1984 Onze accommodatie is altijd goed voor elkaar
HET JAAR 1982 KRIJGT ROHDA EEN “VOETBALHAL”, HET JAAR 2022 WAT DOEN WE MET ONZE “VOETBALHAL”? DOOR HARRY MEIJER
Tijdens de nieuwjaarstoespraak op 3 januari 1982 sprak toenmalig voorzitter de heer Dieks Kodden de 100 aanwezige leden toe en wenste allen het beste in het nieuwe jaar. In zijn speech zegt de voorzitter iets waar niemand op had gerekend. Hij zei woorden van de volgende strekking: “Wij, het bestuur van Rohda, onderzoeken momenteel of we een overdekte sporthal, -een overdekt gebouw-, kunnen bouwen. Het is namelijk zo, dat er ’s winters nauwelijks buiten getraind kan worden. Het is natuurlijk ideaal, als daarvoor een uitwijkmogelijkheid aanwezig is. Dit idee moet vanzelfsprekend verder uitgewerkt worden. We moeten met name berekenen of iets dergelijks te exploiteren is. Daarbij gaan bijvoorbeeld de gedachten uit naar de scholen in Raalte, die de hal voor hun gymnastieklessen overdag kunnen gebruiken. Het Rohda-bestuur is een en ander aan het uitzoeken, maar het leek ons een leuke mededeling voor deze nieuwjaarsreceptie.” Deze mededeling overviel trouwens iedereen en werden er grappen en grollen over het idee gemaakt, maar Rohda zou Rohda niet zijn als dit initiatief niet van de grond zal komen. Uit ’n volgend telefoongesprek tussen voorzitter Kodden en de Bultredactie benadrukte de heer Kodden dat de ideeën nog erg pril zijn. “Wij hebben er in het bestuur slechts tweemaal over gepraat. Er is nog geen contact geweest met
6 • DE BULT
andere verenigingen, de Gemeente Raalte, of eventuele gegadigden voor de bouw.” De voorzitter sloot het gesprek af met het verzoek: “Maak er maar niet te veel tamtam van, want daarvoor hebben we er nog te weinig over gepraat.”
Nou de tamtam kwam er dus wel terdege. Dit initiatief is toch vrij uniek in de voetballerij, vooral in deze moeilijke tijden van economische malaise. Slechts enkele voetbalhallen staan er nog maar in Nederland. Maar Rohda wilde graag
dat de leden (zeker pupillen en junioren) in de “stille perioden” in de hal actief kunnen blijven. Om het karwei vakkundig aan te pakken werd een commissie benoemd, bestaande uit Harry Reekers, Anton Holterman, Hessel Hilbers en voorzitter