Het syndroom van Susac De dunne scheidslijn tussen psychiatrie en neurologie
door Maarten Koenen & Anthony Djadoenath
Op de spoedeisende hulp ligt een Nederlandse vrouw die net met haar partner en kinderen terug is uit Aruba. Al voor de vakantie had ze klachten: hoofdpijn, dubbelzien en tintelingen. Maar de neuroloog had toen geen afwijkingen kunnen vinden. Tijdens de vakantie leek ze anders dan anders: ze was vlak, keek weinig om naar de kinderen en sliep een gat in de dag. Haar partner begon zich pas echt zorgen te maken toen ze een paar keer haar urine liet lopen en het idee had de moeder van haar recent geboren nichtje te zijn. Terug in Nederland in het ziekenhuis denkt de spoedeisende hulp-arts aan een psychose, ook omdat er psychiatrische problemen in de familie voorkomen. Bij lichamelijk onderzoek is ze wat wankel ter been maar zijn er verder geen bijzonderheden. De dienstdoende arts van de psychiatrie wordt erbij gevraagd. Die beaamt dat er absoluut sprake is van psychotische kenmerken: wanen, hallucinaties en onsamenhangende spraak. Maar dit lijkt geen gewone psychose (voor zover zoiets bestaat). De patiënte is niet angstig, heeft vreemde lichamelijke klachten en praat met dubbele tong. Er blijkt geen plaats op de afdeling psychiatrie, maar met wat moeite kan ze op de afdeling neurologie worden opgenomen. Hier wordt voor de zekerheid een hersenscan gemaakt. Op de scan zijn vreemde afwijkingen te zien in het midden van de hersenen die eigenlijk maar bij één diagnose passen: het zeldzame syndroom van Susac. Later worden ook de andere twee kenmerken van dit syndroom gevonden: gehoorproblemen en afwijkingen van het netvlies. Oorzaak is een auto-immuunreactie tegen bloedvaten in de hersenen, de oren en de ogen. Er wordt gestart met krachtige medicijnen om deze reactie te onderdrukken. De psychotische klachten verdwijnen vervolgens al snel. Wel houdt ze nog lang last van evenwichtsproblemen en blijven de concentratie en het gehoor slecht. Het syndroom van Susac is een zeldzaam voorbeeld van een neurologisch ziektebeeld dat aanvankelijk vrijwel al-
14
REINIER JULI 2015
leen psychiatrische klachten kan geven. Andere voorbeelden zijn een hersenontsteking door herpes of een hersentumor. Het gevaar hierbij is dat alleen een psychiatrische behandeling wordt gestart, die vaak nog effect heeft ook. Ondertussen kan het neurologische ziekteproces echter doorgaan met alle gevolgen van dien. Het is daarom voor behandelaren in de psychiatrie van groot belang altijd ook even stil te staan bij de mogelijkheid dat een psychiatrisch probleem een behandelbare lichamelijke oorzaak heeft. Deze casus verscheen in een uitgebreide versie in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde van 11 april 2015.
Over de eerste auteur, Maarten Koenen In oktober 2011 ben ik als arts bij Reinier van Arkel komen werken. Een half jaar later begon ik mijn opleiding tot psychiater. Ik heb gewerkt op de high & intensive care (HIC) en medium care (MC) in Vught (die toen nog anders heetten), bij de voorloper van het FACT, op de ouderen- en volwassenen-opnameafdelingen in het ziekenhuis, op de polikliniek persoonlijkheidsproblematiek en op een dubbele diagnoseafdeling van verslavingsinstelling Novadic-Kentron. Na een half jaar verlof werk ik sinds april dit jaar binnen het consultatief team van Reinier van Arkel in het Jeroen Bosch Ziekenhuis. De patiënte uit het artikel kwam ik tegen tijdens een nachtdienst in de zomer van 2013. Mede-auteur Anthony Djadoenath had vervolgens een paar keer contact met haar vanuit het consultatief team. Uiteindelijk begon het schrijven van het artikel in de loop van vorig jaar. Wat ons betreft hebben we ons doel al bereikt als er ergens in Nederland één arts is die op een gegeven moment terecht denkt: ‘Hee, dit zou wel eens iemand kunnen zijn met het syndroom uit dat ene artikeltje!’