
5 minute read
De Kouwe Ouwe: Stanley Hillis
from High Life NL 17-01
by SoftSecrets
De onbekende bekende
De Kouwe Ouwe, het boek dat Vico Olling en Martijn Haas hebben geschreven over crimineel Stanley Hillis, is een bestseller. In de eerste weken werden er al 10.000 exemplaren van verkocht.
Door: Feije Wieringa
Bij het grote publiek is de naam Hillis niet zo bekend. Dat was anders in het grijze verleden, toen Hillis op de buis verscheen tijdens een interview met Sonja Barend. We schrijven 26 januari 1985. Sonja had de meest bekeken tv-talkshow, dus succes was verzekerd. In die tijd was het ongebruikelijk om criminelen een podium te geven. Dat was slechts één keer eerder gebeurd toen de ridder van de thermische lans, brandkastenkraker Aage Meinesz, knuffelcrimineel voor het woord bestond, zijn vaardigheden voor de camera demonstreerde. Het optreden van Hillis leidde tot woedende reacties. Hij stond vooral te boek als ramkraker en ontsnappingskunstenaar en zou vuurwapengevaarlijk zijn. Ten tijde van het interview werd hij gezocht, dus hij werd op een 'geheime' plek geïnterviewd, vermomd met pruik en nepsnor. Dat was zijn eerste en laatste optreden voor het grote publiek. Daarna leek Hillis van de aardbodem verdwenen. Maar dat was schijn. Hij groeide uit tot een soort godfather en zou dat blijven tot z'n liquidatie op 21 februari 2011. De Ouwe kwam om in zijn auto, toen die werd doorzeefd met kogels. Een interview met Vico Olling, die samen met Martijn Haas het boek schreef.
Waarom een boek over iemand die bij het publiek relatief onbekend is?
Het is natuurlijk een naam die voorkomt in alle dossiers. Van Holleeder tot Soerel tot weet ik wie nog meer. Hij is eigenlijk altijd op de achtergrond gebleven. Omdat ik als chef redactie bij Panorama werk en we daar regelmatig over misdaad schrijven, kwam zijn naam opvallend vaak naar voren als we met (ex)criminelen spraken. Het viel ons op dat er altijd met groot ontzag over hem werd gesproken. Zo van “dat was die ouwe, de man bij wie je in het gevlei moest zien te komen”. Bovendien werd er toch veel over hem geschreven, ondanks dat bleef de man een soort mysterie. Dat probeerden we te ontrafelen. Hij bleek een man in het circuit waar je eigenlijk niet omheen kon. Iemand die overal een vinger in de pap had.
Een belangrijke bron voor jullie is Mink Kok geweest. Hij werd in verband gebracht met XTC, wapens en Semtex. En met Gladio, een geheimzinnige organisatie.
Ik vind het een intrigerende vent en hij is bijzonder goed geïnformeerd. Eén van de motto's van het boek is: ‘Ik ben niet bang van de waarheid, maar voor de leugen. De waarheid kun je bevestigen, de leugen niet.’ Dat is ook een beetje hoe ik denk dat een topcrimineel erin staat. Natuurlijk ben ik niet naïef. Ik besef terdege dat Kok zijn waarheid vertelde en dat niet per definitie de hele waarheid hoeft te zijn. Maar alles wat hij heeft gezegd hebben we nagetrokken en tot nu toe hebben we niks gevonden waardoor we zijn gaan twijfelen.
Heb je ook dingen niet op kunnen schrijven?
Helaas wel. Zo gaat dat in de journalistiek. Je ontkomt er niet aan: kill your darlings.
Steve Brown vertelde mij dat Hillis in zijn begindagen als een sul werd gezien.
Dat is ook zo. Het was niet een man die meteen indruk maakte. Een klein onopvallend mannetje. Ik vermoed dat dat uiteindelijk zijn kracht was. Maar hij was gewiekst, handig en niet bang.
Een stereotype inbreker die uiteindelijk in de grote drugshandel terecht kwam.
Ik denk dat zijn kennismaking met Mink Kok heeft geleid tot die overstap. Daardoor werd hij meer in de georganiseerde misdaad en de drugshandel getrokken. Mink was een typisch leiderstype die van de hoed en de rand wist. Het klikte tussen hen. Stanley Hillis was ook van de spierballen. Als er bijvoorbeeld iemand gestraft moest worden, dan kwam hij in beeld. Ik heb hem wel eens de scherprechter van de onderwereld genoemd.
Waarom kwam zo'n kopschuw figuur bij Sonja in het programma?
Omdat hij vuurwapengevaarlijk werd genoemd. Hij had inderdaad ooit op de politie gericht, maar op dat moment haperde zijn pistool. Iemand die erbij was, schoot wél. Maar het werd Hillis aangewreven. Ik vermoed dat hij dat wilde weerspreken en dat is hem ook nog redelijk gelukt.
Dat neemt niet weg dat hij toch bereid was om de trekker over te halen.
Klopt, maar vermoedelijk zag hij dat zelf anders.
Kok's verhaal wordt vaak met Gladio in verband gebracht.
Ja, maar dat valt buiten ons boek. Wat moet je daar nou over schrijven? Voor je het weet zit je in de wereld van de complotdenken. Ontkennen of bevestigen zegt dan niks en er blijft speculatie over. Daar doen wij niet aan.
Had je verwacht dat het boek zo aan zou slaan?
Wel gehoopt, natuurlijk. Er wordt in dit metier aan de lopende band materiaal op de markt gebracht. Maar toen we het schreven, kregen we al snel door dat we iets in handen hadden dat meer zou worden dan een gemiddeld true crime boek
Peter R. de Vries liet weten dat je dit boek zeker moet lezen als je Judas hebt gelezen.
Aardig van hem, maar ons boek is natuurlijk van een totaal andere orde. Judas is bij uitstek een persoonlijk verhaal. Wij hebben er een journalistieke ontdekkingsreis van gemaakt en zoveel mogelijk bronnen gesproken.
Hillis zat er dus diep in en heeft er ook wel naar geleefd.
Klopt, vooral in de tweede helft van de jaren negentig. Hij was iemand die pas naar voren kroop als hij zijn kans zag. Enige berekening kan hem niet worden ontzegd.
Hoe lang hebben jullie over dit boek gedaan?
Ruim twee jaar. Bedenk dat we ongelooflijk veel research hebben moeten doen en dat veel tijdens vakanties en weekenden is gedaan. Vooral de info die ik bij Pano kreeg, heeft veel opgebracht. We krijgen nogal eens iemand uit het wereldje op de redactie.
Vico Olling en Martijn Haas, op de plek waar Stanley Hillis werd vermoord, de Fizeaustraat in Amsterdam (foto: Paul Tolenaar)
Wat voor man was Hillis in jouw ogen?
Zeker geen alledaags type. Hij was zeer rechtlijnig en onbuigzaam. Als je het mij vraagt, zat er een autistisch trekje aan. Hij was niet makkelijk in de sociale omgang. Ik vermoed dat het feit dat hij zolang is doorgegaan met een soort van verslaving aan spanning en actie te maken had. Hij gaf wel eens te kennen dat hij eruit wilde. Maar dat lukte dan weer niet. Overigens was Hillis niet alleen maar slecht. Soms hielp hij mensen. En dat deed hij dan niet om er zelf beter van te worden.
Waar schrijf jij de verharding in de misdaad aan toe?
Ik denk dat we die moeten toeschrijven aan de opkomst van de coke in de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw. Toen werden de belangen opeens heel groot.
Zou je Hillis gekend willen hebben?
Zeker. Ik vind het wel een uitdaging om zo iemand te leren kennen en mee te maken.