
4 minute read
Kunsthistorie
Veranderende wereld in de kunst
De twintigste eeuw.
Advertisement
De twintigste eeuw bestond eigenlijk uit verschillende periodes. Door de ogen van de tegenwoordige ‘Stichting Jacques van Mourik’ kunnen wij veranderingen hierin waarnemen. De eerste jaren van deze eeuw zien we dan als de tijd waarin verschillende kunstenaars naar Plasmolen kwamen. Zij schilderden in het begin nog veel in de trant van de ‘Haagse School’, maar toch ook al vanuit hun eigen gevoel, sommige van hen op expressionistische, anderen op theosofische, of impressionistische wijze.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog (19141918) namen veel Belgen hun toevlucht tot het neutrale Nederland. Enkele kunstenaars onder hen gingen naar Plasmolen, zoals Constant Permeke en Jules Brouwers. Zij brachten hun eigen manier van werken mee. De jaren ’20 leken een uitlaatklep na die oorlogstijd. Deze periode noemt men ook wel de ‘Roaring Twenties’. De Plasmolense schilders kwamen wel eens in Amsterdam en hebben dit waarschijnlijk echt wel geweten, maar lieten het ‘Roaring’ aan zich voorbijgaan. Als schilders voelden zij zich meer verbonden met de pracht en praal van de natuur zoals ze die in Plasmolen toen nog om zich heen zagen, meer dan tegenwoordig want er is helaas al veel moois van verdwenen.
Crisisjaren en oorlog.
Tijdens de crisisjaren van ongeveer 1930 tot aan de Tweede Wereldoorlog (19401945) heerste er veel armoede. Met name in de gemeente Mook en Middelaar was het zelfs zó erg dat, volgens een brief van burgemeester Sengers, de inwoners niet in staat waren een bijdrage te leveren aan een collecte voor het Rode Kruis! Schilderwerken uit die periode werden vaak geruild tegen bijvoorbeeld een maaltijd. De enkele betaalde opdrachten voor portretten van -meestal deftige- dames zullen de kunstenaars heel welkom zijn geweest! Tot overmaat van ramp brak de Tweede Wereldoorlog uit. In onze omgeving waren vooral de laatste septemberdagen van 1944 tot in april 1945 met het immense ‘Ardennenoffensief’ van Duitsers en het gevecht daartegen van de geallieerden, zwaar. Het oorlogsgeweld met de hiermee gepaard gaande vernielingen dwongen de inwoners van Mook en Middelaar en met hen de Plasmolense kunstenaars, te evacueren naar ‘her en der’. Bij hun terugkomst zagen sommige kunstenaars veel van hun werken in de vennen achter het huis van Jacques van Mourik drijven, onherstelbaar vernield! Aan de hand van foto’s en vanuit hun herinnering probeerden Jacques van Mourik en anderen deze werken opnieuw te schilderen of te tekenen. Julia van Verschuer maakte een litho van een kas die ze vernield aantrof. Chris Le Roy kwam weer naar zijn geliefde bossen en verbeeldde hier ter plekke wat hij om zich heen zag, bijvoorbeeld de vernielde bomen, of wat van de planten over was. Hij vond het verschrikkelijk en noemde zijn werk vlak na de oorlog nogal eens: ‘Geschonden wereld’.
Veranderingen.
Na de Tweede Wereldoorlog gingen de Plasmolense kunstenaars een heel ‘nieuwe’ wereld in. Er was een andere maatschappij ontstaan. Met de hulp van het Marshallplan werden Nederland en tegelijkertijd de inwoners van Mook en Middelaar welvarender. Sociale regels en omstandigheden veranderden. Men had elkaar niet meer zo nodig als toen iedereen nog arm was.
Jacques van Mourik Geuldert met torenhuisje


Het aloude vanzelfsprekende ‘noaberschap’ (burenhulp) verdween geleidelijk aan, er kwam een plícht tot burenhulp voor in de plaats. De maatschappij werd wereldser en individueler. Ook het religieuze aspect werd minder belangrijk. Technische ontwikkelingen versnelden. Uitvindingen en ontdekkingen uit de negentiende eeuw kunnen nu verbeterd worden toegepast en uitgevoerd, zoals de (foto-) camera die in 1888 werd ontdekt. De televisie kwam later: vanaf 1926, maar pas in 1950/1951 kwam deze als ‘kijkkast’ voor iedereen beschikbaar.

Mogelijk veranderde door de maatschappelijke veranderingen ook de manier van werken voor jongere kunstenaars. Sommige kunstenaars die vóór de evacuatie bij Plasmolense schilders ondergedoken hadden gezeten, maakten nu geheel andere kunst, het grafische werk. Kunst lijkt een weerspiegeling van veranderingen in een bepaalde periode. Na de oorlog vestigde zich een aantal van hen in Cuijk. Zij werden later de ‘Cuijkse groep’ genoemd. Bij deze groep vinden we onder anderen Ap Sok en Enno Brokke. Hun werk is summier, soms niet meer dan een paar ‘strepen’ op de achtergrond. Deze grafische kunstwerken tonen een verruimde blik, bevrijdend bijna. Het is alsof zij de wereld om zich heen van buitenaf bekeken en daarmee ook hun onderwerpen wat ruimer konden zien. De Plasmolense

Joop Uittenbogaard Ven in herfstkleuren
Theo Deckers Het Groene Water
schilders zaten meer middenin hun objecten, dichtbij, zoals we bijvoorbeeld zien aan de ‘Gruwelen’ van Chris Le Roy (vernielde boomstronk), zijn ‘Geschonden wereld’, of aan het ‘Groene Water’ (in de zomer), door velen geschilderd, onder wie Theo Deckers.
Tegenwoordig is er in en rond Plasmolen een nieuwe groep beeldende kunstenaars komen wonen en werken. Zij uiten zich weer op een andere manier dan hun voorgangers uit de eerste helft van de twintigste eeuw, al worden ook zij geinspireerd door de mooie natuur hier. Helaas is van die prachtige natuur al veel verloren gegaan in de loop der tijd.
Op onze website: www.stichtingjacquesvanmourik.nl is meer informatie te vinden, ook over de exposities in KunstLokaalMook.

Deze zijn op zondagen tussen 11.00 en 16.00 uur te bezoeken op Rijksweg 86, vlakbij de parkeerplaats op het Raadhuisplein bij de kerk gelegen. Locatie: 6585 AP, Mook.
Bronnen en literatuur; - Gemeente Archief Mook.
Rond De Grenssteen nr. 94 (2010) p. 8 en 9. - Internet. - Margreet Janssen Reinen, Schilderachtig toerisme (Molenhoek 2002). p.39. - Simon Adams en anderen/ vertaling van Henk Moeshagen, Complete geschiedenis van de negentiende eeuw,
Uitvindingen en ontdekkingen (Rebo International, 2008, 2010/4e druk). De toegang tot de exposities is gratis. Een vrijwillige bijdrage is zeer welkom!