Roede van Tielt jaargang 2008

Page 153

Onder die eenige kinderen bevond zich allicht Ulrick Minne (°19.11.1870), het jongste zoontje van Eugeen en Julia Destella, dat toen nog lager onderwijs volgde. Lang zal de vreugde van onze idealistische school­ meester echter niet duren. In het begin van het schooljaar 1881-1882 reageerde gemeentesecretaris Louis-Aimé Opsomer ietwat gepikeerd op de vraag van hogerhand of Gustaaf-Victor Brûlez geen assistentie nodig had: Overwegende dat de gemeentelyke school van meester Bmlez verre van eenen hulponderwyzer noodig te hebben, zelfs geene hoegenaamde bezig­ heid geeft aan den meester zelf terwyl er geen een kind ter schoole gaatm. Het schooljaar 1881-1882 betekende de doodssteek voor het neutraal gemeentelijk onderwijs in het dorpscentrum in Dentergem. Zoals gemeld verliet Julie-Octavie Bubbe op 15 04.1882 de gemeente en constateerde Gustaaf-Victor Brûlez dat er begin oktober 1881, na de “grote vakantie” (de laatste 2 weken van september), niemand meer kwam opdagen. Hij zal nog bijna 2 jaar in het schoolhuis in de Dreve blijven wonen, waar­ voor hij zowel in 1881 als in 1882 maar liefst 1835 fr. opstreek180181. In hoeverre juffrouw Bubbe en meester Brûlez door de lokale bevolking geviseerd werden, zoals in vele andere gemeenten eerder regel dan uit­ zondering was, is ons niet echt duidelijk. We vermoeden dat het voor beide onderwijzers al met al meeviel; de bisschoppelijke bronnen reppen er alleszins met geen woord over. Zoals gemeld huurden nogal wat Dentergemnaren hun woonst van Eugeen Minne en was het dus niet aangewezen hun liberale huisbaas voor het hoofd te stoten. Een grote rol speelde ongetwijfeld de wijze pastoor Scherpereel, die er alles aan deed om in deze penibele tijden min of meer de rust te bewaren. Dit in tegenstelling tot enkele van zijn confraters, die er een waar genoegen in schiepen de subversieve parochiale elementen het leven zuur te maken. Zo stigmatiseerde de pastoor van Desselgem vanop de preekstoel de leden van het officieel schoolcomité en vroeg hij de gemeenteonderwijzer en zijn “onwillige” leerlingen achteraan in de kerk plaats te nemen. In Dentergem mochten alle kinderen gaan zitten waar het hen beliefde182. 180 181 182

G.A.D., nr. 2.075.1.077, o.c., zitting 15.10.1881. G.A.D., nr. 2.073.521.8, o.c. M. DELMOTTE, Om de ziel van het kind..., o.c., 18d’jaarboek, 1990, p. 474-479. De voorbeelden van pesterijen allerhande in de andere gem eenten w aren legio. In Zwevegem bv. weigerde een slagerin m eester Pieter-Jan Holluyn vlees te verkopen, in Vichte m aakten sommige inwoners een kruisteken toen ze onderwijzer Raemaekers ontm oetten, in Izegem scholden de vrije m eesters hun collega uit voor “zoeloe” en “m ensenvreter”, in Wakken riepen jonge schavuiten naar m eester Vandermeiren Dikkekop, de mane schijnt, de in Oostrozebeke aangestelde hulponderw ijzer Trué vond nergens onderdak en overnachtte dan m aar in W aregem, in Anzegem w erden de ruiten van de onderw ijzersw oning aan diggelen gegooid...

147


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.