
6 minute read
Hommage aan straatcultuur
from High Life NL 16-04
by SoftSecrets
Door: Peter van Sparrentak
De Colombiaan DJ Lu / Juegasiempre fotografeert mensen op straat en maakt er enorme muurschilderingen van. De portretten, die hij maakt met een mix van stencils en spuitbussen, zijn technische hoogstandjes. Alle sjablonen hiervoor snijdt hij met de hand uit. Op kleiner formaat beschildert hij de stadsmuren met protestpictogrammen.
Je ondertekent je werk niet met één, maar twee namen: DJ Lu en Juegasiempre.
katholieken en boeddhisten. In een galerie kom je alleen mensen tegen die hetzelfde denken als jij.
Voordat ik kunst op straat ging maken, draaide ik als dj in bars en clubs in Bogota techno, minimal en tribal house. Vrienden noemden me Lu, afgeleid van mijn echte naam. Juegasiempre is Spaans voor ‘altijd spelen’. Het is een levensmotto van mij. Er is een mooie zegswijze: je moet
je leven net zo serieus nemen als een spel. Soms win je, soms verlies je, en dan verander je je strategie. Weet dat je bepaalde problemen kunt oplossen. En als je het leven ziet als een spel, sta je altijd open om verrast te worden. Je muurschilderingen zijn loeischerp en zitten vol details. Heb je een kunstopleiding gedaan?
Ik heb eerst een studie architectuur aan een particuliere universiteit gedaan. Daarna ben ik kunst gaan
studeren aan een openbare universiteit. Het verruimde mijn blik enorm. Ik leerde er mensen kennen van allerlei culturen, afkomst en sociale klassen. Ik ging steeds meer beseffen dat kunst iets veel breder is en te maken heeft met een open mind. Volgens mij moet kunst proberen om de wereld, die behoorlijk fucked up is, te verbeteren en de blik van mensen te verruimen.
Je maakt ook stencils, stickers en posters met maatschappijkritische pictogrammen.
Je werkt als kunstenaar bijna altijd op straat?
Ja, al heb ik soms exposities in galeries. Mijn hoofddoel blijft schilderen op straat, om een statement maken en te proberen om de wereld een klein beetje beter te maken.
Je denkt dat kunst op straat de ideeën van mensen kan veranderen?
Ja, daar geloof ik in. Op straat kun je een heel breed publiek bereiken. Je ziet er zwarte, bruine en witte mensen, jong en oud, arm en rijk, Daar ben ik mee begonnen in 2005. Overal op straat zie je reclamelogo’s. Dus ik dacht: okay, als advertenties ons beïnvloeden op straat, ga ik hetzelfde doen, maar dan met een boodschap die mensen aan het nadenken zet. Mijn idee was om twee tekens die niet bij elkaar horen, te laten clashen. En het grappige is, dat is ook wat ik als dj deed. Twee verschillende dingen met elkaar mixen om iets nieuws te maken. De stencils zijn in A4-formaat. Soms stencil ik thuis een stapeltje posters om ze ’s nachts op te plakken.

Respect Life, NYC.

De pictogrammen zitten vol beeldgrappen. Wat opvalt, is dat je veel wapens gebruikt.
Colombia heeft een lange historie van geweld. Het zou mooi zijn als de regering en de FARC zich houden aan het vredesakkoord. Maar de FARC is niet de enige guerrillagroep. Er zijn nog paramilitairen, de ELN, criminele organisaties, kortom, genoeg problemen. De iconen van wapens gebruik ik om een boodschap te vertellen over geweld in brede zin. Christus die gekruisigd is aan een geweer gaat over religieus geweld. Op een ander zie je een mannetje met een geweer in plaats van zijn rechterbeen. Colombia heeft namelijk een groot probleem met landmijnen. De ananas met handgranaat is een van de eerste die ik maakte en een van mijn bekendste. Er zijn veel designs van gemaakt, zoals voor Tshirts en een schoenmerk uit Chicago, dat me betaalt om er prints van te maken op canvasschoenen.

Je muurschilderingen lijken op die van je landgenoot Stinkfish, die we vorig jaar in Highlife interviewden.
Hij is een pionier en schilderde al eerder op straat. Toen ik begon heeft hij me geïnspireerd. We werken allebei met zelfgemaakte portretfoto’s, maar onze stijl verschilt.
De grote muurschilderingen maak je onder de noemer Street Pride.
Ik zie dat er mensen zijn die de straat gebruiken om er te leven, terwijl de rest alleen van a naar b gaat of er doorheen rijdt met de auto. Steeds meer openbare ruimte wordt geprivatiseerd en er komen camera’s te hangen. Met mijn schilderingen wil ik een hommage brengen aan de mensen die de straat gebruiken als een plek van vrijheid. Zo fotografeer ik recyclers, mensen die iets verkopen, zwervers en sporters zoals parcours bikers of skaters. En ook kinderen die op straat spelen, wat je steeds minder ziet. Het is een soort alternatieve cultuur. Hier in Bogota, maar ook op reis, maak ik foto’s en vertel de mensen dat ik met een project bezig ben. Van die portretten maak ik muurschilderingen. Ik vind het belangrijk om deze gewone mensen te laten zien, omdat ze nooit in de media zullen staan. Die laten vooral politici, sporthelden en idolen zien.
Voor de muurschilderingen mix je stencils en spuitbussen. Je geeft de gezichten een structuur van talrijke puntjes en streepjes.
Ik kan in tien minuten een stencil snijden, maar ik wilde mijn techniek verder ontwikkelen. Als mensen langslopen en mijn werk zien, vragen ze: hoe lang ben je wel niet bezig geweest om de stencils uit te snijden? Dat vind ik leuk om te horen. Som-
migen vragen: heb je daarvoor een lasercutter? Dan zeg ik, nee mijn vriend, dat is mijn therapie. Voor één portret ben ik acht dagen de stencils aan het snijden.
Een prachtige schildering, Respect Life, maakte je vorig jaar in de stad New York.
Dat meisje met hond fotografeerde ik tijdens de jaarlijkse optocht voor dierenrechten in Bogota. Dierenrechten zijn voor mij ook een belangrijk thema. Het meisje links heb ik gefotografeerd in Saint Lucia, een eiland in de Cariben. Ze hebben geen connectie met elkaar, maar toch zet ik ze allebei op één schildering. Ik wil een ode brengen aan de diversiteit van mensen. Een andere, opvallende schildering toont een man met een gasmaker.
Dat ben ik zelf. In Nederland heb ik dat gasmasker uit WOII gekocht op een rommelmarkt. De schildering is mijn protest tegen milieuvervuiling. Er staan logo’s bij van Shell en BP. Deze bedrijven denken alleen aan geld, niet aan onze planeet.
Je hebt ook een eerbetoon gebracht aan een Colombiaanse hiphopper, genaamd Duke.
In Medellín heb je de beruchte wijk Comuna 13, waar veel geweld is. (Tot diens dood in 1993 was dit de thuisstad van de moordzuchtige cocaïnebaas Pablo Escobar, red.) Rappers doen daar iets moois. Ze
proberen probleemjongeren uit de ellende te halen door muziek, graffiti en breakdance. Ik fotografeerde hen vier jaar geleden. Eén van hen, Elider Varela, bijgenaamd El Duke werd in 2013 vermoord om een onbenullige ruzie. Dit jaar heb ik hem geschilderd. Zijn moeder kwam ook kijken, maar het was voor haar te pijnlijk om de gelijkenis van haar zoon te zien. Zijn dochter wilde wel voor de schildering poseren.
Wat is je eigen achtergrond?
Ik ben bruin. Mijn achternaam is Spaans. Kortom: een typische Latijns-Amerikaan met een mix van culturen. Colombia is veiliger geworden en het toerisme groeit, maar het land heeft nog een negatief imago. Noem eens enkele pluspunten.
Het enorm gevarieerde landschap: je hebt hier bergen, woestijn, jungle en de mooiste stranden aan de Caribische zee en de Stille Oceaan. Er zijn veel verschillende mensen en dus vele soorten cultuur en muziek. En in Bogota zijn er veel muurschilderingen te zien, omdat het stadsbestuur het heeft toegelaten. Onveilig? In de stedelijke gebieden is het even veilig als in Rome. Ik denk dat er meer mensen worden bestolen in Rome dan hier.
www.flickr.com/photos/ juegasiempre/ www.instagram.com/ juegasiempre/
