2012216 reddingwezen 4 v6

Page 1

nederlands tijdschrift voor ehbo en reddingwezen

augustus 2012 - nummer 4

Bedrijfshulpverlening op Schiphol Een kijkje achter de schermen

Ziek op grote hoogte Afdalen belangrijkste behandeling

The HagueBeijing Challenge 2012 Koert-Jan de Bruijn en Horace Cohen zijn weer terug

Pech onderweg


Redactieadres Dr. C.J. Mijnlieff-huis Scheveningseweg 44 2517 kv ’s-Gravenhage Telefoon 070-338 32 32 Postrekening 318696

Redactie Afdeling Communicatie van Het Oranje Kruis

Eindredactie

Inhoud

Colofon

111

Ineke Kouwenberg, TIK tekstproducties

Administratieadres Het Oranje Kruis Postbus 16462 2500 BL Den Haag Telefoon 070 - 3383232

Abonnementsprijs €21,50 per jaar

Opzeggen

Abonnementen dienen schriftelijk te worden opgezegd.

Conceptontwerp en vormgeving www.balyon.com issn: 0925-6040

Overnemen artikelen en foto’s Artikelen uit Redding­wezen mogen – mét bronvermelding – in het algemeen worden overgenomen. Wanneer echter een auteur is vermeld, dient deze apart toestemming te geven. In beginsel is dan copyright verschuldigd. Dat geldt ook voor het overnemen van foto’s bij artikelen.

augustus 2012, nummer 4 Tweemaandelijks tijdschrif t van de Stichting Koninklijke Nationale Organisatie voor ­R e d d i n g ­w e z e n e n E e r s t e H u l p b i j O n g e l u k ke n H e t Oranje Kruis, tevens of f icieel orgaan van de Stichting Maat schappij tot Redding van Drenkelingen en de Nederlandse Vereniging van Arts-Docenten in de ehbo. Ar tikelen in Redding wezen behoeven niet bij voorbaat de opvattingen van Het Oranje Kruis weer te geven. Zij kunnen bijvoorbeeld be­doeld zijn opvat tingen van andere te toetsen of een discussie over een onder werp op g ang te brengen. Alleen de berichten met de aanduiding ‘officieel’ zijn formele uitspraken van de Stichting.

Bedrijfshulpverlening op Schiphol

Op de cover Pech onderweg (foto: Dolph Cantrijn)


108 Project Jeugd 108 Gezocht: Eerste Hulp-cursussen en – instructeurs 108 Vakantie ABC 109 Zorg dat je traceerbaar bent! 109 Verkeersveiligheid op basisscholen 109 Postbus 51 verandert van naam en telefoonnummer 110 Studiedag 2012: ‘Eerste Hulp in Meervaart: code oranje’ 110 EHBO-diploma voor studenten Deltion College 111 Bedrijfshulpverlening op Schiphol 114 Tekenbeten. Kleine beet, groot probleem 116 Ziek op grote hoogte 120 ‘Ik heb bulten als eieren gezien!’ EHBO in de kinderopvang 121 Kinderziekten op vakantie 124 Zomerse brandwonden 127 Motorongevallen: hoog energetisch letsel 129 Uitgeslagen tand en ander traumaleed 132 Losliggende takken en ongelijke paden 134 Wat gebeurt er als professionals de reanimatie overnemen 138 LinQ in de Efteling 140 Pech onderweg 143 Provincie Groningen één grote 6-minutenzone 144 Cash4KM: The Hague-Beijing Challenge 2012 146 96e editie Vierdaagse Nijmegen 148 Kaakklem, oorzaken en behandeling

116

127

Kopij volgend nummer

Foto: Het Oranje Kruis

De kopij voor het oktobernummer van Redding­ wezen dient zo spoedig mogelijk bij de redactie binnen te zijn. Inzenders wordt dringend verzocht alléén ‘platte’ tekst in te sturen, zonder speciale of vergrote koppen, uiteenlopende lettertypen, kleuren, balken enzovoort. Deze moeten allemaal worden verwijderd voordat de redactionele bewerking kan plaatsvinden, hetgeen tot nodeloos tijdverlies leidt. Teksten en afbeeldingen bij voorkeur (apart) inzenden per e-mail (redactiereddingwezen@ehbo.nl). Foto’s dienen minstens 2.000 pixels breed of hoog te zijn. Gaarne ook de naam van de maker aangeven.

134

146


Project Jeugd Het Oranje Kruis is geïnspireerd bezig met de vernieuwing van het aanbod van Eerste Hulp-lesmateriaal voor de jeugd. We hebben daarvoor opnieuw gekeken naar de leeftijdscategorieën en de uitgangspunten en doelstellingen opnieuw geformuleerd. Het Oranje Kruis wil daarbij toekomstgerichtheid zijn. Zo wordt er naast de bekende boekwerken wordt tegenwoordig veel gewerkt met onder andere e-learning en mobiele applicaties. Het nieuwe lesmateriaal moet bruikbaar zijn in het basisonderwijs en geschikt zijn voor bui-

tenschoolse organisaties, sport- en scoutingverenigingen. Daarbij is er aandacht voor het overbrengen van toepasbare kennis, maar ook voor plezier en motivatie. Op 12 juni jl. heeft er een rondetafelbijeenkomst plaatsgevonden met een aantal leden van de projectgroep jeugd en deskundigen van buiten Het Oranje Kruis. Men had volop de gelegenheid om actief deel te nemen en ideeën te opperen. Voor de projectgroep zijn hier interessante en bruikbare ideeën uitgekomen. Begin van

het komende schooljaar zal er ook gesproken worden met de jongeren zelf. Vooral van hen is het belangrijk te horen op welke manier zij Eerste Hulp zouden willen leren en in wat voor soort materialen zij geïnteresseerd zijn. De verwachting is dat Het Oranje Kruis in januari 2013 met nieuwe producten voor de jeugd zal komen. Deze zullen dan ook op de Nationale Onderwijs Tentoonstelling, een vakbeurs voor het onderwijs, in januari 2013 gepresenteerd worden.

Gezocht: Eerste Hu cursussen en -inst lpructeurs

Invullen cursus- en instructeurskiezer

Elke maand raadpleg en een kleine 25.000 bezoekers de cursusk iezer op de internetsite van Het Oranje Kruis. Het is daarom belan grijk voor opleiders om hun cursusa anbod op deze site te vermelden. Alleen wanneer een opleider alle opleidingen vermeld t in de databank van de cursusk iezer, bestaat de zekerheid dat be langstellenden complete informatie krijgen over het cursusaanbod op he t gebied van de Eerste Hulp in een ge zochte woonplaats of regio. Opleiders die hun aa nbod op de cursusk iezer willen pla atsen, kunnen dit doen via een eig en wachtwoord

108

Reddingwezen nummer 4

op de website van He t Oranje Kruis: ww w.ehbo.nl/cursu sk iezerrel.htm Om de cursussen in te voeren vullen opleiders eerst hu n relatiecode in, waarna ze zelf ee n wachtwoord kiezen. Bij de tweede keer inloggen (eerst relatiecode, da n wachtwoord) komt de mogelijk he id om de cursusinformatie in te voere n. Dat betreft dan de informatie ov er welke cursus het betreft, kosten, data, locatie en de start- en einddatu m van de cursus. Vul dus snel deze ge gevens zo volledig mogelijk in, vo ordat straks het cursusseizoen weer begint. Alleen dan bent u goed ter ug te vinden voor de startende eersteh ulpverlener. R  w ww.ehbo.nl/cu rsusk iezerrel. htm

Vakantie ABC Speciaal voor de zomerperiode ontwikkelde VeiligheidNL het Veilig op vakantie ABC, met praktische tips en adviezen om veilig de zomer door te komen. De online gids behandelt tal van onderwerpen, van ‘aanhangfiets’ tot ‘zon’. Goed om eens door te lezen, ook als u deze zomer thuis blijft. U vindt de complete gids op de website. R  w ww.veiligheid.nl/tips-en-advies/ vakantie-abc


Zorg dat je traceerbaar bent! Een tip voor watersporters: als je met klein (surf)materiaal het water op gaat, kan het gebeuren dat je je zeil, kite of board kwijtraakt. Je maakt het iedereen (ook jezelf) makkelijker als je voordat je het water ingaat je mobiele telefoonnummer op je materiaal zet. Je hebt je materiaal snel terug en je bespaart de redders een nodeloze en zeer kostbare zoekactie.

Verkeersveiligheid op basisscholen Veilig Verkeer Nederland biedt basisscholen een lesprogramma aan voor groep 7 en 8, dat gericht is op verkeersveiligheid. In samenwerking met een onderwijsdeskundige is een lesprogramma ontwikkeld waarin een breed scala aan leer- en ervaringselementen is opgenomen. Zo

komen de volgende onderwerpen aan bod: • verkeersveiligheid; • inzicht en kennis van het regelen van verkeer met verkeerslichten of rotondes; • spelelementen en onderlinge samenwerking; • belangen rondom het ontwerp en inrichting van een gevaarlijke kruising; • technisch en logisch inzicht.

Laat bovendien de Kustwacht/KNRM niet onnodig naar jou zoeken, wanneer jij veilig aan wal bent maar je board nog ronddrijft. De KNRM heeft een speciale BE TRACEABLE sticker om op je board te plakken, waarop je je naam en mobiele nummer kunt invullen. R  w ww.knrm.nl/preventie/ het-water-op/surfers/

Nieuwe naam en telefoonnummer voor Postbus 51 Rijksoverheid, dat is de nieuwe naam van Postbus 51. Het informatiepunt van de overheid kreeg ook een nieuw telefoonnummer: 1400. Daarmee sluit Rijksoverheid aan bij de nieuwe, zogeheten 14-reeks voor overheden. Met de naam- en nummerwijziging wil de Rijksoverheid de herkenbaarheid voor burgers vergroten.

Verder informatie over het lesprogramma kunt u nalezen op de website. R  w ww.veiligverkeernederland. nl/?q=node/190650

Vragen?

Bel Informatie Rijksoverheid:

1400 (lokaal tarief)

augustus 2012

109


Studiedag 2012: ‘Eerste Hulp in Meervaart: code Oranje’

Het Oranje Kruis is weer druk bezig met de voorbereidingen voor de jaarlijkse studiedag, die plaatsvindt op zaterdag 3 november in de Meervaart in Amsterdam. Het thema van de dag is: “Eerste Hulp in Meer vaart: code Oranje”.

Een aantal workshops en lezingen kunnen we alvast verklappen: een workshop over de HELP! App op de EHBO-cursus, een lezing over incidenten met gevaarlijke stoffen, de workshop ‘Geen mooi-weerEerste Hulp’ over wat te doen bij donder en bliksem, modderstromen of zelfs aardschokken en een bloedstollende ‘trauma-quiz’. Dit is maar een kleine greep uit een boeiend programma vol interessante workshops en lezingen. We heten u graag welkom op zaterdag 3 november in de Meervaart te Amsterdam. Het programma duurt van 10.00 uur tot circa 16.00 uur, waarna er gelegenheid

is met elkaar nog wat te drinken en na te praten. Tijdens de pauzes kunnen de deelnemers een bezoek brengen aan de diverse informatiestands. Vanaf 1 september a.s. kunt u zich op de website www.ehbo.nl inschrijven voor de studiedag. De kosten bedragen € 85,= per persoon, inclusief BTW. Het volledige adres en een routebeschrijving vindt u binnenkort op de website. Daar vindt u ook het volledige programma en inschrijfmogelijkheid. Wij hopen u te mogen verwelkomen!

ehbo-diploma voor studenten Deltion college Op maandag 9 juli 2012 ondertekenden het Deltion College en Het Oranje Kruis een overeenkomst waarin de organisatie van de EHBO-opleiding en diplomering bij het Zwolse ROC ook voor de komende jaren gegarandeerd is. Jaarlijks volgen 1400 Deltion studenten een EHBO-cursus.

Reddingwezen nummer 4

Kruis

110

Boi Jongejan is dan ook verheugd met de voortzetting van de samenwerking. “Dat EHBO-opleidingen structureel binnen het onderwijs zijn opgenomen, juich ik toe. Ook dit is investeren in de toekomst van de studenten en onze samenleving”, aldus Jongejan. Foto: Het Oranje

Het Deltion College leidt al sinds 2006 studenten op voor het EHBO-diploma. Sectordirecteur Gusta van der Zanden benadrukt het belang van het diploma Eerste Hulp van Het Oranje Kruis voor haar studenten. “We werken er graag aan mee om onze studenten het diploma te laten behalen. Ik ben blij dat ze deze extra bagage met zo’n grote maatschappelijke waarde meekrijgen”, aldus mevrouw Van der Zanden. Kennis van Eerste Hulp is vooral belangrijk voor beroepsopleidingen waarbij de student later intensief in

contact staat met groepen medemensen. Zoals de Deltion-opleidingen tot luchtvaartdienstverlener, onderwijsassistent of beveiliger. Maar Auke Woord, docent EHBO, benadrukt dat een Diploma Eerste Hulp niet alleen belangrijk is op het werk, maar ook buiten de werktijden. Hij vertelt het verhaal van een student die een week na het slagen voor het EHBO-diploma zijn eigen vader heeft gereanimeerd. De student kwam later naar Auke toe om hem te bedanken voor de EHBO-lessen. “Dat is waar je het voor doet” zegt docent Woord. De missie van Het Oranje Kruis is de verspreiding van kennis en kunde van Eerste Hulpverlening. De activiteiten zijn er op gericht dat zoveel mogelijk mensen kennis hebben van Eerste Hulp en zodanig geïnformeerd en opgeleid zijn dat men adequaat Eerste Hulp kan verlenen. Directeur


Bedrijfshulpverlening op Schiphol

Op Schiphol is bedrijfshulpverlening een belangrijk onderdeel van het werk van de floormanagers. Zij zijn daarnaast, onder meer, verantwoordelijk voor de beantwoording van vragen van reizigers en zorgen ervoor dat de rijen voor de incheckbalies goed gestructureerd verlopen. Maar niet alleen de floormanagers, ook het security personeel en een deel van het technische personeel zijn

Foto’s: Het Oranje Kruis

in het bezit van een BHV-diploma. De luchthaven telt in totaal zo’n 400 BHV-ers. Matthijs van der Tang, communicatiemedewerker van Het Oranje Kruis, nam voor Reddingwezen een kijkje achter de schermen van de bedrijfshulpverlening op Schiphol.

augustus 2012

111


“Schiphol heeft een eigen alarmcentrale dat rechtstreeks gebeld kan worden op 020–601 22 22”

Alarmcentr ale Schiphol

Schiphol heeft een eigen alarmcentrale. 1-1-2 werkt er natuurlijk ook, maar als u op de luchthaven bent en er is sprake van een noodgeval, dan kunt u beste rechtstreeks het alarmnummer van Schiphol bellen: 020-6012222. Zodra de alarmcentrale een melding krijgt van een ongeval waarbij Eerste Hulp nodig is, legt de centrale contact met de BHV’ers. Zij horen via de portofoon wat de situatie is en gaan zo snel mogelijk naar de plek des onheils om daar de nodige hulp te verlenen.

grond terecht was gekomen. Uit zichzelf kon zij niet opstaan, met een beetje ondersteuning werd zij in een rolstoel gezet en vervoerd naar de Eerste Hulppost van de kliniek op Schiphol: Airport Medical Services. Helaas kon dit echtpaar hun reis niet voortzetten.

Airport Medical Services Airport Medical Services verleent professionele medische zorg. Of het nu gaat om ernstige ongelukken of minder urgente zorg. In de kliniek zijn altijd verpleegkundigen aanwezig, overdag is er ook een arts in de kliniek en ’s nachts is deze oproepbaar. De kliniek heeft diverse behandel- en rustkamers en een eigen apotheek waar men direct na het bezoek van een arts medicatie op kan halen. Airport Medical Services is er niet alleen voor reizigers, ook mensen van buitenaf en werknemers van Schiphol kunnen er gebruik van maken. Zo kunnen de ruim 63.000 werknemers er terecht voor hun vaccinaties. De kliniek is dag en nacht beschikbaar en hanteert het zogenaamde walk-in concept, waarbij een afspraak niet nodig is.

Bedrijfshulpverleners

Zo kwam er op de dag dat Matthijs meeliep een melding binnen bij de alarmcentrale. Een vrouw was gevallen door duizeligheid. Toen de BHV’er arriveerde op de aangegeven locatie, lag een wat oudere vrouw op de grond. Ze kon zich niet meer herinneren dat ze was gevallen. Haar man vertelde dat ze hard op de 112

Reddingwezen nummer 4

De BHV’ers op Schiphol hebben hun eigen opleidingscentrum, dat zich specifiek richt op de bedrijfshulpverlening op een vliegveld. Elke dag komen er bij de alarmcentrale 6 á 7 meldingen binnen. Per maand zijn dat er dus zo’n 200. 75% van de meldingen is medisch, in 25% van de gevallen gaat het om brandindicatie veelal in de horeca. Het gaat dan bijvoorbeeld om stoom uit de vaatwasser, maar ook storingen in het systeem of rokende prullenbakken.

Het overgrote deel van de medische meldingen is niet ernstig en de meeste worden opgelost door de BHV’ers. Het kan gaan om flauwvallen, hyperventilatie, mensen met suikerziekte die ontregeld raken door bijvoorbeeld stress. Dit laatste wordt vaak gemeld als een epileptische aanval. Nadat iemand ter plaatse is behandeld, reist deze vaak weer verder.

Het gebeurt ook dat mensen die ernstig ziek zijn via Schiphol reizen. Zij kunnen tijdens de overstap op Schiphol medische assistentie nodig hebben. Het komt helaas wel eens voor dat iemand op de luchthaven overlijdt. Op Schiphol zijn veel winkels. Het personeel van deze winkels heeft vaak ook een BHV-cursus gedaan, maar laat de hulpverlening graag over aan de floormanagers. Er zijn op de luchthaven nog meer BHV’ers in dienst die werken in bijvoorbeeld een kantoorgebouw, binnen hun


eigen werkgebied en worden niet aangestuurd door het regiecentrum. Bij aan alarmering gaat er een extra BHV’er naar een locatie toe.

die op Schiphol worden uitgevoerd lopen goed af. Schiphol doet mee met een jarenlang AED-onderzoek van het AMC. In dit onderzoek scoort Schiphol hoog, vergeleken met de rest van Nederland. Er zijn per jaar ca. 6 succesvolle reanimaties en ca. 6 mensen die overlijden. Er is geen zicht op of/hoe de succesvol gereanimeerde personen het ziekenhuis verlaten.

BHV en calamiteiten

BHV-ka st

Op de luchthaven bestaan speciale calamiteitenmagazijnen waar materiaal als water, kussens, dekens, kleding en andere zaken opgeslagen. Daarnaast staat er 24 uur per dag, 7 dagen per

Een ander geval waarin de BHV’ers in actie kwamen, was april 2010 toen er een enorme aswolk ontstond door een vulkaanuitbarsting in IJsland. Deze aswolk zorgde voor overlast in Europa, waardoor reizigers niet meer op de plek van bestemming konden komen. Veel reizigers zaten daardoor vast op Schiphol. De BHV’ers zorgden ervoor dat veldbedden werden klaargezet, dekens werden uitgedeeld en dat in andere behoeften voor de reizigers werd voorzien. Tijdens een calamiteit loopt alle communicatie via de Unitleider BHV. De BHV’ers volgen rechtstreeks zijn of haar instruc-

BHV-kasten Wie wat beter rondkijkt op het vliegveld valt misschien op dat er om de zoveel meter een metalen kast staat. Het zijn de BHV-kasten. Hierin bevinden zich allerlei materialen die nodig zijn voor de BHV. Van zaklantaarns tot speciale schermen die worden opgezet wanneer er iemand gereanimeerd wordt. Twee BHV’ers zijn onder andere verantwoordelijk voor de inhoud van de verbandtrommels. Zij lopen de verschillende BHV-kasten langs, controleren de kasten op inhoud en vullen materialen aan waar dat nodig is. Overal op de luchthaven zijn rolstoelen te vinden, deze kunnen gebruikt worden voor mensen die moeilijk ter been zijn, maar ook voor het vervoer van mensen naar de kliniek. De BHV op Schiphol heeft ook eigen rolstoelen die op verschillende strategische locaties van de luchthaven te vinden zijn. Het zijn gele rolstoelen met de naam “rolstoel AAS BHV” 1. Een reanimatie is voor de luchthaven niet vreemd met een gemiddelde van 160.000 reizigers per dag. Overal op Schiphol hangen dan ook AED’s die regelmatig worden gecontroleerd. Veel van de reanimaties 1

“Rolstoel Amsterdam Airport Schiphol Bedrijfshulpverlening.”

Calam iteite nmag azijn

week een calamiteitenwagen klaar. Deze bevat de materialen die nodig zijn voor de opvang in sporthallen tijdens een calamiteit. Want naast het dagelijkse plakken van pleisters en het vervoeren van mensen naar de kliniek, zijn de BHV’ers van Schiphol altijd voorbereid op gebeurtenissen die een uitzondering vormen op de regel. Zoals op 25 februari 2009, toen kort voor de landing op Schiphol een vliegtuig van Turkish Airlines neerstortte. 9 van de 135 inzittenden kwamen om het leven. Ook in dit geval kwamen de BHV’ers in actie en zorgden ervoor dat een sporthal in de omgeving werd klaargemaakt om familie op te vangen, familie te verenigen met de inzittenden en om medische hulp te verlenen.

Calamiteitenwagen

ties op en beiden dragen verschillende kleuren hesjes om het verschil aan te duiden en de communicatie helder te laten verlopen. Calamiteiten zorgen ervoor dat er een hechtere band ontstaat tussen de verschillende BHV’ers, maar ook tussen de verschillende organisaties. Samenwerking is belangrijk op een klein stuk grondgebied waar zoveel gebeurt.

augustus 2012

113


Kleine bee Deze zomer trekken weer duizenden Nederlanders erop uit om te gaan wandelen in de vele bossen en bergen die Europa rijk is. Een gevaar zit in een klein hoekje. Behalve botbreuken en lelijke schrammen kan men na een dag wandelen thuis komen en te maken krijgen met een veel kleiner en misschien wel gevaarlijker probleem: de teek. Het beestje bijt zich vast en is vervolgens moeilijk te verwijderen. Elk jaar worden maar liefst 1,2 miljoen Nederlanders gebeten door een teek. Wat zijn eigenlijk de gevaren van dit kleine beestje en hoe gaat men het tegen?

Foto: Thinkstock

Ixodida

“Voor iedereen die het Oranje Kruis Boekje heeft is het verwijderen van een teek geen geheim meer”

114

Reddingwezen nummer 4

Ixodida is een moeilijke naam voor de teek: het ondier waar iedereen weleens mee te maken krijgt. Vaak schort het aan kennis als het gaat om de behandeling van de beet van dit beestje. Goede voorlichting kan een hoop problemen voorkomen. Aangezien de teek een in heel Europa voorkomend diertje is, kan men er op vakantie veel last van krijgen. Maar ook voor iedereen die thuis blijft is voorlichting belangrijk, want 34% van de

tekenbeten wordt geconstateerd na een middagje tuinieren. Voor mensen die nog nooit zijn geconfronteerd met teken is de herkenning erg moeilijk. Vaak denkt men dat de diertjes enkele centimeters groot zijn omdat ze op afbeeldingen altijd als minimonsters worden afgebeeld. Echter, de grootte van een teek kan sterk variëren maar ligt meestal rond enkele millimeters. Dit maakt ze moeilijker te zien en voor menig mensenoog bijna onvindbaar.

Teken verwijderen Voor iedereen die het Oranje Kruis Boekje in de kast heeft staan is het verwijderen van een teek geen geheim meer. De manier waarop en wanneer men aan de verwijdering begint is erg belangrijk. Het


et, groot probleem beste kunt u de teek verwijderen voordat hij zich heeft vastgebeten. Als u het ondier pas ontdekt na een dag wandelen kunt u het beste een tekenverwijderaar gebruiken. Deze zijn door heel Europa bij iedere drogisterij te koop.

het beestje achterblijven waardoor een infectie ontstaat. In dat geval bent u nog verder van huis. Bij twijfel over welke instrumenten wel of niet te gebruiken moet u altijd een arts raadplegen.

Echter, het is wijsheid om op wandeltochten altijd een tekentang mee te nemen of in de verbandtrommel te stoppen voor het geval winkels dicht zijn of ander onheil u treft. Ontsmet de wond altijd pas na de verwijdering. Doet u dit vooraf met een bijtende stof als alcohol, dan kan het zijn dat de teek zijn gevaarlijke speeksel in de bijtwond spuit, terwijl u dit juist probeert te voorkomen! Bij complicaties of onkundig gebruik van de tekenverwijderaar kunt u zich het beste wenden tot uw huisarts of plaatselijk arts. Er zijn veel producten in omloop waarmee u een teek kunt verwijderen, maar pas hiermee op! Het is namelijk erg belangrijk de teek in zijn geheel te verwijderen. Als men de teek beet heeft, moet men vermijden het dier proberen los te wrikken, omdat het zo kan gebeuren dat delen van

Verwijdering binnen vierentwintig uur is noodzakelijk om eventuele ziektes te voorkomen, want twintig procent van de teken is besmet met een ziekte. U zou dus zeker niet de eerste persoon zijn die pas na langere tijd met klachten kampt en vervolgens een ziekte blijkt te hebben als gevolg van een tekenbeet. Van alle ziekten die worden verspreid door teken komt in de Benelux de ziekte van Lyme het meest voor. Als u klachten constateert die duiden op deze ziekte is het van belang snel te handelen. Wellicht zit u in uw stoel met dit schrijven in uw handen en denkt u de volgende alinea’s over te slaan. Voor u dat doet moet erop gewezen worden dat tussen de zeventien- en negentienduizend mensen ieder jaar de diagnose Lyme krijgen. Vier tot tien dagen na de beet van de teek kunt u een rode

Ziekte van Lyme

kring om het bijtwondje krijgen. Dit is het eerste teken dat u zich naar uw arts moet haasten want binnen de kortste keren heeft de bacterie zich verspreid via uw bloedbanen. Op den duur kan dit leiden tot klachten aan uw zenuwstelsel, gewrichten of zelfs uw hart. Omdat deze verschijnselen niet altijd in verband worden gebracht met een tekenbeet is het van belang altijd de datum van de beet te onthouden. Om u een lange en gecompliceerde uitleg over het ziekteverloop van Lyme te besparen, valt er kortweg te stellen dat een behandeling tussen één en vier jaar duurt. Zelfs na die tijd is het niet uitgesloten dat u niet genezen bent. Daarbij is er ook nog altijd een groot besmettingsgevaar. Echter, niet iedere teek is geïnfecteerd met deze bacteriën die u zoveel leed kunnen bezorgen. Toch met een stijgende kans van 23,7% is het beter zo goed mogelijk voorbereid te zijn op een beet.

hele dag met een leesbril rond de hals loopt en toch van de geasfalteerde paden af wilt wijken tijdens uw wandeling? Allereerst kunt u het beste tijdens wandelingen een lange broek dragen. Mochten teken u bespringen, dan kunt u ze eenvoudiger afkloppen dan wanneer ze tussen uw beenharen zitten of op uw sokken vallen. U kunt voor totale zekerheid ook altijd uw broek in u sokken dragen. Tot slot is uiteraard het regelmatig controleren van uw benen en kleding tijdens de wandeling aan te raden.

Voorkomen is beter

Hoe klein hij ook moge zijn, het probleem van de teek is groter dan veel mensen zich voorstellen en met de enorme aantallen beten en besmettingen per jaar is het erg belangrijk te weten hoe u moet handelen. Probeer dus altijd een tekenverwijderaar bij u te hebben voor het geval u of uw reisgenoot gebeten wordt. Preventie van een mogelijke ziekte is toch altijd beter dan behandeling?

De beste oplossing van het probleem is natuurlijk het voorkomen van een tekenbeet. Hoe pakt u dit aan als u niet de

> Auteur: R. Vogels

augustus 2012

115


u : sxc .h Foto’s

Foto: sxc.hu

Ziek op grote hoogte In de vakantie trekken velen erop uit in de vrije natuur. De berggebieden hebben een enorme aantrekkingskracht op de mens en sommigen kunnen de roep van de eenzame hoogten niet weerstaan. Jaarlijks beklimmen dan ook vele ervaren en minder ervaren reizigers de grote bergen der aarde. Niet alleen het risico van een val ligt op de loer, ook de grote hoogte zelf kan leiden tot ziekteverschijnselen. Hoogteziekte is een aandoening die jaarlijks vele slachtoffers maakt, onder zowel (zeer) ervaren klimmers als onder mensen die voor het eerst een berg bedwingen.

116

Reddingwezen nummer 4


Wat is hoogteziekte? Hoogteziekte is een aandoening die met name optreedt in berggebieden hoger dan 2500 meter bij klimmers die snel zijn gestegen en niet goed zijn aangepast aan de omstandigheden op grote hoogte. In de meeste gevallen verloopt hoogteziekte onschuldig, maar in sommige gevallen kan het tot gevaarlijke ziekteverschijnselen leiden.

blauw, als gevolg van (ernstig) zuurstofgebrek. Ernstige hoogteziekte kan ontstaan vanaf ongeveer 4000 meter en is levensbedreigend. Indien niet tijdig wordt ingegrepen kan het leiden tot de dood. Ernstige hoogteziekte met hersen- en longoedeem komt in Europese vakantiegebieden niet voor en wordt met name gezien in de hooggebergten van onder andere de Andes en Himalaya.

Hoe kan je zelf merken dat je hoogteziekte hebt? Hoofdpijn en misselijkheid zijn natuurlijk bekende klachten van hoogteziekte. Een goede maat om te bepalen of je al een beetje aan de hoogte aangepast bent is de hartslag in rust bij het wakker worden. Is die duidelijk hoger dan je gewend bent, dan loop je een risico op het ontwikkelen van hoogteziekte. Doe dus een

Wat zijn de verschijnselen bij hoogteziekte? Hoogteziekte bestaat uit een spectrum van klachten. Variërend van, in de meeste gevallen, lichte klachten die vanzelf overgaan tot soms zeer ernstig ziekte waarbij het slachtoffer zelfs kan overlijden. De eerste symptomen ontstaan meestal binnen één tot zes uur nadat men te snel gestegen is naar grote hoogte, maar de klachten kunnen ook een of twee dagen later pas optreden. Lichte hoogteziekte wordt soms vergeleken met een kater als na alcoholgebruik: hoofdpijn, misselijkheid, soms braken, slechte eetlust en een onwel gevoel. Soms treedt (lichte) zwelling op van de enkels en handen en is er sprake van (lichte) kortademigheid en slapeloosheid. De hoofdpijn reageert doorgaans goed op paracetamol. Ernstige hoogteziekte geeft hevige hoofdpijn die niet reageert op pijnstillers als gevolg van zwelling van de hersenen (hersenoedeem), soms gevolgd door verwardheid, coördinatiestoornissen en bewustzijnsstoornissen. Benauwdheid met het ophoesten van roze schuim is het gevolg van vocht in de longen (longoedeem). Soms verkleuren de lippen

augustus 2012

117


dagje rustig aan als je wakker wordt van hartkloppingen!

De oorzaak van hoogteziekte Met het toenemen van de hoogte neemt de zuurstofdruk in de buitenlucht af door het dalen van de luchtdruk. Soms wordt wel gezegd: de lucht wordt ‘ijler’. Dit heeft tot gevolg dat het zuurstofgehalte in bloed daalt. Een van de compensatiemechanismen is een snellere ademhaling, maar het lichaam is niet getraind om goed te ademen bij een lage zuurstofdruk. Dat herken je bijvoorbeeld aan het slechte slapen op hoogte (waarbij CheyneStokes-ademhaling wordt gezien). Bij langer verblijf op dezelfde hoogte zal het lichaam wennen aan de veranderingen in de buitenlucht en zich hierop aanpassen. De lage zuurstofconcentratie in het bloed leidt ook tot andere mechanismen om meer zuurstof te kunnen opnemen en transporteren: het hart gaat sneller en krachtiger kloppen en het lichaam maakt meer rode bloedcellen aan om zo de opslag en transportcapaciteit van zuurstof in het bloed te verbeteren. Het effect hiervan laat enkele dagen of weken op zich wachten. Dat is ook de reden dat duursporters soms op grote hoogte gaan trainen: het is een natuurlijke vorm van epo.

“Hoogte-longoedeem en hoogte-hersenoedeem vereisen spoedeisende medische zorg, omdat het slachtoffer hier binnen enkele uren aan kan overlijden!”

Wat is de Eerste Hulp bij hoogteziekte?

Foto: sxc.hu

Meestal is het niet nodig om iets te doen bij lichte hoogteziekte. Een dag rust met het gebruik van paracetamol volstaat doorgaans om de klachten te bestrijden. Als de klachten heviger worden zijn andere acties noodzakelijk.

118

Reddingwezen nummer 4

De beste behandeling voor hoogteziekte is af te dalen naar lager gelegen gebied, waar de zuurstofconcentratie in de lucht hoog genoeg is om voldoende zuurstof in het bloed te krijgen. Een afdaling van 500 tot 1000 hoogtemeters is vaak al voldoende, maar als de klachten niet afnemen dient men verder af te dalen. Verder


stijgen is levensgevaarlijk en leidt tot het verergeren van hoogteziekte. Meestal zakken de symptomen af na een tot twee dagen. Sommige reisgezelschappen nemen speciale zuurstoftanks mee, zodat ze het zuurstoftekort kunnen verminderen en in een betere conditie kunnen afdalen. Soms wordt gebruik gemaakt van een drukzak om de hogere luchtdruk van lager gelegen gebieden na te bootsen en zo het zuurstoftekort te bestrijden. Daarnaast zijn er nog speciale medicijnen zoals Nifedipine die men (op voorschrift van een arts) kan gebruiken. Afdalen blijft echter de belangrijkste behandeling en het wordt sterk aangeraden om medische hulp te zoeken. Hoogte-longoedeem en hoogte-hersenoedeem vereisen spoedeisende medische zorg, omdat het slachtoffer hier binnen enkele uren aan kan overlijden!

Hoe voorkom je het optreden van hoogteziekte? Hoogteziekte kan voorkomen worden door de stijging te doseren en het lichaam voldoende tijd te geven om zich aan te passen aan de omstandigheden op grote hoogte, ofwel acclimatiseren. Vanaf een hoogte van 2500 meter wordt geadviseerd maximaal 250-500 meter per dag te stijgen en rustdagen zonder stijging in te lassen, zodat het lichaam voldoende tijd heeft om te acclimatiseren. Ook de slaaphoogte speelt een belangrijke rol, tussen twee slaaplocaties mag het hoogteverschil niet groter zijn dan 500 meter. Op grotere hoogte wordt de stijging die men per dag kan nemen steeds kleiner. Goede acclimatisatie kan de kans op het optreden van hoogteziekte doen verminderen. Boven de 6000 meter kunnen goed geacclimatiseerde personen echter ook hoogteziekte ontwikkelen. Zelfs ervaren lokale dragers kunnen aan hoogteziekte overlijden!

Woordenlijst: • Cheyne-Stokes ademhaling: ademhalingspatroon waarbij de frequentie en diepte van de ademhaling sterk wisselen en er soms pauzes in de ademhaling optreden. • Drukzak: een soort geheel afgesloten slaapzak waar het slachtoffer in kan gaan liggen. Het zuurstofgehalte en de druk in de zak kunnen verhoogd worden ten opzichte van de buitenlucht zodat de zuurstof via de longen beter in het bloed wordt opgenomen. • Epo: lichaamseigen hormoon dat de aanmaak van rode bloedcellen stimuleert. Kan ook als doping gebruikt worden. • Oedeem: zwelling van weefsels als gevolg van toename van de hoeveelheid vocht in de weefsels. Longoedeem geeft benauwdheid en zuurstoftekort. Hersenoedeem geeft misselijkheid, braken en bewustzijnsstoornissen.

Bronvermelding • Tintinalli’s Emergency Medicine • Hoogtziekte, FH Bosch, Ned Tijdschr Geneeskd. 1995;139:2465-7 • Reizen naar hooggelegen gebieden: hoeveel drinken? A-J Meinders et al. • Ned Tijdschr Geneeskd. 2011;155:A3526 • Hoogteziekte.nl (http://www.hoogteziekte.nl) • Hoogteziekte.info (http://www.hoogteziekte.info) • Eerste Hulp Wiki (http://www.eerstehulpwiki.nl) > Auteurs: Pim de Ruijter (arts, instructeur Eerste Hulp en Reanimatie, Eerste Hulp Wiki) & Frank Bosch (Internist-intensivist)

De ademhaling De ademhaling wordt gereguleerd in het ademcentrum dat is gelegen in de hersenen. Het ademcentrum registreert constant de hoeveelheid koolzuurgas in het bloed. De ademprikkel wordt met name gestuurd door de hoeveelheid koolzuurgas in het bloed: toename van het koolzuurgas zorgt voor versnelling van de ademhaling, afname van het koolzuurgas vertraagt de ademfrequentie. De hoeveelheid zuurstof in het bloed speelt een minder belangrijke rol voor de ademprikkel, pas bij hele lage concentraties zuurstof in het bloed zal de ademprikkel gestimuleerd worden.

Zomer 2012: veel bergsportongevallen De zomer 2012 telde bij het ter perse gaan van dit nummer veel dodelijke ongevallen in de bergen: • 9 lawineslachtoffers in de Franse Alpen • 5 Duitsers in de leeftijd van 14 – 44 jaar) kwamen om tijdens het bergbeklimmen in Zwitserland • 1 Engelsman, 2 Spanjaarden, 1 Nederlanders, allen ook in Zwitserland • 1 Italiaan in Oostenrijk Ook mountainbiken in de bergen is niet ongevaarlijk. Deze zomer kwamen een Nederlander en een Duitser om het leven bij deze sport. Voor informatie over veiligheid: www. nkbv.nl/alpinisme/veiligheid

augustus 2012

119


werker in de kinderdagopvang en op de buitenschoolse opvang bij Kinderstad in Tilburg, heeft heel wat bulten, schaafwonden en bloedneuzen langs zien komen.

“Kleine ongelukjes tussen en met kinderen zijn onvermijdelijk. Tijdens het spel kunnen kinderen behoorlijk vallen en tegen elkaar botsen. Ik heb enorme bulten zien opkomen. Zo groot dat je er zelf van schrikt. Natuurlijk weten we dat we dit moeten koelen. Ik zag onlangs op een van onze kindercentra dat ze hiervoor een ijszak in de vorm van een poppetje hebben aangeschaft. Een goed idee, want voor kinderen is het lastig om lang te koelen: het koude washandje hebben ze al snel gezien. We willen met deze ‘vrolijke’ ijszak de drempel verlagen en ervoor zorgen dat kinderen het langer volhouden.

Ook advies aan ouders Natuurlijk willen we de kinderen aan het eind van de dag heelhuids overdragen aan de ouders. Soms maak je je zorgen om de reacties van ouders als een kind zich flink bezeerd heeft. Maar gelukkig zijn zij zelden boos. Ze beseffen heel goed dat ongelukjes ook bij ons kunnen voorkomen. We geven ouders altijd adviezen mee, bijvoorbeeld om op het kind te blijven

120

Reddingwezen nummer 4

Foto: Het Or

Vivian Visser, al jaren werkzaam als pedagogisch mede-

anje Kr uis

‘Ik heb bulten als eieren gezien!’

letten als het flink gevallen is. Of om een schaafwond niet te bedekken met pleisters. Overigens is dat voor kinderen soms wel lastig, ze willen graag een pleister op een wondje, leg dan maar eens uit dat dit voor een schaafwond niet goed is.

EHBO’ers aanwezig Kinderen hebben ook regelmatig spontane bloedneuzen. Niets aan de hand, want in ieder kindercentrum zijn eerstehulpverleners te vinden, dus deze kennis is overal aanwezig. Eén keer hield een bloedneus maar niet op. Toen heb ik de ouders gebeld, die zeiden dat het vaker voorkwam bij hun kind. Als ik ouders niet te pakken kan krijgen of toch twijfel, dan bellen we de huisarts van het kind. Al deze gegevens hebben we paraat. Als kinderen ergens van geschrokken zijn, hebben we daar aandacht voor. Dan praten we erover hoe iets is gekomen, wat je het beste kunt doen en of we het eventueel hadden kunnen voorkomen. Echt bewust met EHBO bezig zijn, dat doen we niet. En we organiseren wel thema-avon-

den over kinder-EHBO voor ouders. Helaas moeten we constateren dat de opkomst niet altijd overweldigend is.

Gun ze een bult Dat kinderen zich bezeren is natuurlijk pijnlijk en verdrietig. Toch gunnen wij ieder kind een bult. Dat klinkt wat vreemd, maar onze visie is dat kinderen leren van vallen en opstaan. De omgeving moet veilig, maar niet over beschermd zijn. Er moet voldoende uitdaging zijn om te klimmen, springen en vrij te spelen!” > Auteur: Klari Taborsky, Kinderstad


Kinderziekten

op vakantie

Lekker met de kids op vakantie en dan wordt er net nu eentje ziek. Heel vervelend, maar het vakantiekwaaltje valt vaak eenvoudig te behandelen of zelfs te voorkomen. Dit artikel geeft een aantal tips om het vakantieplezier bij veel voorkomende kleinere kinderziekten en - kwalen al snel weer te kunnen hervatten. De middenoorontsteking Een vervelend, lastig en pijnlijk kwaaltje. Zeker als je met het vliegtuig reist. Wat is er aan de hand? Er zitten snot en vieze bacteriĂŤn in het middenoor. Dat is het stuk achter het trommelvlies (trommelholte) waarin de gehoorbeentjes hamer, aambeeld en stijgbeugel zitten. Het slakkenhuis waarin de gehoorperceptie zit, ligt daar achter. De trommelholte heeft een open luchtverbinding met de keel, de buis van eustachius. Bij een ontsteking is de boel verstopt. Dat geeft druk op het trommelvlies door de troep er achter. Omgekeerd kan bij een dichte buis van eustachius de lucht in de trommelholte verbruikt worden, waardoor het trommelvlies naar binnen (de trommelholte in) getrokken wordt. In beide gevallen doet het pijn. Bij luchtdrukverschillen in een vlieg-

Foto: Het Oranje Kruis

tuig wordt dit nog pijnlijker want de verstopte buis van eustachius kan deze verschillen niet compenseren. Als slikken niet meer helpt wordt het echt brullen. De Eerste Hulp bij een pijnlijke of dreigende middenoorontsteking is tweeledig: een neusspray of zoutoplossing om de luchtwegen en de buis van eustachius weer te openen. En als tweede paracetamol tegen de pijn. Is een kind voor de vlucht al goed verkouden, dan is het raadzaam tijdig met de neusspray te beginnen. Kleine kinderen kunnen bij een middenoorontsteking een hoge koorts krijgen en zelfs gaan ijlen of koortsstuipen krijgen. Gebruik dan koortsverlagende middelen als paracetamol en licht afkoelen met een vochtige doek op het hoofd. Als de klachten langer aanhouden, de pijn blijft lang duren

augustus 2012

121


of het kind heeft regelmatig last van oorpijn, dan moet de huisarts gewaarschuwd worden.

Waterige diarree Kinderen zijn gevoelig voor het oplopen van diarree. Dat heeft meerdere oorzaken. Bijvoorbeeld een verhoogd mond-hand-contact, zwemwater binnen krijgen, een nog niet volledig ontwikkeld immuunsysteem en niet opletten wat je eet (ijsjes, ongewassen fruit). Daarnaast loeren op vakantie vreemde spijzen, akelige bacteriën en virussen die het op ons maag- en darmkanaal voorzien hebben en sterk gechloreerd of ander verdacht leidingwater. De meest voorkomende diarree is van het waterige type. Het vocht in de darm wordt onvoldoende opgenomen. Er zijn drie belangrijke categorieën van veroorzakers. Als meest voorkomende oorzaak zijn er de bacteriële en virale infecties die de darmcellen prikkelen, beschadigen of vergiftigen. Doorgaans gaat het om relatief onschuldige en tijdelijke infecties. Na een of enkele dagen is het allemaal wel weer over. Hoe kleiner het kind, des te gevoeliger het is voor vochtverlies. Het kind mag niet slap en suf worden! Diarreeremmers helpen goed maar beletten wel de darm om de bacteriën op natuurlijke wijze (de diarree) te lozen. Over de werking van actieve kool zijn de meningen verdeeld. Norit bindt wel gifstoffen doch doet niets tot weinig bij bacteriën en virussen. Berucht is de voedselvergiftiging met salmonella op vakantie en in de zomer. Maar ook onbekende colibacteriën uit exotische landen kunnen onze darmen danig van streek maken. Virale darminfecties verlopen meestal minder heftig dan bacteriële. De tweede categorie is die van wateraantrekkende of prikkelende stoffen in 122

Reddingwezen nummer 4

de darm. Kinderen kunnen niet tegen bepaalde kruiden, kleurstoffen, noten, melk, chocolade of gluten. Vreemd eten kan in deze rare gevolgen hebben. Gewoon deze stoffen niet nuttigen is en blijft de beste remedie! Leidingwater met veel chloor en soms zelfs met bacteriën kunnen kinderen, maar ook volwassenen, op vakantie beter niet nuttigen. Gebruik daarom betrouwbaar mineraalwater, zelfs bij het tandenpoetsen. Bij waterige diarree is de beste vorm van Eerste Hulp het kind, en daarmee het spijsverteringskanaal, rust te geven en het kind veel te laten drinken, maar wel in kleine hoeveelheden en zeker geen koolzuurhoudende drank. (Onverdunde) appelsap wordt ook afgeraden. In geval van een forse diarree kunnen daar zoutoplossingen als ORS (= Orale Rehydratatie Solutie) bijgegeven worden. Helpt dat allemaal niet en raakt het kind suf en uitgedroogd, dan is een infuus met vocht- en zoutoplossing nodig. Dat betekent een gang naar het ziekenhuis of goed uitgeruste huisartsenpost. N.B.: Veel vochtverlies geeft eenzelfde shockbeeld als veel bloedverlies.

Reis- en wagenziekte Eigenlijk is het allemaal een vorm van bewegingsziekte die geschaard wordt onder de term reisziekte. De varianten zijn wagen-, zee- en luchtziekte. Het gaat om een voorbijgaande aandoening, een tijdelijke verstoring van het evenwichtsorgaan als gevolg van bewegingen. De kans op reisziekte hangt samen met de leeftijd. Zo hebben baby’s zelden reisziekten en komt het veel voor bij jonge kinderen. In het algemeen zijn de verschijnselen misselijkheid, overgeven, hoofdpijn, slaperigheid, duizeligheid, moeheid en malaise. Eenvoudige middelen kunnen reisziekte vaak al grotendeels voorkomen. Wij noemen: niet teveel eten of drinken op de avond voor de reis en kort voor vertrek.

Zorg voor frisse lucht in het voertuig. Zet het kind bij een vliegreis op een zitplaats ter hoogte van de vleugels en bij een auto- of busreis een plaats helemaal voorin met goed zicht op de weg. Laat het kind naar de horizon kijken. Helpt dat allemaal niet dan is het verstandig om ruim van te voren een middel tegen reisziekte te geven.

Warmteproblemen Te lang in de hete auto of zon kan kinderen op vakantie goed ziek maken. Hoe warmer het weer en hoe kleiner het kind des te erger de gevolgen kunnen uitpakken. Kleine kinderen kunnen, net als huisdieren, de hitte niet goed kwijt, waardoor hun kerntemperatuur gaat stijgen. Het rijkelijk verlies van vocht en zouten maakt het allemaal nog erger. Het warmlopen qua interne lichaamstemperatuur wordt in de volksmond de zonnesteek genoemd. In dit geval heeft het lichaam te veel warmte opgenomen waardoor de kerntemperatuur van het lichaam sterk stijgt met als gevolg flinke hoofdpijn, algemeen slecht gevoel met eventueel ook misselijkheid en, in de ernstiger gevallen, ook een gestoord bewustzijn. Het kind ziet daarbij vaak zo rood als een kreeft. De Eerste Hulp bestaat uit het zo snel mogelijk naar


een koelere ruimte brengen, geleidelijk afkoelen met een beetje water of natte doeken en de vitale functies bewaken. Zo nodig een arts raadplegen. Van een andere orde is de zogenaamde hittekramp. De kramp bij hittekramp komt van een verstoorde zout- en vochtbalans door heftig zweten en onvoldoende inname van vocht en zouten. Zich inspannen in een warme, droge omgeving kan voor een wat kleiner kind al voldoende zijn. Ouders denken vaak dat de oplopende temperatuur de boosdoener is. Dat geldt hoogstens voor de buitentemperatuur, maar niet voor de lichaamstemperatuur. Die is nog vrij normaal en het kind ziet niet echt rood, eerder bleek. Het probleem bij hittekramp zit ‘m in het gebrek aan NaCl (keukenzout). Een tekort aan NaCl heeft spierkrampen en een algemeen gevoel van malaise tot gevolg. Voorkomen is altijd beter dan genezen. Zorg dat kinderen voldoende vocht en zout binnen krijgen, laat het kind bijvoorbeeld sportdrank drinken en een zakje chips eten. De Eerste Hulp is vrij eenvoudig. Herken eerst het beeld: krampen, misselijk, dorst en niet meer dan een matig verhoogde lichaamstemperatuur. Zet het slachtoffer op een koele plaats en dien

vocht en zout toe. Een ORS-oplossing is daarbij heel handig. Alle verdere inspanning die dag staken. Bij ernstige hoofdpijn en een verminderd bewustzijn een arts raadplegen. Hitte-uitputting is in feite het vervolg van de hittekramp. De lichaamstemperatuur is wel verhoogd, 39 graden Celsius of hoger, en er is sprake van een groot verlies aan vocht en zout. De huid is bleek, er wordt heftig getranspireerd en er is sprake van hoofdpijn en misselijkheid. Ook kunnen de eerder besproken spierkrampen optreden. Een groot risico bij kinderen met overgewicht. De Eerste Hulp bestaat uit het verhuizen naar een koele plaats en het rustig met beleid toedienen van vocht en zout, zoals sportdrank en bijvoorbeeld chips. Verraderlijk is dat op exotische vakantiebestemmingen en tijdens hittegolven het beeld van hitte-uitputting heel geleidelijk kan ontstaan. Het slachtoffer heeft het verhoogde verlies aan vocht en zout zelf niet tijdig in de gaten.

Zonnebrand en -allergie Het kinderhuidje is veel minder bestand tegen UV-straling dan de huid van de getaande volwassene. Zonder een adequate bescherming zullen kinderen dan ook eerder verbranden en ze kunnen daar echt goed ziek van worden! Zonnebrand lijkt op een lokale ontsteking of irritatie van de huid. Behalve de roodheid is de huid ook warmer, gezwollen en pijnlijk. Hoe langer de blootstelling en hoe gevoeliger de huid des te ernstiger de genoemde effecten uitpakken. In ernstiger gevallen kunnen er ook zwelling en blaren optreden. Uiteindelijk treedt schilfering van de huid op. De verschijnselen van zonnebrand treden meestal pas enkele uren nadat de huid verbrand is op. Met name kinderen en ouderen zijn vatbaarder voor de ernstiger varianten van zonnebrand!

Zonnebrand valt goed te voorkomen. Vermijd de krachtige zonnestraling ’s zomers tussen 12.00 en 15.00 uur. De weerkaatsing op zand, water en sneeuw kan de blootstelling aan UV-licht versterken. Draag voldoende beschermende kleding en een pet of hoedje. Pas bij zonnebaden en wandelen een geschikte crème toe. Laat de nog maagdelijk blanke huid geleidelijk wennen aan de zon. Eerste Hulp bij zonnebrand bestaat uit: • haal het kind uit de zon en verplaats het naar een koelere ruimte; • koel de huid, een douche met lauw water kan de pijn verlichten; • laat eventuele blaren intact om bacteriële infectie van buiten af te voorkomen. Bij blaren altijd een dokter raadplegen (dit is namelijk een tweedegraads verbranding); • gebruik bij heftige pijn eventueel een pijnstiller, zoals paracetamol; • om de huid volledig te laten herstellen is het van belang gedurende een week de huid niet meer bloot te stellen aan de zon. • raadpleeg een arts als er sprake is van een ernstige zonnebrand met zwellingen, blaren, koorts, rillingen, hoofdpijn, hartkloppingen en misselijkheid. Een apart en relatief zeldzaam verschijnsel is de zonneallergie. Circa 24 tot 48 uur na de blootstelling aan het zonlicht ontstaan er jeukende plekken op de aan licht blootgestelde huid. Behalve rode papeltjes worden ook wel blaasjes, oedeem en schilfering gezien. Aanvankelijk blijven de afwijkingen beperkt tot de aan licht blootgestelde huid, maar de huidreacties kunnen zich uitbreiden naar niet aan licht blootgestelde delen van de huid. Het optreden van galbulten na blootstelling aan zonlicht is nog zeldzamer. >  auteur: U. Schuurmans, arts

augustus 2012

123


124

Reddingwezen nummer 4


Zomerse brandwonden

Dat zomerse activiteiten een keerzijde hebben,laten de cijfers van de brandwondencentra hard en duidelijk zien. Met name het aantal brandwondenongevallen door bio-ethanol, spiritus en benzine neemt de laatste periode weer toe. De eerste slachtoffers van het jaar zijn helaas alweer gemeld. Vooral het onveilig aansteken van een barbecue is een grote veroorzaker van brandwonden bij - vaak jonge - slachtoffers. Jos Vloemans, brandwondenarts in Beverwijk, ziet de zomerse periode dan ook niet zonnig in.

In de zomer van 2011 steeg het aantal ongevallen met brandbare vluchtige vloeistoffen ten opzichte van 2010. Gemiddeld tellen alleen al de drie brandwondencentra in Nederland jaarlijks méér dan 100 opnames na een ongeval met brandbare vluchtige vloeistoffen. Deze slachtoffers vormen meer dan 20% van alle opnames van de drie brandwondencentra. Vloemans, brandwondenarts in het Brandwondencentrum van Beverwijk, ziet deze stijging met lede ogen aan en roept op tot actie. “Ik houd mijn

“50.000 vrijwilligers ingezet tegen ‘foute schapindeling’ BBQproducten door brandwondenarts” hart vast voor 2012. Ik pleit dan ook voor een landelijke actie. Met een beetje opletten kunnen we samen het aantal brand-

wondenslachtoffers verminderen,” aldus Vloemans.

Aanpak probleem winkelvloer via 50.000 vrijwilligers Vloemans vroeg aan de start van de zomerperiode extra aandacht voor het groeiende probleem. Samen met de Stichting Kind en Brandwond en de Nederlandse Brandwonden Stichting lanceerde hij de actie: Stopbrandwonden. nl. De actie richt haar pijlen met name op de rol die supermarkten, tuincentra

augustus 2012

125


‘Echte mannen gebruiken aanmaakblokjes’ Bij barbecue-ongelukken zijn mannen oververtegenwoordigd. Door een gebrek aan geduld wordt de barbecue vaak aangestoken met spiritus. Ons motto is: ‘echte mannen gebruiken aanmaakblokjes’ en brengen hun omgeving niet in gevaar. Stuur jouw ‘echte mannen gebruiken aanmaakblokjes moment’ op en maak kans op een handige tafelbarbecue van Weber. U kunt deelnemen aan deze wedstrijd door uw foto of creatieve uiting voor 24 augustus op onze Facebook pagina www. facebook.com/stopbrandwonden te plaatsen. Alle andere inzendingen kunt u hier ook bekijken.

en andere winkels spelen. Zij plaatsen gevaarlijke brandbare vloeistoffen, zoals spiritus, brandgel en bio-ethanol nog te vaak dichtbij barbecueproducten. Zo het lijkt voor de klant dat deze brandbare vloeistoffen een goede en makkelijke mogelijkheid zijn om de barbecue

ruim 50.000 vrijwilligers om op te letten en winkels met een ‘foute schapindeling’ aan te geven via de actiesite stopbrandwonden.nl. Tegelijkertijd wordt de winkeliers kosteloos voorlichtingsmateriaal aangeboden over veilig barbecueën en het gebruik van aanmaakblokjes.

“Zo het lijkt voor de klant dat deze brandbare vloeistoffen een goede en makkelijke mogelijkheid zijn om de barbecue aan te steken.”

De Stichting Kind en Brandwond en de Nederlandse Brandwonden Stichting hopen met deze landelijke actie op een vermindering van het aantal ongevallen met brandbare vluchtige vloeistoffen met tenminste 25% ten opzichte van het gemeten aantal in 2011. Hopelijk dringt dit jaar het besef door dat je een barbecue NOOIT aansteekt met een brandbare vloeistof, maar met aanmaakblokjes.

Keren van het tij in zomer 2012

> Auteur: Nederlandse Brandwonden Stichting, Marieke Stegenga

aan te steken. De waarheid is echter anders. De risico’s zijn enorm. Een steekvlam kan zéér ernstige gevolgen hebben. Stopbrandwonden.nl vraagt aan

Meld ‘foute’ schapindelingen Illustraties: Nederlandse Brandwonden Stichting

Nog te vaak worden in winkels gevaarlijke brandbare vloeistoffen, zoals spiritus, bio-ethanol en brandgel dichtbij barbecueproducten geplaatst. Deze brandbare vloeistoffen veroorzaken, in combinatie met open vuur, een steekvlam die zeer ernstige brandwonden kan veroorzaken. De enige veilige manier om de barbecue aan te steken is met aanmaakblokjes. Ziet u een foute schapindeling? Meld het via www.stopbrandwonden.nl, zij nemen contact op met de winkelier.

126

Reddingwezen nummer 4


Illustraties: Nederlandse BRandwonden Stichting

Motorongevallen: hoog energetisch letsel Iedereen heeft wel eens gehoord van een verongelukte motorrijder die direct na het motorongeval nog in leven was, en soms op de plaats van het ongeval per direct overleed. Zelfs onder de handen van professionele hulpverleners. De eerstehulpverlener kan dit ook overkomen. In dit artikel volgt

In ieder geval moet het duidelijk zijn, dat zonder grondige training van de nodige handelingen, de verantwoorde afhandeling van een ongeval met hoog energetisch letsel, een moeilijke zaak zal blijken te zijn. Dus goed oefenen is belangrijk.

Wat zijn hoogenergetische ongevallen? Een hoogenergetisch ongeval is een ongeval waarbij de energie die vrij komt tijdens die gebeurtenis, van dien aard is dat een ernstig letsel is ontstaan, totdat het tegendeel bewezen is. De energie die tijdens een ongeval vrij komt, zal zijn invloed uitoefenen op alle organen en structuren van een lichaam. Dit kan tot gevolg hebben dat er fracturen van het skelet en verscheuringen in organen kunnen ontstaan. Enkele voorbeelden zijn: breuken in hals en rugwervels, verscheuring van de aorta in de borst op de plaats van de aortaboog.

Foto: Thinkstock

uitleg over dit soort ongevallen.

De relatie tussen snelheid en massa Omdat volgens de wet van Newton energie nooit verloren gaat, zal de vrijgekomen energie zich door het lichaam verspreiden en verwondingen kunnen aanrichten. De ernst van de verwondingen is afhankelijk van de snelheid en de massa waarmee de botsing plaatsvindt. Opmerkelijk is het, dat de massa hierbij ondergeschikt is aan de snelheid. Het is dus minder van belang hoe zwaar iemand weegt. Belangrijker is het hoe hard men ergens tegen aan rijdt. De volgende formule verduidelijkt dit: K(inetische)E(nergie)= massa x snelheid² ofwel KE= MV²

Iemand van 80 kg gaat met 70 km/uur ergens tegenaan betekent 196000 Joules (eenheid voor energie). • Iemand van 80 kg gaat met 50 km/ uur ergens tegenaan betekent 100000 Joules. • Iemand van 90 kg gaat met 50 km/uur ergens tegenaan betekent 112500 Joules. • Iemand van 90 kg gaat met 70 km/ uur ergens tegenaan betekent 220500 Joules. Maatregelen die er voor kunnen zorgen dat verwondingen bij een ongeval zo klein mogelijk zullen zijn? Verminder de snelheid en draag energie absorberende beschermingsmiddelen, zoals de helm.

augustus 2012

127


• Roep om hulp. • Benader een slachtoffer als broos porselein. • Een slachtoffer na een ongeval met hoge energie heeft ernstig inwendig letsel en hals/ rugwervelletsel tot het tegendeel is bewezen. • Probeer het slachtoffer niet te laten schrikken, om zo onwillekeurige bewegingen te voorkomen. Dus u benadert het slachtoffer zoveel mogelijk van aangezicht tot aangezicht en stelt hem gerust. U roept hem niet vanaf een afstand. Vergeet niet het vizier te openen. • Om te voorkomen dat hij om zich heen grijpt en zich heftig beweegt, kunt u proberen hem te fixeren. D.w.z. leg uw hand op zijn voorhoofd/ helm, zit daarbij met uw knieen tegen z’n arm aan de kant waar u zit. Pak zijn onderarm aan de overzijde, vanwaar u zit, vast. • Let op! Als het slachtoffer zich verzet en niet tot rede te brengen is, is het beter hem los te laten! Bedenk, actie geeft reactie! • Is iemand goed aanspreekbaar, is hij niet misselijk, en ademt hij normaal, dan niet verplaatsen/van positie veranderen. Wachten op de Ambulancedienst. • Is er anderszins een bedreigde luchtweg, dus een bedreigde ademhaling, dan moet de helm worden verwijderd als deze een obstakel vormt voor de hulpverlening, dus vooral bij de vast- integraalhelm. • De procedure voor het helm verwijderen toepassen. Zoals bekend, is de PORLES methode* hiervoor prima geschikt. • Bij braken moet noodgedwongen iemand op de zij worden gedraaid. • Eventueel passen we de logroll methode* of de MotoRescue methode* (beter geschikt als u maar alleen bent), die er voor zorgen dat het lichaam als een plank in lijn wordt gedraaid. • Eenmaal op de zij gedraaid moet het slachtoffer in deze positie blijven tenzij een verandering in de conditie noodzaakt tot het weer op de rug draaien van het slachtoffer (bv reanimatie). 128

Reddingwezen nummer 4

• Is de ademhaling niet meer aanwezig/ normaal, pas dan volgens het reanimatieprotocol de reanimatie toe. Aarzel niet. Het motto luidt: Treat First what Kills First!

Algemene voorzorgsmaatregelen. • Vergeet niet 112 te bellen of te laten bellen. En de melder zich weer te laten melden bij u. • Aandacht voor alle, aan u bekende, veiligheidsaspecten. • Zorg dat u de handelingen aan het slachtoffer coördineert. Wie doet wat? (rolverdeling) • Spreek af hoe en wanneer een handeling moet plaats vinden (b.v. 5-0 tellen) • Zorg voor een goede overdracht naar de ambulance. • De 3 w’s: wie, wat, waar. • Welke klachten gaf het slachtoffer aan? • Is z’n conditie veranderd? • Welke handelingen heeft u moeten uitvoeren? • Last but not least: heeft een ongevalsituatie u erg aangegrepen, aarzel dan niet om aan te kloppen bij slachtofferhulp.

Begrippenlijst De PORLES-methode is een methode waarbij met behulp van een omstander een helm wordt afgenomen door een daarin geoefende eerstehulpverlener. De Log-roll is een techniek die wordt gebruikt om een slachtoffer op de zij te draaien en/of op een wervelplank te leggen. Deze methode wordt vooral toegepast binnen de ambulancehulpverlening en wordt in principe met behulp van 3 hulpverleners uitgevoerd. De specialistische MotoRescue methode combineert de helmafname met de log-roll. Deze methode behoort extra getraind te worden. Voor inlichtingen en/of Motorescue trainingen: info@motorescue.nl > Auteur: Hans Bakker

Foto’s: Hans Bakker

Hoe te handelen bij het slachtoffer na een motorongeval?


Foto: Thinkstock

Uitgeslagen tand en ander tandtraumaleed Wat kunt u doen en wat moet u vooral niet doen om onnodige schade te voorkomen Een uitgeslagen blijvende tand (avulsie) is niet een zeer veel voorkomend trauma en de gevolgen voor de betrokkene zijn vaak heftig. Het esthetisch leed van een ontbrekende tand is groot. Het tijdig en op de juiste wijze hulp bieden kan veel onnodige schade voorkomen. Het is van belang dat er snel wordt gehandeld en de tand in de tandkas wordt teruggeplaatst of, als dat niet mogelijk is, op de juiste wijze vochtig wordt bewaard. Binnen 5-20 minuten is de kans op succes nog groot maar de kans op verlies neemt zeer snel toe, met name als de tand droog wordt bewaard. Maar ook als de tand onder goede vochtige omstandigheden wordt bewaard, moet toch gestreefd worden om deze zo snel mogelijk terug te plaatsen, uiterlijk binnen 1 uur.

augustus 2012

129


Afbeelding 1

Afbeelding 2

Afbeelding 3

Afbeelding 4

130

Reddingwezen nummer 4

“Alleen tanden uit het blijvend gebit worden teruggeplaatst, nooit melktanden” Soms bestaat de angst om de tand De wortel van de tand is bekleed met ‘verkeerd’ terug te plaatsen, zeker het zogenaamde wortelvlies, hieraan als het trauma meerdere tanden zitten de vezeltjes die de tand met het betreft. Er zit een bolle kant aan de bot verbinden. Dit wortelvlies mag tand. Deze kant zit buiten, dus aan niet uitdrogen en ook niet beschade kant van de lip. Maar bedenk digen. Daarom mag u een uitgesladat zelfs als u de tanden omdraait, gen tand alleen bij de kroon, dat deel dit altijd nog door de tandarts kan van de tand wat normaal in de mond worden hersteld of met een vulling zichtbaar is, vastpakken en nooit bij esthetisch kan worden gecorrigeerd. de wortel (afbeelding 1). Als de worU hebt dan echter wel de kans dat de tel zichtbaar verontreinigd is, kunt u tanden zullen overleven aanmerkedeze kort afspoelen, bij voorkeur met melk. Als er geen melk beschikbaar is, lijk vergroot. kunt u de tand ook kort, ongeveer 5-10 Na het terugplaatsen kunt u de patiseconden, schoonspoelen met koud ënt laten dichtbijten op bijvoorbeeld water. Pas op dat de tand niet in de een opgerolde zakdoek om de tanafvoer kan komen en spoel hem echt den op de plaats te houden (afbeelalleen kort af. Nooit schoonboenen of ding 3). Dan gaat u zo snel mogelijk krabben, dit leidt zeker tot beschadinaar een tandarts. De behandeling gingen. Hierna kunt u de tand voorvan een tandletsel, dus ook van een zichtig terugplaatsen in de tandkas. uitgeslagen tand, hoort thuis in de De wortel van de tand loopt in beitandartspraktijk en niet bij de kaakde richtingen wat spits toe (afbeelchirurg of op een Eerste Hulppost ding 2, wortelvlies door fixatie blauw van het ziekenhuis. Zo nodig zal de gekleurd). tandarts de patiënt verder verwijzen. De betrokken tanden worden Normaal gesproken zal de tand dus gespalkt voor de duur van ongebijna als vanzelf terugschuiven veer 10 dagen. Na twee weken zal in de kaak. Als u weerstand voelt meestal een wortelkanaalbehandedruk dan niet door. Ook dat kan tot ling volgen. Als het nodig is zal de beschadiging leiden. In dat geval patiënt worden verwezen voor een kunt u de tand vochtig bewaren in tetanusprofylaxe. melk en, als dat niet beschikbaar is, in de mond van de patiënt of van Voor alle duidelijkheid: ALLEEN een van de ouders, bij voorkeur in TANDEN UIT HET BLIJVEND GEBIT de ‘wangzak’: de ruimte tussen de WORDEN TERUGGEPLAATST, nooit kiezen en de wang. Bij het bewamelktanden. Bij het terugplaatren onder de tong is de kans op per sen van een melktand kan de worongeluk doorslikken groter.


Afbeelding 5

Afbeelding 6

tel gemakkelijk de kiem van de blijvende tand beschadigen. Nooit doen dus. Meestal begint de wisseling rond het zesde jaar. Dan breken de blijvende tanden door. Aan de grootte is ook duidelijk te zien of het een melktand betreft. Kijk na een val altijd of u de uitgeslagen (melk) tand kunt vinden. Soms lijkt deze niet meer aanwezig, maar hij kan naar binnen (de kaak in) geslagen zijn. Gelukkig herstelt dit zich vaak (gedeeltelijk) spontaan (afbeeldingen 4 en 5).

genopname zichtbaar. Zo nodig zullen deze stukken operatief verwijderd moeten worden (afbeelding 9 en 10).

Ook in andere gevallen kunnen de tanden door een val zijn verplaatst. Soms kan de patiënt zijn mond dan niet meer goed sluiten omdat hij op de verplaatste tanden dichtbijt (afbeelding 6). Ook dan is het van belang snel de tandarts te bezoeken. Vaak zal deze de tanden in de juiste positie terugplaatsen.

Tot slot, trauma’s van voortanden komen frequent voor, maar in zeer veel gevallen is herstel mogelijk. Voorkomen blijft echter altijd veel beter dan genezen. In voorkomende gevallen kan een gebitsbeschermer bij sporten zeer veel schade voorkomen. Niet alleen aan de tanden, maar ook de kans op ander letsel, zoals een kaakfractuur, wordt hierdoor verkleind. Laat u door de tandarts informeren over de gebitsbeschermer (afbeelding 11). > Auteur: T. Goedendorp

Het meest voorkomende trauma aan tanden is de fractuur, een stuk dat van de tand afbreekt. In bijna alle gevallen is dit te repareren met het afgebroken stuk tand (zo mogelijk vochtig bewaren) dat weer wordt aangeplakt of met een witte composietvulling (afbeelding 7 en 8). Als de stukken niet zijn teruggevonden en de lip is beschadigd, zal de tandarts controleren of de afgebroken stukken niet in de lip zijn achtergebleven. Dit is op een rönt

Afbeelding 7

Afbeelding 8

Afbeelding 9

Afbeelding 10

Foto’s: F. Kroon, kaakchirurg, afb.: 3,6,7,8,11 R. Gruythuysen, kinderarts, afb.: 4,5 T. Goedendorp, tandarts, afb.: 1,2,9,10

Afbeelding 11

augustus 2012

131


Foto: J. Draaisma

Losliggende takke en ongelijke pade 132

Reddingwezen nummer 4


Eerste Hulp bij Buitensport Ongevallen In Nederland zijn er diverse cursussen te volgen op het gebied van Eerste Hulp, zoals de ‘gewone’ EHBOcursus, maar ook Eerste Hulp aan kinderen, Eerste Hulp bij sportongevallen, Jeugd EHBO en nog een aantal andere. Maar er zijn ook organisaties die zich richten op de toepassing van de Eerste Hulp-leerstof op specifiekere situaties, zoals ongevallen bij de buitensport. Hierover gaat onderstaand ingezonden verslag van een bijzondere cursus. Op 29 en 30 juni werd in het natuurgebied rond Bakkeveen (Friesland) een Eerste Hulp cursus gegeven die zich specifiek richt op ongevallen tijdens buitensporten. De cursus was bedoeld voor (berg)wandelaars, sportklimmers, mountainbikers en anderen die buitensporten beoefenen. Aan de hand van een vijftiental nagespeelde ongevallen, kwam een grote diversiteit aan letsels aan bod, zoals: botbreuken, bloedingen, hersenletsel en bevriezing.

en en

Vrijdagavond werd begonnen met een kennismaking en een korte uitleg over de cursus, waarna de cursisten direct het bos in gingen om een onfortuinlijke mountainbikester te helpen. Nadat de mountainbikester was geholpen, werd met behulp van een presentatie verder ingegaan op de specifieke verschillen tussen de ‘standaard’ Eerste Hulp en Eerste Hulp in buitengebieden. Ook werd ingegaan op specifieke outdoor-letsels en hun behandeling. Na afloop van de theoriesessie, begon het buiten al te schemeren. De cursisten kregen te horen dat twee medecursisten vermist werden en dat er een redding georganiseerd moest worden. Na enig zoeken in het donker wer-

den de vermiste personen gevonden. Toen bleek dat ze met hun onbesuisde gedrag nog twee slachtoffers hadden gemaakt. Ook deze personen werden uiteindelijk gevonden. Na de evaluatie kwam de avond rond 24.00 uur ten einde. De volgende ochtend werd er weer vroeg verzameld en begon met een terugblik op de vorige avond. Daarna kwam in een presentatie het onderwerp samenwerking met de hulpdiensten aan bod. Hulp inroepen, maar ook aandachtspunten bij een helikopterredding werden met behulp van videomateriaal verduidelijkt. Daarna ging men het bos in om diverse ongevallen en aandoeningen op een efficiënte manier te behandelen. Keer op keer liepen de cursisten tegen het probleem aan dat de vanzelfsprekende medische hulp in het buitengebied ineens helemaal niet meer vanzelfsprekend is. Er moet dus meer geïmproviseerd moet worden. Menig cursist kwam ook tot de conclusie dat een standaard verbandset zomaar te kort schiet in buitengebieden. Alle incidenten werden direct met de groep nabesproken, zodat iedereen een goed beeld kreeg van de situatie, de behandeling en de redenen van de gekozen behandeling. Rond 16.00 uur werd het praktijkdeel afgesloten en werd in het buurthuis de cursus geëvalueerd, waarna de cursisten weer naar huis gingen. Een bijzondere ervaring en goede voornemens rijker. > Auteur: J. Draaisma

augustus 2012

133


Reddingwezen nummer 4

Foto’s: Pim de Ruijter

134


Van Basic naar Advanced Life Support

Wat gebeurt er als professionals de reanimatie overnemen Een plotseling optredende circulatiestilstand is een ernstige situatie waarbij snel ingrijpen vereist is. Steeds meer Nederlanders hebben een reanimatiecursus gevolgd en weten wat ze moeten doen als zij iemand treffen met een circulatiestilstand. De eerstehulpverleners vormen de eerste schakel in de hulpverleningsketen. Zij starten met basale reanimatie, ofwel reanimatie zonder medische hulpmiddelen: Basic Life Support (BLS). BLS is onmisbaar, in de eerste minuten na het optreden van de circulatiestilstand kan met reanimatie grote winst behaald worden en wordt de overlevingskans van het slachtoffer vergroot. Door het geven van borstcompressies en beademingen wordt de bloedsomloop tijdelijk nagebootst en kan men ongeveer tot 30% van de normale circulatie weer ‘op gang’ brengen. Dit kan voldoende zijn om ernstige schade aan de vitale organen als gevolg van zuurstoftekort te voorkomen. De laatste jaren wordt ook steeds vaker gebruik gemaakt van de Automatische Externe Defibrillator (AED), waarmee defibrillatie nu ook door eerstehulpverleners kan worden uitgevoerd. Vroeger was deze handeling voorbehouden aan professionele hulpverleners, maar dankzij de introductie van de AED in de Eerste Hulp is de

overlevingskans voor het slachtoffer fors toegenomen. Bij het constateren van een circulatiestilstand wordt zo snel mogelijk professionele hulp via 1-1-2 gealarmeerd, zodat men zo snel mogelijk kan starten met specialistische reanimatie met medische hulpmiddelen. Borstcompressies en beademingen blijven echter onmisbaar, zonder BLS is de specialistische reanimatie, in de vorm van Advanced Life Support (ALS) uitgevoerd door professionals, zinloos.

De keten van overleven De kans op overleving van een slachtoffer van een ademhalings- en circulatiestilstand is sterk afhankelijk van de zogenoemde ‘keten van overleven’ (afbeelding 1). Deze keten beschrijft de verschillende schakels die nodig zijn om een reanimatieslachtoffer adequaat te helpen. De eerste schakel bestaat uit het vroegtijdig herkennen van hartklachten of een circulatiestilstand en het direct

waarschuwen van professionele hulpverlening via 1-1-2. Indien er inderdaad sprake is van een circulatiestilstand wordt direct gestart met de tweede schakel: basale reanimatie (BLS). De derde schakel, vroegtijdige defibrillatie, kan zowel door de aanwezige eerstehulpverleners met een AED worden uitgevoerd, als door professionele hulpverleners. De laatste schakel zal vooral in het ziekenhuis plaatsvinden, nadat het slachtoffer weer een eigen hartritme heeft en bestaat uit het behandelen van de oorzaak van de circulatiestilstand en opname op de Intensive Care.

De overgang van Basic naar Advanced Life Support Basic Life Support zal voor de meeste eerstehulpverleners gesneden koek zijn. Maar wat gebeurt er nu eigenlijk op het moment dat de professionele hulpverleners arriveren en de reanimatie overnemen? Wat voegt Advanced Life Support toe aan de Basic Life Support?

Afbeelding 1/©NRR.

augustus 2012

135


Het vrijmaken van de luchtweg en beademing

Op het moment dat er bij 1-1-2 een melding van een (mogelijke) reanimatie binnenkomt zal de centralist zo snel mogelijk, nog tijdens het telefoongesprek met de melder, twee ambulances een oproep sturen om naar het adres van de onwelwording te gaan. Deze vertrekken zo snel mogelijk met zwaailichten en sirenes naar de plaats van het onheil. Soms wordt ook een AED-alert verstuurd. Bij aankomst zal de ambulancebemanning vragen aan de eerstehulpverlener ter plaatse om door te gaan met het geven van borstcompressies en beademingen, zodat zij alle materialen klaar kunnen leggen voor het overnemen van de reanimatie. Iedere onnodige onderbreking van de borstcompressies is onwenselijk. Men volgt in eerste instantie het protocol van de AED en wacht de eerstvolgende analyse af. Zodra deze analyse heeft plaatsgevonden en de AED al dan niet een schok heeft toegediend wordt de apparatuur overgesloten op die van de ambulancedienst. Soms worden de plakkers van de AED gebruikt, soms plakt men nieuwe elektroden. Tijdens deze handeling blijft men borstcompressies geven. Na twee minuten zal men de borstcompressies kort onderbreken en opnieuw op de monitor van de ambulance controleren welk hartritme er aanwezig is. 136

Reddingwezen nummer 4

Vanaf dat moment is er, afhankelijk van het gevonden hartritme of hartritmestoornis een aantal mogelijkheden: • Er is sprake van een schokbare hartritmestoornis, zoals kamerfibrilleren (ventrikelfibrilleren of VF). Deze hartritmestoornissen kunnen door middel van een elektrische schok worden omgezet naar een normaal hartritme. Dit betekent dat men het zogenaamde ‘schok’protocol aanhoudt en iedere twee minuten een schok zal toedienen, zolang als er een schokbaar ritme blijft bestaan. Na het toedienen van een schok wordt direct gestart met borstcompressies en beademingen, pas bij de eerstvolgende ritme-analyse wordt gekeken of de schok effectief was. • Er is sprake van een niet-schokbaar ritme, zoals een asystolie of een Polsloze Elektrische Activiteit (PEA) zonder voelbare polsslag en dus een afwezige circulatie. Het toedienen van een schok is niet zinvol en men zal tussen iedere ritme-analyse doorgaan met borstcompressies. • Er is sprake van een normaal hartritme (sinusritme) met voelbare polsslag en er is dus een circulatie. Men stopt de borstcompressies en gaat zo nodig door met beademen en start de andere benodigde zorg.

De zuurstofvoorraad in het lichaam na een hartstilstand is na enkele minuten uitgeput en met mond-op-mondbeademing wordt slechts een beperkte hoeveelheid zuurstof ingeblazen (16% ten opzichte van 21% zuurstof in de omgevingslucht). Bij aankomst zal de ambulanceverpleegkundige eerst beginnen met beademing door middel van een beademingsballon, aangesloten op een zuurstoffles waardoor een veel groter percentage zuurstof (85-100%) kan worden afgegeven aan de longen. De luchtweg wordt vrijgemaakt door middel van de jaw-thrust, waarbij eventueel een kort buisje (mayotube) achter de tong wordt geschoven om te voorkomen dat de verslapte tong de luchtweg blokkeert. Door middel van de ballon wordt een hoge concentratie zuurstof in de longen geblazen, om zo het zuurstofgehalte in het bloed te doen stijgen en het zuurstoftekort in de vitale organen en weefsels te verminderen. Beademingen worden afgewisseld met borstcompressies in de verhouding 30:2, zoals dat ook bij de gewone reanimatie gebeurt. Wanneer de reanimatie eenmaal goed op gang is zal de ambulanceverpleegkundige een poging doen om het slachtoffer te intuberen. Bij intubatie wordt een kunststof buisje in de luchtpijp tot voorbij de stembanden gebracht, waardoor de luchtweg gezekerd is en men kan doorgaan met beademen terwijl borstcompressies gegeven worden. De borstcompressies hoeven dan niet meer voor beademing onderbroken te worden en worden met een snelheid tussen 100 en 120 compressies per minuut gegeven. Daarnaast wordt door intubatie de kans verkleind dat er bij braken braaksel in de longen komt. Vaak wordt het slachtoffer na intubatie aangesloten op een beademingsmachine die de juiste hoeveelheid lucht in de longen van het slachtoffer blaast.


Intraveneuze toegang en medicijnen Om medicijnen en infuusvloeistof te kunnen toedienen is het essentieel om toegang te hebben tot de bloedvaten, ofwel intraveneuze toegang zodat medicijnen rechtstreeks in de bloedbaan gegeven kunnen worden. Dit kan door middel van een infuus, waarbij met een naald een holle kunststof canule in een bloedvat in de armen of de halsader wordt ingebracht. Indien men er niet in slaagt om een infuus te plaatsen, kan men tegenwoordig ook gebruik maken van de botboor, waarbij er in een groot oppervlakkig gelegen bot, zoals het scheenbeen, een dikke naald wordt ingeboord. Op het (bot)infuus wordt een infuussysteem aangesloten, waarlangs men vocht en medicijnen kan toedienen. Tijdens een reanimatie worden afhankelijk van het type hartritmestoornis speciale medicijnen toegediend, zoals amiodaron en adrenaline. Amiodaron is een speciaal middel dat hartritmestoornissen tegengaat. Adrenaline is een lichaamseigen hormoon dat onder andere zorgt voor een stijging van de bloeddruk.

Automatische borstcompressies Borstcompressies zijn fysiek zwaar en iedere twee minuten moet de persoon die de borstcompressies uitvoert worden afgelost, ook wanneer de reanimatie door professionele hulpverleners wordt uitgevoerd. Inmiddels is er een tweetal apparaten op de markt beschikbaar die de borstcompressies over kunnen nemen: de AutoPulse en LUCAS. Deze apparaten werken met een band rondom de borstkas die samentrekt of een zuil die op de borstkas drukt waardoor borstcompressies worden nagebootst. Doordat deze apparaten op elektriciteit of perslucht werken, zijn zij in staat om gedurende lange tijd zeer effectieve compressies toe te dienen.

Naar het ziekenhuis Wanneer het slachtoffer weer een eigen hartritme heeft en wanneer er sprake is

van terugkeer van ‘normale’ circulatie zal het slachtoffer worden voorbereid op transport naar het ziekenhuis. Het slachtoffer wordt op de brancard gelegd en alle materialen worden overgeladen in één van de twee ambulances. Meestal gaan beide verpleegkundigen en een chauffeur mee met het slachtoffer naar het ziekenhuis. Beide ambulances rijden naar het ziekenhuis. Voordat de ambulances vanaf de plaats van de onwelwording naar het ziekenhuis vertrekken wordt de Spoedeisende Hulp op de hoogte gesteld van de komst van het slachtoffer, zodat zij zich kunnen voorbereiden en het reanimatieteam klaar staat. Wanneer alles er op wijst dat er sprake is van een hartinfarct zal het slachtoffer vaak naar een ziekenhuis worden gebracht waar mogelijkheden om te dotteren aanwezig zijn. In het ziekenhuis worden diverse onderzoeken uitgevoerd, zoals bloedonderzoek, een röntgenfoto van de borstkas en men kijkt of de oorzaak van de circulatiestilstand achterhaald kan worden. Het slachtoffer wordt opgenomen op de intensive care en wordt zo nodig gekoeld. Het lichaam wordt bij koelen afgekoeld tot ongeveer 32-34 graden om schade in de cellen te voorkomen. Tijdens het koelen wordt het slachtoffer kunstmatig in slaap gehouden en beademd.

Woordenlijst • AED-alert: oproepsysteem voor burgerhulpverleners die bij een reanimatie in hun gemeente kunnen worden ingezet via een SMS-bericht. Zie ook: www. aed-alert.nl. • Asystolie: hartritmestoornis waarbij geen elektrische activiteit meer in het hart aanwezig is, ook wel weergegeven als een vlakke lijn op de monitor. • Botboor: speciale boormachine waarmee men een dikke naald in een bot kan boren om medicijnen en infuusvloeistof toe te dienen wanneer men geen gewoon infuus kan prikken.

• Defibrillatie: het toedienen van een elektrische schok door het hart om een hartritmestoornis op te heffen. • Dotteren: ingreep in het ziekenhuis om een verstopte kransslagader weer te openen, zodat de bloeddoorstroming naar het aangedane deel van de hartspier weer wordt hersteld. • Intraveneuze toegang: intraveneus betekent letterlijk ‘in de bloedvaten’. • Intubatie: het inbrengen van een plastic beademingsbuisje in de luchtpijp voorbij het strottenhoofd en de stembanden. Hierdoor is de luchtweg gezekerd. • Jaw-thrust: handeling om de kaak te liften en de luchtweg vrij te maken. • Mayotube: kort plastic buisje dat in de mondholte wordt ingebracht en de tong uit de keel houdt. • Polsloze elektrische activiteit: normaal hartritme op de monitor, zonder dat er sprake is van een normale circulatie. Er is geen polsslag aanwezig. • Ventrikelfibrilleren: onregelmatig en ongecoördineerd samentrekken van de hartspiercellen in de hartkamers, waarbij geen bloed meer uit het hart wordt gepompt.

Bronnen • Het Oranje Kruis Boekje, 26ste druk • Richtlijnen Reanimatie 2010, Nederlandse Reanimatie Raad, 2010. • Eerste Hulp Wiki, http://www.eerstehulpwiki.nl • ‘CPR: Hands Saving Lives’, www.cpr112.be > Auteur: Pim de Ruijter (arts, instructeur Eerste Hulp en Reanimatie, Eerste Hulp Wiki)

augustus 2012

137


Foto: Nationale Beeldbank, Richard Smits

LinQ in de Efteling De droom die bijna eindigde in een nachtmerrie

138

Reddingwezen nummer 4


Zaterdag 30 juni. Een prachtige dag. Een groep mensen met een lichamelijke beperking en hun begeleiders gaan een dagje uit naar de Efteling. Een dagje heerlijk ontspannen in een pretpark. Een dag om te genieten en niet te denken aan de beperkingen waar je elke dag mee geconfronteerd wordt. Totdat dit ontspannen dagje dreigt te veranderen in een nachtmerrie, zo vertelt Richard van der Horst, vrijwilliger bij LinQ Rotterdam.

De evacuatie

Wouter krijgen te horen dat zij daarom als laatsten aan de beurt komen. Zij zien hoe anderen door een groepje Eftelingmedewerkers worden geholpen. Twee aan twee wordt men uit het karretje gehaald. Men loopt via een trap met leuning en brede treden naar beneden, geëscorteerd door personeel van de Efteling dat voor en achter hen loopt. “Het Efteling-personeel heeft aan alle kanten keurig geopereerd. Ze waren duidelijk erg goed getraind om de mensen rustig te houden. Iedereen kreeg speciale aandacht en er werd steeds een praatje gemaakt. De medewerkers realiseren zich dat het spannend kan zijn voor mensen. Of je dan minder valide bent, maakt dan niet uit. Er zaten ook kleine kinderen in de achtbaan.” Toen alle anderen veilig de Python hadden verlaten was er alle tijd om Wouter en Richard uit het karretje te halen. “De medewerkers overlegden goed met mij wat Wouter wel en niet kan. Ik controleerde hoe Wouter zich voelde. Hij vond het aan de ene kant wel leuk, maar aan de andere kant was er natuurlijk wel de vraag: hoe gaan we dit allemaal doen?” zo legt Richard uit. De medewerkers vertelden dat de Eftelingbrandweer onderweg was. Dat is een groep van getrainde mensen die weten om te gaan met dit soort situaties. “Ze kwamen met een draagstoel naar boven. We hebben Wouter er met veel moeite uitgetild. Hij heeft wat stijvere benen, dus het is allemaal wat lastiger. Eenmaal in de draagstoel nam de brandweer het over en zorgde ervoor dat we veilig beneden kwamen. Toen werd er nog een praatje gemaakt en een kop koffie aangeboden. Er was ook de mogelijkheid om rustig te gaan zitten en na te praten.”

Iedereen moet blijven zitten, totdat men geholpen wordt. Het personeel weet dat Wouter minder valide is en Richard en

Tot Richard’s verbazing wil Wouter twee uur na deze bijzonder actie weer de Python

LinQ is de jongerentak van de Zonnebloem en zet zich in voor mensen met een lichamelijke handicap of chronische ziekte in de leeftijd van 18 tot 45 jaar. LinQ organiseert regelmatig activiteiten. Eenmaal per jaar wordt er groots uitgepakt en dit jaar was dit een bezoek aan de Efteling. Richard gaat mee als begeleider van Wouter (29). Wouter zit in een rolstoel. Hij kan zijn armen wel bewegen en zitten, maar kan niet staan of lopen en heeft dus de hulp van een begeleider nodig.

In de Python Richard en Wouter besluiten een ritje te maken in de achtbaan, de Python. “Als begeleider is het je grootste nachtmerrie om vast te komen te zitten in een attractie,” zegt Richard. En dat is precies wat er gebeurde. “We gaan de Python in en worden met het karretje naar boven getrokken. Eenmaal op het hoogste punt komt het karretje stil te staan. Een storing, we konden geen kant op. Vrij snel kwam er iemand van de attractie naar boven gelopen die vertelde wat er aan de hand was. En dat ze probeerden het zo snel mogelijk op te lossen.” Het protocol in de Efteling is dat als bezoekers langer dan 10 minuten in een attractie vastzitten, er geëvacueerd moet worden. Richard: “Dat betekent dus we zouden moeten uitstappen. Op dat moment wordt je grootste nachtmerrie werkelijkheid. Want je zit 30 meter boven de grond en hoe kom je daar ooit uit? Op dat moment zat ik alleen maar met mijn hoofd met de vraag, hoe moet dat nu met Wouter? Hoe gaan we dit doen?”

is. “Ik had enigszins mijn twijfels, maar Wouter wilde het graag. Gelukkig is dat goed gegaan.”

Letten op veiligheid Elke keer als Richard met LinQ op stap gaat, houdt hij altijd zoveel als mogelijk rekening met de veiligheid. “Mensen zitten in een rolstoel en dan is het goed om van tevoren op te letten. Waar zijn de vluchtwegen? Hoe kom je uit een attractie als er sprake is van een storing? Daar lette ik altijd al op. Ook voor het incident in de Python. Ik denk niet dat daar veel in veranderd is. Ik hoop alleen dat ik nooit meer in een dergelijke situatie terechtkom. Als je dit meemaakt, is het niet meer je ergste nachtmerrie. Je moet er alleen niet aan denken om ondersteboven in een achtbaan stil te blijven hangen. Dat kan ook gebeuren.”

Genieten is de hoofdzaak Het Oranje Kruis heeft contact opgenomen met de Efteling naar aanleiding van dit verhaal. De Efteling ziet veiligheid als een kerntaak, maar ze treden hier liever niet mee naar buiten. “Wij streven er naar dat onze gasten een zorgeloos uitje hebben waarbij ze zich geen zorgen hoeven te maken over veiligheid. Wanneer gasten naar de Efteling komen is het vanzelfsprekend dat dit geregeld is. Zij hoeven hier niet over na te denken en enkel te genieten van hun dagje uit in de Efteling.” Uit het verhaal van Richard en Wouter blijkt inderdaad dat de Efteling veiligheid serieus neemt, zodat de bezoekers kunnen genieten van een veilig en heerlijk dagje uit. Zo kan een bijna-nachtmerrie toch nog eindigen in een droomvlucht. > Matthijs van der Tang (Afdeling Communicatie)

augustus 2012

139


Top tien

Foto’s: Dolph Cantrijn

meest voorkomende hulpvragen in het buitenland 1. Adv ies en begeleiding bij huisartsbezoek 2. Adv ies en begeleiding tijdens een ziekenhuisopname 3. Inzet technische hulp bij autoproblemen 4. Regelen van terugreis na ziekte of ongeval 5. Adv ies bij verlies en diefstal van waardedocumenten en kostbaarheden 6. Transport van een uitgevallen auto naar Nederland oer 7. Regelen van vervangend verv a extr e aakt gem van en 8. Meld reis- en verblijfskosten 9. Hulp bij verv roegde terugkeer naar Nederland in verband met den onverwachte familieomstandighe 10. Vervoer van een overledene naar Nederland

140

Reddingwezen nummer 4

Pech onderweg “Eurocross Assistance is sinds 1982 wereldwijd actief in hulpverlening. We bieden medische hulp, vervoershulp en ook hulp op het gebied van brand-, storm- of waterschade en personenalarmering,” vertelt Daphne de Wit. Eurocross heeft vestigingen in Nederland, Tsjechië en Bulgarije. Er werken zo’n 300 mensen. Zij werken samen met een wereldwijd netwerk van hulpverleners en dienstverlenende professionals, waaronder artsen, bergers, vervangende chauffeurs en contactagenten. Daphne: “Eurocross is één van de grondleggers van Astrum Assistance Alliance; een internationale alliantie van vijf grote, onafhankelijke Europese alarmcentrales.” Het gaat dan om Eurocross Assistance (Nederland, Tsjechië, Bulgarije), SOS International (Scandinavië), Roland Assistance (Duitsland), Fidelia Assistance (Frankrijk) en Mobi-24 (Zwitserland).

Meldingen Eurocross biedt hulp in zowel het buiten- als binnenland. Die hulp vindt plaats nadat melding is gedaan van ziekte, pech en dergelijke. Op de afdeling International Assistance kwamen in 2011 89.000 meldingen van verzekerden uit het buitenland binnen. Het ging om 74.000 medische hulpverzoeken (ziekenhuisopnames en doktersbezoek), 3.000 medische repatriëringen/evacuaties (patiëntenvervoer en spoedtransport) en 12.000 hulpvragen in verband met automobilistenhulp (pech- en ongevalshulpverlening). “Wij helpen jaarlijks ruim 100.000 mensen in het buitenland. De landen waar de meeste meldingen vandaan komen zijn binnen Europa, zoals Frankrijk, Spanje, Duitsland, België, Turkije, Oostenrijk, Italië en Griekenland. Buiten Europa zijn het de Verenigde Staten en Azië.” Eerstelijnshulpverlening Het gebeurt wel eens dat Eurocross Assistance wordt gebeld omdat iemand


Vakantie is meestal fijn, maar er is altijd een kans dat er onderweg of op het vakantieadres iets mis gaat. Het breken van een been bijvoorbeeld. Of de auto die niet meer wil starten. Wat dan? Organisaties als de ANWB en Eurocross Assistance kunnen vakantiegangers bij problemen advies geven en zo nodig hulp verlenen. Matthijs van der Tang van Het Oranje Kruis sprak met Daphne de Wit, perswoordvoerder van Eurocross Assistance. Eerste Hulp nodig heeft. “In zulke gevallen geven wij een soort van eerste lijnshulpverlening. We geven liever geen medische tips per telefoon maar verwijzen door naar een ziekenhuis of arts” vertelt Daphne de Wit. “Als een verzekerde ver van een adequaat ziekenhuis is en melding maakt van een medisch probleem, organiseren wij een evacuatie naar het eerste, beste geschikte ziekenhuis. Dit gebeurt voornamelijk bij landen die bestaan uit veel eilanden zoals Griekenland, Maleisië en Indonesië. Vaak zijn de medische faciliteiten op een klein eiland beperkt en is evacuatie noodzakelijk. In Afrika regelen we vaak het vervoer van gewonde of zieke verzekerden met AMREF Flying Doctors.” De Wit geeft aan dat de hulpverleners een cursus hebben gehad van het medisch team, waarin de meest voorkomende aandoeningen en ziektes worden behandeld. Het gaat hier niet om een medische opleiding. De doelstelling van deze cursus is

om de hulpverleners meer achtergrondinformatie te geven. “Als reizigers een acuut medisch probleem hebben, verwijzen wij ze het liefste meteen door naar een arts of ziekenhuis. Deze informatie hebben we beschikbaar in een enorme database. Ook hebben we veel informatie over de kwaliteit van de zorg ter plaatse. We overleggen met het medisch team van Eurocross waar patiënten het beste naar toe kunnen gaan.” De top drie van medische opnames in het buitenland: • Gastro-enteritis (reizigersdiarree) • Fracturen • Appendicitis (blinde darmontsteking) Landelijke coördinerende rol bij grote calamiteiten en rampen Ieder jaar neemt een van de vier grote Nederlandse alarmcentrales de landelijke coördinerende rol op zich bij grote calamiteiten en rampen in het buitenland.

In 2010 was het de beurt aan Eurocross Assistance. De Wit: “dit roulatiesysteem is onderdeel van het Protocol Coördinatie Calamiteiten, dat door de Nederlandse alarmcentrales is opgesteld. Het doel is een snelle, efficiënte hulpverlening en centrale coördinatie. Het protocol bepaalt onder meer dat landelijke coördinatie in gang wordt gezet bij calamiteiten waarbij meer dan acht Nederlanders betrokken zijn. De dienstdoende alarmcentrale verzorgt de registratie van persoons- en calamiteitgegevens en zorgt voor hulpverlening aan personen die door een calamiteit zijn getroffenen. Je moet dan denken aan repatriëring, het vervoer van stoffelijk overschot en eventueel de overkomst van familie. Bovendien fungeert de coördinerende centrale als aanspreekpunt voor bijvoorbeeld familie en pers.”

augustus 2012

141


De Wit geeft een opsomming van de incidenten waarbij Eurocross Assistance verzekerden ook namens de andere alarmcentrales bijstond. “De aswolk in IJsland, dit was in april en mei 2010, een overval op schoolkinderen in Peru in mei 2010, noodweer in Zuid-Frankrijk in juni 2010, het busongeval in Noord-Frankrijk in augustus 2010, een busongeval in Peru in december 2010, de aardbeving in februari 2011, maar we hebben ook de verzekerden bijgestaan die gestrand waren in het instabiele Egypte in maart 2011.” De werking van Eurocross Assistance “Verzekerden van onze opdrachtgevers, waaronder Achmea, die naar het buiten-

142

Reddingwezen nummer 4

land reizen en een probleem krijgen onderweg, maken melding bij de alarmcentrale Eurocross Assistance. Reizigers melden zich bijvoorbeeld met een medisch probleem, zoals ziekte, ongeval, opname ziekenhuis, dokters bezoek of een mobiliteitsprobleem, zoals pech, of schade met de auto. We betalen de noodzakelijke kosten, stellen mensen gerust, overleggen met arts of garage, repatriëren patiënt of auto. Ook regelen wij hulp als iemand met spoed naar huis moet vanwege een ernstig probleem aan het thuisfront.” Autopech in het buitenland Jaarlijks helpt Eurocross Assistance 12.000 mensen met autopech in het buitenland. De Wit geeft de Top 5 van pechgevallen: • Defecte koppelingsplaten (vaak als gevolg van (verkeerd) rijden in de bergen) • Lege accu (als gevolg van lang stilstaan op het vakantieadres) • Defect aan de remmen (vaak ook gevolg van (verkeerd) rijden in de bergen) • Lekke band • Verkeerde brandstof tanken

Reis- en waardedocumenten Het kan ook gebeuren dat iemand een paspoort is kwijtgeraakt of een portemonnee is gestolen. De Wit legt uit: “Eurocross registreert de schade en verwijst voor vervanging van reispapieren naar het dichtstbijzijnde consulaat. Er moet bij verlies of diefstal aangifte gedaan worden bij de politie ter plaatse. Ook kan de alarmcentrale advies geven omtrent geld overmaken.” Advies “Je hoopt het natuurlijk nooit maar een ongeval of pech zit in een klein hoekje. Zorg daarom dat je goed verzekerd op vakantie gaat. Naast een zorgverzekering is het bijzonder raadzaam ook een reisverzekering af te sluiten met medische kosten. Een reisverzekering dekt extra reis- en verblijfskosten, een plotselinge noodzakelijke terugkeer naar Nederland en vaak ook repatriëring naar het thuisland. Als je met de auto op vakantie gaat, is het wijs om automobilistenhulp en vervangend vervoer af te sluiten.”


Provincie Groningen één grote 6-minutenzone In de provincie Groningen is sinds mei van dit jaar de stichting Groningen HartVeilig (GHV) actief. Een onafhankelijke stichting zonder winstoogmerk. De stichting wil bijdragen aan het vergroten van de slagingskans bij reanimaties in de provincie Groningen. Nu ligt dat slagingspercentage nog rond de 10 procent maar het streven van de stichting is dat het percentage stijgt naar 50-70 procent. Dat zijn tientallen mensenlevens per jaar. Een zeer ambitieus voornemen! Ambulances in Nederland hebben, zeker in de buitengebieden, een gemiddelde aanrijtijd van acht minuten terwijl bekend is dat de grootste overlevingskans bij een circulatiestilstand bestaat, wanneer binnen 6 minuten een reanimatie wordt opgestart. Een ambulanceteam zal die 6 minutengrens in veel gevallen helaas niet halen. Maar dat kunnen buurtgenoten met een reanimatiediploma wél. Dat is de reden voor GHV geweest om een een situatie te creëren waarin lekenhulpverleners met kennis van zaken de responstijd van de ambulance overbruggen. Daarvoor doet GHV een oproep aan alle burgers die beschikken over een reanimatie- en/of AED/EHBO-diploma om vrijwillig hulpverlener te worden.

Alarmeren Via de mobiele telefoon worden zij gealarmeerd. Als 1-1-2 gebeld is en de melding een reanimatie betreft, dan worden door de meldkamercentralist allereerst zoals gebruikelijk twee ambulances op weg gestuurd. Direct daarna wordt het systeem AED-Locator geactiveerd dat automatisch de dichtstbijzijnde reanimatie vrijwilligers van de stichting per sms op de hoogte brengt van de reanimatie. Dit systeem verstuurd automatisch twee soorten sms’jes: één met de opdracht om direct naar het slachtoffer te gaan en één met de opdracht

om eerst vanaf een centraal punt een AED te halen en zich vervolgens naar het slachtoffer te begeven.

Meestal reanimatie thuis Ongeveer tachtig procent van de reanimatie vinden thuis plaats. De buren zijn dus altijd minuten sneller ter plaatse dan een ambulance. En aangezien de overlevingskans met tien procent per minuut daalt als er niets gebeurt met het slachtoffer, dan is snel duidelijk welk verschil men als vrijwillig hulpverlener kan maken.

Stijging aanmeldingen Hoewel de stichting nog maar anderhalve maand actief is stijgt het aantal aanmeldingen van vrijwilligers en zijn de reacties op het project zeer positief. Vanuit allerlei hoeken (huisartsen, bedrijfsleven, horeca, instructeurs Eerste Hulp en uiteraard de vrijwilligers!) wordt hulp aangeboden. Het project spreekt voor zich en iedereen begrijpt al snel het belang ervan. Wanneer burgers zich bij GHV aanmelden dan worden zij allereerst uitgenodigd voor een voorlichtingsavond. Daar kan men kennis maken met elkaar en de bestuursleden en horen wat Groningen HartVeilig is en welke bijdrage van vrijwilligers verwacht wordt. Daarna worden de vrijwilligers uitgenodigd voor een gratis zogenaamde 6-minutentraining. Een

6-minuten training is een realistische oefening in de omgeving waar de vrijwilligers ook daadwerkelijk ingezet gaan worden. Dus in de eigen leefomgeving.

Training De stichting hecht veel belang aan het trainen van haar vrijwilligers. Daarom wordt maarliefst vier keer per jaar een dergelijke oefening georganiseert. Van de vrijwilligers wordt verwacht dat zij bij ten minste één oefening per jaar aanwezig zijn. GHV heeft ook een goed plan voor de nazorg van de vrijwilligers. Zij kunnen vierentwintig uur per dag contact opnemen met een medewerker van GHV en worden dan begeleid door hulpverleners die ook werkzaam zijn in de ambulancesector en door hun praktijkervaring weten waar zij het over hebben.

Ambities De stichting heeft ambitieuze doelen en sterke voornemens maar het welzijn en de begeleiding van haar vrijwilligers staan centraal. Behalve de trainingen worden de vrijwilligers ook herkenbaar uitgerust en beschikken zij over hulpmiddelen die zij nodig kunnen zijn bij het opstarten van een basisreanimatie. Sinds de start hebben zich al honderdtachtig burgers opgegeven om als vrijwilliger ingezet te worden bij reanimaties in hun eigen dorp of stad. En de eerste inzet is al een feit. In Hoogezand kon een reanimatie vrijwilliger maarliefst 5 minuten vóór de ambulance ter plaatse zijn. GHV vrijwilligers maken het verschil en iedereen is van harte welkom om een voorlichting bij te wonen. Iedereen die daar belangstelling voor heeft of om een andere reden interesse heeft voor het project kan contact zoeken via de website: www.groningenhartveilig.nl

> Auteur: Erik Uniken, bestuur stichting Groningen HartVeilig

augustus 2012

143


Cash4KM: The HagueDe reis zit erop. De bekende Nederlanders acteur Koert-Jan de Bruijn, onder meer bekend van Goede Tijden Slecht Tijden en Horace Cohen, acteur en komiek bekend van onder andere Goudkust, zijn weer terug van de “The Hague – Beijing Challenge 2012” (Cash4KM). Zij en 17 andere teams hebben in één maand tijd 12.000 kilometer afgelegd met old timers om geld binnen te halen voor Terre des Hommes. Terre des Hommes is een organisatie die zich inzet tegen kinderuitbuiting. In totaal werd € 124.476,– opgehaald.

Horace Cohen

Voorbereiding Een reis van 12.000 kilometer leg je niet zomaar af. Zo’n reis vergt voorbereiding. Johanneke Hagenbeek, producent van het programma Cash4KM, die de challenge organiseerde, ging ook mee op reis. Zij bereidde zich voor door veel te sporten en gezond te leven. “Ik wilde dat mijn lichaam in optimale staat verkeerde, voordat ik een maand lang slecht zou gaan eten en drinken. Daarnaast heb ik veel dingen meegeno-

sta rt van de cha llen e in Den Ha ag bij de Koe rt Jan en Ho rac Eve nts) & dia Me eJo ubl Do : Ha genbee k (Fo to’s

144

Reddingwezen nummer 4

men tijdens de rally om een beetje gezond te kunnen leven. Ik geloof echt dat dit een aanslag op je lichaam is. Verder organiseerde gelukkig Het Oranje Kruis een EHBO instructie, zodat we indien er iets gebeurt, we verschijnselen kunnen herkennen en eventueel Eerste Hulp kunnen toepassen.”

ge, voo raa n rec hts

Joh anneke

Hetzelfde geldt voor Koert Jan: “Mentaal heb ik me voorbereid door me te realiseren dat je veel tegenslag kan tegenkomen. Zowel qua autopech als qua ongevallen, et cetera. Verder heb ik ervoor gezorgd dat ik fysiek fit was.”

“De voorbereiding was vooral speculeren over wat mij allemaal te wachten stond”, geeft Horace aan. “Hoe is het om met zoveel auto’s te rijden? Hoe ziet Mongolië eruit? Wat is het grootste verschil met het westen? Daarnaast hadden we een kleine off the road cursus gevolgd die in de Gobiwoestijn best van pas kwam én natuurlijk de EHBO- instructie die verzorgd werd door Het Oranje Kruis.”

Eerste Hulp tijdens de reis Het merendeel van de deelnemers aan deze challenge kregen een EHBOinstructie tijdens de voorbereiding. Tijdens deze instructie werd er geleerd hoe men een drukverband bij open wonden kon aanleggen, maar ook reanimatie en beademing.


-Beijing Challenge 2012 Koert Jan de Bruijn

Tijdens de reis hebben zich geen grote ongevallen voorgedaan, zo vertelt Johanneke: “Eigenlijk is er niets ernstigs gebeurd. Wat een wonder is. We hebben zo vaak vermoeid in de auto gezeten en zo vaak midden in de nacht langs de snelweg stil gestaan. Koert Jan heeft een liter koelvloeistof over zich heen gekregen toen de motor oververhit raakte, maar ook toen bleek er niets aan de hand te zijn.” Ook geeft Johanneke aan dat het je een goed gevoel geeft als je weet dat als er iets, je iets kunt doen. “Ook het idee dat de hele club de training heeft gehad is fijn en geruststellend.” Koert Jan geeft aan dat iemand wel zijn hand heeft gebroken, maar dat een arts zich daarover heeft ontfermd. “We hebben zeker wat gehad aan de Eerste Hulp instructies. Al was het maar dat je met

een wat zekerder gevoel op pad ging. Het is ook nuttig voor het dagelijks leven thuis. Helemaal met de twee jonge kinderen die ik heb.” Horace komt met een ander interessant verhaal. “Koert heeft een nagel gescheurd. Dat was wel even stressen. Misschien moeten jullie dat ook meenemen in de cursussen. Verder heb ik vooral honger gehad, waardoor ik heel chagrijnig werd, maar daar is geen cursus tegen te bedenken. Verder hebben we het geluk gehad dat de reis ongeluk vrij is geweest.” Voor allen gaven de instructies van tevoren een zekerheid tijdens de reis. Weten wat je moet doen als er iets gebeurt. Horace geeft daarbij nog eens aan: “ik raad het iedereen aan ook al ga je niet op reis.”

Indrukken tijdens de reis Na veel en lang voorbereiden wordt er in één maand tijd 12.000 kilometer afgelegd. Zo’n reis maakt indruk. De reis kan meevallen of valt juist tegen. Voor Koert Jan was de reis één van de mooiste die hij ooit gemaakt heeft. “Het is zo fascinerend dat je zes tijdzones met de auto aflegt. We hebben heel veel gezien en meegemaakt. Het was ook wel zwaar, omdat we gemiddeld zo’n 13 uur per dag in de auto zaten, de taal niet spraken en redelijk veel autopech hadden.” Horace zegt over de reis: “Qua ongelukken viel het gelukkig wel mee. Ik heb aan het einde nog met een mede rally rijder, die ook dokter was, gesproken over hoe weinig er gebeurd was. Naast een paar slaappillen, paracetamol en wat advies, heeft hij weinig hoeven doen. Qua avontuur viel de reis niet mee, in tegendeel het was fantastisch. Ik zou vandaag weer in de auto stappen!”, aldus Horace. Johanneke geeft aan dat de reis is meegevallen. “De dingen die ik als zwaar had verwacht, bijvoorbeeld 15 uur per dag in de auto zitten, vielen enorm mee. Wel hebben we veel autopech gehad en waren er veel slechte wegen. Het eten was niet lekker en 30 dagen in een hotel slapen, waarbij we elke nacht ergens anders sliepen, werd ik ook moe van. Dus alles wat ik had verwacht dat zwaar zou worden, viel mee. Alles waar ik niet bij stil heb gestaan, viel mij tegen. Je kunt het ook niet van tevoren bedenken, blijkt wel weer.”

TV-uitzending De avonturen van Koert Jan en Horace zijn vanaf 1 september te volgen op RTL7 vanaf 17.30.

augustus 2012

145


Het Nederlandse Rode Kruis verzorgt als vanouds de Eerste Hulp en medische hulp tijdens de Vierdaagse. Dit jaar zetten bijna 580 vrijwilligers uit het hele land zich dagelijks in om Eerste Hulp te bieden aan de wandelaars en wandelletsel te behandelen. Zij hielden zich de hele week bezig met kleine en grote ongevallen: van blaren en insectenbeten tot flauwtes of een hartaanval. Teamleider Carla de Ruiter doet verslag.

Een week in touw Het was voor mij de negende Vierdaagse, tot vorig jaar als eerstehulpverlener/blarenprikker, nu als teamleider. Zaterdagochtend voor de Vierdaagse werden de coördinatoren en teamleiders al verwacht in de schouwburg. De schouwburg werd ons “hotel” voor die week. Hier kregen we de nodige instructie, rondleiding en natuurlijk de blaarinstructie.

Foto: Nationale Beeldbank, Ted Boots

96e editie Vierdaagse Nijmegen Van 17 tot 20 juli 2012 vond de 96e editie van het grootste wandelevenement ter wereld plaats, de Nijmeegse Vierdaagse. Vier dagen lang wandelden duizenden deelnemers een afstand van 30, 40 of 50 km in Nijmegen en omgeving. Dit jaar gingen 41.316 lopers op dinsdag 17 juli vanuit Nijmegen deze uitdaging aan. Het slechte weer speelde de deelnemers nogal eens parten: natte schoenen en sokken veroorzaakten veel blaren. Zoals bij alle edities hield dan ook niet iedereen dit vier dagen vol. Op vrijdag 20 juli finishten 38.422 deelnemers op de ‘Via Gladiola’ in Nijmegen.

Het is niet zomaar een blaar

146

Reddingwezen nummer 4

Foto’s Carla de Ruiter

Maandagochtend was het zover, wachten op de teamleden. Je ziet verwachtingsvolle gezichten of ze bij bekenden in het team zitten. Soms zie je ook even een teleurstelling dat net die ene niet bij hun in het team zit, maar dat is snel over. Ook zie je de “nieuwelingen” met verbazing om zich heen kijken, van wat gebeurt hier allemaal. Al die mensen die elkaar heel hartelijk begroeten of ze elkaar een jaar niet hebben gezien. Wanneer ik dat zie moet ik even aan mijn eerste Nijmeegse denken. Hierna krijgen de teamleden van ons instructies, een rondleiding en blaarinstructie. Dinsdag elf uur stond ons team samen met nog 2 teams bij de start en finish. De wandelaars druppelden langzaam binnen. Die hartelijk werden binnengehaald door de vele bezoekers en vrolijke muziek. Ze nemen een biertje, soms wat eten. En dan begint het voor ons, eerst één slachtoffer dan twee en dan steeds meer. Soms


zie je de wandelaars voor je ineen zakken, tegelijkertijd trekken omstanders aan je teamleden dat je moet meekomen, omdat iemand onwel is geworden. Dat is even heftig. Je moet zorgen dat je teamleden per twee bij elkaar blijven. De één heeft de EHBO-tas en de ander de portofoon, zodat je weet wat er gebeurt en wanneer nodig er extra mensen ingezet kunnen worden. Gelukkig gaat dit ook weer voorbij. We kunnen weer rustig ademhalen en genieten van het feest, want zo voelt de Nijmeegse Vierdaagse. ‘s Avonds terug in ons “hotel”, tijdens het warme eten, evalueren we de dag en spreken we over de ervaringen van deze eerder dag. Vooral de nieuwe mensen vonden het heftig maar

De hulpverlening in cijfers Totaal aantal Rode Kruis vrijwilligers: 579 Een overzicht van de hulpverleners: •  30 verpleegkundigen •  9 artsen •  4 ambulances met verpleegkundige en ambulance chauffeur •  337 Eerste Hulp verleners, aangestuurd door 40 teamleiders en coördinatoren Tijdens de Vierdaagse zijn een kleine 6000 wandelaars behandeld. In vier dagen gebruikten de hulpverleners: •  10 kilometer tape •  11 liter kamferspiritus •  13 liter jodium •  9800 steriele gaasjes •  ruim 2500 wattenstaafjes. Er waren 4200 ‘blaarconsulten’ en in 394 gevallen moest er een arts aan te pas komen. Ambulances zijn 45 keer uitgerukt.

zijn dolenthousiast. Volgens mij begint het Vierdaagse “VIRUS” al te komen. De andere dagen zijn we naar verschillende rustplaatsen en behandelcentra geweest. Soms was het rustig en konden we genieten van de sfeer, maar konden we ook kijken naar de wandelaars die voorbij liepen en we ze natuurlijk aanmoedigden. Wanneer het dan druk werd, is er flink doorgewerkt, zodat de wandelaars niet een al te lange tijd moesten wachten voor ze van de blaren geholpen konden worden en ze weer snel aan “de wandel” konden. Dit ging niet altijd op. Soms waren de voeten behoorlijk aangedaan en moest er een verpleegkundige of arts aan te pas komen om de bloedblaren leeg te zuigen. Het kwam voor dat de blaren zo groot en kapot waren dat de verpleegkundige de losse zittende huid moest verwijderen en er een second skin erover aangebracht moest worden.

Creatief Ook dit jaar zijn we weer hele creatieve ingetapte of afgeplakte voeten tegen gekomen. Soms is het zo ingepakt dat we de verkleuring van voeten en tenen zien. Wanneer alle tape en plak is verwijderd en op de juiste wijze is afgeplakt, zie je de tenen en voeten maar ook de wandelaar weer jubbelen van blijdschap. Daar doen we het voor, blije wandelaars die vrijdag op de Via Gladiola je mensen bedanken dat ze dankzij hen deze tocht hebben kunnen uitlopen. Aan het eind van de week, op vrijdagavond, hebben we een feest in de schouwburg ter afsluiting van deze drukke, enerverende, soms hectische week. We genieten nog na van alle indrukken en ervaringen. Ook worden de jubilarissen in het zonnetje gezet, sommige komen hier al meer dan 20 jaar. Nou, als je dat niet een virus noemt dan weet ik het niet meer.

Carla de Ruiter: ‘ik ben er klaar voor!’

ken en afscheid nemen van je team en alle anderen. Ons “hotel” laten we weer achter tot een Schouwburg. Tot volgend jaar, roepen we nog naar elkaar wanneer we naar de trein gaan. Ik ga met (ook nieuwe) Vierdaagse vrienden in een treincoupe zitten. We praten gezellig na over deze week. De andere treinpassagiers praten of glimlachen mee. Wanneer er bij een station een “nieuwe­ ling” uitstapt, roept ze: TOT VOLGEND JAAR! Yes, weer één die besmet is met de Nijmeegse Vierdaagse virus. > Auteur: Carla de Ruiter, instructeur Eerste Hulp / teamleider Vierdaagse

Zaterdagochtend is het met zijn allen inpakken, de stappelbedden e.d. afbre­ augustus 2012

147


Kaakklem, oorzaken en behandeling Trismus. Dat is de medische term van het verschijnsel kaak- of mondklem. De term is afgeleid van het Griekse ‘trismos’ dat knarsen betekent. De definitie van trismus is: de onmogelijkheid om de mond voldoende te openen. Er zijn tal van oorzaken, die kunnen leiden tot trismus. De belangrijkste in het kaakgebied zijn: infecties als een tand- of keelabces, tumoren, bloeduitstortingen en breuken ten gevolge van trauma. Ook afwijkingen aan het kaakgewricht, bijvoorbeeld door slijtage van het kaakkopje door langdurig tandenknarsen, kunnen ook bewegingsbeperking van de kaak tot gevolg hebben. De Nederlandse naam kaakklem is bekend geworden van de ziekte tetanus. Deze ziekte, veroorzaakt door de bacterie Clostridium tetani, geeft gifstoffen af die de zenuwen aantasten met als gevolg de zogenaamde ‘wondkramp’. Er treedt dan onder andere kramp op in de skeletspieren en ook in de kaak. Zonder behandeling is tetanus meestal dodelijk. Gelukkig is de ziekte goed te voorkomen. Sinds de introductie van de tetanus-vaccinatie in 1953 is het aantal sterfgevallen tot bijna nul gedaald. Deze vaccinatie wordt altijd gegeven als men (op straat) een bloedende (schaaf)wond heeft opgelopen en als eerdere vaccinatie langer dan 10 jaar geleden is geweest. Kramp in de kaken kan echter ook bij andere aandoeningen voorkomen. Vaak is het een kortdurende en onschuldige, maar vervelende klacht die bijvoorbeeld onstaat na gapen of na tandenknarsen, met name ’s nacht. Soms is kaakkramp een klacht bij een onderliggende ziekte. Bij een te laag calcium bijvoorbeeld, wat onder andere voorkomt bij een tekort aan vitamine D. Ook hyperventilatie ten gevolge van stress kan een lage calciumspiegel in het bloed geven. Het vrije, ongebonden, calcium is dan verlaagd met als gevolg: verkramping van de spieren en dus ook de kaak. En dan zijn er nog diverse neurologische aandoeningen die een kaakklem kunnen 1)

MMT = Mobiel Medisch Team

geven. Te denken valt aan: hoofdtrauma met hersenletsel en afwijkingen door neurologische ziekten aan de hersenstam. Het bekendste voorbeeld is natuurlijk een ernstige epileptische aanval met kaakklem en, vaak, tongbeet tot gevolg. Ernstige pijnklachten in de onderkaak of het oor kunnen zenuwen beïnvloeden die de kauwspieren aansturen; met trismus als gevolg. Partydrugs zoals XTC, cocaïne en speed, kunnen door een overstimulerende werking op de basisspanning van de spieren, leiden tot te strakke (kaak)spieren, tandenknarsen en kaakklem. Overmatig drugsgebruik kan zo leiden tot een bedreigde luchtweg. Tijdens effectieve reanimatie bij een patiënt met een hartstilstand, vooral wanneer professionele hulpverleners een apparaat voor automatische hartmassage gebruiken, is eveneens kaakklem of trismus gemeld. Naast lichamelijke oorzaken is er ook een geestelijke of een psychogene of hysterische trismus. Maar voordat die diagnose wordt gesteld, moeten alle lichamelijke oorzaken uitgesloten worden.

Behandeling Bij een kaakklem dreigt, of beter gezegd: is, er een probleem in de A, airway of luchtweg. Wanneer patiënten met een kaakklem ademhalingsklachten krijgen door de onderliggende drugs, aandoening

of een andere oorzaak, is er een groot probleem voor de niet-professionele hulpverlener. Professionele hulp is snel geboden! Leg patiënten zonodig in stabiele zijligging. Bij een epileptisch insult wordt niet meer aangeraden om iets tussen de tanden van de patiënt te stoppen. Een tongbeet hoeft niet voorkomen te worden. In geval van een hartstilstand bij een patiënt met een kaakklem kan door eerstehulpverleners gereanimeerd worden volgens de aangeleerde techniek: steeds 30 borstcompressies, gevolgd door 2 beademingen. Ook hier geldt dat er 2 keer beademd moet worden, ook al zijn deze niet effectief. In geval van een kaakklem met een bedreigde luchtweg/ademhaling, zal een arts in het ziekenhuis of een arts van het mobiel medisch team de patiënt verslappen en intuberen, een beademingsbuis in de luchtpijp inbrengen. De gewone ambulance heeft geen mogelijkheden voor spierverslapping en werkt in deze gevallen samen met het MMT1). Afhankelijk van de oorzaak van de kaakklem is overigens spierverslapping niet altijd de oplossing; de intubatie kan nog steeds moeizaam en risicovol zijn. Eventueel wordt dan een beademingsbuisje in de hals geplaatst, een (spoed)tracheostoma,

Literatuur: • internet • J.A. Baart, R.B. Greebe en H.C.J. Kerstens. Trismus als symptoom. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 1987; 131(4), 147-151 • Het Oranje Kruis boekje, 26e druk, 2011 >  G. Innemee, internist-intensivist, Medisch manager RAV Gooi en Vechtstreek


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.