
5 minute read
Combineren
Karel van der Weide thematische 9. .. c5 waarna een normale Dame-Indische middenspelstelling is ontstaan, waarin wit op een klein voordeeltje mag rekenen. Hoe zou u reageren op zwarts laatste zet?
De lezer heeft Wit
Advertisement
10. d56exd5
11. cxd52Pc7
12. e42b5
13. Tc17Te8
14. a37a5
15. a410bxa4
16. Pd28La6
17. Dxa43Tb8
18. e510dxe5
19. Lxe52Ld6
20. Lxf69Txe1+
21. Txe11Dxf6
22. Pde44De7
23. Dc610Td8
24. Te310Le5
U gaat als volgt te werk: bedek de zetten en kies steeds uw zet. Op bladzijde 29 vindt u het commentaar en treft u andere zetten aan die ook punten opleveren.
In dit themanummer mogen combinaties van onze eigen vrouwelijke sterren niet ontbreken. De Nederlandse dames boeken geregeld successen. Ereplaatsen bij WK’s en EK’s waren er al voor Zoaqin Peng en Tea Lanchava. Petra Schuurman gaat
25. d64Txd6
26. Pxd6 1Dxd6
27. Dxd6 2Lxd6
28. Pe42
Totaal 100 in haar jacht op de ‘gewone’ IM-titel moedig voorwaarts. De nieuwe generatie weet vast aansluiting te vinden gezien het behalen van de WGM-titel door Bianca Muhren en de WIM-titel door Arlette van Weersel. De oplossingen staan op bladzijde 30.
Je ziet ze niet veel, jonge vrouwen die in schaaktoernooien meespelen. Maar als ze er zijn dan valt het op hoeveel mannen toevallig even een kijkje komen nemen bij juist dat bord. Zouden ze nou echt zoveel belangstelling hebben voor de stelling die op het bord staat. Of speelt er iets anders mee? En hoe ga je als vrouw om met die extra belangstelling? Schaakmagazine vroeg aan Arlette van Weersel, nummer vijf van het laatste Nederlands Kampioenschap, haar ervaringen op papier te zetten.

Als je een toernooi speelt heb je soms te maken met mannen, die duidelijk iets meer willen dan alleen maar een potje schaken. Mannen die achter je aan lopen, de hele tijd met je willen praten, met je op de foto willen, die niet snappen dat je gewoon wilt schaken. Mannen die als je tijdens het analyseren even lacht, meteen denken ze dat het voor hen bedoeld is.
Je merkt het vooral in het buitenland. In Nederland minder, Nederlandse mannen zijn wat dat betreft blijkbaar beter opgevoed. Ze zijn minder direct. Daar komt ook bij ze me in het buitenland niet kennen. Hier ben ik bekender, dat scheelt. Maar ook hier kom je wel overenthousiaste mannen tegen. Dit verschijnsel is niet bepaald een uitzondering, je maakt het in ieder toernooi wel eens mee. Laatst in Cappelle la Grande liep een man rond die alle vrouwen en meisjes screende en van iedereen een foto ging maken. Hij liep van de een naar de ander.
Altijd ouder
Als je twee keer achter elkaar aan hetzelfde toernooi deelneemt en ze denken dat je de vorige keer aandacht aan hen hebt geschonken blijven ze je lastig vallen. Daarom moet je duidelijk zijn en sterk in je schoenen staan, anders blijven ze het proberen. Alle meisjes kennen dit verschijnsel in de schaakwereld, maar het is wel van belang hoe je er zelf mee omgaat. Als je gaat praten denken ze dat je contact wilt. Het beste is bot niets zeggen, dan haken ze af. Je waarschuwt elkaar wel eens als je van iemand last hebt gehad. Let op, hij valt je lastig, maakt foto’s. Maar je hebt er ook samen lol om. Eigenlijk zijn ze ook grappig en kan je er om lachen.
Het zijn niet bepaalde types en ze zijn ook niet van een bepaalde leeftijd, maar ze zijn wel altijd ouder dan je zelf bent. Soms zijn het half bejaarden. Vaak zijn het de wat oudere mensen die je moeilijk duidelijk kunt maken dat je niet op contact gesteld bent. Maar soms gaat het ook om jongens van tweeëntwintig die om meisjes van veertien heen hangen. Nog steeds zijn ze ouder, dat wel.
Geen invloed meer
Het is maar een klein percentage dat het voor je verziekt, maar ze bepalen soms wel het beeld van het toernooi. Bij mij heeft het geen invloed meer op het resultaat. Vroeger wel. Nu weet ik dat je niet met die mannen moet praten. Vroeger was ik ook bang, nu let ik er niet meer zo op. En als ze te ver gaan, als ze handtastelijk worden of obscene taal uitslaan meld ik het bij de organisatie. Dan wordt er meestal wat aan gedaan.
Ik heb trouwens ook een keer het omgekeerde meegemaakt, een jongen die door een meisje in de billen werd geknepen. Vond ie ook niet leuk.
Alles uitleggen
Ik speel op jaarbasis tegen honderden mannen, terwijl die mannen maar af en toe tegen een vrouw spelen. Dus als ik dan later weer eens tegen dezelfde speel herinner ik me hem vaak niet zo precies meer. Zij wel. Ze herinneren zich de hele partij, kunnen je alles nog uitleggen. Meestal ben je te beleefd om te vragen met wie je staat te praten. Soms gaan ze hele gesprekken met je aan en dat probeer ik een beetje af te houden. Voor mij is het een van de velen, voor hen is het heel speciaal.
Mannenwereldje
Schaken is echt een mannenwereldje, dat is wel eens vervelend. Jongens kunnen zich aan elkaar optrekken, wij zijn een select groepje dat het met elkaar moet doen. Met jongens trainen lukt meestal niet. Als ze erg actief zijn als schaker, zijn ze vaak erg sterk en hebben ze er niets aan om met ons te trai- nen. Zijn ze van dezelfde sterkte, dan zijn het jonkies of het zijn niet meer van die actieve schakers. En dus kom je voor je training weer in hetzelfde groepje vrouwen terecht. Ja het is een klein wereldje dat elkaar kent en de onderlinge concurrentie is hevig.
Voordelen
Het heeft ook wel zijn voordeel dat het schaken een mannenwereldje is. Vrouwen zijn vaak heel geniepig, mannen zijn meer rechttoe rechtaan. Dat vind ik wel fijn. Ik heb op school een jaar in een jongensklas gezeten, ik was het enige meisje naast 25 jongens. In die klas werd gewerkt. Het jaar daarop zat ik een meisjesklas, daar werd veel gekletst. En als de een dacht dat een ander even gemeen naar haar had gekeken was er weer ruzie. Ik vind het wel lekker dat je niet uren lang discussies over niets hebt. Bij mannen is de sfeer relaxt. Ja, als we alleen met vrouwen onderling zouden spelen zou het niveau nog slechter zijn. Van de mannen kan je veel leren.

De vriendin van
Ik heb in België in een teamwedstrijd tegen een man met een rating van 2250 een keer het volgende meegemaakt. Ik stond een stuk voor. Op een gegeven moment zei mijn tegenstander: "Nou meisje, ik heb het er even met mijn teamleider over gehad en voor deze keer zal ik dan toch remise aanbieden." Ik won natuurlijk. Pas daarna kwamen ze er achter dat ik Nederlandse was. Als er in België een vrouw in een team meespeelt is het vaak de vriendin van de organisator of een van de spelers, niet iemand die bekend staat als goede speler. Het gebeurt nogal eens dat ze voor de partij aan je vragen: van wie ben je de vriendin? Met als instelling: die ga ik even van het bord vegen. Ja, en als ze dan verliezen worden ze uitgelachen door de teamleden. Toch overheersen voor mij de positieve kanten. Daarom vind ik het superleuk om toernooien in het buitenland te spelen. Maar je moet wel stevig in je schoenen staan om het te maken en je moet je niet door bepaald gedrag laten afschrikken. Qua cultuur zijn wij in Nederland toch wel wat netter tegenover vrouwen.
Voor mij zijn de schaakstukken archetypen van het leven. Bij de opening van de tentoonstelling Schaakkunst hield Jan Terlouw een toespraaken het viel mij op dat hij dezelfde vergelijking trok als ik. De loper is voor mij een sneaky figuur. Daarom heb ik hem afgebeeld als iemand die over zijn schouder kijkt. Hij is het soort persoon dat spelletjes speelt, dat iemand iets influistert. De toren heeft iets beschermends. De koning heeft iets dubbels, het is show, het is een statusfiguur. Het paard springt als enige over anderen heen. Dat heeft iets elitairs, iets hautains. Het is opmerkelijk dat deze archetypen overal en altijd hetzelfde zijn."