Reflectie in actie
2.1 Definiëren van de aanpak
2.1.1 De vijf-stappen-aanpak
Op basis van de try-out zijn aan het begin van het project vijf stappen geformuleerd die de makers en deelnemers in vijf maanden doorlopen. Gedurende het onderzoek heeft het team de drie maaktrajecten gevolgd en met de makers gereflecteerd op welke tools hen hielpen om in elke stap het gewenste effect te bereiken. Zo starten we bij het verder definiëren van de aanpak en de randvoorwaarden die nodig zijn om met deze aanpak te werken. In de bijlage hebben we een uitgebreid verslag opgenomen van hoe in elk maaktraject invulling werd gegeven aan de stappen.
In deze paragraaf beantwoorden we de eerste subvraag: Met welke praktische toolset wordt er invulling gegeven aan de fasen van de Iedereen wordt mens-methode? Wat zijn de voorwaarden om de werkwijze succesvol toe te passen?
Inzicht:
Door een zo gelijkwaardig mogelijke ontmoeting ontstaat er een vertrouwensrelatie tussen theatermakers en deelnemers.
De theatermakers lopen aan het begin van het project eerst een periode mee in de winkel, waar ze samenwerken met andere medewerkers. De theatermakers worden ingewerkt. Eerst met een afstemmingsgesprek tussen leidinggevenden, het team van Ruimtekoers en de theatermakers, waarin een veiligheidsprotocol wordt opgesteld en regelmatige check-ins worden ingepland in de agenda. Daarna worden de theatermakers door medewerkers ingewerkt in de winkel.
De theatermakers ontmoeten zo de deelnemers op een gelijkwaardige manier en in een omgeving waar de deelnemers zich thuis voelen. Hier zetten de theatermakers geen specifieke tools in maar maken vooral veel praatjes en verdiepen zich in deze voor hen nieuwe omgeving. De deelnemers zijn hier in de positie van de expert. Zij werken de theatermakers in, en nemen hen mee in de dagelijkse gang van zaken. Uit gesprekken met deelnemers blijkt dat zij dit persoonlijke contact aan het begin van het project erg waarderen.
“Volgens mij zijn ze voor het sociale, voor het samen zijn hier binnen het bedrijf heel belangrijk, ze doen overal een bepje.”
– theatermaker
Stap 2: Verdiepend kennismaken
Inzicht:
Doordat de theatermakers ‘iets teruggeven’ verdiept de relatie én wordt materiaal verzameld voor het presentatieconcept.
In stap 2 maken de makers zich stap voor stap kenbaar als theatermaker of creatieveling op een wijze die hen past. De makers ontwikkelden ‘artistieke interventies’ in de winkel zoals een muur waarop quotes kunnen worden geplaatst of kletstafels waar het thema ‘filter op je gedachten’ centraal staat. Zo komen dromen, wensen, uitdagingen en beslommeringen op de werkvloer naar voren, die vervolgens de inspiratie zijn voor het concept van de presentatie.
Met de interventies geven de makers ook iets terug en maken zichzelf daarmee kenbaar als theatermaker. Het teruggeven is iets artistieks zoals een liedje, een quote, een gezamenlijke activiteit of een verdiepend gesprek: een talent van de theatermaker. Met de interventie wordt het medium ‘kunst’ geïntroduceerd in een omgeving waar dat vaak (nog) niet plaatsvindt. Het is daarmee een interruptie van het bestaande.
Stap 3: Samen maken
Inzicht:
Door samen te maken ontstaat er ruimte voor niet eerder vertelde verhalen en verborgen talenten.
Dan is het tijd om samen maar de presentatie toe te werken. We zien dat, door samen te werken in een culturele activiteit, de ervaringen en de verhalen van de deelnemers tastbaar worden. Het gaat daarbij
“Een van de successen van het project was dat het flexibel was hoeveel mensen er meededen. Van tevoren waren video- en audiofragmenten opgenomen en geschreven samen met medewerkers. Deze werden in simpele scenes uitgebeeld waar iedereen op de dag zelf nog zich voor kon inzetten.”
– deelnemer
om ervaringen en verhalen die op een minder creatieve of minder participatieve manier niet zo snel verteld en gehoord zouden worden. Zo delen veel deelnemers dat ze het hier eerder niet makkelijk over hadden, of dat ze nooit hadden verwacht hun verhaal te vertellen op een podium.
Samen met de makers is dit artistieke proces in kaart gebracht. Daaruit blijkt dat de verschillende makers in alle drie de trajecten werken met een conceptueel raster, waarbinnen ruimte is voor verschillende vormen van samenwerking en invulling met de deelnemers. Vanuit de gesprekken en interventies ontwikkelen de theatermakers een concept voor het uiteindelijke werk. Dat concept bestaat uit een thema, een verhaallijn met een reeks aan scenes die samen ingevuld kunnen worden.
De theatermaker is gebaat bij een concept waarbij er ruimte is voor ieders talent, op en achter het podium. Dit concept is als het ware een ‘raster’ of een ‘collage’ waarop alle ervaringen ruimte krijgen. Zo is er niet één waarheid, maar wél een gezamenlijk concept waar ieder zich in kan vinden. Dit artistieke en dramaturgische raster vormt de kern van de voorstelling.
“Dit gaf ruimte voor de onvoorspelbaarheid van deze deelnemers. Als iemand toch niet durfde of een hele slechte dag had was dit geen reden voor paniek. Tegelijkertijd gaf juist deze opzet ruimte voor deelnemers om in het weekend zelf nog te groeien. Zo was het elke avond een verrassing wie er op het podium stond en groeide dit aantal gedurende het weekend.” – theatermaker
Het invullen van het raster, zoals: het schrijven van de teksten of foto’s van deelnemers met hun gekozen voorwerpen, vormt vanaf dat moment de kern van het traject. De makers gaan opnieuw met deelnemers in gesprek vanuit hun talent, wat willen zij bijdragen aan het concept en de eindpresentatie? Er volgen creatieve sessies, workshops, bijeenkomsten en repetities waardoor iedereen kan bijdragen, van zingen tot het maken van decorstukken.
De afstemming met leidinggevenden vindt continu plaats en is meer gericht op de deelnemers, hoe kunnen zij deze creatieve ervaring zélf gebruiken om stappen te zetten?
Stap 4: Samen vieren en applaus ontvangen
Inzicht:
Het applaus is hét moment dat de deelnemers, leidinggevenden en makers de stappen voelen die zij als individu én als collectief hebben gezet.
In stap 4 presenteren de makers en deelnemers hun werk aan publiek. En dat is soms niet wat opdrachtgevers, makers en deelnemers vooraf hadden bedacht of voorzien. Het samen presenteren geeft letterlijk een stem en een gezicht aan de deelnemer. In gesprekken met deelnemers komt naar voren dat dit voor hen een belangrijk onderdeel is van het traject:
Ook de activiteiten om de presentatie heen worden door deelnemers en begeleiders als waardevol gezien. Tijdens de repetities wordt er samen gegeten, gepraat en gedeeld.. De theatermakers enthousiasmeren deelnemers en zorgen ervoor dat iedereen betrokken blijft.
De eindpresentatie wordt breed aangekondigd. In de stad verschijnen posters, en vrienden, familie en kennissen worden uitgenodigd door de deelnemers. Via Facebook, Whatsapp en Instagram wordt de eindpresentatie gedeeld.
Rondom de presentatie is er een officieel moment met leidinggevenden, directie en bijvoorbeeld een wethouder. Er vindt een publiek gesprek plaats met deelnemers waarbij zij delen over hun ervaringen met het proces. Zo is het applaus dat zij ontvangen voor zowel wat zij hebben gepresenteerd als de reis die zij hebben afgelegd. Dat proces wordt gedeeld in speciaal gemaakte procesflyers.
“De presentatie werkt twee kanten op. Het verhaal dat bezoekers ervaren is ontzettend waardevol. Maar het applaus wat de deelnemers ontvangen is het een kroon op hun proces. Daardoor groeien ze.”
– theatermaker
Stap 5: Samen evalueren
Inzicht:
Samen terugblikken is het markeren van positieve herinneringen die bijdragen aan stappen in de persoonlijke ontwikkeling.
Na afloop wordt het maaktraject samen geëvalueerd. Samen evalueren gaat over het samen terugblikken op de eindpresentatie en het proces daarnaartoe. Deelnemers herkennen ontwikkeling in elkaar en benoemen dat. Ze geven elkaar en zichzelf complimenten over hun rol bij de voorstelling. Zo delen de makers in een ongedwongen sfeer foto’s van de voorstelling of kijken ze video’s van de eindpresentatie.
Er wordt ruimte gemaakt voor het ophalen van positieve herinneringen. Leidinggevenden kunnen dit moment gebruiken om de gezette stappen van deelnemers in kaart te brengen.
“[Deelnemer] deelde zijn herinneringen aan de voorstelling. Het waren zulke expliciete details dat ik zeker weet dat het voor hem een positieve ervaring was. En dat dit positieve herinneringen zijn. En dat is belangrijk.” (filiaalmanager 2Switch)
We zien dat de volgende tools het team hielpen in de evaluatie:
• Voorafgaand aan de eindpresentatie wordt de datum voor het terugkommoment al geprikt.
• De theatermakers en leidinggevenden organiseren het terugkommoment met opnieuw gezamenlijk eten én het uitdelen van foto’s van de eindpresentatie. En wanneer mogelijk door samen een video te bekijken.
• In een gesprek wordt er stil gestaan bij wat het alle deelnemers, ook de makers, heeft gedaan, en wat het proces voor hen heeft betekend.
2.1.2 De rol van de theatermaker in de aanpak
Inzicht:
De theatermaker maakt als rolmodel de weg naar cultuurparticipatie toegankelijker.
Naast de vijf stappen is de professionele theatermaker een belangrijk onderdeel van de aanpak. Zij vertalen de ervaringen op de werkvloer naar een artistiek product van kwaliteit, maar zijn ook van grote invloed op het proces dat de deelnemers doorlopen.
Deelnemers zien de makers als deskundig en geven aan dat het daarom veel doet met hun zelfvertrouwen wanneer een deskundige theatermaker jouw talent ziet en er met je aan wil werken. Dit opende voor een aantal deelnemers ook de weg om meer te doen met kunst en cultuur na afloop van Iedereen wordt mens. Bijzonder, want alle deelnemers geven in de vragenlijst aan voor de start van het project nooit tot vrijwel nooit mee te doen met culturele activiteiten. Voor veel van hen is cultuurparticipatie niet een activiteit waar ze mee opgegroeid of bekend zijn. De theatermaker kan hierin een rol spelen; door het persoonlijke contact wordt de weg naar cultuurparticipatie toegankelijker.
Deelnemer na de laatste repetitie voor de voorstelling: “Ik ga echt naar bed als een ander mens. Ik heb het gevoel dat ik misschien zelfs mijn roeping heb gemist.”
“Ik hoor hoe ze zingen en daar leer ik wat van, en ook gewoon dat ze het lef hebben om het te doen zeg maar. Ik denk als jullie dat kunnen, dan moet ik dat toch ook kunnen. Ze hebben er natuurlijk voor gestudeerd, dus het is een heel ander pakkie an zeg maar, maar toch.”
– theatermaker
Conclusie:
Inzicht:
De theatermaker haalt talenten naar boven, stimuleert creativiteit en ziet mogelijkheden.
De makers zien zelf positiviteit en inspiratie als belangrijke onderdelen van hun rol in het maaktraject.
“Wij zijn eigenlijk de gangmakers hier. We brengen wat positiviteit hier door middel van muziek en theater, we staan de hele tijd aan: positiviteit, positieve energie. Maar we zijn geen sociaal werker en dat is het grootste verschil. We zijn hier niet om mensen te begeleiden, we zijn hier om mensen iets te brengen. Dus dat is eigenlijk mijn rol, en dat we met z’n allen nog iets gaan maken of spelen.” (theatermaker)
Vanuit die positiviteit hebben de makers volgens hen oog voor een andere kant van de deelnemers. Ze onderzoeken samen met de deelnemers welke talenten zij verder willen ontdekken en inspireren zo deelnemers om zich op een andere manier te uiten en te ontwikkelen.
Zoals een theatermaker vertelt: “dat we de creatieve kanten van mensen beter leren kennen in plaats van alleen hun verhaal waarom ze hier zijn of hoe moeilijk ze het hebben.”
2.1 Definitie van de aanpak
Hoewel elke theatermaker diens eigen tools en methodes meeneemt zien we een aantal terugkerende werkwijzen, die we hierboven omschreven. De vijf stappen, het gelijkwaardig ontmoeten, een raster als artistiek concept en een professionele theatermaker die oog heeft voor talent zijn hierin essentiële voorwaarden.
2.2 De effecten van de aanpak
Nu we de aanpak verder hebben gedefinieerd gaan we verder in op de effecten die deze aanpak had op de deelnemers van het project. Deze inzichten komen voort uit observaties van het team en de theatermakers, gesprekken en interviews met begeleiders en deelnemers, en anonieme vragenlijsten die af zijn genomen bij deelnemers.
In wat volgt beantwoorden we de vraag: Op welke manier draagt deze vorm van cultuurdeelname bij aan zetten van stappen? Wat zijn de behaalde effecten? Wat heeft het de deelnemers opgeleverd?
2.2.1 De persoonlijke ontwikkeling van de deelnemers en het ontwikkelen van breder toekomstperspectief
Effect: Deelnemers zetten stappen in persoonlijke én creatieve ontwikkeling.
Uit gesprekken met deelnemers blijkt dat zij zowel op het gebied van persoonlijke ontwikkeling als in hun creatieve ontwikkeling stappen zetten. Zij omschrijven theater als een manier om met je emoties om te leren gaan en zichzelf uit te dagen iets nieuws te leren of te doen.
Een deelnemer vertelt: “In plaats van dat ik alles opkrop kan ik het met zingen eruit gooien, op een verantwoorde manier zeg maar.”
Een andere deelnemer vertelt dat zij meedoet aan de voorstelling vanwege het onbekende, omdat ze ervaart dat ze zich ontwikkelt door het doen van nieuwe dingen: “Als je elke dag hetzelfde doet groei je volgens mij niet”.
Verslaggever Floortje schrijft het volgende fragment op: “Collega Wim staat net even bij de ingang. ‘Hoe vond je het om aan de opening mee te doen?’ vraag ik. Hij vond het leuk, zegt hij met een grijns van oor tot oor. Hij noemt zichzelf een soort stofzuiger. Een goed gesprek met Merel hielp hem om zijn voorwerp te vinden. ‘Ik zuig alles op en op een gegeven moment zit ik vol, dan ontplof ik zowat. Het hielp me best wel om dat op deze manier te bekijken, om beter te doorzien hoe het vanbinnen werkt.’” (fragment uit artikel over De Blauwe Schatkamer)
Effect:
Deelnemers ontwikkelen meer zelfvertrouwen en “selfefficacy” door waardering voor hun creatieve talent.
Door de waardering die de deelnemers ervaren voor hun creatieve talenten, zowel door de makers als door het publiek tijdens voorstellingen, is hun zelfvertrouwen en ‘self-efficacy’ oftewel ‘geloof in eigen kunnen’ toegenomen. Dit effect kwam sterk naar voren in het onderzoek van dr. Natascha Notten naar de aanpak. De volgende fragmenten komen uit interviews die zij voor dit onderzoek afnam:
Een bestuursadviseur van de gemeente Arnhem vat haar ervaringen met het project samen: “Door dingen op die manier te delen krijgen mensen heel positieve reacties, en dat nodigt gelijk uit om weer een stapje te zetten. En daar krijgen ze weer positieve reacties op. Dus het is zo’n opeenstapeling van alleen maar positieve reacties waardoor mensen groeien.”
Een deelnemer vertelt over haar optreden en de enthousiaste reacties die ze daarop kreeg: “Ik denk door de complimenten en ook door de bevestiging van anderen dat ik dan echt pas kan denken van ‘oh, als zoveel mensen het zeggen, nou dan is het misschien toch eigenlijk wel zo’.”
De Filiaalmanager vertelt na de derde voorstelling: “Allemaal zijn ze gegroeid als persoon. Ik denk dat er bij alle deelnemers wel iets blijft hangen waar ze in de toekomst echt iets aan hebben. Ze kunnen altijd zeggen: ‘Kijk dat heb ik gedaan! Ik ben op de voorgrond getreden’. En ja ze kregen hulp, maar ze hebben het zelf gedaan.”
Deze effecten bleken ook uit de vragenlijst die afgenomen is onder deelnemers. Bijna 90% van de deelnemers gaf aan dat ze door deelname meer zelfvertrouwen hebben. Daarnaast geven deelnemers aan dat ze door het project onder andere beter weten wie ze zijn en wat ze kunnen, beter in hun vel zitten en nieuwe dingen hebben geleerd.
Effect: Deelnemers ontwikkelen een breder toekomstperspectief.
Tot slot zien deelnemers, doordat zij meer aangesproken worden op hun creativiteit, meer toekomstmogelijkheden.
Een filiaalmanager vertelt: “Het wordt voor hen mogelijk een creatieve bijdrage te leveren aan iets dat in de toekomst gaat gebeuren. Dat werkt een op een door. Sommige medewerkers kan ik nu meer taken geven.”
Door de activiteiten en aanwezigheid van makers binnen het proces zien de deelnemers concrete mogelijkheden, ze leren vaardigheden en krijgen meer (zelf)vertrouwen.
“Ik denk dat dat [theater] echt onderbelicht is in mijn leven, terwijl ik er zoveel uit haal, ik denk dat ik daar wel iets mee wil doen.”
– deelnemer
2.2.2 Het versterken van sociaal netwerk, sociaal contact tussen collega’s en sociale vaardigheden
Effect:
Deelnemers breiden hun helpend sociaal netwerk uit, leren samenwerken en versterken sociale vaardigheden.
Tijdens het project komen deelnemers in aanraking met collega’s die ze nog niet of minder goed kennen, en natuurlijk met de makers. Door de samenwerking met andere deelnemers rondom theater zien we dat allerlei sociale vaardigheden geoefend worden, vooroordelen worden bijgesteld, vertrouwensrelaties worden opgebouwd, een ingang wordt geboden om de ander (beter) te leren kennen en er buiten de eigen bubbel gekeken wordt. Dat blijkt onder andere uit gesprekken en interviews tijdens en na de presentatie:
Deelnemer na de derde voorstelling: “Het was een manier van samenwerken die ik nog niet heb meegemaakt. Met zijn allen in eenzelfde concentratie zitten.”
Verslaggever Floortje schrijft het volgende fragment op: “Medewerker Marinus is DJ vanavond. Hij maakt in zijn vrije tijd internetradio. Voor de gelegenheid heeft hij een Goudenplatenlijst gemaakt met verzoeknummers van collega’s. ‘Voor dit project wisten mensen dit niet van mij. Ik vond het een uitdaging om iets bij te dragen, toen Merel dat vroeg. Ik heb ook dingen ingesproken voor in de schatkamer, met mijn radiostem.’” (fragment uit artikel over De Blauwe Schatkamer)
De sociale vaardigheden die medewerkers hiermee versterken zijn ook lang na het project nog merkbaar, zo deelt een filiaalmanager: “Hij [deelnemer] was voor de voorstelling maar eventjes in de winkel, daarna weer snel terug naar het magazijn. Nu hij een rol heeft gehad in de voorstelling, loopt hij op z’n gemak de winkel in, maakt een
praatje met collega’s en klanten. Van een schuchter persoon is hij veranderd naar een meer open persoon. Ik weet niet of wij dat hadden bereikt met alleen onze aanpak.”
Effect:
Door samen toe te werken naar een theaterpresentatie ontstaat een groepsgevoel dat verder rijkt dan het project.
Een opvallend onverwachts effect van op deze manier samenwerken is het ontstaan van een hechter groepsgevoel op de werkvloer, een collectief gevoel. Deelnemers en begeleiders geven aan dat dit komt doordat de deelnemers samen persoonlijke en creatieve ervaringen delen.
De bestuursadviseur van de gemeente Arnhem vertelt over toen ze voor de eerste keer bij 2Switch aan de slag gingen: “En de bedrijfsleider daar die zei van ja, dit deed iets met de individuele medewerker en tegelijkertijd ontstond er ook een positieve verandering in de groep. De hele dynamiek tussen de personen veranderde. Je zag mensen veel meer met elkaar delen. Echt heel positief, waardoor ze ook weer van elkaar leerden en groeiden”.
Een filiaalmanager vertelt: “De teksten in de kantine werden de eerste weken niet echt ingevuld. Maar daarna begon het te leven. In de kantine hadden ze het er samen over. Maar ook in het magazijn. Het brengt een gesprek op gang dat er normaal niet was geweest”.
Een deelnemer vertelt: “Ik ben vooral trots op mijn collega’s. Dat we dit samen hebben gedaan. Iedereen deed het zo goed!”
2.2.3 Deelnemers staan in hun kracht (empowerment) en doorbreken vooroordelen
Effect:
Theater is een manier om letterlijk en figuurlijk je stem te laten horen.
Tot slot zien we dat het project effect heeft op hoe deelnemers tijdens, maar ook na het project hun stem laten horen en hun eigen verhaal delen. Voor de deelnemers wordt theater een manier om letterlijk en figuurlijk hun stem te laten horen. Theater en daarmee ook op een podium staan, is het middel waardoor zij wel een plek durven en kunnen innemen in de samenleving.
Zo vertelt een deelnemer dat Iedereen wordt mens hen geholpen heeft om voor zichzelf op te komen: “Juist mijn stem wel laten horen op momenten waarop ik het eigenlijk niet durf”.
Deelnemers laten bovendien hun stem horen op een manier die hen zelf past. De projectleider vertelt daarover: “Iedereen laat de stem horen, voor of achter de schermen. Het een is zichtbaar voor een bepaalde groep en de andere stem voor een andere groep. Dat maakt het project zo interessant.”
Effect:
Theater is een manier om nieuwe perspectieven op jezelf tastbaar te maken en draagt zo bij aan een breder en inclusiever maatschappelijk perspectief.
Deelnemers zien de theaterpresentatie als een manier om zichzelf te laten horen. Dat blijkt ook uit de uiteindelijke presentaties, die persoonlijke verhalen vertellen, maar ook een kritisch geluid laten horen over de heersende norm en de mensen en talenten die hierdoor soms onzichtbaar worden. Door zich op deze wijze uit te spreken dagen deelnemers hun directe omgeving, maar ook de maatschappij, uit om hen op een andere manier te zien.
Zo laten de deelnemers aan hun collega’s, leidinggevenden, begeleiders en overig publiek zien dat zij meer in huis hebben dan mensen van hen denken. Het neemt vooroordelen weg.
“Dat de mensen die hier werken veel meer talenten hebben dan je ziet op een werkdag bijvoorbeeld.” (deelnemer)
De projectleider deelt: “Ik sprak de ouders van [deelnemer]. Ze waren ontroerd. Ze zeiden: ‘we wisten helemaal niet dat onze zoon zo’n mooie stem had!’”
Maar ook het publiek geeft aan op een andere manier naar de 2Switch en haar medewerkers te kijken.
Conclusie:
“De voorstelling raakte me. Ik heb nu meer begrip voor hoe het kan zijn om ‘langs de kant te staan’ en te zoeken naar of te vechten voor jouw plek in onze samenleving.” (Bezoeker voorstelling Safe Space)
De wijsheid dat iedereen ertoe doet (die ik duidelijk uit de voorstelling haalde) werd me voor mijn ogen duidelijk. Ik zag de mensen waar het over ging en ze beeldden hun verhaal uit, maar tegelijkertijd ook dat van mij en ieder ander. (Bezoeker voorstelling Safe Space)
2.3 De waarde van de aanpak
Het is duidelijk dat het project op de deelnemers grote effecten heeft gehad. Maar hoe verhoudt dit zich tot het bestaande hulpaanbod en het arbeidsontwikkeltraject dat wordt aangeboden bij 2Switch en op andere plekken in Arnhem?
In deze paragraaf beantwoorden we de vraag: Op welke manier vormt het aanbieden van cultuurdeelname bij 2Switch een aanvulling op het bestaande participatietraject? En welke kansen zien we op andere plekken of in samenwerking met andere partners?
2.3.1 Lessen voor professionals in het sociale en culturele domein
Inzicht:
Met de aanpak leren professionals uit het sociale en culturele domein van en met elkaar.
2.2 De effecten van de aanpak
Met behulp van de Podium voor Groei-aanpak versterken deelnemers verschillende persoonlijke en sociale vaardigheden en leren ze elkaar en zichzelf op een nieuwe manier kennen. Dat effect reikt verder dan het project. Bovendien dagen deelnemers met het project ook anderen uit hen op een andere manier te zien. Ze laten hun stem horen en bevragen zo het maatschappelijk perspectief op arbeidsontwikkeling.
Uit het onderzoek blijkt dat zowel de makers als de welzijnsprofessionals waarderen dat ze door de opzet van het proces veel van elkaar leren. Bijvoorbeeld over het stimuleren van de persoonlijke ontwikkeling van deelnemers en de manier waarop dit plaatsvindt.
Een van de theatermakers vertelt: “Dat zij [leidinggevende] op de rem trapte in mijn aanpak met hem [deelnemer] was ik niet gewend. Ik wil gewoon door, door, door. Maar hierdoor heb ik geleerd dat sommige mensen een andere, soms wat tragere, maar niet mindere aanpak nodig hebben.”
Een filiaalmanager deelt:
“Door de aanpak van de makers, die vanaf het eerste moment in contact staan met deelnemers, heb ik geleerd dat ik zelf eerder kan gaan ‘doen’. Dat ik de medewerkers eerder dat duwtje geef om het zelf te gaan doen. Ik heb daarin meer vertrouwen gekregen. Ik zie dat overigens ook bij mijn collega’s.”
De artistieke aanpak van de makers is hands-on, direct aan de slag en in verbinding komen met de medewerkers. Dat is een andere aanpak dan 2Switch waar het meewerken in de winkel centraal staat. De artistieke aanpak werkt daarom verfrissend en vernieuwend.
Daarnaast hebben welzijnspartners en makers niet alleen contact met elkaar, maar ook met de projectleiders vanuit Bureau Ruimtekoers. Uit gesprekken en evaluaties wordt duidelijk dat de samenwerking zowel de makers als welzijnswerkers nieuwe kennis, netwerken en ervaring oplevert.
“Kijk, Ruimtekoers heeft natuurlijk heel veel ervaring in de wijken, en hun ervaring kunnen we dan ook meenemen binnen de muren van 2Switch.” (filiaalmanager 2Switch)
Inzicht:
De toevoeging van cultuurparticipatie geeft welzijnsprofessionals uiteindelijk meer ruimte maar vraagt in eerste instantie om pro-actieve begeleiding.
De samenwerking binnen het project en de ontwikkelingen die daaruit voortkomen, kunnen er ook voor zorgen dat er voor de sociale professionals meer ruimte vrijkomt voor medewerkers die meer aandacht nodig hebben.
“Door het zelfvertrouwen gaan ze [de deelnemers] meer zelf oppakken en zijn begeleidingsgesprekken minder nodig of minder lang. Dus dat houdt in dat ik meer ruimte krijg voor andere mensen of andere dingen.” (filiaalmanager 2Switch)
Maar deze domeinoverstijgende samenwerking brengt ook uitdagingen met zich mee. Deelnemers zetten grote stappen en durfden veel nieuwe ervaringen op te doen door samen te werken met de theatermakers. Dat zorgde voor prachtige uitkomsten, maar ook soms voor spanning op de werkvloer. Het verleggen van grenzen en het aangaan van nieuwe uitdagingen is voor medewerkers een kwetsbaar proces dat veel begeleiding en soms ook afremming vraagt.
“Het ontbreekt ons aan uren om goed te kunnen reageren op het proces. We zien veel, en praten veel, maar eigenlijk willen we er proactief op handelen in plaats van nadien op reflecteren met de medewerkers. Die tijd ontbreekt nu.” (filiaalmanager 2Switch)
2.3.2 Waarde van de aanpak voor Arnhem als het gaat om participatie
Effect:
Minder maatschappelijke kosten, meer cultureel, sociaal en economisch kapitaal.
De aanpak draagt bij aan het zichtbaar maken van een groep inwoners van de stad Arnhem die niet goed gezien wordt, en die – zoals de groep zelf vertelt – veel te maken heeft met vooroordelen vanuit de rest van de samenleving.
“Want stel dat we dit, wat we dan nu hier gedaan hebben, ook nog bij allerlei andere instanties zouden kunnen doen. Hoe meer mensen je in de stad kan bereiken, hoe meer begrip er voor elkaar zou komen. Dus dat dat eigenlijk als een soort olievlek over de stad kan gaan.” (filiaalmanager 2Switch)
Het proces draagt volgens de geïnterviewden en dr. Natascha Notten ook op verschillende manieren bij aan minder maatschappelijke kosten. Bijvoorbeeld door het stimuleren van zelfredzaamheid en daarmee het stimuleren van preventie, waardoor minder beroep wordt gedaan op hulpverlening of financiële ondersteuning vanuit de gemeente.
Daarnaast, zo concludeert Notten, draagt de aanpak bij aan de toegankelijkheid van kunst en cultuur, en worden er ook nieuwe vormen en uitingen van kunst en cultuur gecreëerd. Bovendien stimuleert het sociale cohesie, zowel binnen het proces als daarbuiten. Kortom, het project draagt zichtbaar een bijdrage aan het cultureel, sociaal en economisch kapitaal van de stad Arnhem.
Deelnemers geven aan dat zij hopen dat het project bovendien bijdraagt aan een menselijkere aanpak voor arbeidsontwikkeling. Een deelnemer geeft in een interview aan dat zij hoopt dat door de muzikale voorstelling professionals betrokken bij activerende werktrajecten “toch iets meer naar de mensen in die trajecten kijken als echt mens, en niet alleen maar als een traject, of een nummer of weer een casus. Maar echt een mens.” (uit onderzoeksrapport dr. Natascha Notten)
Conclusie:
2.3 De waarde van de aanpak
We zien veel kansen om deze aanpak met nog meer partners op nog meer plekken in te zetten. De aanpak ondersteunt de bestaande aanpak voor arbeidsontwikkeling, en versterkt deze met een leerproces dat professionals uit het culturele en het sociale domein samen aangaan. Tegelijkertijd zien we dit ook als een grote kans voor Arnhem als stad. Uit het onderzoek blijkt dat de aanpak bij kan dragen aan meer begrip en tolerantie in de stad, en dat het preventief kan werken wat leidt tot minder maatschappelijke kosten.
2.4 De inbedding van de aanpak
Tot slot beantwoorden we de laatste subvraag: Welke stappen moeten nog gezet worden om de aanpak structureel in te bedden? Wat hebben partners hiervoor nodig? Welke praktische tools zijn hiervoor?
In deze paragraaf analyseren we onder welke voorwaarden het project succesvol voor langere tijd ingebed kan worden in de stad.
2.4.1 Draagvlak en eigenaarschap
Voorwaarde:
Artistieke, sociale en organisatorische verantwoordelijkheden zijn verdeeld.
Voor alle betrokkenen was de samenwerking een sprong in het diepe. Er is gewerkt met vertrouwen in elkaars kwaliteiten en professionaliteit en een groot aanpassingsvermogen. Terugkijkend ziet Ruimtekoers echter dat een bredere (bestuurlijke) samenwerking ontbrak, de directie van 2Switch is niet aangesloten geweest bij het project. Waardoor eigenaarschap bij 2Switch niet werd gevoeld.
We zien kansen voor een inbedding waarbij gedeeld eigenaarschap is over het project door verantwoordelijkheden te delen. Een samenwerking ziet er dan in grote lijnen alsvolgt uit:
• De arbeidsparticipatie-organisatie is verantwoordelijk voor de projectcoördinatie, het faciliteren van het maaktraject en de theatermakers op de werkplek, het tweewekelijks reflecteren, en het begeleiden van medewerkers bij hun persoonlijke stappen door het meedoen aan het project.
• De projectorganisatie is mede verantwoordelijk voor de projectcoördinatie, penvoering naar partners en fondsen, projectcommunicatie tussen partners, externe communicatie over het project, coördinatie van reflectiesessies, productionele en artistieke ondersteuning aan makers bij voorstelling.
• De theatermakers zijn verantwoordelijk voor de artistieke uitvoering van het project, het ontwikkelen en realiseren van het concept, het opstellen van uitvoeringsplannen en het begeleiden van deelnemers in het maaktraject.
2.4.2 Herhaling en langdurigheid
Voorwaarde:
Neem de tijd, het kost tijd om de aanpak op een locatie te laten landen, maar de impact groeit bij elke herhaling.
Uit gesprekken met de theatermakers en de projectleider blijkt het belang van herhaling en langdurigheid voor het inbedden van de aanpak op een locatie. Om een vertrouwensband aan te gaan, om aan te sluiten bij de behoeften van de deelnemers, om samen een maakproces door te gaan vraagt gewoon veel tijd. Uit de interviews blijkt dat ‘duurzaam en langdurig’ nodig is om echt aan te kunnen sluiten bij de behoeften van de deelnemers. Een ander voordeel van langdurig ergens zijn is dat mensen een nieuwe theatermaker eerder of sneller vertrouwen wanneer het project hen bekend is.
Een theatermaker vertelt over de eindigheid van het project het volgende: “Daardoor ben ik mij ook al wel een beetje zorgen aan het maken. Oké, wat als wij weer weggaan? Want dat gaat natuurlijk komen. En dan hoop ik dat we genoeg impact maken dat echt een grote verandering teweeg kan brengen bij mensen. Maar dat is niet altijd, zo merk ik ook dat we bij sommige mensen weer steeds opnieuw een soort motortje aan moeten zetten.”
We zien dat in Arnhem, waar het project nu driemaal is uitgevoerd op dezelfde locatie van 2Switch, de effecten elke ronde sterker worden. Deelnemers treden op als ambassadeurs voor het project en motiveren collega’s om ook mee te doen, bovendien blijven zij zelf nieuwe stappen zetten in hun persoonlijke ontwikkeling.
2.4.3 De juiste theatermaker
Voorwaarde:
De theatermaker heeft een persoonlijke drive om iets te kunnen betekenen voor de samenleving en kan dit vooropzetten in het maakproces.
Uit het onderzoek kwamen een aantal kwaliteiten en vaardigheden naar voren waar een theatermaker die met deze aanpak gaat werken over moet beschikken. Het selecteren van de juiste makers zien we als een belangrijke voorwaarde voor succesvolle inbedding.
De makers geven aan dat om met deze aanpak te werken – waar maatschappelijke inclusie voorop staat – je oprecht interesse moet hebben in wat andere mensen beweegt. De makers geven aan dat het belangrijk is om vanuit een persoonlijke drive of ambitie iets te willen betekenen voor de groep mensen waar je mee werkt. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de makers allemaal ervaring hebben met community arts, zowel vanuit hun opleiding als in werkervaring.
Tussen de mensen zelf zijn en werken vinden zij waardevol: “dit project heeft veel directer impact dan een voorstelling in het theater zelf spelen.” – theatermaker
Wat de makers ook delen is het besef dat zij hun eigen kunstzinnige doelen niet vooropstellen, maar zich opstellen ten dienste van de deelnemers. En dat kan volgens hen niet iedere theatermaker.
“Ik denk ook niet dat het ligt aan een maakstijl, maar puur qua persoon. Je moet niet je beste en grootste voorstelling met 5 sterren in de theaterkrant willen maken hier. Het gaat echt om de mensen, dat moet je kunnen.”
– theatermaker
“Je moet je ego opzij zetten, je moet gewoon 10 keer een andere bocht nemen of meebewegen.” – theatermaker
2.4.4 Faciliteren van de theatermakers
Voorwaarde:
De makers krijgen artistieke vrijheid en worden productioneel ondersteund.
De makers geven aan dat zij artistieke vrijheid nodig hebben om hun werk goed te doen. Deze artistieke vrijheid en het vertrouwen van Ruimtekoers is volgens hen een essentiële voorwaarde om een maaktraject te ontwikkelen in deze context. Daarnaast waarderen zij ook de praktische ondersteuning in het maaktraject.
“De ondersteuning van Ruimtekoers is heel fijn, dat wij niet bezig hoeven te zijn met ‘kan dit wel.” – theatermaker
Voorwaarde:
De makers worden sociaal-inhoudelijk ondersteund en hebben zo de handen vrij voor het artistieke proces.
Daarnaast geven de makers en de projectleider aan dat voldoende ondersteuning van de sociale partner nodig is. Omdat het eindresultaat onduidelijk is, en daarmee het proces ook, dienen leidinggevenden en de makers goed op elkaar aangesloten te zijn.
Bijvoorbeeld doordat een leidinggevende meedoet aan het proces en daarmee direct ook de sociale kant van het proces kan monitoren en bijsturen.
“Het is wel sociaal wat we doen, maar als maker benader je dat toch vanuit het artistieke. Deze ruimte hebben we nodig om de stappen te zetten met mensen. We zijn daarnaast niet opgeleid tot sociaal werker, dus dat moeten we dan ook niet doen.” – theatermaker
Voorwaarde:
De makers werken samen of alleen en kunnen dan gebruik maken van extra ondersteuning.
Tot slot hadden de makers ook veel aan elkaar. In Arnhem werkten de makers in een duo, in Zutphen werkte een theatermaker alleen. Hoewel beide aanpakken voor- en nadelen hadden bleek afstemming en hulp van andere makers essentieel.
Door samen te werken, kunnen taken en verschillende rollen verdeeld worden. Bovendien kunnen makers elkaar aanvullen op het gebied van artistieke of inhoudelijke expertise, maar ook op persoonlijkheidskenmerken. Bijvoorbeeld als de ene theatermaker meer gestructureerd is dan de ander. De makers in Arnhem vertellen ook dat na intensief contact met een deelnemer het soms nodig is dat een ander het overneemt.
“Met zijn tweeën is er gewoon meer mogelijk. Ik denk dat één theatermaker de voorstelling niet had kunnen maken, je hebt meer mensen nodig, al is het maar om 15 lichtstanden te programmeren.” – theatermaker
De theatermaker die alleen werkte gaf aan van tijd tot tijd een sparringpartner te missen. Zij nodige aan het einde van het proces andere makers uit om haar te ondersteunen in het maken van een video of een illustratie. Door alleen te werken voelde ze zich bovendien kwetsbaar waardoor ook zij, net als de deelnemers, over een drempel heen moest stappen om contact te maken. Hoewel dit een uitdaging was, zorgde het ook voor een verrassende uitkomst:
“Ik denk dat juist doordat ik alleen was en werd gedwongen om het contact te maken met anderen. Dat heeft bijgedragen aan dat het project uiteindelijk van iedereen is geworden, en niet alleen iets van mij als kunstenaar.” – theatermaker
Conclusie:
2.4 De inbedding van de aanpak
Het onderzoek naar Iedereen wordt mens heeft ervoor gezorgd dat de partners samen een vervolg hebben vormgegeven waarin ze stappen zetten naar langdurige inbedding. Belangrijke voorwaarden die we hierin meenemen zijn het helder verdelen van verantwoordelijkheden, het realiseren van meerdere rondes op een locatie en het kiezen van de juiste makers en hen op de juiste manier ondersteunen in het proces.