Erfgoedverkenning drenthe 17 06 15 losse paginas kl

Page 90

Hoeders van het cultuurlandschap

heeft onder meer de opdracht om bij te dragen aan het behoud en het voor het voetlicht brengen van zowel natuur als cultuurhistorie in deze landschappen. De vergaderingen van de stuurgroep worden voorbereid door de projectgroep. De projectgroep krijgt op haar beurt weer input van de werkgroepen Recreatie, Communicatie & Educatie en Holtingerveld. Molenstichting Drenthe (G8) De Drentse molens (ongeveer 35 rijksmonumenten) hebben veel verschillende eigenaren, voornamelijk gemeentes en stichtingen. De Molenstichting Drenthe (anno 1974) bezit er zelf twee. Het doel van de stichting is het molenbehoud. Daarbij gaat het om restauratie en onderhoud (zonder subsidies onmogelijk), het opleiden van vrijwillige molenaars en het streven naar een goede molenbiotoop (windvang). Er is een mobiele expositie en een eigen website. Jaarlijks trekken de Drentse molens samen 25.000 bezoekers. Het is een vrijwilligersorganisatie. Waterschap Vechtstromen (G9) Als waterbeheerder van oude kunstwerken in waterlopen, voelt het waterschap zich verbonden met Drents erfgoed voor zover dat watergebonden is (oppervlaktewater en ondiep grondwater). Waterschap Hunze en Aa’s (G10) Op de waterkaart (website) is te zien hoe met het watererfgoed wordt omgegaan. Recreatieschap Drenthe (G11) Het Recreatieschap probeert Drents erfgoed onder de aandacht van recreanten en toeristen te brengen. De organisatie bestaat 30 jaar en draait op bijdragen van gemeentes. Het doel is dat meer toeristen naar Drenthe komen, zij langer blijven en meer besteden. Het recreatieschap is op provinciale schaal betrokken bij de aanleg van recreatieve en toeristische voorzieningen.

Toerisme en recreatie Drenthe is een aantrekkelijke vakantiebestemming. (G11) ­Toerisme en recreatie zijn kleinschalig, gericht op natuurbele-

90

ving, het landschap en erfgoed. Hierbij past: wandelen, fietsen, atb’en (‘all terrain bike-en’), paardrijden, kanovaren, mountainbiken, op pad gaan met een gids, museumbezoek, boeren­ camping – maar ook werkdagen in het landschap. Recreatie en toerisme bieden vaak een verdienmodel onder de herbestemming van monumenten. Die herbestemming biedt andersom kansen voor de versterking van recreatie en toerisme en de economie. Het doel moet zijn dat recreatie bijdraagt aan het duurzaam in stand houden van ons erfgoed (panden en landschappen). (G5) Er zijn veel kansen als de samenwerking op het gebied van ­promotie kan verbeteren en als de musea de ruimte en ­mogelijkheden krijgen om zich eigentijds te ontwikkelen met voldoende financiële middelen. Denk hierbij ook aan andere communicatiemiddelen, zoals apps en websites. Kansen – Speciale activiteiten en evenementen werken als een ­magneet op toeristen: fietsroutes, wandel- en fiets­ vierdaagse, de TT, kolonistendagen (Frederiksoord), ­monumentendagen, etc. – Het verhaal van de vestingstad Coevorden zou nog meer uitstraling kunnen krijgen als er een extra impuls aan het terugbrengen van het centrum in oude stijl zou worden gegeven. (G2) – De verwachting is dat het Geopark de Hondsrug meer ­toeristen zal trekken. (G2) – Het potentiële werelderfgoed van de Koloniën van Weldadigheid levert een grote impuls voor (erfgoed)toerisme.

Communicatie en educatie Communicatie en educatie – daar begint alles mee: het gaat om bewustwording van de wortels, het eigene en de kwaliteit daarvan, de bewustwording van de kwaliteit van het erfgoed en daarmee het kweken van trots op het eigene en de identiteit van de omgeving.

E r f g o e d v e r k e n n i n g D r e n t h e   |   S T E E N H U I S M E U R S   |   1 7 j uni 2 0 1 5

– Jong beginnen door projecten en excursies op de basisscholen. (G8) – De educatie kan beter. Logische partners zijn Landschap Drenthe, vanuit het perspectief van natuur, en IVN, vanuit de ervaring met scholen. Primair doel is mensen verleiden om daadwerkelijk de handen uit de mouwen te steken en onderhoud met kennis (deskundigheid) uit te voeren. Daarnaast kan worden gewerkt aan het versterken van de toegankelijkheid van het landschap (wandelroutes e.d.) en het zichtbaar maken van de geschiedenis en de cultuurhistorische rijkdom van het landschap. (G1) – De aanpak verschilt sterk per gemeente. Te veel versnip­ pering en te weinig aandacht voor het erfgoed in de eigen omgeving. Weinig contact tussen scholen, musea en organisaties. Er moet een goed educatief pakket worden ontwikkeld, waarbij leerlingen ook op locatie dingen gaan bekijken of doen. We moeten meer gebruik maken van educatieve games. Aandacht voor erfgoed komt met de jaren; maar mensen moeten er wel op geattendeerd worden. (G2) – Educatieve programma’s: er is veel lesmateriaal op het web, gericht op inwoners en op de toerist die in dit gebied is. Wij werken nauw samen met de musea. De ambitie is om het product te verbeteren, de verhaallijn ‘Boeren’ uit te werken en meer bijzondere arrangementen te ontwikkelen (safari’s met een bijzondere beleving, kinderprogramma’s). (G2) – Er is meer aandacht nodig, maar op een nadere manier: educatieve games, die bijv. via facebook worden gedeeld. – Natuureducatie en erfgoededucatie gaan samen. Het een staat niet los van het ander. (G4) – Educatie draagt bij aan de bewustwording van je wortels, de eigenheid van het gebied waarin woont en trots op het eigen ‘land’. Die trots is een belangrijk ‘wapen’ in het behoud van de unieke Drentse kwaliteiten en het eigen erfgoed en zorgt ervoor dat ook onze jeugd de erfenis weer wil doorgeven. Trots op het verleden wordt daarmee de basis voor een trotse eigen toekomst. (G5) – Erfgoededucatie begint door kinderen met de voeten in het veen (letterlijk) te laten ervaren wat Drenthe is en met je doet. (G7)


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.