Sportverenigingen helpen Rotterdam vooruit Vier jaar Sportplusprogramma in Rotterdam: hoe nu verder?
VERWEY-JONKER INSTITUUT
Niels Hermens, Vita Los en Freek de Meere m.m.v. Pieter Verhoogt (Sport2B) en Marnix van de Heg
Sportverenigingen helpen Het Sportplusprogramma • De gemeente Rotterdam wil met het Sportplusprogramma de maatschappelijke rol van sportverenigingen in de stad vergroten. Het programma is een van de maatregelen in het Uitvoeringsprogramma Sport 2011-2014 van de gemeente Rotterdam. Sportverenigingen kunnen op verschillende manieren een bredere maatschappelijke rol op zich nemen. Dit gebeurt in hoofdlijnen via twee manieren:
◦◦ ◦◦
Maatschappelijke activiteiten ondernemen, zoals sportaanbod verzorgen voor mensen met een lichamelijke beperking, sporttrajecten opzetten voor risicojeugd, re-integratietrajecten huisvesten en sportaanbod verzorgen voor mensen met psychosociale problemen. Maatschappelijke organisaties — zoals jeugdzorgorganisaties, ggz-instellingen of eerstelijnszorgverleners — attenderen op samenwerking met verenigingen, bijvoorbeeld voor het benutten van de accommodatie of het door cliënten laten verrichten van stages en vrijwilligerswerk bij de sportvereniging.
• Rotterdam Sportsupport ontwikkelt het Sportplusprogramma en voert het uit. Met
de ontwikkeling van het concept in 2011 had het programma vier hoofddoelstellingen:
◦◦ ◦◦ ◦◦ ◦◦
Ontwikkelen van sportverenigingen tot maatschappelijke partners. Ontwikkelen van sociale interventies op sportverenigingen samen met partijen uit de sociale sector. Op gang brengen van een beweging waarin andere sectoren sport als middel gaan gebruiken om maatschappelijke beleidsdoelstellingen te bereiken. De vitaliteit van de sportverenigingen verbeteren.
Figuur 1 De huidige Sportplusverenigingen
2
Rotterdam vooruit
• Sportplusadviseurs van Rotterdam Sportsupport ondersteunden binnen het Sport-
plusprogramma tussen 2011 en 2014 meer dan 19 sportverenigingen bij de ontwikkeling en uitvoering van hun maatschappelijke rol. In 2014 krijgen in totaal 19 sportverenigingen ondersteuning op maat. Vijftien van deze 19 sportverenigingen zijn officieel benoemd tot Sportplusvereniging. In tabel 1 geven we een overzicht van de 15 huidige sportverenigingen die op dit moment (september 2014) ondersteuning krijgen. Deze ondersteuning is op maat en is onder andere afhankelijk van het stadium waarin de maatschappelijke activiteiten van de sportvereniging zich bevinden.
• De inzet van de sportverenigingen, Rotterdam Sportsupport en organisaties in de
Rotterdamse sociale sector heeft gezorgd voor een breed scala aan maatschappelijke activiteiten op Rotterdamse sportverenigingen.
• Doordat iedere Sportplusadviseur de Sportplusverenigingen in een specifiek gebied
in Rotterdam ondersteunt, kennen zij de omgeving waarin de Sportplusverenigingen opereren. Daardoor kunnen zij snel contact leggen met relevante organisaties die werken in hetzelfde gebied. Daarnaast zijn de Sportplusadviseurs op deze manier een bekend gezicht bij de maatschappelijke organisaties uit het gebied. Naast de Sportplusadviseurs hebben de Buurtsportcoaches een belangrijke rol in het verbinden van sportverenigingen en sociale partijen. Ook de Buurtsportcoaches werken gebiedsgericht.
Startdatum Sportplus
Hoofdsport
Voorbeeld maatschappelijk project
1 XerxesDZB
Sportvereniging
Oktober 2011
Voetbal
Programmering RKF Playground Nesselande
2 Sv Atomium ’61
December 2011
Handbal
Bewegen op Recept
3 Kv O.Z.C.
Februari 2012
Korfbal
KombiFit
4 Rotterdam Basketbal
Maart 2012
Basketbal
Leercentrum Playing for Success
5 HC Feijenoord
Mei 2012
Hockey
Trainingen in achterstandswijken
6 Rc&vv V.O.C.
Mei 2012
Voetbal en cricket
Aanbod voor artrosepatiënten
7 TPP Rotterdam
Oktober 2012
Zaalvoetbal
Alleen jij bepaalt
8 Budovereniging Alexander
December 2012
Vechtsporten
Fighting4Change
9 Rsv Sperwers
Februari 2013
Korfbal
Schoolsportvereniging
10 Kv Nikantes
Augustus 2013
Korfbal
Bewegen naar Werk
11 Abdel-Kwan Rotterdam
November 2013
Taekwondo
Interventie Vechtsport voor iedereen
12 TTV Alexandria ’66
Februari 2014
Tafeltennis
Revalidatieproject
13 WION
Maart 2014
Korfbal
Dagbesteding cliënten Pameijer
14 OMHC
Maart 2014
Hockey
Wijksportvereniging
15 LTC Plaswijk
September 2014
Tennis
SeniorFit
Tabel 1 De huidige Sportplusverenigingen
3
Sportverenigingen helpen Onderzoek naar het Sportplusprogramma Het Verwey-Jonker Instituut onderzoekt het Sportplusprogramma tussen 2011 en 2014. Ieder jaar geven wij aanbevelingen voor de ontwikkeling van het Sportplusprogramma. In deze rapportage staat de toekomst van de Sportplusgedachte centraal. We bouwen hierbij voort op het onderzoek dat we vanaf 2011 naar het Sportplusprogramma hebben verricht. We beantwoorden vier vragen:
1. Op welke beleidsterreinen binnen de sociale sector kunnen maatschappelijke activiteiten op sportverenigingen een alternatief zijn voor bestaande interventies?
2. Aan welke voorwaarden moet een sociale interventie op een sportvereniging voldoen om maatschappelijk relevant te zijn?
3. Welk deel van de sportverenigingen in de stad Rotterdam kan aan de voorwaarden voldoen voor maatschappelijk relevante maatschappelijke activiteiten?
4. Wat moet gebeuren om maatschappelijke activiteiten van sportverenigingen en de
samenwerking tussen organisaties in het sociale domein en sportverenigingen in Rotterdam in de toekomst mogelijk te maken of houden?
Wat bleek tussen 2011 en 2013 uit het onderzoek naar het Sportplusprogramma?
4
2011
2012
In 2011 stonden we stil bij de ambities van het Sportplusprogramma en bespraken we de mogelijke maatschappelijke resultaten. Uit interviews met experts en wetenschappelijke literatuur concludeerden we dat sportieve sociale interventies kunnen bijdragen aan verschillende maatschappelijke beleidsdoelstellingen. Voor het helpen behalen van maatschappelijke beleidsdoelstellingen moet er wel voldoende aandacht zijn voor de (sociale) context waarin het sporten plaatsvindt. Onze eerste aanbeveling aan Rotterdam Sportsupport was dan ook: ondersteun sportverenigingen bij het verzorgen van een sociaal veilig en pedagogisch sportklimaat.
In 2012 constateerden we dat op de eerste tien Sportplusverenigingen veel verschillende maatschappelijke activiteiten ontstonden. Deze waren echter nog wel kleinschalig. We concludeerden ook dat de kans op structurele maatschappelijke activiteiten het grootst is als deze activiteiten aanliggen tegen de kern van de sportvereniging: het organiseren van sportactiviteiten. Na ĂŠĂŠn jaar Sportplus zagen we verder dat op het niveau van de sportvereniging drie factoren belangrijk zijn voor een bredere maatschappelijke rol van deze sportverenigingen. Deze drie factoren zijn de aanwezigheid van zogenoemde kartrekkers op de vereniging, draagvlak voor de maatschappelijke activiteiten bij de vrijwilligers en leden van de vereniging, en de (agogische) vaardigheden van betrokken vrijwilligers. Bovendien constateerden we dat het voor maatschappelijke activiteiten van sportverenigingen nodig is dat organisaties in de sociale sector sportverenigingen als een serieuze samenwerkingspartner beschouwen.
Rotterdam vooruit
2013
2014
In 2013 zagen we een toename van het aantal samenwerkingstrajecten tussen organisaties in de sociale sector en sportverenigingen. Hoewel het aantal maatschappelijke activiteiten van de Sportplusverenigingen niet toenam, waren deze wel meer ingebed in de sportverenigingen en de organisaties in de sociale sector. Bij enkele maatschappelijke activiteiten van de Sportplusverenigingen namen ook de deelnemersaantallen toe. De bestuurders en vrijwilligers van de Sportplusverenigingen kozen hierbij voor maatschappelijke activiteiten die aansloten bij de wensen en de kwaliteiten van de beschikbare vrijwilligers en bij de beschikbare accommodatie. Hiernaast zagen we in 2013 twee typen Sportplusverenigingen ontstaan: enkele Sportplusverenigingen ontwikkelden zich tot maatschappelijke partners met meerdere maatschappelijke activiteiten, de meerderheid tot sportverenigingen die een of enkele maatschappelijke activiteiten ondernemen. Ten slotte constateerden we dat organisaties die samenwerken met Sportplusverenigingen de maatschappelijke waarde van deze samenwerking positief inschatten.
In dit laatste jaar van het onderzoek naar het Sportplusprogramma hebben we: • interviews afgenomen met Rotterdamse beleidsmedewerkers op de terreinen Gezondheid, Wmo, Werk en Inkomen en Jeugd; • vier groepsinterviews afgenomen: drie met sportverenigingen, één met Sportplusadviseurs en andere medewerkers van Rotterdam Sportsupport; • met betrokkenen van vier maatschappelijke activiteiten van sportverenigingen de effectenarena ingevuld (www.effectenarena.nl); • de vitaliteitsmeting geanalyseerd; • een quickscan gedaan van bestaand onderzoek. De bevindingen van het onderzoek van dit jaar behandelen we op de volgende pagina’s.
5
Sportverenigingen helpen Sportplus en maatschappelijke beleidsdoelstellingen Op welke beleidsterreinen binnen de sociale sector zijn maatschappelijke activiteiten op sportverenigingen een alternatief voor bestaande interventies? In tabel 2 laten we zien wat hierover blijkt uit bestaand onderzoek. Daarnaast is te zien hoe vier sectoren in het Rotterdamse gemeentelijke beleid aankijken tegen een maatschappelijke rol van sportverenigingen. Verder is per sector te zien welke maatschappelijke activiteiten Rotterdamse sportverenigingen ondernemen. Beleidsterrein Gezondheid
Onderzoek Sport en bewegen draagt bij aan verschillende aspecten van de lichamelijke en geestelijke gezondheid.
In beleid Bewegen is onderdeel van het beleid, maar hierbij wordt nog in beperkte mate een link gelegd naar beweegactiviteiten op sportverenigingen.
Op Rotterdamse sportverenigingen Een aantal sport- en beweegprojecten voor specifieke doelgroepen, zoals ouderen en mensen met overgewicht. Een deel hiervan werd en wordt gefinancierd vanuit stimuleringsfondsen als de Sportimpuls en Herfstgoud.
Jeugd
Sporten kan bijdragen aan positieve ontwikkeling van (kwetsbare) jeugd. Voor een positieve ontwikkeling van jeugd door sport is wel een sociaal veilig sportklimaat nodig. Sportbegeleiders spelen een belangrijke rol bij het verzorgen van dit sociaal veilige sportklimaat.
Het Rotterdamse jeugdbeleid experimenteert via het stedelijke project ‘Sport in de jeugdketen’ met samenwerking tussen jeugdorganisaties en sportverenigingen. Specifieke aandachtspunten in deze pilot zijn: toeleiding van (kwetsbare) jeugd naar sportverenigingen, en pedagogische ondersteuning voor sportverenigingen door Rotterdam Sportsupport.
Veel activiteiten gericht op sportdeelname jeugd. Fighting4Change, Challenge010 en Alleen jij bepaalt zijn sportprogramma’s die specifiek persoonlijke ontwikkeling van (kwetsbare) jeugd nastreven. Bij een aantal van deze activiteiten heeft een Buurtsportcoach een belangrijke rol.
Arbeidsmarktre-integratie
Gezondheid vergroot de kans op een baan, geen directe effecten van sporten op een sportvereniging bekend. Onder gezondheid verstaan we hier lichamelijke, geestelijke en sociale gezondheid.
Sport en bewegen alleen opgenomen in beleid rondom sociale activering van mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Resultaat hiervan is een re-integratietraject op sportverenigingen.
Het re-integratietraject Bewegen naar Werk op meerdere sportverenigingen. Het sociale aspect is een belangrijk onderdeel van Bewegen naar Werk. Verder zijn er op verschillende sportverenigingen individuele trajecten.
Wmo
Sporten en bewegen zijn belangrijk voor het welbevinden van kwetsbare groepen. Bij sportactiviteiten voor deze groepen is een sociaal veilig sportklimaat erg belangrijk.
Vooral gericht op sportdeelname voor Veel kleinschalige projecten op mensen met een beperking. initiatief van sportverenigingen, en de Rotterdam Sport op Maat dag.
Tabel 2 Maatschappelijke activiteiten op sportverenigingen: onderzoek, beleid en de praktijk
6
Rotterdam vooruit
In tabel 2 vallen twee zaken op:
• Op de beleidsterreinen gezondheid, jeugd, werk en inkomen en Wmo kunnen sport-
en beweeginterventies een alternatief zijn voor bestaande interventies. Onderzoek laat namelijk zien dat sport- en beweeginterventies op sportverenigingen kunnen bijdragen aan de lichamelijke en geestelijke gezondheid van mensen, de ontwikkeling van jeugd en de zelfredzaamheid en het welbevinden van mensen met psychosociale problemen. Sport- en beweeginterventies kunnen ook een rol vervullen in het re-integratieproces van mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt, omdat een goede gezondheid de kans op betaalde arbeid vergroot.
• Vanuit het Rotterdamse jeugdbeleid en het Rotterdamse re-integratiebeleid (sociale
activering) zijn concrete projecten opgezet in samenwerking met sportverenigingen. Dit zijn ‘Sport in de jeugdketen’ en ‘Bewegen naar Werk’. Ook het Wmo-beleid en het gezondheidsbeleid benoemen sport en bewegen (op sportverenigingen) als een belangrijk middel tot het bereiken van hun doelstellingen. Dit uit zich bijvoorbeeld in de investering van de GGD in Buurtsportcoaches. Vanuit het gezondheidsbeleid en het Wmo-beleid zijn echter nog geen stedelijke projecten gestart in samenwerking met sportverenigingen, zoals ‘Bewegen naar Werk’ en ‘Sport in de jeugdketen’. De meeste maatschappelijke activiteiten die de Sportplusverenigingen zelf initiëren en uitvoeren, zijn juist gericht op doelgroepen van de Wmo en mensen met (beginnende) gezondheidsklachten.
7
Sportverenigingen helpen Vier maatschappelijke activiteiten op Sportplusverenigingen Hieronder brengen we voor vier maatschappelijke activiteiten van Sportplusverenigingen in beeld wat deze activiteiten precies inhouden. Ze zijn gekozen vanuit twee criteria: een spreiding over de thema’s jeugd, gezondheid en Wmo en een spreiding over type sportvereniging. Daarnaast was betrokkenheid van verschillende partijen een belangrijk criterium. We maken in tabel 3 inzichtelijk wat deze vier maatschappelijke activiteiten precies inhouden, wie erin investeren, wie investeren in de voorwaarden voor het bereiken van de doelstellingen en wat volgens de betrokkenen de effecten zijn.
Fighting4Change
Investeerders - BUDO Alexander/Unity ‘99 - FlexusJeugdplein - Rotterdam Sportsupport - NIVM - Buurtwerk Alexander - Oranje Fonds (€).
Activiteit(en) Individuele vechtsporttrainingen (acht weken) met als doel ontwikkeling agressieregulatie en zelfvertrouwen (Vechtsport met een Missie). De doelgroep bestaat uit jongeren in de jeugdhulpverlening. - Vechtsporttrainingen (acht weken) in groepen met als doel algemene gedragsverandering (Vechtsport Plus). De doelgroep bestaat uit jongeren op de sportverenigingen en jongeren uit de wijk. - Vechtsporttrainingen voor jongeren uit de wijk. - FlexusJeugdplein meldt jongeren aan voor Vechtsport met een Missie. - Trainingen voor sportleiders vanuit NIVM.
Alleen jij bepaalt - Rotterdam Basketbal - Accent praktijk-onderwijs (vo) - Rotterdam Sportsupport - Ministerie van Veiligheid en Justitie (€).
Basketballessen voor jeugd met een hoog risico op crimineel gedrag. Het programma heeft drie stappen: - Kick-off op school door sporter Rotterdam Basketbal. - Zes basketballessen tijdens gymlessen op school. - Groepje jongeren van school twee jaar lang twee maal per week basketballessen, en wedstrijden tegen teams uit andere steden. Een van de doelen is na twee jaar doorstroom naar lidmaatschap van sportvereniging.
Samen Sportief Afvallen
- Tempo ’34 - Beweegcentrum Beweging (fysiotherapie) - Huisartsen - Cowell - Rotterdam Sportsupport (voor verbinding met sportverenigingen) - Sportimpuls (€).
Tien-weekse cursus gezonde leefstijl voor volwassenen met gezondheidsklachten. Deze bestaat onder andere uit: - Tien keer individueel sporten met een beweegmaatje. - Tien keer in een groep sporten (eerste vijf onder begeleiding van een fysiotherapeut, tweede vijf bij een sportvereniging). - Eerstelijnszorgverleners en welzijnsprofessionals melden deelnemers aan.
Bean Bag Baseball
- HSV Saints - Laurens (Woonzorgcentrum Borgsate) - Humanitas - Aafje - Rotterdam Sportsupport - Herfstgoud (€).
-
Ontwikkelen beweegspel voor senioren (Bean Bag Baseball). Uitleggen spel bij zorgcentrum. Eens in de twee weken het spel spelen met senioren in het zorgcentrum. Een toernooi voor zorginstellingen uit de omgeving van HSV Saints.
Tabel 3 Vier maatschappelijke activiteiten van Sportplusverenigingen
8
Rotterdam vooruit
Voorwaarden - Sportvereniging organisatorisch en financieel op orde. - Korte lijntjes tussen betrokken partijen. - De trainer beschikt over agogische vaardigheden en over kennis van gedragsproblemen. - Sociaal veilig sportklimaat. - Hulpverleners die denken aan sport als middel in de jeugdhulpverlening (aangejaagd door bijvoorbeeld een Buurtsportcoach).
Effecten volgens betrokkenen - Deelnemers: meer zelfvertrouwen en betere omgang met agressie. - Maatschappelijke partij: alternatief binnen bestaand hulpaanbod, meer tijd voor rest van gezin als jongeren aan het sporten zijn, de sport als handvat tijdens hulpverleningsgesprekken. - Sportvereniging: goed opgeleide trainers, beter imago, meer sporters.
- Sportvereniging organisatorisch en financieel op orde. - Trainer die met doelgroep kan omgaan. - Sociaal veilig sportklimaat. Het klimaat is gericht op plezier in plaats van op prestatie.
- Deelnemers: betere gezondheid, meer doorzettingsvermogen, meer zelfvertrouwen, betere schoolprestatie, meer discipline. - Maatschappelijke partij: betere schoolprestaties, minder verveling op school door deelnemende leerlingen. - Sportvereniging: beter imago, meer sporters.
- Aandacht voor warme overdracht van fysiotherapeut naar sportvereniging. - Laagdrempelig sportaanbod op de sportvereniging. - Een professional die de samenwerking tussen de partijen in de wijk coรถrdineert.
- Deelnemers: meer sociale contacten, positieve stimulans, gezondere leefstijl (bij een deel van de deelnemers). - Maatschappelijke partijen: meer onderlinge samenwerking, nieuw aanbod. - Sportvereniging: beter imago, meer sporters.
- Ruimte om het spel te spelen. - Enthousiaste begeleiding.
- Deelnemers: verbeteren/consolideren motorische vaardigheden, sociale contacten, plezier. - Maatschappelijke partij: ruimer activiteitenaanbod. - Sportvereniging: meer betrokkenheid vrijwilligers, imago.
9
Sportverenigingen helpen De vier maatschappelijke activiteiten van sportverenigingen in tabel 3 komen op een aantal punten met elkaar overeen:
◦◦ ◦◦ ◦◦ ◦◦ ◦◦
Rotterdam Sportsupport heeft een rol in het verzorgen van de voorwaarden voor eventuele effecten. Een maatschappelijke partij, zoals jeugdzorg, een onderwijsinstelling en eerstelijnszorg, is erbij betrokken. De betrokkenen ervaren positieve effecten op het niveau van de deelnemers, de sportvereniging, de maatschappelijke partij. Een partij financiert de activiteit.
Bovenstaande overeenkomsten zijn visueel weergegeven in figuur 2.
Investeerders Een derde partij die zorgt voor projectsubsidie: - Oranje Fonds - Ministerie van Veiligheid en Justitie - Sportimpuls - Herfstgoud
Uitvoerende sportvereniging: - BUDO Alexander / Unity ’99 - Rotterdam Basketbal - Tempo ’34 - HSV Saints
Maatschappelijke partij: - FlexusJeugdplein - Accent praktijkonderwijs (vo) - Beweegcentrum - Woonzorgcentra
Rotterdam Sportsupport
Activiteiten Aanmelden deelnemers
De sportactiviteit: - Vechtsportinterventie - Basketbaltrainingen - Beweegactiviteiten voor mensen met gezondheidsklachten
Voorwaarden: - Sportverenigingen organisatorisch en financieel op orde - Trainer kan met doelgroep omgaan - Sociaal veilig sportklimaat - Sportminded hulpverleners / zorgverleners / etc - Accommodatie - Verbindende schakel tussen sportvereniging, sociale partij en andere investeerders
Effecten Sportvereniging: - Meer leden - Beter imago: trekt sponsors aan en zorgt ervoor dat meer mogelijk is bij bestuurders - Vitaliteit sportvereniging
Deelnemers: - Gezondheid - Vaardigheden en eigenschappen (impulscontrole, motoriek, doorzettingsvermogen, concentratie, zelfvertrouwen) - Sociale contacten
Maatschappelijke partij: - Alternatief hulptraject - Kwaliteit hulpaanbod en activiteitenaanbod - Meer tijd voor anderen als persoon aan wie hulp wordt gegeven aan het sporten is
Figuur 2 Maatschappelijke activiteiten van sportverenigingen: investeerders, voorwaarden en effecten
10
Rotterdam vooruit Voorwaarden voor maatschappelijk relevante activiteiten op sportverenigingen Voorwaarden voor maatschappelijk relevante activiteiten op sportverenigingen zijn in te delen in voorwaarden op het niveau van de sportvereniging en voorwaarden op het niveau van de activiteit. De verenigingsvoorwaarden zijn:
• vitaliteit (degelijk financieel beleid, continuïteit en kwaliteit in bestuurlijk en ander vrijwillig kader, een geschikte accommodatie);
• een sociaal veilig sportklimaat; • een maatschappelijke drive (waaronder draagvlak voor maatschappelijke activiteiten binnen verschillende geledingen van de sportvereniging).
De voorwaarden op het niveau van de maatschappelijke activiteit zijn:
• betrokkenheid van sportbegeleiders met kennis van de doelgroep van de activiteit; • betrokkenheid van een maatschappelijke partij, zoals een jeugdzorgorganisatie, een
onderwijsinstelling of eerstelijnszorgverleners (dit zorgt voor een toestroom van deelnemers, wat een belangrijke voorwaarde is voor maatschappelijke rendement);
• een lokale partij die de activiteit financiert. • Een lokale partij die verbindt, ontwikkelt en initieert blijkt nodig om sportverenigingen te ondersteunen deze voorwaarden te realiseren.
Hieronder gaan we in op de mate waarin de verenigingsvoorwaarden aanwezig zijn bij Rotterdamse sportverenigingen.
Sportverenigingen waar maatschappelijke activiteiten kunnen plaatsvinden
• Rotterdam Sportsupport neemt jaarlijks bij de Rotterdamse sportverenigingen de
vitaliteitsmeting af. Voor deze vitaliteitsmeting vullen de sportverenigingen een vragenlijst in. Wij hebben enkele stellingen uit de vitaliteitsmeting gebruikt om uitspraken te doen over welk deel van de Rotterdamse sportverenigingen maatschappelijke activiteiten kan ondernemen. Anders gezegd: welk deel van de Rotterdamse sportverenigingen voldoet aan bovengenoemde verenigingsvoorwaarden? 205 Rotterdamse sportverenigingen vulden de vitaliteitsmeting in.
• Uit de vitaliteitsmeting blijkt het volgende: ◦◦ ◦◦
Bijna de helft van de 205 Rotterdamse sportverenigingen die de vitaliteitsmeting hebben ingevuld, voldoet aan zes van de acht stellingen over vitaliteit. We beoordelen de vitaliteit van deze 101 sportverenigingen als voldoende voor het uitvoeren van maatschappelijke activiteiten. Iets minder dan twee derde van de 205 sportverenigingen die de vitaliteitsme-
11
Sportverenigingen helpen
◦◦
ting hebben ingevuld, voldoet aan twee van de drie stellingen over een sociaal veilig sportklimaat. We beoordelen het sportklimaat van deze sportverenigingen als voldoende veilig voor maatschappelijke activiteiten. Bijna 90 procent (180) van de 205 sportverenigingen die de vitaliteitsmeting hebben ingevuld, noemt minimaal één van de doelstellingen gerelateerd aan maatschappelijke activiteiten bij hun vijf belangrijkste doelstellingen. Achtenvijftig sportverenigingen noemen minimaal twee van de doelstellingen gerelateerd aan maatschappelijke activiteiten bij hun vijf belangrijkste doelstellingen.
• Uit de vitaliteitsmeting blijkt dat 69 sportverenigingen in Rotterdam voldoen aan de
drie voorwaarden voor maatschappelijke activiteiten. Deze sportverenigingen zijn voldoende vitaal en voldoende sociaal veilig, en noemden daarnaast minstens één maatschappelijke doelstelling bij hun vijf belangrijkste doelstellingen. Wanneer we een criterium hanteren van minstens twee maatschappelijke doelstellingen bij de vijf belangrijkste doelstellingen, blijven 21 sportverenigingen over. Om Sportplusvereniging te worden, worden overigens eigen criteria door Rotterdam Sportsupport gehanteerd.
Conclusies en Aanbevelingen De belangrijkste conclusies uit vier jaar onderzoek naar het Sportplusprogramma zijn:
• Op de Sportplusverenigingen is een breed scala aan maatschappelijke activiteiten
ontstaan. Vaak lag het initiatief voor deze maatschappelijke activiteiten bij de sportvereniging. De kans op voortbestaan is het grootst wanneer vervolgens een organisatie in de sociale sector in deze activiteit investeert. We doelen hier niet alleen op investering in geld, maar het kan ook gaan om het anders inzetten van bestaande financiering of om de inzet van menskracht.
• Op de beleidsterreinen gezondheid, jeugd, werk en inkomen en Wmo kunnen sport-
en beweeginterventies op sportverenigingen een alternatief zijn voor bestaande interventies. Dit blijkt uit onderzoek. Hoewel de maatschappelijke activiteiten van de Sportplusverenigingen zich op al deze vier beleidsterreinen begeven, zijn alleen vanuit het Rotterdamse jeugdbeleid en het Rotterdamse reintegratiebeleid (sociale activering) stedelijke programma’s op sportverenigingen ontwikkeld. Vanuit het Wmo-beleid en het gezondheidsbeleid vindt vooral investering plaats in netwerkvorming, bijvoorbeeld via Buurtsportcoaches.
• De kans van slagen van maatschappelijke activiteiten van sportverenigingen is het grootst als:
◦◦ ◦◦ ◦◦
de vereniging ondersteuning krijgt bij het verzorgen van de voorwaarden voor eventuele effecten; een maatschappelijke partij, zoals jeugdzorg, een onderwijsinstelling of eerstelijnszorg, (mee-)investeert in de activiteit; er financiering is voor de ontwikkeling en mogelijk ook borging van het project.
• Zeker
69 Rotterdamse sportverenigingen kunnen en willen een of enkele maatschappelijke activiteiten ondernemen. Hiermee is Sportplus een integraal onderdeel geworden van het werk van Rotterdam Sportsupport. Sportplusadviseurs en Buurtsportcoaches verbinden binnen de verschillende gebieden in Rotterdam sportverenigingen met maatschappelijke ambities en organisaties in de sociale sector met elkaar.
12
Rotterdam vooruit Wat moet gebeuren om maatschappelijke activiteiten op sportverenigingen en de samenwerking tussen organisaties in het sociale domein en sportverenigingen in Rotterdam in de toekomst mogelijk te maken? We beantwoorden deze vraag met vijf aanbevelingen voor Rotterdam Sportsupport, het gemeentelijke sociale beleid van Rotterdam en organisaties in de sociale sector.
1. Gebruik de nieuwe lokale verhoudingen De sociale sector (beleidsmedewerkers en professionals) lijkt op dit moment tijdelijk minder open te staan voor samenwerking met sportverenigingen. Als oorzaak noemen zij de decentralisaties op de terreinen zorg, jeugd en participatie. Samenwerking met sportverenigingen past echter juist binnen de uitgangspunten van de veranderingen in het sociale beleid. Zo is een van de uitgangspunten het voorkomen van formele zorg door vormen van informele zorg. Sporten of bewegen binnen speciale sport- en beweegactiviteiten op een sportvereniging, zijn een voorbeeld van informele zorg. We bevelen daarom aan dat beleidsmakers en organisaties in het sociaal domein juist nu inzetten op samenwerking met sportverenigingen met maatschappelijke ambities. Het is dan van belang dat Rotterdam Sportsupport zicht heeft op welke sportverenigingen een bredere maatschappelijke rol willen en kunnen vervullen.
2. Doorgaan met de ontwikkeling van maatschappelijke activiteiten op sportverenigingen Projecten en programma’s als Samen Sportief Afvallen, Fighting4Change en Bewegen naar Werk laten zien dat de Sportplusverenigingen plekken zijn waar maatschappelijke activiteiten op sportverenigingen ontwikkeld worden. We bevelen aan dat de sportverenigingen, Rotterdam Sportsupport, organisaties in de sociale sector en het Rotterdamse sociale beleid doorgaan met de ontwikkeling van maatschappelijke activiteiten op sportverenigingen. Financiering van een externe partij (landelijk of lokaal) is daarbij een belangrijke voorwaarde. Als we afgaan op de wetenschappelijke literatuur dan zijn positieve resultaten te verwachten bij de ontwikkeling van sport- en beweegactiviteiten voor onder andere dementerende senioren, mensen met psychosociale problemen en mensen met gezondheidsklachten.
3. Ontwikkel
met sportverenigingen stedelijke sport- en beweegprogramma’s voor doelgroepen van het gezondheidsbeleid en het Wmo-beleid
Binnen het Rotterdamse gezondheidsbeleid en Wmo-beleid is veel aandacht voor bewegen als onderdeel van een gezonde leefstijl. Het gezondheidsbeleid probeert verbindingen te leggen tussen (eerstelijns)zorgverleners en sportverenigingen. Dit gebeurt onder meer door investeringen in Buurtsportcoaches. Het lijkt er echter op dat deze verbinding moeilijk van de grond komt. Zorgverleners denken bijvoorbeeld dat mensen met gezondheidsklachten zich niet prettig voelen op een sportvereniging, dat deze hoofdzakelijk gericht zijn op prestatief sporten en dat speciaal sportaanbod op een sportvereniging alleen tijdelijk van aard is. Sportverenigingen zelf willen juist graag sportaanbod ontwikkelen voor specifieke groepen. Het organiseren van specifiek sportaanbod is immers iets wat tegen hun kernfunctie – de organisatie van sport – aanligt. We bevelen daarom aan dat de afdelingen Gezondheid en Wmo van de gemeente Rotterdam – samen met Rotterdam Sportsupport – deze opgave serieus nemen. Het leggen van verbindingen tussen (eerstelijns)zorgverleners en sportverenigingen verdient prioriteit. Deze verbindingen moeten op het niveau van de wijk ontstaan, omdat de eerstelijnszorg
13
Sportverenigingen helpen op wijkniveau is georganiseerd en er in iedere wijk andere partijen bij betrokken zijn. De individuele al bestaande projecten op de Sportplusverenigingen zijn daarom op veel plekken als startpunt te gebruiken.
4. Een lokale partij die ondersteuning geeft aan sportverenigingen Sportverenigingen geven aan dat zij baat hebben bij een lokale partij die hen ondersteunt bij de organisatie en uitvoering van maatschappelijke activiteiten. Uit de vier projecten in tabel 3 blijkt daarnaast dat veel sportverenigingen professionele ondersteuning nodig hebben bij het op orde brengen van de voorwaarden voor maatschappelijk rendabele activiteiten. Wij bevelen aan dat een lokale partij deze rol op zich neemt, omdat deze de lokale context kent. Zo’n partij kan door de kennis van de lokale context goed inschatten welke ondersteuning een sportvereniging nodig heeft en welke partijen uit de omgeving van de sportvereniging relevante samenwerkingspartners zijn.
5. Zorg voor een goede registratie van de kosten en resultaten van maatschappelijke projecten van sportverenigingen
Een goede registratie is nodig van de kosten (ook tijd) die partijen investeren in een project, het aantal deelnemers, hun achtergrondkenmerken en de resultaten voor de deelnemers en andere betrokken partijen. Wij bevelen aan dat Rotterdam Sportsupport enkele maatschappelijke activiteiten kiest om dit in beeld te brengen, en met registratie door te gaan waar deze al plaatsvindt, zoals dat het geval is bij Bewegen naar Werk, Challenge010 en Fighting4Change. De registratie van dit type gegevens maakt het in de toekomst mogelijk uitspraken te doen over het maatschappelijk rendement van maatschappelijke activiteiten op sportverenigingen. Maar belangrijker nog: het zorgt voor een goede beschrijving van het project en daarmee voor vertrouwen bij partijen werkzaam in de sociale sector, zoals (eerstelijns)zorgverleners.
14
Rotterdam vooruit Aanbevelingen samengevat Tabel 4 geeft ten slotte een overzicht van de aanbevelingen. De tabel laat zien welke partijen wat zouden moeten doen om maatschappelijke activiteiten van Rotterdamse sportverenigingen in de toekomst mogelijk te maken.
Aanbeveling 1
Sociaal beleid Rotterdam Inzetten op samenwerking met sportverenigingen met maatschappelijke ambities.
Aanbeveling 2
Aanbeveling 3
Organisaties in sociale sector Rotterdam Inzetten op samenwerking met sportverenigingen met maatschappelijke ambities. Ontwikkelen maatschappelijke activiteiten op sportverenigingen.
Wmo- en gezondheidsbeleid: verdergaan met verbindingen leggen tussen eerstelijnszorg en sportverenigingen (deze verbindingen niet stedelijk, maar juist per gebied leggen).
Erkennen mogelijkheden van sportverenigingen, die meer zijn dan prestatiegerichte sportverbanden
Aanbeveling 4
Aanbeveling 5
Rotterdam Sportsupport en sportverenigingen Inzicht geven in sportverenigingen die een bredere maatschappelijke rol willen en kunnen vervullen. Ontwikkelen maatschappelijke activiteiten op sportverenigingen. Verdergaan met verbindingen leggen tussen eerstelijnszorg en sportverenigingen (deze verbindingen niet stedelijk, maar juist per gebied leggen).
Ondersteunen van sportverenigingen bij het op orde brengen van de voorwaarden voor maatschappelijk relevante activiteiten. Registratie kosten, investeerders, resultaten en effecten van samenwerking met sportverenigingen.
Registratie kosten, investeerders, resultaten en effecten van maatschappelijke activiteiten van sportverenigingen.
Tabel 4 Samenvatting aanbevelingen
15
Oktober 2014