














Tekst & Redactie
Anita Pepping
Aniek Prins
Demi van der Mei
Emiel Baltussen
Hanneke Aaftink
Kim Meijerhof
Marieke Pross
Mindy Strampel
Ronny Veldhuis
Sandra Stevens
Stef Meilink
Wieke van der Zee
Vormgeving
André Heetkamp
Inge Folkert-Hegteler
Nathalie Wessels
Rachèl Kok
Rik Dalhuisen
Zelfzorggeneesmiddelen
Homeopathie
Vitaminen
Voedingssuplementen
Sportverzorging
Verbandmiddelen
Digitale fotoservice
Pasfoto
DHL servicepunt
Parfumerie
Huidverzorging/make-up
Stomerij
*Onze ijssalon is alleen in het seizoen geopend Bezoek onze bakkerij, restaurant of ijssalon voor heel veel lekkere streekproducten, ontbijt, lunch, diner, wijn en ijs*!
Voor je ligt de tiende editie van ons magazine: een mooie mijlpaal voor ons.
Voor veel Holtenaren is Hallo Holten niet meer weg te denken van die ene vaste plek op de keukentafel.
De zomer is in aantocht en Holten bruist weer van het leven. Achter de schermen hebben wij met veel plezier gewerkt aan deze nieuwe editie. De afgelopen tijd waren we volop bezig met interviews, fotografie en vormgeving om mooie Holtense verhalen de aandacht te geven die ze verdienen. Zodat jij deze verhalen lekker kunt lezen - buiten in de zon of gewoon binnen op de bank.
In dit nummer lees je over Holten, het dorp waar:
voetballen bij de plaatselijke vereniging zomaar kan leiden tot een contract bij een eredivisieclub jongeren hard werken voor hun geld de muziekvereniging volop in beweging is vrijwilligers zich inzetten voor een hechter, groener en levendiger dorp voedsel nog rechtstreeks van de boer op de eettafel belandt achter een onopvallende garagedeur een bijzonder stukje Holtense geschiedenis ligt
We laten je kennismaken met inspirerende dorpsgenoten, verrassende initiatieven en de mensen die Holten elke dag weer kleur geven. Dit alles is mede mogelijk dankzij onze donateurs, sponsoren én de Holtenaren die bij elke editie weer leuke onderwerpen aandragen. Bedankt daarvoor! We zijn blij dat we in ieder geval nog twee edities doorgaan met Hallo Holten. Met voldoende donaties hopen we het magazine ook in de verdere toekomst te kunnen blijven maken.
Wij wensen je een heel prettige zomer toe. Heb je tips of suggesties voor de volgende editie? Laat het ons weten! Mail ons via info@halloholten.nl, of kom binnen bij een van onze bedrijven.
Tot ziens Holten, tot december!
Hallo Holten?
Volg ons via social media voor exclusieve foto’s van onze dorpsgenoten en nieuwtjes over de volgende editie.
/halloholten
/halloholten
Hallo Holten is een initiatief van André Heetkamp (Reclamemakers Holten), Hanneke Aaftink (Door Communicatie) en Jennita Stegeman (Karakter Fotografie). Het is een cadeau aan Holten. Een magazine dat we twee keer per jaar uitbrengen. Waarmee we de kracht en schoonheid van het dorp waar we wonen onder de aandacht willen brengen. En mensen een podium geven; gewoon omdat ze dat verdienen. En omdat het verhalen zijn die jij als Holtenaar niet wil missen!
Ben je enthousiast over dit magazine? En wil je graag dat we hiermee doorgaan? Dan kun je ons helpen door geld te doneren voor de productie van het volgende nummer (IBAN NL10 ABNA 0886 8241 41). Je bepaalt uiteraard zelf wat deze editie je waard is. Heb je een bedrijf? Dan kun je ook adverteren. Vraag ons gerust naar de mogelijkheden.
Alvast hartelijk dank!
Woonzorglocatie Diessenplas is al meer dan vijftig jaar een begrip in Holten. Een fijne plek waar ouderen zich thuis voelen en goede zorg altijd voorop staat. Willie Pekkeriet weet daar alles van. Al ruim veertig jaar zet ze zich in om bewoners een fijne tijd te bezorgen. Ze vertelt ons alles over vroeger, mooie momenten en veranderingen in de zorg.
Vanaf de lagere school wist Willie al dat ze met ouderen wilde werken. Dus ze ging ervoor en koos de opleiding tot verzorgingsassistente en liep stage bij de Diessenplas. Na het behalen van haar diploma ging ze op zoek naar een baan, maar dat was toen nog niet zo simpel. “Vroeger moest je echt solliciteren, terwijl je nu bijna overal zo aan de slag kunt, zeker in de zorg”, begint Willie.
“Gelukkig kon ik door een regeling van de gemeente Holten een jaar bij de Diessenplas werken. In die periode kwam er een vacature, waarop ik besloot te solliciteren. Dat ging niet zomaar; mijn afdelingshoofd zei dat ik een middag vrij moest nemen om me goed voor te bereiden”, herinnert ze zich. “De volgende dag kreeg ik goed nieuws: ik was aangenomen! Ik heb toen intern de opleiding Bejaardenverzorgende gevolgd.” En nu, ruim veertig jaar later, werkt ze er nog steeds met veel plezier.
Verandering
In de jaren dat Willie bij de Diessenplas werkt, heeft ze veel zien veranderen. “Vroeger was het echt een bejaardentehuis”, vertelt ze. “De bewoners hadden weinig zorg nodig. Ze woonden in een zit-slaapkamer en konden zichzelf grotendeels redden.” Ook het werk zag er toen heel anders uit. “We werkten ‘s ochtends met zeven personen op de hele locatie, nu werken er al zeven personen op één afdeling. Onze taken waren ook eenvoudiger: helpen met het aantrekken van kousen, wassen, bedden opmaken en samen spelletjes doen. We hielpen zelfs mee in de keuken en aten samen met de bewoners. Maar vanwege de hygiëneregels is dat veranderd.”
In haar lange carrière bij de Diessenplas heeft Willie veel meegemaakt. “We begonnen met twee teams op de begane grond, één team op de derde etage en één op de vierde etage. Na de verbouwing waren er minder kamers en dus ook minder bewoners. De vierde etage werd toen een verpleegunit, waar
ik vijftien jaar heb gewerkt. Nu werk ik al jaren in team 2. Wij werken op drie etages en verzorgen kortdurende opnames, waarbij sommige bewoners na een tijdje weer naar huis gaan of verhuizen naar een appartement of andere locatie. Dat zorgt voor veel afwisseling in het werk. Op deze afdeling heb ik ook zes jaar de planning voor het team verzorgd. Het verschil met vroeger is enorm, zowel in de uitstraling van de locatie als in de manier van werken.”
verzekeringen & hypotheken
Persoonlijk financieel en deskundig advies!
Daar staan we voor!
Wij helpen je graag met het kiezen van de juiste verzekeringen en hypotheek.
Bannink Verzekeringen en Hypotheken B.V.
Oude Deventerweg 23,7451 CM Holten
Verzekeringen t 0548 36 77 88
Hypotheken m 06 22 99 69 33
www.banninkverzekeringen.nl
info@banninkverzekeringen.nl
Wij zijn er
voor hypotheken, verzekeringen, pensioenen en bankzaken boksbeijer.nl
www.dewijnkamerholten.nl
Blijven ontwikkelen
In de afgelopen veertig jaar heeft Willie zich ook constant ontwikkeld door het volgen van opleidingen, bijscholingen en cursussen. “Ik heb de opleiding Verzorgende IG (Individuele Gezondheidszorg) afgerond en kan daardoor nu ook grotere medische handelingen uitvoeren, zoals het inbrengen van katheters en insuline spuiten. Als VIG’er bouw ik steeds meer kennis op en ga ik overal dieper op in. Tegenwoordig zijn er veel e-learnings en bijscholingen voor vaste medewerkers om kennis te onderhouden en nieuwe dingen te leren.”
Technologische veranderingen
Niet alleen de zorg en organisatie veranderden, ook de technologie maakte grote ontwikkelingen door. “Vroeger werkten we met een piepsysteem. Bij een oproep keken we op een bord waar het lampje brandde en liepen we naar die afdeling. Vervolgens zochten we de kamer waar het licht aan was. Soms liep je helemaal naar de vierde verdieping en zei een bewoner: ‘Zuster, ik verveel me’”, vertelt Willie lachend. “Alles deden we toen met de hand, zelfs het tillen van bewoners in bed. Nu hebben we allerlei hulpmiddelen. Het eerste wat je nu leert, is het bed op de juiste hoogte instellen om je lichaam te ontlasten. Ook hebben we een nieuw belsysteem, waarmee we direct met de bewoners kunnen communiceren. Zo weten we meteen wat er aan de hand is en kunnen we aangeven wanneer we komen.”
Mooie momenten
In die veertig jaar heeft Willie genoeg bijzondere momenten meegemaakt. “Eén ding herinner ik me nog goed. Er was een bewoonster die altijd een sinaasappel naar de directeur gooide, zodra hij binnenkwam”, lacht ze. “En in de beginjaren aten we met de kerstdagen ook gewoon samen met de bewoners. Iedereen zat in kerstkleding aan het diner, wij ook. Dat zijn van die momenten die je altijd bijblijven.”
Daarnaast heeft ze door de jaren heen ook veel mensen leren kennen en verzorgd. “Helaas hebben we ook van veel mensen weer afscheid moeten nemen”, vertelt ze. “We doen dat nu met alle medewerkers door middel van een uitgeleide samen met de familie. Zo nemen we passend afscheid van een bewoner.”
Meer dan zorg verlenen
Ook buiten de dagelijkse zorg bezorgen Willie en haar collega’s de bewoners een fijne tijd. “Ieder team organiseert jaarlijks een uitje voor de bewoners. Zo hebben we al eens een bezoek gebracht aan de Intratuin en zijn we vorig jaar naar De Pannekoekenbakker in Holten geweest. Het was ontzettend leuk, maar ook best vermoeiend.”
Naast haar werk bij de Diessenplas gaat Willie elke zomer mee met de cruise van de Zonnebloem. Dit initiatief biedt ouderen de kans om te genieten van een bootreis naar Duitsland of België. “Dit is een andere manier van zorg verlenen. De mensen zijn altijd vrolijk, omdat ze op vakantie zijn”, zegt Willie.
Toekomst
“Ik heb hier veel meegemaakt en werk hier nog steeds met plezier”, vertelt Willie. “De sfeer is altijd goed en daar geniet ik van. Niet alleen het dagelijks contact met de bewoners, maar ook de bijzondere momenten. Zoals de kerstdagen en de kerkdiensten. Die maken het werk speciaal. Bewoners zijn over het algemeen altijd blij dat je er bent. Dit geef ik leerlingen ook mee. Het belangrijkste advies is: ‘Als je mensen verzorgt, moet je denken: als ik daar lig, wat wil ik graag’. De zorg is een mooi beroep en ik ben dankbaar dat ik dat al meer dan veertig jaar mag uitvoeren.”
Hallo Jongeren
Jong geleerd is oud gedaan
- Door Emiel Baltussen | Fotografie Jennita Stegeman
In ons bedrijvige dorp kunnen jongeren kiezen uit veel verschillende ‘takken van sport’ voor hun bijbaantje. Wij spraken zes jongeren over hun eerste bijbaantje in Holten. Waarom zijn ze hier aan de slag gegaan? Van gezellige collega’s tot vervelende klusjes – ze vertellen het allemaal!
Liza Koopman (15), Bakkerij Nijkamp
“Momenteel werk ik bij Bakkerij Nijkamp, waar ik me vooral bezighoud met de afwas”, begint Liza. “Via een bekende hoorde ik destijds dat ze bij Nijkamp nog mensen zochten.”
Wat haar het meest bevalt aan het werk? “De gezelligheid. Je kunt er altijd lachen”, zegt ze met een glimlach. Maar soms is het ook flink aanpoten. “Vooral als het druk is, moet je echt even gas geven. Als ik dan alleen sta, kan het weleens veel worden. En dat is soms wat minder leuk.” Gelukkig heeft ze daar een oplossing voor. “Ik kan meestal wel inschatten wanneer het druk wordt, dus dan probeer ik alvast wat werk vooruit te doen.”
Meestal werkt ze alleen op zondag, omdat ze doordeweeks vaak laat uit school is. “Ik zou graag meer willen werken, want het is altijd gezellig. Maar helaas lukt het me nu nog niet om dat te combineren.”
Het werk bij Nijkamp heeft haar niet alleen een bijbaan opgeleverd, ze is ook socialer geworden. “Ik ga steeds meer met mensen praten, dat vind ik wel leuk!" Wat Liza later wil worden? Daar heeft ze wel ideeën over. “Muzikant of iets in het theater; dat lijkt me gaaf. Maar horeca lijkt me ook leuk en bij Nijkamp leer ik dat nu al een beetje.” Haar verdiende geld gaat dan ook vooral naar dingen die ze leuk vindt. “Concerten, daar geef ik het meeste aan uit! En af en toe iets leuks doen met vriendinnen natuurlijk!”
Koert Jongsma (15), Slagerij Demmer
“Ik ben Koert en ik werk bij slagerij Demmer in Holten”, begint Koert. “Ik ben hier komen werken via mijn zus, die toevallig ook bij deze slagerij werkt. Zij vertelde me dat ze nog mensen zochten, dus heb ik gevraagd of er nog een plekje voor mij was.” Wat vindt hij het leukste om te doen bij de slagerij? “Klanten helpen vind ik leuk, vooral als je leuke klanten hebt”, lacht Koert. “Bij Demmer heb je veel sociale contacten. Dat maakt het werk gezellig en afwisselend.”
“Waar mijn geld naartoe gaat? Ik haal weleens wat lekkers in het dorp tijdens de pauzes, maar het grootste deel geef ik toch uit op vakantie. Bijvoorbeeld aan leuke activiteiten. Zo ben ik laatst nog naar IJsland geweest!" vertelt hij enthousiast. “Ook spaar ik veel, niet voor iets specifieks. Ik kijk later wel.”
Naast het werk heeft Koert ook nog genoeg tijd voor andere dingen. “Mijn baantje is goed te combineren met school. Ik werk voornamelijk op zaterdag en af en toe op vrijdagmiddag, erg flexibel dus! Ik vind de hoeveelheid die ik nu werk prima. Zo houd ik ook tijd over voor hockey en school.”
Bij de slagerij leert hij veel verschillende dingen. “In het begin wist ik niet eens het verschil tussen een sukade en een biefstuk”, lacht hij. “Maar dat is nu wel anders!” Ook op sociaal vlak heeft hij zich ontwikkeld. “Contact leggen met klanten en ze op een leuke manier helpen; dat is iets waar ik echt in ben gegroeid.” En hoe ziet hij zijn toekomst? Koert denkt even na. “Wat ik later wil worden, dat weet ik nog niet precies. Niet per se slager, maar je weet natuurlijk nooit hoe het loopt!”
Vince Ganzeboom (15), autobedrijf Erik Huzen
“Hoe ik bij Huzen ben terechtgekomen? Mijn vader ging een keer samen met Erik naar Monster in Zuid-Holland. Erik vertelde mijn vader toen dat hij nog wel wat extra handjes kon gebruiken. Zo kwam het dat ik heb gesolliciteerd en vervolgens bij hem ben gaan werken.”
“Het leukste aan mijn werk vind ik het groepje collega’s waar ik mee werk. Dat zijn echt mijn type jongens en we kunnen goed met elkaar opschieten.” Zijn er dan ook nog dingen die Vince minder bevallen? “Nou, de wasstraatput leegscheppen. Dat is echt niet mijn ding.”
Hoe is het om een bijbaantje te combineren met werk, school en het sociale leven? “Dat gaat over het algemeen erg goed! Huzen is flexibel, wat super fijn is. Als mijn laatste uur op school bijvoorbeeld uitvalt, pak ik de fiets en ga ik daar aan de slag. Ik vind het altijd prettig om meer uren te maken, want dan kan ik wat extra geld verdienen. Ik werk wanneer ik kan, ook omdat Erik mijn trekker rijbewijs deels heeft gefinancierd. Op deze manier geef ik hem daar weer iets voor terug.”
Later wil Vince graag piloot worden. “Dat heeft weinig overlap met mijn bijbaantje bij Erik Huzen”, lacht hij. “Maar ik vind het wel heel leuk om er nu te werken!” Als we hem vragen wat het gekste is wat hij op zijn werk heeft meegemaakt, lacht hij opnieuw: “Nou, ooit heeft er wel eens iemand zijn behoefte gedaan voor de wasstraat. Dat hadden we nog niet eerder meegemaakt!”
Lance Lammertink (17), Natuurmuseum Holterberg
“Ik wilde graag een bijbaantje, maar vooral niet bij een supermarkt”, begint Lance lachend. “Ik kom uit Holten en vond het natuurmuseum altijd al interessant, iets wat ook werd gestimuleerd door mijn ouders. Dus ik ben op mijn veertiende ietwat brutaal gewoon naar binnen gestapt om te vragen of er werk voor me was. Inmiddels werk ik er al drie jaar!”
“Over het algemeen doe ik vooral baliewerk. Daar ontvang ik mensen en geef ik ze informatie over de Holterberg. Verder houd ik me bezig met het buitengedeelte van het natuurmuseum. Het leukste aan mijn werk is het contact met de bezoekers. Omdat je veel met andere mensen in gesprek bent, vertellen ze soms weleens iets over hun leven waar je van opkijkt. Ik was uit mezelf al sociaal, maar daarin ben ik dankzij dit werk nog sterker geworden. Ook denk ik dat ik wat verantwoordelijker ben geworden dankzij mijn werk.”
Zijn er dan ook dingen niet leuk? “Nou, vroeg opstaan is nooit leuk, maar de tijden zijn nog best wel te doen”, lacht Lance. “En nou ja, de wc schoonmaken is minder leuk, maar dat hoort er nou eenmaal bij.”
Leerzaam voor jong en oud
Waar geeft Lance zijn geld aan uit? “Ik spaar niet specifiek voor iets, maar sparen doe ik sowieso wel. Mijn vader belegt een deel voor mij. Verder geef ik het uit aan vakanties met vrienden, mijn rijbewijs en dat soort dingen. Ik werk bijna elke zondag, doordeweeks ga ik naar school. Vrijdag heb ik een vrije dag, dan spreek ik vaak met vrienden af. Op zaterdag voetbal ik bij V.V. Holten. Eigenlijk is het werk dus prima te combineren met mijn sociale leven! En in de vakanties werk ik graag zoveel mogelijk, vijf tot zes dagen per week”, aldus Lance.
Lance volgt nu de opleiding Marketing & Communicatie. “Maar waar ik beland, weet ik nog niet.” Hij sluit af met een oproep: “We proberen het natuurmuseum her en der te vernieuwen, maar het principe blijft nog steeds hetzelfde; het is een heel leerzame plek voor jong en oud. We kunnen je van alles en nog wat vertellen over de omgeving. Twijfel dus niet om eens bij ons binnen te stappen wanneer je op de Holterberg bent!”
Rose Janssen (16), Cafetaria ’t Klavertje
“Ik ben bij ’t Klavertje terechtgekomen, omdat ik was geslaagd voor mijn middelbare school en graag een bijbaantje wilde om de maanden daarna op te vullen”, begint Rose.
“Het hielp dat ik al wat ervaring had in de horeca, wat het werk makkelijker maakte. Daarnaast werken er veel vriendinnen van mij uit Dijkerhoek. Mede dankzij hun enthousiaste verhalen heb ik gesolliciteerd.”
“Het leukste aan het werken bij ’t Klavertje vind ik toch wel de omgang met alle mensen”, zegt Rose enthousiast. “Niet alleen met de klanten, maar ook met mijn collega’s. De gezellige sfeer maakt het werk erg leuk. Ook maak je af en toe bijzondere dingen mee, zoals dronken mensen aan de bar of vreemde bestellingen.” Is er dan ook nog iets minder leuk? “Ik heb nergens een hekel aan, maar de afwas sla ik liever over.”
Een flexibele werkgever
Hoe combineert Rose werk, studie en een sociaal leven? “Gelukkig stelt ‘t Klavertje zich heel flexibel op met werktijden, wat heel fijn is!” Lachend: “Zo kan ik na mijn werk op vrijdagavond bijvoorbeeld nog uitgaan.” Op de vraag wat ze met haar salaris doet, denkt Rose even na. “Ik spaar een deel, maar besteed ook geld aan kleding, leuke activiteiten met mijn vrienden en meer.”
Sinds ze bij ’t Klavertje werkt, merkt Rose dat ze veel socialer is geworden. “In een horecagelegenheid is het belangrijk om goed contact te kunnen leggen met mensen”, legt ze uit. “Ik heb echt gemerkt dat ik daar enorm in ben gegroeid.” Rose volgt nu de studie Marketing & Communicatie. “Ik weet nog niet helemaal zeker of dit echt de richting is waarmee ik later iets ga doen. Voor nu werk ik met heel veel plezier bij ’t Klavertje, maar ik hoef later geen cafetaria hoor”, sluit ze lachend af.
Luca van Zon (15), PLUS Léon Haanstra
“Ik ben toevallig bij de PLUS gaan werken, omdat een vriend van mij daar ook werkte en het leek me wel leuk”, begint Luca. “Ik vind het fijn om bij de PLUS te werken, omdat je eigenlijk altijd wel met iemand anders samenwerkt. Een nadeel is wel dat je vaak dezelfde taken uitvoert. Soms moet je bijvoorbeeld een lange tijd spiegelen en dat kan best eentonig zijn.”
Over de vraag waar hij zijn verdiende geld aan uitgeeft, denkt Luca even na. “Goeie vraag! Ik spaar eigenlijk best veel”, vertelt hij. “Ik ben niet iemand die snel geld uitgeeft aan kleding of zo. Ik zie het wel. Af en toe haal ik wat eten in een tussenuur op school, daar gaan mijn uitgaven vooral naartoe.”
Hij vervolgt: “Als je 15 bent, werk je ongeveer vier uur per week. Dat is niet zo veel, waardoor het makkelijk te combineren is met school en andere dingen.” Zou Luca liever meer of minder willen werken? “Misschien wat meer, maar dat kan pas als ik 16 ben”, zegt hij. Gaat alles dan altijd goed bij de PLUS? Luca lacht: “Nou, dat zeker niet! Op een dag regende het zó hard dat alle putten overstroomden. Er kwam zelfs water door het plafond en de hele winkel stond blank.”
“Ik denk dat ik ben gegroeid in de persoonlijke omgang. Er zijn vaak klanten die vragen waar iets ligt, en dan moet je natuurlijk wel een goed antwoord kunnen geven.” Over de toekomst is hij minder zeker. “Wat ik later wil worden? Dat weet ik nog niet, maar ik heb gelukkig nog tijd genoeg om daar over na te denken!”
Hallo Freddie Paalman
Welke Holtenaar kent Freddie Paalman niet? Of het nu gaat om een (tent)feest, carnaval of een ander evenement in de regio: Freddie is er te vinden met zijn camera. Met een grote glimlach en veel plezier zet hij iedereen op de foto. Maar dat is niet alles: ook voor al je weervragen kun je bij hem terecht. Als ‘weerman van Holten’ deelt hij dagelijks het weerbericht en zet hij zich al jarenlang in als vrijwilliger voor de Triathlon Holten. Maar wie is de man achter de camera en weerberichten? We gingen met hem in gesprek.
Freddie begint: “Oorspronkelijk kom ik uit Den Haag. Na een aantal jaren in een kindertehuis, kwam ik als zesjarig jongetje bij mijn pleegouders in Espelo terecht. Die jaren in het kindertehuis waren best heftig”, blikt Freddie terug. “Als klein, mager jongetje in een groot tehuis, waar allemaal kinderen stonden te wachten om in een pleeggezin terecht te komen, verschrikkelijk. Daarnaast liep ik qua ontwikkeling achter op de rest van mijn leeftijdsgenoten, want ik was nog nooit naar school geweest.”
Het fijne buitenleven
Het is fantastisch om te zien hoeveel mensen even stoppen om te kijken
“Uiteindelijk kwam ik in Espelo op een boerderij terecht, bij heel fijne pleegouders. In het begin had ik niks met dieren en was ik er zelfs bang voor. Totdat ik steeds meer ging meehelpen op de boerderij. Alles ging nog met paard en wagen, want trekkers waren er nog niet. Ik vond het mooi werk en vooral het buiten zijn beviel me erg goed”, vertelt hij. In het buitenleven is ook zijn passie voor het weer ontstaan: “Mijn opa hield zich daar vroeger ook al veel mee bezig. Hij keek vaak naar de lucht om te zien wat voor weer het werd, dat ben ik gaan nadoen. Ik vond het altijd al interessant dat de natuur tekenen geeft van wat er komen gaat. Op een gegeven moment hield ik op de thermometer aan de kippenschuur elke dag de temperatuur bij. Toen is het echt begonnen.”
Een heel leuke collega
Na zijn schooltijd ging Freddie aan de slag bij melkfabriek De Vrijheid in Holten en later bij vleesverwerker Enkco. Waar hij acht jaar lang diverse functies vervulde en niet weg te slaan was.
Kwam dat door het leuke werk of doordat hij daar zijn vrouw ontmoette? Freddie lacht: “Mijn vrouw heb ik leren kennen bij de Enkco, ze had dezelfde functie en was op een werkdag niet lekker geworden. Ze vroegen mij of ik haar naar huis wilde brengen. Toen heb ik een heel leuk gesprek gehad met haar en mijn toekomstige schoonmoeder. Niet veel later werd er een Enkco uitje georganiseerd. Vanaf die dag sloeg de vonk over. In 1983 zijn we getrouwd en nu zijn we inmiddels al meer dan 42 jaar samen.”
Passie voor het weer
Na zijn tijd bij Enkco kreeg Freddie fysieke klachten en zat hij een aantal jaren thuis. In die periode werd er door een natuurkundeleraar een weercursus georganiseerd. Freddie vertelt: “Mijn vrouw zei: ‘is dat niet wat voor jou?’ Zo ben ik daar naartoe gegaan en uiteindelijk geslaagd voor de cursus. Toen dacht ik; hier wil ik wel verder mee.” Vanuit zijn eigen ‘weerhut’; een vierkante hut met dak en allemaal jaloezieën, mat hij vanuit zijn achtertuin de temperaturen, luchtvochtigheid, regenval en noem maar op. “Tegenwoordig geef je dat allemaal digitaal door. Vroeger moest ik elke ochtend bellen en verslag doen over het weer, dat kwam dan vervolgens op Radio Oost. Ik heb dat 22 jaar lang gedaan. Nu geef ik nog steeds iedere dag de weersvoorspelling door voor het HoltensNieuws.”
Weerman van de Triathlon Holten
Ook kwam de Triathlon Holten op zijn pad. “Op een gegeven moment kreeg ik de vraag: ‘Zou je voor de Triathlon Holten de temperatuur van het water willen meten en in de gaten houden?’
Het gezelligste en leukste pannenkoekenrestaurant bij u in de buurt! Lekker genieten van een heerlijke pannenkoek voor jong en oud en lekker spelen in onze speelkelder!
250 soorten pannenkoeken:
Naast onze traditionele pannenkoeken
o.a.
• Beef teriyaki
• Carpaccio
• Div. pizza pannenkoeken
• Shoarma / Gyros
Apfelstrudel
Ook voor al uw allergieën of dieetwensen
Beleef onze gastvrijheid in het gezellige, sfeervolle restaurant, natuurlijk veilig én op gepaste afstand van elkaar. Wij maken er een fantastische beleving van voor iedereen!
Kom jij ook?
vacature alert meer info & solliciteren
sr. administratief medewerker finance innovator / controller &
De verbindende schakel tussen cijfers, slim werken en menselijk contact
Kasten op maat Vloeren Binnen- en buitendeuren Binnen- en buitenzonwering Horren Traprenovatie | | | | | Veilig wonen Besparend wonen Mooi wonen Buiten wonen Zelfstandig wonen Zorgeloos wonen | | | | |
Openingstijden:
Natuurlijk wilde ik dat! In 1997 ben ik daarmee begonnen en tot op de dag van vandaag doe ik dat nog steeds”, vertelt Freddie enthousiast. “In het begin werd er gezwommen in de Schipbeek bij Markelo. Tegenwoordig is de Domelaar de vaste locatie. Vanaf half mei begin ik met de wekelijkse metingen in de Domelaar, elke vrijdag tot aan de triatlonweek. In die week meten we twee keer per dag het water: om 12.00 en 17.00 uur, tot aan de start van de wedstrijd. Geweldig leuk om te doen.”
Fotografie
Naast het weer ontwikkelde Freddie nog een andere passie: fotografie. In 2003 begon hij met een eenvoudige camera, die later werd ingeruild voor de eerste digitale camera. Freddie: “Ik maakte steeds meer foto’s en kreeg steeds vaker de vraag of ik dit bij evenementen en feesten in de regio wilde doen. Samen met mijn vrouw maakte ik vervolgens een website en zo ontstond Fototeam Holten. Ik maak dan wel de foto’s, maar mijn vrouw is de drijvende kracht achter de website”, zegt Freddie trots.
Overal te vinden
Freddie is met zijn camera overal te vinden en een bekend gezicht op bijna elk feest of evenement in de regio. “Ik ben echt een mensenmens. Als fotograaf heb ik veel contact met mensen, vooral ook met de jeugd. Wanneer ik ergens ben, hoor ik vaak: ‘Hey Freddie, leuk dat je er weer bent!’ En soms willen ze zelfs met mij op de foto!”, vertelt hij lachend. “Iedereen vindt het prachtig dat ik de foto’s maak. Tijdens de feesten in Espelo, Dijkerhoek en de Keunefeesten ben ik er elke dag bij. Dan is het: foto’s maken – foto’s online zetten –slapen – en weer door. Het hele weekend datzelfde riedeltje.
Maar ik geniet ervan. En de mensen die ik op de foto zet ook! Daarnaast blijf je er jong bij”, zegt hij met een knipoog. “Ondanks mijn pensioengerechtigde leeftijd ben ik geen man om thuis te zitten.”
Naast evenementen gaat Freddie ook vaak op pad in de natuur met zijn camera. Bijvoorbeeld om mooie zonsondergangen te fotograferen vanaf de Holterberg. En stilzitten? Dat is zoals gezegd niks voor hem. Drie dagen per week werkt hij nog in de keuken van het Fletcher Hotel in Rijssen. “Dat vind ik geweldig om te doen. Tussen de mensen voel ik me echt als een vis in het water.”
Koninklijke onderscheiding
In 2012 werd nog maar eens duidelijk hoe geliefd en betrokken Freddie is: hij kreeg een koninklijke onderscheiding uit handen van toenmalig burgemeester Arco Hofland. Freddie: “Ik wist van niks. Ze zeiden dat ze iemand nodig hadden om foto’s te maken, maar ik moest wel iets netter gekleed dan normaal. Toen kreeg ik ineens zelf een lintje.” Freddie werd onder andere onderscheiden, omdat hij bijna 45 jaar lang mantelzorger is geweest voor Tine Boode, zijn toenmalige buurvrouw uit Espelo. Daarnaast hielp hij vijftien jaar lang achter de schermen bij de toneelvereniging, deed hij bijna zeventien jaar vrijwilligerswerk bij de lokale omroep van Rijssen-Holten én stelt hij al zijn foto’s tot op de dag van vandaag altijd gratis beschikbaar voor iedereen. “Het was echt een kippenvelmoment. Normaal sta ik achter de camera en dan sta je ineens zelf letterlijk in the picture. Eén van de hoogtepunten van mijn leven”, sluit Freddie enthousiast af.
Hallo Aloys en Gerrie Meulenbroek
Natuurinclusief wonen:
Tegen de provinciale weg N322 en de snelweg A1 ligt, verscholen in het groen, de bijzondere woonlocatie van Gerrie en Aloys Meulenbroek. Als ‘bedenker en bouwer’ van het ecohuis met het groene glooiende ventilatiedak - voortgekomen uit zijn zorg om de natuur - is Aloys inmiddels 'bijna' een bekende Holtenaar. Zijn ‘levenswerk’ vormt naar eigen zeggen een waardevol alternatief om te bouwen op plekken, waar je eigenlijk niet kunt wonen in een traditionele woning. De natuur zoveel mogelijk intact laten is een ambitie, die hem op zijn lijf geschreven is. In een gesprek - op deze schitterende plek - praten we over een comfortabel binnenklimaat, een goede gezondheid en wat wonen in én onder het groen zo bijzonder maakt.
- Door Marieke Pross en Emiel Baltussen Fotografie Jennita Stegeman
De rondleiding over het terrein laat de liefde voor natuur overal om ons heen zien; er groeit en bloeit van alles en je hoort de kwetterende vogels. Te midden van al dat natuurschoon en een grote traditionele boerderij, verrijzen drie natuurdaken. Onder één van deze daken wonen en slapen Aloys en Gerrie. Vanaf de groene top van zijn eigen ecohuis vertelt Aloys over zijn bewuste keuzes bij de inpassing van zijn ontwerp in z’n natuurlijke omgeving: “Het ontwerpen van deze huisjes sluit zoveel mogelijk aan op het maaiveld. Het huis heeft één gevel die vanuit het maaiveld oprijst. De achtergevel is er eigenlijk niet; het dak reikt tot de grond en is één met de omringende natuur. Zo draagt dit huis een steentje bij aan de biodiversiteit. Hij lacht: “Als je echte natuur wilt, dan moet je er met je vingers niet teveel aankomen, dat is soms nog steeds een gevecht met mijn vrouw.”
Het ontstaan
Beneden bij de ‘entree’ is er een eenvoudige buitenkeuken gesitueerd, waar nog een pan op het houtvuur staat te pruttelen. De kwieke Gerrie in haar dialect: “Kiek, en doar is ok nog ’n veldoaven, woar ie van alles in bakt zoas brôd.” Zij is met haar 89 jaar nog steeds in goede gezondheid.
“Ik heb hier nooit griep gehad.” En dat vormt meteen een mooi bruggetje naar het gedachtegoed van Aloys, die onder andere als civiel ingenieur in de jaren ‘90 in Mali werkte aan het tegengaan van de oprukkende Sahara. Hij licht dit binnen aan de keukentafel verder toe: “Er waren daar uitgestrekte heuvelpartijen waar de vruchtbare bovenlaag was weg geërodeerd door een te intensief landbouwgebruik. Eenmaal terug in Nederland was ik sterk getriggerd door de relatie tussen landschaps- en klimaatverandering.” Maar de – zoals dat in vaktaal heet - hydrologische principes van Aloys gaan verder. “Om de gevolgen van verstedelijking, in mijn ogen een vorm van verwoestijning, tegen te gaan, ben ik in 1992 begonnen met de ontwikkeling van het ventilerende grasdak.” Daardoor is het zogenoemde Stevelink-dak (red. een verwijzing naar zijn oorspronkelijke geboortenaam) ontstaan, groen en waterbewust.
Zijn technische kennis combineert hij met de praktijk, gewoon door te doen. Zoals zijn zelf bedachte damwandconstructie. Hiermee reguleert hij de waterhuishouding op het dak van zijn natuurhuisjes. “Door het rubber op een bepaalde
manier te plaatsen is er een dubbele waterdichting gecreëerd. Het is daarom een goede buffer en is hartstikke sterk. Het grasdak heeft bovendien nog een belangrijk effect; de geluidswerendheid. Je hoort hier binnen het geluid van het verkeer niet.”
Optimaal ventileren
En dan is er nog het principe ‘zwakke ventilatie’. Een bekende term in de bouw, waar Aloys de kwaliteiten van ziet, en die hij op zijn eigen wijze in de praktijk heeft gebracht. Hij legt uit: “Via verdringingsventilatie verlaat vervuilde lucht, inclusief virusdeeltjes, ons huis via openingen van het geventileerde dak. We hebben onderin een ventilatiekoker gemaakt die over dwars van de ene naar de andere gevel loopt. De verse lucht wordt binnen opgewarmd en stijgt op. Een venturi-opening bij het hoogste punt van het gebogen dak zorgt dat altijd lucht wordt afgezogen, ongeacht de windrichting.” En zo ontstaat volgens Aloys een aangenaam en gezond binnenklimaat: “Het is een hele andere vorm van ventileren. Het dikke pakket aarde, doorgroeit met wortels op het groene hellend dak, met onder de voet een ventilatiekoker, doen het belangrijkste werk
om de temperatuur binnen stabiel te houden. Op deze manier is er geen tocht.”
De proef op de som
In het kader van een onderzoek slapen en wonen Aloys en Gerrie nu een aantal weken in hun ‘groene’ huis. Een effectieve manier om het gedachtegoed van Aloys, leven met en volgens de principes van de natuur, op ware schaal te demonstreren. Hij zegt: “We hebben geen ingewikkeld klimaatsysteem en daardoor is deze manier van ventileren een schoolvoorbeeld voor installatiearm bouwen. Met 'eerst weten, dan pas meten' kunnen we in de praktijk laten zien dat dit systeem ook werkt als het huis bewoonbaar is.” De feitelijke data worden vastgelegd met op – strategisch - plekken geplaatste meetapparatuur. Aloys is blij met deze uitdagende locatie. “Hier kan ik laten zien wat men met deze natuurlijke bouwwijze kan. Daar heb ik zo’n 25 jaar aan gewerkt. We kunnen zelf ervaren wat zo’n huis presteert.”
En zijn ambities voor de toekomst? Hij kijkt peinzend voor zich uit en vertelt dan: “Ik zou graag iemand die mijn visie deelt willen begeleiden. Dat diegene het stokje overneemt en mijn gedachtegoed kan overbrengen, ook met het oog op de toekomstige ruimtelijke uitdagingen en de toenemende woningnood.” Het zou een mooie manier zijn om zijn gedegen kennis en ideeën door te geven, gedragen door een nieuwe generatie die zijn passie deelt. Aloys: “Het fundament is gelegd; nu is het tijd om verder te bouwen.”
Hier kan ik laten zien wat men met deze natuurlijke bouwwijze kan
Bij vertrek verdwijnt Aloys in het struikgewas op zijn erf, om er even later een prachtig gekleurd boeket bloemen uit tevoorschijn te voren. “Ach; het zijn allemaal geen uitvindingen, het zijn de vindingen die je doet.” En daarmee weet hij zijn verhaal treffend af te sluiten.
Hallo Avond4Daagse Holten
In de week tussen Hemelvaart en Pinksteren is het vaste prik in Holten: de Avond4Daagse. Al sinds 2014 wandelen jong en oud vier avonden lang door het dorp en de omliggende natuur. Wat begon als een kleinschalig initiatief is inmiddels uitgegroeid tot een groot evenement met jaarlijks meer dan duizend deelnemers, die met muziek, lekkernijen en verrassingen onderweg vier sportieve en gezellige dagen beleven. Tijd om met de organisatie in gesprek te gaan.
- Door Sandra Stevens | Fotografie Math Willems
Al vanaf het eerste uur zijn Alfred Vermeul, Ingrid Nijkamp en Edwin Blom betrokken bij de Avond4Daagse. Alfred houdt het algeheel overzicht en verzorgt het materiaal, Ingrid verzorgt de horeca en vrijwilligerspakketten en Edwin is verantwoordelijk voor de administratie.
In de loop der jaren groeide de organisatie met het evenement mee. Brenda Vermeul (voorzitter) verzorgt de inschrijvingen en mailwisseling, Gerrie Poppe en Birgit Grobben zetten ieder jaar de routes en activiteiten uit en Karine Leemans werft sponsoren. “Daarnaast zorgen we samen voor voldoende vrijwilligers”, begint Alfred. “Na al die jaren weet iedereen precies wat hij of zij moet doen. We zijn eigenlijk een goed geoliede machine. We vergaderen regelmatig om de voortgang te bespreken. De Avond4Daagse draait om meer dan wandelen alleen. We vinden het ook belangrijk dat de wandelaars onderweg genieten. Het geheel moet verbinden.”
Vrijwilligers maken het verschil
Zonder vrijwilligers geen Avond4Daagse: achter de schermen draait alles namelijk op behulpzame vrijwilligers. Maanden voor het startsein worden vergunningen geregeld, routes uitgestippeld, inschrijvingen voorbereid en materialen verzameld. In de laatste weken voor het evenement vullen vrijwilligers honderden ‘starterstassen’ en bouwen ze het terrein op.
Ook tijdens de wandelavonden zijn de vrijwilligers onmisbaar. Ze verwelkomen deelnemers, bemannen stempelposten, delen
drinken uit en zorgen dat iedereen veilig en met een glimlach zijn weg vindt. En na afloop? Dan ruimen ze alles weer op. Vier dagen lang staan zij paraat – alleen maar om anderen een onvergetelijke ervaring te bezorgen.
De wandelroutes worden ieder jaar met zorg uitgezet door Gerrie en Birgit. “Er zijn twee afstanden: 4 tot 6 kilometer en 8 tot 10 kilometer”, vertelt Birgit. “We proberen altijd iets verrassends toe te voegen.” Gerrie vult aan: “We vinden het belangrijk dat mensen enthousiast blijven. We wandelen de routes vooraf vaak zelf en passen ze aan wanneer dat nodig is. Zo proberen we het fris te houden.”
Onderweg is er tijdens het wandelen van alles te beleven. Een muziekgroep, een versierde boog, een fruit- of ranjakraam: de routes worden aangekleed met hulp van lokale ondernemers en verenigingen. “We vragen vaak aan verenigingen en ondernemers hoe ze willen bijdragen: waar krijgen zij energie van? Vaak komen ze met leuke ideeën. En dan bouwen wij daar weer een route eromheen. Heel erg leuk om zo’n route dan langzaam vorm te zien krijgen”, legt Gerrie uit.
Tijdens de week van de Avond4Daagse is de organisatie er elke dag: van het uitzetten van routes tot het opbouwen van de starten finishplek op de Smidsbelt. “Overdag zijn we druk bezig met alles in gereedheid brengen”, vertelt Alfred. “En ’s avonds checken we of alles soepel verloopt”, vult Gerrie aan. “Het is prachtig om te zien hoe iedereen geniet van deze vier avonden.”
Ook zin in een zonvakantie?
Ga goed voorbereid op reis!
Controleer vooraf uw paspoort of ID-kaart:
Niet meer geldig? Maak een afspraak en vraag op tijd een nieuwe aan.
Kijk vooraf wat u nodig heeft voor uw afspraak.
Uw paspoort of ID-kaart ligt 5 werkdagen na uw aanvraag voor u klaar.
Geniet zonder zorgen van een heerlijke reis.
Alles wat u moet weten over het aanvragen van een nieuw paspoort of een nieuwe ID-kaart vindt u via www.rijssen-holten.nl/reisdocumenten of de QR-code hiernaast.
Happen & stappen op woensdag
Op woensdagavond is er een speciaal programma voor ondernemers: Happen & Stappen. Een smakelijke route waarbij deelnemers langs diverse horecazaken kleine hapjes krijgen. Marieke Thiele en Anne Poppe verzorgen het programma. “Het is elk jaar een groot succes”, zegt Ingrid. “Laagdrempelig, gezellig en goed voor de lokale verbinding.”
De finish op donderdagavond is ieder jaar het hoogtepunt. Met muziek en applaus worden wandelaars op de Smidsbelt onthaald. Daar krijgen ze hun medaille als aandenken. “Dat moment is goud waard”, zegt Brenda “De glimlach op de gezichten, jong en oud – daar doen we het allemaal voor.”
Samen sterk met sponsoren
“Samen met alle sponsoren zorgen we voor een mooi, sportief evenement in Holten”, vertelt Karine trots. “Dankzij hun bijdrage kunnen we de Avond4Daagse organiseren zoals we dat graag willen”, vult Alfred aan. “Onze hoofdsponsoren HoltenExtra,
Reclamemakers en Reggeborgh zijn er al vanaf het begin bij. Onlangs hebben we de samenwerking opnieuw bevestigd. Dankzij hun steun én die van onze co-sponsoren en vrienden, kunnen we dit evenement blijven organiseren zoals we dat willen: goed geregeld en toegankelijk voor iedereen.”
De organisatie zoekt versterking! Om de Avond4Daagse ook in de toekomst mogelijk te maken, zoeken ze nieuwe bestuursleden. “Na tien edities georganiseerd te hebben, willen we zelf graag eens meewandelen.” Lijkt het je leuk om mee te denken en te organiseren? Er zijn verschillende functies, dus er is altijd een rol die bij je past! Stuur een e-mail naar info@avond4daagseholten.nl en ontdek wat jij kunt betekenen.
Aan de Noordenbergstraat, 5 meter onder de grond, ligt een bijzonder stukje Holtense geschiedenis. Achter een onopvallende garagedeur daal je via een betonnen trap af naar een bunker. De toegang tot de bunker is vergrendeld met twee zware deuren. Deze zijn bol van binnen, hol van buiten en ontworpen om de druk van een explosie op te vangen. Hier bevond zich tijdens de Koude Oorlog het commandocentrum van het Provinciaal Commando Bescherming Bevolking (BB) van Overijssel. Tegenwoordig beter bekend als de brandweer en het Rode Kruis, maar vroeger was de BB een belangrijke schakel in de bescherming van de bevolking tegen nucleaire, biologische en chemische dreiging.
In de aanloop naar de herdenking van tachtig jaar bevrijding in Holten op 8 april ontstond het idee om de bunker tijdelijk open te stellen voor het publiek. Dianne Pas, die al meer dan twintig jaar betrokken is bij het comité Herdenkingen Rijssen, vertelt: “Voor het comité mochten Johan Nijeboer en ik een uitje organiseren. Johan had één grote wens: de bunker in Holten bezoeken. Hij heeft wel vijf keer aangebeld bij Gerrit Haverslag, de eigenaar, tot hij eindelijk thuis was. Gerrit gaf toestemming, en het comité ging op pad!” Helaas kon Johan er die dag niet bij zijn. “Toen ik eenmaal binnen stond, begreep ik meteen waarom hij hier graag heen wilde. En ik dacht: ‘Wat zonde dat niet meer mensen dit zien.’” Zo ontstond het plan om tijdens de herdenkingen in april rondleidingen te organiseren. Er werd een tweede bezoek gepland, deze keer met Johan. “Na afloop stelden we Gerrit dé vraag: ‘Zou je tijdens de herdenking nog een paar keer de bunker willen open stellen voor bezoekers?’” Gerrit was akkoord, op één voorwaarde: Dianne en Johan moesten de rondleidingen geven.
Een stap terug in de tijd
Wanneer je de trap afdaalt, merk je al snel dat er in de bunker nauwelijks iets veranderd is. Binnen oogt alles alsof het gisteren nog in gebruik was. Er is sinds die tijd niet eens een likje verf overheen geweest. Dianne vertelt: “Na een nucleaire aanval moesten mensen hun kleding achterlaten in een stortkoker achter een stalen deur. Daarna liepen ze in hun
ondergoed door een gang naar een gassluis om te douchen met jodium. Men dacht toen nog dat dat hielp tegen straling.” De bunker beslaat zo’n 430 vierkante meter en is gebouwd om 21 dagen in te overleven. Er konden 24 mensen verblijven, met een aparte kamer voor de provinciale commandant.
Gerrit, de eigenaar, vertelt: “De basisvoorzieningen waren hier allemaal aanwezig. Er stond een aggregaat die genoeg stroom kon leveren voor een kleine woonwijk. Was de diesel op? Dan moest je op de trapfiets.” Dianne wijst naar een telex en een set kaarten: “Hier werd geluisterd naar inkomende berichten. Alles wat je ziet, is nog origineel: de apparatuur, kaarten en documenten.” Op de muren staan nog een geheim militair wegennet en een rekensysteem om in te schatten hoe lang het duurt voordat een nucleaire wolk een bepaalde plek bereikt.
“Bijvoorbeeld: vier uur tot Holten. En als het écht misging?
Dan was er nog een nooduitgang waar je via klimijzers aan de muur naar boven kon klimmen.”
Verborgen commandocentrum
De bunker werd gebouwd in de tijd van de Koude Oorlog, vanwege de spanning tussen het Oosten en het Westen. De bunker was geen schuilplek, zoals vaak wordt gedacht, maar een commandopost voor burgerbescherming. Gerrit legt uit: “Van hieruit werden evacuaties gecoördineerd en meldingen van radioactiviteit verwerkt. Zo konden we zelfs waarnemen dat de wolk van Tsjernobyl langs Holten trok.
Toen moesten we de ramen dichthouden. Ook bij een chemische of biologische aanval, bijvoorbeeld toen het drinkwater in België vergiftigd werd, kwam er een melding binnen.”
Dianne vult aan: “Wat bezoekers vaak het meest verbaast, is de omvang. Maar liefst 430 vierkante meter, helemaal origineel. En dat willen we ook zo houden. Het moet geen museum worden. Juist die puurheid is wat de bunker zo mooi maakt.”
Gerrit vertelt: “Toen ik het perceel kocht, met de bunker eronder, wist ik niet met zekerheid of er een huis op mocht. Het was vooral een gepuzzel of de bunker het huis wel kon dragen. Maar nu leer ik er steeds meer over, juist door de mensen die hier komen. Het is niet waarom ik het kocht, maar het is wel bijzonder.”
Dianne raakt steeds opnieuw gefascineerd door de plek. “Wat ik zo bijzonder vind, is dat je er gewoon langsfietst zonder iets te vermoeden. Gewoon een alledaagse woonwijk. En dan ineens ga je een trap af en beland je in een compleet andere wereld. Het is haast mystiek. Een parel, middenin Holten.” Waar komt haar interesse vandaan? “Ik zit al ruim twintig jaar met veel plezier in het herdenkingscomité. Geschiedenis en oorlog zijn altijd mijn passie geweest. Mijn ouders waren oorlogskinderen en maakten de razzia’s mee. En met mijn man en kinderen heb ik veel historisch relevante plekken bezocht, zoals Normandië. Mijn man is overleden, maar ik weet zeker dat hij apetrots zou zijn als hij wist dat ik dit nu deed.” Over haar band met Gerrit en zijn vrouw Rita zegt ze: “Ik voel me inmiddels kind aan huis.”
De geschiedenis leeft voort
Op 26 maart vond een try-out met twee bezoekersgroepen uit Holten en Rijssen plaats. “Het was de bedoeling om Gerrit zoveel mogelijk te ontlasten”, vertelt Dianne. Gerrit lacht: “Maar uiteindelijk heb ik toch twee rondes zelf gedaan. De reacties waren ontzettend enthousiast. Voor mij was het ook leerzaam. Ik hoor zelf nog steeds nieuwe verhalen van bezoekers. Iemand van zeventig vertelde dat hij er nog bij was toen de bunker werd gebouwd. Er was een gigantisch gat gegraven, daar ging beton in, en daarna werd alles afgedekt met zand. Je zag er niets meer van.”
Er staan inmiddels mensen op een wachtlijst voor een bezoek
Er is nog veel onduidelijk wat betreft de toekomst van de bunker. Dianne: “Er staan inmiddels mensen op een wachtlijst voor een bezoek, maar wat er precies met de bunker gaat gebeuren, weten we nog niet. Maar dat hij behouden moet blijven, daarover is iedereen het eens.” Gerrit vult aan: “Vooral jongeren moeten weten wat er speelde in de tijd van de Koude Oorlog. Dienstplicht en angst voor een aanval waren ingrijpende thema’s waar je je nu bijna geen voorstelling meer van kunt maken. Maar dit is pure geschiedenis. Juist omdat hier alles nog precies is zoals het was, kun je dat verhaal tastbaar en indrukwekkend vertellen.”
Hallo Voedsel Noabers
(H)eerlijk eten zonder omwegen. Gezonde, pure en lekkere producten, rechtstreeks van makers uit de buurt en voor een eerlijke prijs. Dat is waar het bij Voedsel Noabers Holten, een enthousiaste groep inwoners uit ons dorp, om draait. Voedsel Noabers organiseert wekelijks de inkoop, het ophalen en het verdelen van lokale producten. We spraken met initiatiefnemers Dini Aalpol en Wendy Bronsvoort over de werkwijze, hun drijfveren en vooral: de smaak van écht lokaal voedsel.
Het idee voor een lokale voedselgroep ontstond bij een workshop van Voedselcoöperatie Autark in Broekland. Dini begint: “In augustus 2020 heb ik daar een workshop gevolgd en het idee van een lokale voedselgroep liet me niet meer los. Ik wilde kijken of er in Holten ook interesse was. Die belangstelling bleek er zeker te zijn.”
In oktober 2021 kwam een groepje geïnteresseerden voor het eerst bij elkaar. “Rieks, een van onze leden, had zich spontaan aangemeld voor Voedsel Noabers. Niemand kende elkaar nog, maar het klikte meteen”, herinnert Dini zich. Ook Wendy raakte enthousiast: “Ik hoorde over het initiatief en dacht meteen: ‘Wat een gaaf idee, mag ik een keer meekijken?’ We gingen met een groepje naar Melk van Moatman in Dijkerhoek. We wilden daar graag verse melk kopen, maar het vervoer daarvan bleek niet toegestaan. Arno zei toen: ‘Jullie mogen hier wel in de schuur beginnen’. En zo is het avontuur van Voedsel Noabers daar echt van start gegaan.” Ondertussen heeft Voedsel Noabers twee ophaalpunten: Dijkerhoek en Holten centrum.
Zaterdagochtend: ophalen, koffie en contact Binnen het systeem van Voedsel Noabers worden de leveranciers ‘makers’ genoemd, en de leden ‘opmakers’. De makers zorgen wekelijks voor een actueel aanbod in de webshop. Op zaterdagochtend worden de bestellingen bij de makers opgehaald, gesorteerd en verdeeld door de opmakers. Dini legt uit hoe het werkt: “Iedereen mag bestellen wat hij of zij wil, of juist niet. Het is helemaal vrijblijvend. De makers kunnen de bestellingen printen en klaarzetten. Eén van de opmakers haalt de producten op en daarna worden ze verdeeld onder de rest van de opmakers. Er zijn geen tussenpersonen, het geld gaat rechtstreeks naar de maker.” Dat is ook de kern van de Voedsel Noabers: zorgen dat de makers een eerlijke prijs krijgen voor hun producten.
Wendy vindt het belangrijk dat het initiatief laagdrempelig en praktisch blijft. “Daarom komen we op zaterdagochtend bij elkaar om de bestellingen te verdelen. Vaak gaat er
een appje rond: ‘De bestelling staat klaar!’ Dan komen de opmakers langs en drinken we gezellig een kop koffie.”
Juist die zaterdagochtenden zorgen voor meer verbinding dan simpelweg boodschappen doen in de winkel. Ook het ophaalpunt speelt mee. Zo komt de groep Centrum bijeen in de schuur van KDV de Vossebelt. Dini vertelt: “Er ontstaan tijdens die koffiemomenten vaak gesprekken over het voedsel of andere gedeelde interesses. Het is meer dan alleen boodschappen doen: het is sociaal en coöperatief.” En als je zelf een keer niet kunt ophalen? Dan brengt een andere opmaker de bestelling gewoon even bij je langs!
Wekelijks vers fruit en noten
Scan de code en solliciteer direct!
Scan de code en solliciteer direct!
VRAAG NU EEN GRATIS PROEFPAKKET AAN!
info@arbeidsvitamientjes.nl arbeidsvitamientjes.nl
Jij richt je op je bedrijf — wij op de cijfers.
Advire – jouw partner in administratie en belastingzaken.
Van administratie tot aangifte en advies: wij regelen het voor je.
Advire Advies & Administratie
Henk Jan Aanstoot
Schreursweg 8, 7451 RG Holten
T 06 – 2060 1112
E info@advire.nl
Van vergeten groente tot koeientong
Het aanbod van Voedsel Noabers is divers en altijd in beweging. Wendy vertelt: “Soms zie je aardperen, pastinaak of zoete aardappel staan. Producten die ik nog nooit had gegeten. Je leert dus echt wat er op dat moment uit de grond komt. En het leuke is: thuis zijn de reacties vaak positief. Als ik iets nieuws op tafel zet, hoor ik vaak: ‘Het is wel te doen’, dat betekent dat het vaker mag”, grapt ze. Dini vult aan: “Iedere maker heeft zijn eigen product en specialiteit, ze helpen elkaar en verkopen ook producten van andere makers uit de omgeving. Er is geen sprake van concurrentie, de makers ondersteunen elkaar juist. Groenten zijn voor veel leden belangrijk. We zijn dan ook blij dat we kunnen bestellen bij biologische tuinders, zoals ’t Vreebroek. In een andere coöperatie zit bijvoorbeeld een maker van rundvlees die normaal alleen aan luxe restaurants levert. Of honing uit Bathmen, helemaal met de hand geoogst en niet machinaal bewerkt.” En als de oogst goed is; bonen, sla en andijvie uit de moestuin van een zorgboerderij.
En proef je dat verschil? “Zeker!”, zegt Wendy. “De zuivel smaakt echt anders en groenten die net van het land komen, zijn veel smaakvoller.” Dini noemt een mooi voorbeeld: “Chips uit de Achterhoek! Die smaken nog echt naar aardappel.” Het aanbod is bovendien heel gevarieerd. Met soms zelfs bijzondere delen van het dier, zoals koeientong. “Dat vind je niet in de supermarkt”, zegt Dini. En het mooie is: zo wordt er ook niks weggegooid!
De makers achter het product
De visie achter Voedsel Noabers is helder: het draait om de korte keten en duurzaamheid. Dini legt uit: “Minder transport en minder schakels. Een biologisch keurmerk is voor ons geen vereiste. Zolang producten op een verantwoorde manier worden gemaakt en de maker daar transparant over is, zijn ze welkom in het aanbod. We willen graag zien en horen hoe iemand werkt.”
Dat directe contact met de makers is precies wat het verschil maakt. “Je weet waar je eten vandaan komt”, zegt Wendy. “Je spreekt de varkensboer, je neemt een kijkje in de stal en dat geeft vertrouwen. Je ziet met eigen ogen hoe je eten wordt gemaakt. In de supermarkt moet je enorm je best doen om te achterhalen waar je eten vandaan komt. Bij Voedsel Noabers weet je het gewoon zeker, want je kent de mensen achter het product.”
Dini knikt instemmend: “Het komt allemaal veel dichterbij. Het initiatief ontstond in een tijd waarin er veel polarisatie was rondom de landbouw. Via Voedsel Noabers krijgen boeren de kans om hun keuzes toe te lichten. Iedereen heeft wel een mening over bijvoorbeeld bestrijdingsmiddelen, maar als je hoort waarom een boer ergens voor kiest, ontstaat er begrip.”
Van idealen naar actie
Wendy vertelt waarom ze zich aansloot bij Voedsel Noabers: “Tijdens de dierziektecrises werd duidelijk hoe slecht dieren soms worden behandeld en hoeveel er wordt gesleept met vee over de hele wereld. Dat raakte me enorm. Ik kom zelf van een boerderij, en vroeg me af: ‘Wat kan ik persoonlijk doen?’ Ik zie Voedsel Noabers als een praktische manier om daar iets aan te doen. Door te kijken wat er lokaal beschikbaar is en welk
deel van mijn bord uit de directe omgeving kan komen.” Dini deelt deze motivatie. “En het is ook gewoon heel lekker”, voegt ze er met een glimlach aan toe. “Ik ben ook opgegroeid op een boerderij, met een moestuin waar we uit konden eten. Dat voelde als een enorme rijkdom. Zo kreeg ik van mijn buurvrouw in Apeldoorn een biologisch groentepakket en dat zette me aan het denken. Daarna ben ik gaan kijken bij andere groepen, deels uit interesse en deels omdat ik die verse groente zó lekker vond.”
De discussie over landbouw en stikstof was voor Dini uiteindelijk de aanzet om echt in actie te komen. “Ik hoorde steeds meer over de protesten. Boeren worden door de media soms in een kwaad daglicht gesteld. Ik wilde iets doen om een ander beeld te laten zien. Het is niet alleen waardering voor de makers, maar ook het besef dat hun kennis over bodem, dieren en teelten behouden moet blijven. Daarmee behoud je ook de verbinding met de herkomst van je eten. Dáár wil ik aan bijdragen.” Wendy sluit af: “Het is een stukje verbinding en waardering voor de makers die dat aan hun omgeving geven. Laten we het lokaal houden en onze boeren een kans geven!”
Houd je ook van gezond, eerlijk en vooral lekker eten?
En lijkt het je leuk om je aan te sluiten als opmaker en/ of maker bij Voedsel Noabers Holten? Dat kan! Kijk voor meer informatie op de website voedselcoop.eu/holten en stuur gerust een mailtje naar: voedselnoabersholten@gmail.com.
Hallo redactie
Als je dit leest, heb je hem in je handen: de tiende editie van Hallo Holten! Een bijzonder jubileum. In 2020 was het nog maar een idee: een Holtens magazine, vol met bijzondere verhalen over ons mooie dorp en haar inwoners. Inmiddels brengen we al meer dan vier jaar lang de kracht en schoonheid van Holten onder de aandacht.
- Fotografie Martin Podt
Vanwege de oplopende kosten hebben we in Holten een enquête verspreid om jou als lezer te vragen naar je mening over Hallo Holten. We kregen veel positieve reacties. Velen gaven ook aan dat ze graag willen betalen voor het magazine.
Wij gaan door
Op basis van de enquête hebben we besloten om in ieder geval nog twee nummers uit te brengen. Deze worden, net als de afgelopen nummers, huis-aan-huis bezorgd in heel Holten. Met sponsoring van Holtense ondernemers en in de hoop dat zoveel mogelijk ontvangers van het magazine doneren via de QR-code, denken we de toekomst van Hallo Holten voorlopig veilig te stellen.
In totaal 300 arbeidsuren per nummer
Waar zitten de kosten van het magazine nou precies in? Daarover geven we graag nog even een uitleg. Eén editie van Hallo Holten kost de initiatiefnemers (Door Communicatie, Reclamemakers, Karakter Fotografie) bij elkaar zo’n 300 uur.
Direct na het verschijnen van een editie start de redactie alweer met de volgende. We plannen een redactievergadering om ideeën uit te wisselen en de definitieve onderwerpen te bepalen. Na deze redactievergadering nemen we contact op met de Holtenaren die we willen interviewen. We maken een afspraak en nemen vervolgens het interview af. Daarna werken we het interview uit tot een lekker leesbare tekst. Alle verhalen stemmen we af met de geïnterviewden: we zijn pas tevreden als zij dat ook zijn!
Ondertussen worden ook fotografie-afspraken gemaakt, om bijpassende foto’s bij het verhaal te maken. Achteraf bewerken we de foto’s, waardoor die typische Hallo Holten-stijl ontstaat.
Vervolgens gieten we alle foto’s en verhalen in een mooie vorm. We kiezen de beste foto’s en zorgen voor een mooie tekstbeeldverhouding. Ondertussen vragen we ook ondernemers om te adverteren. Deze advertenties krijgen ook een mooie plek in het magazine. Al deze details maken het magazine compleet en zorgen voor de kwaliteit die wij voor ogen hebben.
Behalve de arbeidsuren brengt het magazine ook andere vaste kosten met zich mee, die de afgelopen jaren behoorlijk zijn gestegen. Denk aan het papier, drukwerk en verspreiding.
Doe een donatie
We willen iedereen die Hallo Holten een warm hart toedraagt graag bedanken. Alle voorstellen voor nieuwe onderwerpen, ideeën en enthousiaste reacties zijn enorm leuk om te ontvangen. Wij hopen nog lang de kracht en schoonheid van Holten bij jou onder de aandacht te kunnen brengen – maar daarvoor hebben we jouw steun nodig. Scan de QR-code en doe een donatie. Alvast bedankt en veel leesplezier toegewenst!
Hallo Sem Scheperman
Sem Scheperman stond op vierjarige leeftijd al op het veld bij V.V. Holten. Al snel werd duidelijk dat de jonge Holtenaar veel talent had. Inmiddels is zijn jongensdroom uitgekomen: de 22-jarige middenvelder is profvoetballer en uitgegroeid tot een vaste waarde in het basiselftal van Heracles Almelo. In een leuk gesprek nemen Sem en zijn ouders Diana en Martin ons mee in de voetbalwereld.
- Door Kim Meijerhof | Fotografie Jennita Stegeman
Sem komt uit een echt voetbalgezin. Zijn zus Tess en broer Max zitten ook al heel lange tijd op voetbal. “Hij kon niet vroeg genoeg beginnen met voetballen, maar moest van ons eerst zijn zwemdiploma halen”, begint Diana. Vader Martin was trainer van Max en zo was Sem op jonge leeftijd al te vinden op het voetbalveld. Diana: “Hij mocht zelf nog geen lid worden. Dat kon pas vanaf zijn vijfde. Maar als het even kon, trainde Sem toch al mee. Hij zat altijd al heel aandachtig naar voetbal te kijken. Het was alleen maar voetbal, voetbal en nog eens voetbal.”
Jongensdroom
Al snel werd zijn talent op de Holtense velden opgemerkt. Op zesjarige leeftijd werd Sem gescout door FC Twente en ook Vitesse wilde hem graag hebben. Sem: “Je mocht toen pas vanaf acht jaar instromen bij de academie van FC Twente en ik was dus te jong.” Martin vult aan: “Maar Twente was heel stellig: ze wilden hem en zouden hem gelijk op zijn achtste oproepen. Zo geschiedde en Sem ging naar FC Twente. Daar doorliep hij alle jeugdelftallen.”
Een andere jeugd
Sem: “Dat begon eerst met toernooitjes op de woensdagen zondagmiddag en dat breidde zich zo steeds uit. Na de basisschool ging ik in Enschede naar de middelbare school,
om de combinatie met voetbal makkelijker te maken. Ik werd elke ochtend om 06.00 uur opgehaald door een FC Twentebusje om naar school en training te gaan. Dat waren lange dagen: vaak was ik pas om 18.30 uur weer thuis. En als ik in de ochtend te laat was bij het ophaalpunt, dan reed de chauffeur zonder pardon weg.” Martin en Diana lachen: “En wie konden er dan weer met jou naar Enschede rijden…”
Een heel andere jeugd dan zijn jeugdvrienden uit Holten dus. Sem: “Ik vind voetbal zo ontzettend leuk, dat ik nooit het gevoel heb gehad dat ik er echt iets voor moest laten.” Diana: “Zijn vrienden uit Holten zag hij iedere avond op, hoe kan het ook anders, het voetbalveldje in de buurt. Daar hebben ze heel veel uren doorgebracht.” En als de jongens uitgingen? “Dan ging ik altijd eerst gezellig met ze mee ergens zitten. Wanneer zij naar Dieka vertrokken, ging ik naar huis”, vertelt Sem. “Pas op mijn veertiende besefte ik dat het met voetbal echt iets kon worden. Daarvoor heb je dat besef eigenlijk niet. Er zijn veel jongens die het willen en ik heb er veel zien komen en gaan. Allemaal met dezelfde droom. Toen ik met de eerste elftallen ging meetrainen, dacht ik bij mezelf: nu ben ik echt wel dichtbij.”
Geen opoffering, maar toevoeging
Niet alleen Sem was druk met voetballen: ook zijn ouders maakten de nodige kilometers en reisden hem vaak achterna.
Martin en Diana: “Voor ons als ouders was dat een heel leuke tijd. Zo speelde Sem in de jeugd veel toernooien in Nederland, maar ook in Duitsland, Qatar, Oostenrijk, Griekenland en noem maar op. We gingen vaak mee en het was altijd erg gezellig met de andere ouders. Soms hoorden we weleens: ‘Wat jullie er toch allemaal voor moeten doen.’ Maar we hebben daar ook heel veel voor teruggekregen. Het was voor ons geen opoffering, maar een toevoeging.”
En natuurlijk stonden Martin en Diana niet alleen bij Sem langs de lijn, maar ook bij Max en Tess. Martin: “De zaterdagen stonden vooral in het teken van voetbal. Eerst in de ochtend bij Sem kijken, daarna naar de wedstrijd van Max en vervolgens sloten we dag af met de wedstrijd van Tess.”
Overstap naar het profvoetbal
Op zijn achttiende maakte Sem de overstap van de jeugd van FC Twente/Heracles naar het eerste elftal van Heracles. Dat was in 2022. Inmiddels is hij niet meer weg te denken uit het basiselftal. Hoe ziet een gemiddelde dag eruit? “In de ochtend start ik met krachttraining en daarna gaan we met de hele selectie samen ontbijten. Vervolgens hebben we een bespreking of kijken we beelden terug van de wedstrijd. Daarna bereiden we ons in de sportschool voor op de buitentraining. Dan staan we zo’n anderhalf uur op het veld, waarna het tijd is voor lunch en even relaxen. De dag sluiten we rond drie uur weer af met een krachttraining. En dan hebben we natuurlijk in het weekend vaak een wedstrijd.”
Het leven als prof
Hoe bevalt het leven als prof? Sem: “Ik weet niet anders dan zo te leven. Wat ik wel weet, is dat ik echt bevoorrecht ben met wat ik doe. Ik vind voetballen het leukste wat er is.” Zijn moeder Diana vult aan: “Wat ik er wel lastig aan vind, is dat hij altijd moet presteren. Tijdens de wedstrijden, maar ook op de trainingen zijn alle ogen op je gericht. Gelukkig heeft Sem daar geen moeite mee. Als ouders wil je dat je kind gelukkig is. Als hij een goeie wedstrijd speelt, is iedereen tevreden en dat is fijn. Maar als hij een mindere wedstrijd heeft, is het ook makkelijk om hem af te branden. Iedereen weet hoe dat gaat.”
FC Twente familie
Martin en Max hebben een seizoenkaart bij FC Twente. De wedstrijd tussen Heracles en FC Twente is voor hun dus extra speciaal. Sem: “Ik vroeg aan Max voor wie hij was en hij zei: ‘Ik ben voor Twente, maar ik hoop dat jij goed speelt.’” Diana: “Mooi om te zien. Zijn broer is ook ontzettend trots.”
Hoogtepunten
Kampioen Divisie was echt fantastisch
Diana: “Wij hebben drie kinderen, waar we supertrots op zijn. Als ouder zijnde is het dan soms best lastig dat het op veel plekken waar je komt het vaak alleen over Sem ‘de voetballer’ gaat.” Martin haakt in: “Veel mensen kijken natuurlijk naar voetbal, dus het is logisch dat het daar over gaat. Maar wij zijn daarin heel nuchter. Of we nou bij Tess, Max of Sem voetbal kijken; we vinden het allemaal net zo leuk.” En Sem kijkt andersom ook graag bij zijn broer Max: “Als het kan, ga ik zeker bij hem kijken. Dat vind ik gezellig en mijn vrienden zijn daarnaast ook vaak bij V.V. Holten aanwezig. Als het kan, kijk ik ook bij hen de wedstrijd. Mijn vrienden uit Holten en familie zijn eigenlijk bij bijna elke thuiswedstrijd van Heracles aanwezig, heel erg leuk.”
Sem over zijn hoogtepunten tot nu toe: “Het kampioenschap met Heracles in de Keuken Kampioen Divisie was echt fantastisch, met een geweldig feest en huldiging. Ook mijn winnende goal dit seizoen in de achtste finale van de beker, in de verlenging vlak voor het einde van de wedstrijd, was een mooi moment. We haalden vervolgens de halve finale, al moest ik die door een schorsing missen en verloren we na strafschoppen. Vreselijk om dan vanaf de kant toe te kijken, maar ook dat is voetbal.”
Toekomstdromen
Zijn voetbalcarrière is eigenlijk nog maar net begonnen. Waar ziet Sem zichzelf nog weleens voetballen? Martin: “Het is zijn ding, hij moet doen wat hij wil en waar hij zich goed bij voelt. Het is gaaf dat het bij Heracles nu goed gaat, dat hij elke week kan spelen en verder kan bouwen aan zijn carrière.”
“Voor nu lig ik nog vast bij Heracles, waar ik echt met heel veel plezier voetbal. Maar natuurlijk droom ik ervan om ooit een stap naar het buitenland te maken. Engeland of Spanje zou geweldig zijn. We gaan zien wat de toekomst brengt”, sluit Sem af.
Hallo Erik en Suzanne ten Dam
Zeven jaar geleden waagden Erik en Suzanne ten Dam de sprong in het diepe: ze verhuisden samen met zoon Max naar de Italiaanse regio Le Marche. Een duidelijk beeld bij wat ze precies gingen doen? Dat hadden ze nog niet. Vanuit La Bella Italia vertellen ze ons over het leven daar.
-
Door Anita Pepping | Fotografie Eigen foto's
Erik (59) is een geboren en getogen Holtenaar. Suzanne (55) komt van oorsprong uit Deventer. Ze leerden elkaar in 2004 kennen via een datingwebsite. Dat klikte zo goed dat Suzanne al vrij snel bij Erik kwam wonen. Samen waren ze actieve Holtenaren, onder andere voor het Kulturhus. En Suzanne was, naast gespecialiseerd verpleegkundige, oppasmoeder bij de Haarschool. Ook techneut Erik hield als onderhouds- en storingsmonteur van aanpakken.
Vakantie(s) naar Italië
Erik en Suzanne zijn echte kampeerders. In 2011 besloten ze met hun zoon Max, geboren in 2007, op vakantie te gaan naar Italië. Suzanne was er al eerder geweest en wilde Venetië graag nog een keer zien. Erik liet zich grotendeels verrassen: “Ik was op dat moment nog nooit in Italië geweest!” Online vond Erik prachtige foto's van de Piano Grande. Een natuurgebied en hoogvlakte vol kleurrijke bloemen op de grens van Umbrië en Le Marche. Tijdens die trip raakten ze verslingerd aan het land en de regio waar ze nu zijn neergestreken.
Reislust
De jaren daarna ging het gezin vaak terug naar Le Marche op vakantie. Maar ze maakten ook een reis van zeven weken door Indonesië. Suzanne: “Daar kwamen we mensen tegen die ook reisden met kinderen. Zij vertelden ons over online schoollessen en andere mogelijkheden.” Zo ontstond de gedachte voor een langere reis en eventueel werken in het buitenland. Suzanne: “We hadden onze zinnen gezet op een lange reis van twee tot drie jaar. Het huis was al verkocht, de banen opgezegd. We woonden op een camping in Holten en dachten na over wat we gingen doen. Naar familie in Australië? Dat bleek qua visum lastig te regelen. Ook Bonaire kwam nog ter sprake. Toen dachten we: ‘Waarom niet Italië?’”
En dus gingen Erik en Suzanne een weekje terug naar hun geliefde regio Le Marche. Van tevoren zochten ze contact met iedereen die ze daar hadden leren kennen, waaronder een behulpzame campingeigenaar. Ze waren namelijk al getipt over mogelijkheden om onderhoud uit te voeren aan vakantiewoningen. Eenmaal daar spraken ze met een aantal mensen en besloten ze de sprong te wagen. Erik: “Het kon voor ons niet mislukken, dat was onze instelling. We worden altijd een ervaring rijker.”
Montelparo
Ze komen terecht in Montelparo. Een dorpje met minder dan 900 inwoners in het zuiden van Le Marche. Met aan de ene kant de heuvels van de Valdaso vallei en de Apennijnen, aan de andere kant de Adriatische Zee. Erik: “De omgeving is agrarisch: een grote lappendeken van akkertjes, bossen en wijnvelden. Er leeft nog veel wild, zoals zwijnen, wolven en vossen.” Suzanne vult aan: “Kenmerkend, voor ons althans, zijn de dorpjes. Daar is alles nog heel puur, niet toeristisch.
Je gaat naar een restaurant waar geen menukaart is, oma in de keuken staat en je een vaste prijs betaalt.” Het inburgeren ging met handen en voeten, want Italiaans leerden ze voornamelijk ter plekke en met behulp van een luister-cd voor onderweg in de auto. Gelukkig kregen ze veel hulp van buurman de wijnboer, de huurbaas en een bevriende campingeigenaar.
Italiaans noaberschap
Ondanks de taalbarrière voelen de buurman en de huurbaas voor Erik, Suzanne en Max als familie. Regelmatig spiekt de buurman om de hoek om te kijken hoe het gaat. Hij stelt zelfs de ouders van beide gerust dat hij goed voor het gezin zal zorgen. En vraagt toestemming om samen met de buurvrouw de rollen van opa en oma voor Max op zich te nemen. Er heerst in de regio een soort ‘noaberschap’. Buren kijken naar elkaar om en afspraken maken ze met gesloten portemonnee. Een jerrycan wijn voor een schildersklus bijvoorbeeld. Oftewel, ruilhandel. Suzanne: “Dat werd benadrukt in de coronatijd. In het huis naast ons stond een hele grote diepvries die vol zat met vlees en groente uit de regio. Er werd ons op het hart gedrukt om daar vooral uit te pakken. In deze regio betekent niet werken namelijk ook geen inkomsten. De buurman zei: ‘Laat me niet merken dat jullie naar Nederland teruggaan, omdat je geen geld hebt om eten te kopen.’”
De Italianen uit hun regio zijn over het algemeen super aardig, nuchter en familiegericht. “Wel zijn ze traditiegetrouw: pasta spoel je niet af, korte broeken zijn voor juli-augustus, jam maak je met rode uien en naar buiten gaan met nat haar is niet de bedoeling, want daar krijg je allerlei kwaaltjes van.
Voor het eerst geven we lokale ondernemers de kans om op deze manier in ons magazine te schitteren. Zij steunen Hallo Holten met een jaarlijkse bijdrage van €150,- en krijgen daarvoor een mooie plek op deze pagina. Deze Vriendenpagina is ontstaan uit de positieve reacties hierop vanuit ondernemend Holten op onze enquête. Dankzij de bijdrage van deze ondernemers kunnen wij verhalen blijven delen uit ons prachtige dorp. Wil jij ook met je logo op deze Vriendenpagina staan in de komende edities van Hallo Holten en zo bijdragen aan ons mooie magazine? Word dan ook vriend van Hallo Holten! Stuur voor meer informatie een mailtje naar: info@halloholten.nl.
Dan staat bij wijze van spreken de buurvrouw direct klaar met een föhn. Net als een ander grappig fenomeen: Italianen blijven thuis als het regent. Heb je een afspraak buiten de deur, een groot feest of is het de vuilnisophaaldag? Als het regent, gaat het niet door.”
“Maar het grootste verschil tussen de Italiaan en de Holtenaar zit in de manier waarop ze genieten van fijne dingen”, gaat Suzanne verder. “In Italië neem je daar nog meer de tijd voor. Sterker nog, de Italianen hebben dit haast tot een kunstvorm verheven: la dolce far niente, de zoete kunst van het nietsdoen. Eten is er een belangrijk onderdeel van. Je moet er niet gek van opkijken als de zondagse lunch met alle verschillende gangen doorzet van 13.00 tot 17.00 uur.” Erik: “Haast is iets wat ze hier nog moeten uitvinden.” Het werkt aanstekelijk, want ook Erik en Suzanne plannen minder vooruit en omarmen het spontane afspreken.
Nieuwe en oude tradities
Wel nodigt het gezin de eerste week van januari iedereen uit die ze kennen, zoals huiseigenaren, gasten en collega’s, voor een nieuwjaarsfeest met wijn en oliebollen. De rest van het eten neemt iedereen zelf mee. Dan staat de tafel traditiegetrouw zó vol met heerlijk eten. Ook Koningsdag slaan ze niet over; iedereen trekt iets oranjes aan en ze doen spelletjes in de tuin. Suzanne: “Als er toevallig iemand, bijvoorbeeld een Nederlandse gast, aan ontbijtkoek kan komen is het zelfs compleet met koekhappen.”
Een andere, lokale favoriet van het gezin is ‘Sagra Bacala’ (het feest van de gedroogde vis), één van de vele traditionele feesten in Italië. Een heel weekend lang zit het dorpje vol met toeristen. Die op hun beurt honderden menu’s van de dag op de markt bestellen: gedroogde vis in olie, een heel stokbrood en een liter wijn. Max helpt standaard mee bij het serveren.
Het dagelijks leven nu
Nu, zeven jaar later, zijn Erik, Suzanne, Max en hun twee honden helemaal op hun plek in Montelparo. Het gezin beschikt over een vrijstaande woning, compleet met olijfbomen en een moestuin. Suzanne kweekt hier met veel
trots kilo’s tomaten voor de passata’s en sauzen. Het maken van eigen olijfolie is een gezamenlijke hobby geworden. Die gaat ook mee naar het jaarlijkse familie-uitje in Nederland.
Het onderhouden van (vakantie)woningen doen Erik en Suzanne nog steeds. Daar is bijgekomen dat ze ook bemiddelen in de verhuur van vakantiewoningen, vaak van expats. In de winter zorgen ze dat de vakantiehuizen gereed zijn voor de zomer: schilderen, schoonmaken, de tuin onderhouden, het zwembad op orde maken en alles wat er nog meer bij komt kijken. Property management dus. In de zomer zijn ze het aanspreekpunt voor de gasten namens de verhuurder, zowel fysiek als via WhatsApp. Suzanne: “Het ontzorgen of verzorgende wat ik eerder al jaren deed in het ziekenhuis, doe ik hier voor de huizeneigenaren en hun huizen.” Daarnaast onderhouden ze tuinen en zwembaden van vaste inwoners. Verder adviseren en ondersteunen ze huiseigenaren op afstand en ten slotte helpen ze mee met de jaarlijkse druivenoogst.
Dromen voor de toekomst
Is de Italiaanse droom uitgekomen en hebben ze nog dromen voor de toekomst? Suzanne: “Nog dagelijks denken we: wat een voorrecht dat we hier wonen. We werken veel buiten en zijn veel op pad in deze mooie omgeving. Dus wanneer ik weer een zware kruiwagen met 38 graden een helling op duw, kijk ik alsnog tevreden om me heen.” Het onderhoud van de vakantiehuizen is soms fysiek vrij zwaar, bijvoorbeeld het tuinwerk. Erik: “Het is maar de vraag of we dat over tien jaar nog kunnen. Eigen baas zijn bevalt wel heel goed, dus daar willen we zeker mee doorgaan! We willen ons in de toekomst iets meer richten op verhuur en minder op onderhoud. Wie weet is er dan wel ruimte voor agrotoerisme. We willen onze kennis over de regio graag met anderen delen!”
Tot slot geven ze nog een mooie wijsheid mee, die ze van hun avontuur en leven in Italië hebben geleerd: “Maak je minder snel druk over alles, met name de kleine dingen. Denk wat meer in mogelijkheden en vooral: geniet van de dingen hoe en wanneer ze komen!”
Hallo H.M.V.
Of je nu meeloopt met de Avond4Daagse, op het terras zit tijdens Koningsdag of langs de straten staat tijdens de carnavalsoptocht. Als je in Holten woont, heb je ze vast wel eens gehoord: de Holtense Muziekvereniging (H.M.V.). Al tachtig jaar zorgen ze voor muziek bij elke viering in en om het dorp en ze zijn nog steeds volop in beweging. We gingen in gesprek met Willeke Coster, Brenda Doornweerd, Kirsten Spoolder, Gerrit Willems en Gerhard Voordes over wat het betekent om lid te zijn, welke veranderingen de vereniging in de afgelopen tachtig jaar heeft doorgemaakt en welke tradities behouden zijn gebleven.
- Door Demi van der Mei | Fotografie Gerrit Willems en eigen foto's
Dit jaar viert H.M.V. haar tachtigjarig jubileum. De Holtense Muziekvereniging bestaat al langer, maar op 10 mei 1945 vond een fusie plaats tussen de korpsen Excelsior en H.M.V. en zo ontstond de muziekvereniging H.M.V. zoals we deze nu kennen. Aan zo’n bijzondere mijlpaal wordt natuurlijk niet zomaar voorbijgegaan. Willeke vertelt: “Eén van de jubileumactiviteiten was een samenwerking met toneelgroep OCH, die ook tachtig jaar bestaat. Wij verzorgden de muziek tijdens hun openluchtvoorstelling ‘Oorlog: Offers en Gewin’. Samen speelden we uiteindelijk zeven voorstellingen. Indrukwekkende avonden; voor alle spelers, muzikanten, vrijwilligers, maar ook het publiek. Later dit jaar geven we op zaterdag 22 november ons eigen jubileumconcert onder de naam ‘Vrienden van H.M.V.’ Het wordt een avond vol afwisselende muziek voor Holten!” De leden willen nog niet te veel verklappen, maar het belooft een spectaculaire voorstelling te worden.
H.M.V. in de Holtense samenleving
De Holtense Muziekvereniging speelt een belangrijke maatschappelijke rol in Holten. Niet alleen door de begeleiding van optochten en de viering van Koningsdag, maar ook door het brengen van muziek in de gemeenschap. Sommige leden nemen bijvoorbeeld jaarlijks vrij op 4 mei om mee te spelen tijdens de herdenkingsceremonie bij het monument op de Canadese Begraafplaats in Holten. Daarnaast organiseert H.M.V. met regelmaat afwisselende optredens, zoals een Holtense versie van het bekende programma Maestro, waarbij bekende Holtenaren het orkest dirigeren. Kirsten vertelt: “Het was een unieke ervaring die een ander soort publiek aantrok. Bekende Holtenaren werden gevraagd om ons te dirigeren en zo te ervaren hoe het is om voor een orkest te staan.”
Van orkest tot Braziliaanse klanken
Gerhard legt uit dat H.M.V. uit verschillende groepen bestaat: “We hebben een A- en een B-orkest. Het B-orkest is ons oefenorkest. Daarnaast zijn er twee slagwerkgroepen en een jeugdslagwerkgroep.” Gerrit vertelt: “We hadden laatst een slagwerkavond om nieuwe ideeën op te doen, gericht op vooruitgang, bijvoorbeeld richting festivals. De Holtense
Muziekvereniging legt nu ook meer nadruk op het bieden van een afwisselend programma. Daarom hebben we geen uniform meer, maar dragen we nu een vlotte softshell jas, een blouse en een spijkerbroek. We staan open voor veranderingen, zoals het kiezen van verschillende muziekstukken, het introduceren van andere instrumenten in het fanfareorkest en het verkennen van verschillende genres binnen de drumband.” H.M.V. heeft nog iets bijzonders te bieden: “De Sambagroep Bateristas!” gaat Gerrit verder. “Dit is een sambagroep met Braziliaanse klanken en andere instrumenten, opgericht door oud-instructeur Michiel Butterhof. Het idee was om een ander soort slagwerk te creëren met een sound die hier in de buurt niet veel voorkomt. Het is een laagdrempelige, unieke sound. Je hoort ons bijvoorbeeld bij de Diepe Hel Holterbergloop langs het parcours of op een feest met Braziliaanse danseressen.”
Muziek maak je samen
Daarnaast biedt H.M.V. verschillende opleidingen aan, van slagwerk tot koperblaasinstrumenten en de saxofoon. Brenda: “De lessen worden gegeven door geschoolde docenten. Je begint bij de basis, het notenlezen, en werkt dan toe naar het samenspelen: eerst in het B-orkest, daarna naar het A-orkest.” Willeke licht toe: “We hebben onze eigen opleidingen, maar werken ook samen met het Muziekhus. Het verschil is: bij ons leer je in een vereniging, niet individueel.” Kirsten voegt eraan toe: “De meerwaarde van H.M.V. is het samenzijn. Het geluid ontstaat door samen te spelen. Je moet het als groep doen, en we doen het ook samen.” Wanneer je je aanmeldt bij H.M.V. krijg je een instrument in bruikleen. Willeke legt uit: “Je bent zelf verantwoordelijk voor dat instrument, waardoor het meteen van jou voelt!”
Landelijk Nieuw Talenten Orkest
Je bent nooit te oud om aan muziek te beginnen: is een motto binnen de vereniging. “Iedereen kan lid worden, ook zonder ervaring”, vertelt Kirsten. Om dat mogelijk te maken, start de H.M.V. binnenkort met een landelijk initiatief: het Nieuw Talenten Orkest. Willeke licht toe: “Je kunt direct meespelen, zelfs zonder enige muzikale achtergrond! Het is open voor mensen van alle leeftijden. Het belangrijkste is de motivatie.”
HEEFT U IETS TE VIEREN?
OUDE- EN WARME BUFFETTEN
CATERING OP LOCATIE
FEESTEN EN PARTIJEN
LUXE HAPJES
CAFE GRANDTARIA OUDE- EN WARME BROODJES
T 0548 859 446 | Stationsstraat 9, Holten | www.bietoontje.nl
Liefde voor je huid, tijd voor jezelf
Holistische huidbehandelingen met biologische cosmetica.
Voor een gezonde huid op elke leeftijd.
Volg ons! Bie Toontje
Kirsten vult aan: “Jonge mensen kiezen vaak voor muziek, omdat het ze plezier brengt. Ze pakken hun instrument thuis vaak uit de kast en oefenen, simpelweg omdat ze er echt van genieten. Voor oudere leden heeft muziek ook een andere waarde. Het biedt een manier om onder de mensen te blijven en tegelijkertijd hun hoofd leeg te maken. Maar uiteindelijk gaat het om één ding: gewoon lekker muziek maken en samen het plezier daarvan ervaren.”
Goede, oude tijden herleven met het projectorkest
In januari is de vereniging het jubileumjaar gestart. Met Gerhard en Gerrit kijken we terug op hoe de vereniging door de jaren heen is veranderd. Gerhard: “Vroeger, toen we optraden op de Canadese Begraafplaats, stonden we maar met z’n vieren. En werd voor ons optreden betaald! Nu wil iedereen graag meespelen en wordt er niet meer over geld gesproken. De tijd van marsen en walsen is voorbij. Dat vind ik soms best jammer, maar ik speel uiteraard gewoon lekker mee en beleef de geschiedenis van de vereniging.” Gerrit, die al vijftig jaar lid is, herinnert zich die tijd ook nog goed: “Ik keek altijd naar mijn opa, vader en broer die bij de H.M.V. speelden. Het leek voor mij onbereikbaar, maar uiteindelijk mocht ik toch met de ‘grote jongens’ meedoen. Als we door het dorp liepen, voelde ik me trots op de vereniging. Die trots is er nog steeds, maar de sfeer is nu veel meer ontspannen. Het spelen bij de drumband houdt me sociaal en bezig.”
Klaar voor een nieuwe
Hoewel de vereniging trots is op haar mooie oude verhalen, blijft ze meegaan met de tijd. Eén van de trends die ze omarmen, is het digitaliseren van muziek. Willeke legt uit: “De muziek staat in een gesloten omgeving op onze website, digitaal beschikbaar voor de muzikanten. Printbaar of geschikt voor de iPad om af te lezen. Met een pedaaltje kun je zelf aangeven wanneer de iPad naar de volgende pagina moet bladeren. Dit is superhandig, want je hoeft niet meer al die bladmuziek om te slaan en je raakt het niet kwijt!” Grappig is het feit dat vooral de
oudere leden gebruik maken van de iPads, terwijl de jongere generatie de voorkeur lijkt te geven aan een printje, pen en papier. Daarnaast wordt H.M.V. steeds diverser. Tradities, zoals de herdenking op 4 mei, aubade en optochten zijn en blijven belangrijk. Maar tussen die momenten door spelen de muzikanten van het ene optreden naar het andere. “En zodra je een concert hebt gehad, begin je meteen met het volgende project”, vult Brenda aan.
Meer dan muziek
Voor Kirsten is de H.M.V. meer dan alleen muziek. Ze vertelt: “Door de H.M.V. ben ik ingeburgerd in Holten. Het is als een familie. Er zijn allerlei soorten mensen die allemaal voor hetzelfde doel werken. Het maakt me niet uit wat we spelen, het samen muziek maken is het belangrijkste voor mij. De ontspanning die ik eruit haal, is geweldig. Tot het moment dat het tijd is voor een optreden, dan voel ik wel spanning. Je wil presteren en samen iets moois neerzetten.” Brenda heeft ook een sterke band met de vereniging: “Ik ben na 27 jaar weer teruggekomen bij de H.M.V. en dit voelde als een warm bad. Het is heerlijk om samen muziek te maken met mensen die je al lang kent, maar ook met nieuwe mensen is er meteen een klik. We delen lief en leed met elkaar. Of het nu om verjaardagen, bruiloften of uitvaarten gaat. Er zijn ook veel familiebanden binnen de vereniging, zoals bij Gerrit en zijn vader en broer, maar ook generaties die elkaar opvolgen. Opa, dochter en kleinkinderen spelen samen. Het mooie is dat je niet alleen bent en samen mag leren. In het begin dacht ik: ‘Ik kan dit niet’, maar dan zeggen ze: ‘Relax, het komt goed.’” Willeke voegt daar nog aan toe: “Iedereen draagt bij: of het nu is om koffie te zetten, flyers te maken of andere klusjes voor de vereniging te doen. Je krijgt veel voor jezelf, maar je geeft ook veel terug aan het dorp.”
Eén ding is duidelijk: bij de Holtense Muziekvereniging doen ze het samen. Ze ontwikkelen en groeien, maar blijven altijd trouw aan hun muzikale kern die ze al tachtig jaar met trots laten horen aan alle Holtenaren.
Het Repair Café in Holten is een waardevolle, maar enigszins onderbelichte organisatie waar je terecht kunt met al je kapotte spullen. Een team van vrijwilligers kijkt dan of het nog te repareren is. Want: niet alles wat stuk is, hoeft meteen weggegooid te worden. Met een beetje liefde en soms wat nieuwe onderdelen krijgen veel voorwerpen een tweede leven –en precies dát is waar het Repair Café voor staat.
- Door Wieke van der Zee | Fotografie Jennita Stegeman
Binnen is er een duidelijke verdeling: links staan vier mannen bij een tafel, druk bezig met reparaties. Achter hen staat een grote gereedschapswagen, zelf gemaakt door de vrijwilligers. Rechts zitten twee dames geconcentreerd achter hun naaimachine; zij zijn de afdeling ‘Textiel’. Mensen die binnenkomen, worden hartelijk welkom geheten door Mieke Urff, de initiatiefneemster van het Repair Café: “Ik probeer van tevoren alvast in te schatten of iets te repareren is. Als ik meteen al zie dat het niets wordt, komt het niet eens bij de tafel. We passen er ook voor op dat we geen werk overnemen van bedrijven. Er kwam hier bijvoorbeeld eens iemand met een stoel die opnieuw bekleed moest worden. En in zijn bestelbus stonden er nog vijf; daar beginnen we niet aan. Ik heb ook al wel eens ‘nee’ gezegd tegen het verzoek om de hele buitenkant van een huis te schilderen. Het moet natuurlijk wel haalbaar zijn en passen binnen de uitgangspunten.”
Vrijwilligers van het eerste uur
In 2011 is de Stichting Duurzaam Holten opgericht om iets te doen aan verduurzaming in het dorp. Er zijn toen verschillende initiatieven ontstaan. Zo heeft de stichting Holtenaren geadviseerd over zonnepanelen en andere maatregelen om hun huis te verduurzamen. Ook het Repair Café werd vanuit de stichting opgestart: “We merkten dat er steeds meer spullen werden weggegooid, terwijl er zoveel hersteld kan worden”, vertelt Mieke. “Het leek ons geweldig om een plek te creëren waar mensen samen kunnen werken aan het herstellen van die spullen. Ik had eens iets gelezen over een Repair Café in Amsterdam en dat leek me ook écht iets voor Holten. Ik ben toen met een bord op de Streekmarkt gaan staan die we toen nog organiseerden: ‘Handige vrijwilligers gevraagd’.”
En die handige vrijwilligers, die waren er! Yvonne Brandt en Jan Mensink zijn er al vanaf het begin bij. Yvonne: “Ik zag Mieke op de markt staan en ik was meteen enthousiast. Ik vind het leuk om achter de naaimachine te zitten, dus ik meldde me aan.” Ook Jan doet graag iets voor een ander. “Ik kwam vaak bij mensen thuis vanuit de zorgorganisatie Evenmens. Daar kwam door corona helaas een beetje de klad in. Maar ik ben nu ook al 80, dus dat heen en weer rijden hoeft van mij niet meer zo. Ik vind het hier bij het Repair Café ook hartstikke leuk. Het geeft
voldoening als je ergens mee bezig bent geweest en het gelukt is om het te repareren.”
Het Repair Café draait op eigen kracht
Mieke, Yvonne en Jan gingen na de Streekmarkt samen met nog drie andere enthousiaste Holtenaren om tafel om te bespreken hoe ze het Repair Café in Holten vorm konden geven. Inspiratie deden ze op bij een soortgelijk initiatief in Enschede. Yvonne: “We zijn gestart in de Liezenboerderij, in de ruimte waar toen ook het jeugdhonk Hole-10 zat.” Later verhuisden ze met het jeugdhonk mee naar de huidige locatie aan de Tuinstraat. “We namen allemaal onze eigen spullen mee: naaimachines, gereedschap of kleine onderdelen die we nog hadden liggen.” Mieke vult aan: “We krijgen geen subsidie, dus onze inkomsten komen van de fooienpot die we hebben staan. Gelukkig hoeven we niet te betalen voor de ruimte, omdat het Repair Café is ondergebracht bij ViaVie Welzijn. We zijn nog steeds heel blij met die samenwerking; we worden bijvoorbeeld ook meegenomen in de agenda en andere PR-uitingen van ViaVie. Van het geld in de fooienpot kopen we materialen die we nodig hebben om de reparaties uit te voeren. Lijm bijvoorbeeld, of kleine onderdelen die vaak vervangen moeten worden. Zo hebben we ook het meeste gereedschap gekocht, als het kan tweedehands natuurlijk! Dat past in het thema.” Soms komen dorpsgenoten ook materialen brengen, bijvoorbeeld omdat ze stoppen met een hobby. Mieke: “We hebben al eens gereedschap gedoneerd gekregen van iemand die zelf niet meer kon klussen. En ook dozen vol met naaispullen. Dat kwam uit een winkel.”
Gezamenlijke missie: hergebruik moet de norm worden Het Repair Café bleek een gouden vondst te zijn. MedeHoltenaren weten het vanaf het begin goed te vinden en ook vrijwilligers meldden zich spontaan aan. Mieke: “We hebben nu ongeveer dertien vrijwilligers, waarbij de één er wat vaker kan zijn dan de ander. Eén vrijwilliger is nu bijvoorbeeld aan het verhuizen, iemand anders woont de helft van het jaar in Afrika. Maar al met al hebben we best veel vrijwilligers. En dat is ook wel fijn, want dan kun je ook eens met zijn tweeën ergens naar kijken.”
Wat opvalt, is dat de vrijwilligers het allemaal eens zijn over één ding: er wordt veel te veel weggegooid. Hannie Boers probeert zelf zo veel mogelijk te hergebruiken: “Ik koop al heel lang geen nieuwe kleding meer. Ik ga naar tweedehands winkels of ik maak het zelf van stoffen die ik nog heb liggen. Ik vind het namelijk verschrikkelijk dat we met zijn allen zo’n groot beroep doen op de aarde. We gaan er niet respectvol mee om.” Ook Jaap Wüst probeert zo veel mogelijk spullen opnieuw te gebruiken, dit leidt soms tot inventieve oplossingen: “Ik heb wel eens van twee schuurmachines één gemaakt. Bij de ene machine bleek de accu kapot te zijn en bij de ander een onderdeel dat niet meer vervangen kon worden. In plaats van ze allebei weg te gooien, ging de inbrenger nu toch nog naar huis met één werkend apparaat.” Henk Luggenhorst vat het allemaal goed samen: “Het is toch al kapot, dus laat het ons in ieder geval maar proberen.”
Technische achtergrond is niet nodig
Je zou verwachten dat je als vrijwilliger bij het Repair Café een achtergrond moet hebben die overeenkomt met de reparaties die je doet, maar dat is dus helemaal niet nodig! Hannie is bijvoorbeeld heel lang dramadocente geweest bij het ROC van Twente, Jaap werkte als manager in de IT en in zijn vrije tijd verbouwde hij huizen en hij restaureerde zijn oude Cadillac. Jan heeft 35 jaar in de rioolwaterzuivering gewerkt en Yvonne werkte in de verpleging: “Ik heb het werken met textiel vooral op school geleerd.” Henk heeft in zijn werkzame leven wél ervaring opgedaan die nu van pas komt: “Ik heb 25 jaar in de IT gewerkt. In mijn functie heb ik vaak laptops uit elkaar geschroefd en weer in elkaar gezet. Soms komt er hier ook wel
eens een laptop binnen, dan word ik ingeschakeld.”
En zo zijn er wel meer vrijwilligers met een eigen ‘specialiteit’. Mieke legt uit: “In principe is iedereen allrounder, maar ik kijk wel altijd naar specifieke vaardigheden voor de reparaties. Als er iemand binnenkomt met een geluidsinstallatie vraag ik bijvoorbeeld Ed om ernaar te kijken. Onze andere Ed heeft veel verstand van koffiezetapparaten, Herman is heel goed met fietsen, Henk doet de laptops en Jan kan slijpen: tuingereedschap of messen bijvoorbeeld.” En de dames van Textiel? “Die kunnen alles!”
Van boormachine tot elektrische skelter
Bij het Repair Café kun je veel verschillende artikelen inbrengen; de vrijwilligers pakken het met beide handen aan. Zijn alle reparaties dan ook even leuk om te doen? Nee, dat niet. Jan: “Stofzuigers, dat zijn rotdingen. We zijn er altijd heel lang mee bezig, omdat ze steeds compacter in elkaar gezet worden.” Henk vult hem aan: “Eerst moet je alle schroeven open krijgen en dan moet je nog met klemmetjes in de weer. Je bent langer bezig met het openkrijgen dan met het repareren zelf. Koffiezetapparaten zijn ook niet altijd even makkelijk. Vaak is het een kwestie van een vlottertje waar kalkaanslag op zit. Die maak je schoon en dan doet hij het wel weer. Maar soms ligt het ook aan het pompje zelf, dan wordt het lastiger.” Hannie vindt het inzetten van ritsen stiekem een ‘rotwerk’. “Maar ik doe het wel hoor!” Yvonne snapt wel waarom: “Bij kleding die in een fabriek genaaid is, wordt alles in een bepaalde volgorde in elkaar gezet. Dan is het heel lastig om het weer uit elkaar te halen om er een nieuwe rits in te zetten. Ik kijk ook altijd eerst heel goed of het niet aan de trekker van
de rits ligt. Soms is die namelijk breder geworden door het gebruik. Dan is het gewoon een kwestie van even dichtknijpen met een tangetje. Dat scheelt echt heel veel werk!” Heeft Yvonne dan ook iets wat ze minder leuk vindt? “Nou, ik vind het wel fijn als kleding eerst gewassen wordt, voordat het hier komt. Sommige mensen denken daar helaas niet aan.”
Memorabele reparaties zijn er ook. Jaap: “De elektrische skelter blijft me wel bij, die is ook werkend weer de deur uit gegaan. Ook kwam er eens een meneer binnen met een heel oud steelpannetje waar de steel vanaf was. Het ding zag er niet meer uit, maar het was een erfstuk met emotionele waarde. Die hebben we dan ook netjes gerepareerd.” Henk kreeg al eens een ‘Engelse’ blender in handen. “Het bovenstuk zat los en de inbrenger kreeg hem steeds maar niet vastgedraaid. Toen ik er eens goed naar keek, zag ik dat de schroefdraad de andere kant op ging. Dat was dus wel een makkelijke reparatie.” Hannie herinnert zich nog een man die nieuwe broeken had gekocht, maar die hem niet meer pasten. “We moesten die broeken toen uitnemen, dat hebben we gedaan met stof die we hier hadden liggen. Het is nog best goed gelukt!”
Soms lukt een reparatie niet, bijvoorbeeld omdat het artikel niet meer veilig gebruikt kan worden of omdat een onderdeel niet meer verkrijgbaar is. Ook dan vinden mensen het prettig dat ernaar gekeken is: vaak lag het al lang ergens in een kast stof te verzamelen. Als duidelijk is dat iets echt kapot is, kan de knoop worden doorgehakt: “Tijd om er afscheid van te nemen!”
Er kan nog meer bij!
De vrijwilligers van het Repair Café gaan stuk voor stuk met ontzettend veel plezier naar ‘hun stekkie’ toe. Ze halen voldoening uit de geslaagde reparaties en ook het sociale aspect spreekt ze aan. Henk: “Je bent er een halve dag uit en je spreekt mensen.” Yvonne benadrukt ook nog de diversiteit en de saamhorigheid met elkaar. “Je raakt heel erg op elkaar ingespeeld en je leert elkaar goed kennen.” Het enige wat ze soms wel eens jammer vindt, is dat nog niet zo veel mensen weten dat het Repair Café bestaat. “Wat mij betreft mogen er nog veel meer mensen komen. Soms lukt het ons niet om iets te repareren tijdens de openingstijden van het Repair Café, maar dan kun je het gerust hier laten. We komen het gewoon naar je toe brengen of we bellen dat het klaar is.”
Ook vrijwilligers zijn van harte welkom om zich aan te sluiten. Mieke: “De meeste mensen komen hier gewoon binnenlopen om te kijken of het wat voor ze is. We drinken dan even een kop koffie of thee en we praten over je interesses en het werk dat we hier doen. Klikt het? Dan kom je gewoon de volgende maand weer. Gezellig!”
Je vindt het Repair Café in de locatie Kulturhus Tuinstraat, links van de hoofdingang. De vrijwilligers staan elke eerste vrijdag van de maand voor je klaar tussen 13.30 en 16.00 uur.
Hallo Oldtimerhakseldag Espelo
Eigenlijk was het helemaal niet de bedoeling dat het zo groot zou worden. Wat nu bekend staat als de Oldtimerhakseldag Espelo begon gewoon als ‘een middagje hobbyen’. Appie Nijland, Gerrit ten Dam, Erik Markvoort en Jan Oostenenk vertellen hoe hun gezamenlijke hobby heeft geleid tot een tweejaarlijks evenement waar honderden mensen op af komen.
Het begon allemaal in 2010. Erik kreeg een telefoontje van Gijs, de zoon van Appie: ‘Ben je thuis? Mijn vader wil wat laten zien.’ Appie had een oude hakselaar gekocht om af en toe mee te hobbyen. Appie: “Ik wist dat Erik ook gek van hakselaars was, dus ik reed er even mee langs.” Al vrij snel ontstond het idee om ‘iets’ te doen met de hakselaar. Erik vertelt: “We zijn eigenlijk allemaal wel opgegroeid met landbouwmachines en het leven op het platteland. Het leek ons dus leuk om weer eens ‘ouderwets’ mais te hakselen.” Gerrit vult aan: “Vroeger hakselde de boer alles zelf met hulp van buren of familie, dat was toen heel normaal. Nu wordt het vaak uitbesteed.” Het idee van een gezamenlijke hakseldag kwam niet helemaal uit de lucht vallen. “Ik had het al wel eens gezien in Gronau”, legt Appie uit. “De eerste keer was het bij Erik thuis, gewoon als een dagje hobby voor onszelf. Maar op de één of andere manier kwam er toch nog een man of honderd kijken. En toen was het zelfs nog koud ’s middags!” Gerrit snapt het wel: “Op zo’n dag komen er mensen die er iets mee hebben. Mais heeft gewoon iets magisch, wat voor weer het ook is.”
Groot geworden door klein te blijven
Die eerste keer, die smaakte naar meer. De heren richtten de Oldtimer stichting Espelo op en ze verhuisden naar een terrein aan de Raalterweg. Appie: “Ook de tweede editie was een succes! Er stond een caravan aan de weg, er was bier en bezoekers konden een broodje hamburger halen. En we hadden destijds geluk, omdat er een ander evenement in
Wij zijn door bovenstaande merken erkend om met originele apparatuur te mogen werken voor onderhoud, reparatie, coulance en software inladen.
100% behoud fabrieksgarantie
APK Onderhoud Reparatie Aanpassingen opbouw Spotrepair Schadeherstel
Leverancier en service steunpunt Alko chassis en camper / caravan opbouwsystemen
Heeten was afgeblazen. Mijn vrouw en die van Jan zijn er toen naartoe gereden met een advertentiebord om mensen naar Splo te halen.”
Na de tweede editie volgde een derde, vierde, vijfde… in 2025 kun je al voor de achtste keer komen kijken naar het hakselen. Sinds 2015 vindt het hakselen plaats op het terrein naast Rooftop Studios, waar net wat meer ruimte is voor de machines en de tent voor bezoekers. Het wagenpark is ondertussen ook wel wat uitgebreid; de laatste jaren zijn er ongeveer twaalf machines aan het werk. “Dat is ook echt wel het maximum”, legt Gerrit uit. “Het perceel is niet zó groot, dus je moet niet te veel machines uitnodigen.” Jan vult aan: “Het moet wel veilig blijven.” Je kunt ook niet ‘zomaar’ meedoen met je eigen machine. De mensen die komen hakselen, zijn eigenlijk altijd dezelfde. Daarnaast is er ook een soort ongeschreven regel dat de machine cabineloos moet zijn, net zoals vroeger. “Soms nodigen we ook wel eens iemand uit met een hele speciale machine”, vertelt Appie.
Een gezellige dag voor iedereen
De hakseldag trekt elke editie enorm veel bezoekers. Hoeveel dat er zijn? “Dat weten we niet”, zegt Appie. “Het is een gratis evenement, dus we verkopen geen kaartjes. Dat maakt het lastig om bezoekers te tellen.” Jan vult aan: “Het loopt gewoon de hele dag door en mensen komen ook overal vandaan. We hebben ook wel eens Belgen en Duitsers op bezoek gehad.” Logisch ook wel, als je bedenkt dat de heren er écht een leuke dag van maken. Er is catering, een springkussen en er speelt een band. De vorige keer – en ook de komende editie – was dat Cash ’n More. Appie: “Het is een samenzijn van liefhebbers en van mensen die gewoon voor de gezelligheid komen.” “En we hebben eigenlijk altijd geluk met het weer”, voegt Jan nog toe.
Het hakselen begint altijd om 13.00 uur, maar soms staan de bezoekers om 11.00 uur al bij de hekken. “Iedereen staat te trappelen om te beginnen”, zegt Appie. “De mensen die er vroeg zijn, dat zijn de echte liefhebbers. Ik maak graag een praatje met
ze over de machines en hun eigen interesses. Vaak hebben ze zelf vroeger ook met dezelfde machines gewerkt.” In de pauze worden alle machines op een rij gezet, zodat de bezoekers ze kunnen bekijken. Gerrit: “Daar is echt wel animo voor, mensen willen graag wat te kijken hebben.” Rond een uur of 16.00 is alle mais eraf en ligt het netjes in een kuil. Maar de gezelligheid?
Die duurt natuurlijk wel wat langer!
Hakselen doe je sámen
Het organiseren van een hakseldag doe je niet zomaar. De voorbereiding start vaak al in de winter met het eerste overleg. Appie: “We vragen altijd ruim van tevoren een vergunning aan, omdat de voorbereidingen op het land ook al vroeg beginnen.” In het voorjaar wordt er al mest uitgereden en worden er afspraken gemaakt met Johanna Ulfman en Henk Stevens, de eigenaresse en beheerder van het land. Soms moet er ook nog gesnoeid worden. Een paar maanden later wordt er geploegd, gezaaid en gesproeid om ervoor te zorgen dat de mais er goed bij staat in september. Een paar weken van tevoren wordt het takenlijstje nog een stukje langer. Erik: “We huren een tent en een toiletwagen, muziek wordt geregeld, we zetten de hekken neer en we kleden het terrein aan.” Gelukkig hoeven ze dit niet allemaal zelf te doen; de Oldtimerhakseldag wordt gedragen door de hele gemeenschap. “De hekken krijgen we altijd van de gemeente en we mogen materialen gebruiken van de feestcommissie van het Splosefeest. Onze stroom komt ook bij hen vandaan.” De hakseldag draait op de inzet van zo’n 25 vrijwilligers. Een aantal dames van de organisatie zijn verantwoordelijk voor de aankleding van het terrein en er zijn mensen die op de dag zelf helpen met de horeca en het parkeren. Opvallend hierbij is dat ook de jongere generatie erg betrokken is. “Die zijn bijna net zo gek als wij, misschien nog wel gekker!”
De volgende Oldtimerhakseldag is op zondag 7 september aan de Espelodijk, op het terrein naast Rooftop Studios. Entree en parkeren zijn gratis.
Hallo Ellen Hopster
Iedereen die weleens boodschappen doet bij de ALDI in Holten, kent Ellen Hopster.
Inmiddels is zij als assistent-bedrijfsleider al ruim 19 jaar meerdere dagen per week in de winkel te vinden. En iedere dag met een lach op haar gezicht. Hoe doet ze dat?
En wat onderneemt ze buiten haar werk om?
- Door Stef Meilink | Fotografie Jennita Stegeman
Inmiddels 37 jaar geleden begon Ellen bij de ALDI in Nijverdal. “Daar zochten ze een kassamedewerker als vakantiekracht. Ik heb toen gesolliciteerd. Ze vroegen daarna al snel of ik in vaste dienst wilde komen. En ik vond school toch al niet zo leuk”, begint Ellen lachend. “Maar… dat moest ik uiteraard wel even overleggen met mijn ouders. Toen zei mijn vader: ‘Als je er maar wat van maakt!’ Sindsdien ben ik in vaste dienst bij de ALDI. Ik heb mezelf gaandeweg ontwikkeld en inmiddels ben ik al ruim dertig jaar assistentbedrijfsleider.”
Na achttien jaar in de supermarkt in Nijverdal te hebben gewerkt, kwam er een concurrerende supermarkt naast het filiaal van de ALDI. De omzet werd lager en daardoor moest er personeel uitwijken naar andere filialen. “‘Wat denk je van Holten?’, zeiden ze tegen mij. Ik kwam eigenlijk nooit in Holten, maar het leek me wel wat. Inmiddels rijd ik er al bijna twintig jaar met veel plezier naartoe!”
Veelzijdig werk
Wat maakt werken bij de ALDI zo leuk? “Alles! Mensen zeggen weleens dat het hard werken is, maar dat zit ook wel in mij. Ik wil graag dat de winkel er goed uitziet en dat alles voor elkaar is. Waar sommige supermarkten zijn opgedeeld in verschillende afdelingen, mag ik me eigenlijk overal mee bezighouden. Dat maakt het werk heel gevarieerd. En ik heb
heel leuke collega’s, zowel jong als oud. Zo hebben we een clubje van vier dames, we werken allemaal al 25 jaar bij de ALDI in Holten. Je zou ons dus wel de harde kern kunnen noemen”, lacht Ellen.
In die negentien jaar in Holten maakt ze van alles mee. “Soms heftige dingen. Denk aan een diefstal. Zo kwam er eens een vreemde jongeman binnen die zijn koeltas in aluminiumfolie had gewikkeld. Ik vertrouwde het al niet helemaal en het bleek dat ik gelijk had. Bijna was hij met een volle tas boodschappen de winkel uitgelopen. Misschien had ik het niet moeten doen, maar ik heb hem toch bij zijn strot gegrepen. Het is fijn dat mensen je dan gelijk helpen en zo kun je het met elkaar oplossen. Maar afgezien van dat soort akkefietjes maak ik gelukkig vooral leuke dingen mee op mijn werk. En is er genoeg ruimte om ouderwets te ‘ouwehoeren’ met klanten en collega’s.”
Ze vervolgt: “Toen ik in Holten begon te werken, was de ALDI nog gevestigd op de Smidsbelt. Dus ik heb een verhuizing en allerlei kleine verbouwinkjes meegemaakt, evenals een grote verbouwing. De winkel ziet er vandaag de dag heel goed uit. Vroeger werd er weleens gezegd de ALDI geen uitstraling had, maar dat is sterk verbeterd en steeds meer mensen komen bij ons boodschappen doen. Daar ben ik wel trots op.”
Mensenmens
Het leukste aan haar werk vindt Ellen het contact met Holtenaren in de winkel. “Dat maakt ook dat ik elke dag met plezier naar mijn werk ga. Het contact met mensen, even gezellig kletsen wanneer ze bij me aan de kassa staan. Dat doe ik al zo lang dat ik veel vaste klanten heb die iedere dag een praatje komen maken. Hun kinderen zie ik praktisch opgroeien. Ik probeer interesse in hen te tonen en dingen te onthouden, waar ik dan de volgende keer weer naar vraag. Ik vind het fijn als mensen zich gezien voelen”, vertelt Ellen enthousiast.
“Wanneer ik klanten chagrijnig binnen zie lopen, probeer ik ervoor te zorgen dat ze lachend weer naar buiten stappen. Vaak lukt dat ook. En dat is ook gelijk het mooie aan Holten: wat je geeft, krijg je ook terug. Wanneer ik niet aan het werk ben, word ik regelmatig aangesproken door mensen op straat. Zowel binnen als buiten Holten! ‘Jij bent toch van de ALDI?’ Dat zijn dan heel gezellige gesprekken. Ik vind de Holtense mentaliteit erg prettig.”
Vrije tijd
Wanneer Ellen niet in de winkel staat, houdt ze zich met van alles en nog wat bezig. “Ik doe aan hardlopen, om al dat harde werken vol te houden”, knipoogt ze. “De oranje route op de Holterberg is erg mooi om te lopen. Ook heb ik een aantal keer met een collega de Vivera Run in Holten gelopen. Hoe vaak we dan wel niet ‘Hup Aldi!’ te horen krijgen… We moeten er altijd om lachen en daar krijgen we ook weer extra energie van!”
“Verder ben ik best wel een muziekliefhebber. Van Fleetwood Mac tot ACDC; ik vind eigenlijk alles gaaf. Ik houd ervan om naar concerten te gaan. Zo ben ik onlangs nog met vriendinnen naar de Ziggo Dome geweest om de tribute bands te zien spelen.”
Verder geniet ze van de ‘kleinere dingen’: “Het hoeft niet altijd grandioos te zijn. Wanneer we als gezin aan tafel samen eten en het gezellig is, vind ik dat al heel fijn. Ik ben best snel tevreden!”
Een andere baan?
Wanneer we Ellen vragen of ze zichzelf ooit nog ergens anders ziet werken, schiet ze in de lach: “Nou, ik heb toen ik dertig was weleens gedacht: ‘Moet ik niet wat anders proberen?’. Ik heb toen bij een speelgoedzaak gesolliciteerd. Maar toen ik daar voor de deur stond, wist ik eigenlijk al gelijk dat dat hem niet ging worden. Het supermarktwezen interesseert me veel meer. En bij een andere supermarkt aan de slag gaan, is al helemaal uit den boze…”
Toekomstplannen
Voorlopig zie je Ellen dus nog wel even achter de kassa of in de winkel rondlopen. “Ik heb het nog steeds enorm naar mijn zin! Dus als mijn gezondheid het toelaat, blijf ik graag in dezelfde rol werken tot aan mijn pensioen. Tegen die tijd ben ik ook vijftig jaar in dienst bij de ALDI. Dat lijkt me een bijzondere en mooie mijlpaal om te halen.”
En daarna? “Er zijn nog veel dingen die ik wil doen! Vooral veel genieten van mijn gezin, wandelen met mijn man en onze hond, zowel hier in Holten als op het strand. En ik wil graag nog een keer met elkaar op vakantie naar Turkije, waar we ons dertigjarige huwelijk hebben gevierd.”
“Verder lijkt het me leuk om na mijn pensioen nog vrijwilligerswerk in het ziekenhuis te doen. Mensen daar naar de juiste afdeling brengen bijvoorbeeld. Anders ga ik het contact met anderen toch te veel missen, denk ik. Ik moet een beetje reuring om me heen hebben. Wat ik in ieder geval niet ga doen, is stilzitten!”
Dankzij zorgeloosBulsink mijn woning verkocht
Dé makelaar waar u welkom bent voor advies en bemiddeling op maat.