) in geheel eigen stijl. De Van Geet Memorial bestaat uit 3 groepen met elk 17 spelers. In de A-groep zijn er nog geen beslissingen gevallen, maar in de B-groep heeft Eric van ’t Hof al 2 tegenstanders aan zijn zegekar gebonden.
Zijn eerste overwinning op Walter Steiger heb ik al op schaaksite behandeld. In de tussentijd won Eric nog van de Fransman Xavier Merrheim in een boeiend positioneel gevecht. Eric speelt pas een jaar correspondentieschaak, maar heeft naar eigen zeggen veel gehad aan de online handleiding en verslaat sindsdien bijna al zijn tegenstanders.
Hof, Eric van ‘tMerrheim,Xavier 1.e4 c5 2.Pf3 Pc6 3.Lb5 Als je wilt winnen bij correspondentieschaak is het van belang complexe openingen te spelen. De Rossolimo is zeker een opening met vele mogelijkheden voor beide spelers en met weinig geforceerde varianten. 3. .. g6 4.0–0 Lg7 5.Pc3 Eric stelt zowel Lxc6 als d4 uit, en vervolgt zijn ontwikkeling. 5. .. e5 6.a3!
ren voor de pion. 8.bxc5 dxc5
Door deze actie heeft Eric zijn b-pion afgeruild voor een zwarte centrumpion en tevens de b-lijn geopend voor de toren. 9.d3 0–0 10.Lc4 De loper heeft zijn werk gedaan op b5 en hier staat het gericht op de koning en op sleutelveld d5. 10. .. Pd4 11.Lg5 h6 12.Lxe7 Dxe7 13. Pd5 Dd8 14.c3
bxc6 22.Txb8 Dxb8 23.Pe3
Pf4 24.Dc2 Dd8 25.Td1 Df6
25. .. Td7 Met druk op d3 was ook een mogelijkheid, maar de pion op f5 ligt momenteel ook nog onder vuur. 26.exf5 gxf5 27.a6
koning begint voelbaar te worden. Wit heeft geen zwaktes en verbetert nu rustig zijn stelling, terwijl de zwarte stukken niet veel kunnen. 32. .. c4 33.Td8 Lf6 34.Td2 Lg7 35.h5 c5 36. Td8 Lf8 37.Pd2! Eric haalt ook zijn paard erbij en heeft goed geanalyseerd, dat hij de pion op a6 hierbij van ondergeschikt belang is. 37. .. Dxa6 38.De4+ Kg7 39.Pf3 Het paard heeft enkele prachtige velden in beeld. 39. .. Df6 40.Td5 Te7 41.Dxc4 Te6 42.Db3 a6 43.Dc2 Te8 44.Dd3 a5 45.Tf5 Dd6 46.Db5
Nu d4 niet meer mogelijk is en zwart zijn zwartveldige loper heeft gecommiteerd tot g7 is het logisch om op de damevleugel spelen. 6. .. Pge7 7.b4 d6 7. .. cxb4 8.axb4 Pxb4 9.La3 Pbc6 10.Ld6 Zou overweldigende positonele compensatie opleve-
Wit heeft het gevecht over de centrumvelden d4 en d5 gewonnen. 14. .. Pe6 15.a4 Tb8 16. Dd2 Kh7 17.Tfb1 Ld7 18.Lb5 f5 19.a5 Eric voert stapsgewijs de druk op de damevleugel op. 19. .. Tf7 20.De2
Een subtiele zet om de toren van b7 te weerhouden en om dichter bij het promotieveld te komen. Maar vooral kan b7 nu als steunpunt voor de witte toren gebruikt worden. 27. .. Pxd3 Het paard op f4 was volledig geneutraliseerd door het witte paard op e3. Wederom probeert zwart de stelling te vereenvoudigen door een afwikkeling, maar wederom komt dit niet ten goede aan zijn pionnenstructuur. 28.Dxd3 e4 29.De2 exf3 30.Dxf3 f4 31. Pf1 De6 32.h4
Terwijl wit blijft manoeuvreren, kunnnen de zwarte stukken nog steeds niet veel. 46. .. Te4 47.c4 Kg8 48.Dxa5 Wit heeft alle tijd en kan zelfs de a-pion ophalen. 48. .. De6 49.Td5 Txc4 50.Te5 Df7 51.Da8 Kh7 52.Te1 Terwijl het nog gelijk staat, geeft zwart op. Het lukt hem gewoon niet de zwarte stukken te laten samenwerken en materiaalverlies te voorkomen. Positioneel erg sterk gespeeld van Eric! 1–0
nBC-toernooi
20. .. Lc6 Met deze zet hoopt zwart onder de druk uit te kunnen komen. Het brengt echter wel een langdurige structurele zwakte met zich mee. 21.Lxc6
De kwetsbaarheid van de zwarte
Ter bevordering van de correspondentieschaaksport in Nederland is er afgelopen jaar een toernooi van start gegaan waar iedereen aan mee mocht doen, en met bijna 100 deelnemers is dit toernooi al een succes te noemen. Ook in dit toernooi is Eric met vijf overwinningen vliegend van start gegaan, waaronder een overwinning op de ervaren Giel Massy.
Hof, Eric van ‘tMassy,Giel
1.d4 Pf6 2.c4 g6 3.Pc3 Lg7
4.e4 d6 5.Pf3 0–0 6.Le2 e5
7.0–0 Pc6 Het Konings-Indisch is een redelijk populaire openingskeuze bij het correspondentieschaak, mede omdat het vaak tot gesloten stellingen leidt waar ervaring belangrijker is dan de beoordeling van de engine. 8.Le3 Pg4 9.Lg5 f6 10.Lh4 g5 11.Lg3
Het is duidelijk dat wit geen enkele moeite heeft de geofferde pion terug te winnen, en kan zich daarom deze profylaxe veroorloven. 22. .. g4 22. .. Ld4? 23.Txd4 cxd4 24.Le5# 23.hxg4
Le6 Het lijkt erop dat Giel zich bedenkt. Hoe dan ook behoudt wit een prettig overwicht. 24.Da4 c4 25.g5 Ld5 26.Lxd5 Txd6 27.Le4 Txd1 28.Dxd1
11. .. f5 11. .. Ph6 Is een zet met een goede reputatie die de stelling wat geslotener houdt.
12.exf5 exd4 13.Pb5 Ph6
14.Pfxd4 Pxd4 15.Pxd4 Pxf5
16.Pxf5 Lxf5
Dankzij de ongelijke lopers heeft wit nog steeds enorme aanvalskansen. 28. .. Dc7 29.
Dh5 Lxb2 30.Td1 De7 31.g6 Tg8 32.Td6!
Tot nu toe allemaal normale zetten in deze variant, al heeft zwart hier al een paar jaar geen problemen meer. 18. .. Pe5 19.Pf4 Ld7 In deze stelling heeft zwart zelfs al een positieve scoren volgens de statistieken, dus het is niet onlogisch dat John hier voor een nieuwe zet kiest. 20.a4 Tf6 Machiel negeert wat er op de damevleugel gebeurt en start zijn koningsaanval. 21.Dg5 Lh6 22.Dh4 Lxf4 23.Dxf4 Df8
Deze zet zat er al een tijdje aan te komen en heeft een dodelijke uitwerking. 32.Dc1 Tc8 33.Pf4 Lf7 34.b5 Pxf4+ Met stukwinst. 35.Dxf4 Txc2 36. bxa6 Lh5 0–1
Ratingfavoriet Etienne Goudriaan haalde tegen Joost van Dam met een mooie combinatie het punt binnen.
Dam, Joost vanGoudriaan, Etienne
Na deze afwikkeling staat wit iets beter dankzij de half-open d-lijn en de kwetsbare zwarte koning. 17.c5! Door dit tijdelijke pionoffer worden er nog meer lijnen geopend en dit is vooral gunstig voor wit, omdat de zwarte koning enigzins op de tocht staat. 17. .. dxc5 18. Db3+ Kh8 19.Tad1 Dc8 20.Lf3 c6 21.Ld6 Td8 22.h3
Zwart komt niet onder de druk uit. 32. .. La3 33.Te6 Dd7 34.g3
Dg7 35.gxh7 1–0
Een andere speler die erg goed is begonnen en zelfs al plaatsing voor de volgende ronde heeft afgedwongen is Machiel de Heer. Tegen John Cornelisse won hij een mooie partij met de Sveshnikov.
Cornelisse, John - Heer, Machiel de
1.e4 c5 2.Pf3 Pc6 3.d4 cxd4
4.Pxd4 Pf6 5.Pc3 e5 De Sveshnikov heeft nog steeds een degelijke theoretische reputatie, en het is daarom geen verrassing deze opening af en toe bij het correspondentieschaak terug te zien.
Zwart heeft zijn mooie loper afgeruild voor het paard en hoopt nu op een goed moment f4 te kunnen doorzetten. 24.Tfd1 b4! Door dit pionoffer blijft de a-lijn gesloten en kan zwart zich gaan focussen op de koningsaanval. 25.Pd5 Tg6 26.h3
21. .. e3! 22.Lxe3 Pxd5 23.Lg1 Ld8 en de witte dame staat ingesloten. 0–1
Wilt u ook kennismaken met correspondentieschaken? Na aanmelding op www.correspondentieschaken.nl betaalt u slechts €10,voor het eerste jaar lidmaatschap.
De dreigingen beginnen serieus te worden. 27.g3 Th6 28.Kf1
De koning is geen goede verdediger van de aangevallen witte pionnen: 28.Kg2 Pg6 29.De3 f4 30.Dxe4 fxg3 31.fxg3 Te8 Met een winnende aanval voor zwart. 28. .. Le6 29.cxb4 Txh3 30.Kg2 Th6 31.Ta3 Pg6
De Lotto draagt in 2013 43 miljoen af aan noC*nSF
Het totale resultaat van De Lotto in 2013 was 59,6 miljoen euro, waarvan 43,2 miljoen euro is uitgekeerd aan noC*nSF. Ruim € 262.152 van het totale bedrag is afgedragen aan de Koninklijke nederlandse Schaakbond.
De Lotto draagt na aftrek van prijzengeld en kosten, 100% van haar resultaat af aan de nederlandse samenleving. Ruim 70% is bestemd voor noC*nSF, het overige deel gaat naar 18 goede doelen op het gebied van cultuur, gezondheid en welzijn. De 76 sportbonden die aangesloten zijn bij noC*nSF krijgen uit de afdracht aan noC*nSF een bijdrage. Zo kan elke sportbond van groot tot klein al jaren rekenen op een structurele bijdrage van De Lotto. Bijdragen die van groot belang zijn voor de top- en breedtesport. ook kleine en commercieel minder aantrekkelijke sporten en sporters worden hiermee ondersteund.
“De jaarlijkse bijdrage vanuit De Lotto is voor de schaaksport van groot belang. Het geld wordt onder andere gebruikt om meer mensen, jong en oud, met schaken in aanraking te brengen, via scholen, via verenigingen en via internet. Daarnaast verdienen onze talenten en topspelers goede ondersteuning, zodat wij onze positie als topschaakland kunnen vasthouden” aldus directeur Mark van der werf van de Koninklijke Nederlandse Schaakbond.
Joost Otterloo, algemeen directeur De Lotto: “Wij zijn ons terdege bewust van de maatschappelijke impact van De Lotto voor de sport. Het zijn spannende en onzekere tijden voor de bestaande kansspelorganisaties vanwege de mogelijke wijzigingen in de Wet op de kansspelen en het wetsvoorstel Kansspelen op afstand. Hoe de toekomst er voor De Lotto en de afdracht aan de sport uit gaat zien, is nog niet duidelijk. Wij
hopen dan ook snel op meer zekerheid over de nieuwe spelregels om ons goed te kunnen voorbereiden op de veranderingen in de markt. Wij kijken daarbij kritisch naar ons eigen merkportfolio en hoe wij onze vijf sterke merken zo aantrekkelijk mogelijk kunnen houden voor de consument met als doel de afdracht aan de sport zo hoog mogelijk te houden. Dankzij onze structurele afdracht kunnen de sportbonden onder andere competities en toernooien blijven organiseren en jeugd,
scheidsrechters- en trainersopleidingen voor verenigingen kunnen faciliteren. Zo kan heel Nederland onbezorgd blijven sporten.”
De Lotto. Voor sport en maatschappij.
De Lotto werd 50 jaar geleden opgericht door sporters om middels het organiseren van kansspelen geld te genereren voor de Nederlandse sport. Na aftrek van prijzengeld en kosten draagt De Lotto 100% van haar resultaat af aan de Nederlandse samenleving, waarvan zo’n driekwart gaat naar sportkoepel NOC*NSF, die dit bedrag op haar beurt verdeelt onder de 76 aangesloten sportbonden. Sinds de oprichting heeft De Lotto al 1,4 miljard euro afgedragen aan NOC*NSF. Het overige deel wordt aan 18 goede doelen op het gebied van cultuur, gezondheid en welzijn, zoals het Prins Bernard Cultuurfonds, de Hartstichting en het Oranje Fonds afgedragen. Met de producten van De Lotto kun je veel geld winnen èn wint de sport altijd. Dat is WinWin! www.delotto.nl
noC*nSF
NOC*NSF is van en voor de sport in Nederland en is als Olympisch comité verantwoordelijk voor de uitzending van Nederlandse Olympische en Paralympische teams. NOC*NSF plaatst de sport in een maatschappelijke context. Het doel is te zorgen dat echt iedereen doet aan, geniet van, en wint door sport. Door optimale sportomstandigheden te genereren voor iedereen in Nederland, via de strategie van meedoen en winnen. Winnen betekent excelleren in sport, medailles halen, maar ook onderzoek doen, mensen stimuleren iedere dag een beetje beter te worden, sport inzetten om obesitas tegen te gaan, Nederland veiliger en socialer maken. We winnen veel met sport. www.noc.nsf.nl
Bruno Carlier kan het nog steeds
De landskampioen (En Passant) was al bekend, maar er werd wel gemord over competitievervalsing door diezelfde landskampioen. En Bruno Carlier bereikte een mijlpaal met zijn 40e KnSB-seizoen én een (bijna) recordscore van 190,5 punten uit 280 partijen.
HMC gaat toch Europa in De landstitel van En Passant, de tweede op rij, is al in het vorige nummer gemeld. De ploeg uit Bunschoten-Spakenburg werd een ronde voor het einde al kampioen. Dat had een veelbesproken gevolg. Voor de slotwedstrijd tegen SO Rotterdam hadden enkele grootmeesters zich afgemeld. Dat kon met enige moeite wel worden opgevangen, maar de technische staf van En Passant besloot daar geen extra geld aan uit te geven.
En Passant verscheen met maar liefst vier invallers uit het tweede team, dat vijf klassen lager speelt. Rotterdam won de wedstrijd met 6-4 en werd daardoor derde, terwijl het bij een nederlaag vierde zou zijn geworden. Slachtoffer was HMC Calder uit Den Bosch, dat daardoor naar de vierde plaats zakte. Op de websites Schaaksite en Utrechtschaak viel veelvuldig het woord competitievervalsing, al wilde lang niet iedereen zo ver gaan. Een troost voor HMC is dat het eind dit jaar toch mag deelnemen aan de Europacup. Dat mogen de eerste drie, maar omdat Rotterdam geen interesse heeft zijn het toch de Brabanders die weer Europa in mogen.
Bij En Passant had hoofdsponsor en speler Dick de Graaf speciaal gevraagd om Bruno Carlier als tegenstander. Dat was opmerke lijk. Carlier: “Ik heb En Passant eigenlijk samen met Bosboom en Böhm van de derde klasse naar de Meesterklasse gebracht.” Vervolgens raakte hij zijn basisplaats kwijt omdat hij te licht zou zijn voor de hoogste klasse. Carlier ging terug naar zijn oude club Rotterdam en bewees het tegendeel: vorig seizoen 7,5 uit 8 en dit seizoen 6,5 uit 9. “Ik was best kwaad dat ik bij En Passant reserve kwam te staan, maar ik neem Dick niets kwalijk”, zegt Carlier, die de sponsor (die mede het spelersbeleid bepaalt) in de slot wedstrijd wel over de knie legde.
Supertopscorer
Met Bruno Carlier is een bijzondere jubilaris genoemd, hij voltooide zijn 40e seizoen in de KNSB-competitie. Dat is niet uniek, maar in de hoogste klasse is hij nu met zijn totaalscore van 190,5 uit 280 de topscorer aller
tijden John van der Wiel (191 uit 278) op een half punt genaderd. In 1973 baarde Carlier voor het eerst opzien door in het jeugdkampioenschap van Nederland, als jongen van zestien, te beginnen met zes overwinningen. Hij sloot af met drie nederlagen en zag Meindert van de Linde kampioen worden.
Bondscoach Hans Bouwmeester ontfermde zich over de jonge Utrechter en drong erop aan dat hij van Oud Zuylen overstapte naar SC Utrecht, dat in de Hoofdklasse speelde. Na twee jaar vroeg Hans Böhm hem voor Rotterdam te komen spelen. Hij speelde er 19 jaar, waarin hij zestien (!) landstitels meemaakte. Carlier: “Ik scoorde wel eens honderd procent in een seizoen en dat is eigenlijk onvoorstelbaar, want ik lag dan zaterdagochtend wel eens pas om vier uur op bed en bereidde me nooit voor.” Daarop volgden drie jaren met het Amsterdamse
DCG in lagere klassen, drie jaren met BSG (Bussum) in de hoogste klasse, weer zeven jaar Rotterdam, vier jaar En Passant in lagere klassen en nu weer twee jaar Rotterdam. Carlier: “Heb jij wel eens contact met Van der Wiel? Ik ben wel benieuwd of hij dit leest en dan ook weer in de Meesterklasse gaat spelen, om mij voor te blijven.”
Uitblinkers
Beste kampioenen van dit seizoen: Assen (3A), Accres Apeldoorn 2 (3D) en DJC Stein (3H) wonnen al hun wedstrijden.
Meest hechte teams: HSC Helmond (2D) had slechts één keer een invaller nodig, Caïssa 2 (2B) twee keer.
Meest productieve spelers: Harold van Dijk (Krimpen aan den IJssel) scoorde als enige 9 uit 9 en Jan Timman (Wageningen VLG Advocaten) en Mark van Schaardenburg (ZSC-Saende) 8 uit 8. Een score van 8,5 uit 9 behaalden David Klein (Kennemer Combinatie) en Collin Boelhouwer (Souburg). Jan Willem van de Griendt (SO Rotterdam) en Rudy van Wessel (LSG) scoorden hun beslissende norm voor de internationale meestertitel. Bijzonderheid voor Van de Griendt was dat hij zijn eerste norm 25 jaar geleden scoorde.
Bruno Carlier (r) bracht met een zege tegen Dick de Graaf zijn score in de KNSB-competitie op 190,5 punten uit 280 partijen, topscorer is John van der Wiel met 191 uit 278 (Foto: Jan Willem Schoonhoven)
Begrijp wat u doet
De Moderne Benoni (deel 1)
In 2011 heb ik in Schaakmagazine een verhandeling gehouden over de Benoni. Daarbij had ik het boek ‘Mastering the Modern Benoni and the Benko Gambit’ van Robert Bellin & Pietro Ponzetto als basis gebruikt. De auteurs nemen de lezer aan de hand met een inventarisatie van stereotiepe tactische en strategische voorbeelden in Benonistructuren. Door een paar van deze ideeën voor het voetlicht te brengen en te illustreren met modelpartijen, probeerde ik de lezer enige bekendheid te bieden met deze scherpe bestrijdingswijze tegen 1. d4. Geïnteresseerden kunnen klikken op http://schaaksite.nl/list. php?c=training. Waar ik toen niet aan toe ben gekomen is om de lezer wegwijs te maken in de variantenstructuur van de opening en de specifieke achtergronden daarvan. Hoog tijd om iets aan deze omissie te doen.
De moderne Benoni ontstaat na 1. d4 Pf6 2. c4 c5 3. d5
Diagram 1
Stelling na: 3. d5
Eigenlijk tekent zich na deze zet al af waar het in deze opening om draait. Wit pakt meteen groot ruimtevoordeel. Het grote nadeel kan zijn dat hij daardoor ook ‘gaten’ laat vallen. Om het eens met het voetbal te vergelijken. Met (te) veel spelers voor de bal wordt achterin ruimteweggegeven die benut zou kun-
nen worden met een counter. En dat is nu juist waar de zwartspelers veelvuldig gebruik van maken!
3... e6 4. Pc3 exd5 5. cxd5 d6
Diagram 2
Stelling na: 5... d6
We beperken ons nu tot twee mogelijke speelwijzen. Andere varianten komen de volgende keer aan bod.
De eerste mogelijkheid: 6. e4
De tweede mogelijkheid: 6. Pf3
De eerste mogelijkheid: 6. e4
Het klinkt misschien raar, maar als wit een opstelling wil innemen met Pf3 en Le2 moet hij een andere volgorde kiezen. Dat wordt zo dadelijk aan de orde gesteld.
6... g6
Diagram 3
Stelling na: 6... g6
Een belangrijke basisstelling voor de Benoni waarin we de karakteristieke plannen nog even de revue laten passeren.
Voor de witspeler:
• Wit heeft een pionnenmeerderheid in het centrum en zijn hoofdplan is dan ook om deze in beweging te krijgen met f2-f4 en een eventueel e4-e5.
• De zwakke pion op d6 vormt een aanvalsdoel. Met een loper op f4 gevolgd door de paard manoeuvre Pf3-d2-c4, ook wel de “Nimzowitschpirouette” genoemd (genaamd naar zijn bedenker in de dertiger jaren) kan wit druk uitoefenen op de hulpbehoevende pion op d6.
Voor de zwartspeler:
• Zwart heeft een pionnenmeerderheid op de damevleugel. Hij zal daarom graag de actie ... b7-b5 willen doorzetten om deze tot gelding te brengen. De problematiek hiervan is niet zo eenvoudig als hij lijkt. Want als wit met a2-a4 pion b5 weet aan te tasten en zwart is gedwongen tot ... b5-b4 dan raakt hij veld c4 kwijt. Het paard van c3 kan via b1-d2-c4 op dat veld spelen en als daar niet iets anders tegenover staat, is het voordeel weer aan wits zijde.
• Zwart probeert zijn loper op g7 te benutten. Daarbij zal hij in sommige varianten gebruik maken van het mooie steunpunt op d4 en ook wordt de damevleugelactie ondersteund. We komen later terug op de specifieke situaties waarin deze hoofdplannen ten uitvoer worden gebracht en hoe dat in een concrete situatie in zijn werk zou kunnen gaan.
De tweede mogelijkheid: B) 6. Pf3 g6 7. Pd2
Dit is om de penning van ... Lc8g4 en stukkenruil te vermijden. Wit bereidt ondertussen ook de zogenaamde “Nimzowitschpirouette” voor. 7... Lg7
Analysediagram
Stelling na: 7... Lg7 8. e4 0-0 9. Le2 Te8 Voordat zwart zijn damepaard ontwikkelt, houdt hij pion e4 onder schot. Zo kan wit niet al te gemakkelijk zijn ‘pirouette’ uitvoeren.
10. 0-0
Analysediagram
Stelling na: 10. 0-0
We zijn aangekomen bij een belangrijke uitgangsstelling. Veel hangt af van wat zwart met zijn damepaard gaat doen. Hij kan kiezen uit:
A) Ontwikkeling van het paard naar a6;
B) Ontwikkeling van het paard naar d7.
A) Ontwikkeling van het paard naar a6
10... Pa6 11. f3
Wit geeft pion e4 de noodzakelijke dekking zodat hij eindelijk zijn paard naar c4 kan spelen, waarna Lc1 bevrijd kan worden. 11... Pc7 12. a4
Herman
Analysediagram
Stelling na: 12. a4
Dat geeft weer twee keuzes:
B2a: 12... Pd7
B2b: 12... b6
B2a) In mijn jeugd leerde ik van mijn toenmalige leermeester, de veel te vroeg gestorven Huub van Dongen uit Boxtel, een variant die uitstekend diende als ‘appetizer’ om ook Benoni te gaan spelen!
12... Pd7 13. Pc4
De tegenwoordige toppers, waaronder Kramnik, kiezen hier voor 13. Kh1.
13... Pe5 14. Pe3 f5 15. f4
De principiële zet omdat het paard naar het slechte veld f7 moet. Na 15. exf5 gxf5 16. f4 kan het paard naar g6 en daarvan is het voordeel dat de g-lijn vergrendeld blijft.
15... Pf7 16. exf5?
Wit wordt nu het slachtoffer van een ‘eeuwige penning’. 16... Ld4 17. fxg6 Ph6!
Deze penning heeft al meerdere slachtoffers gemaakt nadat hij in 1972 al door GM Matulovic was ontdekt. Ik geef de variant, zoals die destijds aan mij werd getoond, verder met summier commentaar: 19. Tf3 Pg4 20. Dd3 Dh4
Analysediagram
Stelling na: 20... Dh4
21. h3 Pxe3 22. Lxe3
Relatief beter is 22. Txe3 (zoals in de partij Toth-Matulovic, 1972) maar wit verloor ook.
22... Txe3 23. Txe3 Dxf4 24. Pd1 Pxd5 25. Ta3 Lf5 26. Db3 Pxe3 27. Pxe3 e8 En het stuk gaat verloren.
B2b) 12... b6
De meest populaire voortzetting. Zwart maakt zich op om met ... a7-a6, ... Ta8-b8 en ... b6-b5 de stereotiepe opmars te komen. Tegelijkertijd brengt hij de mogelijkheid ... Lc8-a6 in de stelling om een licht stuk te kunnen ruilen. 13. Pc4 La6 14. Lg5 h6 15. Le3 Lxc4 16. Lxc4 a6
Analysediagram
Stelling na: 16... a6
17. Dd2 Kh7 18. Tab1
Dit plan is gebruikelijk voor wit in dit type stelling. Wit wil zwarts actie bestrijden met b2-b4.
18... Dd7 19. b4 b5 20. Le2 c4
Essentieel is dat 20... cxb4 21. Txb4 a5 faalt op 22. Txb5! Pxb5 23. Lxb5 en wit wint een pion. 21. a5
Analysediagram
Stelling na: 21. a5
Een leerzaam moment. Wit vergrendelt de damevleugel zodat zwarts tegenspel in de kiem is gesmoord. Zo kan hij zijn strijdkrachten op de andere kant van het bord proberen te mobiliseren.
In de partij Gershon-Fuchs zien we hoe wit zijn slag sloeg op de koningsvleugel. Dat zwart ook de nodige pijlen op zijn boog heeft, bleek in de partij Novikov-Lutikov waarbij zwart een eindspel bereikte waarin hij zijn gedekte vrijpion tot gelding kon brengen.
B) Ontwikkeling van het paard naar d7
10... Pbd7
De meest populaire voortzetting, al dan niet met de inlassing van de zetten ... a7-a6 en a2-a4.
Een voorbeeld van hoe deze stelling behandeld kan worden is Rytov-Tal 1979.
B2) 11. Dc2
Wit geeft pion e4 extra dekking om zo de paardensprong naar c4 voor te bereiden.
11... Ph5!?
Zwart laat vrijwillig zijn pionnenstructuur versplinteren. Fischer weet aan te tonen dat het allemaal speelbaar is voor zwart.
12. Lxh5 gxh5 13. Pc4
Een moderner voorbeeld is de partij Burmakin-Kravtsov, 2001 die door wit gewonnen werd na 13. h3. 13... Pe5 14. Pe3 Dh4 15. Ld2
Pg4 16. Pxg4 hxg4
En de pionnenstructuur was weer in tact. Zie de matchpartij uit de WK-tweekamp SpasskyFischer, 1972.
B3) 11. a4
Een soort nuttige wachtzet. Wit wil de dame nog even op d1 laten om de paarduitval met ... Pf6-h5 nog even te onaantrekkelijk te maken. Tevens verhindert hij alvast acties met ... b7-b5 en bereidt hij een mogelijke torenswitch met Ta1-a3 voor.
11... Pe5
Hier is 11... g5 een interessante poging om veld e5 voor het paard te ‘verzekeren’. Het grote manco van de zet is dat veld f5 wordt verzwakt. Hoe wit daarop kan spelen, wordt mooi geïllustreerd in de partij Kindermann - Danner, 1985.
12. Dc2
De torenswitch met 12. Ta3 kwam helemaal uit de verf in de partij Petrosian-Rashkovsky, 1976, maar totaal niet in de partij BagaturovZubarev, 2008, waar de toren maar een zielige toeschouwer bleek te zijn.
12... g5
Een scherpe stelling ontstond na 12... Ph5 13. Lxh5 gxh5 14. Pd1 in Gligoric-Taimanov 1973.
13. Ta3
Dit kwam voor in de partij Gelfand-Hall, 1999.
13... De7
Een voorbeeld hoe de stelling met zwart behandeld zou kunnen worden is de partij NajdorfTimman, 1982.
Belangrijkste illustratieve partijen:
• Toth-Matulovic, 1972.
• Gershon-Fuchs, 2002.
• Novikov-Lutikov, 1987.
• Rytov-Tal, 1979.
• Spassky-Fischer, 3de matchpartij 1972.
• Burmakin-Kravtsov, 2001.
• Kindermann - Danner, 1985.
• Petrosian-Rashkovsky, 1976.
• Bagaturov-Zubarev, 2008.
• Gligoric-Taimanov 1973.
• Gelfand-Hall, 1999
• Najdorf-Timman, 1982.
Geraadpleegde bron:
- Megadatabase van Chessbase
Eerdere afleveringen van deze rubriek kunt naspelen en downloaden op http://schaaksite.nl/list. php?c=training.
Reageren? Stuur een e-mail naar hgrooten@xs4all.nl.
Terug in het strijdperk
Patiënten met ernstige psychische problemen krijgen vaak medicijnen toegediend. Het resultaat is dat ze weer op een aanvaardbare manier kunnen functioneren. Maar tegelijk klagen de patiënten erover dat hun gevoelsleven is afgezwakt. Het lijkt of er een deken, een grauwsluier over hun gevoelens ligt.
Iets vergelijkbaars ondervond Paul van der Sterren, toen hij na zeven jaar lang geen schaakstuk te hebben aangeraakt besloot om weer te gaan schaken. “Je oude schakersleven schijnbaar weer op te pakken. Schijnbaar, want het idee dat je je oude leven werkelijk gewoon weer verder zou kunnen leven is inderdaad schijn, dat heb ik wel geleerd”, schrijft hij in Terug in het strijdperk
Wat is er dan zo anders geworden? Toen hij in 2001 stopte met schaken viel er iets weg. Het steeds maar bezig zijn met voorbereiden, nadenken over komende wedstrijden, de hoop op iets moois. “Deze nooit opdrogende bron van stress en zoete verwach-
Seminar
ting”, door Van der Sterren indringend beschreven in Zwart op wit, verslag van een schakersleven. Of anders gezegd: “Deze permanente staat van onzekerheid – ben ik beter voorbereid dan mijn tegenstander? –die het leven van de schaker zo moeilijk en mooi maakt.”
Zou dat alles terug komen als je na zeven jaar onthouding weer aan de slag gaat? Het antwoord is een onomwonden nee. Weliswaar was er nog de steeds de pijn om een partij te moeten opgeven, maar tegelijkertijd was er “de tevredenheid als die pijn dan binnen een paar seconden weer helemaal verdwenen was”.
Als hij in de laatste ronde van zijn eerste toernooi door een blunder verliest van Peng is een wandeling door de stad en een kopje cappuccino in een café voldoende om de rust te doen weerkeren. Wat ook verdwenen is, is “de allesverzengende wil om te winnen, het gevoel van absolute noodzakelijkheid en de daaruit voortvloeiende bereidheid – en het vermogen! – om (...) diep te gaan.” Al die emoties, al die gevoelens, ze zijn er nog wel, maar ze zijn afgevlakt.
Overigens treurt Van der Sterren er niet om. Tevreden schrijft hij: “Veroudering en
hockey en schaken, een sterke combinatie
Levend schaak
Jeugdige deelnemers aan de wedstrijd Levend Schaak poseren met commentator Hans Böhm en de spelers Arlette van Weersel en Mustapha Eljarmouni. De wedstrijd, die in remise eindigde, werd op 1 juni gehouden in het Kyocera stadion in Den Haag, ter gelegenheid van het seminar 'Hockey en schaken, een sterke combinatie'. (Foto: Sir Francis)
ontwenning hebben ervoor gezorgd dat ik de enorme spanning van mijn vroegere schakersleven nu absoluut niet meer aan zou kunnen.” En ook niet meer aan zou willen kunnen. Het verlangen om terug te keren naar vroegere tijden ontbreekt. Wat overheerst is de verwondering over hoe zo’n veranderingsproces in zijn werk gaat. Naast verwondering bepaalt het verleden de stemming in dit boek. De angst die hij voelde als hij tegen Karpov moest spelen, de haat die Kortsjnoi achter het bord uitstraalde, herinneringen aan het begin van zijn schakersloopbaan, en de lange omweg die hij maakte van zijn eerste Amsterdamse schaakclub Watergraafsmeer naar zijn huidige club Caïssa, waarin Watergraafsmeer via een serie fusies is opgegaan, het wordt met een zweem van nostalgie beschreven. En een ding maakt dit boek heel duidelijk: als het schaken eenmaal in je vezels is doorgedrongen kom je er nooit meer van los. Stoppen of herintreden, de basis blijft hetzelfde.
Paul van der Sterren: Terug in het strijdperk. 142 blz. Uitgave in eigen beheer. Prijs € 17.50. Het boek kan worden besteld via www.bol.com.
Zie ook www.paulvandersterren.nl.
Nationale Sportweek
De schaaksport heeft eind april voor het eerst aan de Nationale sportweek deelgenomen. Maar liefst 145 schaakverenigingen hebben het promotiepakket van de KNSB ontvangen met daarin posters en flyers met onze schaakambassadeur Anish Giri erop. Anish verzorgde aan het begin en eind van de Nationale Sportweek tijdens de jeugd-NK’s in Waalwijk en Rotterdam een simultaan.
17.Tfe1
De lezer aan zet
12.Pxe5
Giri maakt gebruik van de ongedekte stand van het paard. Toch is het nog bepaald niet duidelijk na zwarts beste zet. De veilige voortzetting is 12.g3 (3 punten) maar na 12...Lh3 13.Ph4 Pf6 14.Dd3 (14.Pf5 Dd8) 14...Pfd7 15.b4 a5 16.bxa5? Pa6 17.De3 Pac5 stond zwart heel goed in Bareev-Filippov, Moskou 2009. Zwart staat prima na 12.0–0 Pf4 13.Tfe1 Lg4 of 13...f5.
12...Pf6
Deze terugtocht kan het niet zijn. Nu gaat in een symmetrische stelling het ruimteoverwicht van wit en zijn ontwikkelingsvoorsprong tellen. Veel sterker lijkt 12...Pf4 na 13.Pf3 Pxg2+ 14.Kd2 (niet 14.Kf1? Lh3) gaat wit aanvalskansen krijgen op de koningsvleugel (via de net geopende g-lijn), maar zwart heeft wel positionele compensatie. Bijvoorbeeld 14...f6 15.Tag1 Pf4 16.Pd4 c5! met tegenspel. Beter lijkt 15.Lf1 Pf4 16.Te1 Pd7 17.Kc1 Pe5 18.Pd4 maar zwart houdt tegenspel met 18...c5 of 18...f5!?.
13.Pf3
De meest ambitieuze zet, hiervoor moet u wel de mogelijke damevangst op zet 16 al gezien hebben. De zet van Giri is nog sterker dan 13.Pd3 (1 punt) 13… Pxe4 14.Ld4 (om het loperpaar te houden) vanwege 14...Lf5 15.0–0 Pd7 en wit staat iets beter.
13...Pxe4
Niet goed is 13...Dxe4 14.Dd2 en nu faalt 14...Te8 (of 14...Dg6 15.Ph4! De4 16.Lxf6! gxf6 17.Pf3 en wit staat duidelijk beter) eenvoudig op 15.Lxf6 gxf6 16.0–0! Dxe2? 17.Tfe1.
14.0–0
Het lijkt raar om het loperpaar op te geven maar snelheid is hier geboden. Zwart krijgt de kans om zich te ontwikkelen na 14.Ld4 (2 punten) 14…Lf5 15. Dd1 (15.0–0? Pg3 verliest een kwaliteit.) 15...c5! 16.dxc6 Pxc6 17.0–0 en wit staat een tikje beter. In de partij krijgt hij groot voordeel.
14...Pxc3 15.Dxc3
U krijgt geen punten voor het lelijke 15.bxc3 Pa6!. Het originele 15.Ld3 levert niks op na 15...Df6.
15...Pd7
De beste zet. Zwart heeft en een grote ontwikkelingsachterstand, en ruimtegebrek. Giri heeft goed ingeschat dat zwart in grote problemen is.
15...Dxe2? gaat niet omdat de dame opgesloten is na 16.Tae1 of 16.Tfe1.
18.Pd4 Lxe2 19.Txe2 met vrijwel winnend voordeel voor wit in Sarkar-Swaminathan, Parsippany 2008.
16.Pd4
Deze zet is nauwkeuriger dan 16.Tae1 (3 punten) 16…Df6!
17.Pd4 (17.Dd2 a5) 17...Pc5 en nu heeft zwart zijn optimale opstelling bereikt (dame op f6, paard op c5 en de loper gaat naar d7). Bijvoorbeeld 18.Ld1 Ld7 19.b4 Pa4 en wit staat een tikje beter. Of 16.Tfe1 (3 punten) 16…Df6 17.Pd4 Pc5 18.Ld1 (18.b4?! Dxf2+ 19.Kxf2 Pe4+) 18...Ld7 19.b4 Tae8 20.Lc2 Pa4. 16...Pf6
Dit vergroot de problemen van zwart. Zwart krijgt nu een nijpend gebrek aan ruimte. Het was beter om toch maar de opstelling na te streven die in de vorige opmerking is genoemd.
Bijvoorbeeld 16...Pc5 en nu kan wit met 17.b4 Pa4 (17...Pe4 18. De3) 18.Dd2 Ld7 verder gaan met 19.Tac1!. Of 16...Df6 17.Ld1 (of 17.b4) en zwart kan zijn ideale opstelling niet meer bereiken: 17...Pc5?! 18.b4 Pe4? 19.De3 en zwart is in grote problemen.
Even goed zijn 17.Tae1 en 17.Ld3. Beide 3 punten. Maar minder nauwkeurig is 17.Lf3 Lg4!.
17...Ld7 18.Lf3
De loper staat beter op f3 dan op d3 omdat na 19.Pe6! als in de partij het heel gunstig is dat b7 aangevallen staat. Minder goed is dus 18.Ld3 (2 punten) 18… Dd8 en nu levert 19.Pe6 fxe6 20.dxe6 Te8 21.exd7 Dxd7 duidelijk minder op dan in de partij.
18...Dd8 19.Pe6
Met deze combinatie verkrijgt wit groot positioneel voordeel. Voor nuttige zetten als 19.b4 of 19.c5 krijgt u daarom maar
1 punt
19...fxe6
19...Lxe6 20.dxe6 fxe6 21.Txe6 is zetverwisseling met de partij.
20.dxe6
Wit wint het stuk terug vanwege de dreigende pionvork 21.e7. 20...Lxe6
Het taaist was waarschijnlijk 20...Te8 21.exd7 Txe1+ 22.Txe1 c6! 23.Lg4!? Pxd7.
21.Txe6
De stelling is volledig getransformeerd. De pionstructuur is niet langer symmetrisch. Wits voordeel bestaat uit het bezit van de open e-lijn en het sterkere lichte stuk.
21...Tb8 22.Tae1
Een ‘automatische’ zet. U krijgt geen punten voor andere zetten.
22...Tf7 23.h4
Een hele mooie strategische zet. Wit dreigt eenvoudig om met de h-pion op te rukken en de zwarte koningsvleugel te verzwakken. En wanneer zwart om dit te verhinderen ...h7-h6 speelt (als in de partij), dan gaat wit gebruik maken van de verzwakte diagonaal b1–h7.Natuurlijk staat wit zo goed dat diverse andere zetten groot voordeel
handhaven (zwart kan zich immers amper bewegen). Nuttige zetten zijn bijvoorbeeld 23.Dd4 centraliseren van de dame; 23.b4 ruimte winnen op de damevleugel; 23.h3 een gaatje maken; 23.De3 centraliseren en tripleren. U krijgt 3 punten voor een van de genoemde zetten.
23...Kh8 24.h5
Volgens plan rukt de pion op. U krijgt 2 punten voor 24.Dd4 en 24.De3
24...h6
Wit wint na 24...Kg8 25.h6 gxh6? (25...g6) 26.T1e3! en er dreigt Ld5 en Txf6. Ook heel slecht is 24...Pg8 25.De3 (25.h6 Dg5±) 25...a6 26.h6! vanwege 26... Pxh6? 27.Te8+ Dxe8 28.Dxe8+ Txe8 29.Txe8+ Pg8 30.Ld5.
25.Ld1
Consequent gespeeld. De loper wordt naar de b1–h7 diagonaal omgespeeld (veld g6 is immers verzwakt en veld h7 wordt het andere doelwit). Ook hier heeft wit alle tijd voor alternatieven: 25.Dd4; 25.De3; en 25.b4. U krijgt 4 punten voor een van de genoemde zetten.
25...Pg8
Iets beter is 25...d5 26.cxd5 Dxd5 (26...Pxd5? 27.Txh6+ Kg8 28. Dg3+-) maar na 27.Lb3 Dd8 28.Lc2!? blijft wit groot voordeel houden.
Na iets als 25...Df8 26.Lc2 kan zwart zich ook amper bewegen. 26.Lc2
De beste zet, maar ook 26.Dd3 (3 punten) is sterk, en 26.Dg3 (2 punten) is ook niet slecht.
26...Dh4
Geen goede zet, maar het is begrijpelijk dat zwart ook weleens een ‘actieve’ zet wil doen. 27.g3
Dit wint geforceerd in alle varianten. Na 27.T1e2 (1 punt) 27…Pf6 28.Lg6 Td7 29.g3 Dg5
staat zwart nog een beetje.
27...Dg4
27...Dxh5 28.Lg6+-; 27...Dg5 28. Dd3 Pf6 29.Te8+! Tf8 30.T1e6+(wit kan ook prozaïsch winnen met 30.Txb8 Txb8 31.Te7+-); 27...Dd8 28.Te8 Dxe8 29.Txe8
Txe8 30.Lg6+-.
28.Dd3
Geen punten voor andere zetten. Wit wint nu in een directe koningsaanval.
28...Pf6 29.Te8+ Tf8
De enige zet om mat te voorkomen.
30.T8e7
Opnieuw de sterkste zet. Wit heeft de zevende rij veroverd en zwart heeft geen verdediging tegen T1e6 en nemen op f6. Wit houdt winnend voordeel na 30.Txb8 Txb8 31.Te7 Dxh5 32. Txc7, en ook na 30.Txf8+ Txf8
31.Te7 Dxh5 32.Txc7. Voor beide zetten krijgt u 3 punten. Minder sterk is 30.T8e6 (1 punt) vanwege 30...Kg8! en nu wint 31.Txf6 (31.Te7! Tf7!±) 31...Txf6 niet vanwege een serie enige zetten:
30...Tbc8 31.T1e6 Kg8 32.Kg2 Nauwkeurig tot het eind. De koningszet maakt straks f3 mogelijk. Andere zetten (die ook gebaseerd zijn op het verjagen van de zwarte dame) winnen ook. Bijvoorbeeld:
Het is echter nog te vroeg voor 32.Txf6 Txf6 33.Dh7+ Kf8.
32...Tf7 33.Txf6
Even winnend is 33.Ld1 (7 punten) 33…Dg5 34.f4 Dc5 35.b4 Db6 (35...Dc6+ 36.Lf3) 36.Dg6 Tcf8 37.Lc2.
33...Txf6
Of 33...gxf6 34.Dd5 Dg7 35.Lg6. 34.f3
De pointe van de 32e zet blijkt nu. De zwarte dame moet de dekking van veld d7 loslaten. Of 34.Dh7+ (3 punten) 34…Kf8 35.Ld1! Dg5 36.Td7.
Td7+-) 37.Ld1. Ook 2 punten 36...Ke8 37.Txg7 Dd2+ 38.Kh3 en nu mat niet meer te verhinderen is gaf zwart het op. Merk dat de logische slotzet de enige koningszet is die wint: 38.Kg1? laat eeuwig schaak toe na 38... De1+ 39.Kh2 Df2+ 40.Kh3 Df1+. 1–0
80-100 >2400
70-80 2300-2400
60-70 2200-2300
50-60 2100-2200
40-50 2000-2100
30-40 1900-2000
20-30 1800-1900
0-20 <1800
Combineren
Diagram 1
Burg-Bosman 1.Pxf7! 1-0
Diagram 2
Tjiam-Driessens
1.Tc8+ Kg7 2.Lxc3+ 1-0
Diagram 3
34...Dg5 35.Dh7+
De beste, maar ook 35.Td7 en 35.f4 winnen voor wit.. Beide 2 punten
35...Kf8 36.Td7
Of ook 36.f4 Dg4 (36...Txf4 37.
Geurink-Van de Griendt
1.Ld5+! Txd5 2.Tb8+ Td8 3. Txd8+ 1-0
Diagram 4
Solleveld-Tiviakov
1..Te1+! 2.Lf1 Pf3+ 0-1
Diagram 5
Houben-Wiersma
1.Ta8! 1-0 Zelfs met een Dame meer is Dg7 mat onvermijdelijk.
Diagram 6
Kollen-Van de Oudeweetering
1..Lxe1! 2.Txe1 Lf3 3.Pg3 Pf4 0-1
Diagram 7
Swinkels-Cuijpers
1..Dxf6! 2.exf6 Txh1+ 0-1 Op 3. Lg1 volgt immers Pe3+.
Diagram 8
Sekandar-Michielsen
1.Txh7!! met de volgende varianten:
a.1..Kxh7 2.Dh5+ en Txg6 loopt mat
b.1..Lb5 (de partij) 2.Lxg6! 1-0 c.1..Dxd3+ (de meest taaie verdediging) 2.Dxd3 Kxh7 3.Df3! met het vernietigende Df6 als idee.
1. .. Ph5!
Pg3 is een moeilijk dekbare dreiging, MDD. Na 2. Kg1 Pg3 3. Df2 Pxf1 4. Txf1 heeft zwart een toren voor een paard gewonnen. 2. e5? Pg3+ 0–1 Alisha Warnaar-Pascalle Monteny HiQ Invest NK D Rijswijk 2013
Schakend Nederland 50 jaar geleden
Even was Nederland vijftig jaar geleden het centrum van de schaakwereld. Vijf weken lang verzamelde de wereldtop zich in Amsterdam voor het interzonale toernooi. De deelnemerslijst was meer dan indrukwekkend met de Russen Tal, Smyslov, Spasski, Bronstein en Stein en de niet-Russen, Larsen, Gligoric, Portisch, Reshevsky, Ivkov en Pachman. Geen wonder dat Schakend Nederland veel pagina’s uittrekt voor het toernooi. Vreemd, en misschien kenmerkend voor die tijd en vooral voor hoofdredacteur Slavekoorde, is de manier waarop dat gebeurt. In het juninummer is het verslag verdeeld over drie artikelen, die schijnbaar los van elkaar staan. In het juli-augustusnummer herhaalt zich deze procedure. Dat nummer opent met een verslag tot en met de 18e ronde. Aan het eind wordt gespeculeerd over hoe het in de
slotronden zou kunnen gaan. Alsof verder in het blad het resultaat niet is te lezen. En alsof de lezer van het bondsblad niet zou weten hoe het toernooi is afgelopen, want Schakend Nederland verschijnt een maand later. Het sterkste schaaktoernooi ooit in Nederland gespeeld betekent de doorbraak van Larsen, die als enige een positief resultaat haalt tegen de Russen. Stein en Bronstein plaatsen zich bij de eerste acht, maar vallen toch af, omdat er slechts drie Russen naar de kandidatenmatches mogen. En we maken een verschijnsel mee dat zich vaker zal voordoen: Fischer meldt zich af. ’Niemand kon ook maar bij benadering een zinnige reden voor dit besluit geven of suggereren’, schrijft het bondsblad. 1964 Is ook het jaar van de 30-zettenregel. De FIDE heeft in haar wijsheid bepaald dat partijen niet voor de 30e zet remise gegeven mogen worden. Het bondsblad schrijft: ‘Voor het toernooi meldden de wedstrijdleiders dat ze deze regel soepel zouden toepassen: herhaling van zetten en eeuwig schaak zouden als “afdoend” motief worden erkend, mits de bedoeling om de strijd te vermijden er niet “dik” bovenop zou liggen. Het is overigens een zotte toestand wanneer men spelers als Bronstein en Gligoric doodernstig ziet en hoort overleggen over de wijze waarop ze tot herhaling van zetten zullen komen!’ Bij al dat internationale geweld valt het nationale nieuws in het niet. ASC uit Amsterdam verovert de landstitel, niet zo vreemd met spelers als Euwe, Prins, Barendregt, Zuidema en Orbaan. Niet veel later fuseren ASC en stadgenoot VAS. Althans, zo wordt het genoemd. In feite gaat ASC in VAS op.
Recht toe recht aan
Minze bij de Weg
Leermethode van Wijgerden/Brunia Werkboeken
Magnetische schaakcassette. Ingelegd palissander veldgroote 3,5 cm
Dagschaak 2013 162 problemen voor alledag
Van Perlo's endgame tactics nieuwe uitgebreide en verbeterde druk
CHESSBASE 12
Nieuw in ChessBase 12:
NIEUW! Met Big/Mega Database 2014!
Start met de nieuwe ChessBase 12 uw eigen persoonlijke succesverhaal.
Ontdek de zwakke plekken van uw volgende tegenstander en maak gebruik van het voordeel optimaal voorbereid te zijn. Profiteer verder van een groot aantal nieuwe en verbeterde analyse- en online functies!
komsten ten opzichte van de bordstelling opgesteld. Op moderne 64-bit-systemen duurt de complete zoekoperatie slechts enkele seconden, omdat de database compleet in het hoofdgeheugen wordt bewaard en meerdere processors parallel kunnen werken. Wat bij het eindspel mogelijk is, kan natuurlijk ook in het middenspel toegepast worden. Hier wordt naar nagenoeg identieke pionnenstructuren gezocht en wordt de overeenkomst aan de hand van de positie van de stukken bepaald. Meer nieuwtjes:
• ChessBase spelerlexikon nu online met automatische updates
De „diepe analyse“ maakt een variantenboom aan, die zich dynamisch aan de diepte van de analyse oriënteert. U laat de analyse zo lang draaien als u wilt. Hoe langer de looptijd, des te beter en betrouwbaarder zijn de aangegeven varianten. De clou: alles wat ook bij een hogere diepte niet geschikt is, wordt automatisch verwijderd. Op die manier krijgt u een commentaar inclusief een analyse van de belangrijkste kandidaat zetten. De nieuwe functie is een duidelijke verbetering ten opzichte van Fritz, want de analyse kan oneindig lang doordraaien en past de variantenboom zelfstandig aan de diepte aan.
Met gebundelde kracht gaat het echter nog beter: de „cloudanalyse“. bundelt de rekenkracht van meerdere engines van één of meer parallel draaiende systemen. In de cloudanalyse kunnen de samenwerkende engines meerdere verschillende rollen innemen: één engine stuurt altijd de analyse aan, een andere rekent de hele tijd uitsluitend aan kandidaatzetten in de uitgangsstelling, om de optimale rekendiepte te bereiken. Daarnaast kunt u één of meerdere engines inzetten, die tegenzetten op een kandidaatzet onderzoeken enz.
„Overeenkomsten zoeken“: In ChessBase 12 worden eindspelen nu met een enkele klik gevonden en er wordt een lijst met overeen-
• Intelligente google-achtige search in de ChessBase online database met nu 6,4 miljoen partijen*
• “Let’s Check”: toegang op de wereldwijd grootste database met diepe engine-analyses*
• Voor het eerst als 64 bit-versie met snellere database toegang
• Eén-klik-publiceren van partijen in het Internet als Java-Script
• Chess Media venster met nieuwe look, grote databasesymbolen voor hoge resoluties, nieuwe enginedialoog met CPU-optimering en nog veel meer!
Systeemvereisten: Minimum: Pentium III 1 GHz, 1 GB RAM, Windows Vista, XP (Service Pack 3), DirectX9 grafische kaart met 256 MB RAM, DVDROM drive, Windows-Media Player 9 en internetaansluiting voor het activeren van het programma, playchess.com, Let’s Check, engine cloud en updates.
Aanbevolen: PC Intel Core i7, 2.8 GHz, 4 GB RAM, Windows 7 (64 bit) of Windows 8 (64 bit), DirectX10 grafische kaart (of compatibel) met 512 MB RAM of beter, 100% DirectX10 compatibele geluidskaart, Windows Media Player 11, DVD ROM drive en internetaansluiting voor het activeren van het programma, playchess.com, Let’s Check, Engine Cloud en Updates.
ChessBase 12 - Startpakket 179,90 E
• ChessBase 12 programma
• Big Database 2014
• Database-Updateservice tot 31.12.2014
• toegang op de ChessBase Online Database (meer dan 6,8 Mio. Partijen)*
• toegang op “Let’s Check” en “Engine Cloud”*
• Half jaar abonnement op het ChessBase Magazin (3 nummers)
ChessBase 12 - Megapakket 269,90 E
• ChessBase 12 programma
• Mega Database 2014 (DVD met meer dan 5,7 Mio. Partijen, 66.000 geanalyseerd)
• Database-Updateservice tot 31.12.2014
• toegang op de ChessBase Online Database (meer dan 6,8 Mio. Partijen)*
• toegang op “Let’s Check” en “Engine Cloud”*
• Jaarabonnement op het ChessBase Magazin (6 nummers)
ChessBase 12 - Premiepakket 369,90 E
• ChessBase 12 programma
• Mega Database 2014 (DVD met meer dan 5,7 Mio. Partijen, 66.000 geanalyseerd)
• Database-Updateservice tot 31.12.2014
• Een jaar premie lidmaatschap voor playchess.com
• toegang op de ChessBase Online Database (meer dan 6,8 Mio. Partijen)*
• toegang op “Let’s Check” en “Engine Cloud”*
• Jaarabonnement op het ChessBase Magazin (6 nummers)
• De Corr. Database 2013 (DVD met ca. 1 Mio. correspondentiepartijen)
• Fritz eindspel turbo 3 (9 DVDs met eindspeldatabases)
ChessBase 12 - Upgrade van 11 99,90 E
• ChessBase 12 programma
• toegang op de ChessBase Online Database (meer dan 6,8 Mio. Partijen)*