
2 minute read
De Heemtuin: Een boom over kappen
Een boom over kappen
Als we lang genoeg wachten groeit uit een eikel of een berkenzaadje een forse boom. Het kleine kiemplantje groeit elk jaar wat hoger en vooral ook wordt het steeltje dikker en steviger.
Advertisement
Tekst: Loes van der Mei Foto’s: Emmy Meijers, Loes van der Mei
Het allereerste begin blijft in het midden zitten, dat is het kernhout. Het hout daaromheen wordt spinthout genoemd. De buitenste rand daarvan heet cambium en vandaaruit wordt ieder jaar in het groeiseizoen naar binnen toe een nieuw randje hout gevormd en naar buiten toe nieuw bast- en schorsweefsel, omdat bij het dikker worden de schors, de beschermende huid van de boom, ook een grotere omvang krijgt. Via het spinthout vindt de sapstroom, water met mineralen, plaats van de wortels naar boven. Door de bast worden voedingstoffen vanuit de bladeren naar de wortels vervoerd. De randjes spinthout zijn niet elk jaar even groot, dat hangt bijvoorbeeld af van de temperatuur en de hoeveelheid neerslag. Soms is een ring niet overal even dik, dan heeft de boom last van de invloed van wind of van buurbomen. Ook een calamiteit als brand laat zijn sporen na. Wanneer een boom wordt gekapt kun je onderaan in de doorsnede zien hoe oud de boom is geworden door het aantal groeiringen te tellen, en ook in welk jaar de groeiomstandigheden beter of slechter waren. Omdat

Inktzwammen maken grillige lijnen in het hout Houtringen, kernhout en takken Stapels gehakte bomen

alle bomen uit dezelfde tijd hetzelfde patroon laten zien, kan men ook van oud hout, bijvoorbeeld opgedregd uit rivierbodems of gebruikt bij de bouw van huizen of muziekinstrumenten, bepalen uit welke tijd het stamt.
Belang van biodiversiteit
Wie in de winter een boswandeling maakt ziet soms langs de kant van het pad een stapel stammen liggen van pas gekapte bomen. Sommige mensen vinden dat maar niets. Het kappen van bomen roept veel emoties op, laat de natuur het zelf doen in plaats van zo te ‘tuinieren’. Het probleem daarbij is, dat de natuur in Nederland nog maar een verzameling postzegels is in een land waarvan elke m2 benut is. Wanneer je hier niet tuiniert zal op de droge grond zoals die rondom de Maldense heemtuin, de ‘natuur’ eindigen als beukenbos met enkele daarbij behorende struiken en een paar diersoorten. Daar is geen biodiversiteit meer. In deze tijd, waarin 1 miljoen soorten dreigen uit te sterven willen we er toch alles aan doen om de soortenrijkdom zo groot mogelijk te houden. Dat kan alleen als er een grote verscheidenheid is aan landschappen: bos, heidevelden, bloemrijke graslanden, water. Het belangrijkst zijn de overgangen van bos naar open land, hoog-laag, droog-nat, voedselrijk-voedselarm. De houtkap die in natuurgebieden plaatsvindt is gericht op het gevarieerder maken van het bos in soorten en leeftijd. Er is nu een discussie of de politiek houtkap van een halve hectare bos moet verbieden. Zouden politici daar verstand van hebben? Natuurbeheerders weten wel wat ze doen en dat daarbij de opbrengst van het hout de drijfveer zou zijn is een fabel. Hooguit mooi meegenomen. En altijd beter dan al ons gebruikshout importeren uit het buitenland. Ga deze winter ook in de heemtuin eens op zoek naar wat dood of gekapt hout te vertellen heeft.