Joost Belinfante
Nederwiet lied nog steeds actueel door: Arjan van Sorge
Het waterpijpje staat al te wachten. Een interview met Highlife, daar moet op gerookt worden! Joost Belinfante, de maker van het alom bekende lied over Nederwiet, heeft er duidelijk zin in om de daad bij het woord te voegen.
Op de presentatie van De Doos, het verzameld werk van Doe Maar, zong Joost Belinfante (1946) vol overgave het lijflied van de Nederlandse wietgrowers en -blowers. Met weer nieuwe invalshoeken, en met vers ingevoerde begrippen als wietpas. Hoe een liedje uit 1978 nog steeds waardering oogst, in al die jaren overeind is gebleven en nog steeds een actuele inhoud heeft – dat wilden we graag weten van de zanger, componist en multi-instrumentalist, die naast Doe Maar ook actief was (en nog steeds is) in de invloedrijke hippiefolkband CCC Inc.
Hasjiesjcultuur “Ik vind dat ik erg goed werk heb gedaan voor de nederwiet,” steekt Joost lachend van wal. “En voor de hasjiesjcultuur in het algemeen. Toen ik mijn lied ergens in 1978 of zoiets schreef, waren er nog geen coffeeshops. Je kon wel naar de huisdealer in bijvoorbeeld Paradiso, maar nederwiet kon je niet zomaar kopen. Ik speelde op een avond in de Melkweg, en Doe Maar ook. We zouden samen een reggaelied doen, en ik begon te denken reggae, waar gaat dat over?
Dat gaat over derdewereld-problematiek, of over wiet. De wereld, daar kon ik niks mee, maar wiet... Daar wist ik wat van, daar had ik onderzoek voor verricht. Zelf kweken ging toen nog niet zo makkelijk, daar moest je echt tegenaan lopen.”
Kweekhandleiding “Ik ontmoette iemand met goed zaad, op het platteland in Brabant waar wij toen woonden. Dat heb ik gezaaid en het deed het geweldig! Twee en een halve meter hoog... Afijn, we speelden dat liedje en het was meteen een daverend succes. Wat gebeurt er nou, dat kan niet, wat vreemd, dat waren de reac-
Volgend jaar vier ik mijn 50-jarig rokersjubileum.
48