2 minute read

Nicole Maalsté

Running high

Vorig jaar schreef ik voor de grap dat ultramarathonlopers als training misschien een keer een dikke joint moeten opsteken om te ervaren hoe je onder invloed functioneert. Ik was toen getuige van een bergmarathon van 330 kilometers in Italië, waarbij hardlopers na een aantal dagen en nachten in een soort roes terecht komen die vergelijkbaar is met het effect van XTC, paddenstoelen en/of cannabis.

Nou stuurt iemand mij laatst een artikel uit The Wall Street Journal over het gebruik van wiet onder ultramarathonlopers. Dat schijnt in Amerika in toenemende mate voor te komen. Het punt is namelijk dat extreme duurlopers tijdens hun lange tochten vaak last hebben van maagproblemen en intense pijn in hun spieren en gewrichten. Na 24 uur lopen ontbreekt het bij velen ook aan motivatie om door te gaan. Wiet blijkt een uitermate geschikt middel om deze ongemakken te bestrijden. Het vermindert de pijn, bevordert je eetlust en kalmeert. Bovendien houdt het je geest bezig, zodat de tijd voorbij vliegt.

Doping

Helaas staat het middel op de lijst van verboden middelen. Dat betekent dat het gebruik ervan tijdens een wedstrijd als doping wordt gezien. Nou worden deelnemers van ultramarathons zelden op doping getest, dus in die zin is het risico

om gepakt te worden gering. Op allerlei blogs van utramarathonlopers wordt intussen verhit gediscussieerd over de vraag of marihuana ook prestatiebevorderend werkt. Daarover zijn de meningen nog verdeeld. Toch vinden de meeste het not done om tijdens een wedstrijd cannabis te gebruiken. Tijdens trainingen en voor of na een wedstrijd zou het echter geen probleem moeten zijn. Medicinaal gebruik is inmiddels immers toegestaan in 23 Amerikaanse Staten en in het district Columbia (Washington)

Vaporizer

“If you can find the right level, [marijuana] takes the stress out of

running,” stelt de 22-jarige ultramarathonloper Avery Collins in het artikel. Collins won al verschillende ultramarathons en traint gemiddeld

120 mijl (dat is 180 kilometer!) per week. Hij is opvallend open over zijn cannabisgebruik. Hij gebruikt het vier of vijf keer per week. Roken doet hij niet. In plaats daarvan eet hij voedsel waarin cannabis is verwerkt, inhaleert hij het met een vaporizer en smeert hij zijn benen in met ‘cannabiszalf’. Tijdens een wedstrijd gebruikt hij het naar eigen zeggen nooit. Maar na een wedstrijd eet hij cannabiskoekjes of cannabisrepen om zijn hartslag naar beneden te brengen en zijn spieren te ontspannen.

Helaas staat het middel op de lijst van verboden middelen.

Sponsor

De ontwikkelingen in de Verenigde Staten gaan snel. Nu veel Amerikanen de economische voordelen van cannabis zien, lijken morele en ethische bezwaren tegen het roesmiddel ook als sneeuw voor de zon te verdwijnen. Effecten die jarenlang als gevaarlijk en verslavend zijn weg gezet, worden nu ineens als een positieve bijdrage aan sportprestaties beschreven. Je zou bijna vergeten dat Amerika jarenlang de grote aanvoerder was van de War on Drugs. Collins wordt inmiddels gesponsord door een cannabisbedrijf uit Colorado. Dit jaar zal hij tijdens wedstrijden een shirt met het logo van dat cannabisbedrijf dragen en promoot hij het bedrijf op sociale media. Adverteren voor wiet is in Nederland streng verboden. Maar wat zou het een verademing zijn als een Nederlandse topsporter in het Financieel Dagblad eens openlijk durft te vertellen dat hij baat heeft bij cannabisgebruik. Wat dat betreft leven we echt nog in een achterlijk land.

This article is from: