

Jan Timman kijkt terug op veertig jaar topschaak
Nederlands team zesde op EK
Hoe ga je als ouder om met je talentvolle kind?
Het eerste toernooi na tien jaar


Officieel orgaan van de Koninklijke Nederlandse Schaakbond
Jaargang 118 •
Hoofdredacteur
Minze bij de Weg
Aan dit nummer werken mee:
Bas Beekhuizen (foto’s)
Jeroen Bosch
Gert Devreese
René Duret
Monique van de Griendt
Herman Grooten
Johan Hut
Pascal Losekoot
Piet Peelen
Eric van Reem

Karel van der Weide
Dolf Wissmann
Redactieadres:
Frans Halsplein 5 2021 DL Haarlem
Telefoon: (023) 525 40 25
Fax: (023) 525 43 53
E-mail: schaakmagazine@schaakbond.nl Adreswijzigingen naar uw vereniging.
Verschijning volgende nummer: week 8
Sluiting kopij: 23 januari 2012
Bondsbureau KNSB:
Frans Halsplein 5 2021 DL Haarlem
Tel: (023) 525 40 25
Fax: (023) 525 43 53
E-mail: bondsbureau@schaakbond.nl Internet: www.schaakbond.nl
Vormgeving & lay-out: Interface Communicatie B.V., Ede www.ifcommunicatie.nl
Druk:
Koninklijke BDU Grafisch
Bedrijf BV, Barneveld
ISSN: 1385-8807
Voorpagina:
Niet alleen de toppers, ook honderden amateurs speelden mee bij het Univé-toernooi in Hoogeveen.
Schaaktechniek

Voorloper


Timman wil toptalenten trainen
Jan Timman werd deze maand 60 (en blikt in een interview verder in dit nummer terug op zijn schaakcarrière). In de rand van dat gesprek biedt Timman zijn diensten aan.
“Ik zou graag meer worden betrokken bij allerlei initiatieven die de Nederlandse Schaakbond neemt om het schaken te populariseren. Ik zou daar zeker een rol in kunnen en willen spelen. Wat Hans Böhm op dat vlak allemaal doet, is uiteraard goed. Maar je zou meer kunnen doen.”
“Ik speel minder toernooien dan vroeger, ik heb dus meer tijd om me aan het populariseren van het schaken te wijden. Je kunt daarbij van alles bedenken: simultaans, lezingen, trainingen van spelers ook...”
Bobby Fischer
Bijna veertig jaar geen partij op topniveau gespeeld, al een tijdje dood. En toch blijft Bobby Fischer de schaakwereld bezighouden. In de documentaire Bobby Fischer against the World geeft Liz Garbus een beeld van de opkomst en teloorgang van het schaakgenie. Inclusief psychologische verklaring. Zijn moeder was vooral op zichzelf gericht, de man die hem zijn achternaam gaf was zijn vader niet en dat de geliefde oom die af en toe op bezoek kwam en plotseling verdween (overleden), zijn echter vader was hoorde hij pas daarna. Fischer stond er vanaf zijn jeugd alleen voor, zegt een van de geïnterviewden. Hij dook onder in zijn eigen wereld. Dat was mooi voor de schaakwereld zolang hij speelde. Maar het leidde ook tot zijn rabiate antisemitisme en tijdelijke godsdienstwaanzin. Om van de andere psychologische problemen niet te spreken. Het meest bijzondere aan de documentaire zijn echter de beelden, waarvan sommige nog niet eerder vertoond. Fischer als knulletje, als hulpeloze tiener, als querulant, als genie en als gek. De documentaire werd vertoond tijdens het IDFA-festival en is o.a. te koop bij de VK webshop.
“Wat dat laatste betreft: een aantal jaren geleden - dat moet zo rond 2003, 2004 zijn geweest - werd ik op een gegeven moment van liefst drie verschillende kanten in een gesprek benaderd met de vraag om Stellwagen te trainen. Dat was in de tijd dat Stellwagen werd gezien als het grote talent van Nederland en ze wilden graag dat ik hem zou trainen. Ik heb drie keer ‘ja’ gezegd, ‘ja, dat wil ik wel doen’. Er is nooit iets van terechtgekomen.” (lacht)
“Ik lach daar nu wel om, maar eigenlijk vind ik dat jammer. Giri wordt nu getraind door Chuchelov. Chuchelov is een heel capabel iemand, daar wil ik helemaal niet op afdingen. Maar ik kan ook dingen doen
voor Giri of andere grote beloften zoals Van Kampen of Bok. Allemaal spelers die ambities hebben, goed bezig zijn en vooral in deze fase van hun carrière veel kunnen leren. Oké, Giri staat al een stuk verder dan de rest: ik weet niet of ik Giri nog veel kan leren, maar het zou best kunnen.”

Dit jaar vierden de schaakverenigingen in Stiens en Roden het vijftigjarig bestaan. Niets bijzonders, dan gebeurt gelukkig wel vaker. Opmerkelijk was wel dat beide vereniging nog steeds een lid van het eerste uur in de gelederen hebben. In het Friese Stiens, bij de dam- en schaakvereniging Jurjen Tolsma gaat het om de Geert Bosma (77), in die dagen huisarts. Hij begon met dammen, maar stapte al snel over naar het schaken. Ter ere van zoveel clubtrouw wordt de jaarlijkse wisselbeker vanaf nu Dokter G. Bosma beker genoemd. Ook bij Schaakclub Roden maakt een clublid al vijftig jaar lang de avondlijke tocht naar de vereniging. Derk Holman (83) maakte deel uit van een groepje huisschakers dat in 1961 besloot een officiële club op te richten. Een van de bijzonderheden van dat groepje schakers was, dat ze tweemaal per jaar achter de tralies zaten. Dan werd er gespeeld tegen de gevangenen in Veenhuizen. Zowel Bosma als Holman laten zich nog regelmatig op de vereniging zien.



Kloksimultaan grootmeester tegen vier groepjes

De Schaakclub Roden (Drenthe) telt 35 trouwe seniorleden met een rating variërend van 1300 tot 1900. In het kader van het 50-jarig jubileum werd besloten een kloksimultaan te organiseren van een grootmeester tegen vier groepjes leden van ongeveer gelijke sterkte. Grootmeester Jan Werle was onmiddellijk enthousiast voor dit idee.
In de speelzaal stonden vier demonstratieborden met daarvoor een tafeltje, een bord met stukken en een klok. Hierop werden de partijen tegen de grootmeester gespeeld. Verderop in de zaal bevonden zich vier grotere tafels, waaraan de groepen van zes tot acht personen konden plaatsnemen. Op deze tafels stond een bord met stukken en lag een notatiebiljet.
Zowel de grootmeester als de groepen kregen anderhalf uur bedenktijd. De grootmeester en een vertegenwoordiger van de groep voerden hun zet uit op het bord voor
het demonstratiebord, waarop de actuele stand werd bijgehouden. Vóór het uitvoeren van een zet mochten de groepsleden met elkaar overleggen welke zet ze zouden spelen en gebruikmaken van een bord om de voorgenomen zet te analyseren. De groep moest noteren, de grootmeester niet. Halverwege de middag werden de klokken vijf minuten stil gezet en gaf Jan Werle een korte beschouwing op de stellingen tot dan toe, uiteraard zonder veel van zijn eigen strategie prijs te geven. Aan het eind van de sessie besprak Jan de partijen. Hij won er drie en gaf vanwege opkomende tijdnood één remise.
De leden moesten af en toe gemaand worden voor hun overleg niet teveel tijd te gebrui ken, maar over het algemeen was de beschikbare tijd voldoende.
Voor Jan Werle was het de eerste keer dat hij zoiets deed. Hij vond het experiment voor herhaling vatbaar. Het geroezemoes
aan de tafeltjes had hem niet gestoord. Volgens Jan is een concept als dit niet alleen goed voor de teamspirit, maar zorgt het overleg in de groepjes ook voor een hoger schaakniveau.

“Na Kasparov en Karpov was ik duidelijk de beste”
Jan Timman blikt bij zijn zestigste verjaardag terug op zijn schaakcarrière
Nederlands sterkste profschaker ooit, Jan Timman, vierde deze maand zijn zestigste verjaardag. Hij blikt met Schaakmagazine trots terug op zijn rijkgevulde schaakcarrière. “Mijn tweede plaats op de wereldranglijst in 1982 was volkomen verdiend. Ik stond in de jaren tachtig ook heel vaak derde, achter Kasparov en Karpov. Ik was toen duidelijk de beste na de 2 K’s.” Een portret in tien hoogtepunten.
1: Derde op WK Junioren tot 20 in 1967
“Het WK junioren in Jeruzalem werd gehouden vlak na de Zesdaagse Oorlog. Daardoor waren er geen Oost-Europese landen aanwezig. Alleen Roemenië, dat toen een eigen koers voer onder dictator Ceausescu (die nog niet zo lang aan de macht was), trok zich daar niets van aan en deed toch mee. Toch was het een sterk bezet toernooi. Zo deden Hübner en Keene mee. Hübner werd vierde, op zich voor hem niet zo’n erg goed resultaat, maar hij was een zeer te duchten tegenstander. Keene was tweede, Kaplan uit Puerto Rico werd wereldkam-

pioen. Een derde plek in dat gezelschap was voor mij zeker een prima resultaat. Ik had wel goede verwachtingen vóór dat WK. Ik was vijftien, maar was in ’66 en ’67 wel al jeugdkampioen van Nederland. Nu heb je allerlei leeftijdscategorieën bij het jeugd-NK, dat had je toen niet: toen was er maar één jeugdcategorie. Het was toen gewoon een andere tijd. Als je toen vijftien was en in dat soort toernooien meespeelde, dan was je heel erg jong vergeleken met de meeste andere deelnemers. Tegenwoordig wordt een Giri al grootmeester op zijn veertiende, dat kan je echt niet vergelijken. Maar in die tijd waren mijn prestaties voor een vijftienjarige wel bijzonder, ja. Ik was al wel vaak in het buitenland geweest, maar het ‘WK 67 was de eerste keer dat ik aan een toernooi buiten Europa meedeed. Ik ging mee met mijn coach, Berry Withuis. Echte schaakambities had ik toen nog niet, ik moest nog vooral aan mijn school denken. Misschien was het voor mezelf niet zo belangrijk, maar voor mijn ouders wel. Ik heb mijn middelbare school dus afgemaakt. Ik heb daar behoorlijk wat tijd en energie in gestoken. Het eindexamen op het gymnasium was niet makkelijk, dat was een behoorlijk zware opleiding. Toch boekte ik al mijn eerste successen in open toernooien. In 1968 en ‘69 won ik het open toernooi in Biel. En daar was een mooie geldprijs aan verbonden: de eerste kreeg daar 800 Zwitserse franc. Dat was
toen veel geld. In 1971 won ik de Rilton Cup in Stockholm, maar toen was ik al van school af. Daar won ik de beslissende partij tegen Walter Browne, die toen een bekende grootmeester was. Ook in Stockholm was er een hoge geldprijs voor de winnaar.”
2: 1971 - IM
“De IM-titel had ik eerder in 1971 al behaald, nadat ik de B-groep in Wijk aan Zee had gewonnen. Ik was 19, dat is bijna 41 jaar geleden nu! Maar dat was toen een heel andere B-groep dan nu op het Tatatoernooi. Nu zit zo’n B-groep vol sterke grootmeesters. Toen waren er niet zoveel GM’s, je had alleen allerlei sterke meesters in de B-groep van Hoogovens.”
3)1974 - GM
“In 1974 ben ik dan grootmeester geworden. Ik was, denk ik, de op één na jongste grootmeester in 1974. Er was toen nog één jongere GM dan ik en dat was Mecking uit Brazilië. Mecking was van 1952. Als je ziet hoe dat nu gaat, is dat bijna niet te geloven. Toen was ik 22. Van al die bekende schakers die in 1951 geboren zijn, ben ik de jongste. Eigenlijk was ik in 1973 al sterk genoeg om GM te worden. In Sotsji ben ik hoog geëindigd, maar ik haalde toch geen GM-norm, omdat daar een heleboel Russen meededen van wie de reële sterkte veel hoger lag dan hun elorating aangaf.
En in Nice op de Olympiade zat ik voor het

eerst aan het eerste bord voor Nederland. Dat was toen heel aardig van Donner, dat-ie het eerste bord afstond, spontaan voor me opzij ging. Ik denk dat ik toen al de sterkste Nederlander was, maar tegelijk scheelde dat niet ontzettend veel met de andere spelers. Maar ik was op het NK 1974 wel voor het eerst Nederlands kampioen geworden met een heel overtuigende score van 8½ uit 11. Want de nummer twee had maar 6½. Het was dus niet gek dat ik op de Olympiade aan het 1ste bord speelde.
4: Negen keer Nederlands kampioen. U won zowat de helft van alle NK’s waaraan u deelnam.
“Zeker! De eerste keer dat ik meedeed was in 1969, de tweede keer in 1971. De vierde keer dat ik deelnam, in 1974, werd ik kampioen. Daarna werd ik een aantal keren op rij Nederlands kampioen. Er was in die reeks één onderbreking in 1977 toen Korchnoi kampioen werd. Maar ik finishte toen wel als tweede. ‘78, ‘80, ‘81, al die jaren werd ik kampioen. In die periode deed ik elk jaar mee aan het NK en werd bijna ieder jaar kampioen.
In ‘82 deed ik niet mee, ‘83 weer kampioen. Daarna heb ik enkele jaren niet meegedaan aan het NK. Ik heb voor het eerst weer meegedaan in ‘96, toen ik kampioen werd na een beslissingsmatch met Sokolov. In ‘97 en ‘98 heb ik nog goede NK’s gespeeld, maar werd ik geen kampioen. En in 2006 deed ik het helemaal niet goed op het NK. Ik zit dus zeker rond de vijftig procent Nederlandse titels.
Ik vind het NK op zich altijd een interessant toernooi om te spelen, maar vaak deed ik niet mee omdat de speelcondities vaak te wensen overlieten. Vorig jaar ben ik nog uitgenodigd om mee te doen aan het NK, maar kon ik niet spelen omdat ik al een uitnodiging had aanvaard voor een open toernooi op Sardinië. Voor mij kwam die NK-uitnodiging dus te laat. Maar afgezien daarvan waren de condities de vorige jaren niet goed genoeg voor me: geen startgeld en geen bevredigende BTW-regeling. Je bent toch tien dagen heel intensief bezig met zo’n NK: met voorbereiding en alles. Als je er dan zo weinig aan overhoudt, zelfs als je redelijk goed presteert, is zo’n NK niet meer interessant voor mij. Je bent beroepsschaker of je bent het niet. Ik heb het er wel eens met andere Nederlandse spelers over gehad. Een Nijboer zei dan: ‘Nou ja, ik speel wel mee, ik hoop wel ooit een keer Nederlands kampioen te kunnen worden. Ik heb die ambitie nu eenmaal.’
Goed, dat begrijp ik. Als hij dan een keer kampioen wordt, kan een Nijboer daarna wat meer inkomsten verwachten. Maar voor mij speelt dat niet.
De NK-condities zijn echt niet meer te vergelijken met de jaren tachtig. Zelfs in ‘96, toen ik nog eens kampioen werd, had je nog heel goeie speelcondities op het NK. De match die ik toen speelde om de titel met Sokolov had een prijzenfonds van 25.000 gulden. We hadden wel een goeie sponsor toen, Wolters Kluwer. Vier partijen, 25.000 gulden! De Bond gaat niet zorgvuldig genoeg om met het behoud van sponsors voor het NK. En dat is ontzettend jammer, anders zou ik inderdaad nog steeds de ambitie hebben om dat record van Euwe (12 NK-titels, red.) eens te breken. Dat wordt nu wel moeilijk met de sterke concurrentie die er is: Giri is erg goed.”
5: 1982 - tweede op de wereldranglijst achter Karpov
“Ja, dat was in de periode dat Korchnoi over zijn top was. Die was teruggevallen omdat hij in 1981 in Merano in die WK-match vreselijk had verloren van Karpov. En Kasparov was nog niet zo sterk in 1982. Zelf had ik zeer goed gepresteerd in 1981. Ik had Las Palmas gewonnen voor Korchnoi, en in Amsterdam het IBM-toernooi gewonnen voor Karpov en Portisch. Ik deed het wel goed in die tijd. Die tweede plaats was dus volkomen verdiend. Ik had toen niet eens de hoogste rating die ik ooit gehad heb, ik had toen een rating van 2.655.”
U werd toen ook Best of The West genoemd.
“Ik heb op een gegeven moment ook een virtuele rating van boven 2.700 elo gehad, wat toen heel wat betekende. Dat was nadat ik in 1988 het toernooi in Linares had gewonnen. Toen stond ik rond 2710. Zo ging het in die periode: in ‘84, ‘85 stond ik derde. In ‘88, later 1990, heel vaak stond ik toen derde op de ratinglijst, achter Kasparov en Karpov. Op de titel ‘Best of The West’ ben ik best trots. Ik was duidelijk de beste na de 2 K’s. Ik leerde ook veel van hun spel, ik trok me aan hen op, want ik was niet heel veel beter dan de spelers achter me.”
6: Jaren tachtig: u wint een reeks zeer sterke GM-toernooien. De sterkste periode?
“Ja, maar ik was ook al goed in 1978, hoor. In 1978 hoorde ik al bij de wereldtop. Ik won toen het IBM-toernooi, was tweede in het Interpolistoernooi en won een sterk bezet toernooi in Niksic in Montenegro. Dat waren toch drie heel goeie resultaten. Ik stond toen ook al vierde, vijfde op de wereldrang-
lijst. In ‘83 won ik in Indonesië een groot toernooi, in ‘84 volgden er weer nieuwe overwinningen. Dat ging toen goed door: ik heb toen veel toernooioverwinningen verzameld.”
7: Finale kandidatenmatches 1990 tegen Karpov (verloren met 2½-6½)
“In 1989 had ik een heel goed jaar. Ik won het Worldcup toernooi in Rotterdam voor Karpov, ik won ook twee matches, van Portisch en Speelman. Ik stond derde op de ranglijst en het verschil in speelsterkte tussen Karpov en mij was eigenlijk niet zo groot. En de resultaten die Karpov in 1989 had behaald, waren ook niet zo bijzonder. Goed, een tijdlang heeft Karpov heel goed gescoord tegen mij, maar het zat hem ook erg mee. Ik heb een heleboel gewonnen stellingen laten glippen tegen hem, die ik soms zelfs nog wist te verliezen op een belachelijke manier (‘88 in Sarajevo, ‘86 in Bugojno). Ik heb in een bepaalde periode veel van Karpov verloren, maar dat waren geen overtuigende overwinningen. Spassky zei me ook eens dat hij merkte dat ik heel goed tegen Karpov kon spelen. Ik was dus helemaal niet pessimistisch toen ik in 1990 tegen Karpov moest spelen. Er was geen reden om te denken dat hij normaal zou winnen, dat hij de duidelijke favoriet was.
Maar toch liep die eerste WK-match met Karpov in Kuala Lumpur van geen kanten voor me. Ik speelde in 1990 gewoon heel slecht en dat is erg jammer. Dat ging op allerlei manieren mis. Het heeft zich daar ook toegespitst op één partij, de vierde partij. In die vierde partij stond ik gewonnen, maar verloor uiteindelijk. Toch had het een heel spannende match kunnen worden als ik die vierde partij wel had kunnen winnen.”
8: WK-finale 1993 tegen Karpov (verloren met 8½-12½)
“De afloop van de eerste match in 1990 was een erge teleurstelling voor me. En de tweede WK-match met Karpov in 1993 was misschien zelfs nog een ergere desillusie, omdat ik in die match ontzettend veel kansen heb gemist.
In de tiende partij bij voorbeeld die we in Amsterdam speelden, probeerde ik met zwart van hem te winnen. Dat was een beetje een gewaagde winstpoging en dat liep fout af. Maar Karpov was helemaal niet zo superieur in die match.
Na het Nederlandse gedeelte van de match stond het 5-7 voor Karpov. In de tweede partij die ik in Jakarta speelde, kwam Karpov evenwel vanuit de opening verloren te staan. Ik had die stelling veel beter voorbereid dan hem. Hij reageerde toen alles-
behalve koelbloedig. Hij verbruikte zeer veel tijd en vond geen goede zetten. Ook in andere partijen liet hij, ondanks het feit dat hij zeer lang nadacht, het stellingvoordeel glippen.
Ergens lag er voor mij in die match een heel goede kans om toe te slaan. Maar goed, je kampt ook met de spanning van zo’n match. Bovendien ging het om een heel erg lange match, het duurde máánden. Op de duur ga je dan fouten maken.
Na die WK-matches heb ik tegen Karpov wel goed gespeeld. Van de laatste tien partijen heb ik er geen verloren, twee gewonnen en waren er acht remise, waarbij een aantal plusremises.
Kasparov was toch altijd duidelijk een moeilijker tegenstander voor me dan Karpov, omdat Kasparov altijd extreem goed voorbereid was. Als je eenmaal de opening heelhuids doorkwam tegen hem, lagen er kansen voor je. Als je een rustige stelling wist te verwerven tegen Kasparov, was er niets aan de hand. Maar hij was heel erg gevaarlijk in wilde, spectaculaire stellingen. In echte wedstrijdpartijen heb ik twee keer van Kasparov gewonnen.”
9: Immopar-toernooi 1991 in Parijs: gewonnen van Kasparov
“We speelden toen rapidmatches. Eerst won ik van Kamski (1½-½), dan van Anand (1½½) en dan van Karpov (2-0). En uiteindelijk versloeg ik in de finale ook Kasparov met 1½-½. Een absolute topprestatie. En er viel wat te verdienen ook. Het was niet zo’n lang toernooi, maar ik denk dat de eerste prijs toch 80.000 dollar bedroeg, in die tijd kwam dat neer op zo’n 150.000 gulden. Als je maar een paar dagen moet spelen, is dat een goed prijzenfonds. Op dat punt was het heel ongelukkig dat ik in ‘90 die WK-match van Karpov verloor. Als ik die had gewonnen, had ik tegen Kasparov kunnen strijden om het hoogste prijzenfonds ooit, op Fischers revanchematch tegen Spassky in 1992 na: drie miljoen dollar. Ik had nota bene, samen met zakenman en schaakliefhebber Bessel Kok, zelf met potentiële sponsors over dat prijzenfonds onderhandeld. Naar die onderhandelingen hadden Kasparov en Karpov hun manager gestuurd, maar ik onderhandelde namens mezelf. Natuurlijk deed ik dat niet in de eerste plaats voor mezelf, maar vooral voor een zo goed mogelijk prijzenfonds in het belang van het schaken. En dat is me gelukt. Ja, dat was echt de Gouden Tijd. De eerste helft van de WK-finale tussen Kasparov en Karpov vond plaats in New York voor een prijzenfonds van 1,5 miljoen dollar en in de tweede helft ging het om precies hetzelfde bedrag in Lyon. Toen hoefde je ook nog niet
zoveel belastingen te betalen als nu. Kijk, ik heb zelf ook goed aan het schaken verdiend, maar daarvan is helaas het grootste gedeelte naar de Nederlandse fiscus gegaan. Dat heeft me wel niet belet om altijd een goed leven te leiden.”
10: Topprestaties voor Nederland.
1976: Timman haalt gouden medaille aan eerste bord van Nederland op Olympiade
“In 1976 heeft Nederland in Haifa (Israël) buitengewoon goed gepresteerd. Niet alleen behaalde ik een gouden medaille aan het eerste bord, ook Sosonko pakte goud voor zijn prestatie aan het tweede bord. Twee heel sterke eerste en tweede borden hebben, is zeer belangrijk op een Olympiade. Dat zie je nu ook op het EK bij Duitsland: de twee eerste borden Naiditsch en Meier presteren heel sterk en het Duitse team wordt Europees kampioen.
In Haifa hadden we verder ook nog Donner, Ree, Ligterink en Kuijpers. Dat was het Nederlandse team. En die lagere Nederlandse borden speelden toen ook redelijk goed. We waren zelfs bijna Olympisch kampioen, dat heeft heel weinig gescheeld. We finishten tweede na de Verenigde Staten - de Sovjetunie deed niet mee in Haifa. En dat was heel jammer, want we hebben van de VS gewonnen met 2½-1½. Dat had ook 3½-½ kunnen zijn, maar daar hebben we een kans gemist. Dan hadden we ze meteen uitgeschakeld voor de eindzege. En in de laatste ronde wonnen de VS met 4-0 van het nog weinig gemotiveerde Wales, terwijl Nederland niet verder kwam dan 3-1 tegen Finland. Zo kwamen we een halfje tekort op het eind. Maar het blijft een mooi resultaat. Zelf haalde ik 8½ uit 11 aan het eerste bord, dat betekende een TPR in de buurt van 2.700. Ik won onder meer heel makkelijk van Robert Byrne, ik won van Najdorf en Liberzon. Dat waren sterke grootmeesters allemaal.”
2005: Nederland (met Timman) wordt in Gotenburg Europees kampioen
“Dat was het beste resultaat dat Nederland ooit heeft gehaald in een competitie. Dat was een heel sterk bezet EK. We speelden toen voor het eerst voor matchpunten, wat een veel eerlijker systeem is. Nederland was zonder discussie eerste, omdat we veruit het zwaarste programma hadden afgewerkt van alle deelnemers. We stonden immers het hele toernooi bovenaan. We versloegen Rusland met 3-1 (dat had ook 3½-½ kunnen zijn), we klopten Oekraïne, Azerbeidzjan, wat ook een heel sterk team
was. Dan volgden drie wedstrijden die 2-2 werden, tegen Israël, Frankrijk en Armenië, ook sterke schaaklanden. In de laatste ronde wonnen we van Polen. Dat was echt een topprestatie van Nederland. Alle Nederlanders waren toen goed in vorm. Van Wely deed het redelijk goed aan bord 1, hij verloor slechts één partij. Alle andere spelers verloren geen enkele partij. Er was ook een heel goede teamspirit. Als je zo’n EK goed wil spelen, is het heel belangrijk om je goed af te stemmen op de andere teams. Normaal moest Tiviakov in de wedstrijd tegen Rusland op bord 3 met zwart tegen Motylev. Tivi wilde een Sicilaan tegen Motylev gaan spelen en dat vonden we heel erg verdacht. Daarom hadden Sokolov en ik vóór de teamvergadering met elkaar een plan beraamd om Sokolov (normaal bord 2) tegen de Russen buiten het team te laten. Zo konden we voorkomen dat Tivi tegen Motylev zou spelen. Ik stelde op de teamvergadering dus voor om zelf op bord 3 met zwart tegen Motylev te spelen (dat zou een heel grote verrassing zijn voor de Russen) en dan Tiviakov op het tweede bord wit tegen Dreev te geven. Dat bleek een ongelooflijk goeie psychologische zet. Zowel Dreev als Motylev gingen toen de boot in. En Van Den Doel deed het ook goed tegen de Russen, hij won op het vierde bord bijna van Bareev.”
De kroongroep van het Univé-toernooi werd overtuigend gewonnen door Vladimir Kramnik met 4½ uit 6. Anish Giri werd op respectabele afstand tweede met 3 punten. De derde plaats ging naar Maxime Vachier-Lagrave (2½) en Judit Polgar eindigde met 2 punten op de laatste plaats.
Het open toernooi eindigde in een drievoudige Nederlandse overwinning. De grootmeesters Sergei Tiviakov, Robin van Kampen en Sipke Ernst scoorden alle drie 7 uit 9 en bleven een sterk veld van 88 deelnemers voor.
Schaaktechnische aandacht voor dit toernooi vindt u in de rubrieken op bladzijde 19 en 29.
Uitvoerige informatie is te vinden op www.univechess.nl.
”Het was net als jaren geleden”
De Max Euwe Foundation had nog wat geld in kas en besloot dat te besteden aan het organiseren van een toernooi. Opvallend was de grote vrouwelijke inbreng: vier van de acht deelnemers waren vrouw. Maar het meest opmerkelijk was de terugkeer van grootmeester Paul van der Sterren in de toernooiarena, ruim tien jaar na zijn laatste toernooi. Hoe beviel dat?
Was je verbaasd dat je een uitnodiging kreeg?
Paul van der Sterren: “Zeer verbaasd. Maar toen ik de ongewone samenstelling van de deelnemerslijst zag vond ik dat ik daar best in paste. Het waren deelnemers die ze blijkbaar ergens vandaan geplukt hadden. Het waren andere criteria dan gebruikelijk.”
Heb je getwijfeld?
“Zeker. Ten eerste wilde ik een duidelijk beeld hebben hoe het zou zijn, wat er van mij verwacht zou worden. Maar ik vond dat het wel gemakkelijk voor me was, ik hoefde alleen maar de tram te pakken. En er werd ook nog wat betaald, ik heb er iets aan overgehouden. Uiteindelijk vond ik het toernooi heel geschikt. Er deden geen mensen mee die me wilden vermoorden en het waren wel interessante tegenstanders. Na een paar dagen heb ik de uitnodiging aangenomen. Het toernooi had een informele en efficiën-
Nederlandse winnaars
te organisatie. Ook in dat opzicht was het uniek. Ik kan me niet herinneren een derge lijk toernooi te hebben gespeeld.”
Zou je ook hebben meegedaan als mensen als Robin van Kampen in jouw groep hadden meegespeeld?
“Nee, dan niet. Niets ten nadele van Robin van Kampen, het zou zeker interessant zijn tegen hem te spelen. Maar die jongens wil len winnen en dat wilde ik niet per se.”
Je wilde niet per se winnen?
“Nee, in het begin speelde dat voor mij niet zo. Maar naarmate het toernooi vordert komt dat toch. Er wordt in je dan toch een systeem geactiveerd waar je niet onderuit kan, ik ook niet. Je hebt verschillende soor ten systemen die functioneren. In de vierde en vijfde ronde waren de goede kanten actief. Je hebt pure concentratie en inzet. In de laatste ronde kwamen de negatieve kan ten naar boven. Ik verloor de realiteit uit het oog. De emoties namen het over en er kwam paniek. Alsof het vroeger was. Het was net als jaren geleden. Alles wat me toen trof kwam terug. Dezelfde goede en slechte dingen, dezelfde emoties. De bele ving was hetzelfde en dat is logisch. Maar het verrast je toch. Na zoveel jaren niet geschaakt te hebben denk je een nieuw mens te zijn, maar dat is niet zo. Dat verbaasde me wel.

Een verschil was dat de emoties niet lang doorwerkten. Vergeleken met vroeger waren ze afgezwakt. Na de partij was het over. Alleen de laatste partij werkte wat langer door, maar dat was na twee uur ook voorbij.”
Het toernooi bestond uit twee dubbelrondige vierkampen. In groep 1 won Zhaoqin Peng. Groep 2 ging naar Robin van Kampen die de zoveelste toernooioverwinning van dit seizoen binnenhaalde.
Eindstand groep 1: 1. Peng 3½; 2. Olafsson, Cramling 3; 4. Van der Sterren 2½.
Eindstand groep 2: 1. van Kampen 4½; 2. M. Socko 4; 3. Conquest 2; 4. ArakhmiaGrant 1½.
Uitgebreide informatie is te vinden op www.euwetoernooi.nl.
Had je je voorbereid?
“Nee, niet schaaktechnisch. Daar was geen beginnen aan. Alleen door me voor te stellen hoe het zou zijn, hoe ik zou reageren. Ik heb gebruik gemaakt van de kennis die ik had. En ik had geen tegenstanders met een scherpe stijl. Ik denk dat ik het openingstechnisch tegen enkele leden van mijn club moeilijker zou hebben gehad.”
Hoe voelde het om weer eens een partij te winnen?
“Het was leuk om weer eens te winnen. Maar dat ene keertje was genoeg, ik heb het niet meer zo nodig.”
Ga je nu meer toernooien spelen?
“Ik wil best nog wel een keer, maar ik heb er geen gedachten over. Ik ga in ieder geval niet zelf iets zoeken. Misschien blijft het hier bij.”
Kort schaaknieuws
IJzersterk Tata Steel toernooi op komst
Wordt het komende Tata Steel toernooi het sterkste uit de geschiedenis? Het zou zo maar eens kunnen. Van de top vijftien spelers geven er tien acte de présence in Wijk aan Zee. Een paar opmerkelijke afwezigen zijn er trouwens ook. Wereldkampioen Anand en ex-titelhouder Kramnik ontbreken dit keer. Daar staat de terugkeer van Topalov tegenover. Benieuwd of ze in staat zijn het jeugdige enthousiasme van Anish Giri te weerstaan.
De topgroep kent de volgende deelnemers: Magnus Carlsen, Levon Aronian, Sergei
Vrijwilliger van het jaar
Dit jaar hebben Schaakmagazine en de KNSB voor het negende jaar een verkiezing georganiseerd voor de schaakvrijwilliger van het jaar. Op bladzijde 13 kunt u een gesprek met de winnaars van 2011 lezen, de broers Piet en Henk le Grand. Hier een overzicht van de winnaars tot nu toe. Opmerkelijk is het ontbreken van winnaars uit het noordelijk deel van het land.
2003 Coen Winters (NBSB)
2004 Pascal Losekoot (SGS)
2005 Ab Scheel (RSB)
2006 Karel van Delft (OSBO)
2007 Ritchy Duin (OSBO)
2008 Arno Wiersma (HSB)
2009 Jan Dekker (HSB)
2010 Arthur Hendrickx (LiSB)
2011 Henk en Piet le Grand (NBvS)
Karjakin, Veselin Topalov, Vasily Ivantsjoek, Vugar Gashimov, Gata Kamsky, Hikaru Nakamura, Teimour Radjabov, Boris Gelfand, Anish Giri, Fabiano Caruana, David Navara en Loek van Wely.
In groep 2 zien we de terugkeer van een publiekslieveling, ‘oudgediende’ Jan Timman. Hij vormt samen met Sergei Tiviakov, Dimitri Reinderman, Erwin l’Ami en Sipke Ernst het Nederlandse contingent.
In groep 3 zullen de jonge speelsters Lisa Schut en Anne Haast het moeilijk krijgen tegen hun tegenstanders met een aanzienlijk
Webwinkel KNSB vernieuwd
De KNSB heeft sinds kort een eigen webwinkel. Voorheen was het al mogelijk om via de website van de KNSB met een formulier te bestellen. Nu is er een eigen website met duidelijke foto's van de artikelen en een virtueel winkelwagentje dat de artikelen en prijs bijhoudt voor de bezoeker. De webwinkel is te vinden op www.schaakbond-winkel.nl. De bestellingen worden uitgevoerd door Schaak en Go winkel Het Paard in Amsterdam. Zie de winkelpagina achterin dit nummer.
hogere rating. We zijn benieuwd naar het optreden van de sinds jaar en dag in Nederland wonende Engelse grootmeester Matthew Sadler. Na een jarenlange periode van onthouding is hij bezig met een geleidelijke, tot nu toe uiterst succesvolle terugkeer in de toernooiarena. Hij heeft er zin in liet hij weten.
Het Tata Steel Toernooi wordt in Wijk aan Zee gespeeld van 13 tot 29 januari 2012. Alle informatie is te vinden op www.tatasteelchess.com.
Dolf Meijer naar bondsbureau
Per 1 januari vindt er op het bondsbureau van de KNSB een personeelswisseling plaats. Dolf Meijer uit Rotterdam treedt op die dag in dienst als talentcoach van de KNSB. Hij volgt Thomas Willemze op, die voor een half jaar naar Zuid-Amerika vertrekt. Willemze heeft de functie bijna drie jaar vervuld. Dolf Meijer is al vijftien jaar actief als schaaktrainer. Voor de KNSB verzorgt hij onder andere de eerste KNSB Internetschaaktraining voor volwassenen.
Slechts twee Nederlandse junioren speelden mee in het wereldkampioenschap voor de jeugd in het verre Brazilië. Bij de meisjes tot twaalf jaar eindigde Anna-Maja Kazarian met een score van 6 uit 9 op een gedeelde zesde plaats. Dat is ruim boven de negentiende plaats op de startranglijst. Ook Hugo ten Hertog kwam niet in de buurt van de prijzen. Zijn score van 5½ uit 9 was in de open groep tot achttien jaar goed voor een gedeelde zestiende plaats.




“Een must voor iedere schaker.”
Hans Groffen, PZC

“Het is een openhartig en onthullend boek, vlot geschreven en het leest als een roman. Een prima cadeau voor de komende feestdagen!”
“Een must voor iedere schaker.” Hans Groffen, PZC “Het is een openhartig en onthullend boek, vlot geschreven en het leest als
Het woord Europacup is gevallen, in de kroeg
Degradatiekandidaat De Stukkenjagers kan ook nog kampioen worden, Anne Haast versloeg een grootmeester met een voor haar nieuwe opening, Dick de Graaf moet altijd eerst onder de douche en charlois Europoort heeft weinig profijt van grootmeesters. In dit nummer kijken we terug op de tweede en derde ronde van de KNSB-competitie.
Tactisch slagvaardig
De Stukkenjagers blijft doorgaan, na de overwinning in de eerste ronde op landskampioen HSG. In de tweede ronde versloegen de Tilburgers Groningen met 5½-4½ en in de derde ronde het zeer sterk opgekomen Rotterdam met 6-4. In de opstellingen tot nu toe heeft De Stukkenjagers de laagste gemiddelde rating (2290), toch staat het samen met Voerendaal (2414) met de volle zes matchpunten bovenaan.
Teamleider Cor van Dongen: “We begonnen met handhaven als doel. Vijf jaar geleden hadden we een jaar in de Meesterklasse gespeeld en nul punten gehaald. Nu hadden we wel iets meer hoop, omdat de Meesterklasse zwakker is geworden.” De promotie van vorig seizoen werd op de club als een wonder gezien. Van Dongen: “Een jaar eerder hadden we de titel net gemist, maar vorig jaar speelden Maurice Peek, Petra Schuurman en ik niet meer mee, drie van de eerste vijf.” Van Dongen speelt zelf inmiddels weer mee. Handhaving noemt hij nog steeds als doelstelling, al is die nu al heel dichtbij. Over een kampioenschap worden alleen maar grapjes gemaakt. En een plaats in de subtop en daarmee plaatsing voor de Europacup? Van Dongen: “Dat woord is inderdaad gevallen, in de kroeg.”
Teamleider Ton de Vreede van Rotterdam schreef op Schaaksite.nl dat De Stukkenjagers zijn overwinning meer te danken had aan tactische slagvaardigheid dan aan een betere strategie in de partijen. Van Dongen: “Hij heeft wel gelijk. Wij hebben een paar jeugdspelers die misschien wat handiger zijn in tijdnood. Stefan Beukema bijvoorbeeld, die kan in tijdnood iemand overrompelen.”
leuke opening
Uitblinker van de laatste seizoenen is Mark Haast, die uit de laatste 15 partijen 13½ punten scoorde. Zijn teamleider: “Ik probeer Mark tegen spelers te zetten die net een tikkie lagere rating hebben, daar scoort hij uitstekend tegen.” Dit seizoen heeft Mark Haast 3 uit 3, net als zijn zus Anne. Die verraste in de tweede ronde met een overwinning op Jan Werle (de eerste grootmeester die ze versloeg) en in de derde ronde op meester Martin Martens. Van haar overwinning op Werle schreef ze op de clubsite een mooie analyse, waarin ze duidelijk uitlegde wat de grootmeester fout deed in het door haar gespeelde Wolgagambiet. Desgevraagd geeft ze bescheiden aan daar nog geen groot kenner van te zijn. “Ik speel het pas sinds kort. Daar ging wel enige studie aan vooraf, maar volgens mij kan ik er nog erg veel over leren. Tot nu toe is het me goed bevallen, het is een leuke opening.”
Visboer
In de 1e klasse A won En Passant met 8½-1½ van Dr. Max Euwe en nam daarmee de eerste plaats over van Braceland ESGOO, dat gelijkspeelde tegen Zukertort Amstelveen. Over de Bunschoters is nog wel meer te vertellen dan dat ze veel topschakers in de gelederen hebben. De club heeft diverse sponsors voor het clubleven, het gebouw en het eerste team. Een van hen is Dick de Graaf, die een viswinkel heeft in Lelystad en zelf in het eerste team speelt. Op zaterdagmorgen staat hij nog in de winkel, een half-
uur voor de wedstrijd komt hij op de club met vis voor het eigen team en de gasten. Zelf eet hij niet mee, want hij vindt het tegenover zijn tegenstander netjes om eerst de visgeur eruit te douchen, wat inclusief heen en weer rijden een halfuur duurt. In de derde ronde kwam hij door omstandigheden pas om vijf minuten voor één binnen. Aan wedstrijdleider Arthur Schuering vroeg hij of de wedstrijd misschien om kwart over één mocht beginnen als hij de tegenstanders en de wedstrijdleider van vis zou voorzien. Schuering liet de beslissing aan de tegenstanders die het uiteraard dankbaar aanvaardden, waarna De Graaf zich naar huis spoedde en vervolgens met vijftien in plaats van dertig minuten achterstand aan zijn partij begon. Hij verloor wel als enige, de vis wordt duur betaald.
Invliegers
Vorig jaar speelden Kennemer Combinatie en Charlois Europoort in dezelfde tweede klasse. KC werd kampioen, maar omdat SMB zich vrijwillig terugtrok uit de eerste klasse promoveerde Charlois mee. Nu zitten ze weer bij elkaar en op hun websites vangen ze elkaar vliegen af over wie de meeste buitenlanders laat ‘invliegen’. Vorig jaar kwam KC in de onderlinge strijd met wereldtopper Fedorchuk aanzetten. In de derde ronde speelden ze weer tegen elkaar. De Haarlemmers hebben grootmeester Wouter Spoelman en meester Christov Kleijn in de gelederen. De Rotterdammers kwamen op met de grootmeesters Erik van den Doel, Petar Popovic en Alexandr Dgebuadze plus drie buitenlandse meesters. Groot ratingoverwicht voor Charlois (2405 tegen 2293), maar na het gelijkspel lijkt Kennemer Combinatie (dat in de eerste twee ronden beide keren met 8-2 won) de titelfavoriet.
Uitslagen en standen op www.schaakbond. nl/wedstrijdschaak/knsb-competitie
charles Kuijpers organiseert internetschaak
Internetschaak is een vast onderdeel van het KNSB schaakaanbod geworden. Voor deelnemers, maar ook voor organisatoren. Een van die organisatoren is charles Kuijpers, die op drie fronten actief is. Schaakmagazine sprak met hem.
Hoe ben je bij het internetschaak terecht gekomen?
“Ik heb schaken op internet altijd erg leuk gevonden. Ik doe het al jaren, vanaf het begin. Eerst bij Chessed, een eenvoudig programma. Vervolgens bij de ICC en nu bij PlayChess sinds dat bestaat.”
Daarnaast organiseer je dingen voor je club.
“Ik ben teamleider van het eerste team van de Pion in de KNSB-competitie en ik ben voor De Pion ook organisator van het internetteam. De animo valt me wat tegen. Ik had gedacht dit jaar met twee teams te kunnen meespelen, maar uiteindelijk heb ik zes man gevonden voor ons viertal. We doen nu drie jaar mee, we hebben vanaf het begin meegespeeld. Afgelopen jaar hebben we het tot de B-finale gebracht. De spelers die meedoen zijn er erg enthousiast over.”
Wat doet een teamleider internetschaak precies?
“Een belangrijke taak als teamleider is de communicatie over de data. De speeldata worden namelijk in onderling overleg vastgesteld, waarbij de ‘thuis’ spelende club het

initiatief moet nemen. Ik verzamel per mail bij mijn spelers de data waarop ze beschikbaar zijn. De data die daaruit komen geef ik door aan de tegenstander. En als wij ‘uit’ spelen neem ik ook het initiatief als ik te lang niets van de tegenstander hoor. Iedereen speelt vanuit zijn eigen huis. We gaan niet samen in een ruimte zitten. Dat is ook lastig want de spelers wonen in verschillende plaatsen. Bovendien kunnen toeschouwers als ze willen de wedstrijden volgen en eventueel chatten.”
Je bent ook een van de leiders van 3+3 weekly. Wat is dat?
“Het 3 + 3 weekly is opgezet door Hans van Calmthout van Charlois Europoort. Ik doe sinds dit jaar aan de organisatie mee. 3+3 slaat op de tijd: 3 minuten plus 3 seconden per zet. Het is een toernooi op tien achtereenvolgende dinsdagavonden. De laatste was eind november. Er is een puntentelling ontwikkeld voor de scores. In het klassement na tien ronden zijn er zes prijzen. In totaal is er voor 300 euro te besteden bij de winkel
De Beste Zet van Erika Sziva.
De grootte van de groepen loopt uiteen van 15 tot ongeveer 35 man. We hebben nog wel eens last van het voetballen. Het niveau is heel behoorlijk. Ik denk dat de helft een KNSB rating boven 2000 heeft. Toch is er een vrij breed veld, maar ik denk dat de sterkte in de top anderen wel eens ervan weerhoudt om mee te doen. Maar het is zeven ronden Zwitsers, dus je krijgt tegenstanders van je eigen niveau. Zo’n ronde duurt ongeveer anderhalf uur. We publiceren verslagen op de KNSB-site.”
En dan ben je ook een van de vier arbiters bij de zaterdagavondtoernooien. Wat houdt daar je taak in?
“Om te beginnen het registreren van de deelnemers. Je kunt je vanaf een half uur voor het begin aanmelden. Dan het checken van de ‘nicknames’ als ze niet bij ons bekend
zijn. Veel spelers spelen onder een schuilnaam. We moeten weten wie daar achter zit, want alleen KNSB-leden mogen aan die toernooien deelnemen. De meesten kennen we wel, maar niet iedereen. En niet iedereen heeft een chatfunctie, dus dat controleren is wel eens lastig. En tenslotte moet je op het juiste moment het toernooi op gang brengen. Kijken of alle partijen goed verlopen. Soms loopt een partij wel eens vast en moet deze opnieuw beginnen.
Ook moeten we waar mogelijk in de gaten houden of er bij het chatten geen onwelgevoeglijke taal wordt gebruikt. Er is een algemene chatruimte, die kan iedereen zien. Maar je hebt ook kiebitzers per partij. Het gaat per toernooi om 15 a 20 partijen tegelijk, dus je kunt niet alles tegelijk in de gaten houden.
Aan het eind van het toernooi moet je de uitslag kopiëren. Anders gaat die verloren als er in dezelfde kamer een nieuw toernooi van start gaat.
Die zaterdagavondgroepen tellen negen ronden en duren ongeveer van acht uur tot kwart over tien. Het is beslist een intensieve klus, zeker als er veel mensen geïdentificeerd moeten worden. Maar ik vind het leuk om te doen.”
En vals spelen?
“Op vals spelen hoeven we niet te letten, dat is ook bijna niet te doen. Dat wordt automatisch gedaan, ChessBase heeft daar een slim programma voor ontwikkeld. Er gebeuren wel eens rare dingen, dat partijen even wegvallen. Dat wijst op technisch oneigenlijk gebruik. Ik heb om die reden in de laatste ronde van het ‘3+3 weekly’ nog iemand uit het toernooi gezet. Maar zoiets komt maar heel zelden voor, het is volstrekt ongebruikelijk.”
Voor de mogelijkheden van het KNSB internetschaak zie www.schaakbond.nl/internetschaak.
Schemaproblemen, driezetten en bestuurskracht
Vanaf hun schooltijd waren ze verslingerd aan het probleemschaak. Een gewone partij hebben ze amper gespeeld. Vijftig jaar hebben ze zich ingezet voor de schaakprobleemvrienden. De prijs voor de schaakvrijwilliger van het jaar 2011 is gegaan naar de componerende tweeling Henk en Piet le Grand.
Wie in de afgelopen vijf decennia de naam van de Nederlandse Bond van Schaakprobleemvrienden liet vallen kon niet om hen heen. Altijd waren ze wel in een of andere functie te vinden. Piet le Grand zal volgend jaar na vijftig jaar het bestuur verlaten. In die tijd is hij onder andere penningmeester, voorzitter en algemeen lid geweest. Sinds 1971 verzorgt hij de rubriek ‘Orthodoxe problemen’ in het Probleemblad. Internationaal is het een van de beste rubrieken in zijn soort. Zelf zegt hij daarover: “Dat is een gigantische inspanning, waar veel correspondentie aan te pas komt. Ik had een paar mannetjes voor de controle, voor de tweezetten, de driezetten en de meerzetten. Maar zelfs dan ging er wel eens wat mis. Nu heb je gelukkig de computer.”
Zijn broer Henk: “Ik ben in het bestuur wedstrijdleider geweest voor de internationale compositiewedstrijden. En ik ben een aantal jaar hoofdredacteur van het blad geweest. De laatste jaren was ik de Nederlandse vertegenwoordiger in het internationale gebeuren. Daar ben ik nu mee opgehouden. Wij hebben dat congres ook een paar keer in Nederland georganiseerd.” Dat klinkt bescheiden, maar bedenk wel dat hij vorig jaar het bestuur verliet na 47 jaar zijn diensten te hebben aangeboden.
Moeder
Hoe zijn ze bij het probleemschaak terecht gekomen? Het klinkt onwaarschijnlijk, maar het ging via hun moeder.
“Wij woonden in Winschoten. In het Nieuwsblad van het Noorden stond om de veertien dagen een schaakprobleem. Onze moeder
loste die eerst op, maar dat namen wij al snel over. De krant kwam tijdens etenstijd. Zodra het eten op was begonnen wij aan het probleem. En die oplossing zonden wij dan op, in het begin onder de naam van onze moeder.”
De stap naar het zelf problemen maken was daarna niet groot.
Henk: “We hebben onze eerste problemen in het Nieuwsblad van het Noorden gepubliceerd. We maakten die problemen samen. De een zat aan de ene kant van het bord, de ander aan de andere kant. We publiceerden onder de naam H.P. le Grand. Ons voorbeeld en onze leermeester was Eerkes, een boer uit Wildervank. Ik ben op het ogenblik bezig alle problemen uit het Probleemblad in een database in te voeren en dat zie je hoe vaak zijn naam in die tijd voorkomt.”
Tijdens hun studietijd in Groningen, beiden wiskunde, werden ze lid van de schaakvereniging Ludendo, een onderdeel van het studentencorps. Het was de enige periode waarin ze echt partijen speelden. “Dat ging wel, je kon natuurlijk best wel een leuk partijtje spelen. Je was ingewikkelde stellingen gewend.”
Bestuur
Henk: “Rond ons afstuderen werden we gevraagd voor het bestuur van de probleembond. We waren al tijdens onze gymnasiumtijd lid geworden. Ik was toen net klaar en verhuisde naar Wageningen. Ik had dus wat anders aan mijn
hoofd en dacht, laat Piet dat maar doen.”
Piet: “Later zeiden ze tegen mij, laat Henk ook in het bestuur komen. Niet doen, heb ik gezegd. We doen toch alles samen, dus als je een in het bestuur hebt, heb je dubbele werkkracht. Maar ze hebben niet geluisterd, Henk is er ook in gekomen.”
Naast al het bestuurlijke werk hebben ze ook zelf veel problemen gemaakt. Hoeveel?
Piet: “Dat ligt vast, we hebben het altijd bijgehouden.”
Henk, pakt zijn computer erbij: “Er zijn ongeveer 550 waar mijn naam bij staat.”
Piet: “Ik kom tot 640. We hebben ongeveer honderd problemen samen gemaakt. De eerste problemen hadden geen kwaliteit. Ik heb me wel eens afgevraagd of je slechter gaat componeren als je ouder wordt. Volgens mij heb ik mijn beste problemen in de afgelopen tien jaar gemaakt.”
Henk: “Onze sterke kant zijn de schemaproblemen en driezetten. We hebben in 1958 een keer een lezing over schemaproblemen gehouden en daar werd later nog veel naar verwezen. Het Le Grand thema is ongelooflijk populair geworden.”
Piet: “Nog populairder is het pseudo Le Grand thema. Ik heb twee boeken over problemen geschreven. Er is een boek over ons als problemisten verschenen en een boek over het Le Grand thema. Daar staan 1141 problemen in. Dat heet Das Buch le Grand Dat is ook een titel van de Duitse dichter

Twitter niet meer weg te denken uit schaakwereld
We hebben er in deze rubriek al eerder over geschreven: Twitter. Deze microbloggingdienst is inmiddels niet meer weg te denken uit het dagelijkse medialandschap. “Volg ons op Twitter” is een gevleugelde uitspraak geworden, en twitteren was in 2009 zelfs woord van het jaar. Op de Twitter-blog http://blog.twitter. com lezen we dat er inmiddels dagelijks (!) ongeveer 200 miljoen tweets worden verstuurd. Vorig jaar waren dat er ‘maar’ 65 miljoen.
Op de Twitter-blog wordt een heldere vergelijking gemaakt met het boek Oorlog en vrede, van de Russische schrijver Leo Tolstoj. Het aantal tweets dat wij met z’n allen versturen, is gelijk aan 8163 exemplaren van dit boek. Zouden we al die exemplaren op elkaar zetten, dan is die stapel haast net zo hoog als Taipei 101, het op twee na hoogste gebouw ter wereld! Iedere vijf dagen worden er dus zo’n één miljard tweets verstuurd. B OND EN cl UB
En die gaan over de gekste onderwerpen. In het eerste halfjaar van 2011 vinden we onder de zogenaamde ‘trending topics’ onderwerpen als William & Kate, Charlie Sheen, varkensgriep en Fukushima.
Schaaktwitter
En hoe zit het in de schaakwereld? Meestal lopen de schakers achter de trends aan, en bij Twitter is het niet anders. Maar, het moet gezegd, inmiddels heeft een groot aantal topspelers een account en zij delen hun beslommeringen met hun ‘followers’. Wie een beetje door de 140 tekens van een tweet leest, kon bijv. al vroeg vermoeden dat Hikaru Nakamura bijles van Gary Kasparov krijgt door een opmerkelijke tweet in de zomer: “positief verrast door de mensen en meiden hier in Zagreb”. @GMHikaru is actief op Twitter en na zijn matige toernooi in Moskou in november schreef hij: “Ik moet simpelweg beter gaan schaken”.
Nog een paar toppers die u aan uw lijstje kunt toevoegen: @PSvidler, @GMJuditPolgar, @Vishy64Theking, @IGMGataKamsky, @Sergimov (Sergei Movsesian), @LevAronian, @MagnusCarlsen, @Ponomariov. Dit is echter maar een kleine selectie. Een paar
aanraders van spelers die veel informatie delen: “Stuthefox” (Stuart Conquest) en @Jenshahade (Jennifer Shahade).
Nederland
Ook Nederlandse schakers zijn op Twitter te vinden: @AnishGiri laat regelmatig een tweet los - “de volgende keer pak ik Kramnik” schreef hij tijdens het toernooi in Hoogeveen. Regelmatig is een tweet van de familie l’Ami te lezen, of het nu Erwin @Erwinlami of Alina @Alinalami is. En we kunnen natuurlijk veel schaaknieuws snel op Twitter lezen, vaak met een link naar een website, een alert als er een nieuw artikel wordt geplaatst of ander nieuws. Het voordeel van al dat getwitter is dat u op schaaksites landt, die u anders misschien nooit had bezocht. Een paar tips: @ChessVibes, @schaakbond, @chessblogs, @chessdom, @whychess, @Jan_Bey, @MarkTwic, @Newinchess, @ChessClassic en @Chessninja. Een verre van compleet overzicht, en die lijst wordt dagelijks langer. Ook toernooien bieden steeds vaker een twitterservice aan. Het komende Tata Steel toernooi heeft ook een eigen twitterfeed: @tatasteelchess. Heeft u nog een twittertip? Stuur een berichtje aan de auteur @Chessurfer.
Van Till advocaten steunt de KNSB
Van Till advocaten sponsort sinds dit jaar een aantal activiteiten van de KNSB. lex de Jager vertelt over het hoe en waarom.
“Ik ben zelf lid van Het Paard van Ree in Wijk aan Zee. We hebben hier op het kantoor nog een paar fanatieke liefhebbers van het schaken. Het is een gemeenschappelijke hobby. We waren wel een beetje klaar met golfen en hippische sport we wilden een sport steunen die we leuk vinden. Ik heb geen ingewikkeld verhaal om de sponsoring te verklaren, dit is de voornaamste reden. En we vinden schaken een sport waar meer potentieel in zit dan er uit komt.”
Wat hebben jullie afgelopen jaar zoal gedaan?
“We wilden speciaal iets voor de jeugd doen, een aankomend talent steunen en niet een gearriveerde prof. Dat is een deel van de afspraak. De keuze wie het wordt is aan de KNSB. Daar hebben wij geen verstand van. We hebben op verzoek van de organisatie ook de uitverkiezing van de meest spectaculaire zet tijdens het afgelopen NK gesponsord. Dat hebben we met liefde gedaan. En we hebben dit jaar voor het eerst meegedaan aan het bedrijfskampioenschap. Daarin zijn we met vlag en wimpel laatste geworden.”
Hoe gaat 2012 eruit zien?
“Binnenkort gaan we kijken wat we in het komende jaar gaan doen. We hebben in
ieder geval al afgesproken dat we de KNSB gaan ondersteunen met juridische, reglementaire en contractuele zaken. Dat gaat volgend jaar concreet worden.
We zijn ook aan het denken over een business club. Dat is een poule van bedrijven die de KNSB financieel ondersteunen en die samen leuke dingen doen. Denk aan het bezoeken van een schaakactiviteit in binnen- of buitenland. Dat werkt dubbel, je haalt je contacten aan en je steunt de organisatie.”
Wat is interessant aan het steunen van schaken?
“Ik vind dat schaken stijl heeft en het leuke is dat je werkelijk iedereen tegenkomt. Volgens mij zit er meer in dan er uit komt.”
www.vantill.nl
In deze Voorloper:
Ankit Majhi wil zo goed mogelijk worden
Partijen van Ankit
Sta in de weg Schoolschaak, schoolschaak!
Jeugdkatern Schaakmagazine

Toen Ankit zes-en-een-half jaar oud was werd zijn zusje geboren. Opa kwam op babybezoek. Die zette een schaakbord op tafel en leerde hem de loop van de stukken. Vanaf dat moment was hij gegrepen door het spel. Met zijn vader ging hij naar ESV, de Eindhovense schaakvereniging. Alles was er nieuw, het clubgebouw en de mensen. Behalve lekker partijtjes spelen kreeg hij les met de stappenmethode. Meester Flip gaf hem de eerste twee werkboeken. Daar vloog hij in twee maanden doorheen. Ook krijgt hij les van Boris Friesen.
Boris en Petra
“Als trainer is het ideaal als je je pupil vanaf het allereerste begin meemaakt. Dan kun je een goede basis leggen. Het is een veelgemaakte fout om te snel door de stof te gaan. Dan is het gevaar
wil zo goed mogelijk
Ankit Majhi
worden
Hij is twaalf jaar. Hij werd in 2006 derde bij de pupillendag. Afgelopen jaren met Hemelvaart werd hij 32e, zesde en vierde bij het NK-D in Rijswijk. Bij het Europees kampioenschap in 2008 scoorde hij viereneenhalf uit negen. Reden voor Schaakmagazine een portret te maken van … Ankit Majhi.
Piet Peelen
dat de stof wel bekend maar niet helemaal begrepen is. Op een fundering die niet goed is moet je niet gaan bouwen. Met Ankit zat ik Stap 2+ te herhalen toen hij de pupillendag speelde. Andere kinderen daar waren al met stap 5 bezig. Maar Ankit speelde wel beter!” Petra Schuurman is ook een goede trainer van Ankit.
“Met Petra doe ik meer studies met dominatie, met Boris meer strategie.”
Boris: “Met Ankit heb ik veel vooruitdenken gedaan. Dat werkte heel goed. Die oefeningen staan nu in de stappenboeken. Alleen de beste zijn erin gekomen.”
“Boris is heel grappig. Hij kan mensen leuk imiteren. Dan moeten we enorm lachen. In de training vind ik de grootste uitdaging als Boris een stelling opzet en vraagt hoe het staat. Dan zeg ik dat wit
beter staat en dan moet ik dat bewijzen! Dat valt soms niet mee.”
les gegeven
Op school heeft hij niet geschaakt, maar wel zelf les gegeven! “Ik gaf stap één en twee. Dat vonden de kinderen leuk. M’n moeder hielp soms hierbij. Ik ben in India geboren en spreek nog niet helemaal vloeiend Nederlands.”
Ankit is altijd vrolijk. Toen Boris vroeg hoe het was na een toernooi waarin hij beroerd scoorde. “Ik had mijn dag niet,” zei hij lachend! Schaken vind hij erg interessant en doet hij geconcentreerd. Tactiek vindt hij mooi. Graag offert hij veel stukken om mat te zetten. Ankit wil zo goed mogelijk worden. Het liefst grootmeester!
Geboortedatum:
Uit:
School:
Leukste schoolvak:
Hobby’s:
Schaken geleerd:
Club:
Wat wil je worden:
Lievelingseten:
5 juli 1999
Eindhoven
Sint-Joris Eindhoven
Wiskunde
Tafeltennis
M´n opa
ESV
Grootmeester
Kip van KFc
Partijen van Ankit
Ankit Majhi - Rolf corstjens
NK D teams 2011
1. e4 e6 2. d4 d5 3. e5 c5 4. c3
Pc6 5. Pf3 Db6 6. ld3 ld7 7. 0–0 Ph6
Durft de gambietpion op d4 niet te slaan.
8. dxc5 lxc5 9. b4 le7 10. le3
Dc7 11. Te1 f6 12. exf6
Opent het spel.
12. .. lxf6 13. Pd4
Verhindert Pxb4 en de komende ruil is goed voor wit.
13. .. Pxd4 14. lxd4 lxd4 15. cxd4 0–0 16. Pd2 a6 17. Pf3
Het paard wil naar het sterke veld op e5 en dekt ook d4.
17. .. Pf5 18. Tc1 Db6 19. a3 Kh8
Dreigt Pxd4.
20. Pe5 le8 21. Tc5
Op Pxd4 komt nu de aftrekaanval Lxh7.
21. .. Dd6 22. Dg4
Maakt de dame actief.
22. .. b6 23. Tc3 Ph6 24. Dg3
Dreigt Pg6+ en Dxd6, maar dat ziet Rolf uiteraard.
24. .. Td8 25. Tec1 b5?! 26. Tc7 Tg8

Een heerlijk sterk veld voor het paard!
20. bxc5 dxc5 21. lf4 lf6
Ik begin aan een prachtige combinatie!
22. Ta2 lc3 23. Te2 Df6!!
27. T1c6!
Offert toren, paard en dame voor mat over zes zetten. Een geniale slotcombinatie van Ankit!!
27. .. lxc6 28. Pg6+ hxg6 29. Dxg6 Pf5 30. Dh5+ Ph6 31. Dxh6+ gxh6 32. Th7 mat (1–0)
Tjark Vos - Ankit Majhi
ONK Enschede 2010
Aantekeningen Ankit Majhi
1. e4 e5 2. Pf3 Pc6 3. lb5 a6 4. la4 Pf6 5. 0–0 le7 6. Te1 b5 7. lb3 0–0 8. d4 d6 9. c3 lg4 10. le3 Te8
10. .. Pxe4? 11. Ld5. 11. h3
Na Ld7 - dreigt Pxe4 - komt Pbd2.
Door de penning te houden druk ik op het centrum. En met Lg6 en Lf8 kan ik e4 aanvallen.
11. .. lh5 12. g4 lg6
Die wilde ik toch spelen!
13. Pbd2 exd4 14. cxd4 Pa5
15. lc2 c5 16. d5 Pd7 17. a3 Pb6 18. b4 Pac4 19. Pxc4 Pxc4
Röntgenaanval op f4 en f3. 24. Dd3 Dxf4 25. Dxc3 lxe4 Resultaat is dat ik pion e4 heb gewonnen!
26. De1 Pd6 27. lxe4 Txe4 28. Txe4 Dxe4 29. Dxe4 Pxe4 30. Pe5 Td8 31. Pc6 Te8 32. Te2
Pd6 33. Tc2 c4 34. Kf1 f5 35. Pd4 fxg4 36. hxg4 Te4 37. Td2 c3 Wint een stuk. (0–1)
Ankit Majhi - Dave looijer
BDO Haarlem 2011
1. e4 c5 2. Pf3 g6 3. d4 cxd4 4. Pxd4 lg7 5. Pc3 Pc6 6. le3 Pf6 7. lc4 0–0 8. lb3 Pg4 9. Dxg4 Pxd4 10. 0–0–0
De volgende aftrekaanval met
d7-d5 ziet er eng uit voor wit, maar Ankit was er niet bang voor. 10. .. d5 11. Dh4 Pxb3+ 12. axb3 d4 13. e5
Ankit keek ook naar 13. Pd5 e5 14. Dxd8 Txd8 15. Lg5 Td6 16. f4 f6! en het staat gelijk.
13. .. Da5 14. lxd4 le6 15. Kb1 Tfc8
Dit pionoffer is niet goed omdat veld f6 zwak wordt.
16. Dxe7 lf8 17. Dh4
Ankit pakt de tweede pion niet, want hij valt liever aan! 17. .. Tc6 18. Pe4 h5 19. lc3
Want anders wint Ta6 voor zwart. 19. .. Dc7 20. Pf6+ Kg7
21. Td3
Haalt de toren bij de aanval. Heel belangrijk!
21. .. Txc3 22. Pxh5+ gxh5 23. Dg5+ Kh7 24. Dxh5+ lh6 25. Txc3 De7 26. f4! Th8 27. f5 ld5 28. f6 De6 29. Tg3, 1–0
Sta in de weg

Rinck, 1906
Wit is aan zet
Op 1. g7 volgt 1. .. Tg1. De toren op f1 is dus de verdediger die voorkomt dat de pion kan door-
lopen. Verdedigers kan je echter uitschakelen, bijvoorbeeld, door te slaan, ze weg te jagen, weg te lokken, of: te onderbreken. Alleen werkt 1. Lg5, met het idee 1. .. fxg5? 2. g7 niet, want zwart speelt nog steeds 1. .. Tg1. Wel juist is 1. Le3! (voorkomt Tg1) 1. .. Tf3 en dan wel de onderbreking 2. lg5, want nu wordt de toren na 2. .. Tg3 3. lh4 gepend.
Het belangrijkste doel van een vrijpion is, natuurlijk, om ‘m aan de overkant te krijgen. Maar zomaar doorlopen lukt meestal niet, de tegenstander zal verdedigen. Kijk maar eens naar de volgende stelling.
zet. De toren kan op drie manieren geslagen worden, maar geen van alle is goed, bijvoorbeeld: 2. Lxe3 Pf3+. Op 2. Td3 volgt 2. .. Pf3+, terwijl op andere zetten de witte toren verloren gaat.
Bij de opgaven moet je proberen zelf de onderbreking te vinden.
Karafiat - Neistadt, 1967
Wat zijn de verdedigers? De loper dekt de dame, maar er hangt ook iets met Pf3 in de lucht, hoewel dat veld nog goed verdedigd is. Zwart speelt hier 1. .. Te3!! Een heel bijzondere
Zes opgaven met verzwakkende pionzetten
Opgave 6
d8D+ Kc6 7. Dc8+, 1–0 (H. Rinck, 1909)
c1D Zwart is eerder, maar .. 6.
bxc7+ Kxc7 4. Ke7 b4+l 5. Ke8
h4-d8 is nu geblokkeerd. 3.
h4-d8. 2. .. hxg5 De diagonaal
Opgave 6: 1. d7+ Kd8 2. Pg5 Onderbreekt de diagonaal
Th5 en wit wint.
moet naar d5 gejaagd worden 1. .. Kd4 2. Th4+ Kd5 Gelukt! 3.
Opgave 5: 1. Pd7+ De koning
Anand - Pacheco Vega, 1986.
Opgave 4: 1. g4!l Txe3 2. e6+,l
halen. 1. .. Kf6 2. Tc6+ Kg7 3. Tb6.
het mat achter de paaltjes eruit
Opgave 3: 1. h4! Wit moet eerst
Opgave 2: 1. e4 Lxe4 2. Pf6+; 1. .. dxe3 e.p. 2. Pxe3.
3. f7.

Schaakfeest in de Stellingwerven
Nu de scholen alweer een tijdje aan de gang zijn is het tijd voor de schoolschaakwedstrijden. Dat je voor grote scholentoernooien niet in een grote stad hoeft te zijn kan je in het zuidoosten van Friesland zien. Maar liefst 180 jongens en meisjes deden daar op 26 november mee aan het zesde schoolschaaktoernooi van de Stellingwerven. Zo heet dat gedeelte van Friesland. Het waren allemaal leerlingen van de basisscholen. Het beste werd geschaakt door De Drie Dorpen uit Oldeholtwolde. Ze waren al drie keer eerder kampioen geworden. En nu dus weer. De mooie foto’s van dit schaakfeest zijn gemaakt door Lenus van der Broek.
In de vierde ronde van het Univé toernooi in Hoogeveen troffen de ervaren grootmeester John van der Wiel en de jongste in Nederland geboren grootmeester, Robin van Kampen, elkaar. Jeugd won het die dag van ervaring in een positioneel goed gespeelde partij. Speelt u mee?
John van der Wiel – Robin van Kampen
Univé Hoogeveen 2011 1. e4 c5 2. Pf3 d6 3. c3 Pf6 4. h3
Van der Wiel wil geen theorievarianten spelen tegen de jonge grootmeester en probeert het met een langzaam systeem dat niet zonder venijn is. 4. .. g6 5. ld3 lg7 6. lc2 e5 7. d4 exd4 8. cxd4 0–0 9. Pc3
Deze ontwikkelingszet geeft wit zeker geen voordeel, wit moet hier eerst zijn koning uit het centrum halen. Maar ook na 9. 0–0 cxd4 (Zwart kan ook een complexere stelling nastreven met 9. .. Pc6) 10. Pxd4 heeft zwart verschillende manieren om gelijkspel te krijgen: 10. .. d5, 10. .. Te8, 10. .. Pc6 11. Pxc6 bxc6 12. Pc3 d5. 9. .. cxd4
Ook na 9. .. Pc6 10. d5 (10. dxc5 dxc5 11. Dxd8 Txd8 12. Le3 met gelijkspel is beter) blijkt waarom wit tijdig zijn koning uit het centrum moet halen: 10. .. Pd4! 11. Pxd4? cxd4 12. Dxd4 Pxe4! 10. Pxd4 d5 11. exd5
Zwart staat iets beter na 11. e5 Pe4. Het vervolg in NoritsynBabula, Olympiade Khanty Mansiysk 2010, was humoristisch: 12. Lxe4 dxe4 13. Lf4 Pd7 14. 0–0 Pxe5 15. Pxe4 Dxd4! 16. Dxd4 Pf3+ 17. gxf3 Lxd4 en zwart staat superieur. 11. .. Pxd5 12. Pce2
In de schaduw van oud-wereldkampioen Vladimir Kramnik schitterden verschillende Nederlanders in het open Univétoernooi van Hoogeveen. De
Of 12. 0–0 Pb4! 12. .. Pb4 13. lb3 P8c6 14. le3 Pxd4
Erg sterk is ook 14. .. Dh4! 15. 0–0 Td8 en wit is in de problemen. 15. Pxd4
Wit is nog maar een zet verwijderd van een gelijke stelling (namelijk de korte rokade). Kunt u met zwart het voordeel handhaven?
vindt u het commentaar en treft u de andere zetten aan die ook punten opleveren.
De lezer heeft zwart
U gaat als volgt te werk: bedek de zetten en kies steeds uw zet als zwartspeler. Op bladzijde 29
gedeelde zege was voor Sergei Tiviakov, Sipke Ernst en Robin van Kampen. Laatstgenoemde scoorde bovendien zijn zoveelste GM-norm. IM-normen
behaalden Rob Schoorl en Sander van Eijk, maar ook Sander bezat reeds afdoende resultaten.
Karel van der Weide
Nederlandse mannen tevreden
met
zesde plaats op EK
Het achttiende Europese Kampioenschap voor landenteams werd in het Griekse resort Porto carras gespeeld. De Grieken hadden vorig jaar al de nodige ervaring opgedaan met het wereldjeugdkampioenschap, en de organisatie verliep vrijwel vlekkeloos. Het leek alsof er geen sprake was van de eurocrisis, behalve dan tijdens de prijsuitreiking toen de president van de Griekse schaakbond het voorafgaand aan de huldiging van Duitsland als Europees Kampioen niet kon nalaten om op te merken dat onze oosterburen nu wel wat aardiger voor Griekenland mochten zijn.
Duitsland was vooraf als tiende geplaatst, en hun overwinning was verrassend, maar niettemin verdiend. De topborden van Duitsland, Naiditsch en Meier, staken in topvorm en zoals al vaker vertoond zijn twee spelers in vorm in een verder verdienstelijk team genoeg voor de titel. Het zilver ging naar Azerbeidzjan en brons was er voor Hongarije dat in de slotronde het Bulgarije van Topalov met 4-0 verpletterde. Nederland eindigde op een prima zesde plaats, achter het altijd sterke Armenië en het sterrenteam van Rusland. Het falen van de Russische mannen (deze keer met Svidler, Grischuk, Karjakin en Morozevich) begint op te vallen. Ook de Oekraïne (met Ivanchuk en Ponomariov) en Engeland (met een uitstekende Adams op bord 1) stelden teleur met een 15de en een 22ste plaats.
Nederland mag tevreden zijn met de zesde plaats. Vooraf als negende geplaatst op rating, had niemand grootse vorm tentoongespreid in de maanden voor het toernooi. Nederland begon het EK dan ook matig met een gelijkspel tegen Finland, maar na een krappe (en knappe) 2-2 tegen Rusland in de derde ronde leek de ban gebroken en volgden toch de nodige minieme 2½-1½ overwinningen. In de slotronde was een goede zwartoverwinning van Daniel Stellwagen bij drie remises voldoende om het gelijkwaardige Tsjechië te verslaan. Met de zesde plaats werd ook nog eens voldaan aan de eisen van NOC*NSF voor de A-status. Hieronder een portret van de vijf spelers waaruit het team van bondscoach Vladimir Chuchelov bestond.
Anish Giri
De zeventienjarige Anish Giri groeit hard door naar de absolute wereldtop en dat bewees hij in Griekenland opnieuw. Ruim een jaar geleden zat hij op de Olympiade nog op bord 4, nu verdedigde hij heel volwassen het topbord. De rol van kopman maakte hem niet nerveus en als enige speler kreeg hij geen rustdag toebedeeld door de bondscoach. Opvallend was de angst waarmee veel spelers hem tegemoet treden. Zelfs iemand als Peter Svidler ging er met wit niet echt voor. Alleen tegen de nummer drie van de wereld, de Armeniër Levon Aronian, kreeg hij een gevoelige les in openingsvoorbereiding. Aronian had een onschuldig uitziende middenspelstelling uit het Damegambiet uitvoerig met de computer bestudeerd en had na een zet of twintig meer tijd op de klok dan waarmee hij begon (dankzij het toevoegen van 30 seconden per zet).
Al met al was 5 uit 9 een prima score waarmee hij keurig aan de verwachtingen voldeed.
Hans Tikkanen - Anish Giri
Nederland - Zweden (2) Tegen het solide topbord van Zweden (Hans Tikkanen) neemt Anish in de opening risico. Zijn moed wordt beloond, en hij maakt de partij fraai in de aanval af.
27. .. lg5! 28. Pe4! le3!
De zet 28. .. Lxc1 wint een kwaliteit, maar daarna is de zwarte aanval voorbij. Anish gaat recht op de witte koning af.
29. ld2 ld4 30. Dc2 Tf5
De eerste torenswitch uit de partij, ook sterk was 30. .. Pe3. 31. g4
Ook verliezend is 31. Lg5 h6 waarna wit materiaal moet geven met 32. Lh3 hxg5 33. Lxf5 Lxf5 terwijl de zwarte aanval voortduurt.
31. .. Dd8! 32. le1 Te6!
Met energiek spel worden alle zware stukken richting de witte koning gedirigeerd.
33. Dd2
Wit gaat mat na 33. gxf5 Th6+
34. Lh3 Txh3+ 35. Kg2 Pf4+ 36. Kf1 Th1.
33. .. Tf4
Sterker dan 33. .. Th6+ 34. Dxh6 gxh6 35. gxf5 Lxf5 alhoewel zwart dan ook wint.
34. lf2
Er was geen verdediging meer, 34. g5 faalt (onder andere) op 34. .. Th6+ 35. gxh6 Th4+ 36. Lh3 Txh3+ 37. Kg2 Pf4+.
34. .. Txe4! 35. e3 Txe3
In de tijdnoodfase vergeet Tikkanen om op te geven. Er volgde nog: 36. Tb4 Txd3 37. Dxd3 lxf2 38. Df1 Th6+ 39. lh3 Dh4 40. Tb2 Pe3, 0–1
loek van Wely Loek beëindigde speciaal voor het EK-Landenteams zijn sabbatical iets eerder dan gepland, en dat was maar goed ook. Met 4½ uit 8 op bord 2 droeg hij in belangrijke mate bij aan het teamresultaat. Loek is uniek, en natuurlijk als enige in staat is om in een sabbatical jaar nog steeds meer partijen te schaken dan de meeste van zijn Nederlandse collega’s. Toch kan hij zelf heel goed omschrijven wat dit jaar onderscheidt van alle voorafgaande. Hij speelde het afgelopen jaar geen gesloten toptoernooien, en deed weinig tot niets aan het bijhouden van zijn openingsrepertoire (in het moderne schaak een dagtaak). Hij begreep zelf als geen ander dat hij daarmee niet echt klaar was voor het EK-landenteams en vroeg de bondscoach dan ook om bord 4. Die wilde daar niet van horen, en dacht waarschijnlijk dat de Tilburger een grapje maakte. Het spel van Loek was in het begin wat stroef: minremises tegen zwakkere spelers. Hij speelde soms een voor hem ongebruikelijke of riskante opening (de Poloegajevski-variant van het Siciliaans en, heel chauvinistisch, Hollands), maar het uiteindelijke resultaat was met 7 remises en 1 overwinning prima.
Bartosz Socko - loek van Wely Nederland - Polen (6) In een Siciliaan gooit de Poolse grootmeester er nu de beuk in. Loek blijkt op zijn post.
15. c5 bxc5 16. bxc5 Dxc5!? Een interessant dameoffer. 16. .. e5 17. cxd6 Dxd6 18. Lc4 is een veilig plusje voor wit. 17. Pd5 Pxd5 18. Txc5 Logisch, maar wit had de dame in eerste instantie moeten weigeren met 18. exd5! Na 18. .. Da5 19. dxe6 staat wit zeer goed en 18. .. Dxd5 19. Lxh7+ Kxh7 20. Txd5 Lxd5 21. Tc7 Ld8 22. Td7 is beter dan de partij, alhoewel zwart prima remisekansen heeft. 18. .. Pxf4 19. Db2 Pxd3 20. Dxb7 Pxc5 21. Dxe7 Pxe4 Na deze lange afwikkeling staat zwart er ook materieel niet slechter voor. Het enige probleem is nog het paard dat een steunpunt moet vinden. 22. f3 Pc3 23. Td2 Anders neemt zwart pion a2. 23. .. d5 24. h4 d4 25. f4 Tad8 26. h5 h6 27. g4 d3 28. g5 hxg5 29. fxg5 Pe4 30. Td1 Td5 31. g6 Tg5+ 32. Kh2 Txh5+ 33. Kg2 Tg5+ Het merkwaardig uitziende 33. .. Th6! is sterker omdat wit niet op f7 kan nemen: 34. gxf7+ Txf7 35. Dd8+ Tf8 en de witte koning kan zich niet verdedigen tegen de gecombineerde aanval van de zwarte stukken. En na 34. Txd3 Txg6+ 35. Kf3 f5 36. Td8 Txd8 37. Dxd8+ Kh7 heeft zwart ten opzichte van de stelling die in de partij ontstaat na zet 37 twee belangrijke tempi gewonnen.
34. Kf3 Pf6 35. Txd3 Txg6 36. Td8 Txd8 37. Dxd8+ Kh7
is hij altijd kansloos.
40. .. Pe5+ 41. Kf4 Pf7!
De zwarte stukken werken nu goed samen.
42. Dd7
42. a4? Tg4+.
42. .. Tf6 43. a4 e5+ 44. Kf3 e4+ 45. Kf2 f4 46. Dd5
Of 46. a5.
46. .. e3+ 47. Kf3 g6!
Sterker dan het meer voor de hand liggende 47. .. g5 Loek houdt zijn koning goed beschermd tegen eeuwig schaak mechanismen.
48. a5 Tf5 49. Db7 Kh6 50. a6 Pe5+ 51. Ke2 f3+!
Snel oprukken is belangrijker dan materiaal. De witte dame moet zo snel mogelijk gebonden worden aan het voorkomen van promotie van een zwarte vrijpion.
52. Kxe3 Pg4+ 53. Kd3 f2 54. Dh1+ Kg5 55. a7
Het lijkt spannend, maar Loek heeft nauwkeurig gerekend. Op 55. Df1 wint zwart met 55. .. Kh4!.
55. .. Ta5 56. Ke2 Ta2+ 57. Kf3
57. Kd3 Txa7.
57. .. f1D+ en Socko gaf op. (0–1)
Dankzij deze overwinning won Nederland met 2½–1½ van Polen.
Ivan Sokolov
Materieel staat zwart gewonnen, maar omdat de a-pion eraf gaat ontaardt de stelling nu in een race.
38. Dc8 Pg4 39. Dxa6 f5 40. Dc8
Meteen 40. a4 ligt meer voor de hand. Wit moet zo snel mogelijk oprukken met de a-pion, anders
Pontus carlsson - Ivan Sokolov
Nederland - Zweden (2)
Ivan Sokolov kwam vorig jaar op de Olympiade nog uit voor Bosnië, maar gaf eind 2010 aan weer voor Nederland te willen uitkomen. Dankzij zijn Nederlandse paspoort was dat geen enkel probleem. Hij speelde natuurlijk jarenlang voor de Nederlandse ploeg en was, evenals Loek, in 2005 ook lid van het team dat Europees Kampioen werd. Zoals altijd was hij erg strijdlustig. Met 3½ uit 7 scoorde hij weliswaar vijftig procent maar daar was slechts één remise bij. Hij won voor het team belangrijke partijen tegen Finland, Servië en Griekenland, maar hij zal zelf niet tevreden zijn met zijn eindresultaat. Een beetje karakteristiek voor zijn vorm was zijn nederlaag tegen Zweden uit de tweede ronde.
Zwart lijkt heel fatsoenlijk te staan en tegenstander Carlsson had hier nog zo'n twee minuten tegen ruim 50 minuten voor Ivan. Het spel neemt echter een geforceerd karakter aan en zo dwingt Ivan zijn tegenstander bijna tot goede zetten.
21. le7 g5
De pointe van het zwarte spel.
Wit verliest materiaal. 22. lxf8!
Nu zou de stelling na 22. Dxh6 Lxe7 23. Dxc6 Tb8 24. Lb3 Txb3! 25. axb3 Ld6 weliswaar maar iets beter zijn voor zwart, maar typisch een kolfje naar Ivans dynamische hand.
22. .. gxh4 23. lxc5 lf5 24. Te7 Df8 25. lxf5 Dxf5 26. h3
Het dameoffer heeft wit ruim voldoende positionele compensatie opgeleverd, en, in tijdnood nog belangrijker, een makkelijk speelbare stelling. Er volgde 26. .. Tf8 27. Tfe1 Tf7 28. T7e5 Dc2 29. T5e2 Dd3 30. Te8+ Kh7 31. ld4 c5 32. lxc5 Dc4 33. ld4 c5 34. Tc8 Dxa2 35. lxc5 Dxb2 36. ld4 Dd2? 37. Th8+ Kg6 38. Tg8+ Kh7 39. Th8+ Kg6 40. Te6+ Kf5 41. Thxh6
De zwarte koning is gevangen en materiaalverlies is onafwendbaar. 41. .. Dc1+ 42. Kh2 Df4+ 43. Kg1 Dc1+ 44. Kh2 Df4+ 45. g3! hxg3+ 46. Kg2! gxf2 47. Thf6+, 1–0
Een nederlaag zonder gevolgen omdat Giri en Stellwagen beiden wonnen.
Jan Smeets
Jan had met vijf remises en een nederlaag geen gelukkig toernooi. Hij kan uitstekend verdedigen (zoals bijvoorbeeld Karjakin moest ondervinden), maar
tegen relatief zwakke spelers kon hij niet echt kansen creëren.
Sergey Karjakin - Jan Smeets
Nederland – Rusland (3)
Stelling na 40. Pd6.
De zwarte koning zit in een matnet en ook de vrije c-pion is al ver gevorderd. Iedereen hield rekening met een nederlaag, maar Jan rechtte de rug en maakte remise waarmee de 2-2 tegen Rusland een feit was. 40. .. g5 41. h5
Houdt het matnet in stand.
41. .. Pe7
Na 41. .. g6 wint wit op studieachtige wijze: 42. Td7+ Kh6 43. Pf7+ Kxh5 44. Td8! Kg4 (44. .. Txc6 45. f3!) 45. Ph6+ Kh5 46. Th8. 42. Pf7 Pg8! 43. Td6 e5 44. Kf3 Pe7?! 45. Td8 Pg8 46. Tc8! g6 47. Tc7
Juist was 47. g4! om de zwarte koning vast te houden, maar Karjakin heeft een duivelse verdedigingspointe van Jan over het hoofd gezien.
47. .. gxh5 48. Td7
Dit was de bedoeling. Wit lijkt te promoveren omdat 48. .. Txc6 niet gaat vanwege het aftrekschaak. Er volgde echter: 48. .. Kg6 49. c7 Kf5! 50. Pd8 Karjakin moet zich herpakken. Dit is de enige zet om niet in de problemen te komen. Waarschijnlijk had Karjakin 50. c8D? Txc8 51. Pd6+ Ke6 52. Pxc8 Kxd7 overzien?
50. .. Tc3+ 51. Kg2 h4 52. g4+ Kxg4 53. Pb7 Kf5
Snel weer terug voordat wit de tijd krijgt voor Pd6 en promotie. 54. Tg7 Ke6 55. Pd8+
De stelling na 55. Txg8 Txc7 kan alleen door zwart worden gewonnen.
55. .. Kf5 56. Pb7! Ke6 57. Pd8+ Kf5 58. Pb7 Ke6, ½–½
Daniel Stellwagen
Daniel is minder actief vanwege zijn academische carrière, maar de bondscoach had hem in een trainingssessie getest en voldoende ‘wedstrijdfit’ bevonden. Hij begon matig met een nederlaag tegen Finland, maar scoorde uiteindelijk 3½ uit 6. In de laatste ronde won hij een cruciale partij tegen Tsjechië wat uiteindelijk resulteerde in de matchoverwinning en de zesde plaats.
Jiri Stocek - Daniel Stellwagen Nederland – Tsjechië (9)
Een bekende theoretische stelling uit het Konings-Indisch. Stocek kiest de normale voortzetting, het pionoffer
11. g3 Pxh3 12. lg2 fxe4 12. .. f4 13. Pf3 g5 is vaak gespeeld, maar Daniels zet lijkt sterker.
13. Pxe4
13. Le3 geldt hier als de beste zet, maar ook daar zal Daniel zo zijn eigen ideeën over hebben.
13. .. lf5 14. Tf1?
14. Pg4 h5 15. Pef6+ Lxf6 16. Ph6+ Kg7 17. Pxf5+ gxf5 18. Txh3 Th8 is een aantal keren gespeeld en lijkt geen probleem voor zwart. Toch was dit beter dan de tekstzet.
14. .. Pa6! 15. De2 Dd7 16. le3 Pf4!
Een sterk schijnoffer dat wit wel moet accepteren.
17. gxf4 exf4 18. ld2
Na 18. Lxf4? Lxe4 krijgt zwart het stuk meteen weer terug. 18. .. f3!
Dit pionoffer voorkomt dat wit met f2-f3 het paard kan dekken.
19. lxf3 Tae8
De penning over de e-lijn is dodelijk.
20. 0–0–0
Zwart wint simpel na 20. Lg4 Txe4 21. Dxe4 Te8 (maar niet 21.
.. Lxe4? 22. Lxd7).
20. .. Da4!
Deze zet moet Daniel vooruit hebben gezien toen hij het stuk offerde. Zwart wint in een directe koningsaanval.
21. Pg4
Ook 21. Lc3 brengt geen redding: 21. .. Lxc3 22. bxc3 (22. Pxc3 Txe2 23. Pxa4 Tc2+ 24. Kb1 Txc4+) 22. .. Da3+ 23. Kb1 Pc5 en zwart wint al het materiaal met rente terug.
21. .. lxe4 22. lxe4 Dxa2 23. Tde1 Dxb2+ 24. Kd1 Pc5 en wit gaf op. (0–1)
Eindstand:
1. Duitsland 15 22½
2. Azerbeidzjan 14 23
3. Hongarije 13 23
4. Armenië 13 22½
5. Rusland 13 21½
6. Nederland 12 19
1. Anish Giri 5 uit 9; 2. Loek van Wely 4½ uit 8; 3. Ivan Sokolov 3½ uit 7; 4. Jan Smeets 2½ uit 6; 5. Daniel Stellwagen 3½ uit 6.
De vrouwen
Waar de Russische mannen faalden, lieten de Russische vrouwen er vanaf het begin geen enkele twijfel over bestaan wie Europees kampioen zou worden. Alleen zilveren medaillewinnaar Polen wist het almachtige team een matchpunt af te snoepen. Georgië haalde brons nog voor het als tweede geplaatste Oekraïne. Nederland was vooraf als dertiende geklasseerd, en eindigde ook exact op de dertiende plaats. Na een 3-1 overwinning op het sterkere Spanje in de vijfde ronde (de enige rustdag van de sterk spelende Peng) mochten de Nederlandse vrouwen op meer hopen. Helaas werd Lisa Schut geveld door een griepvirus en kon de laatste drie ronden niet meer mee spelen. Zonder verdere rustdagen ging in de rondes 6, 7 en 8 een aantal matchpunten verloren. Met een slotoverwinning van 3-1 op Engeland werd het toernooi goed afgesloten en en passant voldaan aan de eisen voor de B-status van NOC*NSF.
Zhaoqin Peng - Elisabeth Paehtz
Nederland - Duitsland (2)
Tegen het sterke Duitsland kwam Nederland al snel op een 2–0 achterstand. Peng speelde tegen Paehtz scherp op winst en won fraai.
26. c5
Een sterk pionoffer om lijnen en diagonalen te openen.
26. .. dxc5 27. lb5 Ta8
Beter was 27. .. Td8.
28. lc6 lxc6 29. Dxc6 cxb4 30. axb4 a5?!
Zwart bood hier remise aan, en schatte daarmee de stemming van Peng wel heel verkeerd in.
Ze speelt krachtig door op mat! 31. lh6 Tg8?!
Met 31. .. Pf4! 32. Dxc7 Tf7 kon Paehtz zich verdedigen.
32. Td7 Tac8? (32. .. Tad8) 33. h4!
Heel fraai; er dreigt 34. Lg5 en op 33. .. Tce8 volgt 34. Lg7+!. 33. .. Dxh4? 34. Dxe6 Dxh6
35. Dxe5+ Tg7 36. Tfd1! Nu is mat al niet meer te verhinderen.
36. .. Tcg8 37. bxa5?! (37. Td8)
37. .. bxa5?! 38. Td8! Dh4 39. Txg8+ Kxg8 40. De8 Mat! (1–0)
Omdat ook debutant Anne Haast een goede partij won op bord 4 eindigde de match in 2-2.
Tot slot vier combinaties van de Nederlandse vrouwen.
lisa Schut - Irina chelushkina Lisa won een spectaculaire partij tegen Griekenland, en haar 2½ uit 5 had hoger kunnen uitvallen als ze tegen de Oekraïne loon naar werken had gekregen. Uit de wedstrijd tegen Servië. Wit lijkt in de problemen. Lisa redt zich met scherp rekenwerk.
50. g4! De beste zet, dankzij de aanval op het paard gaat de zwarte f-pion eraf waarna de ongelijke lopers remise garanderen. Je moet echter wel zien dat na 50. .. ld5 51. Df1 Dc2 52. Df2 Db1! 53. Pg3! mogelijk is! Na 53. .. Pxg3 54. Dxf4+ Pf5 55. gxf5 gxf5 56. Kg3 Dd3+ 57. De3 De4 58. Dxe4 lxe4 59. Kf4 stond een duidelijke remisestelling op het bord. (½–½)
Tea lanchava - Sabrina Vega Gutierrez
Tea Lanchava speelde een goed toernooi. Ze heeft een geweldig gevoel voor combinaties. Tegen Spanje won ze overtuigend. Wit wint nu uiteindelijk wel na 30. Dxf5 Txd5 31.Txd5 Dxd5 32. Pxe7 Dxf5 33. Pxf5+ Kf8 maar er is iets sterkers (en fraaiers). Ziet u het ook?
30. b4! Txd5 30. .. Dc8 31. Dxf5. 31. Db8! Txd1+ 32. Txd1 en zwart gaf op. Ze verliest of haar dame of gaat mat. (1–0)
Marlies Bensdorp - Kanwal Bhatia
Marlies herstelde deels een ongelukkig verlopen toernooi door in de slotronde tegen Engeland overtuigend te winnen. Wat speelt u?
Vervolg op blz. 29.
De geest van het spel
Bloedstollend was het, en tegelijkertijd deerniswekkend, de poging van Jan Timman om de wereldtitel bij het schaken te veroveren. De Nederlandse schaakwereld hield er slapeloze nachten aan over en tegelijkertijd het gevoel intensiever dan ooit tot de kern van het schaakspel door te dringen. Gouden jaren waren het.
Jan Timman is onlangs zestig jaar geworden. Voor journalist John Kuipers en uitgever New in Chess was dat een goede aanleiding om een biografie van Jan Timman te laten verschijnen. Een goed moment is het ook. Want weliswaar is er nog niet een eind gekomen aan de schaakcarrière van Timman, maar het hoogtepunt is duidelijk voorbij. Lange tijd reeds, al had de betrokkene er wel eens moeite mee dat toe te geven.
Voordeel van een biografie tijdens het leven is dat de vele getuigen, inclusief de hoofdrolspeler zelf, hun verhaal kunnen doen. Voordeel van het eind van een carrière is dat
er conclusies kunnen worden getrokken, dat er kan worden afgerond. Het risico van een levende hoofdpersoon is vanzelfsprekend dat de kritische toets kopje onder gaat. Daar is in dit geval absoluut geen sprake van. Niet bij John Kuipers en ook niet bij Timman zelf. De grootmeester mocht in zijn hoogtijdagen af en toe dan last hebben van een wat al te groot optimisme (ik zie zeker nog kansen op de wereldtitel zei hij nog na zijn veertigste), al terugkijkend is hij ook in staat om zijn eigen functioneren in perspectief te zien. Timman weet zelf maar al te goed waarom de greep naar de macht niet gelukt is. Te gespannen op de beslissende ogenblikken. En te wisselvallig. Te slecht in het zakelijk afmaken van betere stellingen.
Uit de biografie komt één ding haarscherp naar voren. De schaakwereld kende zo rond de jaren tachtig nauwelijks een speler die creatiever was dan Timman, die meer doordrongen was van de diepte van het spel. Dat maakte Timman tot zo’n aantrekkelijke speler. Het ging hem niet in de eerste plaats om de puntjes (ja, natuurlijk, er moest wel gewonnen worden), maar het ging hem vooral om de waarheid en de schoonheid van het schaken.

Dat was en is een instelling om te prijzen, maar ook een die zelden tot de ultieme top reikt.
Het is door John Kuipers uitvoerig opgeschreven. Zonder diagrammen, want het gaat hier om de menselijke kant van de sportman. Na de autobiografie van Paul van der Sterren biedt dit boek opnieuw een unieke kijk in de ziel van de schaker.
John Kuipers: Jan Timman. De geest van het spel. Uitg. New in Chess. 258 blz. Prijs € 24.50. Verschijnt als boekhandeleditie en als dubbelnummer van het tijdschrift Matten.
De toren een steunpilaar
De toren is het tweede deel uit een serie schaakboeken die Hans Böhm en Yochanan Afek schrijven over de zes verschillende figuren op het schaakbord. Eerder verscheen een deel over de pion. Het streven is om ieder jaar met een nieuwe aflevering te komen.

In de inleiding geven de auteurs in zeven pagina’s een beknopte beschrijving van de schaakgeschiedenis. Deze wordt gevolgd door de geschiedenis van de toren. Van strijdwagen, boot of kanteel tot het huidige torentje. Een paar afbeeldingen laten zien op hoe verschillende wijze de torens in de loop van de eeuwen zijn weergegeven. De kern van het boek wordt gevormd door 240 schaakstellingen, waarin de toren steeds een hoofdrol speelt. Ze zijn per vier stuks gegroepeerd naar thema. Daar zitten klassiekers bij als Mat achter de paaltjes, de dolle toren (onder controle) en variaties op Saveedra. In totaal zijn het zestig thema’s.
De stellingen staan steeds op een linker pagina, de uitwerkingen rechts. De uitgever levert een zwart vel mee, zodat de leer-
gierige lezer deze uitwerkingen kan bedekken en eerst zelf op zoek kan gaan naar het antwoord. Dat zal in het algemeen hard werken zijn, want de meeste opgaven zijn van hoog niveau.
Omdat zowel Afek als Böhm een grote liefde voor de eindspelstudie hebben, komt deze variant van het schaakspel met grote regelmaat voor. Het blijkt dat de toren zich uitstekend leent voor studies en de studies hebben naast een esthetische vaak ook een praktische waarde.
Hans Böhm en Yochanan Afek: Wij presenteren de toren. Uitg. Tirion Sport. 144 blz. Prijs e 17,95. ISBN 978 90 4390 067 6

Veel aandacht en discussie bij de workshop ‘begeleiden van een schaakkind’.
Hoe begeleid je een schaakkind?
”Bij voetbal kun je er nog eens bovenuit schreeuwen!”
aan het werk gezet. We moeten namelijk uitvinden wie we zijn, als schaakcoach of ouder. “Om de kinderen goed te kunnen helpen, is het belangrijk om jezelf te kennen”, legt Van Weersel uit.

Met 26 graden in De Bilt is het de warmste 1 oktober ooit gemeten, een zaterdag om baantjes te trekken in zwembad De Grote Koppel en gestrekt te gaan op de zonneweide. Zo niet de schakers, zij laten zich door niks en niemendal afleiden en betreden het donkere Olympia college, even verderop aan de Olympus in Arnhem Zuid. Doel is de landelijke Themadag Jeugdschaak. ‘Bestemd voor jeugdleiders, ouders, schaaktrainers en andere belangstellenden, die kunnen kiezen uit een elftal interessante workshops’, aldus de uitnodigende e-mail van het KNSB ledenwerfteam.
Na het openingspraatje probeert een kluwen van, meest mannelijke, leerlingen het klaslokaal met de workshop van hun keuze te vinden. Op de eerste verdieping gaat WIM Arlette van Weersel, Master in Coaching, ons uitleggen hoe we een schakend kind kunnen begeleiden. We worden meteen

In het midden van onze grote kring, liggen op twee stapels, blauwe en oranje stroken. “Wie houdt van routine, pakt een blauw blaadje; wie elke keer iets nieuws wil doen: pak een oranje!” “Houd je van vaste regels of bedenk je graag zelf (nieuwe) regels?” “Wil je telkens records verbeteren of één duidelijk doel, om op af te gaan?” Zo laat Van Weersel ons een stuk of tien keuzes maken, bij wijze van quick-scan van ons temperament en als opmaat naar de theorie.
Theorie
Die theorie is beschreven in het boek Totaalcoachen van NOC*NSF topsportmanager en voormalig damesvolleybalcoach Peter Murphy en sportpsycholoog Jan Huijbers. Zij introduceerden de Myers-Briggs Type Indicator (MBTI), die als psychologische test in het bedrijfsleven wordt gebruikt, in de Nederlandse sportwereld en vulden het zogenaamde Action Type model aan. Met dit instrument kan een sportcoach zichzelf en zijn sporter beter leren kennen en daardoor beter coachen of begeleiden. (zie onder)
Workshopdeelneemster Janny Hermans van Schaakvereniging Deurne heeft vier kinderen, de oudste twee schaken. Bijna elk weekend rijdt ze met een auto vol jeugdleden naar een schaaktoernooitje. “Ik heb vroeger zelf geschaakt, vind het leuk om samen schaakproblemen op te lossen en wil de jeugdschakers goed begeleiden.” Janny zou graag ervaringen horen van andere ouders of trainers, maar we krijgen eerst nog wat theorie te verstouwen.
Extravert of introvert
Gelukkig vraagt Van Weersel daarbij wel naar de praktijk. “Waaraan kunnen we bij het schaken zien of kinderen extravert of introvert zijn?” Het antwoord wordt snel gegeven: “Extraverte kinderen praten veel en introverte kinderen zijn stiller!”. Extraverte kinderen halen energie uit de buitenwereld, ze zoeken veel contact met anderen. In de schaakles zul je ze vaak moeten vragen om even stil te zijn. Introverte kinderen zijn meer op zichzelf gericht en vragen vaak pas aandacht als het te laat is. Ze vinden het lastig om een groepsopdracht te maken. Ze gebruiken liever hun eigen ideeën om een oplossing te vinden in het Stappenwerkboek. Uitspeelstellingen (je zet een stelling over een te oefenen thema op en laat het uitspelen) werken weer goed bij extraverte kinderen.


“Is het wel goed om volledig aan te sluiten bij de voorkeuren van het kind?”, wil iemand weten. “Extraverte kinderen moet je leren om iets alleen te doen, want schaken is nu eenmaal een individuele sport”, vindt Van Weersel. “Is het soms andersom”, vraagt een schaaktrainer, “trekt schaken introverte kinderen aan, juist omdat het een individuele sport is?” Zo ver wil Van Weersel niet gaan: “Daar ken ik de statistieken niet van, maar ik zie veel verschillen tussen schaakkinderen!”
Praktische coachingstips

alleen zijn favoriete openingen en speelstijl overbrengt. Psycholoog Karel van Delft, vader van ex-jeugdtalent Merijn van Delft: “Ik geloof in een gevarieerd aanbod en wilde verschillende trainers voor mijn zoon. Trainer Herman Grooten was dat niet met me eens, hij dacht dat iemand als Merijn er gek van zou worden!”
een misvatting! Het ene kind leert meer van wat hij zelf ervaart, de ander leert makkelijk uit een boekje.”
Dingen uitproberen
Erwin Steunenberg en Rick Wouters raakten door hun schakende zonen bij de Apeldoornse club De Schaakmaat betrokken. Ze zijn teamleider en zorgen voor begeleiding en vervoer. Steunenberg zegt zijn kinderen niet echt te herkennen in het theoretische schema. Hij wil praktische coachingstips. “Tijdens de partij kun je niks doen. Bij voetbal kun je er nog eens bovenuit schreeuwen. Bij schaken wordt dat niet gewaardeerd. Bij voetbal trouwens ook niet, maar daar kan het wel! Kunnen we geen timeout introduceren, zoals bij basketball?”
De mannen van De Schaakmaat willen voorkomen dat een kind remise aanbiedt, als de teamwedstrijd daarmee verloren gaat. We keren terug naar de theorie die zegt dat je eerst uit moet zoeken waarom het kind dit doet. Van Weersel: “Je hebt kinderen die altijd willen winnen, maar er zijn er ook die voor de gezelligheid gaan of die geïnteresseerd zijn in het spel en er alles van willen weten. Sommige kinderen zien remise als een win-win situatie (we hebben een leuk potje gespeeld en beiden niet verloren). Ga in gesprek en leer het kind kennen, daaruit volgt wat je moet doen.”
Het basisidee van Totaalcoachen is dat je uit gaat van de sporter en niet van jezelf. Vooral bij kinderen is dat belangrijk, omdat zij snel de keuzes van volwassenen overnemen. Iedereen kent wel een trainer die

Overleg met de trainer

Voor schaaktraining is het belangrijk om te weten hoe de kinderen informatie opnemen: zintuiglijk of intuïtief. “Wonderkinderen zijn vaak intuïtief, zij komen snel aan de top. De meer zintuiglijke kinderen willen dingen uitproberen”, zo vertelt Van Weersel. “Ze hebben vaak meer tijd nodig voor trial and error en pieken later, ze maken bijvoorbeeld pas op hun achttiende een grote sprong in speelsterkte en komen dan voor anderen uit het niets. Als je kinderen jong selecteert, loop je het risico dat deze talenten niet tot ontplooiing komen.”
“Het is fijn als een coach je begrijpt”, is Arlette van Weersels ervaring. “Ik was zo’n kind dat wilde weten hoe iets werkt. Ik vroeg altijd waarom, waarom en nog eens waarom. Ik wilde zoveel mogelijk informatie. Toen ik van mijn trainer gewoon moest aannemen dat een opening speelbaar was voor zwart, zonder verdere uitleg, gaf dat frictie.” “Het is toch voor elk kind beter om zaken zelf te ervaren en uit te proberen?”, wil iemand weten. Van Weersel: “Dat is dus

Van Delft: “Als je aan een groepje les geeft, is het belangrijk om elk kind iets passends te bieden. Je kunt je les opdelen in blokjes: samenwerken, zelfstandig opgaven maken, uitspeelstellingen, feitelijke theorie.” Van Weersel: “Overleg als trainers over hoe je les geeft. En spreek als ouder regelmatig met de trainer. Deel wat je ziet bij het kind.”
Volgens de vaders uit Apeldoorn zijn sommige ouders weinig geïnteresseerd in de schaakactiviteiten van hun kinderen: “Ze willen hun zondag niet opofferen om te kijken naar borden met stukken. Als je zelf niet schaakt, krijg je moeilijk een binding met de sport. Het maakt ook uit of je kind wint of alles verliest. Als je denkt dat hij talent heeft ben je eerder betrokken.”
Janny Hermans: “Als je een sport zelf hebt gedaan, weet je wat erbij komt kijken en breng je snel je gedrevenheid over. Onze kinderen hebben onze hobby’s: voetballen en schaken. De KNSB zou in de archieven moeten duiken om de jeugdschakers van twintig jaar geleden te benaderen. Die vinden het vast leuk als hun kinderen gaan schaken.”
WIM Arlette van Weersel, Master in Coaching van het Johan Cruijff Institute for Sport Studies en lid van het KNSB ledenwerfteam: “Op sommige verenigingen worden oudercursussen in Stap 1 gegeven. Verder wil de KNSB ‘schoolschaak-ouders’ opleiden. Zij kunnen op scholen het schaken opzetten en de Stap 1 lessen begeleiden. Een algemene cursus voor (niet-schakende) ouders die hun eigen kind willen begeleiden is moeilijk samen te stellen omdat je in een groep niet op dat specifieke kind in kunt gaan.”
Het schema van de vier temperamenten is te vinden op: www.hrsport.nl/blog/19-slender-murphy
Begrijp wat u doet
Benonistructuren 2
Introductie
In de eerste aflevering over de Moderne Benoni hebben we een paar strategische basisideeen op een rijtje gezet. Hierbij is gekozen voor de schematische opbouw, waarbij enkele algemene plannen en specifieke kenmerken voor deze opening voor het voetlicht worden gebracht.
- De zwakte van e4
Voor zwart
Als wit te vroeg met f2-f4 komt, kan e4 een aanvalsdoel worden. In veel gevallen kan zwart met bijvoorbeeld met … b7-b5 het paard op c3 aan de tand voelen. De ruil van b7 tegen e4 is in principe gunstig voor zwart.
- Veld e5
Het veld e5 is voor zwart een belangrijk veld om zijn stukken een nieuwe toekomst te geven. Niet alleen verdedigt hij zich tegen de aanval op zwakke pion d6, ook kan hij werken aan een aanval op de witte koningsstelling. Vaak gebruikt zwart veld e5 om wits ‘expansiedrang’ (zoals Nimzowitsch dat zo mooi noemde) met f2-f4 aan banden te leggen. Daartoe zijn twee methoden voor handen:
Voor zwart
Een andere methode is te zien in het volgende schematische diagram:
Het paard op e5 wordt ‘gestabiliseerd’ door een pion op g5 zodat een f2-f4 voorlopig even van de baan is. Als wit toch tot f4 wil komen, zal hij g2-g3 moeten spelen, maar daarmee verzwakt hij zijn eigen koningspositie. Nadeel: het prijsgeven van veld f5. Wit kan proberen met paardmanoeuvres op dat veld te spelen.
Kindermann – Danner
Boedapest 1985
1. d4 Pf6 2. c4 c5 3. d5 e6 4. Pc3 exd5 5. cxd5 d6 6. e4 g6 7. Pf3 lg7 8. le2 O-O 9. O-O Te8 10. Pd2 Pbd7 11. a4 g5 12. Dc2 Pe5 13. Ta3 De7
14. Te1
Het begin van de manoeuvres om een paard naar f5 te krijgen. Wit maakt veld f1 vrij voor het paard van d2.
14. .. Pg6 15. Pf1 Pf4 16. Pg3
Pg4 17. Pd1
Het tweede paard maakt zich op om richting f5 gespeeld te worden.
17. .. ld4
Zo op het oog staat zwart 'superactief', maar hij kan daar in de partij weinig mee uitrichten. Wit elimineert een belangrijke aanvaller en vervolgt dan zijn plan.
18. lxg4 lxg4 19. Pe3
Twee paarden staan nu gericht op f5 en daarmee dreigt wit zijn plan helemaal ten uitvoer te brengen. De volgende concessie is daarom nodig.
19. .. lxe3
Daarmee doet zwart afstand van de prachtige loper en dat betekent dat hij straks problemen gaat krijgen over de lange diagonaal.
20. Taxe3 f6 21. b3 Df7?! Een onvoorzichtige zet die hem straks lelijk opbreekt. Na het bescheiden 21. .. Ld7 had zwart zich nog kunnen verdedigen. 22. h3 lh5
Zwart moet veld f5 'loslaten'. De normale zet 22. .. Ld7 faalt min of meer op 23. Tf3! En het paard kan niet wijken vanwege Lxg5. Zwart verliest dus een kostbare pion. Nu blijkt waarom de dame zo ongelukkig staat op f7.
mooie veld f5 en daar zal het zich voelbaar maken.
23. .. Dd7 24. Dc3
Ik denk dat 24. Lb2 nog sterker zou zijn geweest. 24. .. Dd8 (nu is 24. .. Tf8 25. Tg3 al bijna uit vanwege de dreiging Txg5+ en Ph6 mat, een wending die straks ook de hoofdrol speelt.) 25. Dd2 Lg6 26. h4! en de zwarte koningsstelling wordt uit zijn voegen getild. 24. .. Te5
Dit kan het niet zijn: de toren zal weldra weggejaagd worden door Lb2.
25. Dc4
Wit maakt de lange diagonaal vrij voor zijn loper.
25. .. Tf8
Het was de hoogste tijd om het paard aan de tand te voelen met 25. .. Lg6 26. Lb2 Lxf5 27. Lxe5 fxe5 28. exf5 Dxf5 en zwart leeft nog.
26. lb2 Tee8 27. Tg3
Op energieke wijze heeft wit al zijn stukken in de aanval gemanoeuvreerd. Er dreigt nu 28. Txg5+ fxg5 29. Ph6 mat. Het is de optelsom van mooie strategie en een tactische wending gebaseerd op de goede posities van de witte stukken.
27. .. Dxf5
Zwart ziet zich gedwongen de dame te geven, maar hij krijgt te weinig compensatie.
28. exf5 Txe1+ 29. Kh2 Kf7 30. Te3 Tb1 31. Dc2 Txb2 32. Dxb2 Kg7 33. Dd2 lf7 34. Te7 Te8 35. Txe8 lxe8 36. g3 Ph5 37. Da5 Kf8 38. Dxa7 Pg7 39. g4 h5 40. gxh5 lxh5 41. Db8+, 1-0
Voor zwart
De actie met .. f7-f5.
Met de opmars .. c5-c4 gevolgd door .. Pd7-c5 vergroot zwart niet alleen zijn ruimtevoordeel op de damevleugel, tegelijkertijd zet hij pion e4 verder onder druk.
23. Pf5
Het paard komt binnen op het
Nog voordat hij zijn paard naar e5 speelt, probeert zwart duidelijkheid te verschaffen over de witte pionnenstructuur. Na bijvoorbeeld .. fxe4, fxe4 zou hij veld e5 permanent in handen krijgen, en na een eventueel f5-f4 zou veld e5 ook moeilijk meer door wit te bestrijden zijn. Er kunnen een paar nadelen verbonden zijn aan de actie .. f7-f5:
• Na e4xf5 gxf5 kan pion f5 zwak worden. Voorts is ook veld e6 verzwakt dus met bijvoorbeeld een paard op f4 kan wit daarop spelen
• Na e4xf5 Lxf5 kan veld e4 in wits handen komen
- Damevleugelproblematiek
Omdat we inmiddels weten dat zwart graag zijn meerderheid naar voren speelt zal, wit dat graag willen tegengaan. Daartoe zal hij soms profylactisch met a2-a4 komen of als zwart daadwerkelijk .. b7-b5 dreigt (bijvoorbeeld na .. a7-a6).
Voor wit
Zwart moet dan oppassen dat zijn meerderheid niet wordt vastgelegd, zoals bijvoorbeeld te zien is in het volgende diagram:
Een heel bijzondere situatie doet zich voor als wit probeert de damevleugelpionnen van zwart ‘lam’ te leggen met een vroegtijdig a4-a5. Veel zwartspelers zullen zich niet graag laten insnoeren en dan toch koste wat het kost de zet .. b7-b5 spelen. Na a5xb6 (en passant) en het terugnemen met een zwart stuk op b6 gaat de strijd tussen de zwakke pionnen op a6 en b2. Worden deze tegen elkaar geruild, dan zal dat in principe in zwarts voordeel zijn omdat hij dan een gedekte vrijpion op c5 overhoudt. In de praktijk blijkt dat zwart veelal comfortabel spel krijgt.
Voor zwart
Acties met .. b7-b5 zijn vrijwel onmogelijk geworden, de zwakte van veld b6 kan voelbaar worden. Met Ta1-a3-b3-b6 kan wit zelfs de zwakke pionnen op b7 en d6 onder schot nemen.
Er is wel een aspect waar zwart rekening mee moet houden. Als het inderdaad zover komt dat hij .. b6-b5 heeft doorgezet, dan moet hij zich realiseren dat wit met Pc4-a5 binnen kan komen op het sterke veld c6. Het inschatten hiervan (of het wel of niet lastig is als daar een paard verschijnt) blijkt niet gemakkelijk te zijn.
Aan eind van deze paragraaf nog een lastig vraagstuk. Als het zwart is gelukt om .. b7-b5 te spelen, dan blijkt dat nog niet het einde van de wereld te zijn voor wit. Hij kan met Ta1-b1 en b2-b4 op zijn beurt de actie tegemoet treden. Er ontstaat bijvoorbeeld een soort ‘zenuwenblokje’ zoals in dit diagram weergegeven:
Voor wit
Een andere manier voor zwart om zijn damevleugelactie (op de wat langere termijn) voor elkaar te krijgen, zonder dat hij het risico loopt om vastgelegd te worden is door te beginnen met .. b7-b6, gevolgd door .. a7-a6 en dan .. b6-b5. Deze wat trage opbouw wordt vaak voorafgegaan door de paardmanoeuvre
Pb8-a6-c7, waar het paard deze actie ondersteunt. Omdat wit vaak een mooi paard op c4 heeft, vinden we in veel partijen dat zwart zich zelfs eerst met .. Lc8-a6xc4 van het witte paard ontdoet, alvorens hij met zijn pionnenopmars begint.
Voor zwart
Met zijn laatste zet b2-b4 dreigt wit meestal b4xc5 waarna pion b5 gaat hangen. Ook zou hij na een terugslaan van zwart met .. d6xc5 een geweldig sterk pionnencentrum creëren. Zou zwart bijvoorbeeld met een paard op c5 slaan, dan is hij veld d4 kwijt,
waarna wit met Pf3-d4-c6 op het sterke veld c6 kan gaan spelen. Tot slot kan zwart verder gaan met .. c5-c4 waarmee hij een mooie gedekte vrijpion heeft gekregen. In de praktijk blijkt hij daar weinig aan te hebben. Door dan met a4-a5 de damevleugel ‘op slot’ te zetten, kan wit proberen te profiteren van het bezit van veld d4 terwijl hij ook zijn handen vrij heeft gekregen op de koningsvleugel. Aangezien de zwarte meerderheid (te) statisch is geworden, kan wit langzaam al zijn stukken zodanig manoeuvreren dat hij op den duur een poging kan doen met f2-f4 en e4-e5 zijn mobiele meerderheid in beweging te zetten. Zeer ingewikkeld, maar ook allemaal heel interessant!
Illustratieve partijen:
• Kindermann - Danner, Boedapest 1985
Geraadpleegde bronnen:
- Mastering the Modern Benoni and the Benko Gambit van Robert Bellin & Pietro Ponzetto.
- Megadatabase van Chessbase
Oudere afleveringen van deze rubriek, waarbij u de illustratieve partijen interactief kunt naspelen, treft u aan op www. schaaksite.nl onder het kopje “Techniek”.
Reageren? Stuur een e-mail naar hgrooten@xs4all.nl.
(wordt vervolgd)

Haarlemmerdijk 173 1013 KH Amsterdam Tel 020-6241171 Fax 020-6270885 info@schaakengo.nl www.schaakengo.nl
• Boeken, spellen en software op het gebied van Go, Schaken en Bridge
• Vele andere denkspellen waaronder Shogi, Gipf, Set, Katamino
• Legpuzzels en breinbrekers
• Boeken over over mathematische puzzels
• Gezelschapsspellen
Van onderen!
Vroeger was bij schaakproblemen vooral de moeilijkheidsgraad belangrijk, maar in de loop der jaren is men de thematische inhoud steeds belangrijker gaan vinden. Tegenwoordig is het percentage nieuwe composities waarbij het vooral gaat om het verrassingselement van de oplossing dan ook kleiner dan voorheen. Bij het idee waaraan ik vandaag aandacht geef, dringt het element van verrassing zich nadrukkelijk op. De geselecteerde problemen zijn alle vijf uit de ‘oude doos’.
S. Banki
Magyar Sakkvilag 1929
Mat in vier
Bovenstaand probleem (1) toont een eenvoudige maar mooie heldere uitwerking van het idee. Je zou kunnen denken dat de toren al op het ideale veld staat. Maar dat blijkt een misvatting, de oplossing is 1. Te1! Kg4 2. Tg1! en dan na beide koningszetten: 3. Pf2! gxf2 4. g4 mat. De onervaren oplosser zal bij het zien van de diagramstand de matzet niet onmiddellijk raden en wie toch op het idee komt moet dan nog bedenken dat de toren zijn actieve positie moet verlaten om vanaf de eerste rij de pion te ondersteunen. Van onderen dus. Op de laatste zet lijkt het alsof de toren de pion naar voren duwt. Het nut van een toren achter de eigen pion kennen we natuurlijk ook uit de partij, vaak gaat het dan om een pion die al vrij baan heeft. Probleemcomponisten
proberen natuurlijk om op het moment van de torenzet te doen lijken dat de pion in kwestie geen grote toekomst heeft.
leonid I. KubbelSt. Petersburg Herald 1906
Ook bij (3) een grote naam boven het diagram en hier zorgt het extra hout vlak voor de thematische pion op f2 eveneens voor een extra verrassingselement. Mede daardoor lijkt de f-lijn voor de toren de minst kansrijke en bovendien te ver bij de zwarte koning vandaan om überhaupt een rol te spelen. Allemaal schijn, zo blijkt na 1. Tf1! Kd4 2. Dd3+! Ke5 3. f4 mat. Na andere zwarte zetten doet wit 2. Tb1(+)!. Een klassieker.
Theodor Siers Tidskrift for Schack 1951
Mat in vier
Ook (2) vind ik een sterk voorbeeld van een probleem waarin dat is gelukt. De stelling is heel simpel en in het zwarte spel kan niet veel finesse worden verwacht. Toch heeft de oplosser het waarschijnlijk niet gemakkelijk en dat komt onder meer omdat het meestal niet veel zin heeft een toren onder een geïsoleerde dubbelpion te zetten. Echter, dat moet nu wel, na 1. Te1! (dreigt 2. f4!) en het gedwongen 1. .. e5 wordt het doel alleen met de ‘afzichtelijke’ 2. Tf1!! bereikt. Na 2. .. e4 3. fxe4+ Ke5 4. f4 mat is, met de perfecte ondersteuning vanaf f1, de dubbelpion ineens een krachtig paar geworden.
Johann Berger Frankfurter Zeitung 1887
Mat in drie
De oplosser van (4) die weet dat deze driezet door Siers gemaakt is en weet dat die naam voor eeuwig aan de Rössel (thematiek met batterijen waarin een paard het afvuurstuk is) verbonden is, heeft dankzij die kennis in dit geval een handicap. Het ‘Rösselen’ brengt wit in dit probleem namelijk niets en het moet zelfs helemaal de andere kant op: in de hoofdvariant worden beide gereedstaande batterijen door wit zelf ontmanteld: 1. Tf1!! lxf3 2. lg1! De staartstukken van twee batterijen onder een eigen pion zetten is meestal niet verstandig maar blijkt hier goed. De fraaie pointe is dat na 2. .. lxe2 3. f4! mat zowel d4 als f4 gedekt is. Op 1. .. Lh5 komt 2. Lg4! en die kan ook na 1. .. Lh3. De zetten omdraaien gaat niet, op 1. Lg1? komt 1. .. Lxf5!.
De getoonde problemen zijn van het soort die begrijpelijkerwijs regelmatig voor oploswedstrijden worden geselecteerd. Kennis en ervaring kunnen zich dan uitbetalen, een kenmerk bij dit thema is natuurlijk een witte pion op de tweede rij.
J.G. campbell
Londens toernooi 1862
Mat in drie
Toen ik (5) enkele jaren geleden op een wedstrijd voorgeschoteld kreeg, kon ik snel raden dat het in dit probleem waarschijnlijk van de fraaie 1. Tc1! moet komen. Pion c2 lijkt geen grote troef, maar zou met wat steun van onderen straks wel eens iets leuks kunnen doen. Dat ik vervolgens koos voor 1. .. Pa-~ 2. Pc7+? en 1. .. Pe4 2. Dd3? (gevolgd door 2. .. cxd3? 3.c4 mat leek me, maar zo hoeft zwart het niet te doen) was minder scherp. Het klopt dat zwart ondanks het gegeven vluchtveld op e4 in zetdwang is, maar de juiste voortzettingen zijn 1. .. Pe4 2. Db3! (want 2. .. cxb3 3. c4 mat! De heerlijke matzet met het bekende idee: van onderen krijgt de pion van de toren een ‘duwtje’ naar het matveld), 1. .. Pa-~ 2. Dg2+! en 1. .. le5 2. Td1+! . Prachtige sleutel en daarna drie interessante varianten. Goede kwaliteit mag bijna 150 jaar na publicatie nog steeds getoond.
Vervolg van blz. 22
De lezer aan zet
15. .. Pd5 Zwart verovert het loperpaar. 15. .. b6 (3 punten) lijkt ook sterk, omdat zwart wint na 16. 0–0 (maar wit heeft nog 16. Dd2, na 16. .. Lxd4 17. Dxd4 Pd3+ 18. Kf1 La6 19. Kg1 Dxd4 20. Lxd4 staat het vrijwel gelijk.) 16. .. La6 17. Te1 Pd3. 15. .. Lxd4 16. Dxd4 Dxd4 17. Lxd4 levert zwart niets op.
16. lxd5 Sterker was het opgeven van de andere loper: 16. 0–0 Pxe3 17. fxe3 Db6 en nu 18. Df3! (18. Kh1 Ld7) 18. .. Lxd4 (18. .. Kh8 19. Tad1 Ld7 20. Dd5) 19. exd4 Dxd4+ 20. Kh1 Lf5 21. Dxb7 met gelijkspel.
17. .. b6 Zwart staat beter omdat hij het loperpaar heeft veroverd. De zet van Van Kampen is logisch, hij plaatst de loper op de lange diagonaal. Zwart staat ook wat beter na 17. .. f5 en 17. .. Te8. Beide 2 punten. Niet 17. .. Td8 18. Pb5!.
19. .. Tfd8 U krijgt evenveel punten (3) voor 19. .. Tad8
20. .. Td7 Verhoogt de druk op d4 door te verdubbelen. Andere goede zetten zijn 20. .. Tac8 en 20. .. De5. Ook 3 punten.
21. .. Tad8 Evenveel punten (2) krijgt u voor 21. .. Te8 en 21. .. Da5.
22. .. Dc5 Ook na andere zetten komt de witte dame in de problemen: 22. .. a5, 22. .. lf8 en 22. .. De5 23. Tad1 Lf8. In alle gevallen 2 punten
23. b4 Meer kansen op remise biedt het onaantrekkelijke eindspel na 23. Dxc5 bxc5 24. Pb3 Txd2 25. Pxd2.
23. .. De7 Ook goed was 23. .. De5 (3 punten)
24. .. a5 Ook 24. .. lf8 neemt pion b4 op de korrel. 24. .. le5 is ook sterk, om vervolgens met .. Dh4 ineens langs te komen op de koningsvleugel. Beide zetten
4 punten
25. .. lf8 Houdt de druk vast. 25. .. Txd2 (1 punt) 26. Txd2 Txd2 27. Lxd2 De2 28. De3 Dd1+ 29. Pe1 is beter voor zwart, maar niet gewonnen. 25. .. axb4 26. Dxb4 Dxb4 27. Pxb4 Txd2 28. Txd2 Txd2 29. Lxd2 maakt het wit makkelijker.
26. Dc1 Juist was 26. Txd7 Txd7 27. Txd7 Dxd7 28. Dc3.
26. .. Txd2 Sterker dan 26. .. axb4 (1 punt) 27. Lxb6 Txd2 28. Txd2 Tb8 waarna zwart nog wel echt beter staat.
27. Txd2 Niet 27. Lxd2 De2 en zwart wint.
27. .. Tc8 Deze penning bezorgt wit grote problemen. Geen punten voor 27. .. axb4.
28. lxb6 28. De1 axb4 wint een pion. 29. Lxb6? Txc2! 30. Dxe7 Tc1+ 31. Kh2 Lxe7 32. Td7 Kf8 33. Txb7 Ld6+ 34. g3 Tc2+ 35. Kg1 Txa2 en zwart wint het eindspel.
29. bxa5 29. Dd1 Lxd2 30.Dxd2 en nu wint zwart na het nauwkeurige 30. .. De6! 31. Ld4 (31. bxa5 Dxa2 32. Dd7 Dxc2 33. Dxb7 Dd1+ 34. Kh2 Dd6+ 35. Kh1 Tc1+ 36. Lg1 Dc5 37. Db8+ Kg7 38. Dh2 Dxa5 –+) 31. .. Dxa2 32. Dg5 Dxc2 33. De5 Kf8.
Let op: Om tot de juiste prestatierating te komen voor deze aflevering van De Lezer aan Zet, moet u uw aantal behaalde punten met 2 vermenigvuldigen voordat u in de tabel kijkt.
combineren
Diagram 1
Sadallah - Sekandar 1. .. lxf3+!, 0-1
Diagram 2
Willemze - Grant 1. Ph6+!, 1-0. Immers 1. .. gxh6 2. Lxh6 met ondenkbaar mat op f8.
Diagram 3
Ernst - Lorscheid
1. Pxb7+!, 1-0 Het gewonnen toreneindspel na 1. .. Txb7 2. Tcxc6+ Txc6 3. Txb7 is Sipke wel toevertrouwd.
Diagram 4
Meurs - Knol
1. Txb8! Dxb8 2. Td7+ Kc8 2. .. Ke8 3. Txd6+ en wint. 3. Pe7 mat.
Diagram 5
Popilski - Vedder
1. Tf8+! Kg6 2. le8+ Kf5 3. T8xf6+ 3. Df3 is één zet eerder mat. 3. .. gxf6 4. Df3+ Kg5 5. Dxf6 mat.
Diagram 6
Van Weersel - Klapwijk
1. Th6! gxh6 2. Dc3+ Dd4 3. Dxd4 mat.
Diagram 7
Van Foreest - Van der Veen
1. Pg5!, 1-0. In alle varianten blijft bij zwart iets op de f-lijn hangen.
Diagram 8
Klein - Duijker
1. Pxb7! Kxb7 2. lc6+ Kb8 3. Db5 Pe7 4. Da6, 1-0.
Recht toe recht aan
In de partij Ankit Majhi - Veron Roesink (NK-D jeugd 2011) volgde 1. e5 dxe5 2. Pe6+ lxe6 3. Txd8 Txd8 4. Dxe5 en wit won. (Piet Peelen)
20. Pa7! en wit wint een kwaliteit. 20. .. Da8 21. Pc6 a5 22. Pxb4 axb4 23. a5 Da6 24. lb2 en zwart verloor kansloos. (1–0)
Anne Haast – Roberta Messina
Anne Haast begon sterk aan het EK-Landenteams met overwinningen tegen Turkije en Duitsland. Later viel ze terug door een paar onnodige nederlagen. Toch een verdienstelijk debuut in het nationale team. Opvallend was natuurlijk dat remise niet in haar boek voorkomt. Hoe wint Anne hier in de aanval?
30-40 1900-2000
20-30 1800-1900
0-20 <1800
25. lh3! Tc7 26. le6+ Kh7 27. Tg1! Pd7 28. Dd3 Pf8 29. Txg6! Pxe6 Ook na 29. .. Pxg6 30. Tg1 Kh8 31. Dxg6 gaat zwart mat. 30. Th6+ Opgegeven, het is mat in 4. (1–0)
Eindstand:
1. Rusland 17 25½
2. Polen 14 23
3. Georgië 14 22½
13. Nederland 9 18
Nederland (captain Jeroen Bosch)
1. Zhaoqin Peng 4½ uit 8; 2. Lisa Schut 2½ uit 5; 3. Tea Lanchava 4½ uit 8; 4. Marlies Bensdorp 2½ uit 7; 5. Anne Haast 4 uit 8.
Schakend
Nederland vijf-
tig jaar geleden
Het organiseren van internationale toernooien was ook in het begin van de jaren zestig geen alledaagse gelegenheid. Des te opmerkelijker dat aan het eind van 1961 in Nederland twee goed bezette wedstrijden werden gehouden.
De klapper was het Peter Stuyvesant Toernooi in Zevenaar. De organisatoren hadden met steun van de sigarettenfabrikant maar liefst zestien spelers naar het oosten van het land gelokt, onder wie vijf grootmeesters en negen meesters. De betekenis van een toernooi met een dergelijke omvang en bezetting moet niet worden onderschat. Spelers konden direct een meester- of grootmeestertitel behalen. De twee titelloze Nederlandse deelnemers slaagden daar in. Van Kick Langeweg was dat geen verrassing. Hij had al een serie goede resultaten op zijn naam staan. Opmerkelijk was wel dat ook oudgediende Frans Henneberke de meestertitel veroverde. Rond 1950 was Henneberke een nationale subtopper, maar door vertrek naar Indonesië kwam het schaken op een laag pitje te staan. Terug in Nederland speelde hij vooral competitiepartijen. En nu opeens de meestertitel in zijn eerste echt grote toernooi.
Het PAM-toernooi in Utrecht, een maandje later, was te danken aan een jubileum. Hetzelfde jubileum waarover u in het oktobernummer van dit jaar kon lezen. Alleen vierde Schaakclub Utrecht onlangs het 125jarig bestaan en in 1961 de 75ste verjaardag. In Utrecht was het een tienkamp, waarin Langeweg opnieuw een meesterresultaat scoorde. Topspeler Donner viel wat tegen na de goede resultaten die hij iets eerder in Bled en Boedapest had behaald.
Het toernooi in Zevenaar werd gewonnen door Matanovic, het toernooi in Utrecht door O’Kelly.
Een kleinigheid nog uit de bondsraad tot slot. Voorzitter Van Steenis maakt bekend dat het KNSB-bestuur een bondsbureau wil instellen. (MbdW)
Zoek de schaaktermen
Deze schaakwoordenzoeker bevat een groot aantal schaaktermen. Alle schaaktermen tellen mee, afkortingen echter niet. U kunt in alle richtingen zoeken: van rechts naar links, van links naar rechts, van boven naar beneden en van beneden naar boven en diagonaal in alle richtingen. Bij samengestelde woorden als schaakmeester, kunt u zowel het woord meester als het woord schaakmeester noemen. Meervoudsvormen en enkelvoudsvormen van hetzelfde woord tellen als één woord.
Zoek de schaaktermen en stuur deze voor 15 januari 2012 naar de redactie van
Schaakmagazine, schaakmagazine@ schaakbond.nl. Voor de beste drie inzenders ligt een exemplaar klaar van de biografie van Paul van der Sterren: Zwart op wit. Verslag van een schakersleven. (496 bladzijden).
Alleen oplossingen waarin de schaaktermen in volgorde van de woordlengte zijn geplaatst komen voor een prijs in aanmerking.
Deze schaakwoordenzoeker werd gemaakt door Klaas Silver.




401 DGT 2010 nieuwe versie
501 Oprolbaar demonstratiebord


Bestelformulier
Art. Omschrijving Prijs p/st. Aantal
Schaakklokken
401 DGT 2010 nieuwe versie
401-l DGT 2010 met logo van Het Paard
402 BHB toernooiklok, kunststof, zeer sterk 37,20
404 Garde klassieke houten analoge klok 47,50
406 Digitale Garde klok 75,00
407 DGT 960 vouwbaar Zakschaakklokje met 960 beginstellingen 29,50
De klokken worden, voor zover van toepassing, zonder batterijen geleverd. Op alle klokken geven wij 12 maanden garantie. Korting mogelijk bij bestellingen van 8 of meer klokken. (Tel. 020-6241171)
Spelmaterialen
502 Plastic vouwbord, veldgr. 5,5 cm. Sterke kwaliteit 7,50
502-A Plastic vouwbord, veldgr. 5,5 cm. Standaard kwaliteit 5,75
503 Houten schaakbord, veldgr. 5 cm
Met of zonder coördinaten 32,50
504 Plastic wedstrijdstukken, maat 5 enkel verzwaard in plastic zakjes 4,50
505 Plastic wedstrijdstukken, maat 5 dubbel verzwaard in plastic zakjes 9,50
506 Stevig kartonnen doosje voor art 503 en 504 4,00
509 Houten stukken, maat 4 bruin/blank gebeitst, Verzwaard in luxe cassette op=op 42,50
540 Palissander houten stukken, maat 4 Verzwaard met vilt in blank houten kistje 29,50
542 Palissander schaakcassette magnetisch. Koningshoogte 3.2 cm, veldgrootte 2 cm 29,50
551 Magnetisch zakschaakspel 5,75 558 Zwart blanke stukken, maat 4 Verzwaard, in blank beuken kistje 29,50
Bij bestelling van 8 sets schaakstukken en/of borden krijgt u 10% korting. Het assortiment schaakstukken en borden in onze winkel is veel uitgebreider dan hier vermeld. Alle bovengenoemde stukken en borden zijn ook in andere maten leverbaar. (Tel. 020-6241171)
501 Oprolbaar demonstratiebord. Veldgrootte 7,5 cm grijs/groen. Insteekstukken rood/wit. Inclusief canvas opbergtas 27,50 517 Check! Vrolijk schaak kaartspelletje voor beginnende schakertjes ( niveau stap 1 tot 2 ) geënt op de methode van Wijgerden. 12,50 518 Raindropchess, maakt schaken nog spannender! Raindropchess stukken, bord + kaartset Gewoon schaakspel niet inbegrepen. 23,95 519 Raindropchess set kaartjes. 11,95
520 Raindrop Chess Gezelschapsspel 34,95 530 Demonstratiebord dubbel klapbaar Geel/zwart met rood/witte stukken Magnetisch, veldgroote 10 cm 84,00
510 Tuinschaakspel, kunststof Koningshoogte 64 cm 349,00
cD’s
708
DGT Chesstrainer met spelregels 45 lessen met 1500 oefeningen schaakspelend programma: Fritz goes 960 9,95
709 Tasc chess CD Cor van Wijgerden’s schaakmethode + het spelend programma Chessica op 1 CD 15,00
710 Schaak?mat!, een cool avontuur met schaakmaatje Fritz. Schaak leer CD voor jonge kinderen. 29,50
711 Geschaakt. Vervolg op Schaak?mat! Beter leren schaken voor grootmeesters in spe 14,95
712 Fritz 12. Zeer sterk spelend schaakprogramma 47,50
714 Rybka 4, zeer sterk spelend programma 47,50
715 Nieuw: Chesstutor stap 1. CD gebaseerd op de stappenmethode. 19,50
716 Chesstutor Stap 2. CD gebaseerd op de stappenmethode. 19,95

Art. Omschrijving Prijs p/st. Aantal Wedstrijdformulieren en reglementen
621 KNSB Notatieformulieren Dubbel
100 vel met doordruk 13,50
630 KNSB Notatieformulieren enkel
100 vel. Geen doordruk 7,50
972 Fide regels voor het schaakspel Vert. 2005 4,50
Alle overige reglementen kunt telefonisch bestellen tijdens winkeluren: 020-6241171 of downloaden op www.schaakbond.nl
Boeken
635 75 jaar Oom Jan leert zijn neefje schaken Jubileumeditie. Albert Loon en dr. M. Euwe 9, 95
645 De wereld van de schaakopening 1 1.d2-d4. Auteur: Paul van der Sterren 19, 95
647 De wereld van de schaakopening 3 E2-E4. Auteur: Paul van der Sterren 24, 95
650 De Kracht van het paard.
Schaaktechniek. Auteur: Jan Timman 16,95
651 De macht van het loperpaar. Schaaktechniek. Auteur: Jan Timman 16,95
652 Matten 9, schaaktijdschift 12,95
653 Schaken voor huisvrouwen. Memoires van een grootmeester in ruste Auteur: Karel v.d. Weide 14,95
654 Bobby Fischer voor beginners. Het wonderlijke leven van Bobby Fischer
Auteur: Renzo Verwer 11,95
655 Schaken: geschiedenis, spelregels, strategie en tactiek. 256 blz. Auteur: John Saunders 24,95
656 Mijn Schaken. Mooie, licht weemoedige schets van de schaakwereld. Auteur: Hans Ree. 22,90
657 De Pion, De pion staat centraal in opening, midden- en eindspel. Auteurs: Hans Böhm en Yochanan Afek 17,95
leermethode van Wijgerden/Brunia
Zowel geschikt voor clubs en scholen als voor zelfstudie. Deze methode bestaat uit een aantal werkboeken voor de leerling en per stap een begeleidend instructie boek voor de leraar.
Werkboeken
Bestellingen van 10 of meer werkboeken worden gratis verzonden. Bij bestellingen van in totaal 50 of meer werkboeken krijgt U 10% korting.
Handleidingen
Fritz 13 Let’s Check

Kom op mensen, meedoen! „Let’s Check“ is de nieuwste technische revolutie in Fritz 13, die de schaakwereld de komende jaren zal beïnvloeden en fundamenteel gaat veranderen. Met deze gehele nieuwe mogelijkheid kunnen alle gebruikers van Fritz 13 gezamenlijk een gigantische database aan schaakkennis opbouwen. Het maakt niet uit welke stelling u analyseert, Fritz 13 stuurt de evaluatie van uw engine indien gewenst geheel automatisch naar de „Let’s Check“- Server. De beste analyses worden in de kennisdatabase opgenomen. Uw voordeel: al na korte tijd vindt u in de database, zonder dat het nodig is zelf te moeten analyseren, van bijna elke stelling meteen een hoogwaardige analyse van een sterk schaakprogramma. Vaak vindt u zelfs meerdere analyses van verschillende schaakprogramma’s die u met elkaar kunt vergelijken. Bij live analyses op de playchess server volgen honderden computers parallel de toppartijen en de resultaten van de analyses worden meteen in de „Let’s check“ database verwerkt. Ook voor diepgravende openingsanalyses zal de „Let’s check“ database een onmisbaar stuk gereedschap worden.
Verover eigen stellingen. Het maakt niet uit of u een amateur, clubspeler of grootmeester bent:


met „Let’s check“ werkt elke schaker mee aan de samenstelling van de kennisdatabase. Bijzonder aantrekkelijk hierbij: wie een nog niet ontdekte stelling door zijn programma laat analyseren, verovert deze stelling in een handomdraai en verbindt de analyse van deze stelling voor de rest van de schaakwereld met zijn eigen naam. Wie heeft de meeste stellingen veroverd? U kunt stellingen van andere spelers nog dieper analyseren en daardoor nog meer stellingen veroveren en stijgen op de erelijst van „Let’s check“.
U heeft de gehele openingstheorie achter de hand. Ook wie geen expert op het gebied van openingen is, kan bij „Let’s check“ voor een dubbeltje op de eerste rij zitten. Fritz 13 levert namelijk de komplete openingstheorie als beslisboom meteen mee. Het „Liveboek“ toont voor elke stelling niet alleen de alle statistische gegevens die gebaseerd zijn op de wekelijks aktuele ChessBase online database (meer dan 5 miljoen partijen) maar ook of en hoe vaak een bepaalde voortzetting in de „Let’s check“ database is opgeroepen en bijzonder aktueel is. *

NIEUW IN FRITz 13:
Verbeterd databasemanagement met direkte keuzemogelijkheid, verfijnde interface in Windows Office 2010 standaard, nieuwe sterke Fritz 13 schaakengine.
Alles inclusief:
Database met 1,5 miljoen Partijen, 10 uur Fritztrainer videos met Garry Kasparov, Vishy Anand e.a., 6 maanden premium lidmaatschap op playchess.com.
FRITz 13
Inkl. Database met 1,5 miljoen partijen 49,90
Systeemvereisten: Minimum:
Pentium III 1 GHz, 1 GB RAM, Windows Vista, XP (Service Pack 3), DirectX9 grafische kaart met 256 MB RAM, DVD-ROM drive, Windows-Media Player 9 en internettoegang om het programma te activeren, playchess.com, Let’s Check en updates.
* Toegang op de „Let’s Check“-database tot 31.12.2014