
6 minute read
25 Jaar Highlife: Derrick Bergman
from High Life NL 16-06
by SoftSecrets
What a long strange trip it's been
De datum is verloren gegaan, maar ergens in het vroege voorjaar van 1994 had ik mijn eerste afspraak met Highlife. Nadat ik had gereageerd op een kleine advertentie in de Volkskrant, nodigde hoofdredacteur Joop Mestrom me uit voor een sollicitatiegesprek bij Hotel Central, tegenover het station van Tilburg. Die middag begon een avontuur dat nog steeds voortduurt.
Tekst & fotografie: Derrick Bergman / Gonzo Media
In 1994 studeerde ik nog journalistiek in Utrecht en behalve mijn propedeuse en de in de advertentie gevraagde affiniteit met cannabis had ik nog niet veel te bieden. Wel had ik al twee zoons, wat ik trots in mijn CV had vermeld. Pas jaren later vertelde Joop dat juist dit cruciaal was geweest. Zelf vond hij mijn vaderschap niet bepaald een aanbeveling, maar de uitgever en oprichter van Highlife, Boy Ramsahai, zag dat heel anders. 'Die jongen moeten we hebben. Hij moet de kost verdienen, dus haalt zijn deadlines'. En zo trad ik toe tot de redactie van Highlife, 'Opinie & Lifestyle Magazine voor de Cannabis Liefhebber'. Mijn eerste bijdrage was een speciale aflevering van de Koffieshoptest, waarvoor ik de winnaars van de tweede
Highlife Cup en de Amerikaanse High Times Cup bezocht en fotografeerde. Die trip, van de Catweazle in Tiel tot Genesis in Geleen en uiteraard langs een aantal Amsterdamse shops, bleek een prima spoedcursus cannabis- en coffeeshopcultuur. Over het Sensi Smile Café in Rotterdam, helaas al jaren gesloten, schreef ik: 'Koffieshop is eigenlijk een scheldwoord voor dit etablissement: Grand Café is passender. Een grote ovalen bar in het midden van de zaak, grote planten in hangende bakken en de roze luifels aan de buitenkant geven het café een stijlvolle sfeer. Je vindt de dealer in de hal, net na de ingang. Het lijkt wel de NS on dope; een glazen gepantserde ruit en een intercom met een geldlade eronder. Naast tien soorten stuff en negen soorten wiet zijn hier ook groeiboeken, pijpen en Sensi-caps te koop.'

Droomklus
Het maken van de Koffieshoptest was een droomklus. Ik reisde het hele land door, met mijn OV studentenkaart, camera en opschrijfboekje.
In elke shop kocht ik één zakje wiet en één zakje hasj, die ik mocht declareren bij uitgeverij Discover. Een regeling die steevast jaloerse reacties uitlokte bij vrienden, kennissen en ook bij volstrekte vreemden. Omdat ik zelf uit de provincie kom, maakte ik er een punt van om vooral ook coffeeshops buiten de Randstad te testen. Meestal vertelde ik niet wat ik kwam doen; dat doen de mensen van de Michelin sterren immers ook niet. Soms werd ik ontmaskerd als Koffieshoptester, waarna ik vaak nog wat extra zakjes kreeg toegestopt.
Wiet testen…
nog ruim 1500 shops in Nederland. Vooral het beschrijven van de kwaliteit van de rookwaar zonder in herhaling te vallen was een uitdaging. Over The Game in Den Haag noteerde ik, met de prijzen nog in guldens: 'Populair bij The Game is de City Light Top Wiet (12,50 voor 0,9 gram) en de
Zes criteria
Ik nam mijn taak zeer serieus en introduceerde zes criteria: interieur, sfeer, service, prijzen, luchtzuiverheid en hygiëne. Slechte shops haalden de Koffieshoptest niet. Keuze genoeg: er waren toen Super Afghaan (12,50 voor 1,2 gram). De wiet ruikt als mijn eigen buitenoogst van vorig jaar, maar de high is heel wat krachtiger. City Light ontploft als een vuurwerk in je hoofd waarna THC-tjes door je lijf joggen. Ook de Afghaan is van sublieme kwaliteit; zacht als Libresse Ultra. Voor het soort joint dat je niet door wil geven. Klasse.'
Ongekende groei
Achteraf besef ik hoezeer ik met mijn neus in de boter viel. Midden jaren negentig maakte de cannabisbranche een ongekende groei door en Highlife groeide mee. Begonnen als kwartaalblad, verscheen de Highlife vanaf 1994 zes keer per jaar en elk nummer was dikker dan het vorige. Adverteerders stonden in de rij en elke week opende er wel een nieuwe growshop of coffeeshop. Ook het aantal headshops nam toe en de smartshop deed zijn intrede. Als een stonede Kuifje berichtte ik over de cannabiscultuur en het tegenstrijdige gedoogbeleid. We hadden er zelfs een speciale serie voor, Stad en Beleid. Een titel zo saai dat ik er bij meld dat hij al was bedacht voor mijn komst. Voor een van de afleveringen toog ik naar Hulst in Zeeland, dat toen wemelde van de seksshops en beschikte over één nauwelijks gedoogde coffeeshop. Ik kreeg de VVD burgemeester zover dat hij achter zijn bureau poseerde, terwijl hij een Highlife doorlas. Ik zie zijn verbijsterde gezicht nog voor me.
Ed Rosenthal
Zoals ik ook nog haarscherp voor me zie hoe Ed Rosenthal tijdens de Highlife Cup in 1994 op een stoel klimt. Ed Rosenthal genoot toen al een enorme reputatie als kweekexpert. 'Ik ga al jullie vragen over kweken beantwoorden', zei hij, omringd door toehoorders. 'Maar eerst wil ik een moment nemen om de plant te bedanken. Want zonder die plant zou ik nu niet in deze geweldige stad zijn en
jullie ook niet. Cannabis gaf mij de kans om de hele wereld over te reizen, geweldige mensen te ontmoeten, boeken te publiceren. Daar ben ik elke dag dankbaar voor.' Op dat moment bedacht ik voor het eerst dat mijn werk voor Highlife meer was dan een bijbaantje om ervaring op te doen en goeie shit te kunnen roken. Tijdens diezelfde Cup ontmoette ik de legendarische Jack Herer. Nog steeds heb ik spijt dat ik toen te gierig was om voor vijftig dollar een op hennep papier gedrukte, gelimiteerde en gesigneerde editie van 'The emperor wears no clothes' te kopen. Van de man zelf!

Boy Ramsahai en Ed Rosenthal op prijsuitreiking Highlife Cup 1994
Mijn medewerking aan Highlife kwam in 1997 abrupt tot een einde, na een gigantisch conflict tussen de redactie en uitgever Boy Ramsahai. Misschien schrijf ik nog wel eens op wat er toen allemaal is gebeurd; dit jubileumnummer is daar niet de plaats voor. Highlife ging verder met een nieuwe redactie, geleid door Cliff Cremer en later de huidige hoofdredacteur, Rob Tuinstra. Joop en ik ontwikkelden een nieuw tijdschrift, ZIN, 'Maandblad voor kritische levensgenieters'. We maakten vijf nummers, met een groep zeer getalenteerde journalisten, fotografen en cartoonisten en columnisten als Herman Brusselmans, Lenette van Dongen en Def P. We waren jong en onbezonnen en gingen strijdend ten onder. Toen ik alweer een paar jaar voor EssensiE (1997-2012) werkte, hoorde ik dat onze IraansNederlandse redacteur Reza de naam ZIN voor een ton aan uitgeverij Sanoma had verkocht.
Louterend gesprek
Jarenlang gingen Boy Ramsahai elkaar uit de weg, tot ik hem in 2003 interviewde voor EssensiE. Het was een louterend gesprek. Toen ik vroeg wat voor soort blad hij in zijn hoofd had toen hij de Highlife oprichtte, antwoordde Boy: “Helemaal niks, ik wist alleen dat er vraag en aanbod was. Hoe een uitgeverij werkt, wat uitgeven inhield: dat was allemaal abracadabra voor mij. Ik wist maar één ding: het belangrijkste is geld. Commercie. Ik huur alles in en ik zie wel. Zo makkelijk dacht ik. Toen heb ik geluk gehad dat ik mensen om me heen kreeg als Joop, Henk van Velthooven en jij, eerlijk is eerlijk. Jullie wisten waar het over ging, ik wist dat niet.”
Terugkeer
In 2010 verkocht Boy zijn uitgeverij aan de huidige eigenaar, Jeroen Bots. Kort daarna keerde ik terug in de kolommen van het blad waar ik mijn carrière als journalist en fotograaf ben begonnen. Eerst met het Logboek VOC, daarna als vanouds met reportages, interviews en foto's. Gratis goeie shit krijg ik nog maar één keer per jaar, maar dat is dan ook wel buitengewoon goeie shit, die ik mag beoordelen als jurylid van de Highlife Cup. Terugkijkend kan ik met instemming The Grateful Dead citeren: 'What a long, strange trip it's been'...
