2 minute read

Weg van de Romeinen

Next Article
Combineren

Combineren

2. Tb8 wel: 2. .. Pg6. Blokkeert helaas veld g6, dus 3. Lg8 mat. Dit noemen we een romein. Wat is er gebeurd. Een probeersel faalt op een goede zwarte parade. Na het voorplan heeft hetzelfde zwarte stuk alleen nog maar een slechte parade, en zwart gaat mat.

Iets anders gaat het in het volgende voorbeeld.

Advertisement

en ik was terstond gewonnen voor de schaakproblematiek.

Probeersels: 1. Pe4 en 1. Pg4 falen op resp. .. Td8 en .. Ta5. Maar na voorplan 1. Tb6 (2. Txc3 Kd5 3. Tc5) zien we die eerste zetten terug: 1. .. Ta5

2. Pe4 Td5 (blokkeert veld d5)

3. Txc3 mat, of 1. .. Tc8 2. Pg4 Tc5 (blokkeert veld c5) 3. Td4 mat. Daar zit lijn in!

J.Möller

Skakbladet 1911

Driezet

Nog een klassieker. Probeersel

1. Dd5 (2. Dd8 mat) faalt op de goede parade 1. .. Lxg5. Na voorplan 1. Dh1 (2. Dh8 mat) moet wel 1. .. Lb2 (want Tc6 moet gedekt blijven) waarna

L.C.Schade van Westrum

De Schaakwereld 1941

Driezet

Dr E.E. Zepler

Die Schwalbe 1937

Driezet

Het probeersel 1. Tb8 (2. Th8 mat) lijkt aardig, maar na 1. .. Pg7 wordt het geen mat in drie. Tussen haakjes, op 1. Tb1 (of Tb3) speelt zwart .. Pg3 en dreigt schaak te geven (of pat na slaan). Het voorplan 1. Tb2 zet wel zoden aan de dijk. Er dreigt 2. Th2+ en zwart moet verdedigen met 1. .. Ph4.

En daarna lukt probeersel

Probeersel 1. Tf3 (2. Txf2 mat), echter 1. .. Lb6! Voorplan 1.Tc3 (2. Tc1 mat). Zwart moet spelen 1. .. Tc7. Nu citeer ik uit het voortreffelijke boekje van Seilberger en Goldschmeding (1948): "zwart sluit tot ons genoegen zijn loper af, maar die loper heeft wel aan de andere kant een gaatje gekregen, wat zijn voor en zijn tegen heeft". Elk voordeel heb z’n nadeel(Cruijff).

Immers nu gaat wel 2. Tf3 Lh4 3. Pxh2 mat. De loper is voor de andere toren gaan staan! Genoemd boekjealleen nog maar antiquarisch te verkrijgen - kreeg ik destijds van mijn schoonvader

2. Dd5 wel lukt: 2. .. Lf6 (ontpent Pe6!) 3. Pxc7 mat. Ik dacht zo dat dit soort thematiek bij de doorsnee schaakspelers wel in de smaak valt. Ik kende zo’n schaker: Bob Romijn. En sinds kort ook zijn zoon Bart Romijn, al even verknocht aan schaken als zijn te vroeg overleden vader. Aan Bart stuurde ik de eerste twee romeinen en schreef er direct ook maar een rubriekje over.

Tegenwoordig is het erg moeilijk om nog wat nieuws in een romein te maken. Het wil wel, maar dan moet je het combineren met een moderner thema.

Bijvoorbeeld cyclisch spel.

Reto List

Schach Echo 1977

Driezet

Volker Zipf

3e prijs Junker jub. toernooi ‘93

Probeersels 1. Lf1 A (2. e3 mat),

1. Lg2 B (2. Pb5 mat) en 1. Te7 C (2. Lc5 mat) falen op resp. 1. .. g4, .. Pc7 en .. Pxe7). Na voorplan 1. g4 (2. Lf1 gevolgd door 3. e3 mat) zien we, jawel, die probeersels terug.

1. .. Dxg7 2. Lf1 (A) Dxe5 3. Lc5 (de dreiging op 2de zet uit C),

1. .. Pf6 2. Te7 (C) Pe4 3. Pb5 (B),

1. .. Pb6 2. Lg2 (B) Ld3 3. e3 (A) Oftewel AC-CB-BA. Zo opgeschreven openbaart zich die wiskundige cyclus. Lao-tse had gelijk: niet zozeer de stukken maken het probleem, als wel de opstelling, de ruimte ertussen, bepaalt het wezen ervan.

Minze bij de Weg

Tijdens de Bondsraad van 9 juni nam Sytze Faber afscheid als bestuurslid van de KNSB. Zijn negen jaren zaten er op. Faber hield zich als bestuurslid voornamelijk bezig met het topschaak. Tussendoor was hij ook even plaatsvervangend voorzitter en vanaf november 2006 was hij echt voorzitter. In die periode bracht hij na de rumoerige zomer van 2006 in hoog tempo de rust terug in de bestuursgelederen. Schaakmagazine keek met Sytze Faber terug op negen boeiende jaren.

Was het een geslaagde missie?

Faber: "Ik heb het met plezier gedaan. Ik ben in 1998 begonnen om met plusminus vijftien topspelers en speelsters een gesprek te hebben. Daar heb ik veel van geleerd. Het werd me duidelijk dat schaken een individuele sport is. Ieder houdt zich bezig met zijn eigen belangen. Als bestuurder heb je een ondankbare rol, ondankbaarder dan ik verwachtte.

This article is from: