
3 minute read
Anna Kool-Troost is gek op series
Wie de woning van Anna Kool-Troost binnengaat, kan het niet ontgaan dat hier iemand woont die iets met kunst heeft. Een paar grote werken van eigen hand sie- ren de muren. Schaakkunst is echter nergens te vinden. Maar dat verandert snel.
"Ik heb net weer een serie van zes stukken gemaakt", zegt ze enthousiast en even later staat de huiskamer vol. Forse doeken zijn het, ruim een meter hoog. Series, Anna Kool is er gek op. Ze heeft nu zes series met schaakstukken gemaakt, een kruiswegstatie van dertien delen en twee negenluiken met schaken als thema. Nee, geeft ze meteen toe, niet zo geschikt voor de huiskamer. Al zijn de schaakstukken uit de series van zes ook afzonderlijk te koop. "Ik heb één negenluik verkocht. Meestal verkoop ik aan bedrijven. Ik heb nu eenmaal maar weinig klein werk."
Advertisement
Grote lijnen
Uitstraling en kracht zijn termen die bij het werk van Anna Kool passen. "Als je wat te zeggen hebt moet je dat stevig doen. Het vuur dat erin zit moet báng op het doek komen. Er moet ruimte in mijn werk zitten, ik experimenteer graag. Daarom plak ik soms iets op mijn schilderijen zodat het driedimensionaal wordt. Je moet naar binnen kunnen stappen, er omheen kunnen lopen. Ik ben iemand van de grote lijnen, geen precies werker. Door die werkwijze herken je het werk van mij wel direct." Om die kracht en snelheid te kunnen bereiken werkt ze met acryl en niet met olieverf. "Het voordeel van acryl is dat het snel droogt, bij olieverf moet je een week wachten voor je iets kunt overschilderen, of je moet met nat in nat techniek werken. Ik glaceer mijn doeken wel, soms een paar keer. Ook daarvoor gebruik ik acryl, dat droogt lekker snel. Ik heb niet zoveel geduld. Als je het bij de verwarming zet is het zo droog. Dat glaceren geeft het werk een bepaalde tint. Ook al zie je de kleur van de glaceerlaag zelf niet, het geeft er toch een glans aan. En het geeft de schilderijen van een serie eenheid."
Het schaken kwam min of meer toevallig in haar werk terecht, want een schaker is ze niet echt, daar laat ze geen twijfel over bestaan. "Ik kan schaken, maar dat stelt niets voor. Ik schaakte vroeger tussen de middag met mijn dochter. Zij won. Mijn jongste twee kinderen hebben altijd geschaakt en daarbij hadden ze vreselijke lol. Het schaken was voor hen een bron van vermaak. Daarom associeer ik schaken met gezelligheid, met plezier.
Ik woon hier vlakbij het strand. Jaren geleden liep ik daar tegen een raar stuk hout op. Net een toren dacht ik. Ik heb dat stuk hout gebruikt, daaruit is mijn eerste serie schaakstukken voortgekomen."
Verborgen regels
Kunst bekijken is vaak speuren naar wat je niet onmiddellijk ziet. Dat geldt ook voor het werk van Anna Kool. Wie goed kijkt ziet op de recente serie schaakstukken rode lijnen, een soort lianen, die van het ene schilderij op het ander doorlopen. Anna Kool: www.schaakkunst.nl www.annageertruida.blogspot.com/
"De lijnen die ik in de laatste serie heb gebruikt sturen mij. Het ene schilderij moet op het andere aansluiten. Ik stel mij zelf vaak regels. Vaak zet ik eerst een mathematische vorm op het doek, bijvoorbeeld een kruis of vierkanten, waar ik me aan moet houden. Waarom die regels? Om niet te verzanden in vrijblijvendheid. Bij het schaken horen spelregels, bij het werken stel ik die mijzelf ook. Het geeft structuur bij het schilderen. Bij het negenluik bijvoorbeeld heb ik ieder schilderij ook weer in negen vakken verdeeld. Ieder kruispunt van die vakken moest van mijzelf iets bijzonders hebben. Er moet een schouder staan, een hoek van een torentrans of het is bijvoorbeeld een plaats waar de stukken elkaar overlappen. De kijkers zien het vaak niet eens, maar het geeft wel eenheid aan de schilderijen."
"Ik heb leren schilderen op de Vrije Academie in Den Haag. Ook heb ik cursussen gevolgd en toen ik hier in Callantsoog kwam wonen heb ik in Den Helder les gehad van de schilderes Van Keulen. Van haar heb ik veel geleerd, het klikte erg goed tussen ons. Vroeger had ik een baan, maar toen er drie kinderen kwamen zat ik plotseling veel thuis. Mijn man voer en was veel weg. Ik wilde me niet bij het huishouden alleen neerleggen, daarom ben ik vanaf toen in de avonduren veel gaan schilderen. Dat was rond 1980. Maar ik heb tot 1989 gewacht voor ik ben gaan exposeren."
Jouwert H. Turkstra
Ik zie dus ik ben. Maar wat zie ik dan, waar kijk ik naar. Naar de sterrenhemel, naar Orion, maar Sirius vooral.
Of wordt mijn oog getrokken naar de vingers van een celliste, misschien wel naar de celliste zelf. Maar mijn oog laat zich niet dwingen, dus ik kijk naar van alles. Over schaken gesproken, waar moet je naar kijken als je een schaakprobleem wil oplossen. Zijn daar wat handige tips voor op te stellen. Ja, kortom: video, solvo, ergo sum.