Reinier magazine 18, zomer 2025

Page 1


Reinier

MAGAZINE VAN REINIER VAN ARKEL

“RADICALISERING OPMERKEN EN LEREN BEGRIJPEN”

“SAMENWERKEN ALS ÉÉN NETWERK VOOR MENSEN MET ACUTE PROBLEMEN”

“HULP VRAGEN IS SOMS AL MOEILIJK GENOEG”

#Samen de leukste?!

Werkgeluk is geen bijzaak, maar vormt de kern van een gezonde organisatie. Onze ambitie? De leukste werkgever van Brabant (en de Bommelerwaard)!

Vanuit de overtuiging dat gelukkige medewerkers in staat zijn de beste herstelgerichte zorg te bieden en maximaal bij te dragen aan een financieel gezonde organisatie.

Dat we het samen leuk hebben blijkt wel uit deze foto’s van het personeelsfeest in maart en van Paaspop, een activiteit van personeelsvereniging Vrienden van Arkel.

Nieuws

4 – Project Breakdowns

Dit team voorkomt dat de plaatsing in een pleeggezin voortijdig of op een vervelende manier eindigt

23 – GROEN in Vught

Expertisecentrum GROEN opende haar tweede locatie

29 – Walk into the Light

Walk into the Light is een landelijke wandeling tijdens de Wereld Suïcide Preventie Week

30 – Wijk in wording

De onthulling van de muurschildering tijdens het festival Paradijsvogels op park Voorburg

42 – Bijkomweekend

Een bijzonder weekend voor mantelzorgers

44 – Spoedplein

Voor acute zorg werken 12 organisaties in en om Den Bosch samen

48 – Raoul Heertje

Een tafel, twee stoelen en een goed gesprek op park Voorburg

Thema

36 – Mentale gezondheid

Nederland werkt aan mentale gezondheid met o.a. ouderavond, workshops, gesprekken en toneelstukken

54 – Verpleegkundige leerlijn

Groeimogelijkheden voor verzorgenden, verpleegkundigen en agogen bij Reinier van Arkel

Achtergrond

10 – Radicalisering en de rol van de ggz

Radicalisering vormt een serieus maatschappelijk probleem

16 – Team Bommelerwaard

Een bijzonder team met een drive om nieuwe dingen te doen

20 – Reinier digitaal

Hoe we de zorg bij Reinier van Arkel digitaal toekomstbestendig maken

Rubriek

8 – Inzicht

Korte nieuwsberichten, wetenswaardigheden en aankondigingen vanuit Reinier van Arkel

18 – De klacht begrepen

Een nieuwe aanpak voor slaapproblemen

24 – Boek & psychiatrie

Geneeskunde in tijden van AI, handvatten voor vandaag en morgen

28 – Podcast & psychiatrie

Column

7 – Raad van Bestuur van Reinier van Arkel

Deze keer Tom van Mierlo

15 – Kansen

Een column van sociaal psychiatrisch verpleegkundige Alice Corten

47 – GROEN

GROEN beweegt

52 – Moreel beraad

Over beroepsgeheim en morele keuzes in de psychiatrie

Radicalisering en de rol van de ggz

26 – Trauma

Promotieonderzoek van Peter Janssen naar het sociale functioneren van veteranen met PTSS

32 – ART kliniek

Herstelgerichte zorg in de langdurige ggz

Niemandsland

43 – Podcast & psychiatrie Kippen en Paradijsvogels

50 – De loopbaan van Ingrid Mekking-Pompen, kinder- en jeugdpsychiater

58 - Uitzicht

De rubriek waarin we een kijkje nemen over onze eigen grenzen heen en nieuws bij de collega’s, samenwerkingspartners of buren halen

COLOFON nr. 18. Zomer 2025. Reinier is een magazine voor mensen in de regio ’s-Hertogenbosch die, beroepshalve of als zorggebruiker, geïnteresseerd zijn in zorginhoudelijke ontwikkelingen en achtergronden van Reinier van Arkel en de geestelijke gezondheidszorg in bredere zin. Redactie René Berende, Mireille Borg, Johan van Diepen, Nicole van de Gevel, Michelle Hendriks, Laura Hovens, Daan van Ooyen, Marjo Roes, Erik Welten Hoofdredactie Ilse van den Eeden Fotografen Eveline Gerrits, Jolanda Ruijs - van Rossum Bijdragen van Tom van Mierlo, Noor Reigersman, Diane Drost-Jansen, Alice Corten, Sanne Graste en fotografie van Dolph Cantrijn en Roel van der Aa. Vorm en productie btz vorm en regie Oplage 2.500 Redactieadres Reinier Postbus 70058 5201 DZ ’s-Hertogenbosch (073) 658 60 17 reinier@reiniervanarkel.nl www.reiniervanarkel.nl www.reinierwerktenleert.nl www.herlaarhof.nl www.ypse.nl www.MoMS.nl www.psychotraumacentrumzuidnederland.nl

Het dreamteam van Oosterpoort en Herlaarhof voor pleegsystemen

Project Break

Met een vrolijke lach wordt de deur geopend door Fransien Jans. Hoewel we nu bij Oosterpoort zijn op de Rompertsebaan, opent de systeemtherapeut van Herlaarhof de deur alsof ze hier thuishoort.

Eenmaal in de ruimte met Sophie van der Hoek – den Teuling, GZ-psycholoog binnen het psychotraumateam van Herlaarhof, en Femke Elsinga, gedragswetenschapper bij Oosterpoort, wordt er druk verder gekletst. Hoewel ze ver uit elkaar zitten aan tafel, vult hun aanstekelijke enthousiasme de hele ruimte. Je merkt dat ze elkaar goed aanvullen, dat dit een team is waar met plezier gewerkt wordt aan datgene dat hen bindt: het project Breakdowns.

Het is niet voor niets dat Fransien, ondanks haar pensioen, betrokken is gebleven bij dit project. Het pleegsysteem in Nederland is voor haar een doorn in het oog: “Het is echt schrijnend hoe we in Nederland tegen pleegzorg aankijken en hoeveel, of beter gezegd, hoe weinig uren pleegzorgwerkers krijgen om pleegouders en pleegkinderen te begeleiden. Dat is 30 uur per pleegkind per jaar. In die uren zit alles, dus ook bijvoorbeeld reistijd.” We moeten ons realiseren dat er binnen pleeggezinnen vaak sprake is van complexe problematiek. Fransien: “Pleegkinderen zijn per definitie getraumatiseerde kinderen. Het is nogal wat als je niet meer bij je eigen ouders kunt wonen.” Daarin zitten ook gradaties. Er zijn kinderen waarvan beide ouders overleden zijn, maar die wel opge-

groeid zijn in een warm gezin. “Maar dat komt niet zoveel voor, het zijn met name kinderen die al een rugzak hebben”, aldus Fransien, “en deze kinderen en hun pleegouders hebben recht op goede begeleiding en ondersteuning, vinden wij”.

Breakdowns voorkomen en verzachten Binnen het project Breakdowns zorgen Fransien, Sophie en Femke voor die extra begeleiding en ondersteuning. Sophie: “We moeten veel meer naar de preventie. We zorgen er bijvoorbeeld niet alleen voor dat breakdowns niet op de korte termijn plaatsvinden, maar voorkomen ze misschien ook over vijf of tien jaar”. Een breakdown betekent dat de plaatsing voortijdig of op een vervelende manier eindigt. Iets wat je

downs

wilt voorkomen! Als preventie niet mogelijk is, zoeken ze naar manieren om de wachttijd draaglijk te maken. Fransien: “Daarnaast hebben alle pleegkinderen een verhaal nodig. Er moet op papier staan waarom je niet bij papa of mama kunt wonen. Wat is er met mama of papa aan de hand? Waarom kan een broertje dat vijf jaar later geboren is, wel thuis blijven wonen? Als je dat niet aan kinderen vertelt, gaan ze het zelf invullen en wordt het alleen maar groter in hun hoofd. Dat dragen we uit en pakken we met de kinderen op.”

Doen wat nodig is Het team zit nu in een ontdekkingsfase. Wie pakt wat op, wat is er nodig en wat zijn de grenzen van de afspraken met de

gemeente? Ze laten elkaar daar erg vrij in en vertrouwen op elkaars kennis en kunde. Wat dat betreft zijn ze het schoolvoorbeeld voor goede samenwerking tussen verschillende organisaties. Fransien: “Het is enorm fijn dat je mag doen wat jij ziet dat nodig is.” Femke: “Elke maand op de 21e organiseren we een avond waar pleegouders elkaar kunnen ontmoeten. De ene keer drinken we alleen koffie met elkaar en de andere keer maken we het meer informatief. Of als het in het weekend is, een activiteit met de kinderen erbij. Fransien en Sophie hebben ook een presentatie over trauma en hechting gegeven en dat was zo’n groot succes, dat ze nog een keer moesten terugkomen. We kregen het gewoon niet af.”

Fransien: “We dachten in twee uur klaar te

zijn, maar dat was een onderschatting. De pleegouders hingen echt aan onze lippen.” Deze presentatie bleek een extra impuls te geven aan de training Traumasensitief opvoeden vanuit Oosterpoort. Sophie: "De training Traumasensitief opvoeden is nu populair, mede door de presentatie bij pleeggezinnen." Het thema is heel relevant en speelt heel veel voor pleegouders.” Dit symboliseert ook de mooie samenwerking tussen Herlaarhof en Oosterpoort.

Leren van elkaar, groeien met elkaar Femke: “We merken echt dat het project succes heeft. Waar we in het begin basisvragen kregen als: kun je een traumabehandeling inzetten bij een kindje van één?, zijn het

Voor elk pleegkind en pleegouder is er per jaar slechts 30 uur begeleiding

nu ingewikkeldere vraagstukken waar we vanuit verschillende disciplines naar kijken. Pleegzorgwerkers kunnen sommige zaken nu zelf nog beter oppakken of sneller signaleren, waardoor erger voorkomen wordt.”

En hoe wordt er verder geëvalueerd of het project zijn doel bereikt? Sophie: “We zijn nu aan het kijken hoe we het meer meetbaar kunnen maken.” Femke: “We kijken of we met terugwerkende kracht een nulmeting kunnen doen en daarna kunnen monitoren, waarna we kunnen kijken naar de cijfers om te zien wat het project oplevert”, aldus Femke, “Want zien we ook minder breakdowns? Kunnen we daar trends in ontdekken? Maar dat is nog in ontwikkeling”.

Samen werken naar de toekomst De rode draad binnen het project is de hele samenwerking en de chemie. Fransien: “Het is een hele prettige samenwerking en ik denk dat we daarom ook zo succesvol zijn. Het is echt samen, we hebben lol samen.” Sophie: “We zijn enorm blij met de vrijheid die we krijgen en elkaar gunnen, wat betekent dat we kunnen doen wat nodig is en we niet constant tegen grenzen aanlopen. We kleuren alle drie wel mooi buiten de lijntjes.”

En de toekomst? Sophie: “Misschien zijn we op een gegeven moment wel overbodig”. “Dat hoop ik toch niet!”, roept Fransien snel tussendoor, “Het moet niet ophouden. Dat heb ik uit eigen ervaring gemerkt.” Femke: “Je ziet echt al dingen gebeuren, bijvoorbeeld over traumabehandeling. Pleegzorgmedewerkers dachten dat je ernstige klachten moet hebben om traumabehandeling te krijgen. Door dit project zien ze dat het liever vroeger dan later is. Ga maar eens het gesprek aan en kijk of je ze kunt aanmelden. Dat zou in de toekomst kunnen betekenen dat je er eerder bij bent, wat uiteindelijk ook kosten voor de maatschappij kan besparen.” Sophie: “Ik geloof zo in de kracht en ervaring, die daardoor wordt opgebouwd”. Maar zoals ze alle drie ook beamen, is dat dit structureel moet worden en blijven. Het moet niet staan of vallen door de mensen die erbij betrokken zijn en of de financiering blijft. Het grote doel is om recht te doen aan pleegouders en pleegkinderen.

Wat is project Breakdown

Breakdowns is een samenwerking tussen Oosterpoort en Herlaarhof, geïnitieerd en gefinancierd door de gemeente ’s-Hertogenbosch. Het doel is om een voortijdige of op een vervelende manier eindigen (breakdown) van een plaatsing te voorkomen. Pleegzorgmedewerkers worden ondersteund en er is kortdurende hulp voor de pleeggezinnen. Alle pleegsystemen in de jeugdhulpregio Noordoost Brabant die door Oosterpoort begeleid worden komen in aanmerking voor dit project. Er wordt op vier niveaus ingezet:

1. Consultatie en advies vanuit interventieteam

2. Kortdurende interventie vanuit interventieteam

3. Basis op orde, kennis vergroten, scholing 4. Doorverwijzing naar tweedelijnszorg

Moet een kind verplaatst worden door afbreking van de plaatsing om een negatieve reden? Dan noemen professionals in de pleegzorg dat een breakdown. >> Project Breakdowns

Gedreven door passie, werkplezier, kennis en vertrouwen in elkaar, zetten zij zich in voor het pleegsysteem. Wat een prachtig werk leveren Fransien, Sophie en Femke. Dit team gun je ieder kind!

Stichting Oosterpoort: hulp voor jongeren en gezinnen

Stichting Oosterpoort helpt kinderen, jongeren en gezinnen die het moeilijk hebben. Ze bieden jeugdhulp aan in Brabant, Rivierenland, Nijmegen en Noord-Limburg. Meer dan 300 medewerkers en 450 pleeggezinnen werken samen om jongeren een veilige plek en goede begeleiding te geven. Oosterpoort biedt onder andere pleegzorg, gezinshuizen en behandelgroepen.

COLUMN

Samen bouwen aan een mentaal gezonde regio

Als directieteam beleggen we met enige regelmaat een strategiedag. Om vooruit te kijken naar waar we naartoe gaan en wat voor ons belangrijk is.

De basis van onze strategie blijft netwerkzorg. Wel scherpen we onze koers aan – of beter gezegd: we verbreden ons vizier. We maken hem ruimer waarbij we stellen er te willen zijn voor een mentaal gezonde regio. Samen met de directeuren stonden we hierbij stil. Wat betekent dit, voel je waar de verandering zal zitten en wat gaan wij dan anders doen? We bouwden met elkaar het volgende beeld op.

Onze nieuwe, verbrede collectieve ambitie is: We staan voor een mentaal gezonde regio, waarin ook mensen met ernstige psychische problemen kunnen herstellen en betekenisvol kunnen meedoen. Dit kunnen we niet alleen. Daarom: netwerkzorg.

We beseffen dat mentale gezondheid ieders verantwoordelijkheid is en sterk afhankelijk van de context. Gezonde wijken ontstaan waar mensen betekenisvol kunnen bijdragen, gedragen door de kracht van betrokken burgers. Wij willen actief bijdragen aan het bouwen van deze gemeenschappen. Dat doen we door beter samen te werken in het netwerk, met burgers en zorgvuldig gekozen welzijns- en zorgpartners. Op basis van een gedeelde ambitie en met respect voor ieders rol en belang.

Om dit te bereiken is het belangrijk te weten wat er leeft in de wijk en welke initiatieven bijdragen aan mentale gezondheid. Door samen in gesprek te gaan, ontdekken we wat burgers nodig hebben om mentaal gezond te blijven of te herstellen. Zo helpen we cliënten betekenisvol mee te doen in hun eigen buurt en versterken we de basis van mentale gezondheid. We werken samen op gemeenschappelijke locaties in de wijk, bij voorkeur gerund door onze cliënten zelf. Onze specialistische expertise brengen we dichtbij, in de

wijk, in de leefwereld van de cliënt. Als expert in mentale aandoeningen en/of stoornissen nemen we een bescheiden rol in binnen het bredere netwerk van mentale gezondheid.

Waar staan we nu?

De transitie naar regioteams en clusters, ingezet in 2023 is bijna voltooid. Het is van belang dat we dit rond maken. Deze transitie is randvoorwaarde om de wachtlijst weg te werken en ècht in het netwerk samen te kunnen werken. Het programma werkgeluk, ingezet in 2024 zorgt ervoor dat we de leukste organisatie van Brabant worden. En in 2025 is het programma Reinier Digitaal een strategisch speerpunt. Het programma vormt de digitale basis voor netwerkzorg en verbindt herstel, financiele gezondheid en werkgeluk. Met digitale innovaties willen we het herstel van cliënten én het werkgeluk van medewerkers versterken.

Hoe geven we inhoud aan deze samenwerking?

In het netwerk met de welzijns- en zorgpartners hebben we afgesproken om te werken volgens de ‘samenwerkwijze’ en met de ‘drie kerninterventies van netwerkzorg’ (herstelondersteunende intake, werken met een steungroep en domeinoverstijgend samenwerken). In het ‘regionaal leerhuis’ wordt er gezorgd voor scholing in deze manier van werken. Informatie over deze werkwijze lees je op de website https://www.samenwerkwijze.nl. Daar vind je ook een informatief filmpje.

En om onze specialistische toegevoegde waarde en kwaliteit te blijven garanderen, werken we bij Reinier van Arkel met zorgmodellen die hierop aansluiten: regioteams, FACT, ART, IHT, HIC, ziekenhuispsychiatrie en forensische psychiatrie. In onze clusters werken we vanuit de zorgstandaarden zoals de bij AKWA GGZ zijn beschreven. Al deze zorgmodellen werken vanuit eenzelfde herstelondersteunende basis en gaan uit van de motto’s: ‘Herstellen

doe je thuis’ en ‘Niets over mij zonder mij’. Hiermee sluiten we naadloos aan bij de bovenstaande ambitie en samenwerkwijze van netwerkzorg, zoals we die hebben afgesproken bij Zorgzaam.

We voelen het als onze maatschappelijke verantwoordelijkheid om vanuit onze ervaring en kennis de rol van procesregisseur aan te nemen in de mentale gezondheidsnetwerken. We wachten niet af, maar zetten een stap naar voren. We organiseren werksessies om kennis te delen en samenwerking te bevorderen. Dit maakt deel uit van ons lerend netwerk en de opbrengst wordt gedeeld op de Zorgzaam Kennisfestivals, die meerdere keren per jaar georganiseerd worden.

Om de weg naar een mentaal gezonde regio te versnellen zetten we inspirerende voorbeelden in de etalage. Zo laten we concreet zien wat we onder netwerkzorg verstaan. Denk aan initiatieven zoals het expertisecentrum GROEN, Stadsnetwerk Youthlab, de stappen die we met Gemeente Vught zetten op het gebied van veiligheid in Vught, de ontwikkelvisie van park Voorburg en de activiteiten rond het boek ‘De basis van mentale gezondheid’. Ook in de eerste lijn, bij Ypse, binnen het sociaal domein en in burgerinitiatieven in de wijk ontstaan waardevolle initiatieven. Het is belangrijk dat we deze zichtbaar maken en erop aansluiten.

Dit doen we in onze bouw- en werkplaatsen, tijdens de Reinierdagen, op het jaarlijkse Reinier Kennisfestival, in leerhuizen en op de Zorgzaam Kennisfestivals en zo brengen we met elkaar het geheel bij elkaar. Zo bouwen ook dit jaar, samen met jou, zowel in onze organisatie als met onze netwerkpartners, binnen het netwerk van Zorgzaam, verder aan onze collectieve ambitie: dat iedereen betekenis vol kan meedoen.

Tom van Mierlo
Tom van Mierlo is voorzitter van de Raad van Bestuur

Sport- en beweegjaar 2025

Het sport- en beweegjaar van Reinier van Arkel is energiek van start gegaan met twee geslaagde evenementen. Met een groot jeude-boulestoernooi trapten we het jaar af. Maar liefst 16 teams –goed voor meer dan 35 deelnemers – gingen fanatiek de strijd aan. De winnaars, Björn en Alfons, gingen er met de hoofdprijs vandoor. Niet lang daarna volgde het jaarlijkse voetbaltoernooi, inmiddels een traditie die al vijf jaar op rij een succes is. Dankzij een samenwerking met WSD en Zwaluw V.F.C. Maar liefst 9 teams –ruim 100 deelnemers – streden fanatiek om de felbegeerde beker. Het team FC FPA de Daltons kroonde zich tot kampioen van het jaar.

De evenementen brachten cliënten, medewerkers en vrijwilligers samen in een sportieve sfeer vol gezelligheid en gezonde competitie. Een enorme dank aan de organisatie en aan alle betrokkenen voor de inzet!

We kijken nu al uit naar het volgende evenement: de Zeskamp in september.

Chrissie Koks benoemd als directeur behandelzaken Reinier in de Wijk

We zijn bijzonder trots en verheugd te kunnen melden dat Chrissie Koks eind juni aan de slag is gegaan als directeur behandelzaken Reinier in de Wijk. Hiervoor werkte Chrissie bij GGz Breburg als klinisch psycholoog /psychotherapeut en was ze leidinggevende van de eenheid ‘Continu in de Wijk’.

Tanja Dankers benoemd als directeur Reinier in de Wijk

Tanja Dankers zet een mooie volgende stap bij Reinier van Arkel. Vanaf juni combineert ze het directeurschap van de eenheid Ypse met de positie van directeur algemene zaken van de eenheid Reinier in de Wijk.

Tanja Dankers: “Met deze nieuwe stap mijn loopbaan -van inmiddels 16 jaar- te mogen vervolgen binnen onze mooie organisatie, daar ben ik erg blij mee én trots op. Zo bouwen we samen verder. Samen met mijn duale collega Chrissie Koks, het managementteam en de collega’s in de (zorg)teams gaan we ervoor om de best mogelijke zorg te (blijven) bieden voor cliënten. Samen bouwen we verder aan thema’s als netwerkzorg, werkgeluk en bedrijfsvoering. Naast Reinier in de Wijk blijf ik gelukkig ook aan als directeur van Ypse. Ik denk, en streef ernaar, dat deze verbinding bijdraagt aan het versterken van de samenwerking en samenhang tussen alle typen zorg die we binnen de eenheden beschikbaar hebben.”

Chrissie: “Wat mij aanspreekt bij Reinier van Arkel is de combinatie van trots, veranderkracht en een sterke mensgerichtheid. Ik kijk ernaar uit om samen met jullie verder te bouwen aan toekomstgerichte, inclusieve en herstelgerichte zorg. Vanuit mijn ervaring als klinisch psycholoog en als leidinggevende, en daarnaast mijn betrokkenheid bij thema’s als destigmatisering, diversiteit en inclusie, geloof ik in zorg die samen met cliënten, naasten en ketenpartners wordt vormgegeven. De komende periode neem ik graag de tijd om de organisatie en iedereen die daaraan bijdraagt goed te leren kennen.”

Met de komst van Chrissie Koks is de directie voor Reinier in de Wijk / Ypse weer compleet.

Noteer in je agenda: 7de Kennisfestival

Vrijdag 12 december

8.30 – 17.30 uur Perron-3, Rosmalen

Deze keer staat de beweging naar een mentaal gezonde regio centraal. Met key-notes, interactieve sessies en workshops is het Kennisfestival voor jou de plek om je kennis te verdiepen of verbreden en de onderlinge verbindingen aan te halen.

Deelname is gratis, aanmelden is vanaf nu mogelijk via www.reiniervanarkel.nl/ nieuws/ kennisfestival/

Nieuwe WRAP-facilitators

Een enthousiaste groep (familie)ervaringsdeskundigen hebben de 5-daagse WRAP-facilitator training gevolgd. Zij zijn daarmee ervaringsdeskundigen die mensen begeleiden bij het opstellen van hun eigen Wellness Recovery Action Plan (WRAP), ook wel herstelplan. Ze helpen weer grip te krijgen (en te houden) op het leven wanneer dat ontregeld raakt door ingrijpende gebeurtenissen. WRAP is een zelfhulpinstrument om het eigen welbevinden te onderzoeken en te verbeteren en erachter wil komen wat voor hem of haar werkt. Zelfregie is belangrijk: de cliënt beslist wat hij of zij deelt, wanneer en met wie.

Dankzij deze bevlogen club is onze pool van WRAP-facilitators flink uitgebreid. Dit stelt ons in staat om de WRAP-training nog breder aan te bieden zowel binnen onze eigen organisatie als in samenwerking met netwerk partners.

Enkele reacties van deelnemers:

• “Ik ben weer teruggebracht naar de essentie van herstel- en ervaringsdeskundigheid.”

• “De WRAP zou eigenlijk voor iedereen beschikbaar moeten zijn – ik ga mijn collega’s uitnodigen deel te nemen.”

• “Het was waardevol om vijf dagen lang ondergedompeld te worden in de materie. Ik voel me nu nog meer verbonden met mijn collega-ervaringsdeskundigen.”

Feestelijke afsluiting van Magnolia 1A

Leer Innovatie Afdeling

Avondvierdaagse park Voorburg 2025

Meer dan 1500 (!) wandelaars op het park, prima wandelweer en festiviteiten rondom Herstelacademie de Stenen Hut. Succesingrediënten die hebben geleid tot wederom een geslaagde avondvierdaagse. De deelnemers deden mee om kennis te maken met ons mooie park Voorburg. Basisschoolkinderen, ouders en cliënten van Reinier van Arkel hebben hun uiterste best gedaan om de 5 of 10 km op hun eigen tempo te voltooien. Cliënten van Reinier van Arkel konden na de wandeling, met veel enthousiasme, hun medaille ophalen. Al met al een erg geslaagde avond.

Met dank aan de organisatie van de Avondvierdaagse, het Sportloket, de vrijwilligers van Herstelacademie de Stenen Hut en de Avondvierdaagse voor deze mooie avond. We kijken uit naar volgend jaar!

Wij kijken met trots terug op het eerste jaar van de Leer Innovatie Afdeling (LIA) op Magnolia 1A. Samen legden we een stevige basis voor een afdeling waar leren en zorg hand in hand gaan. Een LIA is een afdeling die een leer- en ontwikkelklimaat creëert en waar verschillende opleidingen van verschillende niveaus aan deelnemen. Leren staat er centraal. Op zo’n manier dat zowel het team als de stagiaires, leerlingen en opleidingen er sterker van worden. Ze leren er van en met elkaar.

De kritische blik van studenten, waardevolle zorgmomenten en de intensieve samenwerking maakten van Magnolia 1A een betekenisvolle leeromgeving: een plek voor ontwikkeling, reflectie én innovatie.

Dankzij de enorme inzet van studenten, medewerkers en betrokkenen is dit eerste jaar succesvol afgerond. Een veelbelovende start waarop we in het nieuwe schooljaar vol energie voortbouwen. Dank aan iedereen die heeft bijgedragen. Jullie inzet heeft het verschil gemaakt. Op naar nog meer mooie stappen in leren, samenwerken en vernieuwen!

Radicalisering vormt een serieus maatschappelijk probleem. Het is het proces waarbij mensen extreme overtuigingen ontwikkelen die kunnen leiden tot intolerantie, haat of zelfs geweld. Dit raakt niet alleen de veiligheid van individuen en gemeenschappen, maar ondermijnt ook de sociale samenhang en democratische waarden.

Daarom is het belangrijk dat we radicalisering op tijd herkennen en er iets aan doen.

Radicalisering: de belangrijke rol van de ggz

Een blik op de samenwerking tussen ggz en veiligheidsdomein

Sandra Handels, regionaal projectleider radicalisering Oost-Brabant, zoekt vanuit het veiligheidsdomein steeds meer de samenwerking met zorg- en onderwijspartners. Sociaal psychiatrisch verpleegkundige Nick Coppus van Reinier van Arkel is een van hen. Hij is samen met collega Jan Vugts aanspreekpunt radicalisering binnen Reinier van Arkel. Zij hebben hiervoor een speciale opleiding gevolgd.

Sandra Handels begon haar werk in oktober 2019 met de taak om een netwerk van samenwerkende partners op te zetten. "Elke partner heeft een eigen puzzelstukje informatie," legt ze uit. "Als je die stukjes niet bij elkaar legt, krijg je geen volledig beeld van waar iemand in zijn radicaliseringsproces zit."

Het netwerk begon met veiligheidspartners zoals het Openbaar Ministerie, gemeenten

en de politie. De komst van de coronapandemie bracht nieuwe uitdagingen met zich mee. "Corona werkte als een soort contrastvloeistof die extremistische onderstromen zichtbaar maakte," zegt Handels. "Radicalisering begon steeds meer online, en we zagen verschillende vormen van extremisme opduiken."

Waar hebben we het eigenlijk over bij radicalisering

Nick: “Er is geen blauwdruk voor de groep mensen die radicaliseert en dat is meteen het lastige”. “Dat klopt”, zegt Sandra, “Er is geen gezamenlijke noemer waar je geradicaliseerde mensen onder kunt vangen. Het komt in alle lagen van de samenleving voor.”

Nick: “Radicalisering is niet per definitie problematisch. Radicale ideeën kunnen ook positief bijdragen aan sociale verandering zolang ze geweldloos en binnen het democratisch proces blijven. Radicalisering wordt pas problematisch wanneer het leidt tot geweld, intolerantie of het ondermijnen van democratische waarden. Sommige radicale ideeën zijn door de geschiedenis heen juist nodig geweest voor maatschappelijke vooruitgang zoals de afschaffing van slavernij en vrouwenkiesrecht. Mensen die deze ideeën in hun tijd uitdroegen, werden vaak als 'radicaal' bestempeld”.

Radicalisering is een proces dat zowel op individueel niveau als op groepsniveau kan plaatsvinden en houdt in dat iemand steeds meer extreme ideeën krijgt en andersdenkenden afwijst. Deze persoon voelt zich steeds minder verbonden met de maatschappij en wil zijn ideeën omzetten in acties die voor conflict zorgen. Radicalisering kan leiden tot extremisme. Extremisme ontstaat wanneer een persoon of groep met bepaalde overtuigingen vijandig wordt tegenover andersdenkenden en de samenleving, en bereid is om de wet te

Volgens de Nationaal Coördinator

Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) zijn dit de belangrijkste vormen van extremisme, elk met een korte toelichting:

1. Religieus extremisme Handelen vanuit een religieus geïnspireerd ideologisch motief, waarbij men bereid is om de democratische rechtsorde te ondermijnen. Dit kan zowel gewelddadig als niet-gewelddadig zijn.

overtreden en geweld te gebruiken om zijn of haar doel te bereiken.

Sandra: “Sinds het toenemende gebruik van internet en zeker sinds de coronaperiode wordt radicalisering steeds zichtbaarder. Via onlineplatforms komen mensen terecht in besloten groepen en dan kan het snel gaan. Zeker omdat er ronselaars online actief zijn, vaak hoogopgeleide jonge gasten die op slinkse wijze mensen aantrekken. Niet alleen met gesprekken maar ook via muziek (raps)”.

Nick: “Een spel als Minecraft is een omgeving waar extreemrechtse en neonazistische besloten groepen bestaan. Daar wordt die ideologie enorm verheerlijkt. Je komt niet zomaar in die groepen en eenmaal binnen ontmoet je alleen maar soortgelijken zodat je elkaar versterkt in je denkbeelden. Maar het begint bij ‘grappige’ filmpjes op TikTok of meme’s op andere sociale media, vaak met een dubbele boodschap. Als je die vaak genoeg ziet, en het algoritme van sociale media zorgt daar wel voor, dan word je er ontvankelijk voor en is het een voedingsbodem voor radicalisering.”

Uitbreiding naar het Sociaal Domein

De pandemie maakte duidelijk dat radiclisering niet alleen een veiligheidsprobleem is, maar ook een sociaal probleem.

Sandra: "We zagen dat in veel gevallen de radicalisering gepaard ging met psychische problematiek. Daarom zijn we andere partners gaan betrekken, zoals ggz-instellingen

2. Politiek extremisme (links en rechts) Ideologisch gemotiveerde activiteiten die gericht zijn op het afwijzen of ondermijnen van de democratische rechtsstaat. Denk aan extreemlinkse of extreemrechtse bewegingen die bijvoorbeeld haat zaaien of oproepen tot geweld.

3. Etnisch of nationalistisch extremisme Extremisme dat voortkomt uit

en welzijnsorganisaties."

Een belangrijk aspect van deze samenwerking is het betrekken van experts. We hebben mensen nodig die vanuit hun zorgperspectief naar deze personen kunnen kijken. De politie en het Openbaar Ministerie kunnen dit niet alleen," benadrukt Handels. Nick: “Psychische problematiek speelt vaak mee maar ook hier geldt weer dat er geen blauwdruk is. Mensen komen uit gebroken gezinnen of leven al geïsoleerd. Soms komen ze in conflict met de politie of de overheid waarna ze zich onbegrepen en machteloos voelen. Dat kan een proces in gang zetten dat iemand steeds verder van de maatschappij verwijderd raakt. Voor jongemannen geldt dat ze soms uit

het verheerlijken van de eigen etnische of nationale identiteit, vaak samen met vijandbeelden of uitsluiting van andere groepen.

4. Single-issue extremisme Extremisme dat zich richt op één specifiek thema, zoals dierenrechten, klimaat, of antioverheidsstandpunten. De acties kunnen gewelddadig of ont–wrichtend zijn, zoals sabotage of intimidatie.

5. Niet-gewelddadigextremisme Hoewel vaak minder zichtbaar, kan ook het stelselmatig verspreiden van extremistische theo–rieën, haatzaaien, opruiing of het opzetten van parallelle instituties de democratische rechtsorde ondermijnen.

Bron: M365 Copilot met als bron www.nctv.nl

onzekerheid of gebrek aan een rolmodel in de valkuil van de manosphere* terecht komen. Wanneer dan tegelijkertijd iemand autistische kenmerken heeft kun je vanuit de ggz advies geven hoe hier mee om te gaan. Het is nooit alleen psychische problematiek, maar ook situaties als isolement, schulden, gebroken gezinnen, discriminatie, geen toekomstperspectief hebben, criminaliteit, drugsgebruik. Het is een complete puzzel en daar kan een agent bijvoorbeeld niks mee. Vanuit de zorg kunnen we daar wel naar kijken en zeker vanuit onze ggz-expertise.”

Wanneer is radicalisering iets dat gemeld moet worden?

"Een signaal is altijd een combinatie van factoren, zoals Nick ook al zegt. Vaak zie je dat beschermende factoren, zoals een baan of een gezin wegvallen," zegt Sandra. "Hoe diep zit iemand in de ideologie en gaat hij nu radicaliseren? Het is een proces en er is een punt dat je denkt, dit moet stoppen, anders kan er mogelijk geweld dreigen.”

Nick: "Mensen kunnen extreme gedachten hebben, zich terugtrekken, anders kleden of gedragen. Ouders merken vaak veranderingen op. Maar ook als behandelaar kun je veranderingen zien. Er zijn algemene signalen die je aan het denken kunnen zetten. Een signaal op zich hoeft helemaal niet zorgelijk te zijn, maar verschillende in samen-

hang met elkaar wel. (zie kader).”

Nick: “Er is een wezenlijk verschil tussen het signaleren van gedrag en het toekennen van een betekenis daaraan (duiden). Signalen staan nooit op zichzelf, maar moeten altijd bekeken worden in de bredere context van iemands leefwereld. Problematiek op meerdere levensgebieden – zoals werk, gezin, gezondheid, sociaal isolement of financiële zorgen – kan gedrag beïnvloeden en verkeerd geïnterpreteerd worden als risicovol of extremistisch. Daarom is het cruciaal om signalen gezamenlijk te bespreken en zorgvuldig te duiden in een multidisciplinair team van experts. Als individuele hulpverlener is het niet de bedoeling om zelfstandig conclusies te trekken. Een verkeerde interpretatie van gedrag kan ernstige gevolgen hebben: van stigmatisering en sociale uitsluiting tot verlies van werk, contacten en het ontstaan of verergeren van psychische klachten. Bovendien kan een onterechte verdenking het vertrouwen in overheid en instanties ondermijnen, wat iemand juist verder van de samenleving af kan duwen.”

Het beroepsgeheim

Het beroepsgeheim* is een fundamenteel onderdeel van de vertrouwensrelatie tussen cliënt en zorgverlener. Ggz-medewerkers zijn wettelijk verplicht om de pri-

Signalen radicalisering

Het is lastig om aan te geven bij welke signalen er daadwerkelijk sprake is van zorgelijk gedrag. Er zijn signalen die op zichzelf niet meteen zorgelijk hoeven te zijn, maar in samenhang met andere signalen wel risicovol kunnen zijn:

• Extreme uitspraken met nadruk op wij-zij tegenstellingen die te maken hebben met afkomst, politiek of religie.

• Afwijzende en haatdragende houding tegenover de Nederlandse maatschappij, autoriteiten en/of groepen in de maatschappij.

• Goedpraten van aanslagen of geweld naar burgers.

• Bezoeken van sociale mediagroepen, websites of bijeenkomsten die haat en geweld promoten.

• Ruzie zoeken of agressief gedrag richting anderen vanwege hun achtergrond of andere mening.

• Zich isoleren of terugtrekken van andersdenkenden.

• Fanatiek bezig zijn met de (nieuwe) ideologische of religieuze identiteit.

Bron: Landelijk Steunpunt Extremisme

vacy van hun cliënten te beschermen en mogen in principe geen informatie delen zonder toestemming van de cliënt.

Medewerkers mogen de geheimhoudingsplicht alleen doorbreken wanneer een concreet dreigend gevaar kan worden afgewend. En daarbij moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan (zie kader). Dit is de enige reden om de geheimhoudingsplicht te doorbreken en een melding te maken bij politie of openbaar ministerie. Wanneer je je als medewerker zorgen maakt over een cliënt of vastloopt en je wil overleggen dan doe je dit binnen je team. Daarnaast kun je met Nick Coppus of Jan Vugts een anonieme casus bespreken. Zij kunnen je advies geven hoe het beste te handelen of welke vragen je kunt stellen zodat je in verbinding blijft met de cliënt.

>>

Nick Coppus, Sandra Handels en Jan Vugts

Radicalisering

De toekomst van de aanpak De aanpak van radicalisering in OostBrabant blijft zich ontwikkelen. "We bieden basis- en verdiepingstrainingen aan voor partners en aandachtfunctionarissen," zegt Sandra. "We organiseren kennissessies voor aandachtfunctionarissen over hoe je mensen die in een radicaliseringsproces zitten kunt behandelen."

Het is een intensief traject waarin verschillende partners samenwerken om radicalisering tegen te gaan of af te vlakken. "Het landelijk steunpunt extremisme (LSE) biedt onder andere exit-trajecten aan," zegt Nick. Een exit-traject helpt mensen die willen stoppen met extremisme. Ze krijgen hulp om hun leven weer op te bouwen, bijvoorbeeld met werk, school of familie. Ook krijgen ze gesprekken en steun om andere keuzes te maken. "Voor ons in de ggz is het belangrijk dat we radicalisering opmerken en leren begrijpen en kunnen inschatten hoe ernstig het gevaar is."

De aanpak van radicalisering in Oost-Brabant is een voorbeeld van hoe samenwerking tussen verschillende partners kan leiden tot een effectievere aanpak van een complex probleem. Door de krachten te bundelen van veiligheidspartners, ggz-instellingen en welzijnsorganisaties, wordt een breder en completer beeld verkregen van radicalisering en kunnen passende interventies worden ingezet.

"Het is een zeer actueel thema," zegt Nick. "Elke persoon die radicaliseert en die je in beeld hebt, is belangrijk."

Manosfeer

De manosfeer is een online wereld waar sommige mannen praten over hun ervaringen, frustraties en ideeën over relaties, vrouwen en de rol van mannen in de samenleving.

De manosfeer is niet één geheel, maar bestaat uit verschillende subgroepen met uiteenlopende ideeën. Enkele bekende groepen zijn:

• Men’s Rights Activists (MRA’s): richten zich op mannenrechten, zoals vaderschapsrechten, zelfmoordpreventie en discriminatie van mannen.

• Men Going Their Own Way (MGTOW): mannen die ervoor kiezen om geen relaties meer aan te gaan met vrouwen.

• Pick-Up Artists (PUA’s): geven datingadvies en strategieën om vrouwen te versieren.

• Incels (involuntary celibates): mannen die geen seksuele of romantische relaties kunnen krijgen en daar gefrustreerd over zijn.

Belangrijk om te weten:

• Sommige delen van de manosfeer zijn gericht op zelfverbetering en steun, maar andere delen kunnen vijandig of vrouwonvriendelijk zijn.

• De manosfeer is vaak controversieel, vooral wanneer het gaat om negatieve of haatdragende uitingen over vrouwen of feminisme.

De Wet Gegevensverwerking Persoonsgerichte Aanpak Radicalisering en Terroristische Activiteiten (PARTA)

Per 1 juli 2025 treedt de Wet Gegevensverwerking Persoonsgerichte Aanpak Radicalisering en Terroristische Activiteiten (PARTA) in werking. Deze wet zet de huidige praktijk van het persoonsgericht aanpakken van radicalisering voort en legt deze vast. "We kijken nu hoe de persoonsgerichte aanpak radicalisering zoals we het tot nu toe toepasten klopt met de nieuwe wet PARTA," zegt Handels. "En hoe regelen we vervolgens de samenwerking met partners die niet onder deze wet vallen."

Beroepsgeheim

Waarom is het beroepsgeheim belangrijk?

1. Vertrouwensrelatie tussen cliënt en zorgverlener

• Cliënten moeten vrijuit kunnen spreken over gevoelige of persoonlijke zaken.

• Zonder vertrouwen zouden mensen minder snel hulp zoeken of belangrijke informatie achterhouden.

2. Recht op privacy

• Het beroepsgeheim beschermt de persoonlijke levenssfeer van de cliënt.

• Dit recht blijft ook gelden na overlijden van de cliënt.

3. Toegang tot zorg waarborgen

• Als mensen bang zijn dat hun gegevens worden gedeeld, kunnen ze zorg mijden.

• Het beroepsgeheim zorgt ervoor dat iedereen zich veilig voelt om hulp te zoeken.

4. Maatschappelijk vertrouwen in de zorg

• Het beroepsgeheim draagt bij aan het vertrouwen van de samenleving in zorginstellingen en hulpverleners.

• Zonder dit vertrouwen zou het hele zorgsysteem onder druk komen te staan.

Voorwaarden voor het doorbreken van het beroepsgeheim

• Het niet doorbreken van de zwijgplicht levert voor de cliënt of voor een ander ernstige schade op;

• Om onafwendbare schade te voorkomen is er geen andere uitweg dan doorbreking van het geheim;

• Het moet vrijwel zeker zijn dat door de geheimdoorbreking die schade kan worden voorkomen;

• De arts verkeert in gewetensnood door het handhaven van de zwijg plicht;

• De arts heeft alles is in het werk gesteld om eerst toestemming van de cliënt te verkrijgen voor doorbreking van het beroepsgeheim.

Als sociaal psychiatrisch verpleegkundige werkt Alice Corten al vele jaren bij Reinier van Arkel. Ze betreedt daarbij de leefwereld van de kwetsbaarste cliënten en is oprecht nieuwsgierig naar het verhaal van de mens achter de kwetsbaarheid. In deze column probeert ze onder woorden te brengen hoe ze de verbinding aangaat met de cliënten en hun omgeving.

Door je veel te grote bril kijk je me aan. De verbazing valt van je gezicht af te lezen: “waarom ben je zo aardig tegen me?”

“Waarom zou ik dat niet zijn?”, vraag ik nu verbaasd. Je gezicht zit vol met littekens die aangeven dat het leven niet mild voor je is geweest.

Je begint te vertellen over je leven en over de kansen die je niet hebt gekregen. Ik hoor vooral dat je veel kansen hebt aangegrepen om uit de misère te komen. Dat geef ik terug en je bent weer verbaasd. Zo had je er nog nooit naar gekeken.

Je probeert de deken wat hogerop te trekken, maar hij blijft steken door alle slangen die aan je verbonden zijn. De piepjes op de achtergrond zijn voor mij niet storend maar voor jou een onoverkoombare irritatie. Je kijkt steeds achterom naar de monitor en zucht. Gisteren was je leven nog overzichtelijk en nu lig je hier op de intensive care en weet je niet hoe het verder gaat. Een stom ongeluk en in één seconde is alles anders. Als arbeidsmigrant is het leven niet makkelijk. Je deelt je kamer met een andere man. Wanneer jij aan het werk bent, is hij op de kamer en andersom. Het geld dat je verdient gaat vooral naar je gezin in je geboorteland en jij houdt net genoeg over om te eten. Je maakt lange dagen. En je drinkt veel, want wat moet je anders met je schaarse vrije tijd.

kansen

En nu is er de angst en onwetendheid over je toekomst. Je kent de verhalen van collega`s die ziek werden en daardoor hun werk, zorgverzekering en huis verloren. Je kent de verhalen dat je niet mee mag doen in de maatschappij en met de nek wordt aangekeken. En toch ben jij naar Nederland gekomen om te werken, geld te verdienen in de hoop wat te kunnen sparen maar in ieder geval om je gezin te kunnen onderhouden. Je zegt klem te zitten. Terug kan niet, zeker niet met de zorg die je nu nodig hebt. Maar aan het werk kan voorlopig ook niet. Je zou heel graag gaan studeren maar hoe dan? Geld hiervoor heb je niet en sparen ervoor lukt niet. Je ziet geen uitweg meer uit deze impasse. Je bent dubbele diensten gaan draaien maar nu slaap je nauwelijks nog en de bedrijfsarts heeft je slaapmedicatie voorgeschreven. Vertellen waar je mee zit heb je niet gedaan. Uit schaamte, uit trots, uit gewoonte.

Ik zeg even niets en laat de woorden hangen in de lucht. Je schouders beginnen te schokken. Je ziet zo bleek dat je bijna verdwijnt in het ziekenhuisbed. Ik nodig je uit om verder te vertellen terwijl we samen een kop thee drinken. Behoedzaam blaas je in de hete thee en ga je wat meer rechtop in bed zitten. Door de hete lucht komt er weer wat kleur op je wangen. Na enige tijd staan je schouders weer recht en je vechtlust komt beetje bij beetje terug. Je werkgever komt op bezoek en wil graag met je meedenken over een aantal van je problemen. De verzekering dat je baan en kamer niet verdwijnen luchten enorm op. Je bent klaar om de volgende kansen aan te grijpen.

Foto Evelien Gerrits

Als je door samen op te trekken zo’n prachtige ontwikkeling in gang zet, dan moet het ook goed zitten met werkgeluk. Samuël Hartgers, verpleegkundig specialist ggz en Annegeert Michielse, maatschappelijk werker stonden aan de basis van deze ontwikkeling en lichten dit toe.

Hoe werkt dat dan? Eén team waarin FACT en het regioteam verbonden zijn?

Samuël legt uit: “De achterliggende gedachte is dat wij er willen zijn voor alle inwoners van de Bommelerwaard. Cliënten worden bij ons aangemeld en mogen gebruikmaken van het aanbod dat wij hebben. Daarin maakt het niet uit of je voor een FACT-team bent aangemeld of voor een regioteam.”

Teamgeest

Het team van Annegeert en Samuel houdt werk en privé niet strikt gescheiden. Annegeert: “Op de werkvloer hebben we het leuk met elkaar, maar ook

daarbuiten zien we elkaar. We gaan ieder jaar een weekend weg. We zijn een hecht en stabiel team. Ik denk dat dit de basis is om met elkaar te kunnen bouwen. We werken sinds 2018 samen en ons team is sindsdien alleen maar gegroeid.”

In het team heerst een sterke saamhorigheid en een gedeelde visie. Dit heeft grote invloed op het werkgeluk. Samuel legt uit dat het hebben van een gezamenlijk doel en visie, cruciaal is: “We willen de beste zorg kunnen leveren met de middelen die er zijn. We werken samen aan een duidelijk doel en hebben de drive om nieuwe dingen te doen. We werken ook mee aan allerlei pilots.”

Annegeert: “Als we dat niet doen, raken we uitgeblust.”

Trots op wat wij als team doen Het team won onlangs de FACT-innovatieprijs: Annegeert vertelt: “We hebben in onze inzending beschreven hoe we

ons ontwikkeld hebben en wat wij doen. Dit resulteerde in deze prijs voor het meest innovatieve idee. Het maakt me zo trots op wat we met elkaar doen en wat we bereiken. En het is nog mooier dat we dit gevoel samen kunnen delen.”

Jullie hebben een sterke teamgeest, is er ook een valkuil?

Keerzijde van de teamgeest kan zijn dat mensen die dit niet zo ervaren zich onprettig kunnen voelen. Samuël: “We hebben dit in het voorjaar gehad. We gingen te snel en dat ging ten koste van de groepsdynamiek. Mensen haakten af en je merkte het aan de sfeer. We hebben hier veel van geleerd. Tijdens reflectiebijeenkomsten stimuleren we nu het geven van feedback. ‘Hoe voel je je’ en ‘voel je je prettig op het werk’ zijn vragen die hier gesteld worden. En als je ergens last van hebt, bespreek het, want in alle dynamieken kunnen mensen soms denken dat daar geen ruimte voor is.”

Vertrouwen en verbondenheid leiden tot werkplezier

Eén team, één missie: zorg zonder grenzen in de Bommelerwaard

Team Bommelerwaard is begonnen als FACT-team regio Noord. Een klein team waarbij ontwikkeling vanaf het begin centraal stond. Teamgenoten dachten al na over ontschotting van zorg, kortere wachtlijsten en samenwerking met huisartsen. In 2022 verhuisde het team naar Zaltbommel met de opdracht een regioteam op te zetten. Het team greep deze kans aan om beter samen te werken en vormde één team Bommelerwaard. Het FACT- en het regioteam zijn hierin verbonden, waarbij de zorg zoveel mogelijk toegankelijk en passend is voor iedereen.

Ontwikkelruimte en vertrouwen

Het team kreeg veel ruimte van de organisatie om deze ontwikkeling door te maken. Samuel: Dat hebben we echt te danken aan onze manager van destijds, Harald van Gestel. Hij geloofde vanaf het begin in ons idee en had er vertrouwen in. Annegeert vult aan: die vrijheid en het vertrouwen dat we hebben gekregen heeft heel veel uitgemaakt. Als twee jaar geleden tegen ons gezegd was, leuk idee, maar gaan we niet doen, dan hadden we er anders bijgezeten. We hebben hier veel positieve energie uit gehaald. Het komt

de cliënt ten goede en we hebben een slag gemaakt in de kwaliteit van zorg.

Welke vraag zou je aan jezelf stellen? Samuel: “de vraag die ik aan mezelf zou willen stellen is wat er nodig is om hier te blijven werken? Dat zit deels in het contact met mijn collega’s, maar ook in gezamenlijke ambitie. Zolang er de ambitie is om de bouwen en de zorg te verbeteren, zowel binnen het team als samen met collega’s buiten het team wil ik hier graag werken. En daarin is ruimte en het vertrouwen vanuit de organisatie een belangrijk fundament.”

Het FACT-team (Flexible Assertive Community Treatment) behandelt en begeleidt cliënten met vaak ernstige psychiatrische problematiek, die zich ook uit in problemen bij maatschappelijk functioneren, wonen en werken. Deze cliënten zijn vaak het beste geholpen in hun eigen leefomgeving.

Een regioteam is een meer generalistisch team dat zorg biedt dicht bij de leefomgeving van de cliënt. Het richt zich op herstelgerichte zorg in samenwerking met netwerkpartners zoals huisartsen, wijkteams en andere zorgaanbieders. De regioteams zijn bedoeld om laagdrempelige, nabije zorg te bieden, met een focus op samenwerking en netwerkzorg.

Een nieuwe aanpak voor slaapproblemen bij mensen met een ernstige psychiatrische aandoening

Beter slapen,

Voor zijn masteropleiding Advanced Nursing Practice onderzocht

Samuël Hartgers hoe slaapproblemen bij mensen met een ernstige psychiatrische aandoening systematisch kunnen worden opgespoord en herkend.

Zijn masterscriptie schreef hij voor zijn FACT-team* om daarmee de zorgkwaliteit te verhogen.

Hoe schadelijk zijn slaapproblemen? Slaapproblemen kunnen leiden tot prikkelbaarheid, geheugenproblemen of zelfs lichamelijke klachten. Daarnaast kunnen ze leiden tot psychiatrische klachten, zoals emotionele ontregeling of cognitief disfunctioneren. Dit zijn risicofactoren om een psychiatrische aandoening te ontwikkelen. Denk aan een depressieve-, angst- of verslavingsstoornis.

Mensen met een ernstige psychiatrische aandoening (EPA) hebben een grotere kans op een slaapstoornis, zoals slapeloosheid (insomnia), slaapapneu of het rusteloze benen syndroom. Het kan zelfs zorgen voor meer psychiatrische ontregeling.

Deze tweerichtingsrelatie maakt het dus extra belangrijk om slaapproblemen goed op te kunnen sporen en herkennen.

Het belang van het begrijpen ervan Onterecht bestaat er vanuit hulpverleners de aanname dat slaapproblemen verdwijnen door de psychiatrische stoornis te behandelen. Dat is niet zo. Door ze niet te herkennen blijven ze bestaan en kunnen ze een behandeling van de psychiatrische

klachten in de weg staan. Door beter te begrijpen hoe ‘slaap’ en ‘psychiatrie’ samenhangen, kunnen hulpverleners gerichter behandelen. Dit leidt tot betere zorg en bevordert het herstel van cliënten.

Innovatie - nieuw hulpmiddel

Samuël ontwikkelde een praktisch hulpmiddel: een stroomdiagram dat stap voor stap laat zien hoe hulpverleners slaapproblemen kunnen herkennen en welke vervolgstappen ze kunnen nemen. De werkwijze begint met het stellen van enkele oriënterende vragen over slaap, zoals de kwaliteit en de frequentie van de problemen. Als er een vermoeden is van een probleem, volgt een uitgebreide slaapanamnese (verdiepende vragen op basis van vijf thema’s waaronder ernst, slaapgedragingen en verschijnselen overdag), eventueel aangevuld met een heteroanamnese (beoordeling van slaapkwaliteit door naasten). Om te beoordelen om welke slaapstoornis(sen) het gaat, volgt een slaapkalender en de HSDQ (Holland Sleep Disorders Questionnaire).

De HSDQ is een vragenlijst waarmee de meest voorkomende slaapstoornissen kunnen

betere zorg

worden herkend. Op een 5-puntsschaal dient de cliënt, naastbetrokkene of verpleegkundige 32 uitspraken te beoordelen, zoals “Ik heb overdag last van vermoeidheid” en “Ik word ’s morgens met een droge mond wakker”.

De vervolgstappen

Als er een of meerdere slaapstoornissen worden vastgesteld, biedt het stroomdiagram aan hulpverleners de juiste vervolgstappen. De volgende vier meest voorkomende slaapstoornissen vind je daarin terug, met ieder een voorbeeld van een vervolgstap:

• Rusteloze benen syndroom: ‘volg protocol rusteloze benen’

• Obstructieve slaapapneu: ‘verwijs direct door naar het slaapexpertisecentrum’

• Insomnia: ‘behandel met cognitieve gedragstherapie voor insomnia (CGT-I)’

• Nachtmerries: ‘indien het trauma gerelateerd is, behandel met EMDR’

De praktijkervaring

Samuël ervaart dankzij het inzetten van de instrumenten een positieve effect op de zorgkwaliteit richting cliënten. Omdat de behandeling ‘slaap’ behoort tot zijn speci-

alisme, is het nu zo dat zijn collega’s hun cliënten naar hem doorverwijzen. De vervolgstap zal zijn dat hij het integreert in zijn team, zodat meer collega’s de slaapproblemen kunnen herkennen.

Voor wie met het eigen team deze stap ook wil zetten is Samuëls advies om naast scholing deze nieuwe aanpak projectmatig te implementeren.

Wil jij slaapproblemen voorkomen?

Het ontspannen van het lichaam is een goede oefening. Download bijvoorbeeld de app 'Mindfulness coach' van zorgverzekeraar VGZ. Ook bieden ggz-instellingen online mindfulness en ‘beter slapen’ cursussen aan. Bij Reinier van Arkel en Ypse gaat dat via Minddistrict: https:// mijnreinier.e-behandeling.nl/nl

Probeer alvast deze tips:

• Overdag: neem alleen in de ochtend cafeïne.

• Avond: zorg dat je warm bent, vooral je handen en voeten.

• Nacht: keer je wekker om.

Publicatie van het onderzoek

Het onderzoek is uitgevoerd als masterthesis aan de Hogeschool Utrecht en is beschikbaar binnen Reinier van Arkel. Voor geinteresseerden is het mogelijk om via de organisatie contact op te nemen met Samuël Hartgers: info@reiniervanarkel.nl.

* Het FACT-team (Flexible Assertive Community Treatment) behandelt en begeleidt cliënten met vaak ernstige psychiatrische problematiek, die zich ook uit in problemen bij maatschappelijk functioneren, wonen en werken. Deze cliënten zijn vaak het beste geholpen in hun eigen leefomgeving.

De zorg van morgen

Meer dan 570 jaar geleden had de koopman Reinier van Arkel nooit kunnen bevroeden dat zijn nalatenschap ‘digitaal’ zou worden. En toch is dat wat er nu gebeurt, in steeds grotere mate. Want de organisatie Reinier deed het eeuwenlang prima analoog, maar het kan nog beter digitaal. Met het programma ‘Reinier Digitaal’ zetten we in 2025 in op onze (digitale) toekomstbestendigheid. Koopman Reinier was een vooruitdenker. We volgen zijn voorbeeld met innovaties, technologie en toepassingen die ons

helpen de kwaliteit en efficiëntie van zorg te vergroten en het werk aantrekkelijker maken voor onze collega’s.

Binnen het programma ‘Reinier Digitaal’ wordt met volle overtuiging gewerkt aan deze transformatie van de zorg door collega’s als Wendy Molegraaf- Schalke, Pim Oomen en Gerrit van Acht. Alle drie zijn ze nauw betrokken bij de digitale en technologische innovaties die binnen de werkplaatsen (ontwikkelteams) van het programma worden opgepakt (zie kader). De aanleiding voor het programma is helder als je het hen vraagt: de zorg van de toekomst beheersbaar, betaalbaar én

effectief te houden, vereist een fundamentele verandering.

Digitale cliëntreis: zorg toegankelijk maken en houden voor cliënten Pim is actief in de werkplaats digitale cliëntreis. Pim: “De cliënt en zijn naasten staan centraal in onze netwerkgerichte aanpak, waarbij digitale ondersteuning geen luxe is, maar noodzaak. Uitgangspunt is dat we streven naar het bieden van digitale zorg daar waar het kan en een hybride zorgmodel.” Dat betekent dat in plaats van vooraf te kiezen tussen online of fysieke zorg, elke cliënt standaard een combinatie van digitale en gemengde

naar vandaag brengen

Programma Reinier Digitaal

behandelvormen wordt aangeboden. “Dit verhoogt de toegankelijkheid en maakt maatwerk mogelijk,” legt Pim uit.

Samen met een brede vertegenwoordiging van collega’s ontwerpt hij een geintegreerde digitale cliëntreis, implementeert een digitaal communicatieplatform de Patient Journey app én een geautomatiseerd systeem dat helpt bij het beheren van wachtlijsten. “Met het digitale communicatieplatform streven we ernaar 80% van de ambulante cliënten te gaan bedienen,” aldus Pim. De eerste ervaringen met de app van cliënten van zorgeenheid Ypse zijn heel positief. Zowel qua

gebruiksvriendelijkheid als qua informatie die de app hen biedt zoals een herinnering aan een afspraak of meer achtergronden over de behandeling. Tegelijkertijd werken we aan de achterkant aan dynamisch wachtlijstbeheer en een digitaal overzicht van de mensen en instanties rondom een cliënt, waarmee netwerkzorg concreet ondersteund wordt vanuit administratief oogpunt.”

De werkplaats heeft halverwege 2025 twee belangrijke bouwstenen opgeleverd: 1. een basisontwerp van de digitale cliëntreis, dat als fundament dient

voor verdere uitwerking en toetsing binnen het programma; 2. een inhoudelijk advies over digitale voorlichting over psychische gezondheid en herstel, waarin wordt verkend hoe digitale middelen kunnen bijdragen aan herstel en zelfregie.

Wachtlijstbeheer helpt om zorg beter te regelen Wendy is net als Pim actief in de werkplaats digitale cliëntreis. Zij richt zich in het bijzonder op het verbeteren van het wachtlijstbeheer. Haar ervaring als behandelaar komt hierbij uitstekend van

>> Reinier digitaal

pas. Wendy: “Om hulp vragen is voor sommige cliënten al moeilijk genoeg. Als die stap dan eenmaal is gezet en je komt op een wachtlijst, dan is wachten op hulp vaak nog moeilijker. Om de wachttijden te verkorten gaan we werken met een digitale tool die overzicht biedt op de wachtenden. Wie wacht er, waarop en hoe lang al. Dat klinkt wellicht vanzelfsprekend, maar zo’n overzicht is vaak niet voorhanden.”

Qare365, zoals het slimme digitale systeem heet, helpt organisaties het werk beter te organiseren, zodat mensen op tijd en op de juiste manier hulp krijgen. “Naast het bieden van overzicht draagt het bij aan de betere planning van zorg en behandeling,” legt Wendy uit. “Als je ziet op welke behandeling de cliënt wacht is het eenvoudiger om daar de passende hulpverlener bij te vinden of je capaciteit op bij te sturen.” Daarnaast nemen de administratieve lasten naar verwachting af omdat het systeem veel inzichten handig genereert of taken verricht. Staat iemand al lang op de wachtlijst bijvoorbeeld dan geeft het automatisch een melding.

Wendy besluit: “Het is een hele stap vooruit. Natuurlijk lost het niet alles op; er zijn immers nog steeds heel veel mensen met een hulpvraag en relatief weinig mensen die in de ggz werken. Maar het helpt wél om het werk slimmer en beter te doen – en dat is verbetering.”

AI als assistent voor de zorgprofessional Gerrit van Acht is betrokken bij de werkplaats AI in de behandelkamer. “Binnen deze werkplaats onderzoeken we hoe AItechnologie de (administratieve) werkzaamheden van behandelaren aangenamer kan maken. Door werk uit handen te nemen, door werkzaamheden efficiënter te maken of door de kwaliteit van verslaglegging te verbeteren,” licht Gerrit toe.

De werkplaats onderzoekt de (on-)mogelijkheden stapsgewijs. Samen met partner KPMG werd een zogeheten Proof of Concept (POC) uitgevoerd. Dit is een methode om te testen of een idee, concept of technologie haalbaar en levensvatbaar is voordat je er veel tijd en geld aan besteedt. Gerrit: “We onderzochten hoe we met AI een fictieve geluidsopname van een intakegesprek om kunnen zetten in een ingevuld intakeformulier in het cliëntendossier. Zo zien we welke informatie van een opgenomen gesprek op welke wijze verschijnt in het intakeformulier.”

Een leerzame oefening. De voorlopige resultaten zijn wisselend; er zijn goede elementen, maar ook door de AI verzonnen passages. Dit vergt finetunen en ontwikkeling. Het is slechts een van de thema’s van de werkplaats. “Naast technologische aspecten besteden we ook nadrukkelijk aandacht aan belangrijke thema’s als veilig omgaan met gegevens, privacy, een goede werkrelatie tussen professional en cliënt en impact voor administratieve processen,” aldus Gerrit.

Over het programma Reinier Digitaal

Het programma Reinier Digitaal staat centraal in de jaaragenda van Reinier van Arkel. Het programma zet in op digitale innovaties, technologie en toepassingen die ons helpen de kwaliteit en efficiëntie van zorg te vergroten, werk aantrekkelijker te maken en daarmee werkgeluk te vergroten en bij te dragen aan een toekomstbestendige organisatie.

Er is aandacht voor 5 verschillende thema’s die door zogeheten werkplaatsen worden opgepakt. Iedere werkplaats bestaat uit een vertegenwoordiging van (zorg-)professionals die meedenken en doen.

1. Werkplaats digitale cliëntreis

Kartrekkers: Linda Blommaert en Pim Oomen

De werkplaats richt zich op het verbeteren van de toegang tot zorg voor cliënten en hun naasten.

2. Werkplaats AI in de behandelkamer

Kartrekkers: Peter Martens en Joost de Boer

De werkplaats richt zich op AI-oplossingen in de behandelkamer die (administratieve) werkzaamheden aangenamer maken. Door werk uit handen te nemen en/of door werkzaamheden efficiënter te maken.

3. Werkplaats digitale innovatie in de kliniek

Kartrekkers: Ruud Jansen en Dorien Groot

De werkplaats beoogt met digitale innovatie het comfort voor zowel cliënten als medewerkers te verbeteren door technologie te integreren. De werkplaats verdiept zich in oplossingen die binnen de klinische-/woonvoorzieningen de kwaliteit van zorg, efficiëntie en het werkplezier vergroten.

4. Werkplaats digitaal leren en ontwikkelen

Kartrekkers: Fleur van Roosmalen en Kirsten van Giels

De werkplaats richt zich op het verbeteren en op peil houden van de digitale vaardigheden van iedere medewerker en het ondersteunen en stimuleren van het gebruik van digitale hulpmiddelen. Daarnaast richt de werkplaats zich op het bevorderen van het lerend en innovatief vermogen van de organisatie als geheel met een focus op digitalisering.

5. Werkplaats visie en governance digitale innovatie

Kartrekkers: Irene Groenendaal en Marcel van Sunten

De werkplaats richt zich op het waarborgen van een blijvende rol voor digitale innovatie binnen de organisatie. Het is cruciaal om niet alleen technologieën te implementeren, maar ook om vanuit een beleidsmatig perspectief te zorgen voor een langetermijnstrategie voor digitale innovatie, waarbij we belangrijke thema’s als dataveiligheid en betrouwbaarheid meenemen.

Expertisecentrum GROEN opent tweede locatie

Expertisecentrum GROEN opende op donderdagmiddag 26 juni, op feestelijke wijze een tweede locatie op park Voorburg in Vught. Het innovatieve initiatief GROEN helpt sinds eind 2023 jeugdigen met mentale hulpvragen vanuit de locatie Haanwijk in Sint-Michielsgestel. Dat doen we op een duurzame en toegankelijke manier.

We geloven dat we zelf aan zet zijn om de koers van de jeugdzorg ten goede te verleggen om de jeugdzorg binnen de geestelijke gezondheidszorg structureel te verbeteren.

Dat we voorzien in een behoefte blijkt uit de toestroom van jeugdigen en hun ouders, daarom deze tweede locatie.

Met het gezamenlijk doorknippen van een lint verrichtte Dide Hoop, manager van GROEN, samen met Robert Derksen, bestuurder van Reinier van Arkel, Jos den Otter, wethouder van gemeente Vught en Peter Raaijmakers, wethouder van gemeente Sint-Michielsgestel de opening. De aanwezigheid van GROEN op park Voorburg is volgens Robert Derksen een logische stap. “Het is een groene parel die we graag toevoegen aan de gezonde gemeenschap die we hier op het park met elkaar bouwen. Die gezonde omgeving begint met aan-

dacht voor de mentale gezondheid van kinderen en jeugdigen op een passende plek.”

“Het enthousiasme, de visie en passie van team GROEN zijn aanstekelijk,” aldus Peter Raaijmakers. Hij vervolgt: “Complimenten voor waar GROEN na anderhalf jaar staat.

Voor Jos den Otter is de aanwezigheid van GROEN in Vught “dé manier om de drempels in de jeugdzorg – zoals het vragen om hulp en het ergens binnen durven stappen als jeugdige – te verlagen”.

Over GROEN

Expertisecentrum GROEN, dat onderdeel is van Reinier van Arkel, combineert specialistische zorg met laagdrempelige (ervaringsdeskundige) begeleiding en ondersteuning, en voorkomen daarmee dat jeugdigen doorstromen naar (hoog)specialistische jeugdzorg. En dat heeft aantoonbaar effect. We hebben we in 2024, 500 jeugdigen en 150 ouders geholpen. Elke euro die we investeren in jongeren via GROEN levert een besparing van €2,50 op, doordat we wachttijden verkorten en ouders actief betrekken in het traject voor een duurzaam resultaat.

Het is voor mij precies het soort initiatief waar we in de jeugdzorg naar op zoek zijn en dat ons op een presenteerblaadje wordt aangeboden.”

GROEN is een netwerkverband van Jeroen Bosch Huisartsen, GGD Hart van Brabant, gemeente ’s-Hertogenbosch, Sint Michielsgestel, Vught en specialistische kinder- en jeugd ggz Herlaarhof.

Geneeskunde Handvatten voor

Artificiële intelligentie (AI) wordt steeds vaker gebruikt, van apps op je smartphone tot bedrijfsprocessen, en inmiddels ook in de zorgsector. Met de lancering van het nieuwe programma Reinier Digitaal is het een goed moment om te kijken naar de mogelijkheden én beperkingen van AI in de gezondheidszorg. Dit boek biedt een realistisch beeld van wat AI kan betekenen voor artsen en patiënten, en bespreekt ethische en juridische vraagstukken. Het geeft je handvatten om zelf mee na te denken over de toekomst van onze gezondheidszorg in tijden van AI.

Het boek beschrijft wat AI is en hoe het wordt getraind. Aan de hand van voorbeelden wordt uitgelegd hoe er onbedoeld fouten (biases) kunnen ontstaan tijdens de training van een AI-algoritme. Eén zo’n voorbeeld is een app die huidkanker en andere huidaandoeningen kan opsporen. Ontwikkelaars trainen het algoritme met duizenden, soms miljoenen foto’s van huidaandoeningen. Daarna kan het algoritme zelf foto’s indelen. Bij een verdachte plek probeert het algoritme te bepalen om welke aandoening het gaat. Het algoritme wordt betrouwbaarder naarmate meer mensen foto’s uploaden. Maar als de trainingsdata vooral foto’s van blanke mensen bevat, kan dit de resultaten voor mensen met een donkere huid beïnvloeden. Melanomen komen minder vaak voor bij mensen met een donkere huid, waardoor er minder foto’s van hen in de trainingsdata zitten. Dit betekent echter niet dat zo’n ‘Derma app’ minder belangrijk is voor deze groep. Onbedoeld kunnen deze apps discrimineren, en is de betrouwbaarheid van de risico-voorspelling op maligniteit minder goed voor mensen met een donkere huid. Door het algoritme actief te trainen met meer foto’s van donkere huidtypen, kan dit probleem van vertekening door eenzijdige gegevens ondervangen worden.

Is AI betrouwbaar?

Het principe ‘garbage in garbage out’ benadrukt dat de kwaliteit van de data waarmee AI getraind wordt, cruciaal is voor de prestaties: slechte input leidt tot slechte output. Ook in de praktijk kan de betrouwbaarheid van een algoritme beïnvloed worden, bijvoorbeeld omdat foto’s gemaakt met een smartphone niet dezelfde kwaliteit hebben als de trainingsdata. Het is daarom belangrijk om alle mogelijke vooroordelen te identificeren en aan te pakken, om AI-systemen eerlijk en effectief te maken voor alle gebruikers. Leeftijd, geslacht en etniciteit zijn voor de hand liggende variabelen die de uitkomst kunnen beïnvloeden, maar hoe zit het met andere, minder duidelijke variabelen en verschillen? Omdat veel ontwikkelaars hun eigen, besloten databases gebruiken, weten regelgevers en zorgverleners niet altijd op welke data het algoritme is getraind. Ook voor de gebruiker is het vaak niet duidelijk hoe betrouwbaar zo’n app is. Kan een AI-algoritme leren herkennen wanneer de diagnose niet klopt of niet goed past bij de patiënt, en dit ook kenbaar maken aan de gebruiker?

Ondersteunen en verbinden

Naast waarschuwingen geeft het boek ook positieve voorbeelden van AI in de gezondheidszorg. AI-algoritmen kunnen helpen bij de ontwikkeling van medicijnen door beter te voorspellen hoe effectief potentiële kandidaatgeneesmiddelen zijn en daarmee het ontwikkelingsproces versnellen. Complexe operaties kunnen met behulp van AI beter worden voorbereid en zelfs patiënt-specifiek worden geoefend. In de radiologie kan AI veel sneller door de vele MRI- of CT-scans van een patiënt gaan en aandachtspunten voor de radioloog markeren, wat efficiënter is dan handmatig werk. AI kan zorgprofessionals ondersteunen door verschillende taken over te nemen, zoals het maken van medische verslagen, het plannen van afspraken, doorverwijzingen, samenvattingen van medische voorge-

in tijden van AI

vandaag en morgen

schiedenissen en het begrijpelijk maken van medische verslagen voor patiënten.

AI kan verschillende processen met elkaar verbinden, waardoor het gebruik ervan steeds vanzelfsprekender wordt. De boodschap van dit boek is echter: bezint eer gij begint! Het is belangrijk om te overwegen waarom AI wordt ingezet. Is het om zorgverleners te ontlasten zodat ze meer tijd en ruimte hebben voor de patiënten, of is het om de efficiëntie te verhogen en daarmee ook de werkdruk? Betekent de implementatie van AI voor de zorgverlener nog meer administratief afvinkwerk waardoor het werk minder betekenisvol wordt? Met AI creëren we een kader waarin we moeten werken, gebaseerd op meetbare informatie. Taken worden aangepast om aan de eisen van AI-systemen te voldoen, wat in plaats van minder werk juist meer werk kan opleveren. Deze veranderingen kunnen de zorgmedewerkers minder vrijheid geven in hun werk en ethische dilemma’s opwerpen.

Samenwerking met zorgprofessionals De vraag die we onszelf moeten stellen is welk zorgsysteem we willen en hoe AI daarbij kan helpen. De gezondheidszorg is een sector waarin niet alle relevante informatie in cijfers kan worden uitgedrukt. Menselijk contact, communicatie en menselijkheid zijn essentieel. De auteurs pleiten dan ook voor samenwerking tussen AI-technologie en de zorgverlener. AI kan de zorgprofessional ondersteunen, maar de expertise en menselijkheid van artsen en verpleegkundigen blijven essentieel voor kwaliteitszorg. Gelukkig staan vakkennis en redeneervermogen nog steeds centraal in onze zorgopleidingen. Deze opleidingen moeten worden aangepast aan de komst van AI. Als we dat niet doen, bestaat het risico dat we blindelings op technologie gaan vertrouwen en dat machines uiteindelijk meer weten dan mensen.

Sigrid Sterckx & Wim Van Biesen | Geneeskunde in tijden van AI: handvatten voor vandaag en morgen | ISBN 9789401443838 | Paperback | 330 pagina’s | [Gent] Academie Press | 2024

Over de auteurs

Sigrid Sterckx is professor in de ethiek en politieke en sociale filosofie. Ze is verbonden aan de vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap van de Universiteit Gent en is stichtend lid van het Bioethics Institute Ghent.

Wim Van Biesen is professor aan de faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen van de Universiteit Gent en medisch diensthoofd van de Nierziekten aan het UZ Gent. Hij is medeoprichter van het Consortium Justifiable Digital Healthcare in UZ Gent.

Wat hebben een promotieonderzoek naar gezinsfunctioneren, een pasgeboren zoon en werken in de geestelijke gezondheidszorg met elkaar te maken? Voor Peter Janssen, GZ-psycholoog, vallen die werelden samen in een periode vol verandering én verdieping. In zijn promotieonderzoek onderzocht hij hoe PTSS (posttraumatische stressstoornis) het sociale functioneren van een individu beïnvloedt, en welke impact dat heeft op de directe omgevingmet name het gezin. Zijn boodschap is helder: wie écht wil helpen, kijkt niet alleen naar het individu, maar naar het hele gezin.

Peter wordt gedreven door een oprechte interesse in mensen. Hij vindt het een voorrecht om een rol te spelen in andermans herstelproces. Zijn loopbaan begon na de middelbare school met de opleiding Sociaal Pedagogisch Werker. Hij werkte als woon- en activiteitenbegeleider in de gehandicaptenzorg. Hier ontstond zijn fascinatie voor het werken met mensen.

“Vanuit die achtergrond ben ik geïnteresseerd geraakt in wat mensen beweegt, hoe het kan dat ze soms vastlopen en wil ik een bijdrage leveren aan hun herstel.”

“We kijken vaak naar het individu, maar trauma raakt zelden het individu alleen. Door het gezin mee te nemen in onderzoek en behandeling, kunnen we beter begrijpen wat er speelt én effectiever behandelen.”

Studie en werk

Hierna volgde hij een jaar hbo Toegepaste Psychologie en stapte daarna over naar de Radboud Universiteit. Hij studeerde Psychologie, volgde het honoursprogramma, een aanvullend studieprogramma voor extra inhoudelijke verdieping. Aan dezelfde universiteit behaalde Peter tegelijkertijd zowel de Research Master Behavioural Science, waarin hij wetenschappelijk onderzoek leerde doen, als de master Gezondheidszorgpsychologie.

Na zijn opleiding werkte hij eerst een tijd bij GGZ Oost Brabant. "Niet lang daarna kwam er een functie vrij bij het Psychotraumacentrum Zuid-Nederland van Reinier van Arkel. Wat me meteen aansprak, was de combinatie van behandelen én onderzoek doen – en dat doet het nog steeds."

Steeds meer mogelijkheden

Peter vindt het werken in de geestelijke gezondheidszorg interessant, omdat psychische problemen zich niet in hokjes laten plaatsen. Tegelijkertijd ziet hij dat er steeds meer mogelijk is met behandeling, vooral op het gebied van psychotrauma. Waar behandelingen vroeger vooral steunend en structurerend waren, zijn er nu traumagerichte methoden die echt de diepte ingaan. Daarmee kun je veel gerichter werken en ben je minder handelingsverlegen. Volgens de zorgstandaard psychotrauma profiteert een

Trauma raakt zelden het individualleen

groot deel van de mensen van traumabehandeling – soms leidt dat tot volledig herstel, soms tot beter leren omgaan met klachten.

In 2017 startte hij met zijn promotieonderzoek (1) bij het Psychotraumacentrum en later ook het Behavioural Science Institute van de Radboud Universiteit, onder begeleiding van prof. dr. mr. Elisa van Ee, prof. dr. Toon Cillessen en dr. Sabine Stoltz.

Zijn promotieonderzoek

Er is gekeken naar de invloed van PTSS op de cliënt zelf én op de mensen om hem of haar heen - met name het gezin. PTSS heeft invloed op het sociale functioneren. Denk aan moeite om sociale situaties waar te nemen en te begrijpen (sociale cognitie) en het omgaan met emoties (emotieregulatie). Deze processen zijn belangrijk voor hoe iemand functioneert binnen het gezin. Het doel was om beter te begrijpen wat er mis kan gaan binnen het familiesysteem en te onderzoeken hoe we deze gezinnen beter kunnen ondersteunen.

Het promotieonderzoek bestond uit vier deelstudies. In de eerste drie is gekeken naar het verband tussen PTSS en sociaal functioneren en naar de rol van verstoringen in sociale cognitie en emotieregulatie. De resultaten laten zien dat mensen met

PTSS moeite hebben met sociaal-cognitief functioneren, vooral met mentaliseren –het begrijpen van wat er in jezelf en in anderen omgaat. Ook blijkt dat problemen met het reguleren van emoties een belangrijke rol spelen bij PTSS en de sociale problemen die daarmee samenhangen.

In de vierde studie werd onderzocht of het toevoegen van het opvoedprogramma ADAPT (2) betere resultaten oplevert dan alleen de reguliere PTSS-behandeling voor veteranen. Ouderparen, waarvan één van de twee veteraan, volgden een opvoedprogramma ADAPT (After Deployment Adaptive Parenting Tools). De resultaten van veteranen hierin werden vergeleken met veteranen die de gebruikelijke individuele PTSS-gerichte behandeling volgden. De resultaten tonen een directe en aanhoudende afname van gezinsproblemen bij veteranen na ADAPT.

Conclusie

Peter pleit voor het betrekken van het gezin (systeem) van de veteraan in het onderzoek naar en de behandeling van PTSS. PTSS beïnvloedt het sociale functioneren en daarmee het gezinsfunctioneren. Naast de gebruikelijke traumagerichte behandeling van veteranen met PTSS is een aanvullende systemische of gezinsgerichte

aanpak noodzakelijk om dit te verbeteren.

‘’We zijn nu aan het kijken hoe we het systemisch aanbod kunnen verstevigen. Het gaat dan over ADAPT, maar ook hoe we andere systeemgerichte behandelingen beter en sneller kunnen aanbieden in de psychotraumazorg, ook aan andere doelgroepen dan veteranen. Peter: “Het Psychotraumacentrum Zuid-Nederland heeft een topklinisch karakter. We doen onderzoek en zoeken steeds naar manieren om behandelingen te verbeteren, te innoveren en de kennis breder beschikbaar te maken.”

“Ik vind het echt een voorrecht om met iemand een stukje mee te kunnen lopen en om van betekenis te kunnen zijn in iemands herstel.”

(1) Trauma and its Social Echos. Posttraumatic Stress Disorder and Social Functioning: Exploring the Role of Social Cognition and Emotion Regulation in Traumatized Individuals.

(2) ADAPT (After Deployment Adaptive Parenting Tools) is een opvoedprogramma voor cliënten en hun partner met kinderen in de basisschoolleeftijd (4-12 jaar) Zie op de website van het Psychotraumacentrum www.psychotraumacentrumzuidnederland.nl/familie-en-naasten bij behandelingsmogelijkheden.

Tekst Nicole van de Gevel Foto Evelien Gerrits
“Met

z'n allen gaan we mee in zijn circus”

Verloren in ons systeem

De psychotische Tolga bracht zijn 25-jarige onderbuurman

Rens om het leven. Rens zou onderdeel zijn van het complot tegen hem. Tolga’s familie trok herhaaldelijk aan de bel bij instanties, maar er werd niet echt ingegrepen, met een zinloze moord tot gevolg.

Ongezien en onbehandeld

In deze podcastserie onderzocht De Volkskrant hoe het kan dat er talloze rapporten zijn geschreven om dit soort situaties te voorkomen. Kwetsbare mensen met ernstige psychische problemen van wie we weten dat ze gevaarlijk kunnen worden, maar alsmaar geen hulp krijgen van de juiste instanties. Vele beloftes werden gemaakt. Toch blijft het systeem falen.

Opmerkelijk is dat de ouders van het slachtoffer Rens hun zorgen meer richten op het juridische systeem dan op de dader. Milas, de broer van Tolga, vertelt hoe Tolga al jaren problemen heeft gehad en hoeveel zijn gezin heeft geprobeerd hem te helpen, zowel zelf als met externe hulp. Helaas zonder succes.

En dan voel je de frustratie

Later in de serie ervaar je zelf een enorme frustratie. De rechter verklaart Tolga volledig ontoerekeningsvatbaar, maar voor Tolga is het één groot complot en eist hoger beroep. Onbegrijpelijk. Tolga heeft direct TBS met dwangverpleging nodig, maar hij beslist anders. De ouders van de vermoorde Rens: “En met z’n allen gaan we mee in zijn circus.”

Niemandsland is een podcastserie waar in elke aflevering iemand vanuit een andere invalshoek naar dit drama kijkt. Aan het woord komen de ouders van het slachtoffer, het broertje van de dader, ervaringsdeskundigen en een psychiater.

Review: steengoed en toch even een pauze nodig

Wie niet bekend is met dit soort gruwelijke verhalen zal soms een pauze nodig hebben om op adem te komen. Zó ingrijpend en tegelijkertijd bewonderingswaardig goed in elkaar gezet dat je het liefste de hele serie zonder onderbreking wilt beluisteren.

De verteller heeft een prettige stem die het verhaal meeslepend maakt. Het blijft dapper dat de deelnemers hun persoonlijke ingrijpende verhaal met ons hebben gedeeld. Er is respectvol omgegaan met hun privacy. Zonder dat je het doorhebt vertelt een acteur namens Milas zijn verhaal met de emoties voelbaar. Precies zoals Milas zelf zijn verhaal heeft gedaan. Alle verhalen die volgen zijn bijzonder. Zo ook die van Joke. Zij is ggz-adviseur en betrokken bij Mind, een organisatie die als doel heeft om mensen met psychiatrische aandoeningen en hun naasten een stem te geven. Pas jaren later komt ze moedig uit de kast dat ze zelf een verwarde en soms gevaarlijke zoon heeft. En dan Jeroen, iemand die zelf een psychose heeft meegemaakt, waarbij zijn kwetsbaarheden al bij de eerste ontmoeting merkbaar zijn.

Wie deze podcast moet luisteren

Vind je moordzaken interessant? Dan is de serie zeker een aanrader. Of je in de zorg werkt of niet. De podcast is professioneel in elkaar gezet en voor iedereen interessant. Ontdek hoe het komt dat ons systeem alsmaar faalt. En welke verbeteringen er worden geprobeerd. Het is een goede serie voor een prima avondactiviteit om de podcast te beluisteren. Liever niet vlak voor het slapengaan. En niet onderweg, omdat je door het ingrijpende verhaal je omgeving wellicht vergeet.

Titel: Niemandsland

Productie: Volkskrant

Aantal afleveringen: Zes

Te beluisteren via: YouTube, Spotify, Apple Podcasts, podcastluisteren.nl en andere platforms

Tekst Johan van Diepen

WALK INTO THE LIGHT

Walk

into the light - 11 september

WALK INTO THE LIGHT

In een samenleving waar over suïcidaliteit nog vaak gezwegen wordt, wil Walk into the Light een verschil maken, door isolement te doorbreken en verbinding zichtbaar te maken.

Verzamelen om 06:00 uur de wandeling

Aanmelden voor de wandeling kan via de

Op park Voorburg is een bijzondere muurschildering onthuld op de kopgevel van Social Hub RIO. De kleurrijke schildering is het resultaat een samenwerking tussen kunstenaars Loes van Reijmersdal en Davor Smoljan, onder begeleiding van Jan-Henk van Ieperen van Kings of Colors. Uniek aan dit project is dat cliënten, bewoners, medewerkers en buurtbewoners uit Vught actief meedachten in drie creatieve sessies. Het doel: kunst inzetten om mensen te verbinden en thema’s als mentale gezondheid bespreekbaar te maken.

De centrale beeldtaal van de schildering – een rups die transformeert tot vlinder, omringd door bloeiende én verwelkte bloemen –symboliseert de cyclus van het leven. Andere elementen, zoals een kolibrie voor vreugde en een lieveheersbeestje als symbool tegen

pesten, zijn rechtstreeks geïnspireerd op de input van de deelnemers. Volgens de kunstenaars draaiden de gesprekken vooral om groei, vrijheid, en het verlangen om gezien en gehoord te worden.

Voor Van Reijmersdal had het project een persoonlijke lading: ze was zelf ooit cliënt op het zorgpark. Haar ervaring maakte het makkelijker om open gesprekken aan te gaan met deelnemers. “Er zijn veel vooroordelen over het park. Ik wil laten zien dat hulp oké is, en dat je er sterker uit kunt komen,” vertelt ze. (Bron: kingsofcolors.nl)

De onthulling van de mural was tijdens het festival Paradijsvogels. Het Brabants Dagblad schreef er het volgende artikel over.

Een wijk in wording, met kunst als startpunt

Onthulling muurschildering tijdens festival Paradijsvogels

Een verrassend ander beeld van park Voorburg in Vught ontvouwt zich. De eerste muurschildering werd 22 mei onthuld tijdens het festival Paradijsvogels. Het is de eerste aanzet tot veel meer kunstwerken in het Park dat óók in andere opzichten gaat veranderen.

“Park Voorburg moet een plek worden waar iedereen zichzelf kan zijn.” Aan het woord is Jaap Klink, community builder van Reinier van Arkel. “In 2027/28 worden hier gefaseerd bijna negenhonderd huur- en koophuizen gebouwd voor mensen van buitenaf.” Dus van een gesloten instellingsterrein naar een gewone woonwijk? “Ja, een inclusieve bruisende woonwijk. We zetten de deuren open! Met kunst in de openbare ruimte. Deze muurschildering is het begin.”

Het festival met muziek, eten en drinken wordt gehouden vanwege de onthulling van de muurschildering. “Kunst werkt helend. En kunst verbindt, net als eten en drinken.” Cliënten van Reinier van Arkel, Cello, Novadic-Kentron en Van Neynsel,

bezoekers, zorgprofessionals en creatievelingen zitten op de diverse terrasjes, of flaneren langs kraampjes. In afwachting van de onthulling van de grote muurschildering die van buiten naar binnen doorloopt. Onder andere met paradijsvogels.

Het festival draagt eveneens de naam Paradijsvogels. Waarom? Klink legt het uit: “We nodigen iedereen uit om de paradijsvogel in zichzelf te laten zien en eventueel uit te laten vliegen.”

Dan is het zover: de onthulling van de muurschildering met onder meer vlinders, bloemen, handen en natuurlijk paradijsvogels. Voor Jan Henk van Ieperen, artistiek leider van straatkunstcollectief Kings of Colors, is het bijzonderste project dat hij ooit op zich nam. “Iedereen kon meedoen: zorgontvangers en -verleners, voorbijgangers.” En als je voorbijloopt en je kunt alleen stokpoppetjes tekenen? “Maakt niet uit: iedereen was welkom. Wij hanteren de slogan: using walls to build bridges. We veranderen muren in ontmoetingsplekken.”

Tekst Noor Reigersman Brabants Dagblad 23 mei 2025

Dat kan Loes van Reijmersdal, een van de uitvoerende kunstenaars, alleen maar beamen. “Het samenwerken werkt verbindend. Bovendien kwamen er ook vaak mensen alleen maar even kijken. Dan dronken we een kopje koffie met hen.”

Hoe kwam zij bij het project terecht? “Ik heb zelf een traject bij Reinier van Arkel gevolgd. Ik heb er veel aan gehad en wilde iets teruggeven. Ik ben van beroep ook kunstenaar, dus fantastisch dat dit mogelijk was. En geweldig dat er nog heel veel muurschilderingen gemaakt kunnen worden in het park. Ik verheug me er enorm op.”

Een uniek samenwerkingsproject dat wordt mogelijk gemaakt door de steun van diverse financiers: het Cultuurfonds, Bestuur Hermes Netwerk, Charlotte van Beuningen | Woonstichting, Plaza Cultura, Fonds voor Cultuurparticipatie, Agis Innovatiefonds, Reinier van Arkel, Cello, Novadic-Kentron, Van Neynsel, Montana Colors, Peinemann, Mavro International, Nellen Schoonmaakdiensten, Prima Clean schoonmaakbedrijf B.V

Cliënten die behoefte hebben aan zorg in een veilige en ondersteunende omgeving, kunnen terecht in de zes ART-klinische afdelingen van Reinier van Arkel. ART (Actief heRstel in de Triade)) is een herstelprogramma dat mensen, die door ernstige psychische problemen zijn vastgelopen, weer perspectief biedt. Mieke van Boxtel, manager behandelzaken ART-klinisch en verpleegkundig specialist ggz, is nauw betrokken bij de 175 cliënten, hun naasten en de zorgteams. Dagelijks dragen zij bij aan de ontwikkeling en implementatie van het herstelgericht werken. Daarnaast zetten zij specifieke stappen voor de verdere verfijning van het zorgmodel. Dit resulteert in merkbare verbeteringen voor alle betrokken partijen binnen de triade.

Kleine stappen maken een groot verschil De focus op herstel is van essentieel belang volgens Mieke. "Herstelgericht werken gaat binnen de klinieken over de kleine stappen die cliënten maken en de tijd die we daarvoor mogen nemen. Dat maakt op lange termijn een groot verschil," zegt Mieke. Die stappen zijn van belang voor mensen die langdurig verblijven in de 24-uurs zorg en vaak kampen met complexe psychische aandoeningen en hulpvragen hebben op meerdere levensgebieden. Volgens Mieke biedt het zorgmodel hen, maar ook de zorgprofessionals, een nieuwe blik op hun situatie: "We kijken niet alleen naar diagnoses en symptomen, maar vooral naar de mogelijkheden en krachten die cliënten nog bezitten. Dit zorgt voor een positieve benadering die hoop en perspectief biedt."

Perspectief bieden

De aanleiding om herstel centraal te stellen, komt vanuit het werkveld zelf, zegt Mieke. “In 2016 is het ART-zorgmodel ontstaan omdat landelijk in de langdurende ggz werd gezien en gevoeld dat bij deze cliënten vaak sprake is van een vastgelopen herstel. Voor deze doelgroep was er nauwelijks perspectief op vooruitgang of verbetering in het dagelijks leven. Dat frustreerde zowel cliënt als hulpverlener.” Door juist de behoeften, krachten en wensen van de cliënt centraal te stellen, kan er ontwikkeling in het herstel komen. Het gaat daarbij om gewone alledaagse levensbehoeften zoals het hebben van een fijne woonomgeving, een gezonde levensstijl, passende dagbesteding/werk, financiële zekerheid, vrienden of een relatie. Het gewone weer mogelijk maken, is de belangrijkste missie van het ART-model.

Herstelkansen maximaliseren met zorgmodel ART-klinisch

Sterke affiniteit met de doelgroep Mieke voelt een sterke affiniteit met de doelgroep. Dat komt door haar achtergrond en brede ervaring als verpleegkundige in de klinische ggz. “Als verpleegkundige kijk je naar de gevolgen of de effecten van een ziekte op het dagelijks leven en ook naar de mogelijke nadelige gevolgen van een behandeling. Neem bijvoorbeeld de vele diagnoses die cliënten in de langdurende ggz door de jaren heen hebben gekregen of de veelheid aan medicatie.” Mieke ervaart parallellen tussen het werk in de langdurende ggz en het herstelproces van cliënten. “Met beperkte middelen en gebruikmakend van elkaars expertise zoeken naar creatieve oplossingen, dat maakt het werk hier mooi.” Het streven naar verbetering van de zorgkwaliteit en herstelstappen vormt haar motivatie. “Waar

kunnen we een stapje zetten in ontwikkeling, of in vaardigheden of in de ervaren kwaliteit van leven of geluk? Hoe kunnen we dat bewerkstelligen en wie of wat hebben we daarbij nodig? Die voortdurende zoektocht is soms vermoeiend, maar daar ligt écht mijn passie.”

Doorontwikkelen van ART in de klinieken Het ART-zorgmodel is niet nieuw binnen Reinier van Arkel. Een projectgroep zet stappen in de verdere toepassing en verfijning van het ART ‘doen en denken’. Net als bij ieder individueel herstelproces is er altijd ruimte voor verdere doorontwikkeling en groei. Het projectteam bestaat uit zorgprofessionals van alle afdelingen en zoveel mogelijk cliënten(vertegenwoordigers) en familieleden participeren. "Door hen te betrekken, werken we ook in het project triadisch, zodat er

plaats is voor de diverse perspectieven. Zo zorgen we voor een nauwe samenwerking en voor het creëren van een breed gedragen verantwoordelijkheid binnen de zorg," legt Mieke uit. “Het betrekken van naasten en cliënten in het project vraagt nog de nodige aandacht, daarom laten we ons hierin ondersteunen door een familie-ervaringsdeskundige en het Herstelpunt. Daarnaast bevorderen we de samenwerking tussen de verschillende afdelingen en moedigen we het delen van kennis aan.

In het project zetten de afdelingen de ART-monitor van de stichting HIC/ART in. Aan de hand van de monitor voerde iedere afdeling de audit uit, en om de voortgang te meten wordt deze volgend jaar herhaald.

Tekst Ilse van den Eeden foto Evelien Gerrits

“Verder sluiten we met de klinieken nu aan bij het in gebruik nemen van de I.ROC." Dit instrument helpt ons om regelmatig de voortgang van het herstel te beoordelen." We starten hiermee op de afdeling Vijverhof," aldus Mieke.

Resultaten

In een werkconferentie begin dit jaar maakte iedere afdeling een actieplan bestaande uit concrete verbeterstappen. Van het plannen van een naastenavond om informatie te delen en de banden aan te halen, tot het maken van een herstelplan voor iedere cliënt. Van het dragen van een naambordje tot het kijken naar mogelijkheden in plaats van beperkingen.

Er zijn al verschillende mooie resultaten geboekt. "Er is een oudere cliënt bij Magnolia die nu altijd aanwezig is bij de behandelplanbesprekingen. Dit lijkt vanzelfsprekend, maar binnen de ouderenpsychiatrie is dit niet altijd gangbaar. Het helpt enorm bij het herstelproces, als de cliënt actief betrokken is en zelf regie neemt," zegt Mieke. Een ander voorbeeld zijn de verbouwingsplannen van de Lichtboog, waarbij ouders en cliënten betrokken zijn bij de voorbereiding om mee te denken en ideeën aan te dragen. Dit zorgt volgens Mieke niet alleen voor meer rust omdat alle partijen vanaf het begin goed zijn aangesloten maar ook voor een nauwe samenwerking en een

Reinier van Arkel heeft zes ART-klinische voorzieningen voor in totaal 175 cliënten. Vijf ervan bevinden zich op park Voorburg en een in het centrum van Vught.

Kleinschalig Intensief Begeleid Wonen

Hier wonen cliënten met een bijzonder profiel aan langdurige hersteldoelstellingen in een besloten afdeling. Dit profiel bestaat uit een combinatie van problematieken zoals: psychiatrisch ziektebeeld, verslaving en een licht verstandelijke beperking. Vanuit een sterk (ortho)-pedagogisch klimaat krijgen zij de kans om zichzelf te zijn, veilig te kunnen wonen en door intensieve begeleiding en behandeling, in kleine stappen te werken aan hun toekomst.

Magnolia

Een woonvoorziening op park Voorburg met een sterke focus op kwaliteit van leven. Hier wonen oudere cliënten met langdurige, complexe psychiatrische problematiek, fysieke beperkingen of cognitieve problematiek. Binnen twee kernteams bieden we zorg in een 24uurssetting.

afdeling die straks beter aansluit bij de behoeften van de cliënten en naasten.

Triple-C methodiek

De projectorganisatie heeft een aanjagende functie als het gaat om het innoveren en verder verbeteren van de kwaliteit van zorg. Zoals het toepassen door verschillende afdelingen van de Triple-C methodiek. Een methodiek die perfect aansluit op de uitgangspunten van ART. Triple-C (Cliënt, Context en Coach) richt zich op het verbeteren van de kwaliteit van leven van mensen met psychische aandoening of verstandelijke beperking en probleemgedrag. Door te focussen op hun behoeften en mogelijkheden in plaats van probleemgedrag,

Vijverhof

Een klinische behandelsetting voor volwassenen vanaf 18 jaar, waarbij de cliënten wonen in 1 of 2-persoons appartementjes. Het doel is om herstel te bevorderen, groeimogelijkheden te onderzoeken en te optimaliseren, en cliënten te begeleiden naar een gewenste woonplek.

draagt Triple-C bij aan een menswaardig en betekenisvol bestaan. Mieke: "Deze methodiek helpt hulpverleners en cliënten bij het onderzoeken van onvervulde behoeften die aan de basis liggen aan probleemgedrag. Door de focus te verleggen naar het zoeken naar onderliggende behoeften, creëren we een samenwerking die gericht is op herstel. Dat heeft in de praktijk geleid tot positieve resultaten, zoals een betere signalering van zorgvragen en een meer integrale aanpak van probleemgedrag."

Over het zorgmodel ART-klinisch

Het ART model is een professionele standaard voor herstelgerichte zorg in de langdurige ggz, waarbij wordt uitgaan van de behoeften, krachten en wensen van de cliënt in zijn of haar dagelijks leven. De missie van ART is ‘het gewone weer mogelijk maken’. Centraal in het model staat de directe omgeving en naasten. Zij zijn een belangrijke schakel en waardevol voor het herstelproces van de cliënt. Er is vaak behoefte om contacten te herstellen, aandacht te hebben voor het herstelproces van naasten, en met elkaar in de triade (cliënt, naasten en hulpverlener) te werken aan het herstelproces en van elkaar te leren.

Inmiddels is er een werkboek en monitor ART voor senioren ontwikkeld, waarbij Reinier van Arkel een grote rol speelde in de totstandkoming.

Bron: https://stichtinghicart.nl/art/over-art/

Lichtboog

Biedt 24 uur per dag intensieve psychiatrische zorg in een veilige, voorspelbare, autismevriendelijke omgeving. Het doel is de eigen kracht bij de cliënt met meervoudige en complexe ASS-problematiek te versterken. Daarbij wordt uitgegaan van het herstellend vermogen van de cliënt.

Waterboog

Een klinische woonvoorziening voor (jong)volwassenen met psychiatrische problematiek en een auditieve beperking, vaak in combinatie met een (lichte) verstandelijke beperking. De begeleiding richt zich op stabilisatie en behoud van vaardigheden bij de cliënten, waarbij zoveel mogelijk wordt gekeken naar herstel binnen de individuele mogelijkheden van de cliënt.

Trainingshuis

Biedt jongvolwassenen vanaf 18 jaar met een autisme spectrum stoornis de kans om hun zelfstandigheid te vergroten. Ze worden ondersteund bij het ontwikkelen van essentiële vaardigheden zoals het aanhouden van een dagritme, persoonlijke hygiëne, het verzorgen van hun woonomgeving en koken. Door deze vaardigheden te trainen, werken ze stap voor stap aan hun herstel en zelfstandigheid.

Mentale gym is gek genoeg geen vak op school, zoals gymles of maatschappijleer

ontdek de 5 pijlers

De basis van mentale gezondheid

Mentale gezondheid voor iedereen

In Nederland werken we hard aan onze lichamelijke gezondheid, maar mentale gezondheid blijft vaak onderbelicht. De beweging naar mentale gezondheid voor iedereen (MenTAAL) wil dat veranderen. Mentale gezondheid is geen luxe, maar een basisbehoefte. Iedereen krijgt te maken met stress, tegenslagen of moeilijke emoties. Toch is mentale gym geen vak op school, zoals maatschappijleer of lichamelijke opvoeding. MenTAAL wil mensen de woorden en hulpmiddelen bieden om over

hun mentale gezondheid na te denken, erover te praten en eraan te werken.

Het boekje De basis van mentale gezondheid – ontdek de vijf pijlers, geschreven door psychiater Tom van Mierlo, vormt de kern van deze beweging. Het is gratis beschikbaar via www.deBasisvanMentaleGezondheid.nl en bedoeld voor jongeren, ouders, professionals en beleidsmakers. Sinds de lancering een half jaar geleden zijn er al veel activiteiten gestart, zoals gesprekken, toneelstukken,

Hoe voel jij je vandaag?

Studenten zetten mentale gezondheid op de kaart

Een simpel kaartje, een gekleurde smiley en de vraag: hoe voel jij je vandaag? Zes enthousiaste studenten van Avans stonden tijdens de Week van de Mentale Gezondheid op de Onderwijsboulevard in Den Bosch met hun kleurrijke actie. Samen met Reinier van Arkel wilden zij 500 ingevulde ‘smileys’ verzamelen om te ontdekken hoe studenten zich écht voelen.

Deelnemers konden kiezen uit vijf opties, van ‘helemaal niet goed’ tot ‘supergoed’, en hun keuze op de achterkant toelichten. “De meeste studenten zeggen dat het goed met hen gaat,” vertellen de initiatiefnemers. “Maar als het minder goed gaat, gaan we het gesprek aan en verwijzen we hen bijvoorbeeld door naar hulp op school.”

Er was ook een expert van Youthlab (1) aanwezig om met studenten te praten over hun mentale welzijn. “Het blijft lastig om open te zijn tegen iemand die je niet kent, maar sommige studenten durven dat wél, en daar zijn al mooie gesprekken uit voortgekomen.”

workshops en bijeenkomsten in de regio en het land. Een goed voorbeeld is een ouderavond in Boxtel, waarover je meer leest in deze themapagina's.

Word jij ook enthousiast?

Meld je dan aan als ambassadeur via www.deBasisvanMentaleGezondheid.nl en ontdek hoe jij kunt bijdragen aan een mentaal veerkrachtige samenleving.

GELOOF IN JOU

De actie is bedoeld om bewustwording te vergroten. “We willen zichtbaar maken hoe studenten zich voelen, en laten zien dat het normaal is om je soms minder goed te voelen,” zeggen de studenten.

(1) www.youth-lab.nl Youthlab, een Bosch stadsnetwerk vóór, dóór en mét jongeren.

GELOOF JIJ IN JOU?
Je mag in jezelf geloven. Dat is zelfs belangrijk! Zelfvertrouwen betekent dat je voelt dat je waardevol bent. Voor jezelf en voor een ander.

voor iedereen

Samen praten over mentale gezondheid: een ouderavond met impact

Mentale gym is gek genoeg geen vak op school. Terwijl leerlingen wel les krijgen in wiskunde, Engels en maatschappijleer, blijft mentale gezondheid vaak onderbelicht. En dat terwijl steeds meer jongeren kampen met stress, somberheid of prestatiedruk. Tegelijkertijd wordt het vanwege de groeiende krapte op de arbeidsmarkt steeds moeilijker om de juiste hulp te vinden.

Ook ouders van leerlingen van het Baanderherencollege en het Jacob Roelandslyceum in Boxtel, scholen voor voortgezet onderwijs (praktijkonderwijs, vmbo, havo, vwo), maken zich zorgen over de prestatiedruk en invloed van sociale media op hun kinderen. Daarom organiseerde de ouderraad op donderdag 17 april een thema-avond over mentale gezondheid. In samenwerking met Helder Theater en psychiater Tom van Mierlo stond een toneelvoorstelling centraal, gebaseerd op het boekje De basis van mentale gezondheid (1,2).

“Het is fijn te merken dat je niet de enige bent” ouder

Een groeiende zorgvraag Gemma ziet dat de zorgvragen van leerlingen en ouders de afgelopen tien jaar sterk zijn toegenomen. Waar eerder op bijna elke vraag werd ingegaan, maakt de school nu bewustere keuzes. Ze vertelt hierover: “Niet elke vraag vraagt om ondersteuning van ons; sommige horen bijvoorbeeld bij de normale ontwikkeling van een leerling in het voortgezet onderwijs.De hoeveelheid en complexiteit van ondersteuningsvragen neemt toe, waardoor we als school kritischer moeten kijken naar wat echt onze aandacht nodig heeft en waar onze rol ligt.”

Zorgen over jongeren

Op de vraag of er zorgen zijn over de mentale gezondheid van de leerlingen zegt ze dat er op school signalen zijn zoals regelmatig verzuim, signalen die serieus genomen moeten worden. En er zijn kinderen die zich niet gezien voelen. Maar er zijn ook positieve dingen: “Er is rust in de gangen, leerlingen hebben plezier met elkaar.”

tijdens lestijd. “Dat scheelt al veel en geeft bovendien voordelen, het stimuleert het onderlinge sociale contact, wat ook weer een positief effect heeft op het mentale welbevinden. En ook de concentratie tijdens de lessen is beter.”

Naast sociale media bestaat toegenomen problematiek rond vapen, drugsgebruik en sexting. Dit leidt vaak tot ingewikkelde, complexe situaties.

Een andere zorg van Gemma Janssen zijn kwetsbare leerlingen, zoals nieuwkomers. Een op de zeven leerlingen op deze school heeft geen Nederlandse achtergrond. De school zet zich in voor inclusie door bijvoorbeeld muziek uit verschillende culturen te draaien en vlaggen op te hangen die de diversiteit weerspiegelen. “Het is belangrijk dat deze leerlingen zich gezien voelen en er een veilige omgeving is op school waarin zij zich thuis voelen. Dat maakt hen mentaal sterker en minder ontvankelijk voor negatieve invloeden.”

Theater als spiegel

Gemma Janssen is ondersteuningscoördinator op het Baanderherencollege. In dit artikel vertelt zij over de ouderavond, hoe het met jongeren op haar school gaat en het belang van een gemeenschappelijke taal en samenwerking rondom dit thema.

Ze noemt sociale media als een van de grootste zorgen. “Wat daar gebeurt is soms ongrijpbaar. Pesten, filmpjes die gedeeld worden, dat gaat heel ver.” Op school zijn telefoons daarom verboden

De avond bestond uit een afwisseling van toneel en uitleg. Helder Theater speelde herkenbare situaties uit het dagelijks leven, afgewisseld met toelichting van psychiater Tom van Mierlo.

De voorstelling liet op herkenbare wijze situaties zien waar ouders tegenaan lopen.

hoe voel jij je vandaag?

helemaal niet goed niet goed gewoon goed super goed

“Ze speelden een kind dat zich terugtrok op haar kamer. Wanneer maak je je als ouder zorgen? En wanneer niet?” Gemma was onder de indruk van de manier waarop het thema normaliseren werd uitgewerkt. “Iets hoeft niet meteen een probleem te zijn. Dat stuk gaf kracht. Je merkte dat het in de zaal goed ontvangen werd.”

Normaliseren en gevoel erkennen

Een belangrijk ander thema van de avond was het erkennen van gevoelens. “In veel gezinnen mag boosheid er niet zijn,” zegt Gemma. “Tom legde uit dat boosheid ook een emotie is, en dat het belangrijk is om die bespreekbaar te maken.”

“Hoe kom ik meer in contact met mijn kind”

ouder

Er werden ook andere handvatten gegeven. Gemma: “Het ging bijvoorbeeld over een vader die het gevoel van het kind niet serieus nam en een moeder die er juist heel erg in meeging. Ook een herkenbare situatie waar we lang over gesproken hebben: Hoe vind je een goede balans?”

Werken aan weerbaarheid

Op school wordt gewerkt met de methode GRIPP (Groepsvorming, Identiteit en Pestpreventie). Mentoren besteden extra tijd aan thema’s als sociale druk, omgaan met

social media en faalangst. “Het is een eenvoudig pakket, afgestemd op de dagelijkse wereld van een leerling. We hebben GRIPPambassadeurs die mentoren trainen, zodat iedereen dezelfde taal spreekt.”

“Heerlijk

interactief, herkenbaar en leerzaam; is er ook een versie voor pubers?”

ouder

Een oproep tot samenwerking

De ouderavond maakte veel indruk. “Het was de eerste keer dat Helder theater en Tom van Mierlo samenwerkten op de planken, maar het liep alsof ze dit al tien keer hadden gedaan,” zegt Gemma. “Ik zou het mooi vinden als dit breder ingezet kan worden: op andere scholen, bij ouderraden, in bibliotheken en bij hulpverleners binnen de gemeente. Om samen te werken aan een gedeelde taal over mentale gezondheid.”

De avond liet zien hoe krachtig theater kan zijn als middel om het gesprek over mentale gezondheid op gang te brengen. Door ervaringen te delen, gevoelens te erkennen en te normaliseren, ontstaat ruimte voor begrip en veerkracht - bij ouders, leerlingen én professionals.

(1) Meer informatie op www.debasisvanmentalegezondheid.nl. Op deze website kun je het boekje De basis van mentale gezondheid; ontdek de vijf pijlers gratis downloaden. En wil jij meer doen voor de beweging naar mentale gezondheid voor iedereen? Dan kun je je op de website aanmelden als ambassadeur.

(2) De basis van mentale gezondheid, ontdek de vijf pijlers beschrijft op eenvoudige en herkenbare wijze wat mentale gezondheid eigenlijk is. Het laat zien dat iedereen invloed heeft op zijn of haar eigen veerkracht. Want aan je mentale gezondheid kun je zelf werken – net zoals aan je fysieke gezondheid. Het boekje biedt handvatten om gevoelens te herkennen, te benoemen en te normaliseren. Het helpt jongeren (en hun ouders) om woorden te geven aan wat ze voelen, en om te begrijpen dat niet elk probleem meteen zorgelijk hoeft te zijn. Door hierover te praten, ontstaat ruimte voor mentale veerkracht.

Auteur: Tom van Mierlo, psychiater en voorzitter Raad van Bestuur Reinier van Arkel

voor iedereen

aan zet samensamen

Missie Mentaal:

Op 5 juni gaf Reinier van Arkel samen met het RIVM en GGD-GHOR Nederland een workshop tijdens het congres van Missie Mentaal (1). Het onderwerp was de mentale gezondheid van jongvolwassenen, die stevig onder druk staat. Dat bleek opnieuw uit de gepresenteerde resultaten van de Gezondheidsmonitor 2024. Jongeren gaven zelf adviezen, zoals meer openheid, verbinding en bewustwording rond sociale media. Deze sluiten goed aan bij de inzichten van De basis van mentale gezondheid die pleit voor een cultuurverandering waarin mensen zich realiseren dat zij zélf aan hun mentale gezondheid kunnen werken. Tijdens de workshop zijn concrete acties geformuleerd die we met Missie Mentaal verder vormgeven.

Enkele acties die met Missie Mentaal worden uitgewerkt.

Opvoeding

Ouders krijgen via ‘proeverijen’ in een vroeg stadium handvatten om hun kind mentaal weerbaar te laten opgroeien.

Onderwijs

Scholen worden geholpen bij het integreren van mentale gezondheid in hun visie, werkwijze en dagelijkse praktijk.

Thuis/gezin

Ouders krijgen ondersteuning bij het omgaan met sociale media. Er is aandacht voor schermgebruik, algoritmes en online verleidingen, waarbij ook Jeugdgezondheidszorg (JGZ) een rol speelt.

Missie Mentaal (www.missiementaal.nl) is een landelijke beweging die zich inzet voor het bevorderen van mentale gezondheid als een gedeelde maatschappelijke verantwoordelijkheid. De beweging maakt deel uit van de kabinetsbrede aanpak ‘Mentale gezondheid: van ons allemaal.

Adviesvan jongvolwassenen

Maak mentale gezondheid bespreekbaar

• Openheid over mentale gezondheid

• Laagdrempelige informatie en ondersteuning aanbieden

Verlaag drempel om hulp te zoeken

• Onderwerp normaliseren via sociale media en influencers

Zoek naar verbindin g

Minder focus op verschillen, meer op inclusie en verbinding

• Respectvolle dialogen en ontmoeting tussen groepen

• Politici en bekende personen verbinding opzoeken en verbindend uitspreken

Beperk de invloed van sociale media

• Bewust maken van eigen gebruik

• Stel normen die worden gepromoot ter discussie

Word ambassadeur van de beweging 'mentale gezondheid voor iedereen'

samen aan zet

samen zet samensamen aan zet

De Gezondheidsmonitor Jongvolwassenen 2024 is een landelijk onderzoek van GGD'en en RIVM naar de gezondheid, het welzijn en de leefstijl van jongvolwassenen van 16 tot en met 25 jaar in Neder-

Mentale gezondheid

• 51% van de jongvolwassenen ervaart een goede mentale gezondheid

• 18% vaak beperkt door psychische klachten

• 63% vaak gelukkig in laatste 4 weken

Ervaren mentale gezondheid

Stress & prestatiedruk

land. Ruim 135.000 jongeren vulden een vragenlijst in. Om de resultaten beter te begrijpen is in opdracht van het RIVM en GGD-GHOR Nederland aanvullend kwalitatief onderzoek gedaan over de onderwerpen mentale gezondheid, stress en middelenmisbruik.

Meer informatie is te vinden op: Gezondheidsmonitor Jongvolwassenen 2024 | RIVM

Eenzaamheid & sociale steun

• Jongvolwassenen zijn vaker emotioneel eenzaam (63%) dan sociaal eenzaam (56%) Eenzaamheid

Socialemediagebruik

Succesvol bijkomweekend voor naasten van mensen met een psychische kwetsbaarheid

“Ik zag de worsteling van de ander en besefte dat ik niet de enige ben met zorgen”

De opbouw en afwisseling in het programma werden als zeer positief ervaren. Er was ruimte voor zowel deelname als voor het nemen van tijd voor zichzelf. Dit zorgde voor een ontspannen sfeer waarin iedereen zichzelf kon zijn. Een deelnemer vertelde: “De opbouw en de afwisseling in het programma voelden goed. En als het even te veel werd, kon je ook tijd voor jezelf nemen.”

De begeleiding was op een luchtige en toegankelijke manier, wat bijdroeg aan het gevoel van veiligheid en erkenning. Deelnemers gaven aan dat het weekend hen sterker had gemaakt en dat ze zich gesteund voelden door de herkenning en erkenning van anderen. Een deelnemer zei: "Ik ben er sterker uitgekomen. Ik zag de worsteling van de ander en besefte dat ik niet de enige ben met zorgen. Ieder heeft zijn eigen proces en zijn eigen verhaal."

Begin februari vond er een bijzonder bijkomweekend plaats bij ZIN in Vught, speciaal georganiseerd voor naasten van mensen met een psychische kwetsbaarheid. Zestien mantelzorgers, variërend in leeftijd van 27 tot 80 jaar, namen deel aan dit weekend van compassie, rust en zelfzorg. Bijkomen en gesterkt worden door middel van ontspannende activiteiten, ontmoeting en zorgvuldig gekozen programmaonderdelen waarin gereflecteerd kon worden op compassie voor de ander en zichzelf.

Patricia Sips (Reinier van Arkel) en Mirjam Dirkx (ZIN)

Het programma van het weekend was samengesteld door ervaren trainers van ZIN, Ypse en Reinier van Arkel. Deelnemers werden verwelkomd op vrijdag, vaak met gevoelens van spanning en onwennigheid, maar verlieten op zondag ZIN met een lichter gevoel en nieuwe inzichten. Een deelnemer verwoordde het treffend: "Mijn rugzak is leger."

Dit bijkomweekend is een initiatief van ZIN, Ypse en Reinier van Arkel, met als doel naasten van mensen met een psychische kwetsbaarheid een handvat te bieden om in balans te blijven. Mede dankzij de subsidie van het Vaillantfonds en Vincentius Vught kon dit weekend georganiseerd worden op het landgoed van ZIN in Vught, waar de gastvrijheid en de 100% biologische keuken bijdroegen aan een extra gevoel van welkom. ZIN organiseerde dit weekend eerder voor mantelzorgers, maar nu voor het eerst voor deze specifieke doelgroep en in deze bijzondere samenwerking.

Contact

De deelnemers van dit weekend raden het iedereen aan om mee te doen. “Een luisterend oor ontvangen en zelf kunnen bieden is waardevol.” “Wil je meer weten of je aanmelden voor een volgend weekend? Neem dan contact op met Yvonne Hombergen van Ypse (06-22812243) of Patricia Sips van Reinier van Arkel (06-53156400). Aanmelden kan ook via een e-mail naar fbr@reiniervanarkel.nl.

“Pure authentieke verhalen van ex-daklozen”

Een rondleiding door D’n Dijk én vijf levensverhalen

Twintig ex-daklozen samen op één terrein met ieder hun eigen woonunit. Podcasthost Saskia van Buuren gaat langs bij Voorziening Langdurig Verblijf (VLV) D’n Dijk. In de eerste aflevering leggen de medewerkers het concept van dit verblijf uit, gevolgd door het eerste verhaal van een bewoner.

Het leven op straat en daarna…

Vijf jaar lang leefde Harald op straat. Door zijn problematiek was de daklozenopvang geen optie meer. D’n Dijk daartegen bleek de oplossing. Als allereerste bewoner vertelt hij ons goudeerlijk wat hij ervan vindt. Nadat Saskia en een medewerker al lopend over het terrein vertellen over de inrichting en aankleding ervan, neemt Harald je mee in de inrichting van zijn huis. “Van alle benodigdheden voorzien”. Verderop in de serie vertelt hij zijn schrijnende verhaal over het leven op straat, over de verplaatsing naar D’n Dijk en hoe hij met respect nadenkt over een gepaste sociale afstand van zijn familie.

Persoonlijke levensverhalen, soms behoorlijk ingrijpend, van andere bewoners volgen in de andere vier afleveringen van deze podcast. Het is interessant om te horen hoe zij de dagbestedingen gebruiken om hun verblijf verder aan te kleden. En hoe bijzonder de leefregels zijn die er gelden, uitgelegd door de medewerkers.

Over D’n Dijk

Aan de Nieuwe Dijk 3 in Den Bosch staan 22 woon-units voor twintig mensen met met psychische problemen in combinatie met verslaving en/of een licht verstandelijke beperking. Ook zijn er 2 time-out units. Voor deze mensen zijn andere woonomgevingen, zoals wonen in de wijk, niet haalbaar. In deze prikkelarme omgeving komen zij tot rust.

Reinier van Arkel en Maatschappelijke Opvang Den Bosch leveren samen de zorg die de Voorziening Langdurig Verblijf biedt. Maatschappelijke Opvang Den Bosch is verantwoordelijk voor de dagelijkse zorg en gang van zaken en is het aanspreekpunt voor de buurt.

Review: eenvoud beloond met échte verhalen

Het zijn bewonersverhalen in de puurste vorm terwijl je het gerommel hoort van de dagelijkse bezigheden. Hoewel de eenvoud van de podcast opvalt, doet dat niets af aan de kracht van de inhoud. Wie door de ruwe randjes heen kan luisteren, wordt beloond met verrassende inzichten en authentieke verhalen. De bewoners zijn open over hun levensverhaal, gemaakte keuzes en goudeerlijk over de huidige woonsituatie.

Wie deze podcast moet beluisteren

Voor wie nieuwsgierig is naar openhartige levensverhalen van ex-daklozen en naar het niet-alledaagse woonconcept waar zij mogen wonen, is deze podcastserie een aanrader. Hoewel er intense verhalen worden gedeeld, is er sympathie voor de bewoners van D’n Dijk. Zéker wanneer je visueel bent ingesteld word je door de eenvoud beloond met het gevoel aanwezig te zijn op het terrein. Dit doet Saskia goed in gesprek met de bewoners.

Door de aanwezige rust, laagdrempelige gesprekken en de rondleiding is het heerlijk om de podcast te beluisteren tijdens een ontspannen activiteit, zoals een wandeling rondom het huis of een fietstocht naar het werk.

Titel: Kippen en Paradijsvogels

Productie: NietAlledaags de podcast in samenwerking met Maatschappelijke

Opvang Den Bosch

Aantal afleveringen: 5

Te beluisteren via: YouTube, Apple, Spotify en andere platforms

Tekst Johan van Diepen

Samen doen wat nodig is in acute situaties

Jan, een zelfstandig wonende man van 78 jaar, belt 112 vanwege forse benauwdheid. In de ambulance is de benauwdheid snel onder controle, maar thuis is er niemand die op hem let. Wat nu?

Yara, 35 jaar, komt met een bebloed hoofd en een wond aan haar arm de spoedeisende hulp binnen. Ze vertelt dat het letsel het gevolg is van huiselijk geweld. Medisch gezien hoeft ze niet te blijven. Maar terug naar huis? Is dat wel veilig?

Marianne, 56 jaar, is door een wijkagent gevonden op een bankje. Ze lijkt gedesoriënteerd, praat onsamenhangend met een boze toon. Ze oogt angstig. Nu de nacht invalt kan ze niet op straat blijven, maar waar kan Marianne terecht?

Om inwoners als Jan, Yara en Marianne, met acute problemen direct de juiste zorg op de juiste plek te bieden, werken 12 organisaties in en om Den Bosch samen om het Spoedplein te realiseren. Het Spoedplein brengt de sociale, medische en psychische soorten zorg samen. Die combinatie maakt het tot unieke samenwerking van acute zorgverlening in Nederland. Zorgverleners en hulpdiensten beoordelen samen de situatie en brengen daarbij ieder hun eigen perspectief en expertise in. Dat zorgt voor snellere beoordeling en besluitvorming en tot betrokkenheid van de juiste partijen. Zo ontstaat er meer rust voor degene die acute zorg nodig heeft en wordt efficiënter omgegaan met de capaciteit van de hulpdiensten die vaak al onder druk staat.

Organisatiepoorten open

Dat zorgprofessionals en hulpdiensten samenwerken als sprake is van meerdere hulpvragen lijkt wellicht logisch of vanzelfsprekend. En dat is het ook wanneer je het vraagt aan de zorgprofessionals zelf, maar helaas is de praktijk weerbarstig. Dat merken ook Jacqueline en Ricardo, beide werkzaam bij het crisisen interventieteam (CIT) van Farent.

Jacqueline: “De vorming van het Spoedplein is heel hard nodig. Met een aantal partners werken we al intensief samen, zoals met politie, Reinier van Arkel en het Jeroen Bosch Ziekenhuis. Als hulpverleners onderling is de bereidheid om samen op te trekken er absoluut. Formele afspraken of organisatieregels maken samenwerking soms lastig. Iedere organisatie heeft zijn eigen poorten; voorwaarden waaraan voldaan moet worden voordat hulp gestart kan worden, of grenzen die bepalen waar de hulp stopt. Dat heeft te maken met financiering, of met wet- en regelgeving. Op het moment dat we als CIT ter plaatse gaan en iemand aantreffen in een vervuilde woning, onder invloed en psychiatrisch belast dan zijn de poorten van de zorg vaak dicht en wordt gewezen naar elkaar. Maar daar heeft de persoon in de acute situatie waar gelijktijdig zoveel aan de hand is niets aan. Dat willen we veranderen met het Spoedplein.”

De ervaringen van Jacqueline en Ricardo gelden niet alleen voor het CIT maar zijn voor alle collega’s in het netwerk van acute zorg herkenbaar in de praktijk.

Spoedplein regio Den Bosch: de juiste acute zorg op de juiste plek

Of het nu de collega’s zijn van de spoedeisende hulp van het Jeroen Bosch Ziekenhuis, politie, huisartsenpost of de crisisdienst/ Intensive Home Treatment van Reinier van Arkel.

Een ja-cultuur maken

“Waar we met het Spoedplein naar streven is een ‘ja-cultuur’,” vult Ricardo aan. “Wat je wil afspreken met elkaar is niet om de totale verantwoordelijkheid in een acute situatie op je te nemen maar om juist jouw expertise te leveren op een stuk van de totale problematiek. Laten we het samen doen en vooral: tegelijk. We rekken de organisatiegrenzen als het ware op zodat we met ieders expertise direct doen wat nodig is. Zo komen we los van de vraag of nu de psychische problematiek, de lichamelijke aandoening, het middelengebruik of het ontbreken van financiële middelen of een thuis voorop staat en welke partner daarom als eerste aan zet is.”

Actief in de werkgroepen

Jacqueline en Ricardo zijn actief in een van de vijf themagroepen die het Spoedplein kent. Samen actief met hulpverleners van alle aangesloten partners bijdragen aan

de totstandkoming van het Spoedplein, levert veel op. Ricardo: “Dat begint al met elkaar echt leren kennen en het naar elkaar uitspreken hoe je ideaalbeeld van de samenwerking in de acute zorg eruit ziet.” Een van de concrete uitwerkingen van het Spoedplein is een netwerkkaart.

Een handzaam overzicht waarop van iedere organisatie de contactgegevens voor acute situaties staan. Simpel, maar het betekent dat iedere samenwerkingspartner vastlegt hoe zij bereikbaar is voor de andere collega’s. “Het formaliseren en inregelen van ieders betrokkenheid is een belangrijke stap, nu gebeurt dit vaak nog op basis van toevallige persoonlijke contacten,” aldus Ricardo.

Ook Jacqueline ervaart de meerwaarde van het meedenken in de totstandkoming en werkwijze van het Spoedplein. “Je leert direct veel van elkaars expertise én we leren elkaars taal. De beelden of uitleg van woorden als ‘regievoerder’ of ‘triage’ blijken van organisatie tot organisatie te verschillen. Met elkaar ontwikkelen we nu een gemeenschappelijke taal en werkwijze.

Wanneer is het Spoedplein geslaagd voor Jacqueline en Ricardo? Daar zijn ze kort en duidelijk over. “Het gaat om meer dan alleen afspraken en toestemming om te handelen. We moeten ook de ‘poorten’ van de zorg open durven zetten en samenwerken als één netwerk, in het belang van mensen met meerdere acute hulpvragen.”

Crisis- en Interventie Team (CIT)

Het Crisis- en Interventie Team (CIT) is een integraal team dat 24/7 bereikbaar en inzetbaar is voor mensen die (acuut) psychosociale ondersteuning nodig hebben. Van iemand die plotsklaps op straat is komen te staan tot iemand die vervuild, verward en duidelijk onder invloed op straat wordt aangetroffen. Het CIT gaat dan direct ter plaatse en kijkt wat acuut nodig is.

De pijlers van het CIT zijn: snelheid, inzet op kortdurend en direct contact, een goed beeld krijgen van de situatie, crisisinterventie, regie en toeleiding naar passende zorg. We werken 24/7 intensief samen met politie, ggz, de huisartsenpost, het Jeroen Bosch Ziekenhuis, Veilig Thuis, woningcorporaties en andere ketenpartners. Hierdoor kunnen we slagvaardig en adequaat handelen

Meer informatie over het CIT:

Korte lijnen, grote impact

Silvie van Doorn, verpleegkundig specialist bij RAV Brabant Midden-WestNoord, werkt in de ambulancezorg in regio Den Bosch. Ze bevordert zorginnovaties en is nauw betrokken bij het Spoedplein. “Het is een unieke kans om de personen en organisaties in het netwerk beter te leren kennen. Door deze banden aan te halen, worden de lijntjes in de praktijk korter. Dat is essentieel voor een efficiënte en snelle hulpverlening en vooral belangrijk voor mensen met meerdere problemen tegelijk, waar een gecoördineerde en geïntegreerde aanpak cruciaal is.

Door samenwerking in het Spoedplein worden innovatieve oplossingen en verbeteringen in de acute zorg ontwikkeld, wat nodig is vanwege de veranderende en toenemende zorgvraag en bovendien voordelen biedt voor zowel patiënten als zorgverleners.

Over het Spoedplein

De druk op de acute zorg neemt toe: er zijn meer patiënten, minder zorgprofessionals en de hulpvragen worden complexer. Mensen komen niet alleen met medische klachten, maar ook met psychische of sociale zorgen. Het regelen van de juiste vervolgzorg kost nu vaak veel tijd en capaciteit. Daarom bundelen twaalf zorg- en welzijnsorganisaties in de regio ’s-Hertogenbosch hun krachten in het Spoedplein: een netwerk van professionals dat medische, psychische en sociale zorg met elkaar verbindt. Door korte lijnen en goede afstemming zorgen zij er samen voor dat mensen sneller de juiste zorg krijgen, op juiste plek.

De samenwerkende organisaties in het Spoedplein zijn: Cello, Farent, gemeente ’s-Hertogenbosch, Huisartsen Spoedpost, Jeroen Bosch Huisartsen, Jeroen Bosch Ziekenhuis, Maatschappelijke Opvang Den Bosch Novadic-Kentron, Politie, Regionale Ambulance Voorziening GGD Brabant Midden – West – Noord, Reinier van Arkel, Vivent. De samenwerking werd eind 2023 vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst, eind 2025 streeft het Spoedplein ernaar zover te zijn dat de samenwerkingsafspraken in de praktijk kunnen worden toegepast.

"Samenwerken met de andere partners in het Spoedplein biedt me veel nieuwe inzichten. Zo maakte ik via mijn betrokkenheid bij het Spoedplein kennis met de ‘straatdokter’ in Den Bosch. Door deze nieuwe informatie mee te nemen in onze werkafspraken voor zorgoverdracht, kunnen we nu beter inspelen op de behoeften van deze kwetsbare groep en zorgen voor een naadloze overgang van zorg. Daarnaast ontdekte ik dat met betrekking tot patiënten met verward en onbegrepen gedrag enkele afspraken en begrippen niet duidelijk waren in ons protocol. Dankzij het contact met collega’s van Reinier van Arkel, heb ik deze kunnen bespreken en verhelderen. Dit heeft geleid tot een verbeterde communicatie en samenwerking".

GROEN beweegt

en de toekomst ligt al op de tekentafel

Donderdag 26 juni – eindelijk was het zover: de officiële opening van onze tweede locatie. Een dag waarop niet alleen de deuren van ons nieuw onderkomen op park Voorburg openzwaaiden, maar waarop we samen iets groters openden: perspectief.

Want GROEN groeit. Niet omdat het moet, maar omdat het niet anders kán.

De cijfers liegen er niet om. In 2024 hielpen we 520 kinderen en 150 ouders. In 2025 zaten we eind mei al op 320 jeugdigen. Maar achter elke eenheid zit een gezicht, een verhaal, een zoektocht naar houvast. Dat we die zoektocht eenvoudiger mogen maken zonder verwijzing, zonder wachttijd - dát is waar GROEN het verschil maakt.

En dat doen we niet alleen. We groeien omdat we verbonden zijn: met Herlaarhof, GGD, Jeroen Bosch Huisartsen, gemeenten als Vught, Den Bosch, SintMichielsgestel. Sinds kort zijn ook Maatschappelijke Opvang Den Bosch en Oosterpoort aangesloten. Samen bouwen we geen organisatie, maar een ecosysteem van de toekomst.

We breiden niet alleen uit in locaties, maar ook in ons bereik binnen de jeugdhulpverlening. Zo zijn we inmiddels actief op middelbare scholen, waar we in de klas ‘moodcamps’ hebben met de leerlingen en docenten over mentale veerkracht. Want juist daar is het belangrijk dat jeugdigen ontdekken hoe ze stevig in hun schoenen blijven staan.

We hebben een steeds groter bereik op sociale media zoals Instagram en TikTok. Al meer dan 100 jeugdigen weten ons dit jaar hier al te vinden.

In het eerste halfjaar van 2025 kwamen zes nieuwe collega’s ons team versterken. Mensen met wie we niet alleen verder, maar vooral kleurrijker zijn gegroeid. Elk van hen bracht zijn eigen kracht en expertise mee en samen maken GROEN nog groener.

Bij GROEN werken we elke dag aan verandering; verandering van gedachten, verandering van patronen en verandering van omgeving.

Geen indicatie. Geen aanvraag. Geen wachttijd. Alleen een open deur. En wat dat doet met collega’s? Gelukkige collega’s die blij zijn dat ze het anders mogen doen.

En de plannen voor de toekomst liggen al op de tekentafel. Achter de schermen bouwen we verder aan onze derde locatie, die in 2026 zijn deuren zal openen. Niet omdat we groter willen zijn, maar omdat we geloven dat er ruimte moet zijn voor álle jongeren om te groeien. Om stevig te staan. En om een plek te vinden waar ze mogen komen werken aan verandering.

Laat GROEN maar groeien. Want wie wortels geeft, oogst kracht.

Een tafel, twee stoelen en een goed gesprek

Wie op 10 juni herstelacademie de Stenen Hut op park Voorburg binnenstapte keek even vreemd op. Aan een tafel zat Raoul Heertje, schrijver en stand-upcomedian, tegenover een lege stoel met een bordje waarop ‘spreekuur’ stond. Verder geen toelichting of uitleg. Wie nieuwsgierig was kon naar hem toe gaan en kreeg dan uitleg en een uitnodiging om met hem in gesprek te gaan. Dit deed hij in mei en juni op veel plekken in en om Den Bosch ter voorbereiding van zijn nieuwste show ‘Raoul Heertje begrijpt steeds minder’.

Het is alweer drie jaar geleden dat ik het eerste contact met Raoul had. Hij was toen artist-in-residence van de Verkadefabriek in Den Bosch en zocht contact met Bosschenaren. Niet om een standaard show te maken, maar om zich te laten inspireren door de stad en haar mensen. Hij bezocht jongerencentra, sprak met bedrijven en startte een podcast. Zijn doel: verhalen verzamelen die raken, verwarren, verbinden.

Spreekuur van Raoul Heertje op park Voorburg Tekst Erik Welten foto

Na het lezen van zijn verhaal in het Brabants Dagblad nodigde ik hem uit om bij Reinier van Arkel zijn licht op te doen. Het stikt bij de cliënten, naasten en medewerkers van Reinier van Arkel van de inspirerende en hoopgevende verhalen. Mensen met verhalen die het verdienen om gehoord te worden. Daar reageerde Raoul meteen enthousiast op.

Wat begon als een kennismaking werd een gesprek van bijna drie uur. Geen haast, geen agenda. Gewoon twee mensen die elkaar vonden in nieuwsgierigheid, verwondering en het verlangen om écht te luisteren. We sloten het gesprek af met een goed gevoel. Dit smaakte naar meer.

Dit voorjaar keerde Raoul terug naar Den Bosch. Met een tafeltje, twee stoelen en een bordje ‘Spreekuur’ ging hij opnieuw de stad in. Op het zomerterras van de Verkadefabriek speelt hij in juli acht voorstellingen ‘Raoul Heertje begrijpt steeds minder’. Geen vaste tekst, geen script –maar een voorstelling die meebeweegt met wat hij hoort, voelt en ervaart. “Ik luister liever dan dat ik mijn mening geef,” zegt hij. “Dat levert mooie gesprekken op.”

Twee van die gesprekken vonden plaats in de herstelacademie de Stenen Hut op park Voorburg. Geen interviews maar spontane ontmoetingen waarin mensen hun gedachten deelden. Over het leven, over wat hen raakt, over wat hoop geeft. De rol van deze gesprekken in zijn show is klein – en dat is precies goed. Want het gaat Raoul niet om het spektakel, maar om de ontmoeting zelf. Om het moment waarop iemand zich gezien voelt.

Ruimte voor elkaar

Raoul: “De comedyshow op het zomerterras gaat denk ik op dit moment over wat er toch mis gaat tussen ons allemaal. Dat ik niet geloof in alle opgeklopte hysterie over polarisatie maar juist ervaar dat als je tijd en ruimte voor elkaar maakt er zoveel moois te horen en te voelen is. Er zit ook veel humor in omdat dat nu eenmaal mijn manier is van omgaan met de wereld.

Uit de gesprekken met mede-aardbewoners laat ik fragmenten horen die mij raken, inzicht geven of waarvan ik ‘gewoon’ voel dat andere mensen het ook zouden

moeten horen. Maar de gesprekken met Bosschenaren helpen me vooral mijn eigen mankementen te erkennen en herkennen. Hoe dat er in de show uit komt is voor mij ook steeds weer een verrassing op de avond zelf.”

Wat ik bijzonder vind, is hoe Raoul met ogenschijnlijk eenvoudige middelen – een tafel, twee stoelen, een open houding – ruimte weet te creëren voor echte gesprekken. Hij vraagt tweemaal of hij mag opnemen, gebruikt geen namen, en zoekt naar de kern: wat beweegt iemand? Wat geeft hoop? Wat inspireert?

Voor ons bij Reinier van Arkel is het waardevol om hier aan bij gedragen te hebben. Niet omdat we in de spotlights willen staan, maar omdat we geloven in de kracht van verhalen. In de kracht van luisteren. En in de kracht van mensen zoals Raoul, die met humor, kwetsbaarheid en aandacht de wereld een beetje zachter probeert te maken.

Ingrid Mekking-Pompen De loopbaan van...

Ingrid Mekking-Pompen is kinder- en jeugdpsychiater binnen Reinier van Arkel. Ze is ongeveer 15 jaar in dienst. We duiken in haar loopbaan, wat haar drie rollen zijn en hoe die zich tot elkaar verhouden, de werk-privébalans en daarmee hoe ze het werken bij Reinier van Arkel ervaart.

Na haar indiensttreding breidde ze haar loopbaan snel verder uit. Wat haar drijft? De combinatie van kinderpsychiatrie en kindergeneeskunde, de fijne collega’s om haar heen en het opleiden van psychiaters die zorgen voor een verhoogde kwaliteit van zorg aan cliënten.

Een start met mooie ontwikkelingen Ze stapte binnen bij Herlaarhof op de polikliniek. Herlaarhof is onderdeel van Reinier van Arkel en richt zich op kinderen, jongeren en jongvolwassenen die (complexe) problemen ervaren thuis, op school of in contact met leeftijdsgenoten.

“Door de afwisseling krijg ik ruimte om te schakelen tussen verschillende niveaus. Dat vind ik echt leuk. Het geeft speelruimte.”

Op dat moment was ze als psychiater nog een half jaar in opleiding tot kinder- en jeugdpsychiater. “Ik greep die kans om mijn stage in te richten met als doel een brug te bouwen tussen somatiek (lichamelijke gezondheid) en psychiatrie.” Zo ontstond haar pilotfunctie: “Ik werkte twee dagen per week op Herlaarhof (ggz) en twee dagen in het Jeroen Bosch Ziekenhuis (JBZ, kindergeneeskunde).” Op beide locaties werkte ze als psychiater, maar in het JBZ op consultatieve basis (specialistisch advies geven aan collega's).

Ze breidde haar twee rollen uit met het opleiden van arts-assistenten. Nadat ze de opleiding had behaald zette ze zich namelijk samen met oud-collega Wim Schlooz in om de opleiding tot kinder- en jeugdpsychiater ook binnen Herlaarhof te kunnen doen. Wim werd opleider kinder- en jeugdpsychiatrie en toen hij met pensioen ging nam Ingrid zijn rol over. “Door de afwisseling raak ik minder snel verveeld en krijg ik de ruimte om te schakelen tussen verschillende niveaus. Dat vind ik echt leuk. Het geeft me wat speelruimte.”

Reinier van Arkel kent veel functies, opleidingsmogelijkheden en afdelingen. Geen wonder dat medewerkers soms lange tijd bij Reinier werken in

verschillende rollen en werkplekken. In deze rubriek interviewen we een medewerker met een bijzondere loopbaan binnen Reinier.

Mijn collega’s maken mijn werk

De afwisseling tussen haar drie rollen verrijkt Ingrid haar werkgeluk

Lichaam en geest - De kracht van samenwerking

Wat Ingrid bijzonder vindt aan haar werk, is de nauwe samenhang tussen somatiek en psychiatrie. “We zijn als mens één geheel. Lichamelijke klachten kunnen een mentale oorzaak hebben en andersom. In het ziekenhuis zie ik bijvoorbeeld kinderen met functioneel neurologisch syndroom (FNS): een aandoening waarbij het kind neurologische klachten heeft, zoals niet meer kunnen lopen, zonder dat er een aantoonbare lichamelijke oorzaak is. Met therapie kunnen we deze kinderen toch helpen.” Een meer alledaags voorbeeld is zenuwachtig zijn of stress hebben. “Het gebeurt mentaal, maar uit zich soms fysiek, bijvoorbeeld in buikpijn.”

In een ander voorbeeld legt ze uit: “Een meisje met autisme werd steeds onwel, viel flauw. Lichamelijk werd er niets gevonden. Het bleek bij haar een uiting van overprikkeld zijn. Door haar stoornis voelde ze haar grenzen minder goed. Je bespreekt dan samen met de ouders en het kind hoe je dit kunt herkennen en hoe zij samen beter op haar grenzen kunnen letten.” Het ging om de relatie tussen lichaam en geest. “Bij de een uit het zich in hoofdpijn, bij de ander in buikpijn of flauwvallen.”

Volgens haar is het bijzonder hoe het JBZ en Reinier van Arkel samenwerken. “Kinderartsen komen bij ons spreekuur doen. En ik doe dat bij hen in het ziekenhuis. Zeker bij complexe problematiek, zoals eetstoornissen, heb je elkaar hard nodig.”

De weekindeling van Ingrid is inmiddels aangepast. Ze is één dagdeel per twee weken in

het JBZ. “Soms zie ik daar kinderen op spreekuur of overleg ik met de kinderartsen om hen te adviseren vanuit mijn specialisme.” Binnen Herlaarhof is Ingrid onderdeel van het team Ontwikkeling. “We helpen kinderen en jongeren tussen de 6 en 18 jaar met ontwikkelingsstoornissen, zoals autisme of ADHD.” Haar derde rol, die van opleider zijn, vindt plaats op beide werklocaties: “Een artsassistent in opleiding neem ik bijvoorbeeld mee naar het JBZ.”

Balans tussen werk en privé Haar werk-privébalans probeert ze goed te blijven bewaken. “Als het op de poli drukker wordt zie ik minder cliënten, maar denk ik met collega’s mee. Al is het veel leuker om de cliënten zelf te zien.” In het weekend probeert ze geen werkgerichte dingen te doen. Eén dag per week heeft ze vrij. “Die probeer ik echt te beschermen. Natuurlijk lukt dat niet altijd, maar ik heb geleerd om mijn agenda goed te bewaken. Ik reserveer spelingsruimte en heb fijne afspraken gemaakt met de collega’s die mijn agenda beheren. Voor spoedgevallen blijft altijd ruimte. Dat alles samen helpt.”

De organisatie steunt haar. “Er is veel ruimte om mijn werk zelf in te richten. Als ik aangeef dat iets niet lukt, wordt daarnaar geluisterd. Dat vertrouwen is belangrijk.”

Daarom Reinier van Arkel

“Mijn collega’s maken mijn werk. We hebben echt een leuke groep kinderpsychiaters die goed samenwerkt. En binnen de organisatie is veel ruimte om kansen te pakken. We mogen

ongevraagd advies geven aan de Raad van Bestuur. En alles wat ik nu doe, is omdat ik het zelf echt leuk vind.”

Toekomstplannen

“Reinier van Arkel is een werkgever waar je kansen kunt benutten. Als je het initiatief wil nemen, geven ze je daar de ruimte voor.”

“Wat we al goed doen is de ambulante zorg, onder andere samen met het Intensive Home Treatment team (IHT). Dit team verleent hulp aan cliënten in een crisissituatie in de eigen leefomgeving. Ook hebben we een spoedpoli en hebben we de opnametijd van kinderen kunnen inkorten.”

Met haar blik op de toekomst zou Ingrid graag meer willen doen met eetstoornissen voor jongeren onder de 18. “Dat blijft me aanspreken. Binnen de polikliniek hebben we met enthousiaste collega’s een werkgroep gevormd ‘psyche en soma’ om ook binnen Herlaarhof de zorg voor kinderen en jongeren op het snijvlak van somatiek en psychiatrie beter vorm te geven en de expertise te vergroten.”

Zwijgen is goud?

Over beroepsgeheim en morele keuzes in

de psychiatrie

Spreken is zilver, zwijgen is goud. Iedere hulpverlener kent situaties waarin het beroepsgeheim onder druk komt te staan. Een cliënt die suïcidale gedachten uit, maar niet wil dat je iets deelt. Iemand die in een psychose een dreiging uitspreekt. Ouders van een volwassen cliënt die, bezorgd en machteloos, contact zoeken maar formeel geen recht op informatie hebben. Momenten waarop zwijgen knelt, maar spreken pijn kan doen. Situaties waarin er geen pasklare antwoorden zijn.

In de ggz biedt het wettelijk verankerde beroepsgeheim cliënten ruimte om vrijuit te spreken. Juist in de ggz, waar schaamte, angst of achterdocht aanwezig kunnen zijn, is die vertrouwelijkheid essentieel. Maar in de praktijk blijkt dit minder eenduidig dan we zouden willen. Want wat als spreken óók zorg is?

In de dagelijkse praktijk blijkt dat er momenten zijn waarop de regels ruimte laten, maar de afweging lastig blijft. De wet spreekt bijvoorbeeld over “gevaar voor derden”, maar zegt niets over hoe je dat gevaar inschat, of de gevolgen voor de behandelrelatie als je besluit te spreken. Dan wordt het beroepsgeheim geen juridische regel maar een moreel dilemma.

Op papier is het simpel, maar bij dreiging of onveiligheid vervaagt die helderheid. In zulke situaties gaat het niet om zwart-witbeslissingen, maar om het zorgvuldig afwegen van belangen. Wie zijn er betrokken? Wat gebeurt er als we niets doen? En wat betekent het voor de vertrouwensrelatie als we wél spreken?

Het beroepsgeheim is een dunne draad: te strak snijdt het, te los verliest het zijn functie. Zulke situaties vragen niet alleen om juridische kennis, maar ook om reflectie. Wat weegt zwaarder: privacy beschermen of leed voorkomen? Kunnen we leven met de gevolgen van zwijgen? Of met de gevolgen van spreken?

Wat deze kwesties complex maakt, is dat het gaat om afwegingen waarbij elke uitkomst risico’s kent. Zwijgen kan tot spijt leiden, spreken kan de behandeling schaden. Misschien is dat wel kenmerkend voor het werken in de ggz: handelen in onzekerheid. Want ook binnen teams bestaan verschillende perspectieven. De ene collega benadrukt het belang van autonomie en vertrouwen; de ander vraagt zich af of we hiermee niet de relatie met het netwerk ondermijnen, of dat we een kans missen om vroegtijdig bij te sturen.

Morele keuzes vragen ruimte. Tijd om stil te staan, juist als de druk groot is. Want spreken kan voelen als het breken van een belofte. Tegelijkertijd kan zwijgen in sommige gevallen voelen als verraad – aan een ander, of aan de samenleving. In een teamoverleg klinkt het dan: “Wat als er morgen iets gebeurt en wij hebben niets gezegd?”

Juist in de ggz, waar dilemma's vaak lastig en dringend zijn, helpt het om morele vragen hardop te stellen vóórdat een crisis uitbreekt. Welke waarden spelen hier? Welke schade is er? Wie wordt gehoord – en wie niet? Welke alternatieven zijn er? En: wat zouden we zelf willen, als we in de schoenen van de cliënt stonden?

En precies daar wordt het ingewikkeld. De cliënt wil soms geen contact met naasten, stelt duidelijke grenzen. Tegelijkertijd hebben naasten zorgen, vragen en verdriet. Als behandelaar bevind je je midden in die spanning. Je zoekt naar balans tussen autonomie en verbondenheid. Het beroepsgeheim helpt dan niet door alles te verbieden, maar door bewustwording en zorgvuldigheid te vragen: wat is hier in deze situatie goede zorg?

Het beroepsgeheim vraagt afweging, dialoog en moed: de moed om te zwijgen als dat nodig is, en om te spreken als dat niet anders kan. Niet star kiezen tussen spreken of zwijgen, maar om, in elke situatie opnieuw, recht te doen aan alle betrokkenen. Want goede zorg begint niet bij het juiste antwoord, maar bij het durven stellen van de juiste vragen.

Verpleegkundige Volop groeimogelijkheden voor

Yvette: “Verpleegkundigen, maar ook verzorgenden en agogen, zijn in de basis opgeleid om cliënten te helpen bij de gevolgen van hun ziekte of aandoening in het dagelijks leven. Herstelgericht werken is onze kernactiviteit. Ongeacht de diagnose of classificatie kijken wij samen met de cliënt en naasten naar de beperkingen die cliënten ervaren op functioneel, sociaal of maatschappelijk gebied en hoe we kunnen helpen stappen vooruit te zetten.”

Daarmee zijn juist zij, naast alle andere zorgcollega’s, belangrijk voor de gezamenlijke doelstelling van Reinier van Arkel. Die luidt ‘we zijn er om cliënten met een (ernstige) psychische kwetsbaarheid te helpen bij hun herstel en inclusie’. Deze leerlijn zorgt ervoor dat verpleegkundigen en agogen zich blijven ontwikkelen passend bij dit doel. Door de vorming hiervan is er nu één duidelijke structuur voor alle opleidingsprogramma’s. Yvette is, mede door haar eigen achtergrond

Bijna 900 collega’s van Reinier van Arkel werken als verzorgende, verpleegkundige of begeleider/agoog. Ze zijn daarmee veruit de grootste beroepsgroep. Niet alleen qua aantal is het een belangrijke groep medewerkers, óók qua inhoud, zegt Yvette Vreeker. Yvette combineert bij Reinier van Arkel haar werk als verpleegkundig specialist ggz met de functie van hoofdopleider van de verpleegkundige en agogische leerlijn.

als verpleegkundige, gedreven om bij te dragen aan de ontwikkeling van toekomstige verpleegkundige en agogische zorgmedewerkers bij ons. “We zijn van oudsher een groep die zich niet snel laat horen terwijl we bijvoorbeeld met onze verpleegkundige anamnese en diagnostiek of juist met de kennis van sociale en maatschappelijke processen als agoog, echt waarde toevoegen aan het behandelteam. Deze collega’s op alle niveaus in hun kracht zetten, daar wil ik me echt voor inzetten.”

verzorgenden, verpleegkundige en agogen

leerlijn

Win-winsituatie voor collega’s én organisatie

De verpleegkundige en agogische leerlijn, het klinkt abstract. Yvette legt uit dat het gaat om het totale pakket van opleidingen die je als organisatie in huis hebt. En dat zijn er veel bij Reinier van Arkel. Van de zogenaamde initiële opleidingen tot verzorgende IG. Van mbo- en hbo-opgeleide verpleegkundigen/ agogen met vervolgopleidingen tot sociaal psychiatrisch verpleegkundige. En de opleiding tot verpleegkundig specialist ggz in zowel de twee als driejarige variant. “De ontwikkelkansen voor onze verzorgenden, verpleegkundigen en agogen zijn daarmee enorm,” aldus Yvette. En daar plukt ook de organisatie de vruchten van. Om je te ontwikkelen hoef je niet op zoek naar een andere baan en dat is gezien de krapte op de arbeidsmarktkrapte gunstig. Yvette noemt het positieve effect van onderzoek dat onderdeel is van veel opleidingen. “De inzichten en resultaten van deze (praktijk) onderzoeken en innovaties dragen enorm bij aan de kwaliteit van onze zorg. Het zou mooi zijn als deze inzichten breder gedeeld worden dan alleen de afdeling waar zij werken.”

Daarnaast gaat het om aandacht voor het klimaat en de cultuur die je met elkaar neerzet en medewerkers in staat stelt zich te ontwikkelen. Yvette: “Binnen de lerende organisatie die we willen zijn gaat het om aandacht te hebben voor dat waar iemand goed in is of waarin een collega zich verder wil in ontwikkelen. En ook hoe je gebruik kunt maken van elkaars kennis, hoe je elkaar in een team aanvult.”

Lerende organisatie in de praktijk Een mooi voorbeeld van hoe Reinier van Arkel die lerende organisatie in de

praktijk brengt vormt de Leer & Innovatieafdeling (LIA). Dit is een leeromgeving waarin opleiden en zorg krachtig samenkomen. De lerende en kritische blik van studenten, gecombineerd met waardevolle zorgmomenten en intensieve samenwerking, maken van de leerafdelingen een betekenisvolle plek voor ontwikkeling, reflectie én innovatie. Daarbij is ook aandacht voor de begeleiding die zorgcollega’s kunnen bieden aan de collega’s in opleiding. De woon-zorgvoorziening in Haarsteeg vormde de eerste leeromgeving en inmiddels draait de tweede LIA binnen locatie Magnolia.

Driejarige opleiding verpleegkundig specialist ggz toegevoegd aan leerlijn

Vanaf januari 2026 starten wij met trots met de 3-jarige opleiding tot verpleegkundig specialist ggz (VS-GGz). Deze opleiding laat je ervaring opdoen in drie verschillende werkomgevingen met diverse doelgroepen. De opleidingsmogelijkheid voor de 2-jarige variant blijft bestaan. Zo kies je als hbo-opgeleide verpleegkundige met een aantal jaren ervaring én ambitie de opleiding die bij je past.

De opleiding vormt een waardevolle toevoeging aan de bestaande verpleegkundige en agogische leerlijn van Reinier van Arkel en past in onze ambitie als opleidingsinstelling en lerende organisatie.

Zoek jij een verdere verdieping in het vak ggz-verpleegkunde met behoud van direct cliëntencontact en een grotere verantwoordelijkheid als regiebehandelaar? Let dan op de vacatures voor de opleidingsplekken verpleegkundig specialist ggz.

Een tweede voorbeeld is het al langer bestaande interne scholingsprogramma voor zorgprofessionals die hun kennis van actuele thema’s binnen Reinier van Arkel en de ggz-sector verbreden en verdiepen. Een programma waarmee collega’s die al jaren werkzaam zijn bijblijven en nieuwere collega’s meer leren over het werkveld. En zo zijn er nog meer voorbeelden te noemen.

Yvette haast zich om te zeggen dat het echt gaat om een teamprestatie met de collega’s van team opleiden, Laura Kropman, Hélène Mulders en Jacqueline Brokkaar, en de bredere Reinier Academie waarin alle opleidingen samenkomen.

Stippen aan de horizon

De verpleegkundige en agogische leerlijn staat, zeker na de toevoeging van de driejarige variant verpleegkundig specialist ggz in 2026, maar ambities zijn er genoeg. Yvette: “We willen de bestaande opleidingsmogelijk-

heden tot ervaringsdeskundige onderbrengen binnen de leerlijn. We willen meer samenwerken met de opleidingen voor psychologen en psychiaters, bijvoorbeeld in onderzoek en casusbespreking.” En om de zichtbaarheid van de verpleegkundige en agogische collega’s verder te vergroten én de gelijkwaardigheid te benadrukken, heeft Yvette nog een praktische wens. Een interne ‘wall of fame’ met portretten en namen voor de verpleegkundige leerlijn, net zoals de bij Reinier van Arkel opgeleide psychiaters hebben.

Gezien het grote aantal collega’s dat een opleiding van de leerlijn volgt zal er een flinke wand nodig zijn.

Initiële opleidingen zijn gericht op het systematisch verwerven van relevante basiskennis en vaardigheden ten behoeve van een functie. Vervolgopleidingen zijn vooral gericht op functiespecifieke deskundigheid en het verwerven van vaardigheden. Een vervolgopleiding is alleen mogelijk nadat een initiële opleiding is afgerond.

Verpleegkundige

“Makkelijker

werken én betere hulp voor de cliënt”

Miranda over de opleiding tot sociaal psychiatrisch verpleegkundige

Na jarenlange ervaring als verpleegkundige, teamleider en een carrièreswitch naar Personeel en Organisatie, besloot Miranda van den Braak – van Weert dat ze weer met cliënten wilde werken. “Tijdens een coachingstraject ontdekte ik dat ik nog steeds graag leiding wil geven, maar dan op een andere manier, in crisissituaties en weer dicht bij de cliënt.”

Na het coachingstraject liep ze mee met verschillende teams en vond haar passie terug als verpleegkundige in een FACTteam. Het FACT (Flexible Assertive Community Treatment) behandelt en begeleidt cliënten met vaak ernstige psychiatrische problematiek, die zich ook uit in problemen met maatschappelijk functioneren, wonen en werken. Deze cliënten worden het best geholpen in hun eigen leefomgeving.

Op zoek naar verdieping Al snel merkte ze dat ze binnen het FACTteam toe was aan meer uitdaging. “Ik zag collega’s in het team met veel meer rust en overzicht werken, in plaats van direct in actie te schieten en met oplossingen te komen.” Dat wilde ze ook wel. Nu ze de opleiding tot sociaal psychiatrisch verpleegkundige (SPV) heeft afgerond, blijkt het werk inderdaad makkelijker te zijn. “Je kijkt veel meer naar de mensen om de cliënt heen, door het van een afstand te

bekijken. En dan te bepalen wie in het netwerk welk stukje het beste kan oppakken.”

Gemakkelijk was de opleiding niet. “Het was soms zwaar en vergde veel uren. Ik combineerde werk, studie, gezin en mijn hobby’s.”

Toch bracht de opleiding haar veel. “Voorheen deed ik misschien dezelfde juiste dingen voor de cliënt, maar nu ben ik me er veel meer bewust van.”

Tijdens de opleiding vond ze het werken met een genogram* interessant. Dat geeft inzicht in patronen die soms al generaties lang bestaan. Voor de cliënt én de hulpverlener. “We kunnen willen dat het systeem van de cliënt anders gaat werken, maar soms loopt iets al twee generaties zo. Zo’n probleem los je niet zomaar op.”

De opleiding was intensief, maar ook inspirerend. “De lesdagen gaven me energie. Je leert veel van andere studenten en kunt het geleerde meteen toepassen.” Voor wie interesse heeft in de opleiding, benadrukt ze het belang van balans. “Je moet keuzes maken, prioriteiten stellen.”

Voor nu neemt ze even de tijd om te landen, maar het heeft haar geïnspireerd om verder te leren. “Studeren heeft me opnieuw geïnspireerd.”

Genogram

Een genogram is een visuele weergave van iemands familiegeschiedenis en relaties, vergelijkbaar met een stamboom, maar uitgebreider. Het toont niet alleen wie familie van wie is, maar ook belangrijke informatie zoals:

• Relaties tussen familieleden (bijvoorbeeld harmonieus, conflictueus, afstandelijk)

• Levensgebeurtenissen (zoals scheidingen, overlijden, ziektes)

• Patronen over generaties heen (zoals psychische problemen, verslavingen, opvoedstijlen)

In de hulpverlening wordt een genogram vaak gebruikt om inzicht te krijgen in de achtergrond van een cliënt en hoe familiepatronen invloed kunnen hebben op hun gedrag en welzijn. Het helpt hulpverleners om beter te begrijpen waar bepaalde problemen vandaan komen en hoe ze kunnen worden aangepakt.

leerlijn

Opleiden en ontwikkelen zit in ons DNA Investeren in jezelf, jezelf verder ontwikkelen, bij Reinier van Arkel vinden we het belangrijk dat je daarvoor alle ruimte hebt. Want; een gevarieerd palet aan ontwikkel- en loopbaanmogelijkheden draagt bij aan je werkgeluk én aan de kwaliteit van zorg waar cliënten op mogen rekenen. Als lerende organisatie zit opleiden en ontwikkelen ook écht in ons DNA. Of het nu gaat om een intern scholingsprogramma om je kennis over actuele thema’s te verdiepen of verbreden, je aanvullende expertise eigen te maken zodat je bijvoorbeeld als gespreksleider Moreel Beraad of via een intern traineeship als manager aan de slag kunt of leerlijnen voor verzorgende, verpleegkundigen & agogen, voor psychologen en voor psychiaters. Aan jou de keuze!

“Ik zocht meer dynamiek, meer verantwoordelijkheid”

Jordy over de opleiding tot sociaal psychiatrisch verpleegkundige

Als leerling-verpleegkundige begon Jordy Meijer te werken bij Reinier van Arkel. Daarna werkte hij zeven jaar bij twee teams: eerst als verpleegkundige en later als verpleegkundig casemanager. Jordy voelde dat het tijd was voor een volgende stap en volgde de opleiding tot sociaal psychiatrisch verpleegkundige “Ik zocht meer dynamiek, meer verantwoordelijkheid.”

Jordy is graag een spin in het web. “Mijn passie ligt bij crisiszorg. Als sociaal psychiatrisch verpleegkundige (SPV) neem je het voortouw bij een crisisbeoordeling.” Hij krijgt daar energie van. “Ik ben opgeleid in het sociaal psychiatrisch vak, dus ik ben nu meer bezig met netwerkpsychiatrie. Oftewel: hoe kun je de omgeving van de cliënt erbij betrekken?”

Het stigma daaromheen vindt hij interessant. “Iemand heeft bijvoorbeeld recht op zorg vanuit de woningbouw bij een gebrek in de eigen woning, maar bij een boze cliënt wil de woningbouw dat weleens weigeren vanwege de onveilige situatie.” Jordy moet dan echt opkomen voor de

cliënt. “De cliënt wordt boos, juist doordat hij de zorg niet krijgt.” In zo’n geval is de woningbouw een zorgvermijder, waarbij Jordy het vertrouwen terug moet winnen, zodat de cliënt wél de benodigde zorg krijgt.

Een spiegel voorgehouden

Jordy vond de opleiding intensief, maar waardevol. “Het was een rollercoaster. Ik combineerde werk, studie en privéleven. Maar het heeft mij veel gebracht.” Een van de mooiste dingen die hij heeft ervaren is de spiegel die hem werd voorgehouden. “Er wordt gekeken naar je eigen denkwijzen, patronen en kaders. Wat helpt je in je werk, en wat kun je beter achter je laten?” Hij is graag een hele goede verpleegkundige, maar begrijpt dat het niet in alle facetten kan. “Zo ook met mijn neiging tot bewijsdrang en perfectionisme. Je leert ermee omgaan. De school zorgde voor een zeer goede begeleiding.” Dat inzicht heeft hem geholpen om nu rustiger te kunnen werken en beter los te kunnen laten.

Tijdens de studie zijn methodieken als systeemgericht werken en meerzijdige partijdigheid belangrijke onderwerpen. “Je

leert om vanuit een breder perspectief naar de casus te kijken waardoor je tot andere interventies komt.” Ook leerde de opleiding hem hoe je beter kunt aansluiten op waar de cliënt zich bevindt in het proces. “Je bent snel geneigd een behandelplan te vormen met talloze doelen, maar wat als een cliënt dat nu niet kan? Dat is dan ook een ziektebeeld. Je leert op een creatieve manier aan te sluiten bij een cliënt.”

Samen het juiste pad

Jordy ziet een SPV als een waardevolle rol binnen de organisatie. “Ik merk dat behandelingen sneller aanslaan. Er komen nu meer cliënten bij en gaan er ook meer weg. Dat geeft juist rust, ook voor de cliënt. Je kunt veel beter samen met de cliënt en betrokkenen het juiste pad bewandelen.”

Voor nu wil Jordy vooral ervaring opdoen in zijn nieuwe rol. “Ik wil groeien in de praktijk. En wie weet wat er nog komt.” En zijn advies aan anderen? “Plan ruimte in je agenda, wees open en durf kwetsbaar te zijn. Het is intensief, maar het levert je zoveel moois op.”

Nieuwe Toolkit Netwerkzorg Mentale Gezondheid beschikbaar

Kenniscentrum Phrenos lanceerde een nieuwe toolkit voor netwerkzorg in de mentale gezondheidszorg. De toolkit bevat praktische hulpmiddelen zoals netwerkintake, resourcegroepen en domein overstijgende samenwerking. Deze worden de komende tijd aangevuld met praktijkvoorbeelden en werkvormen.

Netwerkzorg is een integrale aanpak waarbij zorgprofessionals, sociale instanties en naasten samenwerken rond de cliënt. Het sluit aan bij de beweging naar meer samenhang in de zorg. Het lerend netwerk Netwerkzorg Mentaal brengt professionals en ervaringsdeskundigen samen om kennis en ervaringen uit te wisselen. Bekijk de toolkit en meld je aan via: http://www.netwerkzorg-mentaal.nl Bron: https://kenniscentrumphrenos.nl/

Netwerkzorg

Een sectoroverstijgende visie op integrale zorg voor mensen met mentale gezondheidsproblemen

Waarom netwerkzorg?

Omdat mentale problemen (bijna) nooit alleen komen.

Op landelijk niveau werken organisaties aan het duurzaam maken van netwerkzorg, bijvoorbeeld via o.a. wetten en financiering.

UITNODIGING: Symposium Brabant Academie

GGz in verbinding: waar praktijk en wetenschap samensmelten

30 oktober

van 10.30 tot 17.00 uur Koning Willem II stadion, Tilburg

Wil je je ‘onderzoeksgeest’ prikkelen?

Wil je meer weten over hoe onderzoek je in je werk van alledag verder helpt?

Hoe je onderzoeksresultaten op een goede manier naar de praktijk brengt?

Bezoek het Brabant Academie symposium op 30 oktober aanstaande.

Benieuwd naar het programma; kijk hier:

Een netwerkintake geeft je overzicht in de samenhang...

...en maakt duidelijk wie wat kan gaan doen op weg naar herstel.

In een resource- of samenwerkgroep werkt de cliënt samen met naasten en hulpverleners aan persoonlijke doelen.

Opening Labyrinth van Vught

Structurele samenwerking op lokaal en regionaal niveau helpt organisaties te komen tot integrale zorg

Ook na eventueel afschalen van zorg zorgt het netwerk voor stabiliteit

Bekijk de Toolkit Netwerkzorg op www.netwerkzorg-mentaal.nl

Eerste ervaringen stressmeter-ring bij ouderen met borderline

bij GGzE

10 mei was de opening van ‘Labyrint Vught’. Een project waarbij initiatiefnemers Jente Lens-Swanenberg en Judith Abels - Halmans de afgelopen twee jaar samen met 1500 deelnemers verhalen opgehaald hebben bij inwoners uit de regio Den Bosch. Deze verhalen zijn verwerkt op prachtige doeken van textiel welke op bijzondere manieren zijn bewerkt. Dit meerjarig community-art project gaat over het delen van verhalen over gebeurtenissen en herinneringen die voorbij komen in ieders leven. De verhalen zijn, samen met iedereen die wil (leren) creëren, verbeeld op textiel en uiteindelijk gebundeld in een meterslang textiel kunstwerk in de vorm van een labyrint. Hier mag men letterlijk (ver)dwalen in de verhalen van je medemens. Vanuit verbinding is samen 1 kunstwerk gecreëerd!

Het Labyrint van Vught is van 9 tot en met 30 juli nog te zien in DePetrus in Vught bron: https://www.labyrintvanvught.nl/

In een kleinschalig onderzoek testte GZpsycholoog i.o. Nicky Baselmans het gebruik van een stressmeter-ring bij drie ouderen met borderlineproblematiek. De ring meet huidgeleiding als indicatie voor stress en gaf deelnemers meer inzicht in hun stresspatronen. Hoewel de deelnemers positief waren, bleek begeleiding door een behandelaar essentieel om de inzichten goed te benutten. De technologie werd als niet belastend ervaren, maar kende praktische beperkingen zoals synchronisatieproblemen en gebruiksonvriendelijkheid bij oudere deelnemers. Toch ziet Baselmans potentie, mits wearables goed worden ingebed in de behandeling. Bron: https://www.ggze.nl/

JOLANDA RUIJS - VAN ROSSEM

Huiskamer voor mensen zonder thuis in ’s-Hertogenbosch

Vanaf 2 juni 2025 bestaat aan de Vliertstraat 8 een huiskamer voor mensen zonder thuis of sociaal netwerk. Deze ontmoetingsplek is een initiatief van Stichting Loods in opdracht van de gemeente ’s-Hertogenbosch. De huiskamer biedt een veilige, huiselijke omgeving waar mensen tot rust kunnen komen, anderen kunnen ontmoeten, een kop koffie of thee kunnen drinken en praktische hulp kunnen krijgen.

De huiskamer is bedoeld voor mensen in een kwetsbare positie: zowel daklozen als mensen met een woning die nergens terechtkunnen. Er is plek voor maximaal 15 bezoekers tegelijk en de ruimte is open op maandag, dinsdag,

donderdag en vrijdag overdag. In het weekend en ’s avonds is de huiskamer gesloten.

Professionals van Stichting Loods zijn altijd aanwezig, en ook andere hulpverleners zoals de straatarts, straatpastor en wijkmanager komen regelmatig langs. De huiskamer is een proefproject van 1,5 jaar. Als het succesvol blijkt, wordt het mogelijk voortgezet. Bron https://www.s-hertogenbosch.nl/

Werk je mee aan een scheurkalender over angst?

De TOPGGz-afdeling angst en dwang van GGZ inGeest ontwikkelt samen met ervaringsdeskundigen, naasten en professionals een scheurkalender over angststoornissen. Het doel is om mensen met angst en hun omgeving dagelijks te ondersteunen met herkenning, tips en positieve inzichten.

Wat zoeken ze?

Inspirerende, informatieve of creatieve bijdragen zoals:

• Quotes of gedichten

• Persoonlijke ervaringen of anekdotes

• Praktische tips of technieken

• Leefstijladviezen

• Illustraties, stripjes of puzzels

Een bijdrage mag maximaal 100 woorden zijn en voor 1 augustus aangeleverd worden als word- of pdf-document aan: scheurkalender@ggzingeest.nl o.v.v. ‘bijdrage scheurkalender’ Zie voor meer informatie: (bron) https://www.ggzingeest.nl/scheurkalender/

Ruth Peetoom herbenoemd als voorzitter van de Nederlandse ggz

Ruth Peetoom is herbenoemd als voorzitter van de Nederlandse ggz tot 2029. Peetoom is blij dat ze zich langer kan inzetten voor de geestelijke gezondheidszorg, een sector die haar nauw aan het hart ligt.

Ze benadrukt dat veel mensen in Nederland te maken krijgen met psychische problemen en dat de vraag naar hulp blijft groeien. Volgens haar is samenwerking tussen verschillende zorgverleners essentieel om mensen sneller en beter te helpen.

Peetoom pleit voor minder versnippering in de zorg en meer samenwerking over domeinen heen. Ze is trots op de afspraken die al zijn gemaakt met cliëntenorganisaties, psychiaters en psychologen. De komende tijd wil ze dit uitbreiden met onder andere verpleegkundigen en huisartsen, zodat hulp laagdrempeliger en sneller beschikbaar wordt.

Bron: https://www.denederlandseggz.nl/

Thijs Honig vertrekt bij Maatschappelijke Opvang Den Bosch

Vanaf november stopt Thijs Honig bij Maatschappelijke Opvang Den Bosch. Hij wordt bestuurder bij het Verdihuis in Oss. Thijs: “Ik ben enorm dankbaar voor het werk dat zorgprofessionals én ondersteunende diensten dagelijks verzetten om mensen weer grip op hun leven te geven. Dankzij jullie inzet hebben we als regio écht geschiedenis geschreven. We waren de eerste die hardop durfden te zeggen: dakloosheid is niet te managen, het moet worden opgelost. En dat hebben we gedaan.” In de afgelopen vier jaar werkte Thijs met collega’s en ketenpartners aan een duidelijke koers en een toekomstbestendige MO Den Bosch. De vrouwenopvang is vernieuwd met meer aandacht voor herstelgerichte zorg en een veilige, ondersteunende omgeving. De doorstroom is sterk verbeterd en kleinschalige opvang en wonen is nu de norm.

Thijs: “Ik ben trots dat ik hieraan heb mogen bijdragen. MO Den Bosch is klaar voor de toekomst. Een toekomst waarin opvang niet het eindstation is, maar wonen het vertrekpunt. Dank voor jullie vertrouwen en samenwerking. Als je snel wilt gaan, ga dan alleen. Als je ver wilt komen, ga dan samen.” –Afrikaans gezegde.”

Werk als Medicijn

Werktrajecten die je helpen op weg naar werk

Mensen die werken voelen zich vaker gelukkiger. Ze zijn meer tevreden over hun leven. Een baan heeft veel voordelen; het geeft structuur en regelmaat, het zorgt voor inkomsten, voor contact met andere mensen. Werk geeft zelfvertrouwen en toekomstperspectief. Terug naar werk helpt bij stabiliteit en herstellen

van klachten. Kortom, werk helpt je om je beter te voelen.

Reinier van Arkel biedt drie verschillende werktrajecten om je, als je vanwege psychische problemen een tijd niet meer kon werken, te helpen terug te keren naar werk.

Wil je meer informatie of deelnemen? Stuur een e-mail naar werkalsmedicijn@reiniervanarkel.nl of bespreek het met je behandelaar of begeleider van Reinier van Arkel.

Werkgerichte Geïntegreerde Behandelaanpak (WGB)

De WGB is een traject dat 1 jaar duurt. Je behandelaar, UWV en je re-integratiecoach werken samen. Je kunt meedoen als je een ziektewet-, een WIA- of een Wajonguitkering krijgt van UWV in Den Bosch.

Samen met je behandelaar maak je werkgerichte doelen en gaat daarmee aan de slag. Met de re-integratiecoach stel je een plan op. De coach helpt je een geschikte werkplek te vinden, of dat nu een werkervaringsplek of betaald werk is.

Individuele Plaatsing en Steun (IPS)

IPS is een traject dat 2 tot 3 jaar duurt. Je wordt ondersteunt door een IPS-coach en trajectbegeleider. IPS is speciaal ontwikkeld voor mensen met psychiatrische problemen.

Je kunt meedoen als je een ziektewet-, een WIA-, een Wajong-, of participatie¬wet uitkering krijgt. Ook kunnen eigenrisicodragers meedoen na goedkeuring van voormalig werkgever. Samen met je IPS-trajectbegeleider maak je een werkplan voor werk. De coach ondersteunt bij het vinden van een betaalde baan. Ook blijft de coach je daarna nog een tijd begeleiden.

Ontwikkelingsgerichte

Arbeidsmatige

Dagbesteding (OAD)

OAD is een traject van een half jaar tot maximaal een jaar waarbij je wordt begeleid door een werkleider van de WSD en een begeleider van Reinier van Arkel.

Je kunt meedoen met een WMOindicatie, WLZ en PGB.

Door inpak- en montage werk krijg je samen een beeld van wat je kan. We helpen je verder te groeien in je ontwikkeling. Zo kun je door groeien naar bijvoorbeeld vrijwilligerswerk, gesubsidieerd werk of gewoon werk.

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.