André Beckers

Grabbelton

Afpakken doen ze samen

In de strijd tegen de illegale hennepteelt trekken overheden steeds vaker samen op. Vandaag de dag laat oom agent zich tijdens de ontmanteling van een hennepkwekerij graag begeleiden. Hij neemt dan diverse mensen mee. Denk hierbij aan een fraude-inspecteur van de stroomleverancier, een gemeenteambtenaar en een medewerker van de belastingdienst.

Het Openbaar Ministerie is trots op deze samenwerking. De gedachte daarachter ligt voor de hand. Door gebruik te maken van elkaars be-

voegdheden staan ze sterker. Maar hoe zit het dan met de rechtsbescherming van de hennepkweker? Die vraag stond centraal in een strafzaak die onlangs werd behandeld door drie rechters.

Zwijgrecht

Eenmaal binnen probeerde de politie mijn cliënte een formulier te laten ondertekenen waarin zij toestemming

gaf tot een doorzoeking, zodat kasten en lades zouden mogen worden geopend. Ook dat weigerde zij. Op vragen

van de politie gaf zij geen antwoord. Zij maakte gebruik van haar zwijgrecht. Op dat moment trad de belastingambtenaar naar voren. Hij hield mijn cliente voor dat zij wettelijk verplicht was zijn vragen met betrekking tot haar inkomsten te beantwoorden. “Bij de politie mag je zwijgen, maar bij mij moet je praten!” Dat is pas handig, moet de agent hebben gedacht. De belastingambtenaar verlangde inzage in haar bankafschriften. Hij maakte een verslag van de contante stortingen die hij zag. Uiteraard ging dat verslag linea recta ook naar de politie en het UWV. Onder de noemer “afpakken doen we samen” legde de belastingdienst forse belastingaanslagen op, vorderde justitie betaling van wederrechtelijk verkre-

gen voordeel en vorderde het UWV de uitkering terug.

Ik blijf erop hameren dat de overheid in de strijd tegen de illegale hennepteelt is doorgeslagen.

Kordate houding

Mijn cliënte werd verweten hennep te hebben geteeld en stroom te hebben gestolen. Ook moest zij zich voor uitkeringsfraude verantwoorden, omdat zij had geteeld terwijl zij een uitkering kreeg van het UWV. Dankzij de kordate houding van mijn cliënte tijdens de ontmanteling was ik in staat een juridisch verweer te voeren. Toen de politie bij haar aanbelde, werd haar gevraagd toestemming te verlenen voor het betreden van haar woning. Als het de politie lukt vrijwillig toegang tot de woning te krijgen, is geen sprake van een inbreuk op het huisrecht. Daarmee wordt het voeren van verweer gericht tegen het binnentreden beperkt. Het beleefde ‘kom gerust binnen’ klinkt leuk, maar is in juridisch opzicht onhandig.

In strijd met de wet

In de strafzaak hield ik de rechters voor dat het bewijs tegen mijn cliënte in strijd met de wet was verkregen. De belastingdienst had de woning zonder toestemming en wettelijke bevoegdheid betreden. Bovendien had de politie door de wijze van samenwerking met de belastingdienst het zwijgrecht doorkruist. De rechtbank gaf mij meer dan ik vroeg. Het openbaar ministerie werd het recht op vervolging ontzegd en dus niet ontvankelijk verklaard. Met die beslissing kon de officier van justitie zich niet verenigen. De zaak zal in hoger beroep door het gerechtshof opnieuw worden beoordeeld. Ondertussen blijf ik erop hameren dat de overheid in de strijd tegen de illegale hennepteelt is doorgeslagen.