2 minute read

Wil & Ruud Oomen

Registratie inkopen softdrugs bijna onmogelijk

Een coffeeshop is al vele jaren een kop van Jut. Politiek correct Nederland gaat stiekem een jointje halen, maar drugs is vervolgens een doodzonde en de basis voor de verloedering en criminalisering van Nederland.

Gemakshalve worden de taferelen uit de periode vóór de coffeeshops vergeten. Het harddrugsgebruik rees de pan uit en op een zonnige dag naar Amsterdam gaan was een groot risico, omdat de auto zeer waarschijnlijk opengebroken zou worden. Alles wat los en vast zat, vooral radio’s, werden eruit gesloopt. De junk had tenslotte zijn dosis nodig.

Het daarop volgende beleid met coffeeshops en begeleiding van de harddrugsverslaafde heeft grote overlast en criminaliteit de kop ingedrukt. De vermeende criminaliteit van de coffeeshop bestaat slechts uit het feit dat handel in softdrugs strafbaar is, ondanks de verstrekte vergunning door de overheid om deze softdrugs te mogen verkopen.

Vervolgens worden de gedoogvoorwaarden zodanig opgesteld dat een correcte legale uitvoering niet mogelijk is.

De pot verwijt de ketel dat hij zwart ziet

Vanaf “Vinkenslag” is de overheid nog politiek correcter geworden. Gedoogplaatsen zouden moeten worden bestreden nadat uit de inval door justitie in het woonwagencentrum Vinkenslag naar voren was gekomen dat bepaalde groepen apart werden behandeld. De politie was de mening toegedaan dat iedereen gelijk behandeld moest worden. Gedogen kon niet meer. De coffeeshop is hier de dupe van geworden omdat overijverige ambtenaren ineens een mogelijkheid zagen om te scoren. Een forse belastingcorrectie of een sluiting van een coffeeshop is met de huidige regelgeving tenslotte een makkie, of de coffeeshophouder het nu goed doet of niet, omdat:

in een stash de mogelijkheid bestaat op strafrechtelijke vervolging en intrekken van de exploitatievergunning, omdat hiermee het bewijs van overschrijding van de 500 gram norm is bewezen;

Belastingdienst de administratie verwerpt indien geen administratie van een stash aanwezig is, met als gevolg omkering en verzwaring van de bewijslast, omdat de Belastingdienst de mening is toegedaan dat er een stash moet zijn.

Beide werkwijzen zijn funest voor het bedrijf; een tussenoplossing lijkt niet mogelijk. Voor een coffeeshop gelden extra administratieverplichtingen omdat inkoopfacturen ontbreken. Ervaring leert dat bijna elk boekenonderzoek van de Belastingdienst (ik bedoel niet waarnemingen ter plaatse of bedrijfsbezoeken van de Belastingdienst) leidt tot verwerping van de administratie.

Gedogen van de teelt?

De overheid is in gesprek, althans daar lijkt het op, om ook de teelt te gaan gedogen, zodat de teler en hopelijk ook een tussenhandelaar op een normale wijze in de belastingheffing betrokken kunnen worden. Hiermee vervalt de noodzaak voor de Belastingdienst om extreem te gaan corrigeren bij een coffeeshop op de hoogte van de inkopen. De gehele inkoopprijs wordt dan namelijk in de heffing betrokken bij de teler of de tussenhandelaar. Ook kan deze teler/tussenhandelaar een factuur uitschrijven, zodat dit proces controleerbaar wordt voor de Belastingdienst.

Het gedoogbeleid/cannabiswetgeving is niet alleen verwerpelijk maar ook in strijd met het recht? Deze stelling likt mij volstrekt verdedigbaar. Van een betrouwbare overheid mag tenslotte worden verwacht dat vergunningen op legale wijze uitgevoerd moeten kunnen worden. Indien dat niet het geval is lijkt mij een burgemeester/gemeente medeplichtig aan het strafbare feit. Misschien is zelfs sprake van medeplegerschap (machtsrelatie).

Weten is één, bewijzen is twee. Een (belasting)ambtenaar en een rechter zijn niet eenvoudig te overtuigen.

Oomen fiscaal onderzoek en advies. Mr. Wil Oomen Oomen Administratiekantoor Ing. Ruud Oomen www.oomenfiscaalonderzoek.nl www.oomenadministratiekantoor.nl

NIEUWE WEBSITE

This article is from: