
5 minute read
Luc TILLEMAN
hart in het parcours en zijn gemakkelijk te berijden. Ze zijn niet kijkerig. Wie een Toulon-product zadelmak maakt, kan er direct mee over een bidet springen.’ ‘Dieu-Merci heeft als jong paard fenomenaal gesprongen tijdens de SBB-competitie. We hebben voldoende tijd genomen. Als vijfjarige heeft hij het aantal parcoursen gelopen dat nodig was om gekeurd te blijven. We hebben hem pas op zevenjarige leeftijd intensiever in de springsport ingezet. Mijn schoonzoon heeft hem toen veelvuldig gestart in 1m30-1m35-proeven. In 2017 heeft hij op achtjarige leeftijd zijn eerste 1m40-proeven gesprongen. Een jaar later zette Frédéric met Dieu-Merci een knap resultaat neer in de 5* GP in Mechelen. Daarna volgden nog meerdere hoogtepunten, o.a. tijdens de 5* 1m60 GP in Brussel (slechts één foutje), de zege in de 3* GP van Beervelde en de 6e plaats in de 4* GP in Maastricht (dubbel correct). Na zijn optreden in Maastricht werd hij verkocht. Dieu-Merci is van nature uit zeer scherp, intelligent en voorzichtig. Hij heeft veel respect voor het hout. Kijk maar naar zijn recent optreden in La Baule (5*) waar hij onder het zadel van Beth Underhill vier foutloze omlopen liep, o.a. dubbel correct in de landenwedstrijd én dubbel correct in de 5* GP die hij won. Dieu-Merci is een droompaard.’
Een andere spraakmakende SBS-geregistreerde Toulon-zoon uit de topspringsport is Delux van T&L. Luc vertelt: ‘Dat is een mooi verhaal. Een schoolkameraad van mij, Luc Van De Vijver, had Ulricke van ‘t Paradijs, een Landetto-dochter uit de bekende merrie Nikita van ’t Spieveld. Ik stelde voor om er enkele keren samen mee te fokken. Zo geschiedde. Tijdens het eerste jaar (in 2008) schonk Ulricke het leven aan een merrieveulen van Toulon (genaamd Ignis van ’t Lindenhof), het jaar nadien aan Delux van T&L, een volle broer van Ignis. Luc hield Ignis verder, ik Delux.’
Advertisement
‘Delux was als tweejarige veel hengst. Ik ga uit van het principe ‘beter een goede sportruin dan een te hete hengst’, vandaar mijn beslissing om Delux toen te laten castreren. We hebben Delux opgeleid en in de sport uitgebracht, alvorens hem in 2015 te verkopen aan Global One Horses. Joel Kurmann heeft er toen gedurende enkele jaren mee gereden. In 2018 is Delux bij Niels Bruynseels terechtgekomen. Dat is een succesverhaal.’ Het palmares van Niels en Delux is rijkelijk gevuld met glansprestaties, o.a. zeges in de Masters in Mechelen, de 5* GP van Doha en Bazel, 5e in de wereldbekerfinale in Göteborg, 4e in de 5* GP in St.-Tropez en brons tijdens de finale van de landenwedstrijd in Barcelona.
Aan welke criteria moet de ideale hengst voldoen? ‘We streven ernaar om moderne sporthengsten ter beschikking te stellen. We letten daarbij niet alleen op de natuurlijke springaanleg en -talenten, maar ook en vooral op het fundament, correct beenwerk en dergelijke. Het plaatje moet compleet zijn. We kijken eerst naar het paard, pas daarna naar het stamboekpapier. Ik heb ook graag dat de hengsten een dosis bloed hebben. Daarmee bedoel ik dat ze lichtvoetig, gemakkelijk, temperamentvol bewegen. Tegelijkertijd besef ik dat precies daardoor het hele opleidingstraject iets meer tijd zal vragen. Een bloedhengst met een correct fundament is in mijn beleving het ideaalbeeld van een dekhengst. Men kan niet actief op zoek gaan naar de ideale hengst. Ik vertrek tijdens het scouten van jonge hengsten nooit met het idee ‘nu ga ik er één kopen’. Dat werkt niet. Er moet een ‘coup de foudre’ zijn.’
Luc relativeert: ‘Heel zelden maken we eens een foute keuze.’ Al lachend: ‘Niet elk schot is een haas, dat is in de wereld van de jagers ook zo.’
Wie bekleedt welke functie in het familiebedrijf T&L?
‘Kaat en Louis behartigen alles wat rond de hengstenhouderij draait. Onze dochter Delphine, die gehuwd is met de ruiter Frédéric Vernaet, doet ook fantastische zaken in ons bedrijf. Frédéric leidt de jonge paarden op, brengt de wedstrijdpaarden uit en maakt de planning van onze ruiters. Hij doet dat perfect en is een sterke pion in ons familiebedrijf. We zijn ons stilaan aan het voorbereiden om de fakkel door te geven. Ik word er dit jaar 59. Het is niet de bedoeling dat Delphine en Frédéric moeten wachten tot hun 45e verjaardag om het bedrijf over te nemen.’
Luc heeft een duidelijke filosofie: ‘Door voldoende tijd te nemen, consequent te zijn en goed en correct te werken, kan men ver komen in de paardenwereld. De basiskwaliteit moet uiteraard aanwezig zijn. We geven onze jonge paarden alle tijd. Door hen iets langer onder hun niveau te houden, kunnen ze later langer op hoger niveau blijven presteren. Ze hoeven pas op hun 9e op 1m45-niveau te springen, niet vroeger. Ik geloof stellig dat een paard groeit tot zijn 7 jaar. Op jonge leeftijd te veel wedstrijden lopen, is nefast voor een latere, lange sportcarrière. Wat onze paarden op hoog niveau betreft, hebben we vaak beslist om hen tijdens een topconcours twee i.p.v. drie proeven te laten lopen. Uit liefde voor het paard en voorzorg is het zeker niet verkeerd om hen een dag rust te geven.’
Het jong fokmateriaal wordt beoordeeld: ‘Beoordelen, niet te snel veroordelen! Tijdens de maanden februari en maart in het jaar waarin ze twee jaar worden, ondergaan ze een RX-onderzoek. De geslaagden gaan daarna de weide in tot september. Dan worden ze overgebracht naar mijn schoonvader om er acht weken te verblijven. Tijdens de eerste twee weken leren ze links- en rechtsom rondlopen in de uiterst geschikte binnenpiste (14m x 28m), met her en der enkele balken op de grond. Nadien moeten ze wekelijks 2 tot 3 keer vrij springen (max. 1m-1m10) en dit gedurende een zestal weken. Het selectiecriterium is zeer simpel: geen fouten maken. Ik wil hen van nature uit voorzichtig zien springen. De selectie doe ik samen met Frédéric. We passen dit systeem consequent toe. Het werkt!’
U bent ook jurylid: ‘Klopt. Puur uit liefhebberij. Op zulke momenten leer ik zaken bij, zeker wanneer ik in het gezelschap ben van mensen zoals Eric Levallois, Heinz Meyer en Gilles Botton. In de paardenwereld is men nooit volleerd. Dankzij het jureren krijg ik ook een bredere kijk. Wanneer ik bijvoorbeeld tijdens een veulenkampioenschap tien of vijftien veulens zie van een bepaalde hengst dan krijg ik een zicht op de nafok van die hengst.’ Jureren moet snel gaan: ‘Ik kan niet begrijpen dat men soms twee of drie minuten naar een paard staat te kijken tijdens een keuring. Het paard komt naar u toe en in tien seconden tijd zou u alles moeten gezien hebben. Wanneer een paard op minuut 1 naar u toestapt met een Franse of Vlaamse stand van de voeten, dan zal u op minuut 2 nog steeds die bemerking zien. Een afwijking blijft een afwijking en is nefast voor de sport. Een paard met correct beenwerk en fundament heeft meer kans om langer in de sport mee te draaien. Ik zie juryleden soms veel zaken noteren tijdens een beoordeling. Ik doe dat nooit. Als een paard correct wordt voorgesteld, krijgt men snel een beeld.’
En U conclusie ?

“Door voldoende tijd te nemen, consequent te zijn en goed en correct te werken, kan men ver komen in de paardenwereld”
Jo De Roo ai161727039532_Pub_Hippo_A4_2021_2_LIGGEND_HR.pdf
Op stal T&L worden jaarlijks gemiddeld een 15-tal veulens geboren. Ook in hen wordt tijd en geld geïnvesteerd: ‘Ze krijgen veel bewegingsruimte. Nadat ze gespeend zijn in september of oktober, vertoeven ze dagelijks in de weiden, dit tot eind december. Vanaf januari lopen ze dag en nacht buiten en komen ze dagelijks één keer binnen in hun box om (hoofdzakelijk mineralen en vitamines) te eten. Na gegeten te hebben, gaan ze opnieuw naar buiten. De manier waarop we werken is arbeidsintensief, maar het loont. Onze jaarlingen zien er fantastisch uit en zijn in de hand. Hierdoor bekom ik handige paarden. Ik ben van mening dat dit een rol speelt in hun latere sportcarrière.’

Hippo Revue is bezig aan zijn 35ste jaargang als onafhankelijk Belgisch vakblad voor de paardensport. Hippo Revue brengt in woord en beeld uitgebreid in alle disciplines wat er in onze regio aan paardensport gebeurt. Ook algemene artikelen aangaande fokkerij, recht, milieuvergunningen, veeartsenij, boekbesprekingen,... informeren tal van lezers.


