
4 minute read
"Ik heb het voorzitterschap met genoegen gedaan"
Er was opmerkelijk veel verongelijktheid vanuit de spelers, er was altijd wel wat. Het laatste voorbeeld. Loek van Wely beklaagt zich er publiekelijk over dat hij vorig jaar bij de Olympiade aan het derde bord moest spelen. Daar zouden bestuursleden van de KNSB achter zitten. Een soort samenzwering. Zoiets wijst op een gebrek aan bestuurlijk inzicht. Bestuursleden houden zich niet op met de bordvolgorde. Dat is de verantwoordelijkheid van de teamcaptain.
Wat beschouw je als je belangrijkste resultaten?
Advertisement
"Toen ik aantrad was net besloten de halve finales af te schaffen. Ik ben blij dat ik dat heb kunnen terugdraaien. De verenigingen en de regionale bonden hebben het top- schaak niet in het hart gesloten. Ze hebben wel iets anders aan hun hoofd. Het is belangrijk dat de droom kon blijven bestaan dat je als regionale kampioen tot het Nederlands Kampioenschap kunt doordringen. We hebben toen gekozen voor de knock-outformule. In het begin, uiteraard, een storm van kritiek maar het is een succes geworden.
Ook met de upgrading van het vrouwenschaak ben ik ingenomen. Indertijd was dat een treurig toernooi in een perifere sporthal. Na een tussenfase bij het Holland Casino zijn de kampioenschappen samengevoegd tot één toernooi. Dat is een goede greep geweest. Dan was er de kwestie van de startgelden bij het N.K. Toen ik begon ging 70% van het geld naar drie topspelers. Bij een N.K. dient echter de individuele prestatie beloond te worden. Dat vind ik democratisch. De startgelden zijn afgeschaft en in het prijzenfonds gevloeid. Ik hoor er de laatste jaren niet zoveel meer over. Ik geloof dat de redelijkheid ervan wel wordt ingezien. Ik heb laatst eens uitgerekend dat ik voor het NK al met al toch wel een miljoen bij elkaar heb geharkt. Het gaf een diepe tevredenheid als je het financieel weer rond had. Het Nederlands Kampioenschap was in al die jaren een zeer behoorlijk gedoteerd toernooi."
Van der Wiel heeft in Schaaknieuws ook heel wat geklaagd. "Ik heb me wel eens afgevraagd waar hij mee bezig was. De prijzen in het NK waren goed en op de Olympiade betaalden we boven het gemiddelde. Dus wat is er mis? Er zijn vrijwel geen Nederlandse schakers die een eigen substantiële sponsor hebben kunnen vinden. Kennelijk te weinig marktwaarde. En de KNSB maar verwijten dat die te weinig voor hen weet binnen te halen. Dat spoort niet."
Was het moeilijk om sponsoren te krijgen?
"Voor de kleine sponsors valt de publiciteit altijd tegen. Dan weet je van tevoren dat je het volgende jaar opnieuw kunt beginnen. Daarom ben ik ontzettend blij dat het me op de valreep is gelukt dat Jan Schinkelshoek toetrad tot het bestuur. Een aimabel mens, een schaakliefhebber pur sang, een man met een geweldige ervaring en een imponerend netwerk. Hij is op sponsorgebied door de wol geverfd, hij had ondermeer de RABO wielerploeg in zijn portefeuil- le. Om zo iemand te laten functioneren, moet je op het bureau echter wel de expertise hebben, een bestuurslid kan niet alles zelf doen. Je moet een databank hebben van mensen die van schaken houden, die invloed hebben en die over het geld gaan."
Is schaken wel een goed product om te sponsoren veel meer uitvoerend werk aan vast dan ik had voorzien. Het was een geluk dat ik dat wel leuk vond. Ik heb er geen spijt van gehad."
"Ik heb met vele tientallen bedrijven gesproken, dat is een moeizame zaak. Ik ben blij dat er een rapid- en snelschaakcompetitie gaan komen. Rapid en blitz, die kant gaat het op. Dat is beter te vermarkten."
Je kwam als buitenstaander de schaakwereld binnen. Was dat een voordeel?
"Het voordeel was dat ik niet behoorde tot het schaakestablishment en het daarbij horende conformisme. Het schaken is een gesloten wereld. En wat opmerkelijk is: er is weinig afstand tussen de schaakjournalistiek en de topspelers. Het kritische element naar de topspelers ontbreekt en dat is niet goed voor het schaken. Samen hengsten tegen de KNSB. Met alleen maar verliezers als einduitkomst."
Hebben we in Nederland wel een topschaakklimaat?
"Dat hebben we niet. Het zou mooi zijn als Stellwagen de wereldtitel bij de jeugd wint. We hebben grote behoefte aan een blikvanger. Timman had naast het schaken ook een mening over andere onderwerpen en maatschappelijke en literaire betrokkenheid. Dat kenmerkt de topper, dan ben je interessant voor de media. Anders is het te smal voor de pers. Bij professionaliteit hoort dat je meer bent dan alleen de sport zelf. Wat dat betreft hoop ik op de jongere generatie. Je moet in de media in goed Nederlands je zaken beeldend over het voetlicht kunnen brengen. Dat is er dus vaak niet, de exposure van het schaken houdt niet over."
Is dat uitvoerende werk niet een drempel bij het vinden van bestuursleden?
"Zeker. We hebben een bondsbureau dat niet veel kleiner kan. Ideaal is een bestuur als een soort raad van commissarissen en een bureau dat bij machte is veel te doen. Daar wringt het. Door het dalende ledental is er geen uitzicht op verandering. En ik zie ook niet welke activiteit je zou moeten afstoten."
Stel dat je eerder als voorzitter was gevraagd.
"Ik vond het topschaak wel leuk, maar ik heb het half jaar voorzitterschap met genoegen gedaan. Dat is natuurlijk ook mijn beroep geweest. Een belangrijke taak was de verhoudingen herstellen. Het voorzitterschap was gemakkelijker dan het topschaak. Ik wil ook nog nadrukkelijk zeggen dat ik de laatste maanden erg prettig met de directeur Mark van der Werf heb samengewerkt."
Waarom lukt het niet om een nieuwe voorzitter te krijgen? Is er iets mis met het schaken?
Had je een idee waar je aan begon? Lacht. "Nee, ja, na die gesprekken wel. Er zat
"Er is structureel niets mis. Ik zie het meer als incidenten. Wel vraag ik me af waarom de schakers bij het zoeken steeds op grote namen kicken. Die mensen hebben geen tijd, je moet een heel ander soort voorzitter hebben. De voorzitter moet iemand zijn met bestuurlijke intuïtie en hij moet niet te beroerd zijn zelf op de werkvloer te staan. Hij moet zich bestuurlijk bewezen hebben, bij voorkeur in het openbaar bestuur of bij een non-profit organisatie. Een schaakbond met zijn onmisbare legertje vrijwilligers kan niet worden gerund als een onderneming. Het moet iemand zijn die het leuk vindt om dingen te doen. Je moet een flink aantal uren vrij kunnen maken. En je moet gedreven zijn. De mensen die je zoekt kunnen elders ook betaalde functies krijgen."
(Vervolg op pagina 28)
We gaan verder met de achtergronden van het Spaans. We zijn vorige keer opgehouden bij deze diagramstelling.