Jaarverslag overijssel 2014

Page 1

2014 Jaarverslag Focussen, prioriteren, uitvoeren

mei 2015



Jaarverslag 2014 Realiseren in een nieuwe realiteit Focussen, prioriteren, uitvoeren

mei 2015


Colofon Datum mei 2015 Oplage Digitaal Coรถrdinatie en productie eenheid Bedrijfsvoering Fotografie provincie Overijssel Vormgeving Meindertsma creative company, Zwolle Vragen Dhr. R. Scheutjens Telefoon 038 499 89 57 MP.Scheutjens@overijssel.nl Dhr. H.J. Vorenkamp Telefoon 038 499 90 95 H.Vorenkamp@overijssel.nl Redactieadres Provincie Overijssel Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 postbus@overijssel.nl www.overijssel.nl

2

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Inhoudsopgave 1

Inleiding

4

2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9

Kerntaken Duurzame ruimtelijke ontwikkeling en inrichting, waaronder waterbeheer Milieu en energie Inrichting landelijk gebied Regionale bereikbaarheid, regionaal OV Regionale economie Culturele infrastructuur en monumentenzorg Kwaliteit openbaar bestuur Sociale infrastructuur, jeugdzorg en overige niet-kerntaken Gebiedsontwikkelingen

14 17 32 46 64 80 96 107 117 130

3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7

Paragrafen Provinciale heffingen Weerstandsvermogen Kapitaalgoederen Financiering Bedrijfsvoering Verbonden partijen Grondbeleid

138 139 144 148 150 158 169 199

4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7

Jaarrekening 2014 Grondslagen van resultaatbepaling en waardering Overzicht van baten & lasten Toelichting op het overzicht van baten & lasten Balans Toelichting op de balans Personeelsgebonden lasten Single information, Single audit (SiSa)

208 209 211 212 230 232 302 307

5 5.1 5.2 5.3

Provinciale organisatie Provinciale Staten College van Gedeputeerde Staten Ambtelijke organisatie

308 309 309 311

6

Woordenlijst

314

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant

320

Bijlagen Bijlage 1 Incidentele lasten en baten Bijlage 2 SiSa bijlage verantwoordingsinformatie 2014 op grond van artikel 3 van de Regeling informatieverstrekking SiSa Bijlage 3 Kracht van Overijssel + DIA + IIO

326 334 340

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

3


H1 4

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 1 Inleiding

1. Inleiding 2014 was het laatste volle jaar in deze collegeperiode. Het hoofdlijnen­ akkoord waar we de afgelopen vier jaar vol overgave aan hebben gewerkt kenmerkte zich door een open uitnodiging aan de Overijsselse samen­ leving, onze partners, andere overheden en alle partijen in uw Staten om de kracht van Overijssel te behouden en verder te ontwikkelen. Rentmeesterschap, vrijheid en verantwoordelijkheid waren hierbij onze leidmotieven. We wilden vanuit een andere benadering, passend bij de veranderende samenleving, de maatschappelijke opgaven in gezamenlijkheid oppakken. Het is ons gelukt om de realisatie van het hoofdlijnenakkoord goeddeels af te ronden terwijl er veel rumoer over de inrichting van ons staatsbestel was en ons takenpakket behoorlijk wijzigde. Ook staat de Overijsselse economie nog altijd fors onder druk en zien onze voornaamste partners zich geconfronteerd met een steeds beperktere investeringsruimte. Het besef van belang van vitale samenwerking is daardoor groter dan ooit, de kwetsbaarheid ervan evenzeer. In de afgelopen collegeperiode 2011 - 2014 is middels het investeringsprogramma Kracht van Overijssel een bedrag van ruim € 531 miljoen aan projectgelden geïnvesteerd in de Overijsselse samenleving. Maatschappelijke opgaven op het gebied van o.a. regionale economie, bereikbaarheid, milieu en energie, inrichting landelijk gebied, netwerksteden en ruimtelijke ordening hebben in deze periode forse impulsen gekregen. Over de gehele periode is in totaal bijna 90% van het begrote investeringsbedrag daadwerkelijk besteed. Daarmee zijn belangrijke, vaak langjarige, projecten en ontwikkelingen in gang gezet, en deels in de afgelopen jaren tot realisatie gekomen. In andere gevallen zijn onomkeerbare stappen tot realisatie gezet. In 2014 werd het natuurbeleid verder naar de provincies gedecentraliseerd, is een behoorlijk deel van de WABO-bevoegdheden overgegaan naar gemeenten, droegen provincies de jeugdzorgtaken over, bereidden gemeenten zich voor op de decentralisaties in het sociale domein en werd de Wgr+ status opgeheven. Deze ontwikkelingen zorgen voor verschuivingen in het formele takenpakket van provincies en gemeenten, maar maken ook dat de bestuurlijke verhoudingen binnen Overijssel veranderen. Daarnaast vroeg de meer horizontaal georiënteerde samenleving een andere rolinvulling van ons als provincie om de maatschappelijke opgaven adequaat op te pakken. Het in IPO-verband vastgestelde Kompas 2020 herbevestigde onze samenwerkingsstijl en resulteerde in een verdere concretisering van ons profiel voor onze partners. Veel van onze ambities hebben we weten te realiseren. Niet alleen dankzij onze eigen inzet, maar bovenal omdat we er vaker in slagen om de energie van onze partners tijdig te (h)erkennen en daarbij aansluiting te vinden. Steeds meer komen we vroegtijdig in gesprek met inwoners, het bedrijfsleven, onderwijsinstellingen, maatschappelijke organisaties, en medeoverheden. Zo trekken we met een veelheid aan partners op in het programma Samen werkt Beter, ontwikkelen we in gezamenlijkheid een koers voor de verdere versterking van de Regio Zwolle, dragen we actief bij aan het pakken van de kansen zoals geschetst door de commissie van

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

5


Wijzen en geven we via het initiatief ‘ruimte voor ruimdenkers’ creatieve ondernemers de kans met onorthodoxe ideeën te komen over leegstand. Van voorkantsturing naar voorkantsamenwerking!

Wat hebben we bereikt? In hoofdstuk 2 van dit jaarverslag geven we per kerntaak aan welke ambities we hebben gerealiseerd. In de inleiding informeren we u over enkele meest in het oog springende resultaten. Revisie Omgevingsvisie – In 2014 hebben we een start gemaakt met de Revisie van de Omgevingsvisie. Juni 2014 hebben we in overleg met u de reikwijdte bepaald van de revisie. Voor vier majeure thema’s –transitie agro & food, logistiek, leefomgeving en ruimtelijke kwaliteit in bestaand bebouwd gebied en energietransitie - brengen we samen met onze partners in kaart wat de maatschappelijke opgave is en wat onze rol en ambitie zou kunnen zijn bij deze verschillende thema’s. We geven de uitwerking vorm door actief de dialoog aan te gaan via huiskamer- en rondetafelgesprekken. Daarnaast wordt de Omgevingsvisie geactualiseerd op gewijzigd beleid en wet- en regelgeving, waaronder de 3D benadering van de ondergrond. Reprogrammeren woon- en werklocaties – De regionale woonvisies zijn in 2014 voltooid. Vanuit een gezamenlijk besef dat het geprogrammeerde woning- en werklocatiesaanbod onvoldoende aansluit bij de vraag vormen de woonvisies een opmaat naar nieuw op te stellen woonafspraken in 2015. Ten aanzien van de werklocaties zetten we onder meer via de subsidieregeling ‘Aanpak Leegstand Kantoren’ en Herstructeringsmaatschappij Bedrijventerreinen Overijssel in op het beter matchen van vraag en aanbod. Het matchen van het verwachte vraag en aanbod blijkt ook bij het Regionaal Bedrijventerrein Twente een lastige opgave te zijn. Om hier beter inzicht in te krijgen, zijn onderzoeken verricht door onafhankelijke bureaus. Dit heeft geleid tot aanbevelingen en een aanpassing van de grondexploitatie om deze toekomstbestendig te maken. Tevens wordt via de revisie van de Omgevingsvisie het instrumentarium herijkt om actiever te kunnen sturen op de bestaande overprogrammering. Voor het perspectief op herstel is het noodzakelijk dat doortastende keuzes worden gemaakt door alle betrokkenen. Gebiedsontwikkeling IJsseldelta-Zuid – De gebiedsontwikkeling IJsseldelta-Zuid omvat het project Ruimte voor de Rivier, de herontwikkeling van het recreatiegebied Roggebot en de agrarische structuurversterking. Voorjaar 2014 hebben we de 18 bestemmingsplannen en hoofdvergunningen voor beroep ter inzage gelegd. Daarnaast hebben we in september de realisatie van het project via een innovatieve aanbestedingsprocedure gegund aan de aanneemcombinatie Isala Delta. Tevens hebben we voortgang geboekt bij de minnelijke verwerving van het merendeel van de laatste benodige percelen. Desondanks moeten naar verwachting circa 4 percelen worden onteigend en zal voor één perceel ontpachting op basis van de Pachtwet nodig zijn. Voor het recreatiegebied Roggebot hebben we een optie- en een exploitatieovereenkomst voorbereid met een marktpartij. Het project agrarische structuurverbetering is in november 2014 afgerond. Gebiedsontwikkeling Noordoost-Twente – Er wordt volop gewerkt aan de uitvoering van de 13 initiatieven die vanuit de samenleving zijn opgezet. De 13 projecten maken Noordoost-Twente elk op hun eigen manier sociaaleconomisch sterker. Ze verbeteren de ruimtelijke kwaliteit en de werkgelegenheid, arbeidsparticipatie, duurzaamheid, leefbaarheid in de kernen . De initiatiefnemers hebben in totaal 120 ambassadeurs van hun projecten gevonden. Er is kortom draagvlak. Deze initiatieven zijn een mooi voorbeeld van de nieuwe rolverdeling tussen overheid en samenleving. Als bewoners en ondernemers echt iets willen, komen er projecten van de grond en is een rol van de overheid als trekker overbodig en kan volstaan worden met een beperkte financiële bijdrage of faciliterende rol. Nieuwe Energie – In 2014 is besloten het lopende programma Nieuwe Energie te herijken om zodoende een verdere impuls te geven aan het vergroten van het aandeel hernieuwbare energie. Daarnaast hebben we een start gemaakt met het ontwikkelen van beleidsvarianten hoe we na

6

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 1 Inleiding

beëindiging van het huidige programma onze ambities vorm zouden kunnen geven. Twee tastbare mijlpalen in 2014 als uitvloeisel van onze inspanningen waren het realiseren van de 10.000e woning in de provincie die verduurzaamd is en de start van de bouw van de Pyrolisefabriek in Hengelo. Het saneren van asbest – We hebben op meerdere fronten forse stappen gezet in de sanering van de aanwezige asbestproblematiek. Stappen waarvan het belang onder meer onderstreept wordt door de aankondiging van het ministerie dat per 1 januari 2024 een verbod ingesteld wordt op asbesthoudende daken. Meer concreet heeft onze energie zich in 2014 gericht op het daadwerkelijk saneren van de genoemde problematiek, maar ook op de intentieovereenkomst voor de aanpak van verwijdering van asbestdaken op bedrijventerreinen, de subsidieregeling ‘asbestdaken eraf, zonnepanelen erop’ en de succesvolle lobby richting het Rijk om ook voor de komende jaren substantiële financiële steun te verwerven voor het realiseren van deze ambitie. Daarnaast heeft de staatssecretaris op 30 oktober 2014 de schriftelijke toezegging gedaan om voor de periode 20162020 een bedrag van 38 miljoen euro ter beschikking te stellen voor de meest risicovolle asbestbodemsaneringslocaties binnen de provincie Overijssel. Programma mobiliteit – De verschillende onderdelen van het KvO-programma mobiliteit hebben grotendeels hun besluitvorming gekend en bij een aantal is zelfs de realisatie al gestart. Het betreft een veelheid aan investeringen. Denk hierbij aan de treindienst Hengelo-Bielefeld, knooppunt Herfte, de elektrificatie spoor Zwolle-Enschede, en de ongelijkvloerse kruisingen N35 bij Nijverdal. Daarnaast is voor de N35 Wijthmen-Nijverdal een maatregelenpakket opgesteld ter verbetering van de verkeersveiligheid en bevordering van de doorstroming. Met het Rijk zijn afspraken gemaakt over de versterking van een aantal bruggen over de Twentekanalen. Via het programma ketenmobiliteit is een verdere impuls gegeven aan het beter op elkaar laten aansluiten van vervoersmodaliteiten, stimulering van de fiets en gedragsbeïnvloeding. Herijking openbaar vervoer – In 2014 hebben we flinke stappen gezet in de transitie van het openbaar vervoer. De gewijzigde vraag, de nieuwe mogelijkheden qua aanbod in combinatie met het terugdringen van exploitatietekorten onderschrijven het belang van deze ombouw. Om de ombouw mogelijk te maken hebben uw Staten extra middelen beschikbaar gesteld. De eerste effecten hebben hun doorvertaling gevonden in de dienstregeling van december 2014. Samen met de al eerder genomen maatregelen bij de regiotaxi draagt dit substantieel bij aan het realiseren van de voorgenomen efficiencyslag voor 2015. N340 – In april 2014 hebben uw Staten een herzieningsbesluit genomen over de N340/N48 en de N377. Dit betekende een herziening van scope en budget van het project. Het project bevindt zich in de fase van planvoorbereiding waarbij een ontwerp tot stand gebracht wordt dat past binnen de kaders zoals door uw Staten is gedefinieerd. Specifieke aandachtspunten daarbij zijn de inpasbaarheid binnen het budget en mogelijk langere doorlooptijd van het project door grondverwerving. Vervangingsinvesteringen – Het meerjarige beheerplan voor de provinciale infrastructuur is december 2014 vastgesteld door uw Staten. In dit beheerplan is concreet bepaald wat het kwaliteitsniveau is voor het onderhoud van de wegen, de kunstwerken en de waterwegen met bijbehorende voorzieningen. Hiermee zijn de benodigde middelen voor beheer en onderhoud en vervanging van de infrastructuur voor de periode 2016 t/m 2019 beschikbaar gesteld. Het aanvullend benodigde bedrag als gevolg van de doorwerking van het Bouwbesluit 2012 voor kunstwerken wordt in 2015 ter bespreking aangeboden. Programma Aanpak Stikstof (PAS) – In 2014 is veel energie gestoken in het tot stand brengen van de PAS. Zo hebben we in IPO-verband overeenstemming bereikt met het Rijk over de inhoud en afronding van de PAS. Ook hebben we voor alle gebieden in Overijssel een gebiedsanalyse

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

7


opgesteld waarin uitgewerkt is welke maatregelen uitgevoerd moeten worden om de economische ontwikkelingsruimte en het behalen van natuurdoelen zeker te stellen. Hiermee hebben we een aantal belangrijke stappen gezet in het borgen en verder ontwikkelen van de balans van een veerkrachtige natuur en gezonde economie. Ontwikkelopgave Ecologische Hoofdstructuur (EHS) / Natura2000 – In 2014 hebben uw Staten € 750 miljoen beschikbaar gesteld voor de realisatie van de ontwikkelopgave Natura2000 en daarbij de spelregels voor de inzet van de Uitvoerinsgreserve EHS bepaald. Onze ambitie is de Natura2000-gebieden toekomstbestendig in te bedden via het deels opnieuw inrichten van zo’n 4200 hectare grond. Op deze wijze wordt de balans verbeterd tussen economische ontwikkelingen en ecologische draagkracht. Noodzakelijke herstelmaatregelen vinden in de gebieden zelf plaats. Het afgelopen jaar hebben we al een start gemaakt met de verwerving van gronden op basis van vastgestelde verwervingsplannen. Transitie Dienst Landelijk gebied – Ter verdere versterking van de positie van de provincie in het natuurdomein is in het onderhandelingsakkoord Natuur overeengekomen dat de Dienst Landelijk gebied (DLG) 1 januari 2015 deels over zal gaan naar de provincies. Deze overgang omvat voor ons 45 fte, € 4.650.000 budget en circa 2000 hectares. Het afgelopen jaar hebben we de voorbereidingen getroffen om deze overgang soepel te laten verlopen zodat de voltooiing per 1 maart 2015 mogelijk is. Agro & food – Najaar 2014 hebben we via meerdere rondetafelgesprekken scherpte georganiseerd op de vraag op welke wijze de de provincie bij kan dragen aan het creëren van een klimaat waarin de innovatiekracht en de kwaliteit van de fysieke leefomgeving versterkt worden en de toegevoegde waarde van de agro & foodsector groeit. Uit deze gesprekken kwam naar voren dat onze inbreng van ons zich primair zou moeten richten op het stellen van heldere kaders en aan de voorkant duidelijk markeren waar de vrije ruimte zich bevindt om innovaties mogelijk te maken. Deze koers hebben we verwerkt in een visie op hoofdlijnen die verder zijn verankering vindt in de revisie van de Omgevingsvisie en in een nieuw uitvoeringsprogramma agro & food. Regionale economie – In 2014 is op verzoek van uw Staten de tussenbalans regionaal economisch beleid uitgevoerd. Het bevorderen van innovatie in het Overijssels bedrijfsleven via de regionale innovatieloketten en de open innovatiecentra slaat aan. Er zijn vouchers verleend aan 68 MKB-bedrijven en er wordt veelvuldig gebruik gemaakt van de aangeboden diensten. Een prachtige mijlpaal was de opening van het Kennispark in the Gallery van de Universiteit Twente in april door Koning Willem Alexander. 2014 was ook het jaar waarin de door u gewenste proviciale fondsenstructuur is afgerond. Het innovatiefonds heeft € 12 miljoen aan innovatieleningen verstrekt. Daarnaast zijn er financieringsmogelijkheden aan het MKB ter beschikking gesteld via bijvoorbeeld het Proof of Conceptfonds Kennispark en het Incubatorfonds Regio Zwolle. Tevens heeft de Europese commissie de nieuwe EFRO-, Interreg V en POP goedgekeurd waarmee meer dan € 200 miljoen beschikbaar komt aan Europees geld voor de regio in de komende jaren. Sectorplannen – In overleg met alle betrokkenen rond het landelijk Techniekpact hebben we afspraken gemaakt over de derde tranche van de sectorplanregeling. Samen met andere landsdelen hebben we aangedrongen op meer beleidsruimte zodat maatwerk in de uitvoering aan kracht kan winnen. De derde tranche richt zich specifiek op het bevorderen van de overgang van werk naar werk en van werkloosheid naar werk. We voelen grote urgentie om op voortvarende wijze vorm en inhoud te geven aan de uitvoering van deze regeling en zo een extra bijdrage te leveren aan het versterken van de arbeidsmarkt in onze provincie.

8

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 1 Inleiding ( x € 1 miljoen)

Luchthaven Twente – In het voorjaar 2014 is duidelijk geworden dat de realisatie van een commerciële burgerluchthaven in Twente niet mogelijk is binnen de gestelde kaders. Het advies van de Commissie van Wijzen, dat vervolgens op uw initiatief tot stand is gekomen, schetst een nieuw ontwikkelingsperspecfief voor Twente en de voormalige luchthaven. Om voortvarend invulling te geven aan het advies hebben we een Plan van Aanpak opgesteld dat begin 2015 door uw Staten behandeld wordt. Erfgoed – In lijn met de ambitie uit de Cultuurnota 2013-2016 is ter bevordering van het behoud en ontwikkeling van het cultureel erfgoed onze inzet gericht op de volgende drie lijnen: restauratie van rijksmonumenten, herbestemming van cultureel erfgoed en het verhaal van Overijssel. Met name de regeling ‘restauratie Rijksmonumenten’ is een groot succes. Daarom is een bedrag van € 600.000 een jaar naar voren gehaald om aan de vele aanvragen tegemoet te kunnen komen en zodoende de prestatie versneld te kunnen realiseren. Tevens zal bij alle projecten ten minste één leerlingwerkplaats worden gerealiseerd. Modern bestuur – Via de programma’s Overijssel 20XX en communicatie en participatie geven we mede vorm en inhoud aan de betrokkenheid van de inwoners van Overijssel en onze partners bij beleidsontwikkeling en uitvoering van onze taken. In 2014 hebben we hierbij specifiek ingezet op een aantal majeure KvO-programma’s, hebben we op uw initiatief een Statenvoorstel Participatiecode en een synthesenotitie Overijssel Bestuur 20XX ter bespreking met u aangeboden en hebben we net als voorgaande jaren actief ingezet op het betrekken van de jeugd via Jong Overijssel doet mee. Nieuwe website – Gebruikersonderzoek, aandachtspunten die door u zijn aangedragen en wettelijke eisen vormden de aanleiding om de website te renoveren. De vernieuwde website is qua gebruiksgemak en vormgeving verbeterd en de informatievoorziening is meer op maat gesneden. Overijssel.nl is samen met de verniewde Jij & Overijssel op 12 november tijdens uw Statenvergadering door de Commissaris van de Koning gelanceerd. Transitie Jeugdzorg – 2014 was het laatste jaar dat we verantwoordelijk waren voor de jeugdzorg. We hebben de taak teruggegeven aan het Rijk en gemeenten actief ondersteund in de voorbereiding op deze nieuwe verantwoordelijkheid. Zo hebben we vraaggericht meegewerkt aan het oplossen van inrichtingsvraagstukken, symposia georganiseerd en via detachering van provinciaal medewerkers kennisoverdracht gestimuleerd. Daarnaast hebben we geinvesteerd in de verbinding tussen de Overijsselse hoofdaannemers en Bureau jeugdzorg Overijssel en gemeenten, door het mogelijk te maken om 1% van de jaarsusbsidie aan te wenden om gemeenten al in 2014 te betrekken bij de uitvoeringspraktijk. Alle partijen hebben gebruik gemaakt van deze mogelijkheid. Sociale kwaliteit binnen kerntaken – In 2014 is het investeringsvoorstel Sociaal flankerend beleid ten volle uitgevoerd en hebben we mooie stappen gezet in het betrekken van sociale aspecten bij de uitvoering van onze kerntaken. Bijvoorbeeld in het project Kom Kamperzeedijk waar bewoners niet alleen deelnemen aan de planvorming voor herinrichting van de weg, maar zelf ook uitvoerende taken op zich nemen bij de realisatie van een, op hun initiatief ontwikkeld, plan voor een dorpsplein. Daarnaast hebben we in 2014 gezorgd voor een overgangsjaar voor training en begeleiding van vrijwilligerswerk bij natuur- en landschapsbeheer. Dit jaar is door de betrokken partijen benut om ook gezamenlijk het vrijwilligerswerk vorm te geven, waardoor dit met ingang van 2015 ook voor de langere termijn is geborgd. Als laatste voorbeeld noemen we de pilot Bermmaaisel in Noord-Oost Twente om bermmaaisel door inzet van mensen met een beperking op te laten ruimen en vervolgens te vergisten. Daarmee worden meerdere doelen gerealiseerd: energiebesparing, ruimtelijke kwaliteit en sociale kwaliteit. Bij een geslaagde pilot wordt de aanpak gepresenteerd aan alle Overijsselse gemeenten.

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

9


1000 jongerenplan – Het 1000 jongerenplan is succesvol afgerond. De ambitie om 1000 jongeren in staat te stellen een leer-/werktraject te laten volgen is ruimschoots gerealiseerd. Een mooie prestatie en een resultaat dat vele jongeren in Overijssel een aanzienlijk kansrijker perspectief op de arbeidsmarkt biedt. In zowel Twente, IJsselland als Deventer (Stedendriehoek) wordt inmiddels met steun van de provincie door gemeenten gewerkt aan de verduurzaming van het 1000 jongerenplan. Met de motie Westert c.s. hebben uw Staten alle gemeenten opgeroepen om met voorstellen te komen om deze specifieke groep jongeren de mogelijkheid te bieden om een leerwerktraject aan te gaan. Alle gemeenten hebben positief op uw aanbod gereageerd. Shared Service Centrum (SSC) – Het gezamenlijke SSC Bedrijfsvoering levert producten en diensten aan Zwolle, Kampen en ons op het vlak van Personeel- & Salarisadministratie, IT-beheer en Inkoop & Contractmanagement. De gemeente Zwolle is aangewezen als centrumorganisatie. Het SSC is gehuisvest in het provinciehuis. Belangrijkste resultaten in 2014 zijn de plaatsing van 51,61 fte provinciale medewerkers per 1 juli 2014 bij de gemeente Zwolle en de werving van een nieuw aangetrokken eenheidsmanager van het SSC die een programmaplan heeft opgesteld om het SSC van de transitiefase naar een stabiele eindfase te brengen. De uitvoering van dit programma is in 2014 gestart en zal naar verwachting voor de zomer van 2015 vrijwel geheel afgerond worden. Betalingsnelheid – Tijdige betaling van facturen is niet meer dan fatsoenlijk, maar in economisch zware tijden is het voor veel bedrijven zelfs van levensbelang. Er is de laatste jaren dan ook extra aandacht besteed aan het tijdig betalen van facturen. Dat resulteert erin dat ruim 86% van de facturen binnen 30 dagen is betaald en de gemiddelde betalingstermijn van alle facturen is teruggebracht tot 20 dagen. We blijven er hard aan werken om onze snelheid van betaling nog verder op te schroeven.

Wat heeft het gekost? Hierna volgen de gecomprimeerde overzichten van de Jaarrekening 2014, alsmede de kengetallen, de bestemming van het resultaat en de ‘Realisatie investeringsprogramma Kracht van Overijssel’.

De Jaarrekening 2014

( x € 1.000 ) Actuele begroting

Realisatie 2014

Realisatie t.o.v. Begroting

Saldo van baten en lasten

-197,2

31,9

165,3

Stortingen en onttrekkingen aan reserves

197,2

8,7

-115,5

0,0

49,8

49,8

Resultaat

Het saldo van baten en lasten bedraagt € 165,3 miljoen. Via de begroting en de begrotingswijzigingen hebben uw Staten voor 2014 per saldo een onttrekking aan de reserves geaccordeerd voor € 197,2 miljoen. Gedurende 2014 is per saldo een bedrag van € 8,7 miljoen onttrokken aan de reserves. Per saldo is er dus € 115,5 miljoen minder onttrokken aan de reserves. Het resultaat na bestemming bedraagt daarmee € 49,8 miljoen. In hoofdstuk 4 van dit jaarverslag is een analyse van het resultaat over 2014 opgenomen.

10

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 1 Inleiding

Kengetallen Resultaat

2014

2013

2012

2011

2010

2009

49,8

31,1

52,6

13,7

25,1

0,8

1.752,4

1.784,3

1.837,8

1.819,2

1.919,7

2.170,7

57,9

60,2

60,3

63,9

65,5

60,9

Feitelijke bezetting

695 fte

749 fte

743 fte

790 fte

829 fte

826 fte

Ziekteverzuim

3,80%

3,40%

3,50%

3,20%

2,57%

2,97%

48,7 jaar

48,3 jaar

47,7 jaar

46,8 jaar

45,8 jaar

45,8 jaar

Eigen vermogen Personeelsgebonden kosten

Gemiddelde leeftijd

Zowel de Begroting 2014 als de Jaarrekening 2014 zijn structureel in evenwicht, op basis van de gehanteerde systematiek in 2014. Dit geldt ook voor de bijhorende meerjarenraming van de Kerntakenbegroting 2015. Bestemming van het financiële resultaat 2014 Het resultaat 2014 à € 49,8 miljoen maakt onderdeel uit van de Algemene dekkingsreserve ultimo 2014. In het Jaarverslag is daarnaast het voorstel voor de resultaatbestemmingen opgenomen. In het statenvoorstel is dit verder uitgewerkt. Realisatie investeringsprogramma Kracht van Overijssel Het totaalbeeld van het investeringsprogramma Kracht van Overijssel (KvO) ziet er als volgt uit:

Investeringsprogramma Kracht van Overijssel Bron

Actuele

( x € 1 miljoen) Realisatie

Verschil

Realisatie in %

begroting KvO

155,1

141,6

13,5

91,3%

DIA

11,7

13,9

-2,2

118,8%

IIO

31,1

28,8

2,3

92,6%

197,9

184,3

13,6

93,1%

Totaal

Voor de uitvoering van het grote aantal projecten binnen het investeringsprogramma Kracht van Overijssel geldt dat het lastig is om meerjarige kasuitgaven toe te wijzen aan jaarschijven. In sommige situaties zijn wij voorts afhankelijk van de besluitvorming van derden, waarbij buiten onze invloed vertragingen in de bestedingen kunnen optreden. Ongeveer 55% van de onderuitputting wordt veroorzaakt door deze externe factoren. De KvO-realisatie voor 2014 laat een onderuitputting zien van alle KvO-projecten gezamenlijk van € 13,6 miljoen versus de actuele begroting van € 197,9 miljoen. Dit resultaat is nagenoeg volledig afkomstig uit de KvO-projecten. In totaal is 93,1% van de actuele begroting gerealiseerd in 2014.

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

11


Substantiële KvO-onderschrijdingen deden zich voor in kerntaak 8 Sociale infrastructuur en jeugdzorg (-€ 1,8 miljoen transitie en transformatietraject overdracht Jeugdzorg naar de gemeenten en -€ 1,5 miljoen Eigen Krachtconferenteis en 1000 jongeren plan), kerntaak 2 Milieu en energie (-€ 2,2 miljoen duurzaam opwekken energie) en kerntaak 5 Regionale economie (-€ 1,4 miljoen High Tech in Twente en -€ 1 miljoen ontwikkelen en uitvoeren actieplan kantoren).

Leeswijzer Jaarverslag 2013 In het Jaarverslag 2014 leggen we verantwoording af over de doelstellingen en prestaties die zijn afgesproken in de Kerntakenbegroting 2014. Een jaarverslag moet volgens het Besluit Begroting en Verantwoording voor Provincies en Gemeenten (BBV) spiegelen aan de begroting. Om deze reden hebben we in dit jaarverslag beleidsinhoudelijk verantwoording afgelegd op basis van kerntaken. In hoofdstuk 2 en de Monitor Overijssel 2014-III wordt per kerntaak verantwoording afgelegd. Het gaat hier om de volgende kerntaken: Kerntaak 1 Duurzame ruimtelijke ontwikkeling en inrichting, waaronder waterbeheer; Kerntaak 2 Milieu en energie Kerntaak 3 Inrichting landelijk gebied Kerntaak 4 Regionale bereikbaarheid, regionaal OV Kerntaak 5 Regionale economie Kerntaak 6 Culturele infrastructuur en monumentenzorg Kerntaak 7 Kwaliteit openbaar bestuur Kerntaak 8 Sociale infrastructuur, jeugdzorg en overige niet-kerntaken Kerntaak 9 Gebiedsontwikkelingen Een gedeelte van de verantwoording van kerntaken is met ingang van dit boekjaar alleen digitaal ontsloten via de Monitor Overijssel 2014-III (zie: jaarverslag.monitoroverijssel.nl). De informatie is zo ingedeeld dat het boekwerk nog steeds volledig is in de beantwoording van de 3 W-vragen: hebben we bereikt wat we wilden bereiken, hebben we gedaan wat we zouden doen en heeft het gekost wat we dachten dat het zou gaan kosten? De verplichte paragrafen zijn beschreven in hoofdstuk 3. Deze bestaat uit de provinciale heffingen, het weerstandsvermogen, kapitaalgoederen, financiering, bedrijfsvoering, verbonden partijen (dit zijn deelnemingen) en het grondbeleid. In hoofdstuk 4, de jaarrekening, wordt een toelichting gegeven op de balans en het resultaat. In het technische bijlagenboek worden deze financiële gegevens verder gespecificeerd. Hoofdstuk 5 beschrijft de provinciale organisatie. Hierin geven we een toelichting op het Algemeen en Dagelijks bestuur en de ambtelijke organisatie.

12

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

13


H2 14

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 2 Kerntaken

2. Kerntaken Inleiding Het Jaarverslag 2014 is conform de Kerntakenbegroting opgebouwd vanuit de kerntaken. De indeling in kerntaken vloeit voort uit het door uw Staten vastgestelde IPO – Profiel provincies: 1. Duurzame ruimtelijke ontwikkeling en inrichting, waaronder waterbeheer 2. Milieu en energie 3. Inrichting landelijk gebied 4. Regionale bereikbaarheid, regionaal OV 5. Regionale economie 6. Culturele infrastructuur en monumentenzorg 7. Kwaliteit openbaar bestuur 8. Sociale Infrastructuur, jeugdzorg en overige niet-kerntaken 9. Gebiedsontwikkelingen De maatschappelijke ambities per kerntaak zijn ontleend aan het Hoofdlijnenakkoord 2011 - 2015 en zijn geconcretiseerd naar beleidsdoelen en prestaties. Per beleidsdoel zijn meetbare gegevens gedefinieerd in de vorm van indicatoren. De ontwikkeling van deze relevante indicatoren wordt via een tijdlijn weergegeven. De prestaties die voortvloeien uit de investeringsagenda Kracht van Overijssel, noemen wij investeringsprestaties. Omdat daarbij de focus ligt op de uitvoering van deze investeringsimpuls wordt over deze prestaties uitgebreider gerapporteerd. Over reguliere prestaties zijn de toelichtingen beknopter. Drie W-vragen Bij de invulling van de Kerntakenbegroting staan de bekende drie W-vragen centraal (‘wat willen we bereiken’, ‘wat gaan we daarvoor doen’ en ‘wat gaat dat kosten?’). Bij dit jaarverslag rapporteren we hierover op de wijze ‘wat hebben we bereikt’, ‘wat hebben we daarvoor gedaan’ en ‘wat heeft dit gekost’. In dit hoofdstuk worden de eerste twee vragen per kerntaak geconcretiseerd aan de hand van een inleiding en doelenboom. Als antwoord op de derde vraag wordt met betrekking tot de financiën per kerntaak verstrekt: • Een overzicht van het saldo van de lasten en baten op het niveau van de beleidsdoelen. • Een tabel met daarin de onttrekking, storting en saldo per reserves, voorzieningen en doel­ uitkeringen van de kerntaak. • Een tabel met daarin een verdere specificatie per investeringsprestatie. Het betreft hier de totale budgetten die hiervoor beschikbaar zijn. In een aparte kolom wordt de relatie met de reserve uitvoering Kracht van Overijssel aangegeven. De reguliere prestaties worden getotaliseerd opgenomen, zodat het totale saldo van het beleidsdoel wordt toegelicht. • Een toelichting op de financiën bij de prestaties waarbij sprake is van een afwijking (minder dan 75% besteed van actuele budget of een overbesteding), dan wel een resultaatbestemming wordt gedaan.

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

15


Totale begroting ■ Duurzame ruimtelijke ontwikkeling en inrichting, waaronder waterbeheer - 11,7% ■ Milieu en energie - -10,5% ■ Inrichting landelijk gebied - 31,0% ■ Regionale bereikbaarheid en regionaal openbaar vervoer - 15,0% ■ Regionale Economie - 8,4% ■ Culturele infrastructuur en monumentenzorg - 4,2% ■ Kwaliteit Openbaar Bestuur - 0,9% ■ Sociale infrastructuur, jeugdzorg en overige niet-kerntaken - 27,9% ■ Gebiedsontwikkelingen - 11,4%

Monitor Overijssel 2014-III Via de digitale verantwoordingsrapportage ‘Monitor Overijssel’ wordt op een hoog detailniveau gerapporteerd. De Monitor Overijssel 2014-III bevat daarmee de volledige eindverantwoording op de prestaties uit de Kerntakenbegroting 2014 en is te vinden op: jaarverslag.monitoroverijssel.nl. In de Monitor Overijssel worden de volgende onderdelen toegelicht: • Kengetallen (per maatschappelijke ambitie). • Indicatoren (per beleidsdoel). • Investeringsprestaties. • Reguliere prestaties. • Financiën per prestatie. Bij elke prestatie is aangegeven of die in 2014 is gerealiseerd. Voor zowel de investeringsprestaties als de reguliere prestaties is de mate van de inhoudelijke realisatie ‘gescoord’ aan de hand van een kleurscore. Dit geldt ook voor de financiële realisatie. • Inhoudelijke realisatie: groen (alle), oranje (enkele) of rood (geen van de activiteiten gerealiseerd). • Financiële realisatie: groen (ten minste 75%), oranje (ten minste 30% maar minder dan 75%) of rood (minder dan 30% besteed van het actuele budget, dan wel een overbesteding). Om te komen tot een integrale beoordeling van de gedurende 2014 geleverde prestaties, zijn per prestatie de scores van de inhoudelijke en financiële component gecombineerd aan de hand van onderstaand schema. Daarmee is er per prestatie een integrale kleurscore toegekend. Deze worden tevens in dit hoofdstuk per kerntaak in de doelenboom gepresenteerd.

Financiën Inhoudelijk

16

Groen

Oranje

Rood (onderbesteding)

Rood (overbesteding)

Groen

Groen

Groen

Oranje

Rood

Oranje

Oranje

Oranje

Oranje

Rood

Rood

Rood

Rood

Rood

Rood

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 2 Kerntaken

Kerntaak 1: Duurzame ruimtelijke ontwikkeling en inrichting, waaronder waterbeheer Inleiding In de beleidsvorming en uitvoering voor ruimtelijke ordening, water, wonen en ondergrond maken wij de slag van voorkantsturing naar voorkantsamenwerking (zie prestatie 1.2.2). Een voorbeeld is het initiatief ruimte voor ruimdenkers waarin jonge creatieve ondernemers met ideeën komen voor leegstaande panden en locaties (zie prestatie 1.2.6). Daarnaast werken wij aan de integratie van onze waterbelangen en ruimtelijk-economische belangen. Voorbeelden daarvan zijn de gebiedsontwikkelingen Ruimte voor de Vecht (zie prestatie 9.0.1) en IJssel-Vechtdelta (zie prestatie 9.0.3) maar ook het onderzoek ruimtelijke kwaliteit in de zoektocht naar een nieuwe drinkwaterwinlocatie in Twente (zie prestatie 1.7.5) en de pilot Spontane Binnenstad in Netwerkstad Twente (zie prestatie 1.1.1). In 2014 zijn wij gestart met de Revisie Omgevingsvisie. Voor vier thema’s onderzoeken wij wat de rol van de provincie is (zie prestatie 1.2.4). Hiervoor zijn huiskamergesprekken en rondetafelgesprekken gevoerd. De regionale woonvisies zijn voltooid (zie prestatie 1.3.3). Deze woonvisies zijn de basis voor de woonafspraken in 2015. Daarbij is er een voorstel gedaan over de te ontwikkelen doorzettingskracht in de Omgevingsvisie en –verordening voor het in balans brengen van vraag en aanbod van wonen en bedrijventerreinen (PS/2014/1046) (zie prestatie 1.3.3). De maatschappelijke aandacht voor het benutten van de ondergrond en de effecten daarvan neemt toe. Wij hebben daarom steeds meer aandacht voor de relatie tussen ondergrond en bovengrond. Zo nemen wij ondergrond mee in de beleidsontwikkelingen energietransitie en waterbeheer en worden ruimtelijke belangen meegenomen in trajecten rond drinkwaterwinning en ondergrond (zie prestatie 1.5.7 en 1.7.4). De uitvoering van de Kracht van Overijssel draagt via nieuwe manieren van samenwerking bij aan een gunstig vestigingsklimaat in Overijssel. In de Netwerkstad Twente (zie prestatie 1.1.1) hebben wij als gebiedsregisseur en als gelijkwaardige partner met de vijf Twentse Netwerksteden projecten gecofinancierd die het lokale niveau ontstijgen en die bijdragen aan de betekenis van de netwerksteden in de regio. Ook hebben wij hier de basis gelegd voor het gezamenlijk programmeren op het gebied van wonen, werken en voorzieningen. Dit krijgt in 2015 een vervolg via onder meer de woonafspraken. In het Nationaal Landschap IJsseldelta (zie prestatie 1.2.7) is een kopgroep ingesteld met de opdracht om een robuust organisatiemodel en financieringsmodel te ontwikkelen voor de verdere ontwikkeling van Nationaal Landschap IJsseldelta. In het programma Leefbaarheid, stadsrandzones en groene omgeving (zie prestatie 1.2.1) zijn de stadsrandvisies afgerond en is de werking van de subsidieregeling stadsranden met groot succes verbreed naar steden en dorpen. Externe Ontwikkelingen Veranderingen in het woondomein Er is in 2014 veel veranderd dat raakt aan onze taken op het woondomein en het ruimtelijke domein (zie prestaties 1.3.1 t/m 1.3.3). • De decentralisatie van zorgtaken naar gemeenten per 1-1-2015 werpt haar schaduw vooruit. Gemeenten verschuiven hiermee hun aandacht, zowel inhoudelijk als financieel, van het ruimtelijk-fysieke naar het sociale domein. • Het Woonakkoord dat op 1-1-2014 is ingegaan verplicht corporaties zich te richten op hun kerntaak (door de verhuurdersheffing). Dit heeft negatieve effecten op de investeringskracht van corporaties.

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

17


• Aangescherpte regels voor de koopwoningmarkt hebben invloed op de investeringskracht van particulieren omdat deze minder financiering kunnen krijgen voor aankoop van de eigen woning en meer moeten gaan aflossen. Daardoor worden de financiële mogelijkheden voor herstructurering in de steden en dorpen kleiner. Omgevingswet aangeboden Op 17 juni 2014 heeft de minister het wetsvoorstel voor de nieuwe Omgevingswet aangeboden aan de Tweede Kamer. De behandeling van dit wetsvoorstel is gestart in het najaar 2014; inwerkingtreding is gepland in 2018. Vanuit Overijssel zijn wij in IPO-verband ambtelijk en bestuurlijk betrokken bij het beïnvloedingstraject van de stelselherziening omgevingsrecht (zie prestatie 1.2.4). Wij zetten ons hiervoor in IPO-verband in, omdat de Omgevingswet grotendeels inhoud krijgt bij de uitwerking in Algemene Maatregelen van Bestuur. Samen met de Overijsselse gemeenten en waterschappen bereiden wij ons in de praktijk voor op de Omgevingswet (zie prestatie 1.2.2). Deltabeslissingen vastgesteld De Deltabeslissingen (zie PS/2014/831) gaan in op de onderwerpen: waterveiligheid; zoetwaterstrategie; IJsselmeergebied; Rijn-Maasdelta en Ruimtelijke adaptatie. Wij zien dat onze Overijsselse inzet goed is meegenomen in de voorkeursstrategieën voor IJsselmeer, IJssel en Zoetwater (zie prestaties 1.6.1 en 1.6.3). In de volgende fase ligt de nadruk op het omzetten van de strategieën naar de Omgevingsvisie, uitvoeringsplannen en de uitvoering van maatregelen. De gebiedsontwikkeling IJssel-Vechtdelta wordt daarbij als koploper gezien en tevens is IJssel-Vechtdelta pilot van de nationale campagne “Ons water”. Het Kabinet heeft toegezegd in de periode 2016-2021 € 60 miljoen bij te dragen in de uitvoering van de strategie voor Zoetwatervoorziening in Zuid- en Oost-Nederland (zie prestatie 1.6.1). De Deltabeslissingen vertalen we in de Omgevingsvisie (zie ook prestatie 1.2.4). Ontwerp Nationaal Waterplan Op 12 december 2014 heeft het Kabinet ingestemd met het Ontwerp Nationaal Waterplan. Het Nationaal Waterplan is opgesteld in samenwerking met de regio’s. Onderdeel van het Nationaal Waterplan zijn de Stroomgebiedbeheerplannen, waaronder die voor de Rijn. Overijssel valt onder het stroomgebied van de Rijn. De provincie heeft als voorzitter van het deelstroomgebied Rijn-Oost hierin succesvol de bijdrage van de regionale partners ingebracht (zie prestaties 1.6.4 en 1.7.2). Parallel hieraan hebben wij de partiële herziening Omgevingsvisie opgesteld, op het onderdeel Europese Kaderrichtlijn Water en Europese richtlijn overstromingsrisico’s (zie prestatie 1.2.4). Het Nationaal Waterplan legt de Deltabeslissingen (zie prestatie 1.6.3) op rijksniveau vast. In het Nationaal Waterplan is aandacht voor waterbewustzijn bij de inwoners van Nederland en de economische kanten van waterbeheer. Convenant Bodem en Ondergrond 2016 - 2020 Het Convenant Bodem en Ondergrond 2016 - 2020, inclusief Beleidsnotitie en Budgetverdeling, is opgesteld door Het Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen. De ondertekening is op 17 maart 2015. Het Convenant gaat over de afronding van de bodemsaneringsoperatie voor (verspreidings)spoedlocaties en over de overgang naar beheer van bodem- en grondwaterkwaliteit na 2020. In IPO-verband hebben wij Overijsselse belangen ingebracht. Het eindconcept ligt ter instemming voor aan de partijen. De staatssecretaris heeft op 30 oktober 2014 de schriftelijke toezegging gedaan om voor de periode 2016-2020 een bedrag van € 38 miljoen ter beschikking te stellen voor de meest risicovolle asbestbodemsaneringslocaties in Overijssel.

18

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 2 Kerntaken

Aandeel Duurzame ruimtelijke ontwikkeling en inrichting, waaronder waterbeheer in totale kerntakenbegroting â– Duurzame ruimtelijke ontwikkeling en inrichting, waaronder waterbeheer - 11,7% â– Overige kerntaken- 88,3%

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

19


Doelenboom Maatschappelijke ambitie

Beleidsdoel

1.

1.1 Dynamische en bereikbare stedelijke netwerken met een onderscheidend profiel en

Een samenleving waarin alle

aantrekkelijk / passend vestigingsklimaat als motor voor werkgelegenheid en cultuur.

Overijsselaars zich thuis voelen en meedoen, met bloeiende steden en dorpen als motor voor cultuur en werkgelegenheid, ingebed in een aantrekkelijk landschap waarin

1.2

Behouden en versterken van de diversiteit en identiteit van (binnen)steden, stadsrand足 zones, landschappen en dorpen.

wonen, natuur, landbouw, ondergrond en water elkaar versterken.

1.3

Voldoende en diversiteit aan woon- en werkmilieus in bloeiende steden en vitale dorpen, die ruimte bieden aan verschillende doelgroepen nu en in de toekomst.

1.4

Kwalitatieve en toekomstbestendige versterking van landelijk gebied gericht op multifunctioneel ruimtegebruik (waaronder wonen, natuur, landbouw, ondergrond en water e.d.) met ontwikkelingsmogelijkheden voor nieuwe economische dragers, op leefbaarheid en sociale cohesie.

1.5

Het duurzaam beheren van de ondergrond door het vinden van een balans tussen gebruiken, beschermen en herstellen van de ondergrond.

20

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 2 Kerntaken

Prestaties Kerntakenbegroting 2014

Uitvoering prestaties Integrale kleurscore**

Investeringsprestaties: 1.1.1 Netwerksteden.

Oranje

9.0.5 Gebiedsontwikkeling Luchthaven Twente.*

Oranje

9.0.9 Gebiedsontwikkeling Innovatiedriehoek.*

Oranje

Investeringsprestaties: 1.2.1 Ontwikkelen en uitvoeren programma Leefbaarheid, stadsrandzones en groene omgeving.

Groen

1.2.7 Opstellen en uitvoeren uitvoeringsprogramma Nationaal Landschap IJsseldelta.

Groen

9.0.1 Gebiedsontwikkeling Ruimte voor de Vecht.*

Oranje

9.0.2 Gebiedsontwikkeling IJsseldelta-Zuid.*

Oranje

9.0.4 Gebiedsontwikkeling Noordoost-Twente.*

Oranje

9.0.8 Gebiedsontwikkeling Twickel.*

Groen

Reguliere prestaties: 1.2.2 Voorkantsturing door middel van eens in de 6 tot 8 weken overleg met gemeenten en advisering over

Groen

voorontwerp bestemmingsplannen. 1.2.3 Inzet Wro-instrumentarium (maximaal 2 % van de gevallen).

Groen

1.2.4 Beheren en doorontwikkelen Omgevingsvisie, Omgevingsverordening en borgen Omgevingswet.

Groen

1.2.5 Samen met partners verbreden en versnellen van de doorontwikkeling van Kwaliteitsimpuls Groene

Groen Groen

Omgeving door kennisontwikkeling en –verspreiding.

Groen

1.2.6 Effectuering ruimtelijk beleid. Investeringsprestaties: 1.3.1 Ontwerp en uitvoeren startersleningen.

Groen

1.3.2 Uitvoering prestatieafspraken wonen (en werken) stimuleren.

1.3.3 Wonen in Overijssel.

Groen

Oranje

Investeringsprestaties: 1.4.1 Programma A1 Zone.

Groen

9.0.1 Gebiedsontwikkeling Ruimte voor de Vecht.*

Oranje

9.0.2 Gebiedsontwikkeling IJsseldelta-Zuid.*

Oranje

9.0.3 Gebiedsontwikkeling IJssel-Vechtdelta.*

Groen

9.0.4 Gebiedsontwikkeling Noordoost-Twente.*

Oranje

Reguliere prestaties: Groen

1.4.2 Zone Ondernemen met Natuur en Water (voorheen Groen-blauwe Hoofdstructuur). Reguliere prestaties: 1.5.1 Toezien op de doorwerking van de ambities en doelstellingen van de Visie op de Ondergrond (onderdeel

Groen

van de Omgevingsvisie) en de regels voor grondwaterbescherming in bestemmingsplannen. 1.5.4. Inbreng van de provinciale ambities voor de ondergrond in het rijksbeleid.

Groen

1.5.5 Het concretiseren van de kansen en effecten van de ondergrond binnen ruimtelijke processen.

Groen

1.5.6 Het voorbereiden van te maken afspraken met het Rijk over de saneringsopgave na 2015.

1.5.7 Inzicht in rol van duurzame toepassing van bodemenergie in de energietransitie.

Groen

Oranje

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

21


Doelenboom Maatschappelijke ambitie

Beleidsdoel

1.

1.6

Een samenleving waarin alle

Een zodanige inrichting van de fysieke leefomgeving dat er nu en in de toekomst vol-

Overijsselaars zich thuis voelen en

doende bescherming is tegen overstromingen, wateroverlast en er genoeg water is in

meedoen, met bloeiende steden

droge perioden.

en dorpen als motor voor cultuur en werkgelegenheid, ingebed in een aantrekkelijk landschap waarin wonen, natuur, landbouw, ondergrond en water elkaar versterken.

1.7

Schoon, voldoende en gezond water voor mens, dier en plant.

* De gebiedsontwikkelingen zijn opgenomen in de doelenboom om de inhoudelijke relatie / bijdrage tussen de opgaven van deze kerntaak en de gebieds足 ontwikkelingen zichtbaar te maken. Voor de toelichting op deze prestaties zie hoofdstuk 9. ** Zie Monitor Overijssel 2014-III voor onderbouwing integrale kleurscore.

22

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 2 Kerntaken

Prestaties Kerntakenbegroting 2014

Uitvoering prestaties Integrale kleurscore**

Investeringsprestatie: 1.6.1 Zoetwatervoorziening Oost-Nederland.

Oranje

1.6.2 IJsselwaarden Olst.

Groen

9.0.1 Gebiedsontwikkeling Ruimte voor de Vecht.*

Oranje

9.0.2 Uitvoering Ruimte voor de Rivier inclusief IJsseldelta-Zuid.*

Oranje

9.0.3 Gebiedsontwikkeling IJssel-Vechtdelta.*

Groen

9.0.4 Gebiedsontwikkeling Noordoost-Twente.*

Oranje

1.6.3 Regionale inbreng Deltaprogramma.

Oranje

1.6.4 Uitvoering Europese Richtlijn Overstromingsrisico’s.

Groen

1.6.5 Toetsen primaire waterkeringen en beoordelen verbeterplannen.

Groen

1.6.6 Vaststellen normen en toetsen regionale waterkeringen.

Groen

1.6.7 Voorbereid zijn op calamiteiten (Calamiteitenzorg).

Groen

1.6.10 Uitvoering Ruimte voor de Rivier.

Groen

Reguliere prestaties:

Reguliere prestaties: 1.7.2 Implementatie Europese Kaderrichtlijn Water (KRW).

Groen

1.7.4 Beheer grondwatervoorraad.

Groen

1.7.5 Beschermen Openbare drinkwatervoorziening.

1.7.6 Invullen aandeelhouderschap Vitens.

Groen

1.7.7 Vaststellen kaders voor optimale condities natuurgebieden.

Groen

1.7.8 Uitvoering Wet Hygiene en Veiligheid Zwem- en Badinrichtingen.

Groen

1.7.9 Duurzame ontwikkeling en innovatie in het regionale waterbeheer.

Groen

Oranje

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

23


1. Duurzame ruimtelijke ontwikkeling en inrichting, waaronder waterbeheer Rekening 2013 Baten

Primitieve begroting

Actuele begroting

2014

2014

Saldo Lasten

Baten

Saldo Lasten

Baten

( x â‚Ź 1.000)

Rekening 2014

Saldo Lasten

Baten

Saldo 2014

Saldo Lasten1 Baten2 Saldo3

Beleidsdoelen

Lasten

1.1 Dynamische en bereikbare

45.753

-45.753

5.888

-5.888 32.014

1.378

-1.378

3.435

-3.435

4.531

-4.531

4.118

555 -3.563

-413

150 -11.012 10.303

286 -10.017

8.040

286 -7.754

7.756

279 -7.477

-284

-7

277

700

-700

700

-700

500

-170

-670

-200

-171

29

1.284

-1.284

1.325

30 -1.295

1.252

180 -1.072

-73

150

223

-32.014 32.014

-32.014

stedelijke netwerken met een onderscheidend profiel en aantrekkelijk / passend vestigingsklimaat als motor voor werkgelegenheid en cultuur. 1.2 Behouden en versterken van

413

de diversiteit en identiteit van (binnen)steden, stadsrandzones, landschappen en dorpen. 1.3 Voldoende en diversiteit aan 11.162 woon- en werkmilieus in bloeiende steden en vitale dorpen, die ruimte bieden aan verschillende doelgroepen nu en in de toekomst. 1.4 Kwalitatieve en toekomstbestendige versterking van het landelijk gebied gericht op multifunctioneel ruimtegebruik (waaronder wonen, natuur, landbouw, ondergrond en water e.d.) met ontwikkelingsmogelijkheden voor nieuwe economische dragers, op leefbaarheid en sociale cohesie. 1.5 Het duurzaam beheren van de ondergrond door het vinden van een balans tussen gebruiken, beschermen en herstellen van de ondergrond. 1.6 Een zodanige inrichting van

312

158

de fysieke leefomgeving dat er nu en in de toekomst voldoende bescherming is tegen overstromingen, wateroverlast en er genoeg water is in droge perioden.

24

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

-154


Hoofdstuk 2 Kerntaken

1. Duurzame ruimtelijke ontwikkeling en inrichting, waaronder waterbeheer Rekening 2013 Beleidsdoelen 1.7 Schoon, voldoende en

Lasten 7.707

Baten

Primitieve begroting

Actuele begroting

2014

2014

Saldo Lasten

2.594 -5.113

2.175

Baten

Saldo Lasten

2.233

58

3.154

Baten

Rekening 2014

Saldo Lasten

3.651

( x € 1.000)

497

2.535

Saldo 2014

Saldo Lasten1 Baten2 Saldo3

Baten 3.130

595

-619

-521

98

3.974 -44.201 -1.589

7

1.596

gezond water voor mens, dier en plant. Totaal Duurzame ruimtelijke

66.312 2.903 -63.410 23.785

2.519 -21.266 49.764

3.967 -45.797 48.175

ontwikkeling en inrichting, waaronder waterbeheer

1) Bij - minder lasten dan begroot. Bij + meer lasten dan begroot. 2) Bij - minder baten dan begroot. Bij + meer baten dan begroot. 3) Bij - meer uitgegeven dan begroot, resultaat gaat omlaag. Bij + minder uitgegeven dan begroot, resultaat gaat omlaag.

Reserves, Voorzieningen en Doeluitkeringen

( x € 1.000)

Actuele begroting 2014 Beginsaldo 31-12-2013

Storting

( x € 1.000)

Rekening 2014 Beginsaldo

Onttrek-

Eindsaldo

king

31-12-2014 31-12-2013

Onttrekking Eindsaldo Storting

+ Vrijval

31-12-2014

Verschil

Reserves Reserve majeure projecten EHS

18.380

Reserve ISV-3

1.738

Reserve startersleningen

5.146

Reserve uitvoering KvO (alleen stor-

18.380 2.618 103

407

24.181

44.375

26.902

63.162

18.380 4.356

1.738

4.842

5.146

18.380 2.617

4.355

103

386

24.181

43.645

26.901

62.411

-1

4.863

21 -730

ting en onttrekking) Totaal reserves

25.264

9.198

25.264

2.236

2.236

9.218

-710

Voorzieningen Voorziening Ruimte voor Ruimte

2.236

2.236

Voorziening besteding grondwater-

1.655

1.393

1.730

1.318

1.655

1.087

1.201

1.541

223

3.891

1.393

1.730

3.554

3.891

1.087

1.201

3.777

223

29.155

28.295

64.892

12.752

29.155

27.988

65.848

10.759

-2.723

heffing Totaal voorzieningen Saldo Reserves, Voorzieningen en Doeluitkeringen Duurzame ruimtelijke ontwikkeling en inrichting, waaronder waterbeheer

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

25


Toelichting Onderstaand overzicht geeft inzicht in wat de provincie investeert in KvO-projecten en reguliere prestaties per beleidsdoel. Hierbij wordt aangegeven welk deel gefinancierd wordt uit de investeringsimpuls Kracht van Overijssel en overige financieringsbronnen. De uitgelichte kolom wordt na dit overzicht nader toegelicht.

Primitieve begroting 2014 Beleidsdoelen

Prestatie

1.1 Dynamische en bereikbare stedelijke

Kracht van Overijssel

netwerken met een onderscheidend

1.1.1 Netwerksteden.

Lasten

Baten

5.888

Saldo

-5.888

Begrotingswijzigingen Lasten

26.126

Baten

Nummers

102, 106, 107,

profiel en aantrekkelijk/passend

111, 114, 116,

vestigingsklimaat als motor voor

doorwerking

werkgelegenheid en cultuur.

GS 2013 Subtotaal Kracht van Overijssel

5.888

-5.888

26.126

5.888

-5.888

26.126

1.163

-1.163

800

108, 116

1.500

-1.500

296

111, 116

2.663

-2.663

1.096

772

-772

3.435

-3.435

1.096

-406

-11

8.611

-8.611

-2.072

1.000

-1.000

-180

Reguliere prestaties

Subtotaal beleidsdoel 1.1 1.2 Behouden en versterken van de

Kracht van Overijssel

diversiteit en identiteit van (binnen)

1.2.1 Ontwikkelen en uitvoeren pro-

steden, stadsrandzones, landschap-

gramma Leefbaarheid, stadsrandzones

pen en dorpen.

en groene omgeving. 1.2.7 Opstellen en uitvoeren uitvoeringsprogramma Nationaal Landschap IJsseldelta. Subtotaal Kracht van Overijssel Reguliere prestaties

Subtotaal beleidsdoel 1.2 1.3 Voldoende en diversiteit aan woon-

Kracht van Overijssel

en werkmilieus in bloeiende steden

1.3.1 Ontwerp en uitvoeren startersle-

en vitale dorpen, die ruimte bieden

ningen.

aan verschillende doelgroepen nu en

1.3.2 Uitvoering prestatieafspraken

in de toekomst.

wonen (en werken) stimuleren. 1.3.3 Wonen in Overijssel. Subtotaal Kracht van Overijssel

692

286

10.303

286

-10.017

-2.263

10.303

286

-10.017

-2.263

Reguliere prestaties Subtotaal beleidsdoel 1.3

26

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

18 9, 18 116


Hoofdstuk 2 Kerntaken

( x â‚Ź 1.000) Actuele begroting 2014 Lasten

Baten

Rekening 2014

Saldo

Lasten

Baten

Saldo 2014

Saldo

Lasten

Baten

Financiering Saldo

Uit KvO

32.014

-32.014

32.014

-32.014

-32.014

32.014

-32.014

32.014

-32.014

-32.014

Reserves

overig

-18.380

32.014

-32.014

32.014

-32.014

1.963

-1.963

1.931

-1.931

-32

32

-1.931

1.796

-1.796

1.570

-1.570

-226

226

-1.570

3.759

-3.759

3.501

-3.501

-258

258

-3.501

772

-772

617

555

-62

-155

555

710

-192

130

4.531

-4.531

4.118

555

-3.563

-413

555

968

-3.693

130

-395

665

279

-386

-16

-7

9

6.539

-6.539

6.492

-6.492

-47

47

-5.600

820

-820

599

-599

-221

221

-599

681

286

-32.014

-386 -892

8.040

286

-7.754

7.756

279

-7.477

-284

-7

277

-6.199

-386

-892

8.040

286

-7.754

7.756

279

-7.477

-284

-7

277

-6.199

-386

-892

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

27


Primitieve begroting 2014 Beleidsdoelen

Prestatie

1.4 Kwalitatieve en toekomstbesten-

Kracht van Overijssel

dige versterking van het landelijk

Lasten

Baten

Begrotingswijzigingen

Saldo

Lasten

Baten

Nummers

1.4.1 A1-zone.

700

-700

Subtotaal Kracht van Overijssel

700

-700

700

-700

350

-350

930

-930

11

1.280

-1.280

11

4

-4

30

30

1.284

-1.284

41

30

1.7.1 Uitvoeren pMJP-waterprestaties.

183

-183

-183

Subtotaal Kracht van Overijssel

183

-183

-183

gebied gericht op multifunctioneel ruimtegebruik (waaronder wonen, natuur, landbouw, ondergrond en water e.d.) met ontwikkelingsmogelijkheden voor nieuwe economische dragers, op leefbaarheid en sociale cohesie.

Reguliere prestaties Subtotaal beleidsdoel 1.4 1.5 Het duurzaam beheren van de onder-

Kracht van Overijssel

grond door het vinden van een balans tussen gebruiken, beschermen en herstellen van de ondergrond. Subtotaal Kracht van Overijssel Reguliere prestaties Subtotaal beleidsdoel 1.5 1.6 Een zodanige inrichting van de

Kracht van Overijssel

fysieke leefomgeving dat er nu en in

1.6.1 Zoetwatervoorziening

de toekomst voldoende bescherming

Oost-Nederland.

is tegen overstromingen, waterover-

1.6.2 IJsselwaarden Olst.

116

last en er genoeg water is in droge perioden. Subtotaal Kracht van Overijssel Reguliere prestaties Subtotaal beleidsdoel 1.6 1.7 Schoon, voldoende en gezond water voor mens, dier en plant.

Kracht van Overijssel

Reguliere prestaties Subtotaal beleidsdoel 1.7 Totaal Duurzame ruimtelijke ontwikkeling en inrichting, waaronder waterbeheer

28

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

11

1.992

2.233

241

1.162

1.418

2.175

2.233

58

979

1.418

23.785

2.519

-21.266

25.979

1.448


Hoofdstuk 2 Kerntaken

( x â‚Ź 1.000) Actuele begroting 2014 Lasten

Baten

Rekening 2014

Saldo

Lasten

Baten

Saldo 2014

Saldo

Lasten

Baten

Financiering Saldo

Uit KvO

Reserves

overig

700

-700

500

-171

-671

-200

-170

30

-671

1

700

-700

500

-170

-670

-200

-170

30

-671

1

700

-700

500

-170

-670

-200

-170

30

-671

1

350

-350

283

156

-127

-67

156

223

-127

941

-941

941

1.291

-1.291

1.224

156

-1.068

-67

156

-941

-941

223

-1.068

34

30

-4

28

24

-4

-6

-6

-4

1.325

30

-1.295

1.252

180

-1.072

-73

150

223

3.154

3.651

497

2.535

3.130

595

-619

-521

98

595

3.154

3.651

497

2.535

3.130

595

-619

-521

98

595

49.764

3.967

-45.797

48.175

3.974

-44.201

-1.589

7

1.596

-1.068

-62.025

-4

-386

18.210

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

29


Financiële toelichtingen

Beleidsdoel 1.2 Prestatie 1.2.1

Het meerjarige programma Leefbaarheid wordt conform het investeringsvoorstel uitgevoerd in de periode 20112015. De minimale onderuitputting ad € 32.000 wordt bij resultaatbestemming doorgeschoven naar 2015 voor realisatie van het programma. Op basis van de spelregels van Kracht van Overijssel hebben Gedeputeerde Staten besloten om de in 2014 resterende middelen à € 32.000 door te schuiven naar de jaarschijf 2015, op prestatie 1.2.1.

Prestatie 1.2.7

Het meerjarige programma Nationaal Landschap IJsseldelta wordt conform het investeringsvoorstel uitgevoerd in de periode 2011-2015. De realisatie betreft grotendeels subsidiebijdragen aan projecten. De onderuitputting ad € 226.000 wordt bij resultaatbestemming doorgeschoven naar 2015 voor veelal reeds toegezegde subsidiebijdragen. Op basis van de spelregels van Kracht van Overijssel hebben Gedeputeerde Staten besloten om de in 2014 resterende middelen à € 226.000 door te schuiven naar de jaarschijf 2015, op prestatie 1.2.7.

Regulier

Voor de reguliere prestatie 1.2.4 is bij de Monitor Overijssel 2014-II reeds aangekondigd dat 2014 een onderbesteding kent voor wat betreft de uitgaven voor de herziening van de Omgevingsvisie. Het kasritme is gebaseerd op een reguliere jaarlijkse aanpassing van de Omgevingsvisie en eens in de vier jaar een extra grote kostenpost voor de evaluatie (midterm review) en revisie van (onderdelen van) de Omgevingsvisie. In 2014 is de midterm review afgerond. Aansluitend is echter niet gekozen om meteen de revisie ter hand te nemen, maar om eerst een korte verkenning te doen naar de impact van de uitkomsten van de review en welke thema’s en andere aspecten van de Omgevingsvisie revisie vergen. Dit heeft tot gevolg gehad dat het proces van reviseren pas later op gang is gekomen. De werkzaamheden zullen dus grotendeels in 2015 plaats moeten vinden. De extra hiervoor gereserveerde middelen in 2014 zijn daarbij nog steeds nodig voor aangegane verplichtingen. Voorgesteld wordt een bedrag van € 155.000 over te hevelen van 2014 naar 2015.

In het kader van de afwikkeling van het Ruimte voor Ruimte dossier zijn er afspraken gemaakt met de gemeenten Steenwijkerland en Hardenberg. De openstaande bedragen voor de gemeente Steenwijkerland (€ 1.110.966) en gemeente Hardenberg (€ 570.000) zijn ten laste gebracht van de hiervoor ingestelde voorziening (voorziening Ruimte voor Ruimte). De vrije ruimte die na aftrek van afgeboekte bedragen resteert in de voorziening Ruimte voor Ruimte (€ 555.000) valt vrij ten gunste van de Algemene dekkingsreserve (ADR).

Beleidsdoel 1.3 Prestatie 1.3.3

Het meerjarige programma Leefbaarheid wordt conform het investeringsvoorstel uitgevoerd in de periode 20112015. De onderuitputting ad € 221.000 wordt veroorzaakt doordat de onderzoekskosten lager uitvielen dan geraamd. Het resterende bedrag wordt bij resultaatbestemming doorgeschoven naar 2015 voor realisatie van het programma. Op basis van de spelregels van Kracht van Overijssel hebben Gedeputeerde Staten besloten om de in 2014 resterende middelen à € 221.000 door te schuiven naar de jaarschijf 2015, op prestatie 1.3.3.

Beleidsdoel 1.4 Prestatie 1.4.1

De prestatie betreft het verlenen van een financiële bijdrage aan de realisering van het Groentransferium Holten. De gemeenten Rijssen-Holten heeft de ruimte gekregen om voor het Groentransferium Holten eerst haar interne besluitvormingstraject te doorlopen en af te stemmen op het provinciaal beleid. De subsidie is eind 2013 verstrekt. De gemeente is op dit moment bezig met de benodigde procedures.

Het resterende bedrag van € 30.000 kan vrijvallen ten gunste van de Algemene dekkingsreserve (ADR). Met betrekking tot prestatie 1.4.1 wordt voorgesteld om een bedrag van € 30.000 uit Reserve uitvoering Kracht van Overijssel vrij te laten vallen en toe te voegen aan de Algemene dekkingsreserve.

30

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 2 Kerntaken

Beleidsdoel 1.6 Prestatie 1.6.1

Het programma Zoetwatervoorziening Oost-Nederland wordt conform het investeringsvoorstel uitgevoerd in de periode 2011-2015. De niet geraamde baten ad € 156.000 betreffen financiële bijdragen van provincies en waterschappen voor de realisatie van het programma Zoetwatervoorziening Oost-Nederland. Het positieve saldo bedrag wordt bij resultaatbestemming doorgeschoven naar 2015 voor realisatie van het programma. Op basis van de spelregels van Kracht van Overijssel hebben Gedeputeerde Staten besloten om de in 2014 resterende middelen à € 223.000 door te schuiven naar de jaarschijf 2015, op prestatie 1.6.1.

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

31


Kerntaak 2: Milieu en energie Inleiding Gezond en Veilig Leefmilieu Dit jaar zijn belangrijke stappen gezet in de uitvoering van het Programma gezond en veilig leefmilieu. Het blijkt dat voor de verbetering van de kwaliteit van het leefmilieu een integrale gebiedsgerichte benadering goede resultaten oplevert. Gedacht kan worden aan meer groen en minder lawaaioverlast in wijken (scan leefbare wijken), energiebesparing en asbestsanering en betrokkenheid van zorginstellingen bij groenprojecten. Voor duurzaam ontwikkelen is een voorbeeldenboek gemaakt in de vorm van een digitaal inspiratie-instrument. Projecten die vanuit de subsidieregeling Duurzaam Ontwikkelen zijn ondersteund staan hierin. De door ons ontwikkelde duurzaamheidsmatrix en de digitale kansenkaart zijn belangrijke instrumenten om projecten in de planfase duurzaam te ontwikkelen. Wij maken binnen het programma veelvuldig gebruik van netwerken waarin partijen samenwerken om mede onze doelen op gebied van asbest, duurzame mobiliteit, verlichting, natuurbeheer en landschapsbeheer te bereiken. De nieuwsbrief Overijssel Duurzaam is daarbij een gewaardeerd hulpmiddel, zo blijkt uit een onder de lezers gehouden enquete. Voor de aanpak van verwijdering van asbestdaken van bedrijventerreinen sluiten meer en meer gemeenten en instellingen zich aan bij de intentieovereenkomst. In juni 2014 heeft het Rijk € 1 miljoen toegezegd om onze aanpak te cofinancieren. In nauw overleg met gemeenten werken we aan de uitrol van elektrische laadpalen in de openbare ruimte. Wij ondersteunen de gemeenten bij het bepalen van de goede locaties en denken samen na over een kosteneffectieve aanleg en beheer van laadpalen. Met het bedrijfsleven overleggen wij over de mogelijkheden die rijden op groen gas biedt. De gemeenten in de regio Zwolle hebben het project Bewust Verlichten voortvarend opgepakt. Het aantal projecten overschrijdt het beschikbare budget. Door inzet van vrijvallende middelen uit het programma zijn voor het project Bewust Verlichten extra middelen ingezet. In de Abri’s langs provinciale wegen hebben wij maatregelen getroffen om de verlichting te verminderen of te besparen op energie. Vergunningverlening, toezicht en handhaving De werkzaamheden voor vergunningverlening en handhaving zijn conform planning gerealiseerd. 97% van de vergunningen zijn binnen de wettelijke termijn afgehandeld. Alle vergunningen van risicovolle bedrijven en 20% van de overige bedrijven zijn beoordeeld op actualiteit. Op het gebied van toezicht, hebben we geconstateerd dat het nalevingspercentage 85% bedraagt. De wet VTH (Vergunningverlening, toezicht en handhaving) treedt in 2015 werking. Deze wet brengt diverse veranderingen met zich mee die invloed zullen hebben op ons takenpakket en onze werkprocessen. Zo zal de bevoegdheid voor de risicovolle bedrijven (zogenaamde BRZO-inrichtingen) en de zware industrie (de IPPC-4 klasse) naar de provincie overgaan. Daarnaast dient elke gemeente / omgevingsdienst een verordening op te stellen waarin de kwaliteitscriteria voor vergunningverleners en toezichthouders zijn vastgelegd. Voorts wordt in de wet opgenomen dat de netwerk RUD’s uiterlijk in 2018 moeten zijn overgegaan in een openbaar lichaam (WGR). RUD Per 1 januari 2014 is de WABO bevoegdheid voor ruim 200 provinciale bedrijven overgegaan naar de Overijsselse gemeenten. Met deze bevoegdhedenoverdracht zijn ook middelen uit het provinciefonds overgegaan in totaal voor 3,1 miljoen euro. Met gemeenten in Overijssel is afgesproken dat voor 2014 de provinciale medewerkers Vergunningverlening en Handhaving de werkzaamheden voor de voormalige provinciale bedrijven zouden blijven uitvoeren, onder ‘terugbetaling’ door gemeenten van 85% van de overgehevelde provinciale middelen. Dit is uiteindelijk door het merendeel van de gemeenten zo ook uitgevoerd. Met 3 gemeenten in Twente zijn wij

32

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 2 Kerntaken

hierover nog in gesprek. De kosten waren vooruitlopend op deze baten ten laste van de provinciale Begroting 2014 gebracht. De in de begroting verwachte terugverdiencapaciteit binnen de RUD’s van € 1,5 miljoen voor het jaar 2014 is gerealiseerd. Voor 2015 hebben wij gewerkt aan een duurzame oplossing waarbij menskracht en middelen in balans zijn gebracht. Een voorstel hierover leggen wij in het voorjaar (in de 1e monitor) aan u voor. Meerjarenprogramma Externe Veiligheid Overijssel Ons programmavoorstel ter bevordering van de externe veiligheid (MEVO III) is door het Ministerie van Infrastructuur & Milieu gehonoreerd zodat wij daar in 2015 uitvoering aan kunnen gaan geven. Dit programma is een vervolg op het Meerjarenprogramma Externe Veiligheid Overijssel (MEVO-II). Het programma in Overijssel richt zich op een kwaliteitsimpuls voor de uitvoering van externe veiligheidstaken. Programma Nieuwe Energie (inclusief Energiefonds Overijssel) In juli 2014 hebben uw Staten besloten tot herijking van het lopende programma Nieuwe Energie tot en met 2015. De verwachting is dat door uw besluit het aandeel hernieuwbare energie in Overijssel uitkomt op 12,4 tot 12,7 procent in 2020. We hebben u in december 2014 geïnformeerd over de uitwerking en effecten van de beleidsvarianten Hink, Stap en Sprong voor mogelijke voortzetting van het programma vanaf 2016 (PS/2014/1127). Een belangrijke mijlpaal in 2014 was het bereiken van de 10.000e koopwoning die met provinciale ondersteuning is verduurzaamd. Een andere voorname mijlpaal was de start van de bouw van pyrolysefabriek Empyro in Hengelo, één van de projecten van 2014 die gerealiseerd kan worden mede dankzij een bijdrage vanuit Energiefonds Overijssel. Eenmaal in bedrijf kan Empyro 20 miljoen liter groene pyrolyse-olie per jaar produceren op basis van (afval)hout, waarmee een hoeveelheid aardgas wordt vervangen die gelijk staat aan het jaarlijkse verbruik van 8.000 huishoudens.

Aandeel Milieu en Energie in totale kerntakenbegroting ■ Milieu en Energie - -10,5% ■ Overige kerntaken - 110,5%

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

33


Doelenboom Maatschappelijke ambitie

Beleidsdoel

2.

2.1

Realiseren, verder borgen en

Projecten mogelijk maken voor het opwekken van hernieuwbare energie, energiebesparing en energie-infrastructuur.

versterken van een gezonde en veilige woon- en werkomgeving en het vergroten van het aandeel hernieuwbare energie tot minimaal 20% in 2020.

2.2

Gezonde en veilige woon- en werkomgeving stimuleren door samenwerken met en verbinden van partijen die elkaar onderling kunnen versterken.

2.3

Verbeteren en minimaal voldoen aan de norm van de milieuaspecten in de woon- en werkomgeving.

2.4

Naleving van wet- en regelgeving voor de leefomgeving bevorderen.

2.5

Het duurzaam herstellen van de ondergrond.

* Zie Monitor Overijssel 2014-III voor onderbouwing integrale kleurscore.

34

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 2 Kerntaken

Prestaties Kerntakenbegroting 2014

Uitvoering prestaties Integrale kleurscore*

Investeringsprestaties: 2.1.1 Inzet van kennis, netwerken en financiële instrumenten ter stimulering van energiebesparende maat­

Oranje

regelen en de opwekking van hernieuwbare energie. Groen

2.1.2 Verstrekken van leningen, participaties en garanties vanuit Energiefonds. Reguliere prestaties: 2.1.3 Versterken en stimuleren van infrastructuur voor hernieuwbare energie door middel van het aandeel-

Groen

houderschap Enexis. Investeringsprestaties: 2.2.5 Verankeren van duurzaam ontwikkelen als rode draad in de programma’s, projecten en gebiedsontwik-

Groen

kelingen voortkomende uit het Hoofdlijnenakkoord. 2.2.6 Uitbouwen en beheren van Kennisplatform Duurzame Leefomgeving.

Groen

2.2.7 Realiseren van een Overijselsbrede educatie-infrastructuur en uitvoeren van een gezamenlijke educatie-

Groen

agenda. Investeringsprestaties: 2.3.9 Uitvoeren projecten t.b.v. vermindering geluid, luchtverontreiniging en trillingen langs spoor- en weg­

Oranje

Oranje

infrastructuur, verwijdering asbestdaken, verduurzaming openbare verlichting en verbetering externe veiligheid. 2.3.10 Uitvoeren van verkenningen naar een (vernieuwende) aanpak van milieuoverlast in de stedelijke omgeving en het landelijk gebied. Reguliere prestaties: 2.3.5 Waarborgen van externe veiligheid door het uitvoeren van het Meerjarenprogramma Externe Veiligheid

Groen

Overijssel (MEVO II). 2.3.6 Verbeteren van de luchtkwaliteit en minimaal te voldoen aan de norm voor PM10 en NO2 door uitvoe-

Groen

ring van het nationaal en regionaal samenwerkingsprogramma luchtkwaliteit (NSL / RSL). 2.3.8 Beheer Nazorgfonds stortplaatsen en lobby richting Rijk bij implementatie wetswijzigingen en leveren

Groen

van de afgesproken bijdrage aan het landelijk meldpunt afvalstoffen (LMA). 2.3.12 Ondersteunen en (laten) uitvoeren van milieueffectrapportages / duurzaamheidseffectrapportages

Groen

(Plan-MER). Reguliere prestaties: 2.4.1 Afhandelen van aanvragen en het actueel houden van vergunningen.

Groen

2.4.2 Houden van toezicht op naleving van wet- en regelgeving en vergunningen.

Groen

2.4.3 Uitvoeren van handhavingsacties (opleggen van sancties) bij geconstateerde overtredingen.

Groen

2.4.5 Samenwerking met de partners handhaving in brede zin.

Groen

Investeringsprestaties: 2.5.2 Sanering en beheersing spoedeisende bodemlocaties.

2.5.3 Sanering met asbest verontreinigde bodemlocaties.

Groen

Oranje

Reguliere prestaties: 2.5.5 Uitvoering Meerjarenprogrammabodemsanering 2010 – 2014.

Oranje

2.5.6 Sanering Olasfa-terrein.

Oranje

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

35


2. Milieu en Energie

( x â‚Ź 1.000) Rekening 2013 Baten

Primitieve begroting

Actuele begroting

2014

2014

Beleidsdoelen

Lasten

Saldo Lasten

Baten

2.1 Projecten mogelijk maken

18.165 42.089 23.924 23.344 32.148

Saldo Lasten

Baten

Rekening 2014

Saldo Lasten

Baten

Saldo 2014

Saldo Lasten1 Baten2 Saldo3

8.804 28.360 69.696 41.336 22.383 69.215 46.832 -5.977

-481

5.496

voor het opwekken van hernieuwbare energie, energiebesparing en energieinfrastructuur. 2.2 Gezonde en veilige woon-

636

-636

1.483

-1.483

1.398

100 -1.298

1.288

100 -1.188

-110

110

8.327

5.921 -2.406

5.707

1.393 -4.314

5.702

2.827 -2.875

4.918

2.546 -2.372

-784

-281

503

1.179

1.973

3.023

-343

1.050

1.393

4.360 -5.345 -2.171

-88

2.083

64.874 89.038 24.165 48.815 38.891 -9.924 48.515 79.044 30.529 39.131 79.245 40.114 -9.385

201

9.585

en werkomgeving stimuleren door samenwerken met en verbinden van partijen die elkaar onderling kunnen versterken. 2.3 Verbeteren en minimaal voldoen aan de norm van de milieuaspecten in de woon- en werkomgeving. 2.4 Naleving van wet- en regel-

888

296

-592

410

198

-212

794

836

4.448 -7.428

9.705

2.187

geving voor de leefomgeving bevorderen. 2.5 Het duurzaam herstellen

36.858 40.733

3.875 17.871

5.152 -12.719 11.876

van de ondergrond. Totaal Milieu en Energie

1) Bij - minder lasten dan begroot. Bij + meer lasten dan begroot. 2) Bij - minder baten dan begroot. Bij + meer baten dan begroot. 3) Bij - meer uitgegeven dan begroot, resultaat gaat omlaag. Bij + minder uitgegeven dan begroot, resultaat gaat omlaag.

36

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 2 Kerntaken

Reserves, Voorzieningen en Doeluitkeringen

( x â‚Ź 1.000)

Actuele begroting 2014 Beginsaldo 31-12-2013

Storting

( x â‚Ź 1.000)

Rekening 2014 Beginsaldo

Onttrek-

Eindsaldo

king

31-12-2014 31-12-2013

Onttrekking Eindsaldo Storting

+ Vrijval

31-12-2014

Verschil

Reserves Reserve energiebesparing

11.704

4.528

4.087

12.145

11.704

4.309

1.956

14.057

Reserve Energiefonds Overijssel

67.446

5.000

2.039

70.407

67.446

5.000

2.012

70.434

27

Reserve bodemsanering 2010 - 2014

24.071

22.55

8.836

37.790

24.071

22.555

7.085

39.541

1.751

Reserve uitvoering KvO Totaal reserves

24.067

21.038

103.221

32.083

39.029

120.342

103.221

31.864

4.500

265

346

4.419

4.500

283

120

1.680

1.800

32.091

1.912

-3.029 124.032

661

4.783

364

1.800

120

Voorzieningen Voorziening ontwikkeling aardwarmte koekoekspolder Voorziening lening Warmtenet

1.800

Hengelo Voorziening lening Empyro Hengelo Voorziening lening Biorights Harden-

3.000

3.000

1.000

3.000

1.000

1.000

3.000 1.000

berg Totaal voorzieningen

7.300

3.265

466

10.099

7.300

3.283

10.583

484

Doeluitkering geluidssanering NaNOV

-479

1.870

2.816

-1.425

-479

2.687

2.535

-327

1.098

Totaal doeluitkeringen

-479

1.870

2.816

-1.425

-479

2.687

2.535

-327

1.098

110.042

37.218

42.311

129.016

110.042

37.834

34.626

134.288

2.243

Doeluitkeringen

Saldo Reserves, Voorzieningen en Doeluitkeringen Milieu en Energie

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

37


Toelichting Onderstaand overzicht geeft inzicht in wat de provincie investeert in KvO-projecten en reguliere prestaties per beleidsdoel. Hierbij wordt aangegeven welk deel gefinancierd wordt uit de investeringsimpuls Kracht van Overijssel en overige financieringsbronnen. De uitgelichte kolom wordt na dit overzicht nader toegelicht.

Primitieve begroting 2014 Beleidsdoelen

Prestatie

2.1 Projecten mogelijk maken voor het

Kracht van Overijssel

Lasten

15.828

Baten

964

Saldo

-14.864

Begrotingswijzigingen Lasten

Baten

578

Nummers

181

8, 18, 111,

opwekken van hernieuwbare ener-

2.1.1 Inzet van kennis, netwerken en

gie, energiebesparing en energie-

financiĂŤle instrumenten ter stimulering

116, doorwer-

infrastructuur.

van energiebesparende maatregelen

kig PS 2013,

en de opwekking van hernieuwbare

doorwerking GS 2013

energie. 2.1.2 Verstrekken van leningen, partici-

1.010

-1.010

1.089

60

11

paties en garanties vanuit Energiefonds. Subtotaal Kracht van Overijssel Reguliere prestaties Subtotaal beleidsdoel 2.1 2.2 Gezonde en veilige woon- en

16.838

964

-15.874

1.667

241

6.506

31.184

24.678

3.349

37.307

23.344

32.148

8.804

5.016

37.548

-670

-20

100

Kracht van Overijssel

werkomgeving stimuleren door

2.2.5 Verankeren van duurzaam ontwik-

samenwerken met en verbinden van

kelen als rode draad in de programma’s,

partijen die elkaar onderling kunnen

projecten en gebiedsontwikkelingen

versterken.

voortkomende uit het Hoofdlijnenak-

670

111, doorwerking GS 2013

koord. 2.2.6 Uitbouwen en beheren van Ken-

100

-100

-80

713

-713

15

116

nisplatform Duurzame Leefomgeving. 2.2.7 Realiseren van een Overijselsbrede

doorwerking GS 2013

educatie-infrastructuur en uitvoeren van een gezamenlijke educatieagenda. Subtotaal Kracht van Overijssel

1.483

-1.483

-85

100

1.483

-1.483

-85

100

Reguliere prestaties Subtotaal beleidsdoel 2.2

38

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 2 Kerntaken

( x â‚Ź 1.000) Actuele begroting 2014 Lasten

Baten

Rekening 2014

Saldo

Lasten

Baten

Saldo 2014

Saldo

Lasten

Baten

Financiering Saldo

Uit KvO

Reserves

-16.489

overig

16.406

1.145

-15.261

10.434

687

-9.747

-5.972

-458

5.514

6.742

2.099

60

-2.039

2.093

38

-2.055

-6

-22

-16

18.505

1.205

-17.300

12.527

725

-11.802

-5.978

-480

5.498

-16.489

9.855

68.491

58.636

9.856

68.490

58.634

1

-1

-2

-240

-3.968

62.842

28.360

69.696

41.336

22.383

69.215

46.832

-5.978

-480

5.498

-16.729

-3.968

67.531

650

100

-550

661

100

-561

11

-11

-562

20

-20

15

-15

-5

5

-15

728

-728

612

-612

-116

116

-162

-450

-2.055

4.687

1

1.398

100

-1.298

1.288

100

-1.188

-110

110

-739

-449

1.398

100

-1.298

1.288

100

-1.188

-110

110

-739

-449

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

39


Primitieve begroting 2014 Beleidsdoelen

Prestatie

2.3 Verbeteren en minimaal voldoen aan

Kracht van Overijssel

Lasten

3.738

Baten

Saldo

1.382

-2.356

Begrotingswijzigingen Lasten

Baten

447

1.434

Nummers

9, 111, 116,

de norm van de milieuaspecten in de

2.3.9 Uitvoeren projecten ten behoeve

woon- en werkomgeving.

van vermindering geluid, luchtveront-

doorwerking

reiniging en trillingen langs spoor- en

GS 2013

weginfrastructuur, verwijdering asbestdaken, verduurzaming openbare verlichting en verbetering externe veiligheid. 2.3.10 Uitvoeren van verkenningen

475

-475

-452

107, 116,

naar een (vernieuwende) aanpak van

doorwerking

milieuoverlast in de stedelijke omgeving

GS 2013

en landelijk gebied. Subtotaal Kracht van Overijssel

4.213

1.382

-2.831

Reguliere prestaties

1.494

11

-1.483

5.707

1.393

410 410

Subtotaal beleidsdoel 2.3 2.4 Naleving van wet- en regelgeving

-5

1.434

-4.314

-5

1.434

198

-212

769

1.775

198

-212

769

1.775

Kracht van Overijssel

voor de leefomgeving bevorderen. Subtotaal Kracht van Overijssel Reguliere prestaties Subtotaal beleidsdoel 2.4 2.5 Het duurzaam herstellen van de ondergrond.

Kracht van Overijssel 2.5.2 Sanering en beheersing spoedei-

1.000

-1.000

2.600

-2.600

-600

3.600

-3.600

-600

sende bodemlocaties. 2.5.3 Sanering met asbest verontreinigde

116

bodemlocaties. Subtotaal Kracht van Overijssel Reguliere prestaties

14.271

5.152

-9.119

-5.395

-704

Subtotaal beleidsdoel 2.5

17.871

5.152

-12.719

-5.995

-704

Totaal Milieu en Energie

48.815

38.891

-9.924

-300

40.153

40

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 2 Kerntaken

( x â‚Ź 1.000) Actuele begroting 2014 Lasten

Baten

4.185

Rekening 2014

Saldo

2.816

23

Lasten

Baten

-1.369

3.586

-23

58

Saldo 2014

Saldo

2.535

Lasten

Baten

-1.051

-599

-58

35

Financiering Saldo

-281

-281

Uit KvO

318

-1.044

-35

-58

283

-1.102

Reserves

overig

-7

4.208

2.816

-1.392

3.644

2.535

-1.109

-564

-7

1.494

11

-1.483

1.274

11

-1.263

-220

5.702

2.827

-2.875

4.918

2.546

-2.372

-784

-281

503

1.179

1.973

794

836

3.023

2.187

-343

1.050

1.393

2.187

1.179

1.973

794

836

3.023

2.187

-343

1.050

1.393

2.187

1.000

-1.000

1.000

-1.000

2.000

-2.000

1.463

-1.463

-537

537

-1.463

3.000

-3.000

2.463

-2.463

-537

537

-2.463

220

-1.263 -1.102

-1.270

-1.000

8.876

4.448

-4.428

7.242

4.360

-2.882

-1.634

-88

1.546

-5

-7.085

4.208

11.876

4.448

-7.428

9.705

4.360

-5.345

-2.171

-88

2.083

-2.468

-7.085

4.208

48.515

79.044

30.529

39.130

79.245

40.115

-9.385

201

9.585

-21.038

-11.053

72.205

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

41


Financiële toelichtingen

Beleidsdoel 2.1 Prestatie 2.1.1

Naast de onderuitputting van de geraamde lasten voor een bedrag van € 4,2 mln is in 2014 € 1,75 mln minder onttrokken aan de Reserve Energiebesparing voor het verlenen van duurzaamheidpremies. Samen is dat € 5,9 mln. Daarbij is in 2014 € 4 mln toegezegd voor financiering van de hoofdinfrastructuur van warmtenet Hengelo. Deze voorwaardelijke toezegging wordt pas als last genomen op het moment dat de financiering daadwerkelijk plaatsvindt, naar verwachting in 2015. Het bedrag van € 5,9 mln wordt hieronder toegelicht: 1. Van de beschikbaar gestelde KvO-middelen is een bedrag van € 2,2 miljoen overgebleven. Hiervoor is een voorstel voor resultaatbestemming opgenomen. De onderuitputting betreft de volgende onderdelen ( x 1 miljoen.):

Vrijval subsidies

In 2014 is een groot aantal subsidies (vanaf 2008) lager vastgesteld of teruggevorderd. Dit mede naar

€ 1,1

aanleiding van extra aandacht in 2014 voor verstreken subsidietermijnen. (Ter i nformatie: de verleende bedragen voor nog vast te stellen subsidies bedroegen eind 2014 opgeteld circa € 27 mln)

Overgaan verplichtingen naar 2015

Geraamde bedragen voor verplichtingen zijn grotendeels aangegaan, m aar een deel van de ver-

€ 0,4

plichtingen uit 2014 is conform de b egrotingregels overgaan naar 2015 en drukt niet op het budget

van 2014

Risicovoorziening leenovereenkomsten

Voor het risico van de verstrekte lening voor de aardwarmtebron K oekoekspolder I is minder gestort

€ 0,3

in de voorziening, conform het l ager dan geraamde uitbetaalde leenbedrag

Overige onderdelen (< € 100.000)

€ 0,4

2. Van de beschikbaar gestelde middelen vanuit de Reserve Energiebesparing is een bedrag van € 2,21 miljoen overgebleven en wordt niet onttrokken. Dit kan als volgt worden gespecificeerd. Voor rente- en beheerskosten leningen is € 0,27 miljoen onbenut gebleven en voor duurzaamheidpremies is € 1,75 miljoen te hoog geraamd. Het verschil ten aanzien van de duurzaamheidpremies is in 2014 ontstaan, omdat abusievelijk de subsidieplafonds zijn geraamd terwijl alleen het in 2014 betaalde voorschot van € 1 mln aan uitvoeringsorganisatie Meer Met Minder als last is verantwoord. Dit betekent dat er geen rekening is gehouden met al eerder verstekte voorschotten, waarvan nog een positief saldo resteerde uit voorgaande jaren. Tot slot is er vanuit de Green Deal met het Rijk nog € 200.000 beschikbaar. 3. Van de landelijke regeling ’Asbest eraf, zonnepalen erop’ (green deals convenant) voor agrariërs (convenant met het Rijk) is € 1,42 miljoen overgebleven. Deze regeling staat open voor aanvragen sinds de zomer van 2013. De interesse voor de regeling in 2014 was lager dan verwacht bij de start van de regeling in juli 2013. Naar verwachting zal het aantal aanvragen in 2015 toenemen vanwege bijstelling van de regeling per 1 juli 2014. Bij de Monitor Overijssel 2014-II was al aangekondigd dat hiervoor bij de Jaarrekening 2014 een voorstel voor resultaatbestemming zou worden opgenomen. 4. Het resterende bedrag ad € 135.000 heeft betrekking op een geraamde extra aflossing op de verstrekte lening voor Aardwarmtecluster Koekoekspolder I. Aflossing zal echter in 2015 plaatsvinden. Prestatie 2.1.2

De kosten van de adviescommissie zijn lager dan begroot. Deze kosten worden gedeeltelijk doorberekend aan Energiefonds Overijssel BV. De lagere doorbereking verklaart de lagere baat. Deze lagere baten staan tegenover de lagere rentekosten dan begroot. Per saldo is hiermee sprake van een overschrijding van € 16.000.

42

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 2 Kerntaken

Beleidsdoel 2.2 Prestatie 2.2.5

Het budget voor deze prestatie bestaat voornamelijk uit KvO-middelen die in het kader van het programma gezond en veilig leefmilieu worden ingezet voor duurzaam ontwikkelen. Via de tweede monitor is het budget 2014 voor deze prestatie verlaagd van € 1,1 miljoen naar € 650.000 omdat realisatie van de doelstelling van deze prestatie gedeeltelijk wordt bereikt zonder inzet van financiële middelen.

De aframing van € 0,5 miljoen is conform uw besluitvorming op de tweede monitor voor € 0,35 miljoen bestemd ten gunste van het budget 2015 voor prestatie 2.3.9. Van de resterende € 0,15 miljoen is besloten deze via de Jaarrekening 2014 over te hevelen naar de Algemene dekkingsreserve.

Ter uitvoering van dat besluit en vereffening van de overschrijding van € 12.000 stellen wij u voor vanuit de middelen in de Reserve uitvoering Kracht van Overijssel voor prestatie 2.2.5 € 138.000 toe te voegen aan de Algemene dekkingsreserve.

Prestatie 2.2.6

Bij de Monitor Overijssel 2014-II hebben wij van het budget voor deze prestatie reeds € 80.000 afgeraamd ten gunste van de Reserve uitvoering Kracht van Overijssel. Deze middelen zijn niet meer nodig voor deze prestatie. Door samenwerking met externe partijen, onder andere ten behoeve van de wekelijkse nieuwsbrief, zijn minder middelen nodig. In uw besluitvorming op de Monitor is daarom opgenomen dat bij de Jaarrekening 2014 € 80.000 uit de Reserve uitvoering Kracht van Overijssel wordt toegevoegd aan de Algemene dekkingsreserve.

Ter uitvoering van dat besluit stellen wij u voor vanuit de middelen in de Reserve uitvoering Kracht van Overijssel voor prestatie 2.2.6 € 80.000 toe te voegen aan de Algemene dekkingsreserve.

Prestatie 2.2.7

Bij de Monitor Overijssel 2014-II hebben wij aangekondigd dat € 0,1 miljoen van een uitvoeringsbudget voor deze prestatie niet tot besteding zou komen. De niet bestede middelen vallen vrij in het rekeningresultaat.

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

43


Beleidsdoel 2.3 Prestatie 2.3.9

De raming voor deze prestatie bestaat voor € 1,4 miljoen uit budget voor onderdelen van het programma Gezond en Veilig leefmilieu. Hiervan is € 0,35 miljoen niet besteed. Met name voor geluidwerend asfalt en in mindere mate voor duurzame openbare verlichting en verwijdering asbest van bedrijventerreinen zijn de lasten lager uitgevallen dan begroot. De niet-bestede middelen blijven beschikbaar voor verdere uitvoering van het GVL-programma.

Voor € 2,8 miljoen heeft de raming betrekking op de plaatsing van geluidschermen langs het spoor in het kader van het project NaNOV. Van dit budget is € 0,25 miljoen niet besteed. De niet bestede middelen blijven beschikbaar in de doeluitkering NaNOV.

Prestatie 2.3.10

In 2014 zijn meer kosten gemaakt voor duurzame mobiliteit dan begroot. Daardoor ontstaat een kleine overschrijding op dit budget. Het betreft eerdere realisatie van kosten dan verwacht. Geen overschrijding van het totale meerjarige budget voor deze prestatie.

Wij hebben de overschrijding van € 35.000 ten laste gebracht van de daartoe bestemde middelen in de Reserve uitvoering Kracht van Overijssel.

Ter uitwerking van uw besluitvorming op de Monitor Overijssel 2014-II stellen wij u verder voor om € 75.000 over te hevelen vanuit de voor deze prestatie aanwezige middelen in de Reserve uitvoering Kracht van Overijssel naar de Algemene dekkingsreserve. Deze middelen waren bestemd voor reductie van hinder tijdens renovatie. Voor dit budget voorzien wij geen bestedingsmogelijkheden.

Regulier

Voor de reguliere prestaties ten behoeve van beleidsdoel 2.3 is € 1,5 miljoen beschikbaar. Hiervan is ruim € 1,1 miljoen bestemd voor prestatie 2.3.5 Waarborgen externe veiligheid. Van dit budget is € 0,1 miljoen niet besteed. Zoals aangekondigd bij de Monitor Overijssel 2014-II voegen wij bij deze jaarrekening een resultaatbestemmingsvoorstel om dit bedrag beschikbaar te houden voor afronding van het meerjarenprogramma externe veiligheid 2010-2014 en voor de opstart van een nieuw programma.

Voor prestatie 2.3.8 is € 0,3 miljoen beschikbaar, hiervan is € 0,2 miljoen besteed als bijdrage aan het Landelijk Meldpunt Afvalstoffen. De resterende budgetten a € 0,1 miljoen zijn niet besteed en betreffen uitvoeringsbudgetten op het gebied van afval. Vanaf 2016 zijn deze uitvoeringsbudgetten, als uitvloeisel van de bezuinigingsronde in 2011, ook niet meer opgenomen in de begroting.

44

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 2 Kerntaken

Beleidsdoel 2.4 Regulier

Toelichting baten en lasten

In Monitor Overijssel 2014-II hebben wij u met betrekking tot prestatie 2.4.5 gemeld dat met de partners in de RUD’s is overeengekomen dat een percentage van 85% van de overgehevelde provinciefondsgelden wordt teruggestort. Dit is door de meeste partners ook gedaan. Uiteindelijk is ruim € 1 miljoen meer in rekening gebracht dan begroot, waarvan 0,2 miljoen nog moet worden ontvangen. Met 3 gemeenten in Twente zijn wij hierover nog in gesprek. Deze bedragen zijn vanuit voorzichtigheidsprincipe nog niet in het rekeningsaldo verwerkt.

Toelichting lasten

Voor de verdere implementatie en opleiding van onze medewerkers in het kader van de WABO en de twee Regionale uitvoeringsdiensten is geld beschikbaar gesteld in 2014, evenals voor de verdere ontwikkeling van het opdracht­ geverschap. Het afgelopen jaar is intensief gewerkt aan verbetering van de RUD’s, en is er veel tijd besteed aan de gevolgen van de overdracht van provinciale bevoegdheden naar gemeenten. Dit heeft tot vertraging geleid in de professionalisering en opleiding van onze medewerkers. In 2015 zal dit verder worden opgepakt. Daarnaast zal gewerkt worden aan de verdere professionalisering van het opdrachtgeverschap.

Om dit mogelijk te maken wordt voorgesteld de niet aangewende middelen ad € 459.000 middels een voorstel tot resultaatbestemming toe te voegen aan de Begroting 2015.

Beleidsdoel 2.5 Prestatie 2.5.3

Het betreft hier bestedingen voor een meerjarig project. Het kasritme van deze bestedingen laat zich lastig voorspellen. De niet bestede middelen ad € 537.000 blijven beschikbaar voor de verdere uitvoering van de sanering van met asbest verontreinigde locaties.

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

45


Kerntaak 3: Inrichting landelijk gebied Inleiding + externe ontwikkelingen Natura 2000 / PAS / beheerplannen In 2014 hebben de provincies intensief overleg gevoerd met het Rijk (Economische zaken, Infrastructuur en milieu en Defensie) over de invoering van de Programmatische Aanpak Stikstof. Eind 2014 is overeenstemming bereikt over de inhoud en afronding van de PAS. Wij hebben voor alle gebieden in Overijssel een gebiedsanalyse opgesteld waarin uitgewerkt is welke maatregelen uitgevoerd moeten worden om de economische ontwikkelingsruimte en het behalen van natuurdoelen zeker te stellen. Als gevolg van de complexiteit van de PAS heeft de invoering niet in 2014 kunnen plaatsvinden. Ook in 2015 zijn nog inspanningen nodig om de implementatie voor te bereiden. Begin 2015 heeft het Rijk de Programmatische Aanpak Stikstof (met als onderdeel de gebiedsanalyses PAS) ter visie gelegd. De beheerplannen zijn februari 2015 ter visie gelegd. Decentralisatie Het natuurbeleid is de verantwoordelijkheid van de provincies geworden. Het Natuurpact is het sluitstuk van een langlopend decentralisatieproces. In 2014, en de daaraan voorafgaande jaren hebben wij de fundamenten gelegd voor onze nieuwe verantwoordelijkheden. In de geactualiseerde Omgevingsvisie is de focus verlegd van een op bescherming gericht regime naar een op ontwikkeling gerichte benadering. De term Zone Ondernemen met Natuur en Water brengt dat tot uitdrukking. Daarin is meer ruimte voor ontwikkelingen als die tegelijkertijd een impuls geven aan beheer en versterking van de kwaliteit van natuur, landschap en water. Agrarisch Natuurbeheer Als gevolg van het Natuurpact is het agrarisch natuurbeheer gedecentraliseerd naar de provincies. Daarbij is de opgave om het beheer effectiever en efficienter uit te voeren. In 2014 zijn wij gestart met de voorbereiding van een nieuw stelsel voor agrarisch natuurbeheer dat ingaat per 1 januari 2016. Vanuit Samen werkt Beter is daarvoor een projectgroep samengesteld die samen met de drie gevormde collectieven, onder de regie van de provincie, een gebiedsproces heeft doorlopen. De resultaten daarvan zijn naar tevredenheid van de collectieven vastgelegd in december in het ontwerp natuurbeheerplan 2016. In 2015 volgt de verdere voorbereiding die moet leiden tot een aantal gebiedsaanvragen. Samen werkt Beter Wij hebben, op basis van het akkoord “Samen werkt beter” de samenleving betrokken bij de vormgeving van ons natuurbeleid. Met de ondertekening van het akkoord hebben wij en de partners de uitdaging op ons genomen om gezamenlijk de nieuwe koers voor economie en ecologie te ontwikkelen en uit te voeren. Iedere organisatie draagt hieraan bij en allen brengen hun eigen deskundigheid in. Zo werken wij samen met de partners aan de uitvoering van de Ontwikkelopgave EHS / Natura 2000. De meeste gebiedsprocessen zijn gestart met een gebiedsverkenning waar draagvlak voor is van alle partijen. De gebiedsverkenningen worden nu geconcretiseerd in zogeheten gebiedsoffertes. Met het statenvoorstel ‘Uitvoeringsreserve Economische Hoofdstructuur’ (zie PS/2014/62, PS vergadering 23 april 2014) hebben wij u inzicht geboden in de beschikbare middelen voor de realisatie van de totale Ontwikkelopgave EHS / Natura 2000.

46

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 2 Kerntaken

Transitie Nationale Parken De decentralisatie van het natuurbeleid heeft ertoe geleid dat het Rijk zijn verantwoordelijkheid voor organisatie, functioneren en bekostiging van de Nationale Parken heeft laten vervallen. Het is een autonome bevoegdheid van de provincie te bepalen of zij nog inzet pleegt op dit onderwerp. Wij hebben uw Staten in 2014 een voorstel voorgelegd over de transitie van de twee Nationale Parken in Overijssel. U heeft ermee ingestemd dat de toegevoegde waarde van de Nationale Parken ligt in hun bijdrage aan het beleefbaar maken van het gebied, en dat de bevoegdheden en instrumenten daarvoor primair bij de gemeenten en de terreinbeheerders berusten. Uw Staten hebben een extra afsluitende bijdrage van € 400.000 aan de beide parken verleend. De ontwikkeling en instandhouding van de natuur is opgenomen in het provinciale natuurbeleid. Monitoring Met de decentralisatie van het natuurbeleid hebben wij ook de verantwoordelijkheid gekregen voor monitoring van de natuurkwaliteit en kwantiteit. Wij hebben de afgelopen periode in overleg met partners gewerkt aan een provinciaal monitoringsplan voor het reguliere natuurbeheer via de Sub­ sidieregeling Natuur en Landschapsbeheer (SNL). De onderdelen die betrekking hebben op agrarisch natuurbeheer en Natura 2000 (inclusief PAS) moeten bij inwerkingtreding van deze beleidsonderdelen gereed zijn. Dit betreft respectievelijk 2016 (agrarisch natuurbeheer) en 2015 (Natura2000, inclusief PAS). Conform uitspraak uit het Natuurpact geeft het Jaarverslag ook uitsluitsel over de (kwantitatieve) voortgang van de uitvoering van het Natuurpact, bij prestatie 3.7.1, 3.7.2, 3.8.3 en kerntaak 9. De interprovinciale rapportage hierover is naar verwachting in september gereed. Afsluiting provinciaal Meerjarenprogramma Landelijk Gebied 20017-2013 (pMJP) Het provinciaal Meerjarenprogramma Landelijk Gebied 2007-2013 (pMJP) is de voorloper van het Natuurpact. Het pMJP is eind 2013 afgesloten. Wij hebben u in 2014 een voorstel voorgelegd over de financiele afronding van het pMJP. Uw staten hebben ingestemd met ons voorstel om een bedrag van € 16,8 miljoen (van een totaabudget van ca € 470 miljoen) voorlopig te reserveren voor de afronding van pMJP-projecten en overige nog bestaande risico’s. Groene en Blauwe Diensten Uw Staten hebben op 2 juli 2014 het geactualiseerde Beleidskader Groene en Blauwe Diensten vastgesteld. Doel van de actualisatie is om de regeling effectiever en efficiënter te maken. In de regeling Groene en Blauwe Diensten 2014-2015 wordt sterker aangestuurd op de provinciale doelen. Projecten moeten een bijdrage leveren aan het robuuster maken van reeds gecontracteerd beheer, gericht zijn op specifieke soorten of omstandigheden (biodiversiteit) en/of een groepsgewijze (gebiedsgerichte) aanpak kennen. Wij hebben op basis van de aangepaste regeling in 2014 aan twee gemeenten voor in totaal € 1,5 miljoen aan subsidie toegekend en voor vier gemeenten de subsidieaanvragen met een totale omvang van € 1,7 miljoen in voorbereiding genomen. Hiermee wordt zowel aanleg, herstel als langjarig beheer (20 tot 30 jaar) van particuliere landschapselementen gefinancierd. Faunafonds en faunabeheer Nadat in 2013 de provincies geheel verantwoordelijk zijn geworden voor de financiering van het Faunafonds, zijn met ingang van 2014 ook de budgetten voor de provincies afzonderlijk beschikbaar gekomen. Het Faunafonds zorgt voor vergoeding van schade die wordt aangericht door ganzen, dassen, reeën, etc. Provincies hebben de bevoorschotting van het Faunafonds zelf geregeld, de provincie Utrecht treedt op als verrekenprovincie. De medewerkers van het Faunafonds zijn tijdelijk in dienst genomen door de uitvoeringsorganisatie BIJ12 van de provincies in Utrecht. Het bestuur van het Faunafonds is in 2014 opgevolgd door een interimbestuur dat de transitie van het Faunafonds zal begeleiden tot aan inwerkingtreding van de nieuwe Wet Natuurbescherming. Tot die tijd houdt het Rijk de juridische verantwoordelijkheid voor het Faunafonds.

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

47


Het Faunafonds heeft in 2014 de provincie geadviseerd over het nieuwe Faunabeheerplan 2014 2019 en is diverse malen geraadpleegd over ontheffingen voor schadebestrijding. De uitvoering van het faunabeheer in 2014 is onderwerp van juridische procedures rond diverse ontheffingen, waaronder de door ons in het kader van schadebestrijding verleende ontheffing voor het doden van ganzen. Bezwaarmakers richten hun bezwaren in die procedure onder andere tegen het doden van ganzen in de winterperiode. Afronding van de juridische procedures zal in 2015 zijn beslag krijgen.

Aandeel Inrichting landelijk gebied in totale kerntakenbegroting â– Inrichting landelijk gebied - 30,0% â– Overige kerntaken - 70,0%

48

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 2 Kerntaken

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

49


Doelenboom Maatschappelijke ambitie

Beleidsdoel

3.

3.6

Een toekomstbestendig, vitaal

Het verbeteren van het vestigingsklimaat voor agrarische bedrijven door bij te dragen aan goede fysiekruimtelijke inrichting en randvoorwaarden.

en aantrekkelijk landelijk gebied waarin het goed wonen, werken en recreĂŤren is en waarin ontwikkelingen hand in hand gaan met behoud en versterking van natuurwaarden en landschapswaarden. 3.7

Het realiseren van de Ontwikkelopgave EHS in samenhang met de versterking van de ruimtelijke kwaliteit en met sociaaleconomische ontwikkeling.

3.8

Toekomstbestendige (duurzame en kosteneffectieve) ontwikkeling en beheer van de natuurwaarden en landschapswaarden.

3.9

Bescherming van natuurwaarden en landschapswaarden.

3.10 Afwikkeling lopende verplichtingen en pMJP.

* Zie Monitor Overijssel 2014-III voor onderbouwing integrale kleurscore.

50

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 2 Kerntaken

Prestaties Kerntakenbegroting 2014

Uitvoering prestaties Integrale kleurscore*

Investeringsprestaties: 3.6.1 Herverkaveling / kavelruil (Kracht van Overijssel).

Groen

3.6.2 Herverkaveling (afronding bestuurlijke verplichtingen).

Groen

3.6.3 Herverkaveling via gebiedsontwikkelingen (zie kerntaak 9).

Rood

Reguliere prestaties: 3.6.4. Beleidsontwikkeling en instrumentontwikkeling fysiekruimtelijke inrichting en randvoorwaarden agrari-

Groen

sche sector. Investeringsprestaties: 3.7.1 Ontwikkelopgave EHS afronding juridische en bestuurlijke verplichtingen in integrale projecten.

3.7.2 Ontwikkelopgave EHS afronding juridische en bestuurlijke verplichtingen in sectorale projecten.

Groen

Oranje

Investeringsprestaties: 3.8.1 Groen-blauwe Diensten.

Groen

3.8.2 Frictiekosten.

Groen

Reguliere prestaties: 3.8.3 Natuurbeheer in de EHS.

Groen

3.8.4 Agrarisch natuurbeheer (inclusief weidevogels).

Oranje

3.8.5 Beleidsontwikkeling natuur en landschap.

Oranje

3.8.6 Stimulering en instrumenten natuur en landschap.

Groen

3.8.7 Monitoring natuurbeleid en landschapsbeleid.

3.8.8 Subsidie aankopen inrichting natuurterreinen.

Groen

Oranje

Investeringsprestaties: 3.9.1 Beperken ammoniak vanuit de landbouw.

Rood

Reguliere prestaties: 3.9.2 Programmatische Aanpak Stikstof en Natura 2000, opbouw en onderhoud systeem.

Oranje

3.9.3 Kaderstelling voor en uitvoering van groene wetten.

Oranje

3.9.4 Advisering en borging wettelijke eisen inrichting landelijk gebied in ruimtelijke plannen.

Groen

3.9.5 Vergoeden schade via Faunafonds.

Groen

Reguliere prestaties: 3.10.1 Afronden pMJP-convenanten met waterschappen en gemeenten.

Groen

3.10.2 Uitfinanciering laatste pMJP-projecten buiten convenanten.

3.10.3 Uitfinanciering de Doorbraak.

Groen

3.10.4 Uitfinanciering doeluitkering Koopmansgelden Gooiermars.

Groen

3.10.5 Uitfinanciering faunapassage N333.

Groen

3.10.6 Uitfinanciering kwaliteitsimpuls rietteelt sector.

Groen

3.10.7 Uitfinanciering synergieprojecten.

Groen

3.10.8 Uitfinanciering lopende verplichtingen van v贸贸r 2007.

Oranje

Oranje

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

51


3. Inrichting landelijk gebied

( x â‚Ź 1.000)

Rekening 2013 Beleidsdoelen 3.1 Het verbeteren van het

Lasten 3.530

Baten

Primitieve begroting

Actuele begroting

2014

2014

Saldo Lasten Baten

Rekening 2014

Saldo 2014

Saldo Lasten Baten

Saldo Lasten Baten

Saldo Lasten1 Baten2 Saldo3

-2.947

-2.779

-1.970

321 -3.209

vestigingsklimaat voor agrarische bedrijven door bij te dragen aan goede ruimtelijke en fysieke randvoorwaarden. 3.2 Het realiseren van de

58.497 55.146 -3.351

natuuropgave in de groenblauwe hoofdstructuur, met versterking van de ruimtelijke kwaliteit en, waar mogelijk, in samenhang met sociaaleconomische ontwikkeling. 3.3 Vorm en inhoud geven aan 12.671

55 -12.616

een toekomstbestendige ontwikkeling en beheer van natuurwaarden, waar mogelijk bij voorkeur door particulieren en (agrarische) ondernemers. 3.4 Vorm en inhoud geven aan

2.862

151 -2.711

2.144

32 -2.112

een toekomstbestendige ontwikkeling en beheer van landschappelijke waarden, waar mogelijk bij voorkeur door particulieren en (agrarische) ondernemers. 3.5 Bescherming van natuurwaarden en landschapswaarden. 3.6 Het verbeteren van het

2.947

2.779

1.970

-809

809

1 -13.239 -27.535

1 27.536

vestigingsklimaat voor agrarische bedrijven door bij te dragen aan goede fysiek-ruimtelijke inrichting en randvoorwaarden. 3.7 Het realiseren van de ontwikkelopgave EHS in samenhang met de versterking van de ruimtelijke kwaliteit en met de sociaaleconomische ontwikkeling.

52

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

11.135

-11.135 40.775

-40.775 13.240


Hoofdstuk 2 Kerntaken

3. Inrichting landelijk gebied

( x â‚Ź 1.000)

Rekening 2013 Beleidsdoelen 3.8 Toekomstbestendige (duur-

Lasten

Baten

Primitieve begroting

Actuele begroting

2014

2014

Saldo Lasten Baten 14.278

Saldo Lasten Baten

50 -14.228 87.038

Rekening 2014

Saldo Lasten Baten

50 -86.988 23.755

Saldo 2014

Saldo Lasten1 Baten2 Saldo3

135 -23.620 -63.283

85 63.368

zame en kosteneffectieve) ontwikkeling en beheer van de natuurwaarden en landschapswaarden. 3.9 Bescherming van natuur-

5.547

1.966 -3.581

5.215

416

-4.799

4.127

233

-3.894

-1.088

-183

905

waarden en landschapswaarden. 3.10 Afwikkeling lopende ver-

1.843

378 -1.465 11.369

478 -10.891 -3.819

478

4.297 -15.188

15.188

79.704 55.704 -24.000 35.750

2.394 -33.356 147.176

944 -146.232 39.273

847 -38.426 -107.903

-97 107.806

plichtingen en pMJP. Totaal Inrichting landelijk gebied

1) Bij - minder lasten dan begroot. Bij + meer lasten dan begroot. 2) Bij - minder baten dan begroot. Bij + meer baten dan begroot. 3) Bij - meer uitgegeven dan begroot, resultaat gaat omlaag. Bij + minder uitgegeven dan begroot, resultaat gaat omlaag.

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

53


Reserves, Voorzieningen en Doeluitkeringen

( x â‚Ź 1.000)

Actuele begroting 2014 Beginsaldo 31-12-2013

Storting

1.631

400

( x â‚Ź 1.000)

Rekening 2014 Beginsaldo

Onttrek-

Eindsaldo

king

31-12-2014 31-12-2013

Onttrekking Eindsaldo Storting

+ Vrijval

31-12-2014

Verschil

Reserves Reserve Reconstructie Egalisatiereserve ILG

48.232

Uitvoeringsreserve EHS

476

1.631

11.115

48.232

400

121.127

Reserve uitvoering KvO Totaal reserves

1.555 37.117

1.155

476

35.827

12.405

1.290

25.296

1.753

13.427

49.863

2 153

173.226

11.591

1.896

1.565

1.656

1.805

1.753

12.326

-1.101

49.863

2.153

75.004

12.881

189

1.896

1.564

1.656

1.804

-1

344

344

2.148

343

Voorzieningen Voorziening natuurbeleidsplan Voorziening Revolving Fund grond-

344

voorraad Totaal voorzieningen

1.896

1.565

1.656

1.805

1.896

1.908

1.656

Doeluitkeringen Doeluitkering weidevogels IJsseldelta

50

50

Doeluitkering natuurbeheer rietteelt-

358

478

-120

358

50 120

478

50 120

408

528

-120

408

120

528

120

175.410

13.276

52.167

4.181

77.188

sector Totaal doeluitkeringen Saldo Reserves, Voorzieningen en

52.167

Doeluitkeringen Inrichting landelijk gebied

54

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

3.718

15.029

652


Hoofdstuk 2 Kerntaken

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

55


Toelichting Onderstaand overzicht geeft inzicht in wat de provincie investeert in KvO-projecten en reguliere prestaties per beleidsdoel. Hierbij wordt aangegeven welk deel gefinancierd wordt uit de investeringsimpuls Kracht van Overijssel en overige financieringsbronnen. De uitgelichte kolom wordt na dit overzicht nader toegelicht.

Primitieve begroting 2014 Beleidsdoelen

Prestatie

3.6 Het verbeteren van het vestigings足

Kracht van Overijssel

klimaat voor agrarische bedrijven door

3.6.1 Herverkaveling / kavelruil (Kracht

bij te dragen aan goede fysiek-ruimte-

van Overijssel).

lijke inrichting en randvoorwaarden.

3.6.2 Herverkaveling (afronding bestuur-

Lasten

Baten

Saldo

Begrotingswijzigingen Lasten

Baten

Nummers

107, doorwerking GS 2013 2.240

-2.240

-65

2.240

-2.240

-65

707

-707

-103

2.947

-2.947

-168

515

-515

11.295

lijke verplichtingen). 3.6.3 Herverkaveling via gebiedsontwikkelingen (zie kerntaak 9). Subtotaal Kracht van Overijssel Reguliere prestaties Subtotaal beleidsdoel 3.6 3.7 Het realiseren van de ontwikkelop-

Kracht van Overijssel

gave EHS in samenhang met de

3.7.1 Ontwikkelopgave EHS afronding

versterking van de ruimtelijke kwa-

juridische en bestuurlijke verplichtingen

liteit en met de sociaaleconomische

in integrale projecten.

ontwikkeling.

3.7.2 Ontwikkelopgave EHS afronding

1, 7, 18, 107, 116, doorwerking GS 2013

9.720

-9.720

19.245

1, 7, 18, 107,

juridische en bestuurlijke verplichtingen

116, doorwer-

in sectorale projecten.

king GS 2013

3.7.3 Ontwikkelopgave EHS Program-

900

-900

-900

11.135

-11.135

29.640

11.135

-11.135

29.640

1, 116

matische Aanpak Stikstof. 3.7.4 Overige Ontwikkelopgave EHS. Subtotaal Kracht van Overijssel Reguliere prestaties Subtotaal beleidsdoel 3.7 3.8 Toekomstbestendige (duurzame en

Kracht van Overijssel

kosteneffectieve) ontwikkeling en

3.8.1 Groene en Blauwe Diensten.

1.500

12, 112

beheer van de natuurwaarden en

3.8.2 Frictiekosten.

2.560

18

Subtotaal Kracht van Overijssel

4.060

landschapswaarden.

Reguliere prestaties Subtotaal beleidsdoel 3.8

56

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

14.278

50

-14.228

68.700

14.278

50

-14.228

72.760


Hoofdstuk 2 Kerntaken

( x â‚Ź 1.000) Actuele begroting 2014 Lasten

Baten

Rekening 2014

Saldo

Lasten

Baten

Saldo 2014

Saldo

Lasten

Baten

Financiering Saldo

Uit KvO

Reserves

overig

2.175

-2.175

1.373

-1.373

-802

802

-1.373

2.175

-2.175

1.373

-1.373

-802

802

-1.373

604

-604

597

-597

-7

7

-400

-197

2.779

-2.779

1.970

-1.970

-809

809

-1.773

-197

11.810

-11.810

5.725

-5.724

-6.085

6.086

-76

-5.648

28.965

-28.965

7.515

-7.515

-21.450

21.450

-5.882

-1.633

40.775

-40.775

13.240

-13.239

-27.535

27.536

-5.958

-7.281

40.775

-40.775

13.240

1.500

-1.500

2.560

4.060

1

1

1

-13.239

-27.535

1.520

-1.520

-2.560

1.070

-4.060

2.590

1

1

1

27.536

-5.958

20

-20

-1.020

-1.070

-1.490

1.490

-1.070

-2.590

-1.470

1.470

-2.090

82.978

50

-82.928

21.165

135

-21.030

-61.813

85

61.898

87.038

50

-86.988

23.755

135

-23.620

-63.283

85

63.368

-2.090

-29.832

29.832

-29.832

22.551 -500

-500 -103.211

82.181

-103.211

81.681

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

57


Primitieve begroting 2014 Beleidsdoelen

Prestatie

3.9 Bescherming van natuurwaarden en

Kracht van Overijssel

landschapswaarden.

3.9.1 Beperken ammoniak vanuit de

Lasten

Baten

Saldo

Begrotingswijzigingen Lasten

Baten

2.500

-2.500

-2.500

Subtotaal Kracht van Overijssel

2.500

-2.500

-2.500

Reguliere prestaties

3.047

1.966

-1.081

2.168

-1.550

11

5.547

1.966

-3.581

-332

-1.550

1.843

378

-1.465

9.526

100

1.843

378

-1.465

9.526

100

35.750

2.394

-33.356

111.426

-1.450

landbouw.

Subtotaal beleidsdoel 3.9 3.10 Afwikkeling lopende verplichtingen

Kracht van Overijssel

en pMJP. Subtotaal Kracht van Overijssel Reguliere prestaties Subtotaal beleidsdoel 3.5 Totaal Inrichting landelijk gebied

58

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

Nummers


Hoofdstuk 2 Kerntaken

( x â‚Ź 1.000) Actuele begroting 2014 Lasten

Baten

Saldo

Rekening 2014 Lasten

Baten

Saldo 2014

Saldo

Lasten

Baten

Financiering Saldo

Uit KvO

Reserves

overig

5.215

416

-4.799

4.127

233

-3.894

-1.088

-183

905

-1.480

-2.414

5.215

416

-4.799

4.127

233

-3.894

-1.088

-183

905

-1.480

-2.414

11.369

478

-10.891

-3.819

478

4.297

-15.188

15.188

-2.505

-8.015

14.817

11.369

478

-10.891

-3.819

478

4.297

-15.188

15.188

-2.505

-8.015

14.817

147.176

944

-146.232

39.273

847

-38.426

-107.903

107.806

-12.326

-142.538

116.438

-97

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

59


Financiële toelichtingen

Beleidsdoel 3.6 Prestatie 3.6.2

Het budget op deze prestatie is in 2014 beschikbaar voor landinrichtingsprojecten. Voor een aantal projecten zijn de uitgaven in 2014 lager dan geraamd. In Scheerwolde is vertraging opgetreden in de afwikkeling van de procedure voor het ruilplan, om te voorkomen dat bezwarentermijn in de zomervakantie zou vallen. Ook zijn er meer zienswijzen ingediend dan verwacht, waardoor de afhandeling meer tijd vraagt.

In Enschede-Noord is vertraging opgetreden als gevolg van extra bestuurlijk overleg dat nodig was voor wat betreft percelen van Natuurmonumenten en input van het waterschap Vechtstromen rond de hydrologische situatie Blankenbellingsbeek. Bij Enschede-Zuid 3e module heeft de opstelling van de Lijst Geldelijke Regelingen (financiële afrekening met grondeigenaren) meer tijd gevergd dan was voorzien.

De niet-bestede middelen ad € 802.000 blijven in de Reserve uitvoering Kracht van Overijssel beschikbaar voor de verdere uitvoering van de landinrichtingsprojecten.

Beleidsdoel 3.7 Prestatie 3.7.1

Onderdeel van dit budget is een bijdrage van € 5,2 miljoen aan de grondverwerving in het project IJsseldelta Zuid. Deze bijdrage is in 2014 niet ingeroepen door het project. In 2015 zal een beroep op deze bijdrage worden gedaan. De middelen hiervoor blijven beschikbaar in de Uitvoeringsreserve Ecologische Hoofdstructuur.

Verder is van het budget voor uitfinanciering van inrichtingsprojecten pMJP, ter grootte van € 5 miljoen, een bedrag van € 0,4 miljoen niet tot besteding gekomen.

Ten slotte resteert van het budget voor aansluiting ADT – EHS € 0,4 miljoen. Dit budget, dat in 2014 € 0,9 miljoen bedroeg, wordt gedekt uit de egalisatiereserve ILG. Deze reserve wordt opgeheven in het kader van de financiële afronding van het provinciaal Meerjarenprogramma Landelijk Gebied. Conform uw besluitvorming hierover in de Statenvergadering van november (PS/2014/764) wordt een nieuwe reserve ingesteld voor afronding van het pMJP en overige risico’s. In het resultaatbestemmingsvoorstel bij deze jaarrekening, ter voeding van deze nieuwe reserve, wordt onder andere voorgesteld de niet bestede € 0,4 miljoen voor aansluiting ADT - EHS toe te voegen aan die reserve. Daarmee wordt dekking gerealiseerd voor de nog uit voeren maatregelen op het gebied van inrichting en functiewijziging ten behoeve van de aansluiting ADT – EHS.

Prestatie 3.7.2

De bestedingen voor deze prestatie zijn € 1,1 miljoen hoger dan begroot. Voor € 0,9 miljoen wordt dit veroorzaakt door de bestedingen voor particuliere natuurontwikkeling. Het betreffen hier kosten die eerder gerealiseerd zijn dan verwacht, geen kostenoverschrijdingen van het totale meerjarige budget voor particuliere natuurontwikkeling. Het kasritme van de subsidies die in dit kader worden verstrekt laat zich lastig voorspellen doordat de daadwerkelijke subsidiëring pas plaatsvindt nadat de aanvrager via vestiging van een kwalitatieve verplichting landbouwgrond heeft omgezet in natuurgrond. Hiervoor heeft de aanvrager na het moment van toekenning nog een jaar de tijd.

Daarnaast is het budget voor de uitvoering van de sectorale projecten in het kader van de bestuurlijke en juridische verplichtingen, ter grootte van € 2,9 miljoen, met € 0,1 miljoen overschreden. Ook hier geldt dat sprake is van eerdere realisatie van kosten dan verwacht. Er is geen overschrijding van het totale meerjarige budget.

Beide budgetten zijn KvO-budgetten. De overschrijdingen als gevolg van sneller gerealiseerde kosten dan verwacht hebben wij ten laste gebracht van de daartoe bestemde middelen in de Reserve uitvoering Kracht van Overijssel.

60

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 2 Kerntaken

Als gevolg van het besluit van de commissie Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) op 2 april blijft de verantwoording van subsidies die via RVO.nl zijn verstrekt ongewijzigd ten opzichte van vorige jaren. Dit betekent dat de uitgaven voor functieverandering van gronden verantwoord moeten blijven op basis van het kasstelsel in plaats van het baten en lasten stelsel dat door de provincie wordt gehanteerd. Dit betekent dat van de begrote last à € 83,5 miljoen voor natuur (functieverandering van gronden) € 79,3 miljoen niet tot besteding is gekomen. Het restant aan verplichtingen moet conform het besluit van het BBV worden opgenomen in de balans onder de post “Niet uit balans blijkende verplichtingen”.

Deze onderbesteding heeft voor € 22,4 miljoen betrekking op deze prestatie, op een beschikbaar budget van € 24,1 miljoen. De middelen blijven beschikbaar in de Uitvoeringsreserve Ecologische Hoofdstructuur ten behoeve van de hier tegenoverstaande verplichtingen.

Beleidsdoel 3.8 Prestatie 3.8.1

Op 2 juli 2014 hebben uw Staten besloten € 6,0 miljoen beschikbaar te stellen voor de subsidieregeling Groene en Blauwe Diensten (PS/2014/426). Dit budget is verdeeld over 2014 (€ 1,5 miljoen) en 2015 (€ 4,5 miljoen). Het budget van 2014 is licht overschreden. Het betreft eerdere realisatie van kosten, geen overschrijding van het totale budget voor 2014 en 2015.

Op basis van de spelregels van Kracht van Overijssel hebben Gedeputeerde Staten besloten om een bedrag à € 20.000 af te ramen in 2015 en zo toe te voegen aan de Reserve uitvoering Kracht van Overijssel om hiermee de overschrijding in 2014 te vereffenen, op prestatie 3.8.1.

Prestatie 3.8.2

Van het budget voor frictiekosten resteert € 1,5 miljoen. Voor € 0,4 miljoen wordt dit veroorzaakt door het feit dat de kosten, voortvloeiend uit uw statenbesluit van september 2014 om een eenmalig budget van € 0,4 miljoen beschikbaar te in het kader van de transitie van de nationale parken (PS/2014/660), in 2015 worden gerealiseerd. De beschikkingen ter uitvoering van dit besluit zijn in januari 2015 verzonden.

Voor € 1,1 miljoen worden de lagere lasten veroorzaakt door dekking van een deel van de begrote bijdrage aan de begroting voor de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) - uit reeds beschikbare budgetten in de Begroting 2014. Uitgangspunt was dat de volledige bijdrage van € 1,4 miljoen, gebaseerd op een overeenkomst tussen IPO en Rijk, ten laste zou komen van het frictiekostenbudget. In december 2014 is genoemde overeenkomst tussen IPO en Rijk besproken in de ambtelijke adviescommissie voor het Vitaal Platteland. Daaruit bleek dat de bijdrage voor € 1,1 miljoen betrekking had op reeds beschikbare budgetten in de Begroting 2014. Dit betreft bijdragen aan de uitvoering van monitoring en aan de werkorganisatie BIJ12. Slechts de bijdrage in verband met professionalisering van de collectieven voor agrarisch natuurbeheer (€ 0,3 miljoen) is ten laste van het frictiekostenbudget gebracht.

De niet bestede middelen in 2014 blijven in de Reserve uitvoering Kracht van Overijssel beschikbaar voor dekking van frictiekosten in de komende jaren.

Regulier

Voor de reguliere prestaties ten behoeve van beleidsdoel 3.8 is € 83,0 miljoen beschikbaar.

€ 15,6 miljoen heeft betrekking op prestatie 3.8.3 Natuurbeheer in de Ecologische Hoofdstructuur. Van deze € 15,6 miljoen is € 2,7 miljoen niet tot besteding gekomen.

De subsidies voor natuurbeheer zijn € 2,3 miljoen lager dan begroot. Voor € 1,9 miljoen wordt dit veroorzaakt doordat voor een deel van de kosten eenmalig nog een restant pMJP-budget beschikbaar was. Voor € 0,4 miljoen is de oorzaak gelegen in correcties op in eerdere jaren uitgekeerde subsidies, die lager zijn vastgesteld.

Naast de lagere kosten voor subsidies voor natuurbeheer valt ook de bijdrage aan de BIJ12-begroting € 0,4 miljoen lager uit dan begroot. Een deel van de uitgaven voor het onderdeel GBO (automatisering) hangt samen met applicaties

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

61


ten behoeve van specifieke prestaties in de provinciale begroting. Deze kosten zijn ten laste van uitvoeringsbudgetten voor deze prestaties gebracht en dus niet ten laste gekomen van dit centrale budget voor BIJ12. Bovendien was een deel van de btw voor BIJ12 compensabel. Daar was in de raming geen rekening meegehouden.

Aan de batenkant van prestatie 3.8.3 is met de verkoop ten behoeve van de gebiedsontwikkeling Gooiermars een bate van € 83.000 gerealiseerd. Conform de afspraken met het Rijk in het kader van de Koopmansgelden, van waaruit de nu te verkopen kavels zijn aangeschaft, doen wij een resultaatbestemmingsvoorstel om deze verkoopopbrengsten beschikbaar te houden voor het beheerfonds Gooiermars.

Van het budget voor de reguliere prestaties ten behoeve van beleidsdoel 3.8 is € 4,2 miljoen bestemd voor agrarisch natuurbeheer, prestatie 3.8.4. Hiervan is € 1,1 miljoen niet besteed. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door ontvangen europese subsidies (POP).

In het kader van de reguliere prestaties voor beleidsdoel 3.8 is ruim € 0,4 miljoen beschikbaar voor Beleidsontwikkeling Natuur en landschap. Hiervan is in 2014 ruim € 0,3 miljoen niet besteed. De prestaties zoals omschreven in de kerntaaktekst in deze jaarrekening hebben wij grotendeels met eigen capaciteit en binnen het daarvoor beschikbare personeelsbudget kunnen realiseren. De uitvoeringsbudgetten voor deze prestaties zijn daarom in slechts zeer beperkte mate besteed.

Voor prestatie 3.8.6 Stimulering en instrumenten natuur en landschap is in 2014 € 0,9 miljoen beschikbaar. Hiervan is € 0,2 miljoen niet besteed. In het kader van deze prestatie worden faunapassages aangelegd. Realisatie van die passages is meegenomen in de uitvoering van onderhoudswerkzaamheden aan de N334 in Noordwest-Overijssel. Een deel van de werkzaamheden wordt afgerond in 2015. Bij deze jaarrekening is een voorstel gevoegd om de resterende € 0,2 miljoen te bestemmen voor het budget voor deze prestatie in 2015, ter dekking van de in 2015 doorlopende werkzaamheden voor de faunapassages.

Voor prestatie 3.8.7 Monitoring natuurbeleid en landschapsbeleid is € 0,8 miljoen beschikbaar. In de tweede monitor hebben wij gerapporteerd dat naar verwachting circa € 0,4 miljoen van dit budget zou resteren. Dit in verband met de latere start van monitoring voor agrarisch natuurbeheer en de PAS. Uiteindelijk resteert van dit budget een kleine € 0,5 miljoen. Conform onze aankondiging in de tweede monior doen wij bij deze jaarrekening een resultaatbestemmingsvoorstel, om de niet bestede middelen toe te voegen aan het budget voor deze prestatie in 2016. Vanaf dat jaar is het budget voor deze prestatie ruim € 0,3 miljoen lager als gevolg van het wegvallen van het incidentele deel van het budget.

Als gevolg van het besluit van de commissie Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) op 2 april blijft de verantwoording van subsidies die via RVO.nl zijn verstrekt ongewijzigd ten opzichte van vorige jaren. Dit betekent dat de uitgaven voor functieverandering van gronden verantwoord moeten blijven op basis van het kasstelsel in plaats van het baten en lasten stelsel dat door de provincie wordt gehanteerd. Dit betekent dat van de begrote last à € 83,5 miljoen voor natuur (functieverandering van gronden) € 79,3 miljoen niet tot besteding is gekomen. Het restant aan verplichtingen moet conform het besluit van het BBV worden opgenomen in de balans onder de post “Niet uit balans blijkende verplichtingen”.

Deze onderbesteding heeft voor € 59,5 miljoen betrekking op prestatie 3.8.8, op een beschikbaar budget van € 59,5 miljoen. De middelen blijven beschikbaar in de Uitvoeringsreserve Ecologische Hoofdstructuur ten behoeve van de hier tegenoverstaande verplichtingen.

62

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 2 Kerntaken

Beleidsdoel 3.9 Regulier

Voor de reguliere prestaties ten behoeve van beleidsdoel 3.9 is in 2014 een budget van € 5,2 miljoen beschikbaar. Hievan is € 1,3 miljoen bestemd voor prestatie 3.9.2 PAS en Natura 2000, opbouw en onderhoudsysteem. Het budget voor deze prestatie is in 2014 hoger dan in de daaropvolgende jaren omdat extra inspanningen waren voorzien als gevolg van de verwachte vaststelling van de PAS. Bij de tweede monitor hebben wij aangegeven dat naar verwachting ruim € 0,5 miljoen van dit budget niet tot besteding zou komen. Het niet bestede budget is uitgekomen op bijna € 0,7 miljoen.

Zoals aangekondigd in de tweede monitor doen wij bij deze jaarrekening een resultaatbestemmingsvoorstel om het niet bestede budget toe te voegen aan het budget voor deze prestatie in 2015. Daarmee is dekking gewaarborgd voor de extra inspanningen als gevolg van de vaststelling van de PAS.

Voor prestatie 3.9.3 Kaderstelling voor en uitvoering van groene wetten is in 2014 € 2,7 miljoen beschikbaar. Voor € 2,4 miljoen is dit budget bestemd voor vergunningverlening. Deze begroting was afgestemd op circa 1.265 af te handelen aanvragen. Uiteindelijk zijn ruim 1.100 aanvragen afgehandeld. Als gevolg daarvan resteert van het budget voor vergunningverlening € 0,3 miljoen. Daartegenover staan lagere legesinkomsten van € 0,2 miljoen.

Van de overige uitvoeringsbudgetten voor deze prestatie, ter grootte van € 0,3 miljoen, resteert € 0,1 miljoen.

Beleidsdoel 3.10 Regulier

Voor de reguliere prestaties ten behoeve van beleidsdoel 3.10 is € 11,4 miljoen beschikbaar. Hiervan heeft € 6,2 miljoen betrekking op prestatie 3.10.2 Uitfinanciering laatste pMJP-projecten buiten convenanten. Van dit budget is € 0,8 miljoen niet tot besteding gekomen. Een aantal projecten loopt nog door. Conform uw besluitvorming in november 2014 op het voorstel over de financiële afronding van het pMJP (PS/2014/764) doen wij bij deze jaarrekening een voorstel voor resultaatbestemming voor onder andere de dekking van de doorloop van deze projecten.

In genoemd statenvoorstel is ook de vrijval van pMJP-verplichtingen genoemd en aangewezen als dekking voor de nieuw te vormen bestemmingsreserve voor de financiële afronding van het pMJP en afdekking van overige risico’s. Deze vrijval bedraagt € 14,5 miljoen en veroorzaakt de per saldo negatieve last voor de reguliere prestaties ten behoeve van beleidsdoel 3.10. Ook deze vrijval wordt betrokken bij genoemd resultaatbestemmingsvoorstel ter vorming van de nieuwe bestemmingsreserve Afrekening pMJP / ILG.

Voor prestatie 3.10.5 Faunapassage N333 is in 2014 € 2,4 miljoen beschikbaar. Dit budget is met € 0,1 miljoen overschreden. Het betreft geen overschrijding van het totale meerjarige project voor deze faunapassage. Een klein deel van de kosten is eerder gemaakt dan verwacht.

De overschrijding hebben wij ten laste gebracht van de daartoe bestemde middelen in de Reserve uitvoering Kracht van Overijssel.

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

63


Kerntaak 4: Regionale bereikbaarheid, regionaal OV Inleiding + externe ontwikkelingen Uitvoering laatste KvO-projecten Binnen het KvO-programma Mobiliteit zijn in 2014 een aantal investeringsvoorstellen aan uw Staten voorgelegd. Namelijk het ombouwbudget OV, treindienst Hengelo-Bielefeld, Zwolle Spoort (Herfte), elektrificatie spoor Zwolle-Enschede, N35 maatregelen Wijthmen-Nijverdal en N35 Nijverdal-Wierden ongelijkvloerse kruisingen. Daarmee zijn vrijwel alle middelen binnen het KvO-programma Mobiliteit vastgelegd. Voor een bedrag van ca. € 70 miljoen moeten nog investeringsbesluiten worden genomen door uw Staten. Dit gaat over ca. € 20 miljoen uit het oorspronkelijke KvO-programma mobiliteit, bedoeld voor de N35 (€ 15,45 miljoen), N307 (€ 4 miljoen) en Vechtdallijnen (€ 1 miljoen). Daarnaast gaat het om ca. € 50 miljoen van de uit de N340 / N48 en N377 vrijvallende middelen. Deze zijn met de Perspectiefnota gereserveerd voor fiets (€ 9,3 miljoen), vervangingsinvesteringen wegen en kunstwerken (€ 20 miljoen) en de N35, bruggen Twentekanalen en wegonderhoud (€ 21,85 miljoen). In april 2014 hebben uw Staten een herzieningsbesluit genomen over de N340 / N48 en de N377. Dit betekent een herziening van de scope en het budget van het project. Het project bevindt zich in de fase van planvoorbereiding. Het project werkt toe naar een DC/EC-contract. Uw Staten zijn over de stand van zaken eind 2014 geïnformeerd bij brief PS/2014/1110. In 2014 zijn we gestart met de uitvoering van het programma Goederenvervoer over water. Daarnaast vervult Overijssel een trekkende rol in de totstandkoming van projectvoorstellen in het kader van TEN-T en/of Interreg, met als doel het versterken van de Euregio als belangrijke grensoverschrijdende logistieke schakel op de Northsea Baltic corridor tussen de Nederlandse en Belgische mainports en Noord- en Oost-Europa. Ter invulling van de vrijkomende middelen N340, die benoemd zijn voor de stimulering van het fietsverkeer heeft een verkenning plaatsgevonden, welke geleid heeft tot een koersdocument fiets dat 18 februari 2015 door Provinciale Staten is vastgesteld (PS/2015/2). Verkeersveiligheid / kleinere infrastructuur Vanuit onze regisseursrol voor verkeersveiligheid en de verantwoordelijkheid voor provinciale wegen gaan we ons richten op gedragsbeïnvloeding en maatwerk. Een verkennend onderzoek is uitgevoerd naar de mogelijkheden van realisatie van verkeersveiligheidsvoorzieningen voor de periode tot 2020 omdat er met het beëindigen van het KEM-project en het programma provinciale wegenprojecten (DBA) geen afzonderlijke budgetten meer aanwezig zijn. Instandhouding structurele taken provincie (openbaar vervoer) Het afgelopen jaar hebben uw Staten besloten over de wijze waarop de exploitatietekorten in het openbaar vervoer worden opgelost en zijn extra middelen voor de ombouw van het openbaar vervoer beschikbaar gesteld. De eerste stappen voor bezuinigingen zijn gezet in de dienstregeling van december 2014. Samen met de al eerder genomen tariefaanpassingen en spelregelaanpassingen op de regiotaxi betekent dit al een substantiële bezuiniging voor 2015. Instandhouding structurele taken provincie (beheer en onderhoud) Eind 2015 hebben uw Staten het “Beheerplan infrastructurele kapitaalgoederen provincie Overijssel 2016-2019” vastgesteld. In dit beheerplan is een keuze gemaakt voor het te realiseren kwaliteitsniveau van 644 kilometer hoofdrijbanen, 320 kunstwerken en 154 kilometer waterwegen met bijbehorende voorzieningen, die de provincie beheert. Voor de berekening van het benodigde budget is het scenario Basis gehanteerd. Met de vaststelling van dit beheerplan hebt u de benodigde middelen voor beheer en onderhoud en vervanging van de infrastructuur voor de periode 2016 t/m 2019 beschikbaar gesteld. Het aanvullend benodigde bedrag als gevolg van de vertaling van het

64

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 2 Kerntaken

Bouwbesluit 2012 voor kunstwerken nemen wij mee als financiële opgave bij de voorbereiding van de Kerntakenbegroting 2016. PHS Door het besluit van staatssecretaris Mansveld medio 2014 om de definitieve besluitvorming over de routekeuze in Oost-Nederland van goederentreinen in het kader van PHS uit te stellen tot 2020, bestaat de rol van de provincie Overijssel de komende jaren uit het nauwlettend in de gaten houden van de treingoederenvervoerprognoses. Indien deze fors gaan stijgen nemen we contact op met het Rijk. Wgr+ Per 1 januari 2015 zijn de WGR-plus taken van de Regio Twente overgegaan naar de provincie. Daarmee zijn de mobiliteitstaken in Twente overgegaan naar de provincie.

Aandeel Regionale bereikbaarheid en regionaal openbaar in totale kerntakenbegroting ■ Regionale bereikbaarheid en regionaal openbaar - 15,0% ■ Overige kerntaken - 85,0%

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

65


Doelenboom Maatschappelijke ambitie

Beleidsdoel

4.

4.1

Een vlotte en veilige reis over weg,

Het realiseren van een goede bereikbaarheid voor het autoverkeer van en naar stedelijke

water, spoor voor alle gebruikers

netwerken en streekcentra, waarbij wegvakken een intensiteit-capaciteitverhouding

van en naar stedelijke netwerken

kleiner dan 0,8 / 0,85 hebben.

en streekcentra binnen en buiten Overijssel te realiseren onder de randvoorwaarde van duurzaamheid en ruimtelijke kwaliteit.

4.2

Stimuleren gebruik openbaar vervoer met als resultaat: (1) een aandeel openbaar vervoer in totaal aantal verplaatsingen van minimaal 2,0%, (2) een groei van het aantal reizigers met 3% per jaar en (3) een hoge mate van klanttevredenheid uitgedrukt in een rapportcijfer van minimaal 7,3.

4.3

Aandeel fietsgebruik in totaal aantal verplaatsingen tot 3,7, 7,5 en 15 km is respectievelijk minimaal 42%, 40% en 36%, het aantal fietskilometers op genoemde afstanden blijft gelijk en een goede inpassing van de infrastructuur.

4.4

Stimuleren goederenvervoer over water, faciliteren van het vrachtverkeer over de weg en beheersen van de doorgaande goederenstroom per spoor.

66

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 2 Kerntaken

Prestaties Kerntakenbegroting 2014

Uitvoering prestaties Integrale kleurscore*

Investeringsprestaties: 4.1.1 A1: afspraken maken met Rijk en partners over capaciteitsuitbreiding A1.

Groen

4.1.2 N18: verbetering doorstroming, leefbaarheid en veiligheid N18 (2x1-rijstrook 100 km/u).

Groen

4.1.3 N34: inrichting tot stroomweg (2x1-rijstrook 100 km/u).

Oranje

4.1.4 N35: realiseren door Rijk van stroomweg tussen Zwolle en Almelo.

Oranje

4.1.5 N50: verbeteren doorstroming N50 en opwaardering wegvak Kampen - Kampen-Zuid (2x2 rijstroken

Rood

100 km/u). 4.1.6 N307: onderzoek naar stroomweg (100 km/u).

Oranje

4.1.7 N340 - N48 - N377: inrichting tot stroomweg van de N340 en N48 (2x1-rijstroken en 2x2-rijstroken 100

Oranje

4.1.8 N348 2e fase (Raalte–Ommen): verbetering doorstroming en verkeersveiligheid.

Oranje

4.1.9 Stimuleren en faciliteren Ketenmobiliteit.

Oranje

4.1.10 Verbeteren doorstroming en verkeersveiligheid bij aansluitingen A1 / A28.

Groen

km/u) en duurzaam veilige inrichting N377.

Reguliere prestaties: 4.1.11 Beleidsontwikkeling Omgevingsvisie.

Groen

4.1.12 Verkenningen, planstudies en realisatie overige provinciale wegenprojecten.

Groen

4.1.13 Bijdrage aan gemeentelijke infrastructuurprojecten.

Groen

4.1.15 Verbetering doorstroming en benutting wegen door verkeersmanagement.

Groen

Investeringsprestaties: 4.2.1 Spoor Vechtdallijnen: verbeteren spoorinfrastructuur.

Oranje

4.2.2 Spoor Zwolle-Enschede: verbetering spoorinfrastructuur.

Oranje

4.2.3 Verbeterde OV-verbinding Zwolle-Kampen.

Groen

4.2.4 Versterken bovenregionaal spoor: (onderzoek naar) uitbreiding dienstregeling diverse spoorverbindingen.

Groen

4.2.10 Herijking OV tactiek BDU

Groen

Reguliere prestaties: 4.2.6 Uitvoeren OV-tactiek.

Groen

4.2.7 Aanbestedingen trein, bus en regiotaxi.

Groen

4.2.8 Concessie & contactmanagement van trein, bus en regiotaxi.

Groen

4.2.9 Actieprogramma Regionaal OV: verbetering doorstroming OV in Zwolle en Deventer en OV naar

Groen

bedrijventerreinen. Reguliere prestaties: Groen

4.3.1 Stimuleren fietsverkeer.

Investeringsprestaties:

4.4.1 Stimuleren van goederenvervoer over water.

Oranje

Reguliere prestaties: 4.4.5 Programma Hoogfrequent Spoor (PHS): onderzoek en beperken negatieve gevolgen voor Overijssel.

Groen

4.4.6 Basisnet vervoer gevaarlijke stoffen: beperken negatieve effecten voor Overijssel.

Groen

4.4.7 Opwaarderen kanaal Almelo-de Haandrik voor schepen tot 700 ton.

4.4.8 Netwerkontwikkeling goederenvervoer weg, water en spoor.

Groen

Oranje

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

67


Doelenboom Maatschappelijke ambitie

Beleidsdoel

4.

4.5

Een vlotte en veilige reis over weg,

In 2020 53% minder verkeersdoden (van 80 doden naar 37 doden) en 34% minder

water, spoor voor alle gebruikers

ziekenhuisgewonden (van 965 naar 636) ten opzichte van het gemiddelde over 2001 t/m

van en naar stedelijke netwerken

2003 op alle wegen in Overijssel.

en streekcentra binnen en buiten Overijssel te realiseren onder de randvoorwaarde van duurzaam-

4.6

heid en ruimtelijke kwaliteit.

Voldoen aan de vastgestelde kwaliteitseisen voor het beheer en onderhoud van provinciale infrastructuur.

* Zie Monitor Overijssel 2014-III voor onderbouwing integrale kleurscore.

68

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 2 Kerntaken

Prestaties Kerntakenbegroting 2014

Uitvoering prestaties Integrale kleurscore*

Reguliere prestaties: 4.5.1 Opdrachtgeverschap Regionaal Orgaan voor de Verkeersveiligheid in Overijssel (ROVO).

Groen

4.5.2 Bijdrage aan gemeentelijke projecten gedragsbe誰nvloeding verkeersveiligheid.

Groen

4.5.3 Structureel afstemmingsoverleg verkeersveiligheid alle Overijsselse partners.

Groen

Investeringsprestaties: 4.6.1 Beheer en Onderhoud, vervangingsinvesteringen oeverbeschoeiingen en kunstwerken.

Oranje

Oranje

Reguliere prestaties: 4.6.2 Uitvoeren Beheer & Onderhoud provinciale (vaar)weginfrastructuur.

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

69


4. Regionale bereikbaarheid, regionaal OV Rekening 2013 Beleidsdoelen

Lasten

4.1 Het realiseren van een

37.636

Baten

( x â‚Ź 1.000)

Primitieve begroting

Actuele begroting

2014

2014

Saldo Lasten Baten

7.527 -30.109 44.867

Saldo Lasten Baten

6.511 -38.356 35.648

Rekening 2014

Saldo Lasten Baten

7.674 -27.974 33.136

Saldo 2014

Saldo Lasten1 Baten2 Saldo3

7.486 -25.650

-2.512

-188

2.324

-1.538

728

goede bereikbaarheid voor het autoverkeer van en naar stedelijke netwerken en streekcentra, waarbij wegvakken een intensiteitcapaciteitverhouding kleiner dan 0,8 / 0,85 hebben. 4.2 Stimuleren gebruik open-

41.787 39.879

-1.908 43.565 41.764

-1.801 40.032 37.736

-2.296 37.766 36.198

-1.568

-2.266

-3.102

-1.811

-3.289

-2.402

-887

baar vervoer met als resultaat: (1) een aandeel openbaar vervoer in totaal aantal verplaatsingen van minimaal 2,0%, (2) een groei van het aantal reizigers met 3% per jaar en (3) een hoge mate van klanttevredenheid uitgedrukt in een rapportcijfer van minimaal 7,3. 4.3 Aandeel fietsgebruik in totaal aantal verplaatsingen tot 3,7, 7,5 en 15 km is respectievelijk minimaal 42%, 40% en 36% en het aantal fietskilometers op genoemde afstanden blijft gelijk en een goede inpassing van de infrastructuur. 4.4 Stimuleren goederenvervoer

3.140

38

1.256

1.256

1.811

3.289

2.402

887

over water, faciliteren van het vrachtverkeer over de weg en beheersen doorgaande goederenstroom per spoor. 4.5 In 2020 53% minder verkeersdoden (van 80 doden naar 37 doden) en 34% minder ziekenhuisgewonden (van 965 naar 636) ten opzichte van het gemiddelde over 2001 t/m 2003 op alle wegen in Overijssel.

70

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

1.130

1.130

3.036

3.036

2.969

2.969

-67

-67


Hoofdstuk 2 Kerntaken

4. Regionale bereikbaarheid, regionaal OV Rekening 2013 Beleidsdoelen

Lasten

4.6 Voldoen aan de vastgestel-

36.009

Baten

( x € 1.000)

Primitieve begroting

Actuele begroting

2014

2014

Saldo Lasten Baten

1.487 -34.522 35.386

Saldo Lasten Baten

138 -35.248 30.437

Rekening 2014

Saldo Lasten1 Baten2 Saldo3

Saldo Lasten Baten

138 -30.299 30.053

Saldo 2014

2.374 -27.679

-384

2.236

2.620

119.828 50.187 -69.641 126.759 49.543 -77.216 112.442 48.584 -63.858 106.326 49.027 -57.299 -6.116

443

6.559

de kwaliteitseisen voor het beheer en onderhoud van provinciale infrastructuur. Totaal Regionale Bereikbaarheid, regionaal OV

1) Bij - minder lasten dan begroot. Bij + meer lasten dan begroot. 2) Bij - minder baten dan begroot. Bij + meer baten dan begroot. 3) Bij - meer uitgegeven dan begroot, resultaat gaat omlaag. Bij + minder uitgegeven dan begroot, resultaat gaat omlaag.

Reserves, Voorzieningen en Doeluitkeringen

( x € 1.000)

Actuele begroting 2014 Beginsaldo 31-12-2013

Storting

( x € 1.000)

Rekening 2014 Beginsaldo

Onttrek-

Eindsaldo

king

31-12-2014 31-12-2013

Onttrekking Eindsaldo Storting

+ Vrijval

31-12-2014

Verschil

Reserves Reserve regionale bereikbaarheid

3.645

Reserve provinciale infrastructuur

32.017

Reserve waterwegen

4.745

3.645 736

23.304

32.017

4.159

4.745

214

800

48.020

17.181

40.407

48.970

31.075

Brede Doeluitkering Verkeer en Vervoer

43.178

35.298

41.067

Doeluitkering verbetering N34

12.664

570

Reserve uitvoering KvO Totaal reserves

3.645

9.449

27.463

3.645 736

9.449

27.035

3.731

4.623

464

214

336

48.020

17.274

40.407

48.970

26.973

31.658

4.288

37.518

41.027

3.618

13.233

-1

93

Doeluitkeringen

Doeluitkering regionaal mobiliteits-

809

37.409

43.178

35.367

13.234

12.664

569

232

577

809

5.211

6.020

-577

fonds Totaal doeluitkeringen

56.651

35.868

41.299

51.220

56.651

41.147

43.538

54.260

3.040

Saldo Reserves, Voorzieningen en

97.058

84.838

72.374

78.683

97.058

90.117

70.511

85.918

7.328

Doeluitkeringen Regionale bereikbaarheid, regionaal OV

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

71


Toelichting Onderstaand overzicht geeft inzicht in wat de provincie investeert in KvO projecten en reguliere prestaties per beleidsdoel. Hierbij wordt aangegeven welk deel gefinancierd wordt uit de investeringsimpuls Kracht van Overijssel en overige financieringsbronnen. De uitgelichte kolom wordt na dit overzicht nader toegelicht.

Primitieve begroting 2014 Beleidsdoelen

Prestatie

4.1 Het realiseren van een goede

Kracht van Overijssel

bereikbaarheid voor het autoverkeer

4.1.1 A1: afspraken maken met Rijk en

van en naar stedelijke netwerken

partners over capaciteitsuitbreiding A1.

en streekcentra, waarbij wegvakken

4.1.2 N18: verbetering doorstroming,

een intensiteit-capacitei verhouding

leefbaarheid en veiligheid N18 (2x1-

kleiner dan 0,8 / 0,85 hebben.

Lasten

Baten

Saldo

Begrotingswijzigingen Lasten

Baten

1.800

Nummers

9

rijstrook 100 km/u). 4.1.3 N34: inrichting tot stroomweg

3.870

-3.870

-800

150

-150

150

(2x1-rijstrook 100 km/u ). 4.1.4 N35: realiseren door Rijk van

111

stroomweg tussen Zwolle en Almelo (2x2 rijstroken 100 km/u). 4.1.5 N50: verbeteren doorstroming N50 en opwaardering wegvak Kampen-Kampen-Zuid (2x2 rijstroken 100 km/u). 4.1.6 N307: onderzoek naar stroom-

1.400

18

weg (100 km/u). 4.1.7 N340 - N48 - N377: inrichting

18.000

-18.000

-13.500

9

tot stroomweg van de N340 en N48 (2x1-rijstroken en 2x2-rijstroken 100 km/u) en duurzaam veilige inrichting N377 4.1.8 N348 2e fase: verbetering door-

400

111

stroming en verkeersveiligheid. 4.1.9 Stimuleren en faciliteren Keten-

2.602

9, 116, door-

mobiliteit.

werking GS 2013 623

-623

Subtotaal Kracht van Overijssel

22.643

-22.643

-7.948

Reguliere prestaties

22.224

6.511

-15.713

-1.271

1.163

44.867

6.511

-38.356

-9.219

1.163

4.1.10 Verbeteren doorstroming en verkeersveiligheid bij aansluitingen A1 / A28.

Subtotaal beleidsdoel 4.1

72

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 2 Kerntaken

( x â‚Ź 1.000) Actuele begroting 2014 Lasten

Baten

Rekening 2014

Saldo

Lasten

Baten

1.800

-1.800

1.800

3.070

-3.070

1.746

300

-300

210

1.400

-1.400

1.455

4.500

-4.500

6.983

400

-400

125

2.602

-2.602

2.457

623

-623

14.695

Saldo 2014

Saldo

Lasten

Baten

Financiering Saldo

Uit KvO

Reserves

-1.800

50

overig

-1.800

-1.696

-1.324

-210

-90

250

-1.205

55

15

-6.968

2.483

-125

-275

45

-2.412

-145

1.228

832

-396

-14.695

16.004

1.192

50

1.374

-1.696

90

-210

250

195

-1.206

1

15

-2.468

-7.056

88

275

-125

45

190

-610

-1.802

605

832

227

-397

1

-14.812

1.309

1.192

-117

-9.604

-5.208

20.953

7.674

-13.279

17.132

6.294

-10.838

-3.821

-1.380

2.441

35.648

7.674

-27.974

33.136

7.486

-25.650

-2.512

-188

2.324

-9.604

-9.363

-1.475

-9.363

-6.683

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

73


Primitieve begroting 2014 Beleidsdoelen

Prestatie

4.2 Stimuleren gebruik openbaar

Kracht van Overijssel

vervoer met als resultaat: (1) een

4.2.1 Spoor Vechtdallijnen: verbeteren

aandeel openbaar vervoer in totaal

spoorinfrastructuur.

aantal verplaatsingen van minimaal

4.2.2 Spoor Zwolle - Enschede: verbe-

2,0%, (2) een groei van het aantal

tering spoorinfrastructuur.

reizigers met 3% per jaar en (3) een

4.2.3 Spoor Zwollen - Kampen:

hoge mate van klanttevredenheid

ombouw treininfrastructuur naar

uitgedrukt in een rapportcijfer van

tramverbinding.

minimaal 7,3.

4.2.4 Versterken bovenregionaal

Lasten

Baten

Begrotingswijzigingen

Saldo

Lasten

1.502

-1.502

214

-214

Baten

Nummers

199

107, 111, 116

290

107

9, 116

spoor: (onderzoek naar) uitbreiding dienstregeling diverse spoorverbindingen. 4.2.10 Herijking OV-tactiek - BDU Subtotaal Kracht van Overijssel Reguliere prestaties Subtotaal beleidsdoel 4.2 4.3 Aandeel fietsgebruik in totaal aantal

180 1.716

-1.716

669

116

41.849

41.764

-85

-4.202

-4.028

43.565

41.764

-1.801

-3.533

-4.028

1.803

-1.803

662

1.803

-1.803

662

8

-8

816

1.811

-1.811

1.478

Kracht van Overijssel

verplaatsingen tot 3,7, 7,5 en 15 km is respectievelijk minimaal 42%, 40% en 36% en het aantal fietskilometers op genoemde afstanden blijft gelijk en een goede inpassing van de infrastructuur. Subtotaal Kracht van Overijssel Reguliere prestaties Subtotaal beleidsdoel 4.3 4.4 Stimuleren goederenvervoer over

Kracht van Overijssel

water, faciliteren van het vrachtver-

4.4.1 Stimuleren van goederenvervoer

keer over de weg en beheersen van

over water.

de doorgaande goederenstroom per

4.4.8 Netwerkontwikkeling goederen-

spoor.

vervoer weg, water en spoor. Subtotaal Kracht van Overijssel Reguliere prestaties

Subtotaal beleidsdoel 4.4

74

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

9, 107, 116


Hoofdstuk 2 Kerntaken

( x â‚Ź 1.000) Actuele begroting 2014 Lasten

Baten

Rekening 2014

Saldo

Lasten

Baten

Saldo 2014

Saldo

Lasten

Baten

Financiering Saldo

Uit KvO

199

-199

38

-38

-161

161

-38

1.792

-1.792

1.541

-1.541

-251

251

-1.541

214

-214

214

-214

180

-180

172

-172

-8

8

2.385

-2.385

1.965

-1.965

-420

420

Reserves

overig

-214

-172 -1.793

37.647

37.736

89

35.801

36.198

397

-1.846

-1.538

308

40.032

37.736

-2.296

37.766

36.198

-1.568

-2.266

-1.538

728

-1.793

2.465

-2.465

2.057

-2.057

-408

408

-2.057

2.465

-2.465

2.057

-2.057

-408

408

-2.057

824

-824

345

-345

-479

479

3.289

-3.289

2.402

-2.402

-887

887

-172 397

-2.057

225

22

-367

22

-367

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

75


Primitieve begroting 2014 Beleidsdoelen

Prestatie

4.5 In 2020 53% minder verkeersdoden

Kracht van Overijssel

Lasten

Baten

Saldo

Begrotingswijzigingen Lasten

Baten

Nummers

(van 80 doden naar 37 doden) en 34% minder ziekenhuisgewonden (van 965 naar 636) ten opzichte van het gemiddelde over 2001 t/m 2003 op alle wegen in Overijssel. Subtotaal Kracht van Overijssel Reguliere prestaties Subtotaal beleidsdoel 4.5 4.6 Voldoen aan de vastgestelde kwali-

1.130

1.130

1.906

1.906

1.130

1.130

1.906

1.906

Kracht van Overijssel

teitseisen voor het beheer en onder-

4.6.1 Beheer & Onderhoud – Vervan-

houd van provinciale infrastructuur.

gingsinvesteringen oeverbeschoeiin-

8.500

-8.500

-4.100

8.500

-8.500

-4.100

gen en kunstwerken. Subtotaal Kracht van Overijssel

116, doorwer­ king GS 2013

Reguliere prestaties Subtotaal beleidsdoel 4.6 Totaal Regionale bereikbaarheid, regionaal OV

76

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

26.886

138

-26.748

-849

35.386

138

-35.248

-4.949

126.759

49.543

-77.216

-14.317

-959


Hoofdstuk 2 Kerntaken

( x â‚Ź 1.000) Actuele begroting 2014 Lasten

Baten

Saldo

Rekening 2014 Lasten

Baten

Saldo 2014

Saldo

Lasten

Baten

Financiering Saldo

3.036

3.036

2.969

2.969

-67

-67

3.036

3.036

2.969

2.969

-67

-67

Uit KvO

4.400

-4.400

3.982

162

-3.820

-418

162

580

-3.820

4.400

-4.400

3.982

162

-3.820

-418

162

580

-3.820

26.037

138

-25.899

26.071

2.212

-23.859

34

2.074

2.040

30.437

138

-30.299

30.053

2.374

-27.679

-384

2.236

2.620

112.442

48.584

-63.858

106.326

49.027

-57.299

-6.116

443

6.559

Reserves

overig

-358

-23.501

-3.820

-358

-23.501

-17.274

-9.699

-30.326

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

77


Financiële toelichtingen

Beleidsdoel 4.1 Prestatie 4.1.3

Als gevolg van de vertraging in beide bestemmingsplannen schuift de voorbereiding mee met de planologische procedure. Het bedrag van € 1,4 miljoen blijft beschikbaar in 2015.

Prestatie 4.1.4

De voorbereidingskosten en onderzoekskosten zijn lager uitgevallen dan geraamd. Het niet bestede bedrag ad € 90.000 dient beschikbaar te blijven voor verplichtingen in 2015. Op basis van de spelregels van Kracht van Overijssel hebben Gedeputeerde Staten besloten om de in 2014 resterende middelen à € 90.000 door te schuiven naar de jaarschijf 2015, op prestatie 4.1.4.

Prestatie 4.1.6

Op basis van de spelregels van Kracht van Overijssel hebben Gedeputeerde Staten besloten om de in 2014 resterende middelen à € 195.000 door te schuiven naar de jaarschijf 2015, op prestatie 4.1.6.

Prestatie 4.1.7

De verkooptransacties, waarover in 2013 afspraken zijn gemaakt, zijn in 2014 afgerond. Dat geldt ook in die gevallen waarbij de grond niet meer noodzakelijk is voor de realisatie van de weg. De overuitputting ad € 2,5 miljoen wordt gedekt door het naar voren halen van middelen uit 2015. Over de problematiek van niet meer benodigde gronden en de financiële consequenties daarvan wordt uw Staten in 2015 geïnformeerd. Op basis van de spelregels van Kracht van Overijssel hebben Gedeputeerde Staten besloten om een bedrag à € 2,5 miljoen af te ramen in 2015 en zo toe te voegen aan de Reserve uitvoering Kracht van Overijssel om hiermee de overschrijding in 2014 te vereffenen, op prestatie 4.1.7.

Prestatie 4.1.8

Aan de voorbereiding van de realisatie (waaronder het verwerven van gronden) is een lager bedrag ad € 275.000 uitgegeven dan voorzien in 2014. Dit bedrag wordt beschikbaar gesteld voor de jaarschijf 2015. Op basis van de spelregels van Kracht van Overijssel hebben Gedeputeerde Staten besloten om de in 2014 resterende middelen à € 275.000 door te schuiven naar de jaarschijf 2015, op prestatie 4.1.8.

Prestatie 4.1.9

Lasten:

Het meerjarige programma Ketenmobiliteit wordt conform het investeringsvoorstel uitgevoerd in de periode 20112015. De onderuitputting ad € 190.000 wordt doorgeschoven naar 2015 voor realisatie van het programma. Op basis van de spelregels van Kracht van Overijssel hebben Gedeputeerde Staten besloten om de in 2014 resterende middelen à € 190.000 door te schuiven naar de jaarschijf 2015, op prestatie 4.1.9.

Baten:

De niet geraamde baat van € 45.000 betreft een bijdrage van de gemeente Zwolle in de kosten van de inzet van een ingehuurde mobiliteitsmakelaar binnen Beter Benutten Zwolle-Kampen Netwerkstad.

Prestatie 4.1.10

De overschrijding van ruim € 0,6 miljoen betreft projectkosten van het project Hazewinkelweg die worden gedekt door bijdragen van gemeenten. De gemeentelijke bijdragen zijn niet in de begroting geraamd waardoor de baten een verschil laten zien van ruim € 0,8 miljoen. Per saldo (werkelijke baten minus lasten) is er een resultaat van ruim € 0.2 miljoen.

Het project is nagenoeg afgerond. De onderhoudstermijn van project Hazewinkelweg loopt nog door tot en met 2015. Er wordt voor een bedrag van € 78.000 doorgeschoven naar 2015 binnen de Uitvoeringsreserve Kracht van Overijssel en de rest van het bedrag valt vrij. Op basis van de spelregels van Kracht van Overijssel hebben Gedeputeerde Staten besloten om de in 2014 resterende middelen à € 78.000 door te schuiven naar de jaarschijf 2015, op prestatie 4.1.10.

Met betrekking tot prestatie 4.1.10 wordt voorgesteld om een bedrag van € 149.000 uit Reserve uitvoering Kracht van Overijssel vrij te laten vallen en toe te voegen aan de Algemene dekkingsreserve.

78

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 2 Kerntaken

Regulier

De onderuitputting is voornamelijk toe te wijzen aan de vertragingen van de Rondweg Weerselo, het Kruispunt Lossersestraat / Noordesmarkerrondweg en de aansluiting N733 / Landweerweg / Oude Deventerweg (prestatie 4.1.12). De onttrekking hiervoor uit de reserve provinciale infrastructuur is eveneens lager.

Door onderbesteding op de bovengenoemde projecten is de dekking die ten laste komt van de BDU voor een bedrag van € 1,38 miljoen lager.

Beleidsdoel 4.2 Prestatie 4.2.1

De ombouw van de spoorlijn Almelo-Hardenberg wordt voorbereid door Prorail. De opdracht voor het uitwerken van de voorkeursvariant is eind 2014 verleend en de werkzaamheden worden uitgevoerd in 2015. Hierna zal een realisatieovereenkomst worden getekend. Naar verwachting zal dat medio dit jaar zijn. Werk verloopt nog steeds volgens planning. Eerdere inschatting was dat een gedeelte van de kosten ten laste van het boekjaar 2014 konden worden gebracht. De niet bestede middelen ad € 161.000 zijn in 2015 nodig ter dekking van reeds aangegane verplichtingen en worden doorgeschoven naar 2015. Op basis van de spelregels van Kracht van Overijssel hebben Gedeputeerde Staten besloten om de in 2014 resterende middelen à € 161.000 door te schuiven naar de jaarschijf 2015, op prestatie 4.2.1.

Prestatie 4.2.2

De voorbereidings- en onderzoekskosten zijn lager uitgevallen dan geraamd. Het niet bestede bedrag ad € 251.000 dient beschikbaar te blijven voor verplichtingen in 2015. Op basis van de spelregels van Kracht van Overijssel hebben Gedeputeerde Staten besloten om de in 2014 resterende middelen à € 251.000 door te schuiven naar de jaarschijf 2015, op prestatie 4.2.2.

Beleidsdoel 4.4 Prestatie 4.4.1

Het programma goederenvervoer over water wordt conform het investeringsvoorstel uitgevoerd in de periode 20112015. De onderuitputting van € 408.000 wordt bij resultaatbestemming doorgeschoven naar 2015 voor realisatie van het programma. Op basis van de spelregels van Kracht van Overijssel hebben Gedeputeerde Staten besloten om de in 2014 resterende middelen à € 408.000 door te schuiven naar de jaarschijf 2015, op prestatie 4.4.1.

Regulier

Het baggerwerk in kanaal Almelo – de Haandrik (prestatie 4.4.7) is niet afgerond in verband met de NGE (Niet Gesprongen Explosieven). Er moet onder beveiligde condities gebaggerd worden. Het niet bestede bedrag van € 479.000 blijft beschikbaar in de Reserve Waterwegen.

Beleidsdoel 4.6 Prestatie 4.6.1

Lasten

Vanwege een langere voorbereidingstijd is het onderhoud van een aantal duikersbruggen in de uitvoering door­ geschoven naar 2015. Het resterende bedrag (€ 580.000) wordt toegevoegd aan de jaarschijf 2015.

Op basis van de spelregels van Kracht van Overijssel hebben Gedeputeerde Staten besloten om de in 2014 resterende middelen à € 580.000 door te schuiven naar de jaarschijf 2015, op prestatie 4.6.1.

Baten

De baat betreft een niet geraamde vergoeding van de Gasunie voor kosten voor verrichte werkzaamheden (verlegging gasleiding).

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

79


Kerntaak 5: Regionale economie Externe ontwikkelingen De effecten van de recessie blijken ook in 2014 nog flink door te werken in het provinciale bedrijfsleven, wat zich vertaald in dalende werkgelegenheidscijfers in de diverse (top)sectoren. Deze ontwikkeling is dusdanig massief dat onze provinciale inzet het tij niet kan keren. Toch zijn diverse interessante ontwikkelingen in gang gezet die toekomstperspectief bieden. Met Twente Werkt! en de uitwerking van de commissie Wijzen is een basis gelegd voor economische versterking van Twente in de komende jaren. Dat is ook nodig, want met name de werkloosheidsontwikkeling in de grote steden in Twente is zorgwekkend te noemen. De Regio Zwolle is economisch gezien goed blijven presteren evenals de Stedendriehoek, ook al blijven ook daar de nodige aandachtspunten voor de nabije toekomst. Regionaal Bedrijventerrein Twente (RBT) Als partner in het Regionaal Bedrijventerrein Twente (23% aandeel) zijn er de afgelopen jaren forse afboekingen gedaan op de grondexploitatie van XL Businesspark. Om inzicht te krijgen in de toekomstbestendigheid van deze grondexploitatie, hebben onafhankelijke bureaus onderzoek gedaan naar de concurrentiepositie ten opzichte van andere regio’s en is het aangekondigde onderzoek naar de plankosten uitgevoerd. Uit een voorlopige conclusie blijkt dat de plankosten verhoogd moeten worden, wat leidt tot een verslechtering van de grondexploitatie. Dit vereist een dotatie aan de voorziening “Resultaten grondexploitaties”. De definitieve grondexploitatie zal begin juli 2015 door het Algemeen Bestuur worden vastgesteld. Gezien de relatief lange looptijd van de grondexploitatie (beoogd 2031) en de tegenvallende ontwikkeling van de grondexploitatie van het XL Businesspark de afgelopen jaren, is het vormen van een risicoreservering aan te bevelen om toekomstige verliezen op te vangen. Reprogrammeren / doorzettingskracht Op het gebied van bedrijventerreinen neemt de leegstand toe. De provincie heeft een regierol op het gebied van bedrijventerreinen. Om balans te brengen tussen vraag en aanbod van werklocaties hebben wij u in december 2014 een voorstel (PS/2014/1046) gedaan over de te ontwikkelen doorzettingskracht in de omgevingsvisie en –verordening voor het in balans brengen van vraag en aanbod ten aanzien van wonen en bedrijventerreinen. Innovatie Ten opzichte van de aarzelende start in 2013 zijn de innovatievouchers in 2014 goed op gang gekomen. Het aantal bedrijven dat gebruikt maakt van deze regeling via open innovatiecentra is toegenomen tot in totaal 45. Wij hebben in de Monitor 2014-II aangekondigd dat de regeling vereenvoudigd zal worden. Om een groter bereik te realiseren en om procedures en instrumenten voor het MKB te vereenvoudigen, gaat de regeling in 2015 op in één landsdelige EFROregeling voor MKB innovatievouchers. Op 10 september 2014 hebben uw Staten ingestemd met het voornemen tot de oprichting van het Innovatiefonds (PS/2014/578). De feitelijke oprichting volgt op die van de Houdstermaatschappij. De oprichting van het innovatiefonds zal daarom niet eerder dan begin 2015 plaatsvinden. Agro & food In september en oktober organiseerden wij inspirerende en enthousiasmerende rondetafelgesprekken over de toekomst van de agro & foodketen. De centrale vraag tijdens deze rondetafelgesprekken was: “Hoe kan de provincie een klimaat creëren waarin de innovatiekracht en de kwaliteit van de fysieke leefomgeving versterkt worden en de toegevoegde waarde van de agro & foodsector groeit?”

80

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 2 Kerntaken

Belangrijke uitkomst van de rondetafelgesprekken is het tweeledige verzoek aan de provincie om richting én ruimte te geven. Richting, door heldere kaders te stellen op het gebied van fysieke, economische en sociale waarden die gehandhaafd of versterkt moeten worden. Ruimte, door ondernemers uit te (blijven) dagen en hen te faciliteren in de innovaties die zij beogen. Door hierop een consistente visie uit te dragen waarin verantwoordelijkheden helder zijn verdeeld, ontstaat houvast om toekomstbestendige keuzes te kunnen maken. De rondetafelgesprekken hebben geleid tot een visie op hoofdlijnen voor het agro & foodbeleid dat nader wordt uitgewerkt in de revisie van de Omgevingsvisie (thema transitie agro & food) en in een nieuw Uitvoeringsprogramma Agro & food. De regionale woonvisies zijn voltooid. Deze woonvisies zijn de basis voor de woonafspraken in 2015. Sectorplannen Wij verwachten het eerste kwartaal 2015 verzoeken om cofinanciering voor regionale sectorplannen die ingediend worden bij het Ministerie Sociale Zaken en Werkgelegheid in de derde tranche sectorplannenregeling. De regeling voor de derde tranche wordt specifiek gericht op de cofinanciering van sectorplannen die de overgang bevorderen van-werk-naar-werk en vanwerkloosheid-naar-werk waarbij gebruik kan worden gemaakt van de zogenaamde Brug-WW. In het bestuurlijk overleg Techniekpact van 27 oktober 2014 is gesproken over de derde tranche sectorplannen. Het gesprek vond plaats met de landsdelen, de ministeries Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Economische Zaken en de aanjager van het landelijk Techniekpact 2020. De landsdelen drongen aan op meer ruimte, want in de regio’s is grote urgentie om het sociaal akkoord ten uitvoering te geven. (Versneld) uitvoering geven aan regionale sociale akkoorden (en daarmee met de arbeidsmarktregio als zodanig) ligt voor de hand zoals Actieplan Twente Werkt / Techniekpact Twente, Sociaal akkoord Regio IJsselvecht / Techniekpact regio Zwolle. Bestrijding van de jeugdwerkloosheid maakt deel uit van regionale sociale akkoorden c.q. banenplannen. Breedband Na het vaststellen van de uitvoeringskaders voor het programma Breedband Overijssel is een start gemaakt met de uitvoering. Dit heeft in 2014 geresulteerd in het opstellen van de eerste tenders voor de gebiedsprojecten. In 2015 moet dit leiden tot het verlenen van de eerste leningen en subsidies. Voor de bedrijventerreinen is stichting Glasvezel Oost-Nederland gestart met het in kaart brengen van de bedrijventerreinen in Overijssel en de mogelijkheden voor het aanleggen van glasvezel op deze terreinen. Ook zijn de eerste vroegrealisaties opgestart en deels ook al afgerond. Vrijetijdseconomie 2014 was een goed jaar voor de vrijetijdseconomie in Overijssel. Door het mooie weer 2014 brachten 1,2 miljoen Nederlanders vakanties door in Overijssel. Dat is een stijging van 3% ten opzichte van 2013. Vakantiegangers gaven gemiddeld ook meer geld uit. De totale bestedingen namen met 9% toe tot bijna 244 miljoen euro. De werkgelegenheid steeg met 1% naar 32.065 arbeidsplaatsen. Het aantal overnachtingen daalde, na een forse stijging in 2012, licht. Het martkaandeel van Overijssel op de binnenlandse vakantiemarkt (doelstelling 10%) is: • 8.8% voor vakanties (was 8,3% in 2013); • 9,7% voor overnachtingen (was 10,2% in 2013); • 9,4% bestedingen (was 8,6%). Overijssel stijgt qua bestedingen van de 7e naar de 4e plaats in Nederland. Overijssel is in 2014 één van de 3 provinciale stijgers, de andere provincies leveren in. Dit blijkt uit een analyse van het Continu Vakantie Onderzoek (CVO) door het Kennispunt van Marketing-Oost en het Twents Bureau voor Toerisme. De cijfers van de afzonderlijke toeristische A-merken komen begin 2015 beschikbaar.

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

81


De regeling Product–Markt-Partner-Combinaties 2012-2015, waarmee de aantrekkelijkheid van de A-merken in Overijssel wordt vergroot, is een groot succes. De aanpak enthousiasmeert veel ondernemers uit de vrijetijdssector om out of the box te denken en te handelen. Door crossovers met partners uit cultuur, natuur, sport of zorg leidt dit tot nieuwe innovatieve (vrijetijds)arrangementen. Dit heeft tot gevolg dat er meer gasten naar Overijssel komen die langer verblijven en meer besteden met een positief effect op de werkgelegenheid in Overijssel.

Aandeel Regionale economie in totale kerntakenbegroting ■ Aandeel Regionale economie - 8,4% ■ Overige kerntaken - 91,6%

82

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 2 Kerntaken

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

83


Doelenboom Maatschappelijke ambitie

Beleidsdoel

5.

5.1

Optimalisering vestigings- en ondernemingsklimaat.

5.2

Versterken van human capital en ondernemerschap.

5.3

Toename innovatiekracht industrie.

5.4

Transitie duurzame energievoorziening.

5.5

Een nog gastvrijere regio: toerisme 2.0.

Een vitale en zichzelf vernieuwende regionale economie, met een hoogwaardig vestigings- en ondernemersklimaat.

* Zie Monitor Overijssel 2014-III voor onderbouwing integrale kleurscore. ** Deze prestaties zijn opgenomen in de doelenboom om de inhoudelijke relatie / bijdrage tussen de opgaven van deze kerntaak en kerntaak 2 zichtbaar te maken. Voor de toelichting op deze prestaties, zie kerntaak 2.

84

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 2 Kerntaken

Prestaties Kerntakenbegroting 2014

Uitvoering prestaties Integrale kleurscore*

Investeringsprestaties: 5.1.1 Actieplan kantoren ontwikkelen en uitvoeren: coördinatie nieuwe en bestaande kantorenlocaties en

Oranje

bestrijding leegstand. 5.1.2 Uitvoeren en afronden meerjarenprogramma Vitale Bedrijvigheid 2009 - 2015.

Groen

5.1.3 Sturen op het regionaal afgestemd aanbod van werklocaties, in overeenstemming met de provinciale

Groen

ruimtelijke ambities.

5.1.6 Toekomstvast, provinciedekkend en open breedbandnetwerk in de provincie Overijssel.

Oranje

Reguliere prestaties:

5.1.7 Economische structuurversterking door de ontwikkeling van werklocaties.

Rood

Investeringsprestaties: 5.2.6 Uitwerken human capital-agenda.

5.2.7 Starters- en ondernemersondersteuning.

Groen

Oranje

Investeringsprestaties: 5.3.1. Uitvoeringsprogramma Businessplan voor de sector High Tech in Twente ontwikkelen en uitvoeren.

Groen

5.3.2 Uitvoeringsprogramma’s ontwikkelen en uitvoeren voor de topsectoren Energie, Kunststoffen (Chemie),

Groen

Gezondheidszorg (Life Sciences) en Agrofood. 5.3.4 Uitvoeringsprogramma Versterking van de concurrentiekracht en verduurzaming van de sector land- en

Oranje

tuinbouw. Groen

5.3.9 Bedrijfsondersteunende internationale handelsmissies faciliteren. Reguliere prestaties: 5.3.10 Tijdige uitvoering van de Europese stimuleringsprogramma’s binnen de geldende randvoorwaarden en

Oranje

eisen van de Europese Unie, de rijksoverheid en de provincie Overijssel. 5.3.12 Economische structuurversterking door middel van ontwikkeling / begeleiding van innovatieprojecten en

Groen

beschikbaarstelling (risico)kapitaal. Investeringsprestaties: 2.1.1 Inzet van kennis, netwerken en financiële instrumenten ter stimulering van energiebesparende maatre-

Oranje

gelen en de opwekking van hernieuwbare energie.** Groen

2.1.2 Verstrekken van leningen, participaties en garanties vanuit Energiefonds. ** Investeringsprestaties: 5.5.1 Versterken ondernemerschap.

Groen

5.5.2 Uitvoeringsprogramma Investeren in marketing en promotie van de provincie Overijssel als toeristische

Groen

regio en vijf toeristische gebieden (A-merken) in Overijssel door de uitvoering Marketingimpuls Toerisme Overijssel 2011 - 2015. 5.5.3 Investeren in festivals en evenementen die van belang zijn voor de vrijetijdseconomie.

Groen

5.5.4 Uitvoeringsprogramma’s uitvoeren voor Overijssels water, cultuurbeleving en Puur.

Groen

5.5.5. Ontwikkelen toeristische belevingseconomie in samenwerking met Staatsbosbeheer, Routebureaus,

Groen

Landschap Overijssel, Natuurmonumenten.

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

85


5. Regionale economie

( x â‚Ź 1.000) Rekening 2013

Beleidsdoelen 5.1 Optimalisering vestigings-

Lasten

Baten

Primitieve begroting

Actuele begroting

2014

2014

Saldo Lasten

Baten

Saldo Lasten

Baten

Rekening 2014

Saldo Lasten

Baten

Saldo 2014

Saldo Lasten1 Baten2 Saldo3

3.992

-3.992

6.069

-6.069

5.759

-5.759

4.682

-4.682 -1.077

2.985

-2.985

3.000

-3.000

1.910

-1.910

1.729

-1.729

-181

1.811 -17.795 19.685

6.973 -12.712

79

-7.897

-399

1.077

en ondernemingsklimaat. 5.2 Versterken van human capi-

181

tal en ondernemerschap. 5.3 Toename innovatiekracht

19.276

863 -18.413 42.255

74 -42.181 19.606

5.162

5.083

industrie. 5.4 Transitie duurzame energievoorziening. 5.5 Een nog gastvrijere regio:

11.059

4 -11.055

4.404

-4.404

8.296

-8.296

7.897

399

toerisme 2.0. Totaal Milieu en Energie

37.312

867 -36.445 55.728

74 -55.654 35.571

1.811 -33.760 33.993

6.973 -27.020 -1.578

5.162

6.740

1) Bij - minder lasten dan begroot. Bij + meer lasten dan begroot. 2) Bij - minder baten dan begroot. Bij + meer baten dan begroot. 3) Bij - meer uitgegeven dan begroot, resultaat gaat omlaag. Bij + minder uitgegeven dan begroot, resultaat gaat omlaag.

86

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 2 Kerntaken

Reserves, Voorzieningen en Doeluitkeringen

( x € 1.000)

Actuele begroting 2014 Beginsaldo 31-12-2013

Storting

( x € 1.000)

Rekening 2014 Beginsaldo

Onttrek-

Eindsaldo

king

31-12-2014 31-12-2013

Onttrekking Eindsaldo Storting

+ Vrijval

31-12-2014

Verschil

Reserves Reserve Europese programma's

7.803

5.512

Reserve Herstructurering bedrijventer-

8.433

1.122

1.773

11.542

7.803

4.125

9.555

8.433

1.122

350

11.578

36

9.555

reinen Reserve uitvoering KvO Totaal reserves

16.236

2.520

29.735

9.154

31.508

21.097

16.236

2.520

25.818

7.767

26.168

-3.917 21.133

-3.881

Voorzieningen Voorziening lening stichting WMC Voorziening participatie HMO

500

500

500

500

25.930

25.930

25.930

25.930

Voorziening participatie Oost N.V.

5.117

5.117

5.117

Voorziening deelneming Innovatie-

3.400

5.900

9.300

3.400

5.322

5.117

34.947

5.900

40.847

34.947

5.322

Doeluitkering Europese programma’s

370

7

377

370

Totaal doeluitkeringen

370

7

377

51.553

15.061

62.321

-5.117 8.722

-578

5.117

35.152

-5.695

7

18

359

-18

370

7

18

359

-18

51.553

13.096

31.303

56.664

-9.594

fonds Overijssel Totaal voorzieningen Doeluitkeringen

Saldo Reserves, Voorzieningen

31.508

en Doeluitkeringen Regionale Economie

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

87


Toelichting Onderstaand overzicht geeft inzicht in wat de provincie investeert in KvO-projecten en reguliere prestaties per beleidsdoel. Hierbij wordt aangegeven welk deel gefinancierd wordt uit de investeringsimpuls Kracht van Overijssel en overige financieringsbronnen. De uitgelichte kolom wordt na dit overzicht nader toegelicht.

Primitieve begroting 2014 Beleidsdoelen

Prestatie

5.1 Optimalisering vestigings- en onder-

Kracht van Overijssel

nemingsklimaat.

5.1.1 Actieplan kantoren ontwikkelen

Lasten

1.285

Baten

Saldo

Begrotingswijzigingen Lasten

-1.285

Baten

Nummers

116, doorwer-

en uitvoeren: coĂśrdinatie nieuwe en

king GS 2013,

bestaande kantorenlocaties en bestrij-

doorwerking adm. 2013

ding leegstand. 5.1.2 Uitvoeren en afronden meer-

2.192

-2.192

500

116

jarenprogramma Vitale Bedrijvigheid 2009 – 2015. 5.1.3 Sturen op het regionaal afge-

105, 116,

stemd aanbod van werklocaties, in

doorwerking

overeenstemming met de provinciale

GS 2013

ruimtelijke ambities. 5.1.6 Toekomstvast, provinciedekkend

2.592

-2.592

-810

6.069

-6.069

-310

6.069

-6.069

-310

3.000

-3.000

-1.510

en open breedbandnetwerk in de provincie Overijssel. Subtotaal Kracht van Overijssel Reguliere prestaties Subtotaal beleidsdoel 5.1 5.2 Versterken van human capital en ondernemerschap.

Kracht van Overijssel 5.2.6 Uitwerken Human Capital Agenda.

116,

5.2.7 Starters- en ondernemersonder-

420

steuning. 5.2.8 Alleen primitief. Subtotaal Kracht van Overijssel

3.000

-3.000

-1.090

3.000

-3.000

-1.090

Reguliere prestaties Subtotaal beleidsdoel 5.2

88

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

11, 107, 111, 11, 116


Hoofdstuk 2 Kerntaken

( x â‚Ź 1.000) Actuele begroting 2014 Lasten

Baten

Rekening 2014

Saldo

Lasten

Baten

Saldo 2014

Saldo

Lasten

Baten

Financiering Saldo

Uit KvO

1.285

-1.285

311

-311

-974

974

-311

2.692

-2.692

2.640

-2.640

-52

52

-2.640

1.782

-1.782

1.731

-1.731

-51

51

-1.731

5.759

-5.759

4.682

-4.682

-1.077

1.077

-4.682

5.759

-5.759

4.682

-4.682

-1.077

1.077

-4.682

1.490

-1.490

1.309

-1.309

-181

181

-1.309

420

-420

420

-420

1.910

-1.910

1.729

-1.729

-181

181

-1.729

1.910

-1.910

1.729

-1.729

-181

181

-1.729

Reserves

overig

-420

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

89


Primitieve begroting 2014 Beleidsdoelen

Prestatie

5.3 Toename innovatiekracht industrie.

Kracht van Overijssel 5.3.1 Uitvoeringsprogramma Busi-

Lasten

Baten

Saldo

33.000

-33.000

Begrotingswijzigingen Lasten

-23.416

Baten

350

Nummers

117, 111,

nessplan voor de sector High Tech in

113, 116,

Twente ontwikkelen en uitvoeren.

doorwerking PS 2013, doorwerking GS 2013

5.3.2 Uitvoeringsprogramma's ontwik-

331

-331

1.000

doorwerking GS 2013

kelen en uitvoeren voor de topsectoren Energie, Kunststoffen (Chemie) en Gezondheidszorg (Life Sciences). 5.3.4 Uitvoeringsprogramma Ver-

2.278

-2.278

720

116

250

-250

260

107, 109,

sterking van de concurrentiekracht en verduurzaming van de agro & food-sector. 5.3.9 Bedrijfsondersteunende internationale handelsmissies faciliteren.

doorwerking adm. 2013

Subtotaal Kracht van Overijssel Reguliere prestaties Subtotaal beleidsdoel 5.3 5.4 Transitie duurzame energievoorzie-

Kracht van Overijssel

ning. Subtotaal Kracht van Overijssel Reguliere prestaties Subtotaal beleidsdoel 5.4

90

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

35.859

-35.859

-21.436

350

6.396

74

-6.322

-1.213

1.387

42.255

74

-42.181

-22.649

1.737


Hoofdstuk 2 Kerntaken

( x â‚Ź 1.000) Actuele begroting 2014 Lasten

Baten

9.584

Rekening 2014

Saldo

350

Lasten

Baten

-9.234

8.444

1.331

-1.331

2.998

510

5.471

Saldo 2014

Saldo

Lasten

Baten

-2.973

-1.140

1.326

-1.326

-2.998

2.162

-510

478

Financiering Saldo

5.121

Uit KvO

6.261

-7.847

-5

5

-1.326

-2.162

-836

836

-1.913

-478

-32

32

-478

-11.564

14.423

350

-14.073

12.410

5.471

-6.939

-2.013

5.121

7.134

5.183

1.461

-3.722

7.275

1.502

-5.773

2.092

41

-2.051

19.606

1.811

-17.795

19.685

6.973

-12.712

79

5.162

5.083

-11.564

Reserves

overig

4.874

-249

4.625 -350

-5.423

-350

-798

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

91


Primitieve begroting 2014 Beleidsdoelen

Prestatie

5.5 Een nog gastvrijere regio: toerisme

Kracht van Overijssel

2.0.

Lasten

Baten

Saldo

Begrotingswijzigingen Lasten

Baten

Nummers

5.5.1 Versterken ondernemerschap. 5.5.2 Uitvoeringsprogramma Investeren

1.304

-1.304

418

107, 116

100

-100

100

116

2.000

-2.000

2.000

107, 109

1.000

-1.000

1.374

107, 116,

in marketing en promotie van de provincie Overijssel als toeristische regio en vijf toeristische gebieden (Amerken) in Overijssel door de uitvoering Marketingimpuls Toerisme Overijssel 2011-2015. 5.5.3 Investeren in festivals en evenementen die van belang zijn voor de vrijetijdseconomie. 5.5.4 Uitvoeringsprogramma’s uitvoeren voor Overijssels water, cultuurbeleving en Puur. 5.5.5 Ontwikkelen toeristische belevingseconomie i.s.m Staatsbosbeheer,

doorwerking

Routebureaus, Landschap Overijssel,

GS 2013

Natuurmonumenten. Subtotaal Kracht van Overijssel

4.404

-4.404

3.892

4.404

-4.404

3.892

-55.654

-20.157

Reguliere prestaties Subtotaal beleidsdoel 5.5 Totaal Regionale Economie

92

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

55.728

74

1.737


Hoofdstuk 2 Kerntaken

( x â‚Ź 1.000) Actuele begroting 2014 Lasten

Baten

Rekening 2014

Saldo

Lasten

Baten

Saldo 2014

Saldo

Lasten

Baten

Financiering Saldo

Uit KvO

Reserves

overig

1.722

-1.722

1.722

-1.722

200

-200

169

-169

-31

31

-169

4.000

-4.000

3.724

-3.724

-276

276

-3.724

2.374

-2.374

2.282

-2.282

-92

92

-2.282

8.296

-8.296

7.897

-7.897

-399

399

-7.843

-54

8.296

-8.296

7.897

-7.897

-399

399

-7.843

-54

-33.760

33.993

-27.020

-1.578

6.740

-25.818

35.571

1.811

6.973

-1.668

5.162

-54

-350

-852

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

93


Financiële toelichtingen

Beleidsdoel 5.1 Prestatie 5.1.1

Voor de subsidieregeling Aanpak leegstand kantoorpanden Overijssel (Ubs 2011, paragraaf 5.12) was in 2014 ruim € 1 miljoen begroot. Hiervan is circa 20% benut, het restant is € 844.000. De regeling loopt door in 2015. Daarnaast was een bedrag geraamd voor externe inhuur van € 235.000 waarvan 45% is besteed. Een bedrag van € 130.000 bleef onbenut. Het niet bestede bedrag ad € 974.000 blijft beschikbaar in de Reserve uitvoering Kracht van Overijssel voor deze prestatie.

Regulier

Naar onze inschatting bedraagt het verwachte verlies op de grondexploitatie per 1-1-2015 in totaal € 25,6 miljoen. Wij nemen daarover een minderheidsstandpunt in. Ten opzichte van de grex per 1-1-2014 neemt het verlies met € 10,6 miljoen toe. Naar rato van het provinciale aandeel in de exploitatie (23%) heeft een dotatie aan de voorziening gebiedsexploitaties plaatsgevonden van € 2,4 miljoen (zie ook paragraaf verbonden partijen). Deze dotatie is ten laste van de autonome budgetten (beleidsdoel 5.3) gebracht.

Gezien de ontwikkelingen van de grondexploitatie van het XL Businesspark de afgelopen jaren, stellen wij voorzichtigheidshalve voor om daarnaast een risicoreserve te vormen van € 5,7 miljoen waarmee verdere verliezen kunnen worden gedekt. Hiervoor is een resultaatsbestemmingsvoorstel bij deze jaarrekening gevoegd.

Beleidsdoel 5.2 Prestatie 5.2.6

Op basis van de spelregels van Kracht van Overijssel hebben Gedeputeerde Staten besloten om de in 2014 resterende middelen à € 181.000 door te schuiven naar de jaarschijf 2015, op prestatie 5.2.6.

94

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 2 Kerntaken

Beleidsdoel 5.3 Prestatie 5.3.1

De voorziening Oost N.V. is volgens de accountant volledig ten onrechte gevormd. De cijfers van Oost N.V. geven geen aanleiding tot afwaardering aangezien de waarde van de participaties binnen Oost N.V. hoger zijn dan onze balanswaardering van Oost N.V. De afwaardering van de voorziening Oost N.V. heeft geleidt tot een correctie van € 5,1 miljoen.

Door middel van de resultatenbestemming wordt voorgesteld om het bedrag (€ 5,1 miljoen) wat is vrijgevallen uit de voorziening Oost N.V. toe te voegen aan de Algemene Financieringsreserve (AFR).

Prestatie 5.3.2

Op basis van de spelregels van Kracht van Overijssel hebben Gedeputeerde Staten besloten om de in 2014 resterende middelen à € 5.000 door te schuiven naar de jaarschijf 2015, op prestatie 5.3.2.

Prestatie 5.3.4

In verband met de grote belangstelling voor de subsidieregeling Innovatie Agro & food Overijssel (Ubs 2011, paragraaf 6.6) is bij Monitor Overijssel 2014-II € 720.000 toegevoegd aan de Begroting 2014. Hiermee is versnelling van de prestatieopgaven gefaciliteerd. Ultimo 2014 is gebleken dat niet alle aanvragen voor het einde van het jaar konden worden beschikt gegeven de zorgvuldigheid die voor de beoordeling van de subsidieaanvragen is vereist. Hierdoor resteert € 836.000. Overigens is inmiddels € 665.000 alsnog beschikt, zij het in januari 2015.

Een bedrag van € 590.000 wordt doorgeschoven naar 2015, € 75.000 naar 2016 en rest blijft beschikbaar in de Reserve uitvoering Kracht van Overijssel om te matchen met vastgelegde verplichtingen op voornoemde boekjaren.

Prestatie 5.3.9

Op basis van de spelregels van Kracht van Overijssel hebben Gedeputeerde Staten besloten om de in 2014 resterende middelen à € 32.000 door te schuiven naar de jaarschijf 2015, op prestatie 5.3.9.

Regulier

De overschrijding heeft betrekking op een dotatie aan de voorziening gebiedsexploitaties ten aanzien van het Regionaal Bedrijventerrein Twente. Zie voor een nadere toelichting Beleidsdoel 5.1, regulier.

Beleidsdoel 5.5 Prestatie 5.5.3

Op basis van de spelregels van Kracht van Overijssel hebben Gedeputeerde Staten besloten om de in 2014 resterende middelen à € 31.000 door te schuiven naar de jaarschijf 2015, op prestatie 5.5.3.

Prestatie 5.5.4

Op basis van de spelregels van Kracht van Overijssel hebben Gedeputeerde Staten besloten om de in 2014 resterende middelen à € 276.000 door te schuiven naar de jaarschijf 2015, op prestatie 5.5.4.

Prestatie 5.5.5

Op basis van de spelregels van Kracht van Overijssel hebben Gedeputeerde Staten besloten om de in 2014 resterende middelen à € 92.000 door te schuiven naar de jaarschijf 2015, op prestatie 5.5.5.

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

95


Kerntaak 6: Culturele infrastructuur en monumentzorg Inleiding 2014 was het 2e jaar van uitvoering van de cultuurnota ‘De Kracht van cultuur 2013-2016 Overijssel’. De uitvoering van de voorgenomen prestaties ligt op koers. Bibliotheekwet In de nieuwe bibliotheekwet, die op 1 januari 2015 van kracht is geworden, zijn de wettelijke taken van de Provinciale Service Organisatie (OBD / Rijnbrinkgroep) opnieuw vastgelegd. Daarbij ligt de nadruk op interbibliothecair leenverkeer en bibliotheekinnovatie. Ter gelegenheid van de nieuwe bibliotheekwet heeft de provincie in samenwerking met de netwerkpartners op 2 oktober 2014 het symposium ‘Bibliotheek van de toekomst ‘ georganiseerd voor de Overijsselse gemeenten en bibliotheken. Daarbij kwamen naast sprekers als Job Cohen en Jos De Bij ook best practices op het gebied van bibliotheekinnovatie aan bod. Kunstcollectie De provinciale kunstcollectie is een belangrijke basis onder Museum de Fundatie. Bij de verzelfstandiging van het Museum in 2004 zijn afspraken gemaakt over het beheer van de provinciale collectie en het aankoopbeleid (PS MI/2004/1380). De provincie stelt jaarlijks middelen beschikbaar voor de aanschaf van moderne en hedendaagse kunst, waarbij bijzondere aandacht bestaat voor Overijsselse kunstenaars. Deze wijze van budgettering op basis van jaarschijven sluit niet aan bij de uitvoeringspraktijk die zich kenmerkt door fluctuaties in vraag en aanbod. Hierdoor is in 2014 sprake van onderbesteding. Bij deze jaarrekening is een resultaatbestemmingsvoorstel gevoegd om deze middelen te kunnen inzetten in 2015. Erfgoed De provincie heeft behoud en ontwikkeling van het cultureel erfgoed als centrale ambitie opgenomen in de Cultuurnota 2013-2016. Het erfgoedbeleid wordt langs drie lijnen uitgevoerd: er wordt ingezet op de restauratie van rijksmonumenten, herbestemming van cultureel erfgoed en via de lijn “Verhaal van Overijssel” wordt geïnvesteerd in behoud van archeologie, cultuurhistorische elementen en streektaal en –cultuur en wordt aangespoord om de rijke geschiedenis van Overijssel in woord en beeld door te geven. De provincie heeft als taak om grote restauraties van rijksmonumenten mogelijk te maken. Hiervoor is een decentralisatieafspraak met het Rijk gemaakt waarin is opgenomen dat de provincie ervoor zorgt dat de rijksmiddelen worden gematcht met geld van de provincie en andere partijen. In 2014 werden veel aanvragen ingediend voor de regeling “Restauratie rijksmonumenten”, meer dan met het beschikbare budget kon worden bediend. Daarom is een bedrag van € 600.000 uit de Uitvoeringsreserve Kracht van Overijssel reeds in 2014 beschikbaar gesteld zodat deze investeringsprestatie versneld kon worden uitgevoerd. Op alle projecten zal ten minste één leerlingwerkplaats worden gerealiseerd. Cultuureducatie De provincie is op het gebied van cultuureducatie initiatiefnemer om cultuuraanbieders en onderwijs met elkaar in contact te brengen, met als doel om de kwaliteit van cultuureducatie te verbeteren. Verschillende partijen spelen daarbij een rol: gemeenten, onderwijsinstellingen en culturele aanbieders. Landelijk stond cultuureducatie in 2014 flink in de belangstelling. Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap reserveert voor de periode 2015-2020 in totaal € 25 miljoen voor een regeling die gericht is op het versterken van kennis en deskundigheid van mensen die voor de klas staan. Bedoeling is dat scholen samen met één of meerdere partijen uit het muziekveld aanvragen gaan doen. In Overijssel zijn er relatief veel muzieksamenwerkingsprojecten op scholen met muziekverenigingen. De verwachting is dan ook dat vanuit Overijssel gebruik gemaakt zal worden van deze nieuwe regeling.

96

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 2 Kerntaken

Externe ontwikkelingen Na de bezuinigingen in de Cultuursector is het aanbod nog steeds groot, divers en toegankelijk. De sector reageert flexibel op de veranderingen en er ontstaan nieuwe initiatieven, bijvoorbeeld op het gebied van samenwerking. Makers vinden nieuwe wegen, instellingen werken efficiënter. Van de instellingen wordt veel verwacht, niet alleen voor hun kerntaak, maak ook in talentontwikkeling en ondernemerschap. Het is nog te vroeg om conclusies te trekken over de gevolgen van deze bezuinigingen. Landelijk was er in het afgelopen jaar veel aandacht voor cultuuronderwijs en talentontwikkeling en is Overijssel ook opgemerkt wat de ondersteuning van de productiehuizen betreft. We constateren dat de culturele instellingen driftig op zoek gaan naar sponsoring, fondsen en mecenaat. Dit gaat met kleine stappen ook omdat het economische tij in 2014 nog niet meezat. Landelijke trend is dat de opbrengsten uit sponsoring, publieksinkomsten en overige directe en indirecte inkomsten licht toenemen (Cultuur in Beeld, OCW 2014). Bijdragen van private partijen zonder tegenprestatie zijn sterk gestegen. Dit jaar zijn ook nieuwe collegeakkoorden van gemeenten tot stand gekomen. Enerzijds betekent dit voor een aantal gemeenten, waaronder de grote steden, nieuwe bezuinigingen. Anderzijds zien we dat gemeenten cultuurbudgetten in stand laten.

Aandeel Culturele infrastructuur en monumentenzorg in totale kerntakenbegroting ■ Aandeel Culturele infrastructuur - 4,2% ■ Overige kerntaken - 95,8%

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

97


Doelenboom Maatschappelijke ambitie

Beleidsdoel

6.

6.1

Behoud en ontwikkeling van de culturele identiteit van Overijssel.

Behoud en duurzame ontwikkeling van het cultureel erfgoed om zo de identiteit en de eigenheid van Overijssel zichtbaar en beleefbaar te maken.

6.2

Stimuleren van de culturele identiteit door creatief talent een kansrijke en inspirerende omgeving te bieden voor cultureel ondernemerschap.

6.3

Stimuleren van cultuureducatie en cultuurparticipatie.

* Zie Monitor Overijssel 2014-III voor onderbouwing integrale kleurscore.

98

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 2 Kerntaken

Prestaties Kerntakenbegroting 2014

Uitvoering prestaties Integrale kleurscore*

Investeringsprestaties: 6.1.8 Beleefbaar maken van volkscultuur, tradities en rituelen in een programma Streekcultuur leeft.

Groen

6.1.9 Stimuleren van de herbestemming van cultureel erfgoed, waarbij wij zoeken naar nieuwe economische

Groen

dragers voor dit erfgoed. 6.1.10 Samen met andere partijen matchen van de gedecentraliseerde rijksmiddelen voor de restauratie van

Groen

rijksmonumenten. Reguliere prestaties: 6.1.11 Opzetten van één kenniscentrum voor het behouden en moderniseren van de kennis over en het ge-

Groen

bruik van streektaal en streekcultuur. 6.1.12 Uitvoeren van wettelijke en op bestuurlijk niveau afgesproken taken op het brede gebied van cultureel

Groen

erfgoed. 6.1.13 In stand houden van een netwerk van en het bieden van ondersteuning aan de Overijsselse bibliotheken.

Groen -

6.1.14 Invullen van de wettelijke zorgplicht voor ten minste één regionale omroep in de provincie Overijssel. Investeringsprestaties: 6.2.12 Faciliteren van talentontwikkeling in Oost-Nederland.

Groen

6.2.13 Bevorderen van zelfredzaamheid, innovatieve vermogens, het ondernemerschap en de maatschappelijke

Groen

inzet van de Overijsselse culturele instellingen. 6.2.14 Versterken van de culturele basisinfrastructuur, zoals benoemd in het Hoofdlijnenakkoord.

Groen

Reguliere prestaties: 6.2.15 Samenwerken met partners aan de Oost-Nederlandse culturele infrastructuur.

Groen

Investeringsprestaties: 6.3.2 Stimuleren van cultuureducatie.

Groen

6.3.3 Stimuleren van cultuurparticipatie.

Groen

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

99


6. Culturele infrastructuur en monumentenzorg Rekening 2013 Baten

( x â‚Ź 1.000)

Primitieve begroting

Actuele begroting

2014

2014

Saldo Lasten

Baten

Saldo Lasten

Baten

Rekening 2014

Saldo Lasten

Baten

Saldo 2014

Saldo Lasten1 Baten2 Saldo3

Beleidsdoelen

Lasten

6.1 Behoud en duurzame ont-

20.566

2 -20.564

8.284

-8.284

9.513

-9.513

9.464

-9.464

-49

49

4.843

8 -4.835

4.772

-4.772

4.772

-4.772

4.564

-4.564

-208

208

1.716

-1.716

1.750

-1.750

1.885

-1.885

2.012

-2.012

127

-127

-16.170 16.040

-16.040

-130

130

wikkeling van het cultureel erfgoed om zo de identiteit en de eigenheid van Overijssel zichtbaar en beleefbaar te maken. 6.2 Stimuleren van de culturele identiteit door creatief talent een kansrijke en inspirerende omgeving te bieden voor cultureel ondernemerschap. 6.3 Stimuleren van cultuureducatie en cultuurparticipatie. Totaal Culturele infrastruc-

27.125

10 -27.115 14.806

-14.806 16.170

tuur en monumentenzorg

1) Bij - minder lasten dan begroot. Bij + meer lasten dan begroot. 2) Bij - minder baten dan begroot. Bij + meer baten dan begroot. 3) Bij - meer uitgegeven dan begroot, resultaat gaat omlaag. Bij + minder uitgegeven dan begroot, resultaat gaat omlaag.

100

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 2 Kerntaken

Reserves, Voorzieningen en Doeluitkeringen

( x â‚Ź 1.000)

Actuele begroting 2014 Beginsaldo 31-12-2013

Storting

( x â‚Ź 1.000)

Rekening 2014 Beginsaldo

Onttrek-

Eindsaldo

king

31-12-2014 31-12-2013

Onttrekking Eindsaldo Storting

+ Vrijval

31-12-2014

Verschil

Reserves Reserve uitvoering KvO

5.113

5.115

2

Totaal reserves

5.113

5.115

2

Saldo Reserves, Voorzieningen

5.113

5.115

2

en Doeluitkeringen Culturele infrastructuur en monumentenzorg

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

101


Toelichting Onderstaand overzicht geeft inzicht in wat de provincie investeert in KvO-projecten en reguliere prestaties per beleidsdoel. Hierbij wordt aangegeven welk deel gefinancierd wordt uit de investeringsimpuls Kracht van Overijssel en overige financieringsbronnen. De uitgelichte kolom wordt na dit overzicht nader toegelicht.

Primitieve begroting 2014 Beleidsdoelen

Prestatie

6.1 Behoud en duurzame ontwikkeling

Kracht van Overijssel

van het cultureel erfgoed om zo

6.1.8 Beleefbaar maken van volks-

de identiteit en de eigenheid van

cultuur, tradities en rituelen in een

Overijssel zichtbaar en beleefbaar te

programma Streekcultuur leeft.

maken.

6.1.9 Stimuleren van de herbestemming

Lasten

Baten

Saldo

150

-150

998

-998

Begrotingswijzigingen Lasten

274

Baten

Nummers

107, doorwerking GS 2013

van cultureel erfgoed, waarbij wij zoeken naar nieuwe economische dragers voor dit erfgoed. 1.849

-1.849

600

Subtotaal Kracht van Overijssel

2.997

-2.997

874

Reguliere prestaties

5.287

-5.287

355

8.284

-8.284

1.229

1.883

-1.883

2.609

-2.609

4.492

-4.492

280

-280

4.772

-4.772

6.1.10 Samen met andere partijen matchen van de gedecentraliseerde rijksmiddelen voor de restauratie van rijksmonumenten.

Subtotaal beleidsdoel 6.1 6.2 Stimuleren van de culturele identiteit door creatief talent een kansrijke

Kracht van Overijssel 6.2.12 Faciliteren van talentontwikke-

en inspirerende omgeving te bieden

ling in Oost-Nederland.

voor cultureel ondernemerschap.

6.2.13 Bevorderen van zelfredzaamheid, innovatieve vermogens, het ondernemerschap en de maatschappelijke inzet van de Overijsselse culturele instellingen. 6.2.14 Versterken van de culturele basisinfrastructuur, zoals benoemd in het Hoofdlijnenakkoord. Subtotaal Kracht van Overijssel Reguliere prestaties

Subtotaal beleidsdoel 6.2

102

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

116


Hoofdstuk 2 Kerntaken

( x â‚Ź 1.000) Actuele begroting 2014 Lasten

Baten

Rekening 2014

Saldo

Lasten

Baten

Saldo 2014

Saldo

Lasten

150

-150

150

-150

1.272

-1.272

1.254

-1.254

2.449

-2.449

2.449

-2.449

3.871

-3.871

3.853

-3.853

-18

5.642

-5.642

5.611

-5.611

9.513

-9.513

9.464

1.883

-1.883

2.609

Baten

Financiering Saldo

Uit KvO

Reserves

overig

-150

-18

18

-556

-698

-1.200

-1.249

18

-1.906

-1.947

-31

31

-340

-5.271

-9.464

-49

49

-2.246

-7.218

1.780

-1.780

-103

103

-842

-938

-2.609

2.528

-2.528

-81

81

4.492

-4.492

4.308

-4.308

-184

184

-842

-3.466

280

-280

255

-255

-24

24

-15

-241

4.772

-4.772

4.563

-4.563

-208

208

-857

-3.707

-2.528

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

103


Primitieve begroting 2014 Beleidsdoelen

Prestatie

6.3 Stimuleren van cultuureducatie en

Kracht van Overijssel

cultuurparticipatie.

6.3.2 Stimuleren van cultuureducatie. 6.3.3 Stimuleren van cultuurpartici-

Lasten

Baten

Saldo

Begrotingswijzigingen Lasten

1.035

-1.035

715

-715

135

1.750

-1.750

135

1.750

-1.750

135

14.806

-14.806

1.364

patie. Subtotaal Kracht van Overijssel Reguliere prestaties Subtotaal beleidsdoel 6.3 Totaal Culturele infrastructuur en monumentzorg

104

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

Baten

Nummers

116


Hoofdstuk 2 Kerntaken

( x â‚Ź 1.000) Actuele begroting 2014 Lasten

Baten

Rekening 2014

Saldo

Lasten

Baten

Saldo 2014

Saldo

Lasten

Baten

Financiering Saldo

Uit KvO

1.035

-1.035

1.025

-1.025

-10

10

-1.025

850

-850

987

-987

137

-137

-987

1.885

-1.885

2.012

-2.012

127

-127

-2.012

1.885

-1.885

2.012

-2.012

127

-127

-2.012

16.170

-16.170

16.039

-16.039

-130

130

-5.115

Reserves

overig

-3.707

-10.925

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

105


Financiële toelichtingen

Beleidsdoel 6.1 Prestatie 6.1.9

Op basis van de spelregels van Kracht van Overijssel hebben Gedeputeerde Staten besloten om de in 2014 resterende middelen à € 18.000 door te schuiven naar de jaarschijf 2015, op prestatie 6.1.9.

Beleidsdoel 6.2 Prestatie 6.2.12

Met betrekking tot prestatie 6.2.12 wordt voorgesteld om een bedrag van € 5.000 uit Reserve uitvoering Kracht van Overijssel vrij te laten vallen en toe te voegen aan de Algemene dekkingsreserve. De overige resterende middelen blijven beschikbaar in de Reserve uitvoering Kracht van Overijssel.

Prestatie 6.2.14

De provinciale kunstcollectie is een belangrijke basis onder Museum de Fundatie. Bij de verzelfstandiging van het Museum in 2004 zijn afspraken gemaakt over het beheer van de provinciale collectie en het aankoopbeleid (PS MI/2004/1380). De provincie stelt jaarlijks middelen beschikbaar voor de aanschaf van moderne en hedendaagse kunst, waarbij bijzondere aandacht bestaat voor Overijsselse kunstenaars. Helaas sluit deze wijze van budgettering niet aan op de uitvoeringspraktijk waarin vraag en aanbod zelden synchroon loopt. De Fundatie heeft haar oog laten vallen op kunst die vermoedelijk in 2015 ter beschikking komt en het jaarbudget van 2015 overtreft. Om deze uitgaven te dekken, is het budget 2014 gespaard. Met dit resultaatbestemmingsvoorstel verzoeken wij u om dit budget beschikbaar te stellen voor 2015 conform onze aankondiging in Monitor Overijssel 2014-II (PS/2014/898).

Beleidsdoel 6.3 Prestatie 6.3.3

In 2014 is het plafond voor de subsidieregeling cultuurmakelaars (Ubs 2011, paragraaf 4.17) verhoogd. Dit had een begrotingswijziging tot gevolg die helaas niet correct is uitgevoerd. Hierdoor toont de tabel een overbesteding. Desalniettemin was de plafondverhoging gedekt met middelen uit de Reserve uitvoering Kracht van Overijssel. De overbesteding op boekjaar 2014 wordt bij deze jaarrekening vereffend door een verhoogde onttrekking aan de Reserve uitvoering Kracht van Overijssel.

Op basis van de spelregels van Kracht van Overijssel hebben Gedeputeerde Staten besloten om een bedrag à € 131.000 af te ramen in 2016 en zo toe te voegen aan de Reserve uitvoering Kracht van Overijssel om hiermee de overschrijding in 2014 te verevenen, op prestatie 6.3.3. De overige € 6.000 wordt ten laste gebracht van de vrije ruimte in de Reserve uitvoering Kracht van Overijssel.

106

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 2 Kerntaken

Kerntaak 7: Kwaliteit openbaar bestuur Inleiding Visie openbaar bestuur De inrichting van het openbaar bestuur en de positie van het middenbestuur waren in 2014 volop onderwerp van gesprek. De plannen van de regering ten aanzien van landsdeelvorming werden halverwege 2014 gestaakt met het terugtrekken van het voorstel voor de Noordvleugelprovincie. Het draagvlak voor deze plannen was gering. Ons standpunt was ook dat het niet moet gaan om een van ‘bovenaf’ opgelegde structuurdiscussie, maar om de vraag hoe de maatschappelijke opgaven het beste kunnen worden opgepakt. De landsdelendiscussie heeft geleid tot reflectie op de bestuurlijke verhoudingen, de wijze van samenwerking en de herwaardering voor de (onderlinge relatie tussen de) verschillende bestuurslagen. In IPO-verband hebben wij Kompas 2020 opgesteld: een breed gedragen visie over rol en positie van het middenbestuur. Een zelfbewust middenbestuur dat – op basis van maatschappelijke opgaven – samenwerkingsverbanden smeedt om gezamenlijke resultaten te bereiken, maar dat aan de andere kant het ook niet schuwt om duidelijk stelling te nemen en door te pakken wanneer dat nodig is (wettelijke taken). Uiteraard is de veranderende relatie tussen overheid en samenleving daarin een wezenlijk gegeven. In onder andere het traject van de revisie van de Omgevingsvisie wordt zichtbaar wat dit voor ons handelen betekent: in samenwerking met onze partners én aandacht voor de bescherming van belangrijke waarden. Per 1 januari 2015 is na een lang besluitvormingstraject de Wgr+ afgeschaft. Wij zien dit als een versterking van de democratische hoofdstructuur. De provincie draagt nu de verantwoordelijkheid voor het Openbaar Vervoer in de gehele provincie. Met Regio Twente hebben wij intensief gewerkt aan een “warme” overdracht van taken, budgetten en mensen. Begin 2015 hebben wij een dependance in het Twentehuis geopend. In opvolging van de motie Pieper (PS/2014/768) om de samenwerking met Noordrijn-Westfalen te intensiveren, bekijken wij met onder meer de provincie Gelderland en Regio Twente, de mogelijkheden om de effectiviteit te vergroten. Wij streven ernaar om meer inhoudelijke focus te brengen in onze internationale activiteiten. Samenwerking met en tussen gemeenten In onze visie op de bestuurlijke organisatie van Overijssel (PS/2014/75) komen bovengenoemde punten terug. Met name het principe dat de opgaven centraal staan en afhankelijk daarvan de bijbehorende samenwerkingsvorm wordt aangegaan. In vervolg hierop hebben we het aantal gemeentelijke samenwerkingsverbanden in Overijssel geïnventariseerd en een kader ontwikkeld dat de basis vormt voor de beoordeling van de vormgeving van nieuwe samenwerkingsopgaven. Democratische legitimatie en transparantie zijn daarbij voor ons sleutelbegrippen. Deze onderwerpen komen onder andere aan bod tijdens de collegebezoeken en de ambtsbezoeken van de Commissaris van de Koning. Voor de uitvoering van de per 1 januari 2015 gedecentraliseerde taken op het sociaal domein gaan gemeenten verschillende samenwerkingsverbanden aan. Juist voor deze taken, waarbij de overheid dicht bij de leefwereld van de burger komt, mag urgentie op de korte termijn niet ten koste gaan van een effectieve, democratisch gelegitimeerde en transparante samenwerking op de langere termijn. De vraag is hoe dit zich gaat ontwikkelen. Niet in de minste plaats vanwege de financiële positie van veel gemeenten, die al geruime tijd onder druk staat. Wij houden deze ontwikkelingen scherp in de gaten en zullen zo nodig vanuit onze verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het openbaar bestuur in Overijssel handelen. De decentralisaties op het sociale domein naar gemeenten betekenen een verschuiving van het takenpakket tussen de verschillende overheden, die ook al met de decentralisaties op het terrein

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

107


van natuur en regionale economie naar de provincies in gang zijn gezet (ruimtelijk-economisch profiel van de provincie). Dit betekent tevens een herwaardering voor elkaars toegevoegde waarde en het belang van goede onderlinge samenwerking, die onder andere tot uiting komt bij de implementatie van de Omgevingswet. Veranderende relatie overheid – samenleving De veranderende relatie overheid – samenleving is een onderwerp waar wij met de KvO-opgaven Overijssels Bestuur 20XX en Communicatie & Burgerparticipatie breed aandacht voor hebben gevraagd. Wij doen onderzoek, brengen partijen met elkaar in verbinding en agenderen onderwerpen en ideeën. Zo hebben wij op de JIJ & Overijsselwebsite een platform voor burgerinitiatieven ingericht. Het onderwerp leeft. Dat blijkt ook uit de coalitieakkoorden van de nieuwe colleges van de gemeenten in Overijssel. Teleurstellend vinden wij het dat - ondanks alle inspanningen - het percentage inwoners dat vertrouwen heeft in de Overijsselse overheden en het percentage dat vindt dat er voldoende mogelijkheden voor burgerparticipatie is, opnieuw is afgenomen (zie o.a. indicator 7.2.b). Wij beseffen echter dat een antwoord op dit vraagstuk niet eenvoudig is. Het betreft wel de kern van ons democratisch stelsel. Traditionele vormen van burgerparticipatie komen onvoldoende tegemoet aan de wensen van een groter wordende groep inwoners. Het zal in de toekomst veel meer moeten gaan om een wijziging in houding van politiek, bestuur en ambtelijke organisatie. Een houding waarbij meer wordt uitgegaan van de waarden die leven binnen de groepen die zich nu afwachtend of afzijdig opstellen. Uw Participatiecode is een teken dat u zich dat ook goed bewust bent. Wij verwachten dat het blijvend inzetten op een verbinding met de samenleving, uiteindelijk zal bijdragen aan een herstel van het vertrouwen van de inwoners. ‘(Jong) Overijssel Doet Mee’ is één van de initiatieven die we daarvoor inzetten. We bereiken steeds meer Overijsselaars en laten hen kennismaken met het openbaar bestuur in Overijssel en de werking van de democratie. Een goede website is eveneens een middel om inwoners te bereiken. In 2014 is deze ‘gerenoveerd’. De website is geactualiseerd en ‘opgeschoond’ en qua vormgeving en gebruikersgemak verbeterd op basis van de geconstateerde knelpunten en het gebruikersonderzoek, aandachtspunten die door uw Staten zijn aangedragen en de wettelijke webrichtlijnen. Overijssel is de enige provincie en een van de weinige overheden die het certificaat ‘keurmerk drempelvrij voor webrichtlijnen II’ heeft. In onze planning van de renovatie van de website hebben wij rekening gehouden met de verkiezingen. In de loop van 2014 zijn wij aan de slag gegaan met de voorbereiding op deze verkiezingen. Dit hebben wij in vroeg stadium opgepakt omdat de Provinciale Statenverkiezingen in 2015 voor het eerst gelijkertijd samenvallen met de waterschapsverkiezingen. Bovendien vinden de waterschapsverkiezingen dan ook voor het eerst via de stembus plaats (eerder schriftelijk). Vanwege het samenvallen van deze verkiezingen vragen de praktische zaken meer aandacht dan voorheen. Hierover hebben wij gesprekken met de waterschappen en gemeenten in Overijssel gevoerd. Vanuit de gedachte van ‘een overheid’ hebben we bovendien afspraken gemaakt met waterschappen over samenwerking en afstemming, bijvoorbeeld onderlinge verwijzing in de communicatie-uitingen en een gezamenlijk verkiezingslogo. Met deze samenwerking met de waterschappen liepen wij landelijk gezien als provincie voorop. Op 14 november 2014 heeft de provincie, ter uitvoering van de motie Engbers (PS/2014/94), samen met Hogeschool Windesheim een werkconferentie georganiseerd waarin de vraag centraal staat hoe behoud en kwaliteit van de regionale media in Overijssel in de toekomst kan worden geborgd. De provincie speelt hierin een verbindende rol door de relevante partijen op Overijsselse schaal bij elkaar te brengen t.b.v. de gezamenlijke discussie. De provincie heeft dit opgepakt vanuit de insteek dat een kritische, onafhankelijke regionale journalistiek van belang is voor de kwaliteit van het openbaar bestuur in Overijssel. Het is een goed platform geweest; partijen zijn

108

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 2 Kerntaken

bij elkaar gebracht, de initiërende en stimulerende rol van de provincie werd gewaardeerd. Het is nu aan de partijen om de ideeën verder zelf op te pakken en uit te werken.

Externe ontwikkelingen Financieel toezicht De begrotingspositie van de gemeenten staat landelijk en ook in Overijssel onder grote druk. Gemeenten worstelen met het gezondhouden dan wel herstellen van hun begrotingspositie. Met een teruglopend middelenkader van vele jaren achtereen (als gevolg van de financiële crisis) zijn daar nu grote financiële bewegingen bijgekomen zoals de transities sociaal domein, (voor- en nadelige) gevolgen onderhoud Gemeentefonds, de effecten bij de overgang in 2016 naar het objectieve verdeelmodel WMO en de gevolgen van ingenomen grondposities in een sterk veranderde markt in relatie tot daarvoor aangetrokken financieringsmiddelen. Het is dan ook vooral de stapeling die de gemeenten parten speelt. De “financiële” rek is uit de begrotingen. De mogelijkheden tot verwerven van inkomsten zijn uitgeput dan wel politiek beperkt. Gemeenten staan voor ingrijpende financiële keuzes, terwijl ze tegelijkertijd staan voor een grote opgave nu zij omvangrijke taken binnen het sociale domein moeten uitvoeren. Dat vraagt innovatiekracht en focus. Wij maken ons zorgen over deze samenloop en vragen daar aandacht voor bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken.

Aandeel Kwaliteit Openbaar Bestuur in totale kerntakenbegroting ■ Kwaliteit Openbaar Bestuur - 0,9% ■ Overige kerntaken - 99,1%

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

109


Doelenboom Maatschappelijke ambitie

Beleidsdoel

7.

7.1

Met een compact, daadkrachtig

Het verhogen van de kwaliteit van het openbaar bestuur door effectieve en efficiĂŤnte

en op samenwerking gericht open-

samenwerking met bestuurlijke partners, heldere verhoudingen tussen de overheden en

baar bestuur behalen wij met oog

het verminderen van bestuurlijke drukte.

voor maatschappelijke initiatieven resultaten in het belang van de burger in Overijssel.

7.2

Bij de uitwerking van provinciale ambities de Overijsselaars maximaal invloed geven aan de voorkant van activiteiten door middel van actieve dialoog.

7.3

Beleidskeuzes worden gebaseerd op de juiste informatie met betrekking tot heden, verleden en toekomst en op passende wijze gecommuniceerd.

* Zie Monitor Overijssel 2014-III voor onderbouwing integrale kleurscore.

110

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 2 Kerntaken

Prestaties Kerntakenbegroting 2014

Uitvoering prestaties Integrale kleurscore*

Investeringsprestaties: 7.1.1 Overijssels Bestuur 20XX.

Groen

7.1.2 Samenwerking met andere overheden.

Groen

Reguliere prestaties: 7.1.3 Vanuit bestuursfilosofie werken aan bestuurlijke samenwerking.

Groen

7.1.5 Uitoefenen van interbestuurlijk toezicht op gemeenten en waterschappen.

Groen

7.1.6 Uitoefenen van financieel en archieftoezicht op gemeenten en waterschappen.

Groen

7.1.7 Uitvoeren van rijkstaken door de Commissaris van de Koning.

Groen

7.1.8 Uitwerken van de gevolgen van de aanstaande afschaffing Wgr+.

Groen

7.1.9 Uitvoeren en versterken van de Oost-Nederlandse lobby.

Groen

7.1.10 Benutten van samenwerking met Duitse partners.

Groen

7.1.12 Verkennen, benutten en uitbouwen van de samenwerking met andere overheden en / of semipublieke

Groen

en private partners; tevens herijken van bestaande samenwerkingsvormen. 7.1.13 Samenwerken met waterschappen en het versterken van ruimtelijke ordeningsperspectief en uitvoe-

Groen

ringskracht op het terrein van waterbeheer. 7.1.14 Het uitvoeren van Bestuurlijke afspraken 2011-2015 en deelakkoorden Rijk-IPO-VNG-Unie van Water-

Groen

schappen.

7.1.15 Deelname in bestuurlijke gremia op Europees niveau met het oog op beleidsbe誰nvloeding.

Oranje

Investeringsprestatie: 7.2.1 Communicatie en burgerparticipatie.

Groen

7.2.2 Regie op productie van digitale en schriftelijke communicatiemiddelen.

Groen

Reguliere prestaties: 7.2.3 Voeren van een actieve dialoog met Overijsselse burgers, externe partners en mede-overheden.

Groen

Investeringsprestaties: 7.3.1 Voortzetten Trendbureau Overijssel.

Oranje

7.3.5 Versterken van de (digitale) dienstverlening aan burgers, bedrijven en mede-overheden, aansluitend op

Oranje

de basisvoorzieningen van de overheid (Basisregistraties). Reguliere prestaties: 7.3.2 Uitvoeren en versterken van beleidscontrol.

Groen

7.3.3 Actief stimuleren van het gebruik van beleidsinformatie en de hiermee samenhangende samenwerking

Groen

met mede-overheden in Overijssel. 7.3.4 Zorgen voor actieve en transparante communicatie van provinciaal beleid gericht op de diverse doel-

Groen

groepen.

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

111


7. Kwaliteit Openbaar Bestuur

( x â‚Ź 1.000)

Rekening 2013 Beleidsdoelen 7.1 Het verhogen van de

Lasten

Baten

905

106

Primitieve begroting

Actuele begroting

2014

2014

Saldo Lasten -799

998

-1.787

Baten 40

Saldo Lasten -958

1.027

1.800

-1.800

Baten 40

Rekening 2014

Saldo Lasten -987

879

1.800

-1.800

1.746

Baten 79

Saldo 2014

Saldo Lasten1 Baten2 Saldo3 -800

-148

-1.746

-54

39

187

kwaliteit van het openbaar bestuur door effectieve en efficiĂŤnte samenwerking met bestuurlijke partners, heldere verhoudingen tussen de overheden en verminderen van bestuurlijke drukte. 7.2 Bij de uitwerking van pro-

1.787

54

vinciale ambities de Overijsselaars maximaal invloed geven aan de voorkant van activiteiten door middel van actieve dialoog. 7.3 Beleidskeuzes worden geba-

1.097

132

-965

1.128

97 -1.031

1.128

97 -1.031

1.088

115

-973

-40

18

58

3.789

238 -3.551

3.926

137 -3.789

3.955

137 -3.818

3.713

194 -3.519

-242

57

299

seerd op de juiste informatie met betrekking tot heden, verleden en toekomst en op passende wijze gecommuniceerd. Totaal Kwaliteit Openbaar Bestuur

1) Bij - minder lasten dan begroot. Bij + meer lasten dan begroot. 2) Bij - minder baten dan begroot. Bij + meer baten dan begroot. 3) Bij - meer uitgegeven dan begroot, resultaat gaat omlaag. Bij + minder uitgegeven dan begroot, resultaat gaat omlaag.

112

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 2 Kerntaken

Reserves, Voorzieningen en Doeluitkeringen

( x â‚Ź 1.000)

Actuele begroting 2014 Beginsaldo 31-12-2013

Storting

( x â‚Ź 1.000)

Rekening 2014 Beginsaldo

Onttrek-

Eindsaldo

king

31-12-2014 31-12-2013

Onttrekking Eindsaldo Storting

+ Vrijval

31-12-2014

Verschil

Reserves Reserve uitvoering KvO

1.277

1.155

-122

Totaal reserves

1.277

1.155

-122

Voorzieningen Voorziening Algemene pensioenwet

6.257

450

194

6.513

6.257

450

186

6.521

8

Totaal voorzieningen

6.257

450

194

6.513

6.257

450

186

6.521

8

Saldo Reserves, Voorzieningen

6.257

450

1.471

6.513

6.257

450

1.341

6.512

-114

politieke ambtsdragers

en Doeluitkeringen Kwaliteit Openbaar Bestuur

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

113


Toelichting Onderstaand overzicht geeft inzicht in wat de provincie investeert in KvO-projecten en reguliere prestaties per beleidsdoel. Hierbij wordt aangegeven welk deel gefinancierd wordt uit de investeringsimpuls Kracht van Overijssel en overige financieringsbronnen. De uitgelichte kolom wordt na dit overzicht nader toegelicht.

Primitieve begroting 2014 Beleidsdoelen

Prestatie

7.1 Het verhogen van de kwaliteit van

Kracht van Overijssel

het openbaar bestuur door ef-

7.1.1 Overijssels Bestuur 20XX.

Lasten

Baten

Saldo

100

Begrotingswijzigingen Lasten

-100

Baten

29

7.1.2 Samenwerking andere overheden.

50

-50

Subtotaal Kracht van Overijssel

150

-150

Reguliere prestaties

848

40

-808

998

40

-958

verhoudingen tussen de overheden en verminderen bestuurlijke drukte.

Subtotaal beleidsdoel 7.1 7.2 Bij de uitwerking van provinciale

29

29

Kracht van Overijssel

ambities de Overijsselaars maximaal

7.2.1 Communicatie en burgerpartici-

invloed geven aan de voorkant van

patie.

250

-250

activiteiten door middel van actieve

7.2.2 Regie op productie van digitale en

dialoog.

schriftelijke communicatiemiddelen.

500

-500

750

-750

1.050

-1.050

1.800

-1.800

300

-300

Subtotaal Kracht van Overijssel

300

-300

Reguliere prestaties

828

97

-731

Subtotaal beleidsdoel 7.3

1.128

97

-1.031

Totaal Kwaliteit Openbaar Bestuur

3.926

137

-3.789

Subtotaal Kracht van Overijssel Reguliere prestaties Subtotaal beleidsdoel 7.2 7.3 Beleidskeuzes worden gebaseerd op

Kracht van Overijssel

de juiste informatie met betrekking

7.3.1 Trendbureau Overijssel. Â

tot heden, verleden en toekomst en

7.3.5 Versterken van de (digitale)

op passende wijze gecommuniceerd.

dienstverlening aan burgers, bedrijven en mede-overheden.

114

doorwerking GS 2013

fectieve en efficiĂŤnte samenwerking met bestuurlijke partners, heldere

Nummers

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

29


Hoofdstuk 2 Kerntaken

( x â‚Ź 1.000) Actuele begroting 2014 Lasten

Baten

Rekening 2014

Saldo

Lasten

Baten

Saldo 2014

Saldo

Lasten

Baten

Financiering Saldo

Uit KvO

129

-129

73

-73

-56

56

-73

50

-50

21

-21

-29

29

-21

179

-179

94

-94

-85

85

-94

Reserves

overig

848

40

-808

785

79

-706

-62

39

101

-48

-658

1.027

40

-987

879

79

-800

-148

39

187

-142

-658

250

-250

250

-250

500

-500

467

-467

-33

33

-467

750

-750

717

-717

-33

33

-717

1.050

-1.050

1.029

-1.029

-21

21

1.800

-1.800

1.746

-1.746

-54

54

-717

300

-300

296

-296

-4

4

-296

300

-300

296

-296

-4

4

-296

-250

-1.029 -1.029

828

97

-731

792

115

-677

-36

18

54

-677

1.128

97

-1.031

1.088

115

-973

-40

18

58

-296

-677

3.955

137

-3.818

3.713

194

-3.519

-242

57

299

-1.155

-2.364

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

115


Financiële toelichtingen

Beleidsdoel 7.1 Prestatie 7.1.1

De kosten zijn lager uitgevallen dan begroot als gevolg van het feit dat een aantal opdrachten niet afgerond zijn in 2014 en doorlopen in 2015. Daarnaast zijn de kosten voor een aantal bijeenkomsten meegevallen. Het geplande burgerschapscongres zal in 2015 in het kader van 200 jaar Koninkrijk invulling krijgen. De resterende middelen à € 56.000 blijven voor deze prestatie beschikbaar in de Reserve uitvoering Kracht van Overijssel.

Prestatie 7.1.2

Zoals bij de Monitor Overijssel 2014-II al gerapporteerd is, zijn de middelen bedoeld om processen te kunnen bekostigen die voortvloeien uit de samenwerking Twente, Overijssel-Gelderland en/of andere overheden niet geheel nodig geweest. In de Begroting 2015 zijn voldoende middelen beschikbaar, zodat de resterende middelen ad € 29.000 kunnen vrijvallen naar de Algemene dekkingsreserve. Hiervoor is een voorstel tot resultaatbestemming opgesteld. Met betrekking tot prestatie 7.1.2 wordt voorgesteld om een bedrag van € 29.000 uit Reserve uitvoering Kracht van Overijssel vrij te laten vallen en toe te voegen aan de Algemene dekkingsreserve.

Beleidsdoel 7.2 Prestatie 7.2.2

De resterende middelen ad € 33.000 vloeien terug naar de Reserve uitvoering Kracht van Overijssel en blijven beschikbaar voor deze prestatie.

116

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 2 Kerntaken

Kerntaak 8: Sociale infrastructuur, jeugdzorg en overige nietkerntaken Sociale infrastructuur Wij vinden het belangrijk dat zo veel mogelijk inwoners van Overijssel zo lang mogelijk blijven meedoen in de maatschappij, zodat we een levendige en vitale samenleving behouden. Voor de verwezenlijking van deze opgave zijn de gemeenten verantwoordelijk. Overeenkomstig het Hoofdlijnenakkoord hebben we ons geconcentreerd op het periodiek signaleren en agenderen van vraagstukken en tekortkomingen. De uitvoering lag bij anderen. Het investeringsvoorstel Sociaal flankerend beleid 2014 is uitgevoerd. We zijn tevreden over de nog steeds groeiende aandacht die sociale kwaliteit binnen de kerntaken krijgt. De gerealiseerde projecten sluiten o.a. aan bij de kerntaken openbaar vervoer, cultuur en regionale economie. De Subsidieregeling Maatschappelijke initiatieven Overijssel 2014 was zeer succesvol. Van de ruim 700 ingediende aanvragen konden er binnen het beschikbare budget zo’n 350 worden gehonoreerd. Het investeringsvoorstel Sociaal flankerend beleid 2015 is op 10 december 2014 door uw Staten vastgesteld. Onderdeel van het voorstel is een bijdrage aan het Overijssels Noaberschapsfonds in samenwerking met het Oranje Fonds van € 1.000.000. In het kader van de uitvoering van onze wettelijke steunfunctietaak voor de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) hebben wij subsidies beschikbaar gesteld aan Arcon, Sportservice Overijssel en Stimuland. 2014 was het tweede jaar in het transitietraject voor de ondersteuning van maatschappelijke organisaties. Daarbij bouwen we de basissubsidies aan belangenorganisaties in 2015 af tot 40%. De daarbij vrijkomende middelen hebben we ingezet voor projecten van de belangenorganisaties ter verbetering van burgerparticipatie bij natuur, openbaar vervoer en voor de campagne “Lang zult u wonen”. Deze projecten dragen rechtstreeks bij aan de provinciale doelen. Eind 2014 zijn de voorbereidingen getroffen voor de evaluatie van het transitietraject belangenorganisaties dat begin 2015 plaatsvindt. Externe ontwikkelingen Naar aanleiding van de wensen van de gemeenten over de inzet van de organisaties Arcon, Sportservice Overijssel en Stimuland hebben zij zich meer gericht op de drie decentralisaties die vanaf 2015 ingaan. Wij hebben daarmee een kanteling gemaakt naar vraaggerichte ondersteuning van gemeenten. Daarnaast hebben wij via de subsidieregeling Wmo-projecten gesubsidieerd van (samenwerkende) gemeenten.

Jeugdzorg Het jaar 2014 was het laatste jaar dat de provincie verantwoordelijk was voor de jeugdzorg. De focus op Eigen Kracht, Nieuwe Bezems sturing en (traject)financiering op uitstroom is voortgezet, met bijzondere aandacht voor investeringen in tienerpleegzorg en het terugdringen van de wachtlijsten. Met als resultaat dat de wachtlijsten in Overijssel sneller daalden dan de landelijke trend. Per 1 juli 2014 stonden er 21 kinderen in Overijssel op de netto wachtlijst (een daling van ruim 40% t.o.v. 1 juli 2013), op 1 december 2014 waren dit er nog slechts 6. Dat sluit aan bij de opdracht van uw Staten in het Beleidskader Jeugdzorg Overijssel 2013 - 2014 om wachttijden op het moment van transitie tot een minimum te beperken. Omdat 2014 het laatste jaar was waarin de jeugdzorg onder provinciale verantwoordelijkheid werd uitgevoerd, hebben wij de ontwikkelingen bij onze hoofdaannemers met bijzondere aandacht gevolgd. Om tijdig te kunnen bijsturen en daarmee eventuele grote terugvorderingen of nabetalingen in 2015 zo veel mogelijk te voorkomen, zijn de productiegegevens per kwartaal

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

117


besproken met de hoofdaannemer. Bij een van de hoofdaannemers heeft dit - in verband met te verwachten onderproductie - in overleg geleid tot het omlaag bijstellen van de bevoorschotting 2014. Met de twee andere hoofdaannemers zijn afspraken gemaakt over het realiseren van een bepaalde overproductie. Anders dan in voorgaande jaren wordt de voorfinanciering van het onderhanden werk (OHW) over 2014 afgerekend. In lijn met de trajectfinanciering hebben we hiermee deze ultimo 2014 lopende trajecten reeds voor 50% gefinancierd en hebben wij per saldo alle tot en met 31 december 2014 verleende jeugdzorg bekostigd. Op www.eigenkrachtoverijssel.nl is een digitaal magazine gepubliceerd waarin de resultaten uit verschillende projecten in Overijssel zichtbaar zijn gemaakt. De resultaten laten zien hoe belangrijk het is om blijvend aandacht te hebben voor Eigen Kracht, waarbij duurzame investeringen in cultuur tot mooie resultaten kunnen leiden. Het 1000 jongerenplan is in 2014 succesvol afgerond. Het aantal van 1000 jongeren dat via deze weg een leer-/ werktraject heeft gevolgd is ruimschoots gehaald. Effectief bleken de methodieken ‘Workwise’ en ‘Vakwerk’, aangevuld met specifieke expertise vanuit de jeugdzorgorganisaties. In zowel Twente, IJsselland als Deventer (Stedendriehoek) wordt inmiddels met steun van de provincie door gemeenten gewerkt aan de verduurzaming van het 1000 jongerenplan. Met de motie Westert c.s. (november 2014) hebben uw Staten alle gemeenten aangeboden om met voorstellen te komen om deze specifieke groep jongeren de mogelijkheid te bieden om een leerwerktraject aan te gaan. Gemeenten uit alle drie regio’s hebben positief op uw aanbod gereageerd. Transitie jeugdzorg: samenwerking provincie en gemeenten Door middel van het programma transitie jeugdzorg Overijssel heeft provincie Overijssel actief bijgedragen aan de voorbereiding van de Overijsselse gemeenten op hun nieuwe taken en verantwoordelijkheden op het gebied van jeugdzorg. De provincie heeft haar kennis overgedragen en heeft de gemeenten gefaciliteerd. In eerste instantie in de vorm van een gestructureerd “spoorboekje’, maar in de loop van het transitieproces is gekozen voor meer maatwerk (strategisch improviseren). Het inhoudelijke accent verschoof gedurende 2014 van leren en experimenteren naar daadwerkelijke inrichtingsvraagstukken. Naast projecten en bijeenkomsten hoorde bij het maatwerk de detachering van provinciale medewerkers naar gemeenten, maar ook de inzet van kennisondersteuners die met name de rol van sparringpartner voor gemeenten hadden. Met dit maatwerk is op een vraaggerichte manier geïnvesteerd in de ondersteuning van gemeenten bij het oppakken van hun nieuwe taken en verantwoordelijkheden. Door middel van voorkantsamenwerking hebben wij de gemeenten zo veel mogelijk bij de uitvoering van onze provinciale taak betrokken. Het Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg (UP) Overijssel 2014 is bijvoorbeeld samen met gemeenten opgesteld. De Overijsselse hoofdaannemers en Bureau Jeugdzorg Overijssel (BJzO) zijn in de gelegenheid gesteld om met 1% extra van hun jaarsubsidie gemeenten te betrekken bij de uitvoeringspraktijk. Alle drie de hoofdaannemers en BJzO hebben in 2014 via diverse projecten en bijeenkomsten gemeenten kennis laten maken met de provinciale jeugdzorg en hen deelgenoot gemaakt van de vraagstukken en dilemma’s uit de praktijk en de oplossingen die daarvoor nodig zijn. Externe ontwikkelingen Per 31 december 2014 is de Wet op de Jeugdzorg ingetrokken en per 1 januari 2015 is de Jeugdwet van kracht. Daarmee heeft het Rijk de verantwoordelijkheid voor de jeugdzorg bij de gemeenten gelegd. De transitie is inmiddels een feit. Gemeenten in Overijssel dragen de verantwoordelijkheid voor het totale jeugddomein, waar de provinciale jeugdzorg een onderdeel van is.

118

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 2 Kerntaken

Aandeel Sociale infrastructuur, jeugdzorg en overige kerntaken in totale kerntakenbegroting ■ Aandeel Sociale infrastructuur, jeugdzorg en overige kerntaken - 27,9% ■ Overige kerntaken - 72,1%

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

119


Doelenboom Maatschappelijke ambitie

Beleidsdoel

8. Het behouden en versterken

8.1

Signaleren en agenderen van sociale vraagstukken en tekortkomingen.

8.2

Uitvoering geven aan onze wettelijke taak om zorg te dragen voor het voeren van beleid

van deelname van burgers in de samenleving, verbonden aan de provinciale kerntaken.

betreffende steunfunctiewerk.

8. Zorgen voor een goed functione-

8.3

Het terugdringen van de instroom, het versnellen van de doorstroom en het wegnemen van de belemmeringen die de uitstroom beletten in de provinciale jeugdzorg.

rend systeem van jeugdzorg en jeugdbeleid.

8.4

Goede overdracht van jeugdzorg aan (samenwerkende) gemeenten.

* Zie Monitor Overijssel 2014-III voor onderbouwing integrale kleurscore.

120

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 2 Kerntaken

Prestaties Kerntakenbegroting 2014

Uitvoering prestaties Integrale kleurscore*

Investeringsprestaties: 8.1.3 Sociaal beleid flankerend aan de provinciale kerntaken inzetten om te komen tot een versnelling,

Groen

besparing en / of kwalitatief beter resultaat van die kerntaken. 8.1.4 Ondersteuning aan regionaal opererende organisaties die lokale organisaties ondersteunen op het

Groen

gebied van mantelzorg / vrijwilligers en mensen met een beperking, jeugd en senioren. 8.1.5 Ondersteuning aan regionaal opererende organisaties die lokale initiatieven ontplooien op het gebied

Groen

van leefbaarheid kleine kernen en vitaal platteland. 8.1.7 Het doorontwikkelen van de Erkenning Verworven Competenties (EVC) E-portfolio-systematiek in

Groen

Overijssel. Groen

8.1.9 Stimuleren breedtesport in Overijssel. Reguliere prestaties: 8.2.1 Implementatie van de aanbevelingen uit het onderzoek ‘lokale behoeften steunfunctiewerk’ in samen-

Groen

werking met VNG Overijssel. Investeringsprestaties:

Groen

8.3.1 Uitvoering Eigen Kracht-conferenties.

Groen

8.3.8 Uitvoering 1000 jongerenplan. Reguliere prestaties:

Groen

8.3.3 Het maken van prestatieafspraken met Bureau jeugdzorg Overijssel (BJzO) en de zorgaanbieders over de inzet van Eigen Kracht-conferenties. 8.3.4 Het maken van prestatieafspraken met BJzO over verkorting doorlooptijden AMK en indicatiestelling.

Groen

8.3.5 Het jeugdzorgaanbod 2014 bekostigen in de vorm van succesvol afgesloten trajecten (trajectfinanciering).

Groen

Investeringsprestatie: 8.4.1 Bestuurlijk en ambtelijk samen met gemeenten en alle andere relevante partners invulling geven aan het

Groen

transitie- en transformatietraject. 8.4.2 Het in iedere gemeente subsidieren van experimenten en pilots in het kader van de transitie.

Groen

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

121


8. Sociaal infrastructuur, jeugdzorg en overige kerntaken Rekening 2013 Beleidsdoelen 8.1 Signaleren en agenderen

Lasten

Baten

( x â‚Ź 1.000)

Primitieve begroting

Actuele begroting

2014

2014

Saldo Lasten

Baten

Saldo Lasten

Baten

Rekening 2014

Saldo Lasten

Baten

Saldo 2014

Saldo Lasten1 Baten2 Saldo3

9.623

-9.623

1.919

-1.919

6.125

-6.125

5.844

-5.844

-281

281

3.274

-3.274

3.358

-3.358

3.358

-3.358

3.255

-3.255

-103

103

van sociale vraagstukken en tekortkomingen. 8.2 Uitvoering geven aan onze wettelijke taak om zorg te dragen voor het voeren van beleid betreffende steunfunctiewerk. 8.3 Het terugdringen van de

124.221 121.429

-2.792 121.881 119.255

-2.626 127.199 122.155

-5.044 123.008 119.588

-3.420

-4.191 -2.567 1.624

1.606

-1.606

4.434

-4.434

7.778

-7.778

5.799

-5.799

-1.979

1.979

88.642

1.677 -86.965

96.618

359 -96.259

95.367

715 -94.652

89.931

1.794 -88.137

-5.436

1.079 6.515

instroom, het versnellen van de doorstroom en het wegnemen van de belemmeringen die de uitstroom beletten in de provinciale jeugdzorg. 8.4 Goede overdracht van jeugdzorg aan (samenwerkende) gemeenten. 8.5 Bedrijfsvoering ** 2012-2016 is inclusief personeelsgebonden kosten Totaal Sociaal infrastruc-

227.366 123.106 -104.260 228.210 119.614 -108.596 239.827 122.870 -116.957 227.837 121.382 -106.455 -11.990 -1.488 10.502

tuur, jeugdzorg en overige kerntaken

1) Bij - minder lasten dan begroot. Bij + meer lasten dan begroot. 2) Bij - minder baten dan begroot. Bij + meer baten dan begroot. 3) Bij - meer uitgegeven dan begroot, resultaat gaat omlaag. Bij + minder uitgegeven dan begroot, resultaat gaat omlaag.

122

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 2 Kerntaken

Reserves, Voorzieningen en Doeluitkeringen

( x â‚Ź 1.000)

Actuele begroting 2014 Beginsaldo 31-12-2013

Storting

( x â‚Ź 1.000)

Rekening 2014 Beginsaldo

Onttrek-

Eindsaldo

king

31-12-2014 31-12-2013

Onttrekking Eindsaldo Storting

+ Vrijval

31-12-2014

Verschil

Reserves Reserve uitvoering KvO

4.466

18.180

4.466

14.569

-3.611

Totaal reserves

4.466

18.180

4.466

14.569

-3.611

3.900

871

Voorzieningen Voorziening reorganisatie

6.029

Voorziening dubieuze debiteuren

1.943

9.058

6.029

2.705

327

8.407

-651

1.943

1.943

222

53

2.112

169

Totaal voorzieningen

7.972

3.900

871

11.001

7.972

2.927

380

10.519

-482

Doeluitkering jeugdzorg

6.549

121.472

122.155

5.866

6.549

121.472

119.588

8.433

2.567

Totaal doeluitkeringen

6.549

121.472

122.155

5.866

6.549

121.472

119.588

8.433

2.567

14.521

129.838

141.206

16.867

14.521

128.865

134.537

18.952

-1.526

Doeluitkeringen

Saldo Reserves, Voorzieningen en Doeluitkeringen Sociaal infrastructuur, jeugdzorg en overige kerntaken

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

123


Toelichting Onderstaand overzicht geeft inzicht in wat de provincie investeert in KvO-projecten en reguliere prestaties per beleidsdoel. Hierbij wordt aangegeven welk deel gefinancierd wordt uit de investeringsimpuls Kracht van Overijssel en overige financieringsbronnen.

Primitieve begroting 2014 Beleidsdoelen

Prestatie

8.1 Signaleren en agenderen van sociale

Kracht van Overijssel

vraagstukken en tekortkomingen.

Lasten

Baten

Saldo

Begrotingswijzigingen Lasten

Baten

4.203

8.1.3 Sociaal beleid flankerend aan de

Nummers

103, 107, 115

provinciale kerntaken inzetten om te komen tot een versnelling, besparing en / of kwalitatief beter resultaat van die kerntaken. 8.1.4 Ondersteuning aan regionaal

1.604

-1.604

39

-39

43

-43

233

-233

9

107

-43

107

37

107

opererende organisaties die lokale organisaties ondersteunen op het gebied van mantelzorg / vrijwilligers en mensen met een beperking, jeugd en senioren. 8.1.5 Ondersteuning aan regionaal opererende organisaties die lokale initiatieven ontplooien op het gebied van leefbaarheid kleine kernen en vitaal platteland. 8.1.6 Onderzoek naar de mogelijkheden die het Olympisch Plan 2028 biedt voor Overijssel. 8.1.7 Het doorontwikkelen van de Erkenning Verworven Competenties (EVC) E-portfolio-systematiek in Overijssel. 8.1.9 Stimuleren breedtesport in Over足 ijssel. Subtotaal Kracht van Overijssel

1.919

-1.919

4.206

1.919

-1.919

4.206

3.358

-3.358

3.358

-3.358

Reguliere prestaties Subtotaal beleidsdoel 8.1 8.2 Uitvoering geven aan onze wet-

Kracht van Overijssel

telijke taak om zorg te dragen voor het voeren van beleid betreffende steunfunctiewerk. Subtotaal Kracht van Overijssel Reguliere prestaties Subtotaal beleidsdoel 8.2

124

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 2 Kerntaken

( x â‚Ź 1.000) Actuele begroting 2014 Lasten

Baten

Rekening 2014

Saldo

Lasten

Baten

Saldo 2014

Saldo

Lasten

Baten

Financiering Saldo

Uit KvO

Reserves

overig

4.203

-4.203

3.990

-3.990

-213

213

-3.991

1

1.613

-1.613

1.550

-1.550

-63

63

-1.493

-57

39

-39

39

-39

233

-233

228

-228

37

-37

37

-37

6.125

-6.125

5.844

-5.844

-281

281

-5.521

-323

6.125

-6.125

5.844

-5.844

-281

281

-5.521

-323

3.358

-3.358

3.255

-3.255

-103

103

-3.255

3.358

-3.358

3.255

-3.255

-103

103

-3.255

-39

-5

5

-228

-37

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

125


Primitieve begroting 2014 Beleidsdoelen

Prestatie

8.3 Het terugdringen van de instroom,

Kracht van Overijssel

het versnellen van de doorstroom en

8.3.1 Uitvoering Eigen Kracht-confe-

het wegnemen van de belemmerin-

renties.

gen die de uitstroom beletten in de

8.3.8 Uitvoering 1000 jongerenplan.

Lasten

Baten

686

Saldo

-686

Begrotingswijzigingen Lasten

Baten

1.797

doorwerking GS 2013

1.715

-1.715

559

107, doorwer-

provinciale jeugdzorg.

king GS 2013 Subtotaal Kracht van Overijssel Overige prestaties

Subtotaal beleidsdoel 8.3 8.4 Goede overdracht van jeugdzorg aan (samenwerkende) gemeenten.

2.401

-2.401

2.356

119.480

119.255

-225

2.962

2.900

121.881

119.255

-2.626

5.318

2.900

-4.434

3.344

Kracht van Overijssel 8.4.1 Bestuurlijk en ambtelijk invulling

4.434

107, doorwerking GS 2013

geven aan het transitie- en transformatietraject samen met gemeenten en alle andere relevante partners. 8.4.2 Het in iedere gemeente subsidiĂŤren van experimenten en pilots in het kader van de transitie. Subtotaal Kracht van Overijssel

4.434

-4.434

3.344

4.434

-4.434

3.344

Reguliere prestaties Subtotaal beleidsdoel 8.4 8.5 Bedrijfsvoering.

Kracht van Overijssel 8.5.1 Bedrijfsvoering. Subtotaal Kracht van Overijssel Reguliere prestaties

Subtotaal beleidsdoel 8.5 Totaal Sociaal infrastructuur, jeugdzorg en overige kerntaken

126

Nummers

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

96.618

359

-96.259

-1.251

356

96.618

359

-96.259

-1.251

356

228.210

119.614

-108.596

11.617

3.256


Hoofdstuk 2 Kerntaken

( x â‚Ź 1.000) Actuele begroting 2014 Lasten

Baten

Rekening 2014

Saldo

Lasten

Baten

Saldo 2014

Saldo

Lasten

Baten

Financiering Saldo

Uit KvO

2.483

-2.483

1.781

-1.781

-702

702

-1.781

2.274

-2.274

1.469

-1.469

-805

805

-1.469

4.757

-4.757

3.250

-3.250

-1.507

1.507

-3.250

Reserves

overig

122.442

122.155

-287

119.758

119.588

-170

-2.684

-2.567

117

-170

127.199

122.155

-5.044

123.008

119.588

-3.420

-4.191

-2.567

1.624

-3.250

-170

7.778

-7.778

5.799

-5.799

-1.979

1.979

-5.798

-1

7.778

-7.778

5.799

-5.799

-1.979

1.979

-5.798

-1

7.778

-7.778

5.799

-5.799

-1.979

1.979

-5.798

-1

95.367

715

-94.652

89.931

1.794

-88.137

-5.436

1.079

6.515

-88.137

95.367

715

-94.652

89.931

1.794

-88.137

-5.436

1.079

6.515

-88.137

239.827

122.870

-116.957

227.837

121.382

-106.455

-11.990

-1.488

10.502

-14.569

-91.886

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

127


Financiële toelichtingen

Beleidsdoel 8.1 Prestatie 8.1.4

Op basis van de spelregels van Kracht van Overijssel hebben Gedeputeerde Staten besloten om de in 2014 resterende middelen à € 63.000 door te schuiven naar de jaarschijf 2015, op prestatie 8.1.4.

Beleidsdoel 8.3 Prestatie 8.3.1

In het kader van de komende transitie per 1 januari 2015 is er bestuurlijk besloten om de subsidie voor de financiering van de Eigen Krachtconferenties halfjaarlijks (75% / 50% / 25%) met ingang van 2013 af te bouwen. De gemeenten in Overijssel zijn op de hoogte gesteld over de afbouw van deze subsidie en moesten zelf cofinanciering regelen voor het blijven inzetten van de conferenties binnen hun eigen gemeente. In de praktijk blijken gemeenten hiervoor (nagenoeg) geen eigen middelen in te zetten voor aanvulling van de subsidie op de Eigen Krachtconferenties. Dit blijkt ook uit de rapportage 2014 van de Centrale, waarin een duidelijke terugval van de inzet van Eigen Krachtconferentie zichtbaar is. Om te voorkomen dat er in 2015 een aanzienlijk bedrag moet worden teruggevorderd, is besloten tot aanpassing van de subsidie 2014 met een bedrag van € 0,7 miljoen.

Het terugvallen van de inzet van de Eigen Krachtconferenties heeft geen invloed gehad op het werken conform de visie horende bij de Eigen Kracht. Dat doel is goed geslaagd. Er worden naast de conferentie meerdere werkvormen ingezet om de burger en zijn / haar netwerk eigen regie te laten voeren op de situatie die op dat moment speelt.

Met betrekking tot prestatie 8.3.1 wordt voorgesteld, zoals reeds aangekondigd bij de Monitor Overijssel 2014-II, om middels een voorstel tot resultaatbestemming een bedrag ad € 0,7 miljoen vrij te laten vallen naar de Algemene dekkingsreserve.

Prestatie 8.3.8

Het 1000 jongerenplan is eind 2014 met goed resultaat afgesloten. Meer dan 1000 kwetsbare jongeren hebben via deze route een leer- / werktraject doorlopen en vaak hun woon- en leefsituatie kunnen verbeteren. Een ruime meerderheid behoudt hun baan of volgt een opleiding. Bij de Monitor Overijssel 2014-II is gemeld dat de niet bestede middelen terugvloeien naar de algemene middelen.

Bij de behandeling van de begroting is de motie Westert c.s. aangenomen. Dit heeft effect gehad op de aanwending van de resterende middelen omdat lopende projecten in relatie tot deze motie gebracht moesten worden. Het uiteindelijk resterende bedrag ad € 0,8 miljoen valt wat lager uit dan geprognostiseerd bij de Monitor Overijssel 2014-II omdat enerzijds een aantal verwachte projecten nog niet beschikt kon worden en anderzijds doordat een deel van de activiteiten beoogd in de motie Westert c.s. al in 2014 beschikt kon worden. De overige benodigde middelen voor 2015 zijn bij het opstellen van de jaarrekening nog niet geheel bekend. Deze zullen via de Monitor Overijssel 2015-I aangevraagd worden.

Met betrekking tot prestatie 8.3.8 wordt voorgesteld om een bedrag van € 0,8 miljoen vrij te laten vallen naar de Algemene dekkingsreserve middels een voorstel tot resultaatbestemming.

128

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 2 Kerntaken

Beleidsdoel 8.4 Prestatie 8.4.1

In 2014 is het transitietraject afgerond. Tot aan 1 januari 2015 hebben wij actief bijgedragen aan de voorbereiding van de Overijsselse gemeenten op hun nieuwe taken en verantwoordelijkheden met betrekking tot de jeugdzorg.

Er is in de afgelopen jaren volop de gelegenheid geboden vanuit het programma transitie voor projecten met een leer- en experimentdoel en inrichtingsvraagstukken die gemeenten helpen bij hun voorbereiding op de nieuwe taken. Daarnaast bestond het programma uit diverse ondersteuningsactiviteiten. Doordat ook vanuit het Rijk een omvangrijk ondersteuningsaanbod is gekomen, heeft dit er mede toe geleid dat het absorptievermogen van de gemeenten zijn grenzen heeft bereikt. Als gevolg hiervan is er minder vraag naar ondersteuning vanuit het programma transitie gekomen dan geraamd. Hierdoor is er op het totale programma een onderbesteding van € 2,0 miljoen ontstaan. De nog resterende KvO-middelen zijn niet meer nodig als gevolg van de afronding van het transitietrajcet. Deze vallen middels een voorstel tot resultaatbestemming vrij naar de Algemene dekkingsreserve.

Beleidsdoel 8.5 Regulier

In 2014 waren de totale apparaatskosten per saldo begroot op € 94,6 miljoen, de realisatie komt uit op € 88,1 miljoen. Het verschil bedraagt € 6,5 miljoen lagere kosten en kan als volgt worden verklaard. Lagere salariskosten en overige personele kosten ambtelijk apparaat

0,6 miljoen

Lagere kosten bestuurlijk apparaat

0,3 miljoen

Minder uitgaven op Directievoering

1,7 miljoen

Minder uitgaven aan ICT

1,7 miljoen

Lagere kosten voor Huisvesting en inrichting

0,1 miljoen

Minder uitgaven voor Personeelsbeleid -advisering en Organisatie-ontwikkeling

0,6 miljoen

Lagere kosten voor Vastgoed

0,8 miljoen

Minder uitgaven voor Verzekeringen, aansprakelijkheid, klachtenbehandeling en Juridische advisering

0,2 miljoen

Lagere kosten voor Facilitaire zaken

0,4 miljoen

Overige Totaal

0,1 miljoen € 6,5 miljoen

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

129


Kerntaak 9: Gebiedsontwikkelingen Inleiding Gebiedsontwikkelingen vormen bij uitstek een domein waar de ontwikkeling van de provinciale rol binnen de netwerksamenleving tot zijn recht komt. Interactief en participerend vanuit de kerntaken op het gebied van ruimtelijke-economische ontwikkeling en fysieke infrastructuur brengt de provincie belangen samen en verbindt ze partijen, publiek en privaat, in gemeenschappelijke inspanningen rond concrete gebiedsopgaven. In deze inleiding zijn concrete voorbeelden van deze gebiedsopgaven opgenomen. Ruimte voor de Vecht Voor het programma Ruimte voor de Vecht is de uitvoering van zes projecten gewaarborgd nadat een uitvoeringsovereenkomst is gesloten met waterschap Vechtstromen. Het gaat om de volgende projecten: • Grensmeander • Vechtpark Hardenberg Centrum Uiterwaard • Vechtoevers Ommen • Sluis Junne • Sluis Mariënberg • Vecht traject Hardenberg-Junne De doelstellingen van het programma Ruimte voor de Vecht zijn samengevat: 1. zorgdragen voor de waterveiligheid voor mens en dier in het Vechtdal 2. het creëren van een sociaaleconomische impuls 3. integraal realiseren van de natuuropgaven (zowel water(natuur) als landnatuur) Door de uitvoering van de vijf uitvoeringsprojecten en de voorbereiding van het vechttraject Hardenberg-Junne wordt een krachtige impuls gegeven aan bovenstaande doelstellingen. De projecten worden gezien als een van de hoofdpijlers onder het programma Ruimte voor de Vecht. Twickel Voor het programma gebiedsontwikkeling Twickel is in november 2014 door de stuurgroep een besluit genomen waardoor alle projectplannen zijn vastgesteld. Door dit besluit zijn alle onderdelen van de gebiedsontwikkeling in uitvoering. De uitvoering zal in 2015 z’n beslag krijgen met een uitloop tot half 2016. Hiermee wordt duidelijk uitvoering gegeven aan de toekomstvisie die is opgesteld met als doel behoud en ontwikkeling van het landgoed in relatie tot de directe (stedelijke) omgeving. Deze visie is opgesteld samen met de provincie Overijssel, de Regio Twente, het waterschap Vechtstromen, het landgoed Twickel en de gemeenten Borne, Hengelo en Hof van Twente en de Stichting Twickel. Ruimte voor de Rivier IJsseldelta Ook het project Ruimte voor de Rivier IJsseldelta is in de uitvoerende fase gekomen. In 2014 heeft de opdrachtverlening plaatsgevonden voor de realisatie. Vervolgens is de engineeringsfase met de geselecteerde aannemerscombinatie van start gegaan. Inmiddels is in het landschap steeds beter zichtbaar hoe het gebied zich verder ontwikkelt. Hiermee blijft de planning dat in 2018 het Reevediep functioneel inzetbaar zal zijn.

130

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 2 Kerntaken

Aandeel Gebiedsontwikkelingen in totale kerntakenbegroting â– Gebiedsontwikkelingen - 11,4% â– Overige kerntaken - 88,6%

Doelenboom Prestaties Kerntakenbegroting 2014

Uitvoering prestaties Integrale kleurscore*

Investeringsprestaties: 9.0.1 Gebiedsontwikkeling Ruimte voor de Vecht.

Oranje

9.0.2 Gebiedsontwikkeling IJsseldelta-Zuid.

Oranje

9.0.3 Gebiedsontwikkeling IJssel-Vechtdelta.

Groen

9.0.4 Gebiedsontwikkeling Noordoost-Twente.

Oranje

9.0.5 Gebiedsontwikkeling Luchthaven Twente e.o.

Oranje

9.0.8 Gebiedsontwikkeling Twickel.

Groen

9.0.9 Gebiedsontwikkeling Innovatiedriehoek.

Oranje

9.0.10 Gebiedsontwikkeling Ontwikkelopgave EHS / Natura 2000.

Oranje

* Zie Monitor Overijssel 2014-III voor onderbouwing integrale kleurscore.

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

131


9. Gebiedsontwikkelingen

( x â‚Ź 1.000)

Rekening 2013 Baten

Primitieve begroting

Actuele begroting

2014

2014

Saldo Lasten

Baten

Saldo Lasten

Baten

Rekening 2014

Saldo Lasten

Baten

Saldo 2014

Saldo Lasten1 Baten2 Saldo3

Beleidsdoelen

Lasten

9.0 Gebiedsontwikkelingen

38.044

497 -37.547 29.734

-29.734 52.478

1.558 -50.920 50.030 12.971 -37.059

Totaal Gebiedsontwikke-

38.044

497 -37.547 29.734

-29.734 52.478

1.558 -50.920 50.030 12.971 -37.059 -2.448 11.413 13.861

-2.448 11.413 13.861

lingen

1) Bij - minder lasten dan begroot. Bij + meer lasten dan begroot. 2) Bij - minder baten dan begroot. Bij + meer baten dan begroot. 3) Bij - meer uitgegeven dan begroot, resultaat gaat omlaag. Bij + minder uitgegeven dan begroot, resultaat gaat omlaag.

132

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 2 Kerntaken

Reserves, Voorzieningen en Doeluitkeringen

( x â‚Ź 1.000)

Actuele begroting 2014 Beginsaldo 31-12-2013

Storting

( x â‚Ź 1.000)

Rekening 2014 Beginsaldo

Onttrek-

Eindsaldo

king

31-12-2014 31-12-2013

Onttrekking Eindsaldo Storting

+ Vrijval

31-12-2014

Verschil

Reserves Uitvoeringsreserve Ecologische

2.606

-95.831

Hoofdstructuur Reserve uitvoering Kracht van

35.476

51.560

35.476

50.412

-1.148

35.476

51.560

35.476

53.018

-96.979

Overijssel (alleen storting en onttrekking) Totaal reserves Voorzieningen Voorziening resultaten gebiedsex-

9.634

9.634

9.634

5.693

15.327

5.693

3.100

3.100 13.200

-5.812

ploitaties Voorziening lening Sanderink Techno-

3.100

3.100

10.862

19.012

8.150

5.050

10.230

10.230

1.130

4.693

6.667

-3.563

41.976

28.014

14.973

4.693

38.294

-3.682

50.449

57.711

38.294

-100.661

logy Centre Voorziening verplaatsing Stork

8.150

Hengelo Voorziening waarderisico grondvoor-

10.230

raad BBL* Totaal voorzieningen Saldo Reserves, Voorzieningen en

28.014 28.014

13.962 49.438

51.560

41.976

28.014

Doeluitkeringen Gebiedsontwikkelingen

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

133


Toelichting Onderstaand overzicht geeft inzicht in wat de provincie investeert in KvO-projecten en reguliere prestaties per beleidsdoel. Hierbij wordt aangegeven welk deel gefinancierd wordt uit de investeringsimpuls Kracht van Overijssel en overige financieringsbronnen. De uitgelichte kolom wordt na dit overzicht nader toegelicht.

Primitieve begroting 2014 Beleidsdoelen

Prestatie

9.0 Gebiedsontwikkelingen

Kracht van Overijssel 9.0.1 Gebiedsontwikkeling Ruimte

Lasten

Baten

Saldo

Begrotingswijzigingen Lasten

6.237

-6.237

871

11.045

-11.045

-2.420

1.057

-1.057

1.700

Baten

Nummers

9, 107, 116

voor de Vecht. 9.0.2 Gebiedsontwikkeling IJsseldelta

107, 111, 116

Zuid. 9.0.3 Gebiedsontwikkeling IJssel-

104, 111,

Vechtdelta (deltaprogramma).

116, doorwerking GS 2013

9.0.4 Gebiedsontwikkeling Noordoost-

3.088

-3.088

-1.840

18, 107

5.700

-5.700

-5.700

116

Twente. 9.0.5 Gebiedsontwikkeling Luchthaven Twente e.o. 9.0.8 Gebiedsontwikkeling Twickel. 9.0.9 Gebiedsontwikkeling Innovatie-

375

-375

-10

1.550

-1.550

23.560

101, 107, 116 107, 110,

driehoek.

116, doorwerking GS 2013

9.0.10 Gebiedsontwikkeling Ecologi-

7.000

7, 18, 107,

sche Hoofdstructuur / Natura 2000.

116, doorwerking GS 2013

Subtotaal Kracht van Overijssel Reguliere prestaties

Totaal Gebiedsontwikkelingen

134

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

29.052

-29.052

23.161

682

-682

-417

1.558

29.734

-29.734

22.744

1.558


Hoofdstuk 2 Kerntaken

( x â‚Ź 1.000) Actuele begroting 2014 Lasten

Baten

Rekening 2014

Saldo

Lasten

Baten

Saldo 2014

Saldo

Lasten

Baten

Financiering Saldo

Uit KvO

7.108

-7.108

7.069

3

-7.066

-39

3

42

-7.066

8.625

-8.625

7.324

5

-7.319

-1.301

5

1.306

-7.325

2.757

-2.757

2.731

-2.731

-26

26

-2.731

1.248

-1.248

973

-973

-275

275

-973

3.250

-3.250

3.250

-3.250

Reserves

overig

6

-3.250

365

-365

431

-431

66

-66

-431

25.110

-25.110

19.240

-19.240

-5.870

5.870

-25.540

7.000

-7.000

2.932

-2.932

-4.068

4.068

-326

-2.606

52.213

-52.213

43.950

8

-43.942

-8.263

8

8.271

-44.392

-2.606

265

1.558

1.293

6.080

12.963

6.883

5.815

11.405

5.590

-6.020

52.478

1.558

-50.920

50.030

12.971

-37.059

-2.448

11.413

13.861

-50.412

6.300

6.300 12.903

-2.606

15.959

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

135


Financiële toelichtingen

Beleidsdoel 9.0 Prestatie 9.0.1

Op basis van de spelregels van Kracht van Overijssel hebben Gedeputeerde Staten besloten om de in 2014 resterende middelen à € 42.000 door te schuiven naar de jaarschijf 2015, op prestatie 9.0.1.

Prestatie 9.0.2

Het gaat hier om een KvO-budget waarvoor het budget beschikbaar dient te blijven voor de gebiedsontwikkeling. Het resterende bedrag ad € 1,3 miljoen wordt doorgeschoven naar 2015.

Prestatie 9.0.3

Op basis van de spelregels van Kracht van Overijssel hebben Gedeputeerde Staten besloten om de in 2014 resterende middelen à € 26.000 door te schuiven naar de jaarschijf 2015, op prestatie 9.0.3.

Prestatie 9.0.4

Het gaat hier om een KvO-budget waarvoor het budget beschikbaar dient te blijven voor de gebiedsontwikkeling. Het resterende bedrag ad € 275.000 wordt doorgeschoven naar 2015.

Prestatie 9.0.5

In het voorjaar 2014 is duidelijk geworden dat de realisatie van een commerciële burgerluchthaven binnen de gestelde kaders geen optie is voor dit gebied. Provinciale Staten hebben een Commissie van Wijzen aangesteld om een advies te geven t.a.v. het vervolg van de gebiedsontwikkeling Luchthaven Twente e.o. Dit advies genaamd ‘Technology Base Twente’ is reeds gepresenteerd en door uw Staten geadopteerd (PS/2014/995). Provincie, gemeente Enschede en ADT kunnen daarmee, in samenwerking met de regio, werken aan een nieuw ontwikkelingsperspectief voor Twente en de voormalige luchthaven. Noodzakelijke maatregelen t.b.v. de implementatie van het advies, zijn verder uitgewerkt in een Plan van Aanpak (PvA).

Met de accountant is afgesproken om de deelvelden luchthaven, hoofdinfrastructuur en leisure te behandelen als niet in exploitatie genomen gronden (NIEGG). Er zal een beperkte waarde worden toegekend aan het gebied van ca. € 1 a 1,5 miljoen gelijk aan de eerder aangekochte gronden ten noorden van het defensiegebied. Dit betekent een verslechtering van de grondexploitatie van NCW, -€ 11,4 naar -€ 17,9 miljoen. Een verslechtering van NCW -€ 6,50 miljoen. Het aandeel van de provincie Overijssel hierin is 50%.

Prestatie 9.0.8

Het ontwerp en de voorbereiding voor het project Stadsrand Delden vergden meer kosten dan verwacht. Het budget 2014 voor dit project is daardoor in beperkte mate overschreden met € 66.000. De overschrijding wordt opgevangen binnen het totaal van het project en zal niet leiden tot overschrijding van het totale meerjarige budget.

De overschrijding komt ten laste van de middelen in de Reserve uitvoering Kracht van Overijssel voor de gebiedsontwikkeling Twickel.

Prestatie 9.0.9

Op deze prestatie heeft een overschrijding plaatsgevonden van € 430.000 door de verplaatsing van Stork. Deze is sneller gerealiseerd dan gepland en daardoor is er in 2014 een hogere lening verstrekt dan verwacht. Dit betekent dat de dotatie aan de voorziening, ter dekking van het risico van de verstrekte lening, ook eerder heeft plaatsgevonden dan verwacht.

Op basis van de spelregels van Kracht van Overijssel hebben Gedeputeerde Staten besloten om een bedrag à € 430.000 af te ramen in 2015 en zo toe te voegen aan de Reserve uitvoering Kracht van Overijssel om hiermee de overschrijding in 2014 te verevenen, op prestatie 9.0.9.

De accountant schat op basis van een strikte hantering van de regelgeving de risico’s met betrekking tot de verstrekte subsidie aan Stork B.V. lager in. Daarmee is volgens de accountant de voorziening Stork B.V. (op saldo eind 2014) voor een bedrag van € 6,3 miljoen te hoog gewaardeerd. Dit bedrag valt vrij uit de voorziening.

Door middel van een resultatenbestemming wordt voorgesteld om het bedrag (€ 6,3 miljoen) wat is vrijgevallen uit de voorziening Stork B.V. toe te voegen aan de Algemene Financieringsreserve (AFR).

136

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 2 Kerntaken

Prestatie 9.0.10

Als gevolg van uitstel van vaststelling van de PAS zijn de lasten voor de Ontwikkelopgave in 2014 achtergebleven bij de raming. De niet bestede middelen blijven beschikbaar in de Uitvoeringsreserve Ecologische Hoofdstructuur. De voorbereidingsfase waarbij onder verantwoordelijkheid van SWB verkenningen worden uitgevoerd is echter in volle gang. Middels een afzonderlijke rapportage bij deze jaarrekening wordt u uitvoerig geïnformeerd over de stand van zaken met betrekking tot de ontwikkelopgave.

Regulier

De overschrijding van de baten en lasten op dit product wordt voornamelijk veroorzaakt door de afrekening met betrekking tot de grondvoorraad BBL die in 2014 heeft plaatsgevonden.

De hogere baten van € 11,4 miljoen worden voor ruim € 8,4 miljoen verklaard door verkopen van BBL-oud gronden. Bovendien kan € 3,5 miljoen van de voorziening Waarderisico grondvoorraad BBL vrijvallen, als gevolg van de geactu­ aliseerde balanswaardering van de grondvoorraad. D aar staat tegenover dat de baten voor tijdelijk beheer € 0,5 miljoen lager zijn dan begroot. De ontvangst van het voordelige exploitatiesaldo van BBL tot en met 2013 was abusievelijk dubbel geraamd.

De hogere lasten van € 5,8 miljoen worden voor € 5,7 miljoen veroorzaakt door aanvullend benodigde stortingen in de voorziening Waarderisico grondvoorraad BBL als gevolg van mutaties in de voorraden grond en gebouwen. Voor € 0,2 miljoen zijn nadelige verkoopresultaten met betrekking tot gebouwen gerealiseerd. Daar staan lagere kosten voor tijdelijk beheer ter grootte van € 0,1 miljoen tegenover.

De extra kosten en opbrengsten worden conform bestaand beleid verrekend met de Algemene Reserve Grond. Hiertoe doen wij een resultaatbestemmingsvoorstel bij deze jaarrekening.

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

137


H3 138

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 3 Paragrafen

3. Paragrafen In dit hoofdstuk zijn onderwerpen opgenomen die van belang zijn voor het inzicht in de financiële positie. De paragrafen bevatten de beleidsuitgangspunten van beheersmatige activiteiten en de provinciale heffingen en vallen daarom onder de kerntakenbegroting. Achtereenvolgens komen de volgende onderwerpen aan bod: • Provinciale heffingen • Weerstandsvermogen • Kapitaalgoederen • Financiering • Bedrijfsvoering • Verbonden partijen • Grondbeleid

3.1 Provinciale heffingen 3.1.1 Algemeen Wij kennen verschillende provinciale heffingen: opcenten motorrijtuigenbelasting, leges, precario, grondwaterheffing en nazorgheffing stortplaatsen. Vanaf 2007 is de Belastingverordening Overijssel van kracht, waarin alle voorheen afzonderlijke verordeningen zijn geïntegreerd. Deze verordening wordt ieder jaar opnieuw vastgesteld. Onderstaande tabel vermeldt de geraamde en gerealiseerde opbrengst van de heffingen in 2014. De geraamde opbrengst is de actuele raming.

( x € 1.000) Geraamde opbrengst

Gerealiseerde opbrengst

Opcenten motorrijtuigenbelasting

100.500,0

101.475,8

Leges, precario, overige heffingen

752,2

478,6

1.000,0

955,1

10,9

10,9

Grondwaterheffing Nazorgheffing stortplaatsen

3.1.2 Motorrijtuigenbelasting De opcenten motorrijtuigenbelasting vormt het belangrijkste lokale heffingsmiddel op provinciaal niveau, waarmee (een deel van) de activiteiten binnen provinciale kerntaken gefinancierd wordt. Via de opcenten motorrijtuigenbelasting (MRB) kunnen wij een eigen belastingbeleid voeren. Het tarief is bij de Perspectiefnota 2013 vastgesteld op 79,9 en sindsdien niet gewijzigd.

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

139


De daadwerkelijke opbrengst van de opcenten motorrijtuigenbelasting is afhankelijk van diverse factoren: • De omvang van het voertuigenbestand van de in de provincie wonende of gevestigde houders van voertuigen zoals aangeduid in artikel 222 van de Provinciewet. • Het aantal voertuigen in dit bestand dat voor verlaging van het MRB-tarief in aanmerking komt (half-, kwart-, nultarief of schorsingen). • Het gemiddelde gewicht per gewichtsklasse. • Omvang van de zogenaamde oninbaarleidingen (door de belastingdienst opgelegde aanslagen die uiteindelijk niet invorderbaar blijken). • De hoogte van het provinciale opcententarief MRB (percentage op de hoofdsom MRB). Behalve de hoogte van het provinciale opcententarief zijn deze factoren niet beïnvloedbaar door de provinciale overheid. De provinciale opcenten motorrijtuigenbelasting worden, samen met de hoofdsom motorrijtuigenbelasting, geïnd door de Belastingdienst en vervolgens overgemaakt aan de provincies. Voor aspecten als kwijtschelding en invorderingsmaatregelen zijn de provincies volledig afhankelijk van de Belastingdienst. In 2014 is een bedrag van € 101,5 miljoen aan opcenten ontvangen, wat ongeveer € 1,0 miljoen hoger is dan begroot. Het afschaffen van de vrijstelling van energiezuinige auto’s per 1 januari 2014 heeft in 2014 geleid tot een grote toename van de opcenten ten opzichte van 2013. De tellijst van de Belastingdienst per 30 december 2014 laat zien dat de omvang van het voertuigenbestand in Overijssel gelijk is aan 2013. Het aantal netto voertuigen laat echter een forse stijging zien. Deze stijging wordt veroorzaakt door de afschaffing van de vrijstelling van energiezuinige auto’s. Het totaal aantal voertuigen is ongeveer gelijk gebleven, maar het aantal betalende voertuigen is flink gestegen en hiermee dus ook de totale opbrengst. Aan de andere kant is het gemiddelde gewicht gedaald, maar dit weegt niet op tegen de grote stijging van het aantal netto voertuigen.

140

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 3 Paragrafen

Opbrengsten Motorrijtuigenbelasting Peildata Totaal voertuigen (bruto) Stijging t.o.v. voorgaand jaar Aantal auto's (netto) Motoren (netto) Totaal voertuigen (netto) Stijging t.o.v. voorgaand jaar

31-12-2013

31-12-2014

597.047

597.082

-0,55%

0,00%

453.577

504.367

35.324

36.337

488.901

540.704

-2,79%

10,60%

1.162 0,30%

1.139 -1,98%

261,50 0,55%

251,37 -3,87%

79,9 0,9%

79,9 -

â‚Ź 95.657.150

â‚Ź 101.475.831

-1,65%

6,08%

Gemiddeld gewicht Auto's (netto) Stijging t.o.v. voorgaand jaar Gemiddelde heffingsgrondslag Auto's (netto) Stijging t.o.v. voorgaand jaar

Aantal provinciale opcenten MRB Stijging t.o.v. voorgaand jaar

Totale opbrengsten MRB Stijging t.o.v. voorgaand jaar

Onderstaande tabel geeft een vergelijking van de hoogte van de opcenten van de diverse provincies.

Opcenten per provincie 2014 Zuid-Holland

1

95,0

Friesland

2

90,3

Drenthe

3

88,3

Groningen

4

87,1 87,1

Gelderland

5

Overijssel

6

79,9

Zeeland

7

78,3

Limburg

8

76,6 76,6

Flevoland

9

Noord-Brabant

10

75,8

Utrecht

11

72,6

Noord-Holland

12

67,9

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

141


3.1.3 Diverse heffingen Onderstaande tabel vermeldt de geraamde en gerealiseerde leges, precario en overige heffingen naar product.

( Bedragen in € ) Begroot actueel

Gerealiseerd

Beheer en onderhoud wegen

87.345

62.874

Grondwaterbeheer

83.117

31.974

Vergunningverlening milieubeheer

25.500

128.405

Ontgrondingen

140.283

22.548

Bescherming natuur en landschap

416.000

232.763

Totaal

752.245

478.564

Leges Op basis van de belastingverordening heffen wij leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een administratieve dienst. Een voorbeeld hiervan is het aanvragen van vergunningen en ontheffingen op grond van provinciale en wettelijke voorschriften. Indien de belastingschuldige niet in staat is, anders dan met buitengewoon bezwaar, de verschuldigde leges te betalen, kunnen Gedeputeerde Staten het verschuldigde bedrag geheel of gedeeltelijk kwijtschelden. Nieuw zijn de leges voor de NB-wet. Precario Precario is een heffing voor het hebben van voorwerpen in, op of boven provinciale grond of water. Vanaf 2010 heffen wij alleen nog precario van benzinepompinstallaties voor hun gas-, water- en elektriciteitsleidingen. Heffing De precario wordt via een belastingaanslag geheven. Ongeveer de helft van de 20 benzinestations op provinciale grond heeft gekozen voor een huurovereenkomst en zijn, omdat zij huurpenningen betalen, vrijgesteld van precario. De andere helft betaalt wel precario. De Belastingverordening Overijssel besteedt, naast een uiteenzetting over de wijze van het bepalen en het opleggen van de aanslag, ook aandacht aan de mogelijkheid tot gehele of gedeeltelijke kwijtschelding door de heffingsambtenaar als de precario niet betaald kan worden. Tarieven Wij hanteren een marktconform tarief dat is opgenomen in de tarieventabel als onderdeel van de Belastingverordening Overijssel. Voor 2014 zijn de inkomsten uit precario en huurpenningen circa € 60.000. Grondwaterheffing Op grond van artikel 7.7 van de Waterwet zijn uw Staten bevoegd om, bij wijze van provinciale belastingmaatregel, een heffing in te stellen op het onttrekken van grondwater. Het onderdeel ‘Vaststelling tarief grondwaterheffing 2010 - 2015’ uit de Belastingverordening Overijssel is sinds 2010 ongewijzigd gebleven. De heffingsopbrengst wordt onder andere gebruikt voor onderzoeken die voor het grondwaterbeheer noodzakelijk zijn en voor de vergoeding van schade als gevolg van de artikelen 7.18, 7.19 en 7.20 Waterwet.

142

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 3 Paragrafen

De heffing wordt opgelegd naar de in het heffingsjaar onttrokken hoeveelheid grondwater, gemeten in kubieke meters per jaar. Eind 2009 is de tariefstelling gecontinueerd op € 0,0136 per kubieke meter te onttrekken grondwater, geldig tot en met het belastingjaar 2015. Dit tarief is gebaseerd op de raming dat jaarlijks gemiddeld circa 81 miljoen m3 onttrokken grondwater in aanmerking komt voor de heffing. Uw Staten hebben per 1 januari 2010 de heffingsplicht voor onttrekkingen kleiner dan 100.000 m3 per jaar afgeschaft. Belangrijkste reden hiervoor was, naast het terugdringen van de administratieve lasten, de overgang van deze categorie onttrekkingen naar de waterschappen, waardoor minder geld noodzakelijk is. Hierdoor hoefde het tarief niet gecorrigeerd te worden voor inflatie. Nazorgheffing stortplaatsen Op 1 april 1996 is de wet tot aanvulling van de Wet milieubeheer (Wm) in werking getreden. Deze wet bevat een regeling ter waarborging dat gesloten stortplaatsen geen of zo weinig mogelijk gevolgen voor het milieu hebben (hierna Leemtewet genoemd). De Leemtewet legt de financiële en bestuurlijke verantwoordelijkheid bij de provincie voor de altijd durende nazorg van stortplaatsen waar na 1 september 1996 afvalstoffen zijn gestort. De provincie moet erop toezien dat bij gesloten stortplaatsen zodanige maatregelen worden getroffen dat de stortplaatsen geen of zo weinig mogelijk nadelige gevolgen voor het milieu veroorzaken. Uw Staten hebben in 1999 een verordening vastgesteld betreffende de heffing van gelden voor stortlocaties die in 1996 in werking waren. Doel van de heffing is de vorming van een fonds voor de eeuwigdurende nazorgtaken na sluiting en overdracht aan de provincie. De hoogte van de heffing is gebaseerd op het berekende doelvermogen voor de betreffende stortlocatie. In Overijssel zijn drie operationele stortlocaties: Bovenveld, Boeldershoek en Elhorst-Vloedbelt. De berekende doelvermogens maken onderdeel uit van de opgestelde nazorgplannen voor de betreffende locaties. In 2005 zijn de nazorgplannen allemaal geheel herzien, waarbij het voor de stortlocatie vereiste doelvermogen eveneens opnieuw is vastgesteld. Op basis van de berekende doelvermogens in relatie met het al opgebouwde vermogen voor de drie stortlocaties hebben uw Staten in haar vergadering van december 2005 besloten om voor de periode 2006 tot en met 2010 de stortplaatsexploitanten geen jaarlijkse heffing op te leggen. Door uw Staten is in juni 2010 besloten om ook voor de periode 2011 tot en met 2015 de exploitanten geen jaarlijkse heffing op te leggen. De renteopbrengsten worden, zolang het vereiste doelvermogen voor een stortlocatie nog niet is bereikt, in het Fonds nazorg gesloten stortplaatsen gestort. Zodra het doelvermogen op enig moment voor een stortlocatie is bereikt, zal al wat hierna nog voor de betreffende locatie wordt ontvangen, worden terugbetaald aan de desbetreffende exploitant. WABO In 2010 is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (WABO) van kracht geworden. Door deze wet kunnen aanvragers bij één loket en in één aanvraag diverse vergunningen regelen. De provincie is het bevoegde gezag voor de bedrijven met een hoger risico (zogenaamde IPPC- en BRZO-bedrijven). Voor die bedrijven is de provincie dan ook bevoegd gezag voor zaken als bouw, kap en sloop. Met gemeenten zijn afspraken gemaakt over het aanleveren van adviezen en ontwerp vergunningen. Evenzo adviseert de provincie de gemeenten (in zogenaamde Verklaringen van geen bedenkingen) voor onder andere vergunningen op grond van de Natuurbeschermingswet. Met betrekking tot deze wederzijdse dienstverlening, zijn afspraken vastgelegd in een Dienstverleningsovereenkomst waarin ook de hoogte van de te hanteren advieskosten zijn vastgelegd. Gemiddeld worden de advieskosten die de provincie betaalt aan gemeenten gedekt door de legesinkomsten die wij de bedrijven in rekening brengen. Op 1 januari 2013 zijn binnen Overijssel twee (netwerk) Regionale Uitvoeringsdiensten opgericht: RUD IJsselland en RUD Twente. Binnen de Regionale Uitvoeringsdiensten worden de gemeentelijke en de provinciale taken voor de vergunningverlening en handhaving van de WABO uitge-

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

143


voerd. In eerste instantie richten de Regionale Uitvoeringsdiensten zich vooral op de bouw- en milieutaken. In de loop van de tijd zullen de taken uitgebreid worden met natuur, monumenten en mogelijk ook ruimtelijke ordening. Het Rijk beoogt met de instelling van Regionale Uitvoeringsdiensten de kwaliteit en de efficiency van deze werkprocessen te verbeteren. In Overijssel is gekozen voor een netwerkconstructie waar de samenwerking vooral vorm krijgt in zogenaamde gespecialiseerde kennispunten. Wij zijn gastheer geweest voor de kennispunten IPCC Industrieel, Afval, Groen en Ecologie, BOA en Ketentoezicht, Externe veiligheid en Luchtkwaliteit. Deskundigheid en werkvoorraad worden gebundeld in de kennispunten, waar conceptvergunningen, adviezen en controles worden opgesteld / uitgevoerd en de resultaten worden doorgestuurd naar elk afzonderlijk bevoegd gezag (ter ondertekening). Sinds 1 januari 2014 is voor een groot deel van de bedrijven de bevoegdheid overgegaan van de provincie naar gemeenten. Dit betrof circa 75% van ons bedrijvenbestand. Wij blijven wel bevoegd voor de meest complexe en risicovolle inrichtingen. Deze taakverschuiving heeft gevolgen in zowel financiële zin als qua werkvoorraad. In 2014 voerden wij, conform de gemaakte afspraken, nog wel werkzaamheden uit voor de gemeenten.

3.2 Weerstandsvermogen 3.2.1 Inleiding Het weerstandsvermogen geeft de mate aan waarin wij in staat zijn om financiële tegenvallers op te vangen, zonder dat dit leidt tot een directe aanpassing van het beleid. Het weerstandsvermogen wordt berekend door de benodigde weerstandscapaciteit, de risico’s, af te zetten tegen de beschikbare weerstandscapaciteit, de middelen. De benodigde weerstandscapaciteit wordt bepaald door de financiële kwantificering van de risico’s. Onder beschikbare weerstandscapaciteit verstaan wij de middelen en mogelijkheden waarover wij beschikken om risico’s te kunnen dekken (conform het BBV). De hoogte van de beschikbare weerstandscapaciteit wordt bepaald door onze reserves, onder andere de saldi reserve en diverse bestemmingsreserves, maar ook de diverse risicoreserveringen binnen de pro­ jecten zelf. Met de vaststelling van de Perspectiefnota 2013 hebben uw Staten besloten om een minimum weerstandsvermogen aan te houden van 1,6 (dit betreft de verhouding tussen beschikbaar en benodigd weerstandsvermogen). Dit staat voor ‘ruim voldoende’ weerstandsvermogen. Wanneer het weerstandsvermogen onder deze norm komt, is aanvullen van de reservepositie vereist.

3.2.2 Weerstandsvermogen De confrontatie van de beschikbare weerstandscapaciteit van € 177,9 miljoen en de benodigde weerstandscapaciteit van € 83,2 miljoen, die berekend is op basis van het risicoprofiel op concernniveau met een zekerheidspercentage van 90%, levert een ratio op van 2,1. Hieruit blijkt dat wij over een toereikend weerstandsvermogen beschikken. Een zekerheidspercentage van 90% betekent dat rekening wordt gehouden met een 90% kans dat alle risico’s zich op hetzelfde moment voordoen. Als deze analyse echter op project- en programmaniveau wordt uitgevoerd, ontstaat een ander beeld. Het huidige weerstandsvermogen zakt dan naar 1,4:

144

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 3 Paragrafen

Actueel weerstandsvermogen op concernniveau Benodigde weerstandscapaciteit

Beschikbare weerstandscapaciteit

Ratio

(in miljoenen €)

(in miljoenen €)

weerstandsvermogen

€ 83,2

€ 177,9

2,1

Actueel weerstandsvermogen op project- en programmaniveau Benodigde weerstandscapaciteit

Beschikbare weerstandscapaciteit

Ratio

(in miljoenen €)

(in miljoenen €)

weerstandsvermogen

€ 123,6

€ 177,9

1,4

Het verschil tussen de analyse op concernniveau en de analyse op project- en programmaniveau ligt in het feit dat de analyse op concernniveau uitgaat van een 90% kans dat alle geïnventariseerde risico’s van de provincie zich tegelijkertijd voordoen, terwijl de analyse op project- en programma­ niveau uitgaat van een 90% kans dat de risico’s van dat specifieke project of programma zich gelijktijdig voordoen. Tot dusver hebben wij altijd de analyse op concernniveau verricht, maar de analyse op project- en programmaniveau is nauwkeuriger. Gelet op het feit dat veel projecten en programma’s zich nu in de realisatiefase bevinden, is een ratio van 1,4 niet zorgelijk. In het afgelopen jaar is de benodigde weerstandscapaciteit iets verhoogd. Met name de herijking van het OV heeft daar een bijdrage in gehad. Ook is de benodigde weerstandscapaciteit voor Breedband toegenomen. De financiële risico’s van het programma Ruimte voor de Vecht zijn verminderd, omdat delen van het programma zijn gerealiseerd en een subsidie is verstrekt voor het overige deel. De alternatieve invulling voor ADT zal leiden tot een ander risicoprofiel. Dit kan echter pas worden bepaald op het moment dat er een keuze is gemaakt. Tot die tijd blijft de risicoberekening voorlopig gehandhaafd. Er is een reserve EHS (Ecologische Hoofdstructuur) ingesteld voor het opvangen van risico’s binnen het programma EHS. In de benodigde weerstandscapaciteit zijn nog geen risico’s opgenomen voor het programma EHS, zodat ook de reserve EHS buiten de beschikbare weerstandscapaciteit is gehouden. Het risicoprofiel voor de N340 is ten tijde van het opstellen van deze paragraaf nog niet geactualiseerd. Daarom is voor de N340 een benodigde weerstandscapaciteit van 10% (€ 16 miljoen) aangehouden. Het beleid met betrekking tot de beschikbare risicoreservering is bij het vaststellen van het nieuwe risicomanagementbeleid geactualiseerd (zie PS/2013/873) en schrijft voor dat in principe 10% van het project-/programmabudget gereserveerd wordt voor het opvangen van risico’s, tenzij een nadere analyse tot een ander percentage komt. Benodigde weerstandscapaciteit Bij de berekening van het benodigde niveau van weerstandscapaciteit wordt gestreefd naar een zo volledig mogelijk risicoprofiel. Niet alle risico’s zijn echter te voorzien, het risicoprofiel is daardoor nooit 100% volledig. Het risicoprofiel is voortdurend aan verandering onderhevig. Dit als gevolg van het starten van projecten met nieuwe risico’s, het treffen van beheersmaatregelen (waaronder voorzieningen), het actualiseren van de risico’s op basis van nieuwe inzichten en/of gebeurtenissen in de in- en

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

145


externe omgeving. Ook de aanscherping van het beeld dat de organisatie heeft op de uitvoeringsfase van projecten beïnvloedt de benodigde weerstandscapaciteit. De omvang van de risico’s kan namelijk beter bepaald worden naarmate de realisatiefase dichterbij komt. Gedurende de realisatiefase verminderen de risico’s of komen ze tot uiting. Op dit moment bevindt een aantal belangrijke opgaven zich in de plannings- en voorbereidingsfase. Enkele projecten, waaronder het project IJsseldelta-Zuid, bevinden zich in de realisatiefase. In januari 2015 zijn de risico’s en de beheersmaatregelen opnieuw concernbreed geïnventariseerd. Hiertoe zijn tijdens werksessies de meest relevante processen en projecten op risico’s geanalyseerd. Deze inventarisatie heeft geleid tot een actueel beeld van de benodigde weerstandscapaciteit. De benodigde weerstandscapaciteit bedraagt volgens dit laatste beeld € 83,2 miljoen, als de analyse op concernniveau wordt uitgevoerd. Een aantal risico’s met een grote impact op de aan te houden weerstandscapaciteit wordt in de onderstaande tabel nader toegelicht. De risico’s van de N340, N34, Project IJsseldelta en herijking OV-tactiek zijn samengesteld en als een geconsolideerd risico meegenomen. Tabel 2 is tot stand gekomen door simulatie op basis van kansberekening.

Risico’s met de grootste impact op het weerstandsvermogen Invloed op de benodigde Omschrijving risico Herijking OV-tactiek

weerstandscapaciteit 24,33%

Kerntaak Regionale bereikbaarheid en regionaal OV

Geconsolideerd risico, o.a.: • Meer mensen vervoeren voor minder geld. • Beperkte marktwerking. • Korting op BDU. Energiefonds Overijssel

24,07%

Regionale Economie

13,46%

Diverse kerntaken

Via het energiefonds wordt € 250 miljoen uitgezet in de vorm van leningen, garanties en participaties. Aan de bestedingsrichtingen van het fonds kleven diverse risico’s, zoals stijgende inkoopkosten voor de benodigde basisgrondstoffen en de lagere marktprijzen van concurrerende producten. Voor biogas komen de hoge kosten voor opwaardering naar groen gas daar nog bij. Bij warmtenetten en Warmte-Koude-Opslag zijn de risico’s vooral gelegen in de continuïteit van de beoogde afnemers. Leningen Voor risicovolle leningen is geen voorziening ingesteld. Project IJsseldelta-Zuid

6,38%

Gebiedsontwikkelingen

2.54%

Regionale bereikbaar-

Diverse risico’s. N340 Diverse risico’s. N34 Diverse risico’s.

146

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

heid en regionaal OV 2,09%

Regionale bereikbaarheid en regionaal OV


Hoofdstuk 3 Paragrafen

Risico’s met de grootste impact op het weerstandsvermogen Invloed op de benodigde Omschrijving risico

weerstandscapaciteit

Luchthaven Twente (ADT)

Kerntaak

2,02%

Gebiedsontwikkelingen

1,99%

Regionale economie

1,96%

Regionale bereikbaar-

Een risicosimulatie in opdracht van ADT heeft het risico van de Grondexploitatie luchthaven Twente berekend op circa € 10 miljoen. Wij participeren hierin voor 50%. Er is vastgesteld dat het niet mogelijk is de ontwikkeling van een commerciële burgerluchthaven binnen het meegegeven politieke kader en met inachtneming van de opschortende voorwaarden uit de concessieovereenkomst met de exploitant tijdig af te ronden. De ontstane situatie kan leiden tot een alternatieve invulling van het gebied, met name voor het deel dat bestemd is voor vliegen. De alternatieve invulling zal leiden tot een ander risicoprofiel. Dit kan pas worden bepaald op het moment dat er een keus is gemaakt. Tot die tijd blijft de risicoberekening van € 10 miljoen voorlopig gehandhaafd. Breedband Lokale projecten blijven achter ten opzichte van grote projecten. Spoor Zwolle – Enschede

heid en regionaal OV

Werkzaamheden voor elektrificatie en infra-aanpassingen ten behoeve van snelheidsverhogingen vallen tegen. Europese subsidies

1,4%

Regionale economie

Financiële correcties door EU.

In de bovenstaande tabel met risico’s staat een aantal (mogelijke) risico’s niet genoemd die wel enige aandacht verdienen. Het betreffen risico’s ten aanzien van vermogensbeheer en ten aanzien van grond. Vermogensbeheer De marktontwikkelingen zijn van invloed op de obligatieportefeuille. Dit heeft effect op de omvang van het vermogen. De onderliggende rente- en koersrisico’s worden beschreven in de paragraaf financiering. Het financiële gevolg van dit risico wordt niet meegenomen in het weerstandsvermogen. Grond In paragraaf 3.7 wordt ingegaan op de risico’s van ons grondbezit, waarvan de financiële gevolgen zijn afgedekt door de algemene reserve grond (ARG). Beschikbare weerstandscapaciteit De weerstandscapaciteit bestaat uit middelen die kunnen worden ingezet voor het afdekken van negatieve financiële effecten als gevolg van risico’s die zich voordoen. De hoogte van de beschikbare weerstandscapaciteit wordt bepaald door de middelen waarover wij beschikken en die ingezet kunnen worden zonder aanpassing van beleid. De beschikbare weerstandscapaciteit bestaat uit de in de tabel hierna genoemde reserves (of een deel van de reserve) en de risicoafdekking in de projecten zelf. Met deze middelen kunnen de tegenvallers bekostigd worden. Sinds de vaststelling van het nieuwe risicomanagementbeleid door uw Staten in 2013 geldt als uitgangspunt, dat per project of programma een risicoreservering van 10% moet worden opgenomen (tenzij een analyse leidt tot een ander percentage), terwijl de saldireserve dient ter

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

147


afdekking van risico’s binnen de reguliere processen. Risico’s worden dus niet dubbel afgedekt. Voorzieningen worden niet meegenomen in de beschikbare weerstandscapaciteit. Immers bij het opnemen van een voorziening wordt ervan uitgegaan dat het risico zich voordoet (en is het dus geen risico meer). Voorzieningen worden bijvoorbeeld gebruikt om leningen en participaties af te dekken, waardoor de risico’s gereduceerd worden (in sommige gevallen zelfs tot nul). Op 4 november 2014 hebben wij een toenmalig actueel beeld van het beschikbare weerstandsvermogen vastgesteld (2014/0302856). Voor dit jaarverslag is het beeld opnieuw geactualiseerd. Dit laatste beeld kan als volgt worden gepresenteerd:

Beschikbare weerstandscapaciteit Reserve

( x € 1 miljoen) Omvang reserve

Saldireserve

€ 38

ADR

€5

Reserve Energiefonds Overijssel

€ 50

Diverse bestemmingsreserves

€ 5,4

Risicoreservering binnen projecten

€ 79,5

Totaal

€ 177,9

De beschikbare weerstandscapaciteit per 31 december 2014 bedraagt circa € 177,9 miljoen. De saldireserve is direct besteedbaar en kan aangewend worden ter financiering van opgetreden risico’s in het reguliere proces. Deze bestaat uit € 1 miljoen voor beheersing van fiscale risico’s en € 37 miljoen voor het opvangen van overige risico’s. Van de ADR is € 2,7 miljoen gereserveerd voor het opvangen van resterende risico’s ADT en € 2,3 miljoen voor risico’s die voortkomen uit de reconstructiewet. De bestemmingsreserves bestaan uit de reserve Europese programma’s ad. € 5 miljoen en de reserve energiebesparing ad. € 0,35 miljoen ter dekking van leningen en rentekosten en beheerskosten. Ook in de projecten wordt in de projectbegrotingen rekening gehouden met het opvangen van risico’s, meestal in de vorm van een project onvoorzien. In de projecten wordt op dit moment € 79,5 miljoen aangehouden om risico’s binnen de specifieke projecten op te vangen. Gesteld zij, dat de beschikbare weerstandscapaciteit uit reserves is opgebouwd en dus als incidenteel beschikbaar weerstandsvermogen kan worden beschouwd.

3.3 Kapitaalgoederen 3.3.1 Wegen en waterwegen Beleid Naast onze beleidstaken op het gebied van regionale bereikbaarheid en regionaal openbaar vervoer zijn wij uitvoerend actief als (vaar)wegbeheerder. Wij beheren 644 kilometer hoofdrijbaan, 173 kilometer parallelweg en 521 kilometer fietspad. Verder zijn wij verantwoordelijk voor onderhoud en beheer van 154 kilometer waterweg (waarvan 130 kilometer vaarweg) en circa 320 kunstwerken (viaducten, tunnels, sluizen, bruggen e.d.), waarvan 40 beweegbare kunstwerken.

148

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 3 Paragrafen

Bij het beheer en onderhoud van wegen, waterwegen en kunstwerken wordt een basiskwaliteitsniveau gehanteerd. Dit is gebaseerd op landelijk geldende richtlijnen, die door CROW (Kenniscentrum voor infrastructuur) in publicaties zijn beschreven. Dit sluit aan op wat gangbaar is in Nederland en wat in december 2014 met uw Staten is afgesproken. Dit beleid is gericht op veiligheid, bereikbaarheid en duurzaamheid en om risico’s op juridische aansprakelijkstelling als gevolg van ontoereikend beheer uit te sluiten. Op 10 december 2014 hebben uw Staten de nota Onderhoud kapitaalgoederen vastgesteld. In deze nota heeft een heroriëntatie op beheer en onderhoud infrastructuur in de periode 2016-2020 plaatsgevonden. Beheer en onderhoud en rehabilitatie 2014 In deze coalitieperiode is voor groot onderhoud een jaarlijks budget van € 23,8 miljoen toegekend om de gehele provinciale infrastructuur conform het door uw Staten vastgestelde ambitieniveau functioneel en veilig te houden. Voor de jaren 2012 tot en met 2015 hebben uw Staten additionele middelen ter grootte van € 18 miljoen beschikbaar gesteld voor rehabilitatie (vervanging) van oeverbeschoeiingen en kunstwerken. Dit is toereikend om voor deze coalitieperiode de vervangingsinvesteringen uit te voeren. De volgende tabel geeft een overzicht van deze investeringsopgave.

Beheer en onderhoud en rehabilitatie 2012

2013

2014

2015

Opmerking

Vervanging oeverbeschoeiingen Beulakerwijde, Belterwijde

deels gereed

gereed

Kanaal Steenwijk - Brug Ossenzijl,

gereed

gereed

Ossenzijlersloot, Steenwijkerdiep Kanaal Steenwijk - Brug Ossenzijl, Linde

gereed

Ossenzijlersloot, Wetering / Kalenberger-

deels gereed

uitvoering

Beulakerwijde - Walengracht

deels gereed

uitvoering

Belterwijde, Sluis - Arembergergracht,

deels gereed

uitvoering

gracht,

IJssel - Ganzensluis en Ganzendiep Kanaal Almelo - De Haandrik

uitvoering

Vervanging kunstwerken Werkerlaanduikerbrug (N331) Zwartewaterbrug (N331)

vertraagd

uitvoering

Voorbereiding duurde langer. Afgerond augustus 2015

vertraagd

uitvoering

Voorbereiding duurde langer. Afgerond augustus 2015

gereed

Duikerbrug o/d Zandwetering (N337) Deurningerbeekduiker (N342)

uitvoering

Duiker i/d Fleringermolenbeek (N343) Geerhoekbrug (N343)

vertraagd

Leijerweerdsbrug (N347)

vertraagd

uitvoering

gereed

Brug o/d Twickelervaart (N741)

gereed

Brug o/d Schipbeek (N824)

gereed

Arembergersluisbrug (V8)

gereed

Ganzensluis (V9)

Voorbereiding duurde langer. Afgerond augustus 2015

gereed

Spoorwegviaduct (N348) Brug o/d Colenbranderswijk (N377)

uitvoering

gereed

vertraagd

uitvoering

Loopt t/m 2016

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

149


Middelen voor vervangingsopgave na 2015 Een groot deel van de provinciale wegen in Overijssel is aangelegd in de jaren vijftig en zestig van de twintigste eeuw. Hoewel deze wegen er nu veelal op het oog nog prima bij liggen, zullen deze vanaf 2020 waarschijnlijk voor een (groot) deel gerehabiliteerd moeten worden. In 2014 is onderzocht en geïnventariseerd welke kosten er na deze coalitieperiode, dus in 2016 en verder verwacht kunnen worden, om de infrastructuur aan de gestelde eisen en normen te kunnen laten voldoen. In november 2014 is het beheerplan kapitaalgoederen in de commissie Regionale Bereikbaarheid en Regionaal Openbaar Vervoer behandeld. In december 2014 is dit door uw Staten vastgesteld. Inspecties De conditie en de levensduur van infrastructuur varieert enigszins in de praktijk (afhankelijk van onder meer gebruik, onderhoud en ligging) ten opzichte van de gemiddelde levensduur voor het betreffende type. Daarom inspecteert de provincie alle onderdelen van de infrastructuur regelmatig. In 2014 is op basis hiervan het meerjarenuitvoeringsprogramma bijgesteld. Onderhoud waterwegen In deze coalitieperiode vindt er ook een grootschalig baggerprogramma voor vaarwegen in Noordwest-Overijssel plaats. Deze vaarwegen zijn op diepte gebracht volgens de Beleidsvisie Recreatie Toervaart Nederland (BRTN-norm).

3.3.2 Gebouwen Wij zijn eigenaar van ongeveer 50 gebouwen, variërend van een provinciehuis, regiosteunpunten, brug- en sluiswachterverblijven voor eigen huisvesting, een museumkasteel en een kunstbunker die worden verhuurd aan derden. In 2011 is besloten de vastgoedportefeuille verder in overeenstemming te brengen met de provinciale kerntaken, hetgeen betekent dat de twee verhuurde kantoorgebouwen zouden worden afgestoten. In 2014 zijn de huurders van de kantoren aan het Groot Wezenland en de Jacob Catsstraat in Zwolle verhuisd en zijn de panden verkocht. Verder zijn in 2014 de waterpartijen rondom kasteel het Nijenhuis uitgebaggerd. Medio 2014 is de dakbedekking op de vloeroverstekken rondom het hoofdgebouw, de brug en het bestuurscentrum vervangen en zijn er zonnecellen geplaatst op het dak van het bestuurscentrum. Tot 2014 was het aandeel hernieuwbare energie voor het Provinciehuis al circa 27% (afkomstig van de warmte-koudeopslag en de andere zonnepanelen). Met het aanbrengen van de extra zonnepanelen is dit verhoogd tot circa 30%.

3.4 Financiering 3.4.1 Algemeen In de financieringsparagraaf geven wij u informatie over onze financiering, het vermogensbeheer van de obligatieportefeuille en de treasury. Uiteraard spelen het wettelijke kader, de interne regelgeving en verantwoording, de beheersing van risico’s, de financiële posities en de resultaten daarbij een belangrijke rol. Hiernavolgend komen de volgende onderwerpen aan bod: • Wettelijk kader en regelgeving • Ontwikkelingen op de geld- en kapitaalmarkt • Liquiditeitspositie • Leningen u/g • Leningen o/g • Schatkistbankieren • Vermogensbeheer beleggingsportefeuille • Financieel resultaat • Risicobeheersing

150

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 3 Paragrafen

3.4.2 Wettelijk kader en regelgeving

( x € 1.000)

Uitzetten of aantrekken van middelen gebeurt uitsluitend ten behoeve van de uitoefening van de publieke taak van de provincie Overijssel. De wettelijke grondslag voor de te verstrekken informatie over de financiering wordt gevormd door de wet Fido. Daarnaast zijn van toepassing de Financiële Verordening Provincie Overijssel (PS/2013/549, van kracht sinds januari 2014), die de verantwoordelijkheden voor het financiële beheer regelt, en de Uitvoeringsregeling Treasury (door GS vastgesteld op 8 juli 2014). De Uitvoeringsregeling Treasury geeft het kader weer waarbinnen de provincie Overijssel haar financierings- en beleggingsactiviteiten uitvoert. De belangrijkste doelstellingen zijn: • Het aantrekken van voldoende financiële middelen en het uitzetten van overtollige gelden om de programma’s binnen de door PS vastgestelde kaders van de begroting te kunnen uitvoeren. • Het beheersbaar houden van de financiële risico’s, zoals: renterisico, kredietrisico, koersrisico en liquiditeitsrisico. • Het minimaliseren van de in- en externe verwerkingskosten bij het beheren van de geldstromen en de financiële posities. • Het optimaliseren van het rendement van de beschikbare liquiditeiten, binnen de gegeven kaders, zoals vastgesteld in deze uitvoeringsregeling. De Financiële verordening en de Uitvoeringsregeling Treasury vormen ondersteunende instrumenten met betrekking tot de kaderstellende en controlerende rol en vormen de basis voor de treasuryactiviteiten. Afhankelijk van majeure ontwikkelingen op de geld- en kapitaalmarkt wordt het beleid bijgesteld. Het uitgangspunt blijft om op een verantwoorde manier onze middelen uit te zetten, waarbij bescherming van de hoofdsom zwaarder weegt dan de hoogte van het rendement. Wij beleggen niet in aandelen. Overtollige liquide middelen werden in 2014 conform de bepalingen van de wet Fido c.q. de bepalingen van het Schatkistbankieren op dagbasis afgeroomd naar het Agentschap van het Ministerie van Financiën. Uitleningen aan derden, niet ter uitvoering van publieke taken, zijn niet meer toegestaan. Binnen Schatkistbankieren is uitlenen aan andere decentrale overheden, die niet onder toezicht van de provincie staan, nog wel mogelijk. Met het oog op de investeringsagenda Kracht van Overijssel en onze liquiditeitsprognose is daar gedurende 2014 geen invulling aan gegeven.

3.4.3 Ontwikkelingen op de geld- en kapitaalmarkt De geldmarkttarieven, met als benchmark de 3 maands euribor, zijn in 2014 sterk gedaald en op een historisch laag niveau beland. Onze middelen werden echter conform Schatkistbankieren uitgezet bij de schatkist, waar de rekening-courantvergoeding is gekoppeld aan het Eonia-tarief. Die vergoeding daalde eveneens sterk gedurende 2014 tot op of iets boven nul procent.

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

151


Rente op 10 jrs. Nederlandse staatsobligaties 6

% Rente

5 4 3 2 1 0

2002

2004

2006

2008

2010

2012

2014

Jaren

Voor onze obligatieportefeuille was de ontwikkeling van de kapitaalmarktrente in de Eurozone bepalend. In Nederland is een belangrijk referentiepunt voor de kapitaalmarktrente het 10-jaars tarief waartegen de Nederlandse staat leent. Gedurende 2014 kwam het al lage tarief op steeds lagere niveaus te liggen. Een ‘race to the bottom’ zowel gedurende 2014 als in langjarig perspectief. Het effectief rendement voor 10-jaars kwam eind december zelfs uit op 69 basispunten (0,69%). Voor onze obligatieportefeuille was deze renteontwikkeling positief. Immers de koersen van obligaties in zowel de periferie als de kern van de Eurozone profiteerden daarvan, waardoor de marktwaarde van de portefeuille aanmerkelijk steeg. Vanwege de ‘buy and hold’-strategie komt deze waardestijging echter niet tot uitdrukking in onze balanswaarde. Deze is namelijk de aankoopprijs verminderd met de tijdsgelang afgeschreven agio.

3.4.4 Liquiditeitspositie Opgenomen geldleningen Gezien de liquiditeitspositie en de liquiditeitsprognose was het in 2014 niet nodig om leningen aan te trekken. Wij hebben sinds begin 2006 geen langlopende rentedragende leningen meer opgenomen. Ultimo 2013 stond nog een schuldpositie open van € 0,2 miljoen die is afgelost in 2014. Verstrekte geldleningen Ultimo 2014 hebben wij per saldo € 353,6 miljoen langlopend uitgeleend. Dit bestaat uit € 396 miljoen aan nominale waarden, verminderd met € 42,4 miljoen aan voorzieningen. In de toelichting op de balans, onderdeel financiële vaste activa (paragraaf 4.5.3) treft u onder de kopjes ‘leningen’ en ‘overige langlopende leningen’ een specificatie van dit bedrag aan. Uitzettingen De Uitvoeringsregeling Treasury is het kader voor onze uitzettingen. Gedurende het gehele jaar 2014 was het kassaldo positief. Ultimo 2014 is het Groenfonds saldo overgeboekt naar de Rabobank en daarna doorgestort naar het Agentschap.

( x € 1 miljoen) Component Totaal rekening Groenfonds / Rabo bank

9,4

Totaal bij Agentschap Ministerie van Financiën

240,9

Totaal liquiditeiten in rekening-courant

250,3

152

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 3 Paragrafen

3.4.4 Schatkistbankieren Conform de bepalingen van het Schatkistbankieren werd zo mogelijk dagelijks het creditsaldo boven het drempelbedrag overgeboekt naar het Agentschap. Voor 2014 was het drempelbedrag € 5.172.428 gerelateerd aan een begrotingstotaal inclusief reserves van € 1.211,2 miljoen. Gedurende een aantal dagen in het verslagjaar kon de tijdige afroming van onze liquide middelen, uitgaand boven dit drempelbedrag, niet worden gerealiseerd. Enerzijds werd dat veroorzaakt door omvangrijke lossingen uit onze portefeuille. Die werden namelijk via de Amerikaanse custody bank op onze betaalrekening gecrediteerd na het vereveningstijdstip. Ook een aantal omvangrijke ontvangsten van rijksbijdragen werden door ons ontvangen na dit tijdstip zodat deze crediteringen niet meer konden worden afgeroomd. Uit onderstaand schema blijkt dat dit met name speelde in het eerste kwartaal. Nadien is het gemiddelde saldo wel onder het drempelbedrag gebleven, als gevolg van afspraken met de betrokken partijen. Openbare lichamen die verplicht Schatkistbankieren dienen conform het nieuwe artikel 52c in BBV te rapporteren over de benutting van het drempelbedrag.

Drempelbedrag

( x € 1.000) Kwartaal 1

Kwartaal 2

Kwartaal 3

Kwartaal 4

Kwartaalcijfer op dagbasis buiten ‘rijksschatkist’ aangehouden 8.371 Ruimte onder het drempelbedrag Overschrijding van het drempelbedrag

5.154

1.223

623

18

3.949

4.549

3.199

3.4.5 Vermogensbeheer In 2009 hebben wij onze aandelen Essent verkocht. Van de opbrengst is toen € 1.300 miljoen in beheer gegeven bij twee externe vermogensbeheerders. Ultimo 2014 was de gezamenlijke marktwaarde van deze beleggingsportefeuille met beursgenoteerde obligaties € 1.326 miljoen, exclusief opgelopen rente. Deze uitzettingen vinden plaats binnen de wettelijke kaders van de Wet Fido. Conform de bepalingen van het Schatkistbankieren mogen ontvangsten als gevolg van interest en lossingen niet worden herbelegd. Ruiltransacties door de vermogensbeheerders zijn alleen toegestaan binnen de mandaatrestricties en mogen bijvoorbeeld niet de looptijd verlengen. Het vermogen is risicomijdend belegd in vastrentende waarden, voornamelijk bestaande uit Europese staatsobligaties, obligaties van andere overheden of door hen gegarandeerd en obligaties van financiële instellingen en covered bonds. Deze beleggingen worden aangehouden voor de lange termijn, vandaar dat gesproken wordt van een ‘buy and hold’-strategie.

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

153


Toelichting op de waardering van de obligatieportefeuille per 31 december 2014 Verkrijgingsprijs of aankoopwaarde

1.212,3

Balanswaarde c.q. boekwaarde

1.186,2

• Waarvan nominaal

1.153,3

• Waarvan saldo pro resto agio / disagio

( x € 1 miljoen)

32,9

Marktwaarde (exclusief opgebouwde rente)

1.326,0

De waarderingsgrondslag van de obligatieportefeuille is de verkrijgingsprijs of lagere marktwaarde, op basis van de ‘buy and hold’-strategie. In de balans wordt de nominale waarde van de obligatieportefeuille verantwoord onder de financiële vaste activa. De bij aankoop betaalde agio wordt per obligatie lineair afgeschreven over de resterende looptijd. Ultimo 2014 bedroeg de nog niet afgeschreven agio verminderd met de disagio op moment van aankoop € 32,9 miljoen. De portefeuille wordt op totaalbasis beoordeeld ten aanzien van een eventuele afwaardering, waarbij alleen in geval van een dreigende of daadwerkelijke aanpassing van de nominale waarde van een obligatie, afwaardering op individuele posities aan de orde is. Ultimo 2014 is aanvullend per afzonderlijke obligatietitel getoetst of de boekwaarde hoger was dan de marktwaarde. De uitkomst van deze ‘impairment’ toets voor alle obligaties gaf als uitkomst per obligatie dat geen van de marktwaardes lager was dan de boekwaardes. Onderstaand geven wij een verdeling van onze obligatieportefeuille naar rating en naar land van de uitgevende instelling.

Ratingverdeling ■ AAA - 71,2% ■ AA+ - 12,5% ■ AA - 5,6% ■ AA- - 4,2% ■ <AA- - 6,5%

Landenverdeling ■ Nederland - 35,0% ■ Frankrijk - 19,5% ■ Verenigd Koninkrijk - 14,0% ■ Supranationaal - 10,1% ■ Oostenrijk - 4,0% ■ Duitsland - 4,0% ■ Spanje - 3,6% ■ Overig - 9,8%

3.4.6 Financieel resultaat In 2014 is een financieel resultaat van € 46,5 miljoen behaald op de obligatieportefeuille, deposito’s en spaarrekeningen. De rentebaten van leningen u/g en deelnemingen zijn niet opgenomen in dit resultaat.

154

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 3 Paragrafen

( x € 1.000) Component Opgebouwde rente obligatieportefeuille Afschrijvingen op agio per 01.01.2014 Afschrijvingen op in 2014 verworven agio Vrijval van disagio bij afloop Renteresultaat obligatieportefeuille Boekwinst ten opzichte van nominale waarde Afschrijving van resterende agio Vrijval disagio bij verkoop Verkoopresultaat obligatieportefeuille Renteresultaat op kortlopende uitzettingen Totaal baten uitzettingen 2014

45.310

+

9.780

-/-

337

-/-

16

+

35.209 3.785

+

454

-/-

15

+

3.446 208 38.763

De rentebaten op de obligatieportefeuille, verminderd met de lineaire afschrijvingen op agio en vrijval bij afloop van disagio, kwamen uit op € 35,2 miljoen In 2014 is verder een positief verkoopresultaat op obligaties gerealiseerd van € 3,4 miljoen. Op de kortlopende uitzettingen zijn in 2014 € 0,2 miljoen aan rentebaten ontvangen. Het totale financiële resultaat kwam daarmee uit op € 38,8 miljoen.

3.4.7 Beleid en beheersing van risico’s De Uitvoeringsregeling Treasury geeft de risico’s aan die intern beheerst moeten worden: rente-, koers-, kredietrisico’s en liquiditeitsrisico’s. Het financieringsbeleid richt zich op de financiering van de beleidsuitvoering en het uitzetten van geldmiddelen die niet direct nodig zijn. De omvang van deze middelen is sterk toegenomen door de verkoop van de aandelen in Essent. Hierbij is van belang dat het uitgezette vermogen tijdig beschikbaar is voor de uitvoering de komende jaren van de projecten uit het investeringsprogramma “Kracht van Overijssel”. Kredietrisico’s Veruit het grootste deel van ons vermogen is vastgelegd in de obligatieportefeuille. De balanswaarde c.q. boekwaarde ultimo 2014 bedroeg € 1.186,2 miljoen. Via een vermogensbeheerovereenkomst worden de beleggingen beheerd door twee externe vermogensbeheerders, die daarover maandelijks rapporteren. Doelstelling is om het beheerd vermogen (gecorrigeerd voor onttrekkingen) in nominale termen in stand te houden. Daarnaast is het doel om - met in achtneming van de in dit mandaat geformuleerde richtlijnen en randvoorwaarden - een zo hoog mogelijk rendement te behalen. Dit streven is sinds de invoering van het Schatkistbankieren echter drastisch ingeperkt. Vrijkomende middelen mogen immers niet worden herbelegd, terwijl ook de looptijd van posities bij ruilingen niet mag worden verlengd. Feitelijk is sprake van een ‘buy-and-hold’-strategie zoals ook in onze balanswaardering tot uitdrukking komt.

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

155


In het kader van beperking van het kredietrisico, de garantie dat de hoofdsom wordt terugbetaald, wordt alleen belegd in vastrentende waarden van financiële ondernemingen en/of Europese overheden met minimaal een AA-minus rating, voor uitzettingen met een looptijd langer dan drie maanden. In de uitwerking van de individuele mandaten voor de vermogensbeheerders is een balans gevonden tussen de verschillende risico’s (rente-, koers-, kredietrisico’s) door voorschriften op te nemen in de richtlijnen voor de beheerders. De afweging tussen rendement en risico staat hierbij centraal. Deze voorschriften betreffen de rating van de obligaties, de mate waarin belegd mag worden in staatsobligaties en obligaties van financiële instellingen, de looptijd en de omvang van de verschillende posities, zoals hierna wordt toegelicht. Tussentijdse verkoop van obligaties, die buiten de beleggingsrichtlijnen vallen door wijzigingen in de kredietwaardigheid, heeft effect op het uiteindelijke rendement. Zo kan het zijn dat, door (neerwaartse) aanpassingen in de kredietwaardigheid (de ’ratings‘) van Europese landen als gevolg van de schuldencrisis, wijzigingen plaatsvinden in de samenstelling van de obligatieportefeuille in lijn met de neergelegde mandaten. Renterisico’s De Wet Fido geeft de lagere overheden wettelijke kaders voor het beheersen van renterisico’s. Het renterisico wordt omschreven als de mate waarin het saldo van de rentelasten en –baten wordt beïnvloed door mogelijke wijzigingen in het rentepercentage. Er zijn normen onderscheiden voor risico’s op kortlopende schulden (kasgeldlimiet) en op langlopende schulden (renterisiconorm). Kortlopende schulden en kasgeldlimiet De Wet Fido geeft aan dat de netto vlottende schuld niet hoger mag zijn dan de kasgeldlimiet. De kasgeldlimiet wordt uitgedrukt als een percentage van de jaarlijkse begroting. Voor 2014 bedraagt dit percentage voor de provincie 7% ofwel € 85 miljoen. Gedurende 2014 is de netto vlottende schuld onder de gestelde kasgeldlimiet gebleven. Langlopende schulden en renterisico norm Het renterisico op langlopende schulden mag de wettelijke renterisiconorm niet overschrijden. De renterisiconorm wordt berekend door het vastgestelde percentage van 20% voor de provincies te vermenigvuldigen met het begrotingstotaal. Deze norm is gedurende 2014 voor ons niet relevant geweest, aangezien in 2014 geen sprake was van rentedragende langlopende leningen. Derhalve was evenmin herfinanciering of renteherziening van toepassing. Koersrisico’s In 2014 hielden wij geen posities aan in andere valuta dan de euro, zowel wat betreft de uitzettingen, leningen als de obligaties in de beleggingsportefeuille. Liquiditeitsrisico’s De liquiditeitspositie wordt op kwartaalbasis besproken in de Treasurycommissie. Het liquiditeitsrisico, het niet kunnen voldoen van de facturen en andere betalingsverplichtingen, minimaliseren wij door de aanwezige liquide middelen zo veel mogelijk af te stemmen op de prognose van ontvangsten en de uitgaven. Hiervoor hanteren wij een liquiditeitsprognose, gebaseerd op een model waarmee via een Monte-Carlosimulatie cashflow scenario’s kunnen worden doorgerekend. Deze geeft aan dat eind 2015 mogelijk een negatief kassaldo kan ontstaan als gevolg van onze investeringsagenda “Kracht van Overijssel”. Extra liquiditeit kunnen wij alsdan genereren

156

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 3 Paragrafen

door enerzijds het verkopen van obligaties, in overleg met onze vermogensbeheerders, en anderzijds door het aantrekken van leningen, gebruikmakend van de huidige lage rentestanden. Het creëren van de benodigde liquiditeit zal alsdan door de marktomstandigheden worden bepaald.

3.4.5 EMU-saldo In Europees verband zijn afspraken gemaakt over de begrotingsdiscipline voor de lidstaten. De regels voor het beheersen van de overheidsfinanciën zijn in Nederland verankerd in de wet Houdbare Overheidsfinanciën (HOF). Deze wet is op 10 december 2013 door de Eerste Kamer bekrachtigd en heeft werking vanaf 1 januari 2014. Voor onze provincie betekent dit dat wij naast de bestaande begrotingsdiscipline binnen het baten-lastenstelsel ook te maken krijgen met een normering van uitgaven gemeten aan de hand van het EMU-transactiestelsel. Deze berekeningswijze is tot op zekere hoogte te vergelijken met het kasstelsel zoals dat voor het Rijk van toepassing is. Verschillen tussen het baten-lastenstelsel en transactiestelsel ontstaan als baten of lasten geen mutaties in het saldo van vorderingen en schulden veroorzaken, of als het saldo van vorderingen en schulden muteert zonder dat daar baten of lasten tegenover staan. Bijvoorbeeld: • De onttrekking aan een reserve. In het stelsel van baten en lasten is de onttrekking uit een reserve een baat, terwijl de schulden en vorderingen van de provincie ongewijzigd blijven - er worden geen middelen ontvangen. • De investering in een materieel vast actief. In het stelsel van baten en lasten is een investering geen last, maar de schuld aan de leverancier van het actief neemt wel toe. Hierdoor kan de situatie ontstaan, waarbij wij als provincie een structureel sluitende begroting presenteren en toch geconfronteerd worden met een niet sluitende begroting op transactie­basis, ofwel dat er sprake kan zijn van een EMU-tekort. De decentrale overheden en met name ook de provincies hebben tijdens de behandeling van het wetsontwerp gewezen op de inbreuk( xop de au€ 1.000) tonomie en de zorgen om verminderde investeringsmogelijkheden die deze wet tot gevolg heeft. Naar aanleiding van de vragen die in de kamer zijn gesteld heeft de minister van Financiën de verwachting uitgesproken dat de investeringen van de decentrale overheden niet beperkt zouden worden, zowel in de huidige kabinetsperiode als in de volgende periode. Wanneer onverhoopt de afgesproken macronorm voor het EMU-saldo van de decentrale overheden toch knellend uit blijkt te pakken, vindt altijd eerst bestuurlijk overleg plaats. In het uiterste geval kan het Rijk overgaan tot het opleggen van maatregelen. Referentiewaarde In het financieel akkoord is vastgelegd dat het de decentrale overheden is toegestaan om in 2014 een tekort van 0,5% (als percentage van het BBP) op EMU-basis te realiseren. Het aandeel van de provincies daarin bedraagt voor 2014 0,11% BBP. Deze norm zal de komende jaren naar verwachting worden teruggebracht. Binnen de wet HOF wordt gestuurd op het EMU-saldo van alle decentrale overheden gezamenlijk (macronormering). Op basis van de verdeling wordt door BZK wel per individuele overheid een referentiewaarde bepaald. De referentiewaarde fungeert als hulpmiddel bij het beheersen van het EMU-saldo. De referentiewaarde 2014 (met andere woorden het voor Overijssel toegestane tekort) bedraagt € 71,8 miljoen negatief. EMU-resultaat 2014 Deze jaarrekening sluit met een EMU-tekort van € 21,6 miljoen (zie bijlagenboek, bijlage EMUsaldo). Het EMU-saldo ligt daarmee lager dan onze raming die is afgegeven bij het vaststellen van de Kerntakenbegroting 2014 (circa € 94 miljoen) en fors lager dan de bij de vaststelling van de Kerntakenbegroting 2015 afgegeven bijgestelde raming voor 2014 van € 207 miljoen. Op basis van de ons toegekende referentiewaarde hebben wij deze referentiewaarde voor € 50,2 miljoen niet benut. Het verschil tussen de referentiewaarde en het gerealiseerde EMUsaldo loopt dit jaar grosso modo synchroon met de in §4.3.1 toegelichte onderuitputting.

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

157


3.5 Bedrijfsvoering 3.5.1 Personeelsbeleid en Organisatiebeleid Transitie Het jaar 2014 was feitelijk het tweede jaar na de structuurwijziging die ingegaan is op 1 november 2012. Het jaar 2013 was het jaar was van de verkleining van de ambtelijke organisatie, het wennen aan het nieuwe Besturings- en Managementconcept en het afleren en het loslaten van oude gewoonten. Het jaar 2014 was het jaar van bestendigen. We doen er toe als provincie en we laten dat zien. Dat is ook terug te vinden in KOMPAS 2020. KOMPAS 2020 is de uitkomst van de gezamenlijke inspanning van de provincies in IPO-verband om in de aanloop naar de Provinciale Statenverkiezingen van maart 2015 en de Tweede Kamerverkiezingen 2017 een leidraad te hebben voor de periode tot en met 2020. Ondanks de wat minder stringente interpretatie van het begrip kerntaak blijven de zeven kern­ taken van provincies, zoals geformuleerd in ‘Profiel Provincies’ uit 2010, onverkort van kracht: • Duurzame ruimtelijk ontwikkeling & waterbeheer • Milieu, energie & klimaat • Vitaal platteland, natuurbeheer & ontwikkeling natuurgebieden • Regionale bereikbaarheid & regionaal openbaar vervoer • Regionale economie • Culturele infrastructuur & monumentenzorg • Kwaliteit van het Openbaar Bestuur In navolging van het in IPO-verband opgestelde KOMPAS hebben wij een doorvertaling voor Overijssel gemaakt dat beschikbaar wordt gesteld aan de onderhandelaars voor het nieuwe coalitieakkoord. Formatie en bezetting De focus op kerntaken en de verkleining van de organisatie hebben geleid tot een kleinere omvang van de formatie. De formatie bevindt zich onder het gestelde doel in het Hoofdlijnenakkoord:

Bezuinigingstaakstelling Hoofdlijnenakkoord

( x € 1.000)

2012

2013

2014

2015

2016

FTE

839

823

797

778

753

330

990

1.650

2.350

3.300

Rekening houdend met de uitstroom vanwege de uitbesteding van de catering en beveiliging, de overgang van de provinciemedewerkers naar het Shared Service Centre (SSC) en het toevoegen van 1 fte uitbreiding concernadvisering Planning & Control komt de formatie daarmee in 2014 in het totaal op 736 fte1.

1

In 2015 zal dat gecorrigeerd worden met ca. 45 fte in het kader van de overgang op 1 maart 2015 van taken, bevoegdheden en medewerkers van de Dienst Landelijk Gebied (DLG) naar de provincie en de ca. 12 fte in het kader van de overgang van de taken, bevoegdheden en medewerkers op het gebied van verkeer en vervoer van de regio’s (Wgr+) naar de provincies per 1 januari 2015.

158

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 3 Paragrafen

In 2014 zijn de laatste personele bezwaren behandeld als nasleep van de reorganisatie van 2012. Uiteindelijk zijn van de achttien ontvangen bezwaarschriften bij de reorganisatie er dertien gedurende het proces weer ingetrokken. Vijf juridische procedures zijn volledig doorlopen. Rekening houdend met opzegtermijnen zijn de effecten van uitstroom in het kader van boventalligheid in de loop van 2014 voor het eerst zichtbaar geworden. In 2014 zijn drie boventallige medewerkers in de WW ingestroomd. Per 1 februari 2015 gaat het om zeven medewerkers, per 1 juli 2015 gaat het om nog eens drie medewerkers. Daarnaast worden twaalf uitgesteld boventalligen boventallig per 1 januari 2015 waarvan er negen inmiddels al wel weer langdurig betaald gedetacheerd worden. De begeleiding van boventalligen vindt vanaf 2015 vanuit het team BV Personeel & Organisatie plaats en wordt uitgevoerd door het Loopbaancentrum Zwolle. De kosten voor de boventalligheid worden binnen de bestaande budgetten opgevangen door vacatures niet in te vullen. Voor de toekomstige kosten (WW-lasten) is een voorziening ingesteld.

Formatie, functieplan en de bezetting vanaf 2014 exclusief het SSC, catering en beveiliging 950 911 884

FTE’s

900

839

850 829

823

800 788

750

795 743

787 749

700 650

797 778 753 736

724

695

2010

2011

2012

2013

2014

695

2015

2016

Jaren Formatie

Functieplan

Formatie hoofdlijnen akkoord

Bezetting

Het proces van formatiebeheer is in 2014 opnieuw herzien. Afspraken, rollen, taken en verantwoordelijkheden zijn herbevestigd en terug te vinden in een handzaam naslagwerk. Inhuur en uitbesteding Er worden geen structurele verplichtingen aangegaan met tijdelijk geld als dekking. Dat betekent dat vaste medewerkers niet kunnen worden gefinancierd met programmageld. Ondanks grote investeringsprogramma’s (achtereenvolgens DIA, IIO en KvO) is sinds 2009 een afname waarneembaar van externe inhuur, ook na de reorganisatie van 2012.   In het kader van een onderzoek van de Rekenkamer Oost Nederland in 2014 is daarover uitgebreid gerapporteerd. Daarbij is gekeken naar de periode van 2006 – 2013. De meest in het oog springende conclusies van het onderzoek zijn: • Boekingen ten laste van het salarisbudget: van € 9,6 in 2009 naar € 4,5 miljoen in 2013. • Kosten ten laste van programmageld van € 42,2 in 2009 naar € 37,1 miljoen in 2013. Accentverschuiving van inhuur (voorbereiding) naar uitbesteding (uitvoering); waarvan KvO-gerelateerd: van € 11,5 naar € 17,7 miljoen. • Afname desondanks verdubbeling investeringsagenda (van DIA / IIO naar KvO). • Vanaf 2012 relatief meer uitbesteding dan inhuur: van planvorming naar realisatie.

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

159


In 2014 zijn de kosten voor inhuur en uitbesteding verder gedaald met € 1 miljoen (van € 41,6 miljoen in 2013 naar € 49,6 miljoen in 2014.)

Totale uitgaven externe inhuur 60000 54.310

Uitgaven ( x € 1.000)

50000

51.839 45.762

40000 30000

32.013

34.279

42.077

41.560

40.585

2012

2013

2014

36.347

20000 10000 0 2006

2007

2008

2009

2010

2011

Jaren

Organisatieontwikkeling Na uitbesteding van de ondersteunende processen catering en beveiliging in 2013 heeft de samenwerking met de gemeenten Zwolle en Kampen en de provincie Overijssel op het gebied van bedrijfsvoering haar definitieve vorm gekregen. Binnen het Shared Service Centrum zijn de processen op het gebied van personeelsadministratie en salarisadministratie, ICT en inkoop samengebracht. In 2014 zijn de betreffende medewerkers van de provincie Overijssel (52 fte formatie) in dienst getreden bij de gemeente Zwolle. Na de start van de Regionale Uitvoeringsdiensten in Overijssel (Twente en IJsselland) in 2013 voeren de partners (gemeenten, waterschappen en provincie) gezamenlijk de uitvoering uit van de WABO-basistaken (milieu) op het gebied van vergunningverlening en handhaving. Of de gezamenlijke uitvoering leidt tot een kwalitatief betere en ook een efficiëntere uitvoering wordt binnenkort geëvalueerd. Er wordt volop ingezet om te komen tot toekomstbestendige afspraken. Op voorstel van het Kabinet Rutte zijn de Wgr+ regio’s per 1 januari 2015 afgeschaft. De Eerste kamer heeft recent ingestemd met het daartoe strekkende wetsontwerp. Daardoor gaan de taken en bevoegdheden m.b.t. verkeer en vervoer, die nu bij de stadregio’s liggen, over naar de provincies. Voor Overijssel geldt dat de bijbehorende financiële middelen (de BDU), taken en bevoegdheden mee over komen. In 2014 is het overgangsproces voorbereid. In dat kader treden op 1 januari 2015 de betreffende medewerkers bij ons in dienst. Onderdeel van het overgangsproces betreft een bestuursovereenkomst waarin beide overheden de onderlinge overdrachtsafspraken hebben vastgelegd. In het Onderhandelingsakkoord Natuur (oktober 2012) is overeengekomen dat de DLG op 1 januari 2015 deels over zal gaan naar de provincies. In 2014 is de voorbereiding voor dit proces afgerond. Met een kleine vertraging treden betreffende medewerkers op 1 maart 2015 bij ons in dienst. Naar verwachting zal een klein deel van de 45,4 fte formatie onbezet blijven doordat uiteindelijk minder medewerkers overkomen dan er formatieve ruimte is. Deze overgang omvat het structureel toevoegen aan het provinciefonds van een bedrag van € 4.650.000. Uiteindelijk zal de DLG capaciteit zich binnen de uitvoeringsstrategie (Samen Werkt Beter) richten op een grotere betrokkenheid en meer

160

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 3 Paragrafen

verantwoordelijkheid van de samenleving bij de realisering van de Ontwikkelopgave en het beheer van de natuur. De in het bedrijfsplan “Toegevoegde waarde geconcretiseerd” aangekondigde reorganisatie van het organisatieonderdeel Team Bodem zal zijn beslag krijgen in 2015. In 2014 is een aantal voorbereidende inventariserende werkzaamheden gestart. Strategische Personeelsplanning Een toekomstgerichte organisatie kijkt naar de ontwikkeling van het personeelsbestand. Vraag is of de kwaliteiten van onze medewerkers blijven passen bij de provinciale opgaven en veranderende omgeving, dan wel wat er nodig is om daarvoor te zorgen. Naast kwantitatieve aspecten (leeftijd, uitstroom, verhouding man vrouw, etc.) wordt daarbij ook gekeken naar de kwalitatieve aspecten. Daarbij kan gedacht worden aan ontwikkelpotentieel, maar het gaat vooral om wat er voor nodig is om onze medewerkers inzetbaar te maken of te houden voor de taken waarvoor we nu en in de toekomst aan de lat staan. Het jaar 2014 heeft vooral in het teken gestaan van het inventariseren van de ontwikkelingen en het vertalen daarvan. Het daaruit destilleren van te ondernemen acties / interventies vindt vanzelfsprekend plaats op individueel niveau binnen de personele jaarcyclus. Zoals te zien in onderstaande tabel (uitstroom pensionering op AOW-leeftijd) zal van de huidige bezetting in 2021 142 fte zijn uitgestroomd. Opmerkelijk is dat daar waar voorheen gesproken werd over het vervangingsvraagstuk, nu wordt geconstateerd dat de geprognosticeerde formatiekrimp ongeveer gelijke tred houdt met de uitstroom vanwege pensionering. Naar de toekomst toe betekent dit dat de door die uitstroom (vanwege pensioenering) ontstane ruimte niet kan worden ingevuld. Naast het gegeven dat werknemers in Nederland langer moeten doorwerken betekent dit dat er dus meer dan ooit ingezet zal moeten worden op de inzetbaarheid van onze medewerkers. Van de 45 vacatures die in 2014 zijn opgesteld , zijn zeventien door interne medewerkers opgevuld.

Uitstroom pensionering op AOW-leeftijd in fte Jaar

Uitstroom

Cumulatief

2014

12

12

2015

9

21

2016

19

40

2017

25

65

2018

22

87

2019

8

95

2020

27

122

2021

20

142

Investors in People, Trainees & Stagaires In 2003 was de provincie Overijssel de eerste overheidsorganisatie die het Investor in People (IiP) keurmerk voor de totale organisatie ontving. Tot op dit moment zijn wij de enige provincie met die certificaat. Het keurmerk wordt afgegeven na een grondig assessment en ook om het te behouden moet periodiek aangetoond worden dat de organisatie blijft investeren in organisatie én medewerkers. De uitkomsten van de onderzoeken leveren input voor doorontwikkeling en verbetering.

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

161


Via de Overijssel Academie worden diverse opleidingen aangeboden. In het jaar 2014 is net als voorgaande jaren wederom flink geïnvesteerd. In het totaal is 2,25% van de totale loonsom aangewend voor opleiding en ontwikkeling. Daarmee bevinden we ons ruimschoots boven de CAO-norm van 2%. Verder is begin juli besloten een traineeprogramma van anderhalf jaar in te richten. Dit programma dient een aantal doelen: • Het binnenhalen van frisse blikken. • Het bieden van een aantrekkelijke propositie voor goede jonge mensen. • Een push op de instroom van jonge medewerkers ten behoeve van een evenwichtiger leeftijdsopbouw met de verwachting dat er een diversiteit aan inbreng op de vraagstukken ontstaat (kracht van de verschillende generaties benutten). • Het minder scherp maken van de grenzen tussen de eenheden en het versterken van de multidisciplinaire samenwerking versterken door eenheid overstijgende opdrachten voor de trainees. In het najaar zijn tien trainees geworven. Acht van hen zijn nog in 2014 begonnen, twee per 1 januari 2015. In december hebben ze gezamenlijk een introductieprogramma gevolgd. De trainees werken verspreid over de eenheden, waarbij ze werkzaamheden verrichten voor de eigen eenheid, eenheid overstijgende opdrachten doen en een opleidingsprogramma volgen. Als het gaat om inzet van stagaires is naar aanleiding van een Cao-afspraak om een bijdrage te leveren aan de bestrijding van de jeugdwerkloosheid, toegezegd dat de provincies in de looptijd van de nieuwe CAO voor jongeren in fte minimaal 2% van de personeelsformatie zullen openstellen aan stageplaatsen en/of leer- en werkplekken. In 2014 is gerapporteerd over het aantal stagiaires vanaf september 2011. In die periode is aan 72 stagiaires de mogelijkheid geboden stage te lopen (daarvan 10 WO, 40 hbo en 22 mbo). Zonder specifiek beleid voldoet de provincie Overijssel daarmee ruimschoots aan de norm zoals gesteld door de CAO-onderhandelaars. Wij zijn in dat kader erkend als leerbedrijf. Social Return en Participatiewet Uw Staten zijn in januari 2015 geïnformeerd over de effecten van social return bij aanbestedingen. Gedurende de periode van half mei tot half november 2014 met een totaal aantal aan inschrijfsommen van ca. € 30 miljoen een totale social returnwaarde van ruim € 1,2 miljoen is gegenereerd. Daarbij zijn er afspraken gemaakt voor 100 plaatsingen uit de doelgroepen, een bedrag van € 18.722 aan WSW-bedrijven en een bedrag van € 64.570 aan MVO-activiteiten. Gezien dit succes is besloten de verbreding van het social return-beleid in het inkoop- en aan­ bestedingsbeleid vast te leggen, waarbij voor het meten van de resultaten gebruik gemaakt wordt van een landelijk algemeen aanvaarde meetmethodiek. De resultaten worden via de reguliere Planning & Control-cyclus gemonitord. In de voorbereiding op de uitvoering van de Participatiewet is in eerste instantie samenwerking gezocht met het Werkbedrijf voor de regio Zwolle om het instrument functiecreatie te verkennen. Daarbij worden – binnen de formatie – functiebestanddelen geclusterd tot banen. Provincies hebben zich in het kader van de Participatiewet geconformeerd aan een quotum. Voor ons betekent dit dat in 2015 minimaal drie extra banen worden ingevuld met medewerkers uit de doelgroep (WWB, WSW en Wajong). Uiterlijk in 2023 zullen 25 extra banen moeten zijn gerealiseerd. Een baan van 25 uur wordt binnen de participatiewet gezien als één volledig baan. Arbeidsomstandigheden In 2014 is een Medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO) uitgevoerd in samenwerking met een onafhankelijk onderzoeksbureau. Ondanks alle inzet op verbeteringen en transitie van werkproces-

162

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 3 Paragrafen

sen, taken en gedrag is de algemene tevredenheid ten opzichte van het in 2010 uitgevoerde MTO gedaald van een 7,8 naar een 7,1. Met name het werkplezier, inhoud van het werk, zelfstandigheid, werkdruk en loopbaanontwikkeling worden minder gewaardeerd dan vier jaar geleden. Op het gebied van samenwerking en arbeidsomstandigheden zijn er verbeteringen te zien. De uitvoering van de aanpak Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI & E) verloopt conform planning. Veel maatregelen zijn inmiddels getroffen. In 2015 wordt hier vervolg aan gegeven. In de RI & E is geadviseerd om voor functies in de buitendienst een functierisicoprofiel op te stellen waarin advisering betreffende het periodiek medisch onderzoek (PMO), vaccinaties en de benodigde persoonlijke beschermingsmiddelen staat vermeld. De functie risicoanalyse is in 2014 uitgevoerd en de maatregelen worden in 2015 geïmplementeerd. Het aangekondigde ‘agressie en geweld’-protocol voor medewerkers is in 2014 vastgesteld en geïmplementeerd. Het aanbod preventietrainingen is ontwikkeld en aan medewerkers aangeboden. Gedurende 2014 zijn drie voorvallen van agressie en geweld tegenover medewerkers gemeld. Van politieke ambtsdragers zijn geen meldingen ontvangen. Na de Statenverkiezingen wordt de behoefte aan trainingen onder de politieke ambtsdragers geïnventariseerd. Het gemiddelde verzuimpercentage is in 2014 gestegen van 3,4% naar 3,8%. In absolute zin is dat vergeleken met het Openbaar bestuur en overheidsdiensten nog steeds laag. Voor Overijssel is de uitkomst toch teleurstellend en 0,3% hoger dan de door onszelf gestelde norm. Dit is onder andere te verklaren door een toename van langdurig, niet werk gerelateerd en niet beïnvloedbaar verzuim. Het percentage 0-verzuim is toegenomen van 45% in 2013 naar 54%. Daarmee bevinden we nog niet op het oude niveau van 61% van 2012, maar in combinatie met een fors dalende meldingsfrequentie (van 0,91 in 2013 naar 0,78 in 2014) is duidelijk een positieve ontwikkeling waarneembaar.

Verzuimpercentage provincie Overijssel

Ziekteverzuim %

3,8

3,8%

3,6

3,5%

3,5%

3,5%

3,5%

3,5%

3,4

3,4%

3,2

3,2%

3,0

2011

2012

2013

2014

Jaren Norm % Werkelijk %

Arbeidsvoorwaarden Besloten is het Persoonlijke Ontwikkelbudget, een tijdelijke CAO afspraak, geen structureel karakter te geven. Het sectorale Individuele Keuzebudget is geïmplementeerd in 2014. Dat budget kan ingezet worden om extra verlof te kopen, maar ook voor de kosten van Openbaar Vervoer, fitness, telewerken, fiets of vakbondscontributie. In Overijssel is verder in 2014 de Werkkostenregeling geïntroduceerd. Voor medewerkers is in dit kader een regeling overeengekomen die het

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

163


mogelijk maakt naast de hiervoor genoemde zaken het Individuele Keuzebudget aan te wenden voor ICT-middelen voor de functie-uitoefening, kosten voor woon-werkverkeer, opleidingen, kinderopvang of vitaliteit. Met deze lokale regeling is voorzien in een verruiming van het arbeidsvoorwaardenbudget, terwijl tegelijkertijd is voorzien in een besparing. Met deze vooruitstrevende wijze van inrichten van de arbeidsvoorwaarden is gezorgd voor meer evenredigheid, verdere flexibilisering met meer keuzemogelijkheden voor de individuele medewerker en aantrekkelijk werkgeverschap bewerkstelligd. Over de invoering van deze flexibilisering en keuzemogelijkheden is in goede samenwerking met de Ondernemingsraad en het Georganiseerd Overleg tot overeenstemming gekomen. Andere onderwerpen waarover in 2014 op constructieve wijze overleg is geweest en tot overeenstemming is gekomen zijn onder meer het sociaal plan rondom het Shared Service Centrum en de overgang van medewerkers van DLG en de Wgr+. Eind 2014 is – na een lange periode van onderhandelingen – een nieuwe cao afgesloten. Als het gaat om de cao van de toekomst hebben de besturen van IPO, UvW en VNG in 2013 hun ambitie kenbaar gemaakt op termijn te willen komen tot een gezamenlijke cao en zo mogelijk tot één gezamenlijke ondersteunende werkgeversorganisatie en A&O-Fonds. In 2014 zijn verschillende initiatieven ontwikkeld om daarvan de contouren te verkennen. Intussen lijkt een meerderheid gevonden te zijn voor het wetsvoorstel Normalisering Rechtspositie Ambtenaren. Daarmee komt de discussie rondom een nieuwe cao in een ander licht te staan. Het ligt dan ook in de lijn der verwachtingen dat er pas een gezamenlijke cao komt nadat de Normalisering Rechtspositie Ambtenaren is geïmplementeerd. De rechtspositie van de bestuurders heeft ook veel aandacht gehad in de verslagperiode. Ter voorbereiding van de Statenverkiezingen in maart 2015 is de nieuwe verordening rechtspositie opgesteld. Als gevolg van de harmonisatie van de rechtspositie van de provinciale politieke ambtsdragers was een deel van de vigerende verordening van rechtswege al vervangen. Integriteit Begin 2014 is een actieplan integriteit 2014-2016 tot stand gekomen. Dit heeft tot primair doel niet meer regels op dit terrein te creëren, maar om integriteit zo laagdrempelig mogelijk bespreekbaar te maken in de organisatie. De adjunct hoofden eenheid zijn op verzoek van de Commissaris van de Koning ambassadeurs geworden voor dit thema. Ook zijn er zes sessies gehouden waarbij aan medewerkers is voorgelegd wat zij ervaren als sociale normen in de organisatie op de onderwerpen: telewerken, internet- en e-mailgebruik, social media en overige zakelijke middelen (zoals telefoongebruik). Dit om te bezien of modernisering en/of nieuwe integriteitspelregels nodig zijn. De conclusies worden in 2015 nader uitgewerkt.

3.5.2 Procesverbetering Een van de ambities van het Bedrijfsplan is optimalisatie van de bedrijfsvoering. Om aan deze efficiencyslag invulling te geven zijn we in januari 2013 gestart met het project Optimalisatie werkprocessen (Lean). In 2014 is vervolg gegeven aan het project. De volgende werkprocessen zijn aan de hand van Lean geoptimaliseerd: aan- en verkoop grond, tijdelijk beheer grond, actueel houden internet, stukkenstroom Gedeputeerde Staten, IBT WABO en subsidieverstrekking. Daarnaast zijn alle procesbeschrijvingen binnen de eenheid Bedrijfsvoering omgezet naar de Lean-standaard. Voor al de genoemde processen zijn nieuwe procesbeschrijvingen gemaakt, verbetermogelijkheden geanalyseerd en verbeteringen geïmplementeerd. De implementatie van de verbeteringen loopt door in 2015.

164

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 3 Paragrafen

3.5.3 Informatievoorziening Anticiperend op de nieuwe bestuursperiode heeft de provincie een strategisch Informatieplan (STIP) ontwikkeld. In het plan is een koers uitgezet voor de periode 2015-2019. De Informatievoorziening wordt langs vier thema’s vormgegeven: • Beleid maak je samen: bij totstandkoming en herziening van beleid worden partners en inwoners steeds meer vanaf de start betrokken. • Samen realiseren: steeds meer taken besteden wij uit aan of voeren wij samen uit met partijen met als doel efficiency of betere kwaliteit. • Lean Organiseren: we zetten onze middelen optimaal in. • Inspelen op klantvragen: we sluiten hiermee aan op de visie van het Ministerie van Buitenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, die stelt dat burgers en bedrijven in 2017 het recht hebben op digitaal zaken doen. Met de uitvoering van STIP wordt een bij de provinciale opgaven passende Informatievoorziening geborgd. Met de introductie van een nieuw besturingsmodel is een belangrijke stap voorwaarts gezet in de beheersing van de uitvoering. Hiermee geven we tevens invulling aan de bevindingen van de commissie Elias die onderzoek verrichtte op dit gebied bij de Rijksoverheid. In het kader van efficiënter werken en focus op kerntaken is in 2013 het Shared Service Centrum opgericht. De Provinciale ICT is samen, met die van de partners Zwolle en Kampen overgedragen aan het SSC. In 2014 is verder vormgegeven aan deze samenwerking. Het voordeel van een integratie zal in 2015 worden gerealiseerd. Informatietechnologie is o.a. ingezet op het gebied van de Provinciale E-Dienstverlening, de overgedragen taken van de Dienst Landelijk Gebied (DLG), diverse trajecten die zich richten op efficiënter werken (Lean) en de realisatie van papierloos vergaderen voor Gedeputeerde en Provinciale Staten. In het tijdperk waar informatie centraal staat en alles met alles verbonden is heeft informatie­ beveiliging expliciet de aandacht gekregen. Er is een bewustwordingscampagne uitgevoerd waarin wordt uitgedragen dat informatiebeveiliging vooral te maken heeft met gedrag van medewerkers en niet alleen met de technologie.

3.5.4 Dienstverlening In 2014 hebben wij onze dienstverlening naar buiten nog verder geoptimaliseerd door ook intern beter samen te werken, ons flexibel op te stellen en klantgerichtheid meer te verankeren binnen de bestaande werkprocessen. De medewerkers in de meest direct uitvoerende processen zijn getraind in het leveren van het meest passende antwoord, de juiste dienst of het meest relevante product. Dat doen zij op consistente en efficiënte wijze, in goede onderlinge samenhang en met als beoogd eindresultaat: een tevreden klant. Op basis van een tevredenheidsonderzoek onder onze externe klanten is onze website in 2014 ingrijpend gemoderniseerd en verbeterd. De website is bovendien als eerste provinciale website “drempelvrij” verklaard. Op dit moment bieden we het grootste gedeelte van onze producten en diensten zodanig aan, dat klanten deze volledig digitaal kunnen aanvragen. De eerder ingezette ontwikkeling naar digitale dienstverlening waarbij de klant online een aanvraag kan doen via een eigen klantportaal is daarmee in 2014 vrijwel afgerond.

3.5.5 Planning & Control-cyclus De kaderstelling, sturing en verantwoording / controle van het provinciale beleid heeft ook in 2014 plaatsgevonden via de in deze coalitieperiode ingezette Planning & Control-cyclus. In onderstaande afbeelding wordt de cyclus weergegeven.

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

165


Planning & Control-cyclus Perspectiefnota

Jaarverslag

Kerntakenbegroting

Planning

Monitor Overijssel

Control

De jaarstukken 2014 (inclusief het jaarverslag) zullen u ook via de monitor worden aangeboden. Hierdoor krijgt de derde monitor een vaste plaats binnen onze Planning & Control-cyclus. In 2013 is een definitiestudie uitgevoerd naar de mogelijke inzet van een digitale tool voor managementinformatie waarmee het verzamelen, bewerken, opslaan en presenteren van management en beleidsinformatie verder kan worden geautomatiseerd en worden verbeterd. Dit heeft in 2014 geleid tot de aanschaf en implementatie van een dergelijke tool. Vanaf 2015 zal de workflow via dit systeem worden geredigeerd en zullen ook de (interne) rapportages via dit systeem worden gegenereerd.

3.5.6 Juridische Zaken Met betrekking tot juridische zaken valt allereerst de explosieve toename van het aantal bezwaarschriften op. In 2014 werden 849 bezwaarschriften in behandeling genomen. Ter vergelijking in de afgelopen jaren werden 135 (2011), 183 (2012) en 559 (2013) bezwaarschriften ingediend. De stijging is grotendeels het gevolg van de toename van bezwaarschriften tegen vergunningen aan veehouderijen op grond van de Natuurbeschermingswet (627 bezwaarschriften). Andere oorzaken zijn de ombuigingen en herstructurering (zoals de Jeugdzorg) en de ambitieuze investeringsagenda waarbij ook meer en nieuwe subsidieregelingen openstaan die tot geschillen kunnen leiden. De verwachting is dat op z’n vroegst in 2016 het aantal bezwaarschriften weer terug gaat naar normale proporties. De ambtelijke capaciteit voor de behandeling van bezwaarschriften is op dit moment tijdelijk verhoogd van 5 fte naar 9 fte. Samen met aanpassingen in de wijze van behandeling van de NB-bezwaarschriften (o.a. toepassen van ambtelijk horen, verslaglegging hoorzittingen) is dat uiteindelijk afdoende gebleken. Dat blijkt onder meer uit het aantal zaken dat wordt afgedaan binnen de wettelijke termijn. Na een matige score in het voorjaar werd in het laatste kwartaal 95% van de zaken weer binnen de termijn behandeld. Ook op andere gebieden is de vraag naar juridisch advies merkbaar toegenomen. Ook die toename is deels te verklaren uit de investeringsagenda, waarvoor de provincie bijvoorbeeld nieuwe rechtspersonen opricht of een gemeenschappelijke regeling aangaat. Ook lijkt de economische crisis een rol te spelen, bijvoorbeeld door een toename van het aantal subsidieontvangers dat failliet gaat of waar een faillissement dreigt.

3.5.7 Communicatie Communicatie is vanuit het opgavengericht werken en het waarmaken van resultaten in de buitenwereld integraal onderdeel van ons handelen. De eenheid Bestuur- en Concernzaken voert de regie op communicatie zodat deze efficiĂŤnt en effectief vorm krijgt. De focus van de interne communicatie ligt bij de doorontwikkeling van de organisatie en het faciliteren van de communicatie hierover. De corporate communicatiemiddelen, waaronder het personeelsblad en intranet, zijn daarop aangepast.

166

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 3 Paragrafen

Naar aanleiding van de communicatiescan, die in 2013 is gehouden, is het afgelopen jaar een dashboard op intranet geplaatst over de voortgang van de organisatieontwikkeling. Ook de lijncommunicatie is versterkt door communicatietools en coaching. De interne communicatiescan vindt eens per twee jaar plaats en monitort de effectiviteit van de interne communicatie. Het personeelsblad is in 2014 tien keer verschenen. Het blad is in 2014 ontwikkeld naar een volledig online magazine dat vanaf januari 2015 verschijnt. De mogelijkheden voor doorontwikkeling naar een sociaal intranet zijn onderzocht. Hier is uitgekomen dat doorontwikkeling naar een interactief platform wenselijk is. Deze ontwikkeling wordt in 2015 opgepakt.

3.5.8 Inkoop en aanbesteding Door de samenwerking in het Shared Service Centrum zijn wij in staat de eigen aanbestedingen te combineren met die van de gemeenten Zwolle en Kampen. Dit zorgt voor verlaging van de proceskosten en vaak ook gunstige tarieven voor producten en diensten. In 2014 zijn onder meer de openbare verlichting en de juridische ondersteuning gezamenlijk aanbesteed en ingekocht. Wij hebben dit jaar onze ambities voor social return verder versterkt. In 2015 worden de aangescherpte doelstellingen vastgelegd in het Inkoopbeleid. Daar waar mogelijk is social return onderdeel van ons aanbestedingsproces. In 2014 heeft het beleid geleid tot ruim 80 plaatsingen uit de doelgroepen. Er wordt bij de aanbestedingen altijd een afweging gemaakt of de duurzaamheidscriteria vanuit het Rijk toegepast kunnen worden. Regelmatig gaan we verder dan de criteria voorschrijven. We nemen innovatieve en duurzame oplossingen die de markt aanbiedt op in onze projecten. Door gebruik van nieuwe aanbestedingsmethoden als Best Value Procurement stellen we marktpartijen ook in staat om met interessante, meer duurzame alternatieven te komen. Met een open en transparant aanbestedingsproces maken we inzichtelijk hoe wij bij aanbestedingen te werk gaan. Er is een klachtenloket waar belanghebbenden terecht kunnen met vragen en klachten over onze inkoopprocedures. In 2014 zijn enkele klachten binnengekomen. EĂŠn daarvan heeft geleid heeft tot aanpassing van het aanbestedingsproces.

3.5.9 Doelmatigheid Wij kennen drie niveaus van control. Het eerste niveau betreft het management van reguliere processen en van projecten en programma’s. Het tweede niveau betreft de control-functie zoals deze vanuit de eenheid Bedrijfsvoering wordt uitgeoefend. Het derde niveau betreft de systeemcontrol, waarbij een oordeel wordt gevormd over het functioneren van de eerste twee niveaus en over het totale control-systeem op concernniveau. In 2014 is een aantal onderzoeken in gang gezet en afgerond. Deze onderzoeken richten zich soms op een individueel dossier, soms op concernniveau of systeemniveau. Op basis van deze onderzoeken wordt een oordeel gevormd over de doelmatigheid en doeltreffendheid van gevoerde processen en kunnen verbeteringen worden doorgevoerd. Een onderzoek naar politieke opdrachtformulering is uitgevoerd in het kader van het artikel 217a van de Provinciewet, dat voorschrijft dat Gedeputeerde Staten periodiek onderzoek verrichten naar de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het door hen gevoerde bestuur. Het onderzoek leverde aanbevelingen op met betrekking tot de verkennende fase van beleidsdossiers, de communicatie tussen Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten en de rapportage en verantwoording richting Provinciale Staten.

3.5.10 Rechtmatigheid en AO / IC Jaarlijks wordt de rechtmatigheid van de door de provincie bestede middelen onderzocht. Dit wordt gedaan aan de hand van het normenkader rechtmatigheid, dat door uw Staten als volgt is vastgesteld:

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

167


• De goedkeurings- en rapporteringstoleranties bij de controle op rechtmatigheid worden vastgesteld conform de wettelijke richtlijnen (gerelateerd aan de begroting, 1% voor fouten en 3% voor onzekerheden). • Binnen het voorwaardencriterium wordt getoetst of wettelijke regelgeving en besluiten van uw Staten worden nageleefd, voor zover deze regelgeving bepalingen bevat die van toepassing zijn op het financiële beheer c.q. het verrichten van beheershandelingen met financiële gevolgen. Dit geldt alleen voor de rechtmatigheidscriteria: recht, hoogte en duur. • Het begrotingscriterium wordt voor de kerntaaklasten vastgesteld op kerntakenniveau en voor de personeelsgebonden lasten op het totaal aan personeelsgebonden lasten. • Het normenkader accountantsonderzoek DR en DLG / BBL wordt van toepassing verklaard op de accountantscontrole voor DR en DLG / BBL in plaats van het normenkader rechtmatigheid provincie Overijssel 2014. De verbijzonderde interne controle is in 2010 in zijn huidige vorm opgesteld en in meerjarig kader opgenomen in het auditprogramma “Intern controleplan financiële rechtmatigheid provincie Overijssel 2011 en verder”. In overleg met de accountant is dit auditprogramma voor 2014 aangepast en zijn voor dit boekjaar een aantal processen geselecteerd die object zijn van deze verbijzonderde interne controle: • IV3 • Begrotingswijzigingen • Betalingsverkeer • Treasury • Inkoop & Aanbesteding • Personeel & Salaris • Memoriaal • Reserves & Voorzieningen • Verstrekte subsidies • Overige opbrengsten Gelet op de aangescherpte eisen die sinds medio 2014 worden gesteld aan de interne controle, is beduidend meer capaciteit ingezet op deze controle. De verbijzonderde interne controle heeft voor 2014 geen nieuwe onrechtmatigheden aan het licht gebracht. Rechtmatigheidsfouten uit voorgaande jaren hebben in 2014 nog wel doorgewerkt. De totale rechtmatigheidsfout komt daardoor uit op € 885.301. Uitgaande van een lastenomvang van € 756 miljoen en een norm van € 7,56 miljoen (1%), blijft de provincie dus onder de norm.

3.5.11 Shared Service Centrum Wij hebben samen met de gemeenten Kampen en Zwolle een Shared Service Centrum Bedrijfsvoering (SSC). Het SSC levert producten en diensten aan de drie partners op de domeinen Personeel- & Salarisadministratie, IT-beheer en Inkoop- & Contractmanagement. De gemeente Zwolle is aangewezen als centrumorganisatie. Het SSC is gehuisvest in het provinciehuis. Onze binnen bovengenoemde domeinen werkzame medewerkers (51,61 fte) zijn op 1 juli 2014 geplaatst bij de gemeente Zwolle. De nieuw aangetrokken eenheidsmanager van het SSC heeft een programmaplan opgesteld om het SSC van de transitiefase naar een stabiele eindsituatie brengen. Het programma is in uitvoering en zal naar verwachting voor de zomerperiode 2015 vrijwel geheel zijn afgerond.

3.5.12 Subsidieverlening In 2014 is het proces subsidieverstrekking aan de hand van de Lean-methodiek geoptimaliseerd. De verbetermogelijkheden zijn geanalyseerd en worden in 2015 geïmplementeerd. In 2014 is voor een bedrag van € 254 miljoen verstrekt aan subsidies via subsidieregelingen (€ 189 miljoen) en op basis van de algemene subsidieverordening (ASV, € 65 miljoen).

168

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 3 Paragrafen

3.6 Verbonden partijen 3.6.1 Inleiding Een verbonden partij is in de definitie van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de provincie een bestuurlijk én een financieel belang heeft (artikel 1 lid b). Het aangaan van en/of samenwerking in een verbonden partij komt altijd voort uit een provinciaal publiek belang. Bij verbonden partijen gaat het hierbij om ‘deelnemingen’, dat wil zeggen privaatrechtelijke organisaties zoals genoemd in artikel 158 Provinciewet (waaronder stichtingen, verenigingen, vennootschappen (N.V. en B.V.’s), coöperaties en commanditaire vennootschappen) en om publiekrechtelijke openbare lichamen op basis van de Wet gemeenschappelijke regeling (Wgr). Onder ‘bestuurlijk belang’ wordt verstaan; een zetel in het bestuur of het hebben van stemrecht. Van financieel belang is sprake als een ter beschikking gesteld bedrag niet verhaalbaar is als de verbonden partij failliet gaat onderscheidenlijk het bedrag waarvoor aansprakelijkheid bestaat indien de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt. Met ingang van 2014 wordt volgens BBVregelgeving ook een garantstelling gezien als een financieel belang, omdat in geval van faillissement de vorderende de partij verhaal kan halen bij de provincie voor het deel waarop de garantstelling van toepassing is. In combinatie met een bestuurlijk belang ontstaat dan een verbonden partij. Wij kennen ultimo 2014 negentien verbonden partijen, zeventien privaatrechtelijke organisaties (BNG N.V., Oost N.V., HMO N.V., Vitens N.V., Wadinko N.V., Zuiderzeehaven C.V./B.V., Fonds nazorg gesloten stortplaatsen, Stichting CTH, Enexis Holding N.V., PBE B.V., Verkoop Vennootschap B.V., CBL Vennootschap B.V., Vordering op Enexis B.V., Claim Staat Vennootschap Amsterdam B.V., Stichting Groen Gas Nederland, Energiefonds Overijssel B.V., IPO en twee publiekrechtelijke openbare lichamen op basis van de Wet gemeenschappelijke regelingen (RBT en ADT). In mei 2014 hebben uw Staten ingestemd met ons voorgenomen besluit tot oprichting van ‘Houdstermaatschappij Fondsen Overijssel B.V.’ (HFO) (PS/2014/306). De daadwerkelijke oprichting van HFO vond plaats op 16 februari 2015. Tevens vond in 2014 besluitvorming plaats over oprichting van de onderliggende werkfondsen van HFO: Innovatiefonds Overijssel (I en II) B.V., Breedbandfonds Overijssel B.V. en SPV Hengelo B.V. Wij zijn direct aandeelhouder van HFO en indirect aandeelhouder van de aangesloten werkfondsen. Strikt formeel is uitsluitend HFO een verbonden partij. Dit neemt niet weg dat uw Staten geïnformeerd worden over de prestaties verricht door de werkfondsen. Daar waar belangrijke ontwikkelingen spelen bij de verbonden partijen worden deze hieronder kort toegelicht. In paragraaf 3.6.4 worden alle verbonden partijen nader toegelicht. Interprovinciaal Overleg (IPO) Wij hadden reeds een bestuurlijk, maar geen financieel belang in het IPO. Op 9 september 2014 stemden wij in met een borgstelling ter hoogte van € 0,6 miljoen aan het IPO voor een lening van BNG. Kort daarop is de eerdergenoemde BBV-regelgeving aangescherpt; een garantstelling wordt gezien als een financieel belang. Onder de nieuwe definitie is het IPO gedurende de looptijd van de garantstelling (tot 15.10.2024) een verbonden partij geworden. Wadinko N.V. De nieuwe directeur (in dienst per 1 oktober 2014) krijgt een bezoldiging die exact paste binnen de op dat moment geldende Wnt-norm (130% ministerssalaris). Het bezoldigingsbeleid, in casu de wijze van afbouw naar 100% van het ministerssalaris wordt geagendeerd bij de eerstvolgende aandeelhoudersvergadering.

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

169


Vitens N.V. In december 2014 hebben de aandeelhouders het tarief voor 2015 vastgesteld. De drinkwater­ tarieven zijn voor de gemiddelde klant gelijk gebleven ten opzichte van 2012. Vitens is vanaf 2 januari 2015 statutair gevestigd in Zwolle. Het hoofdkantoor is verplaatst van Utrecht naar Zwolle. Enexis Holding N.V. In 2014 is het Strategisch Plan Enexis vastgesteld door de aandeelhouders. Het plan behelst, naast betrouwbaarheid en betaalbaarheid, ambities op het terrein van duurzaamheid. Toezichthouder Autoriteit Consument en Markt (ACM) heeft begin 2014 de maximaal toegestane tarieven voor 2014-2016 vastgesteld. Enexis geeft aan dat hierdoor de tarieven en het rendement van de onderneming onder druk komen te staan. Voor 2014 was het voor Enexis nog mogelijk haar tarieven beperkter dan toegestaan te laten stijgen. Een aantal aandeelhoudende provincies heeft Enexis verzocht een verkenning naar de verhandel­ baarheid van aandelen te faciliteren. Deze verkenning heeft in 2014 niet geleid tot overdracht van aandelen. Fonds nazorg gesloten stortplaatsen Overijssel (Nazorgfonds) In december 2013 is besloten om de vrijgevallen Nazorggelden binnen het Nazorgfonds stortplaatsen Overijssel te laten beheren door Schretlen & Co N.V. uit Amsterdam (onderdeel van Rabobank). Naar het zich laat aanzien zullen de stortvolumes in 2015 blijven afnemen. Dit zal tot gevolg hebben dat de stortlocaties langer open zullen blijven dan voorzien. Dit kan gevolgen hebben voor de opbouw van de vereiste doelvermogens. Eind 2015 worden de tarieven opnieuw vastgesteld. Stichting Groen Gas Nederland In 2014 is het werkpakket van de stichting uitgebreid met projecten en deelnemende partijen voor de afzet van groen gas in de mobiliteit (samenwerkingsproject Groen Gas in de Mobiliteit). De looptijd van de stichting is verlengd tot eind 2016. Container Terminal Hengelo (CTH) Stichting CTH staat tegenover het Rijk garant voor een bedrag van € 2 miljoen. De garantstelling kan worden ingeroepen als de Europese TEN-T subsidie voor verbreding en verdieping van de Twente kanalen niet wordt verleend. De garantstelling is aangegaan tot 31 december 2015. Het Rijk heeft inmiddels kenbaar gemaakt niet tijdens de 1e call van het CEF Transport al over te gaan tot een TEN-T subsidieaanvraag, maar gebruik te maken van de 2e call. Daarom zal niet voor 31 december 2015 bekend zijn of er een TEN-T subsidiebijdrage volgt. De termijn van de garantstelling wordt daarom verlengd, rekening houdend met de termijnen van de 2e call. De nieuwe termijn wordt in 2015 in samenspraak met het Rijk en stichting CTH Vastgoed B.V. bepaald. Zuiderzeehaven Ontwikkelingsmaatschappij C.V. en Beheer B.V. In 2014 zijn – net als in 2013 - geen nieuwe kavels verkocht. Net als andere bedrijventerreinen heeft ook de Zuiderzeehaven te maken met terughoudende ondernemers vanwege de crisis. De inkomsten uit verkoop van het aandeel in een windproject bedragen € 0,9 miljoen. In 2014 is op ons voorstel mw. Van Antwerpen benoemd als opvolger van mw. Bodewes in de functie van commissaris Zuiderzeehaven.

170

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 3 Paragrafen

Herstructureringsmaatschappij Overijssel N.V. (HMO) Door HMO is tot en met medio november 2014 € 14,5 miljoen (van de beschikbare € 22,5 miljoen) geïnvesteerd in herstructurering van bedrijventerreinen. Met deze projecten en investeringen – deels revolverend - wordt de herstructurering van ruim 56 hectare bedrijventerrein aangejaagd. Het vliegwieleffect zorgt voor de herstructurering van nog eens 281 hectare. Het totaal aan investeringen van partners tegenover de inzet van HMO tot en met medio november 2014 bedraagt ruim € 87 miljoen. Ultimo 2014 is € 3,4 miljoen (van de beschikbare € 4,8 miljoen) voor terugdringen van leegstand kantoren aan HMO uitgekeerd. In de eerste helft van 2014 heeft HMO per kantorenstad een plan van aanpak opgesteld. HMO verwacht dat concrete investeringen volgen in 2015. Regionaal Bedrijventerrein Twente (RBT) Van de netto 123 uitgeefbare hectare is ultimo 2014 nog 109 hectare niet uitgegeven. Het was de intentie om twee beoogde afnemers in 2014 een omgevingsvergunning te verlenen, waarmee de geprognosticeerde uitgifte van 6 hectare per jaar gerealiseerd zou worden. Dit zal nu in 2015 plaatsvinden. Eind 2014 is circa 80% van de gronden binnen het projectgebied in eigendom van RBT. In 2014 is onafhankelijk onderzoek gedaan naar RBT / XL Businesspark. Op basis van dit onderzoek heeft het RBT een voorstel aan het DB gedaan oover de hoogte van de grondexploitatie waarin een herziening van de plankosten en bijstelling van enkele parameters in de grondexploitatie (uitgifteprijs, kosten- en opbrengstenstijgingen en de rekenrente) is meegenomen die recht doen aan de hedendaagse situatie. Echter, doordat de partners een andere mening hadden over de hoogte van de grondexploitatie is door ons een minderheidsstandpunt ingenomen. De grondexploitatie per 1 januari 2015 wordt tezamen met de begroting 2016 - ná bespreking van de provinciale jaarrekening in de Staten - vastgesteld door het Algemeen Bestuur van RBT (uiterlijk 15 juli). Op basis van voornoemde ontwikkelingen becijferen wij een tekort van € 25,6 miljoen. In Nederland worden forse afboekingen gedaan op grondexploitaties. Als partner in RBT (23% aandeel) is dit de afgelopen jaren ook bij ons het geval geweest op de grondexploitatie van XL Businesspark. In de grondexploitatie wordt uitgegaan van uitgifte van 6 hectare per jaar, wat door de jaren heen gemiddeld niet gehaald is. Area Development Twente (ADT) In het voorjaar 2014 is duidelijk geworden dat de realisatie van een commerciële burgerluchthaven binnen de gestelde kaders geen optie is voor dit gebied. Uw Staten hebben een Commissie van Wijzen aangesteld om een advies te geven t.a.v. het vervolg van de gebiedsontwikkeling Luchthaven Twente e.o. Dit advies genaamd ‘Technology Base Twente’ is reeds gepresenteerd en door uw Staten overgenomen (PS/2014/995). Provincie, gemeente Enschede en ADT kunnen daarmee, in samenwerking met de regio, werken aan een nieuw ontwikkelingsperspectief voor Twente en de voormalige luchthaven. Noodzakelijke maatregelen ten behoeve van de implementatie van het advies, zijn verder uitgewerkt in een Plan van Aanpak dat in het eerste kwartaal van 2015 aan uw Staten wordt gepresenteerd. Energiefonds Overijssel B.V. (EFO) Vanuit Energiefonds Overijssel is ultimo 2014 aan 21 ondernemingen en woningcorporaties een bijdrage toegezegd voor een bedrag van in totaal € 87,3 miljoen. Het hiermee gerealiseerde maatschappelijk rendement is 998 TeraJoule - wat overeenkomt met het energieverbruik van 12.900 huishoudens – en 1.140 arbeidsplaatsen, waarvan 35 structureel. Belangrijkste conclusie uit de tussentijdse evaluatie in 2014 is dat zowel de kaders als de organisatie zorgvuldig, gedegen en evenwichtig zijn vormgegeven. Er zijn verbeterpunten geïnventariseerd om de jonge organisatie door te laten groeien naar de fase van volwassenheid.

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

171


Essent Sustainability Development Foundation (Stichting Duurzaamheid) De Duurzaamheidsovereenkomst waar de stichting op toezag eindigde per 31 december 2013. Het oordeel van de Board is - samen met de eindrapportage - in april 2014 aan uw Staten voorgelegd. De Verkopersraad (oud-aandeelhouders Essent) heeft - onder uitspreken van teleurstelling over het bereikte eindresultaat - besloten de stichting op 31 oktober 2014 op te heffen.

3.6.2 Beleid verbonden partijen Actualisatie kaderstelling verbonden partijen Het Deelnemingenbeleid Overijssel (PS/2008/279) heeft zijn waarde de afgelopen jaren bewezen. Gezien een aantal actuele ontwikkelingen, waaronder nieuwe wet- en regelgeving, is aangekondigd een actualisatie voor te staan. Als gevolg van de inwerkingtreding van de nieuwe Wet gemeenschappelijke regelingen zullen uiterlijk begin 2016 herziene regelingen voor Area Development Twente en Regionaal Bedrijventerrein Twente moeten worden vastgesteld. Daarnaast zullen op strategische dossiers mogelijk besluiten worden genomen die leiden tot oprichting en/ of (nieuwe) inrichting van verbonden partijen. Gezien het voorliggende is het voornemen om besluitvorming over de kaderstelling voor het zomerreces plaats te laten vinden. Expertisecentrum Deelnemingen In het (ambtelijke) Expertisecentrum Deelnemingen is bestuurskundige, financiële en juridische kennis bijeengebracht. Dit om beleidsformulering en -uitvoering voor verbonden partijen met elkaar te verbinden en te delen in de organisatie. Externe ontwikkelingen, waaronder wetgeving, worden nauwlettend gevolgd. Het centrum adviseert ook over zaken als risicomanagement en governance met betrekking tot verbonden partijen. In 2014 is vanuit het Expertisecentrum Deelnemingen geadviseerd op diverse dossiers, waaronder RBT en ADT, Enexis en Stichting Groen Gas Nederland. Ook is het Expertisecentrum betrokken geweest bij de statenvoorstellen voor de Houdstermaatschappij Fondsen Overijssel en haar werkfondsen SPV Stork, Innovatiefonds en Breedbandfonds en de voorbereiding van de oprichting van de Houdstermaatschappij Fondsen Overijssel. De verkoop van Attero Holding B.V. heeft in 2014 een belangrijke inzet gevergd van het Expertisecentrum. Vanuit het Expertisecentrum is ondersteuning geleverd bij de uitvoering van de (tussen)evaluatie Energiefonds Overijssel. In februari 2014 is een statenbrief opgesteld (PS/2014/211), waarin uw Staten geïnformeerd zijn over het bezoldigingsbeleid voor de verbonden partijen in relatie tot de Wet normering topin­ komens. Tevens heeft het centrum - vanuit haar kennis over de eigenaars- en opdrachtgeversrol naar verbonden partijen toe - bijgedragen aan de handreiking ‘sturing en toezicht op gemeenschappelijke regelingen’ van Rekenkamer Oost-Nederland aan uw Staten. In de actualisatie van de kaderstelling voor verbonden partijen zal het Expertisecentrum Deel­ nemingen de ervaringen met het beleid voor verbonden partijen en zaken als fondsvorming en de aanbevelingen uit onderzoeken van de Rekenkamer Oost-Nederland meenemen. Modernisering vennootschapsbelastingplicht overheidsondernemingen In december 2014 is het wetsvoorstel tot modernisering van de vennootschapsbelastingplicht voor overheidsondernemingen aangenomen door de Tweede Kamer. Het uitgangspunt wordt dat een overheidsonderneming belastingplichtig is, tenzij een vrijstelling van toepassing is. Afdracht van vennootschapsbelasting door verbonden partijen kan mogelijk leiden tot lagere winsten en daardoor lagere dividenduitkeringen.

172

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 3 Paragrafen

Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector De Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (Wnt) stelt dat topfunctionarissen in de (semi)publieke sector niet meer mogen verdienen dan 100% van een ministerssalaris (in 2015: € 178.000 inclusief pensioenbijdrage en onkosten). De norm geldt vanaf 1 januari 2015 met inachtneming van overgangsrecht voor bestaande contracten. In ons besluit van 4 februari 2014 hebben wij de in de wet opgenomen normering en voorschriften van toepassing verklaard op ons beleid voor verbonden partijen.

3.6.3 Risicomanagement Risicomanagement Bij verbonden partijen is sprake van een getrapt risico. De verbonden partijen zullen beleids- en beheersmaatregelen nemen ter voorkoming het ontstaan van risico’s. Op onze beurt hebben wij per verbonden partij een risicoprofiel opgesteld ter bepaling van de benodigde weerstandscapaciteit in het weerstandsvermogen. In een aantal gevallen is een risicovoorziening of -reservering opgenomen. Hieronder wordt aangegeven: • voor welke verbonden partij deze dekking is opgenomen in onze provinciale begroting; • de hoogte van deze dekking; • voor welk risico. Ontwikkelingsmaatschappij Oost-Nederland N.V. (Oost N.V.) Voor uitvoering van de motie Antuma c.s. van 3 juni 2009, gericht op het versterken van het vermogen van PPM Oost) is de reserve herwaardering aandelen Oost N.V. door uw Staten ingesteld (PS/2009/728). Via het Jaarverslag 2009 is de reserve opgeheven en omgezet in de voorziening Participatie Oost N.V. Aan het einde van 2013 heeft er een aandelenemissie plaatsgevonden waarbij de bestaande aandeelhouders (provincie Overijssel, provincie Gelderland en het Rijk) hun belang hebben uitgebreid. Via statenbrief PS/2013/756 bent u hierover geïnformeerd. Deze voorziening was bedoeld om het financiële risico af te dekken van deelname in het eigen vermogen van Oost N.V. De hoogte van deze voorziening was gelijk aan 50% van ons aandeel Oost N.V., zijnde € 5,12 miljoen. De voorziening Oost N.V. is volgens de accountant volledig ten onrechte gevormd. De cijfers van Oost N.V. geven geen aanleiding tot afwaardering aangezien de waarde van de participaties binnen Oost N.V. hoger zijn dan onze balanswaardering van Oost N.V. De afwaardering van de voorziening Oost N.V. heeft geleid tot een correctie van € 5,12 miljoen. Door middel van een resultaat­ bestemming wordt voorgesteld om het bedrag (€ 5,12 miljoen) wat is vrijgevallen uit de voorziening Oost N.V. toe te voegen aan de Algemene Financieringsreserve (AFR). Energiefonds Overijssel B.V. (EFO) Via Energiefonds Overijssel wordt voor € 250 miljoen uitgezet in de vorm van leningen, garanties en participaties. Aan de bestedingsrichtingen van het fonds kleven diverse risico’s. Voor deze risico’s is een dotatie gedaan aan de risicoreserve Energiefonds Overijssel ter grootte van € 50 miljoen. Herstructureringsmaatschappij Overijssel N.V. (HMO) In 2009 is de HMO van start gegaan die zich richt op de herstructurering van verouderde bedrijventerreinen in Overijssel. De provincie Overijssel heeft een 100% participatie in deze rechtspersoon. Daarnaast is HMO op basis van het investeringsvoorstel (PS/2013/355) de aanvullende opdracht gegeven om de leegstand van kantoren te bestrijden. Voor beide opgaven zet HMO de haar ter beschikking staande middelen in voor cofinanciering. De verwachting is dat het eigen vermogen van de onderneming, en daarmee onze participatie in HMO, na tien jaar volledig geïnvesteerd is in projecten. De hoogte van de voorziening participatie Herstructureringsmaatschappij Overijssel is gelijk aan ons aandeel in deze onderneming, te weten € 25,93 miljoen.

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

173


Verkoop Vennootschap B.V. Bij een verkooptransactie van deze omvang is het gebruikelijk extra zekerheden en garanties te verstrekken tot een bepaald bedrag. Dit bedrag wordt in escrow gestort en uitgekeerd aan de koper (RWE) – als het gedefinieerde risico – optreedt en/of de verkoper (toenmalige aandeelhouders Essent) aan het eind van de afgesproken looptijd van de escrow. Voor deze transactie is bepaald dat er € 800 miljoen ten laste van de verkoopsom in een escrow gestort moet worden door alle partijen tezamen. Met deze storting ontstaat een vordering van dezelfde omvang op de verkoop vennootschap B.V., het daarvoor opgerichte SPV. Ons aandeel in deze vordering bedroeg € 149,7 miljoen. In 2011 is een deel van de vordering ad € 66,9 miljoen voldaan, waarmee momenteel € 82,8 miljoen van de vordering resteert. Omdat het bedrag in escrow een risico vertegenwoordigt, is het – in overeenstemming met de uniforme gedragslijn – nodig de vordering en ons aandeel in de SPV (momenteel € 82,8 miljoen) volledig te voorzien. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de voorziening afwikkeling verkoop Essent | Escrow. Innovatiefonds Overijssel B.V. (IFO) Wij stimuleren innovatie en versterken de regionaal economische structuur in Overijssel. Fondsen voor innovatie zijn hiervoor een belangrijk instrument. Uw Staten hebben in december 2012 de kaderstelling voor het IFO vastgesteld (zie PS/2012/945). Wij hebben, omwille van ontwikkelingen in de markt, besloten twee tijdelijke regelingen te treffen van totaal € 17,5 miljoen om per direct te kunnen starten met het IFO. Zie ook de statenbrief ‘Proces Innovatiefonds Overijssel’ (PS/2013/470). Na definitieve oprichting wordt deze tijdelijke regeling / leningen overgezet naar IFO. Gegeven het risicoprofiel van de partijen / businesscases waaraan de leningen worden verstrekt, gevoegd bij de revolverende aanwending van de middelen binnen de regeling c.q. fonds in oprichting, hebben wij besloten een risicovoorziening te treffen. De hoogte van de voorziening zal fluctueren, gelijk aan de hoogte van de uitstaande geldleningen. De huidige stand van de voorziening leningen u/g Innovatiefonds bedraagt € 6,68 miljoen. Area Development Twente (ADT) In de voorziening resultaten gebiedsexploitaties is voor ADT een bedrag van € 10,15 miljoen gestort voor: • het nadelige effect op de grondexploitatie ad € 9,15 miljoen; • te verwachten verplichtingen ad € 1 miljoen (waarvan het saldo ultimo 2014 € 289.000 bedraagt). In ons Jaarverslag 2011 is een voorziening getroffen ad € 5,4 miljoen voor het afdekken van de nadelige effecten in de grondexploitatie ADT. In 2012 is hierop een aanvulling gestort van € 0,2 miljoen en in 2013 een aanvulling van € 0,3 miljoen. In deze jaarrekening is een aanvullende dotatie gedaan van € 3,25 miljoen in verband met het niet realiseren van een commerciële luchthaven. Voor toelichting zie prestatie 9.0.5 Gebiedsontwikkeling Luchthaven Twente e.o. Onder het weerstandsvermogen is € 3 miljoen risicoreservering opgenomen voor het ADT. Een risicosimulatie in opdracht van ADT heeft het risico van de Grondexploitatie luchthaven Twente berekend op circa € 6 miljoen. Wij participeren hierin voor 50%. Onlangs is vastgesteld dat het niet mogelijk is de ontwikkeling van een commerciële burgerluchthaven binnen het meegegeven politieke kader en met inachtneming van de opschortende voorwaarden uit de concessieovereenkomst met de exploitant tijdig af te ronden. De ontstane situatie zal leiden tot een alternatieve invulling van het gebied, met name voor het deel dat bestemd is voor vliegen. De alternatieve invulling zal ook leiden tot een ander risicoprofiel. Vooralsnog wordt in de grex rekening gehouden met een beperkte opbrengst van het noordelijk gebied en kan het risicoprofiel in 2014 naar beneden toe worden bijgesteld. Na besluitvorming over alternatieve invulling zal het risicoprofiel opnieuw worden aangepast.

174

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 3 Paragrafen

Regionaal Bedrijventerrein Twente (RBT) De laatst vastgestelde grondexploitatie (grex) is van 1 januari 2014 ad € 15 miljoen (negatief, NCW). Onze inschatting is dat de grex per 1-1-2015 € 25,6 miljoen (negatief, NCW) bedraagt Dit is een verslechtering van € 10,6 miljoen ten opzichte van de prognose per 1 januari 2014. Wij delen voor 23% mee in het resultaat van het RBT, waardoor ons verlies met € 2,44 miljoen toeneemt. Wij zien ons genoodzaakt om voorzichtigheidshalve, vooruitlopend op de vaststelling van de grex in het Algemeen Bestuur, ons aandeel in het verwachte verlies alvast te doteren aan de voorziening resultaten grondexploitaties. Daarmee is totaal per 31 december 2014 in de voorziening ‘resultaten gebiedsexploitaties’ voor het RBT € 5,9 miljoen gedoteerd.

3.6.4 Overzicht verbonden partijen Deze tabel bevat de in artikel 15, lid 2, sub d en e, van het BBV vereiste gegevens: • vreemd en eigen vermogen per 1 januari 2013 en 31 december 2013; • resultaat 2013.

( x € 1 miljoen) BNG

Oost NV

HMO

Vitens

Wadinko

RBT

Zuiderzeehaven Ontwikkelingsmaatschappij

Private rechtspersoon

X

X

X

X

X

X1

Publieke rechtspersoon (WGR)

X

A) Financiële betrokkenheid

percentage van het aandelenkapitaal

0,16

13,51

100,00

6,42

25,12

16,67

Stemrecht AV

Stemrecht AV

Stemrecht AV

AHC en Stem-

Stemrecht AV

Stemrecht

percentage aandeel in resultaat

B) Bestuurlijke betrokkenheid

23,00 recht AV

DB en AB

AV en vergadering vennoten

C) Financiële kengetallen

2

Eigen vermogen per 01/01/2013

2.752,0

65,9

22,3

386,1

55,0

5,2

Eigen vermogen per 31/12/2013

3.430,0

84,0

24,0

438,3

54,3

5,2

Vreemd vermogen per 01/01/2013

139.476,0

5,5

0,2

1.296,5

0,1

5,0

82,6

Vreemd vermogen per 31/12/2013

127.753,0

24,1

0,3

1.273,5

1,3

4,5

86,6

Resultaat 2010

257,0

0,9

-0,1

26,9

1,0

0,1

-8,5

Resultaat 2011

256,0

1,3

-0,0

36,0

0,8

2,1

-8,8

Resultaat 2012

332,0

5,3

-0,1

29,6

6,3

-11,3

Resultaat 2013

283,0

-1,9

-1,7

39,3

1,7

-15,0

D) Opbrengsten in 2014

(tussen haakjes = 2013) Dividenden / winstuitkeringen

Rente

0,1

1,0

0,3

-0,1

-1,0

-0,3

0,4 -0,5

1

Onze deelneming in de Zuiderzeehaven Ontwikkelingsmaatschappij bestaat uit een C.V. en een B.V. De B.V. is de beherende vennoot van de C.V. Ons directe belang in de C.V. bedraagt 16,46% en via de B.V. hebben wij nog een indirect belang in de C.V. van 0,21%.

2

Resultaten betreffen de netto contante waarde van de laatst vastgestelde grondexploitatie.

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

175


( x € 1 miljoen) Nazorgfonds

ADT

CTH

Enexis

Attero

PBE

Verkoop vennootschap

gesloten stort­plaatsen Private rechtspersoon

X

Publieke rechtspersoon (WGR)

X

X

X

X

X

18,71

18,71

18,71

18,71

AHC en Stem-

AHC en Stem-

AHC en Stem-

AHC en

recht AV

recht AV

recht AV

Stemrecht

X

A) Financiële betrokkenheid

percentage van het aandelenkapitaal

n.v.t.

percentage aandeel in resultaat

B) Bestuurlijke betrokkenheid

DB en AB

50,00

100,00

DB en AB

DB en AB

AV C) Financiële kengetallen

2

3

Eigen vermogen per 01/01/2013

10,7

2,2

3.244,9

273,5

1,6

415,9

Eigen vermogen per 31/12/2013

10,8

2,2

3.370,1

198,3

1,6

347,3

Vreemd vermogen per 01/01/2013

0,2

28,1

3.778,6

496,6

0,2

30,4

Vreemd vermogen per 31/12/2013

0,1

27,3

2.894,8

477,2

0,1

98,1

Resultaat 2010

0,4

n.v.t.

-0,0

193,7

25,7

27,9

-20,7 -5,2

Resultaat 2011

0,2

-10,9

-0,0

229,4

25,4

722,4

Resultaat 2012

0,1

-11,3

2,3

223,7

8,1

-0,1

5,9

Resultaat 2013

0,1

-11,4

-0,0

239,1

-67,2

-0,0

-62,1

n.v.t.

22,4

31,8

0,2

(n.v.t.)

-21,4

-1,4

-1,4

n.v.t.

3,5

1,4

(n.v.t.)

-3,5

D) Opbrengsten in 2014

(tussen haakjes = 2013) Dividenden / winstuitkeringen

Rente

2

Resultaten betreffen de netto contante waarde van de laatst vastgestelde grondexploitatie.

3

De bij CTH gepresenteerde cijfers betreffen de cijfers van de Vastgoed B.V. als ware deze volledig geconsolideerd opgenomen in de jaarstukken van de stichting.

176

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 3 Paragrafen

( x € 1 miljoen)

Private rechtspersoon

CBL

Vordering

CSV

Stichting

Energiefonds

InterProvinciaal

vennootschap

op Enexis

Amsterdam

Groen Gas

B.V.

Overleg

X

X

X

X

X

X

18,71

18,71

18,71

AHC en

AHC en

AHC en

Stemrecht

Stemrecht

Stemrecht

AV

AV

AV

0,1

Publieke rechtspersoon (WGR) A) Financiële betrokkenheid

percentage van het aandelenkapitaal

B) Bestuurlijke betrokkenheid

C) Financiële kengetallen

8,33 AB

Stemrecht AV

Stemrecht ALV

0,1

0,4

0,0

0,7

-4,3

0,3

in US$

Eigen vermogen per 01/01/2013

0,0

Eigen vermogen per 31/12/2013

9,9

0,1

0,1

0,1

Vreemd vermogen per 01/01/2013

9,9

1.367,3

0,0

0,1

Vreemd vermogen per 31/12/2013

0,1

862,2

0,0

0,3

72,9

7,8

Resultaat 2010

-0,1

-0,0

-0,0

n.v.t.

n.v.t.

0,2

Resultaat 2011

96,2

0,0

-0,0

n.v.t.

0,5

Resultaat 2012

-0,1

-0,0

-0,0

0,0

Resultaat 2013

9,9

-0,0

-0,0

-0,3

D) Opbrengsten in 2014

100,00

percentage aandeel in resultaat

0,7 -4,3

0,3

(n.v.t.)

(n.v.t.)

(n.v.t.)

(n.v.t.)

in €

(tussen haakjes = 2013) Dividenden / winstuitkeringen

n.v.t. (n.v.t.)

8,7

Rente

9,1

n.v.t.

-14,3

(n.v.t.)

n.v.t. n.v.t.

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

177


N.V. Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) (Den Haag) Inhoudelijke omschrijving

Deze verbonden partij draagt niet bij aan een specifieke beleidsdoelstelling van een kerntaak in de begroting. De baten en lasten worden verantwoord onder de algemene dekkingsmiddelen en financiering.

Juridische vorm

Privaatrechtelijke organisatie (naamloze vennootschap, Burgerlijk wetboek, boek 2).

Partijen

De aandeelhouders van BNG Bank zijn de Staat der Nederlanden (50%), provincies (Overijssel 0,16%; in 2014 ongewijzigd), gemeenten, waterschappen en andere openbare lichamen. Ons belang is in 2014 niet gewijzigd.

Bestuurlijke betrokkenheid

Stemrecht in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (1e gemachtigde voor de provincie hierin: G.J. Kok).

Financieel belang

De historische kostprijs van het Overijsselse deel in het aandelenkapitaal bedraagt € 0,2 miljoen.

Bijzonderheden

Doordat de bank alleen publiekrechtelijke aandeelhouders heeft, is zij onderdeel van de publieke sector. BNG wordt door drie rating agencies beoordeeld. De ratings zijn: • Standard & Poor’s (S&P): AA+ (outlook: stabiel). • Moody’s: AAA (outlook: negatief). • Fitch Ratings: AAA (outlook: negatief). De ratings zijn dezelfde als de ratings van de Staat der Nederlanden. Banken kunnen niet hoger noteren dan het land van vestiging. De negatieve vooruitzichten van Moody’s en Fitch worden veroorzaakt door onzekerheden over de implementatie van Bank Recovery and Resolution Directive. Uit het overzicht van het gerenommeerde blad ‘Global Finance’ blijkt dat BNG Bank in 2014 de op vier na veiligste bank ter wereld is. De laatst vastgestelde jaarrekening is die van 2013. In 2013 heeft BNG Bank een winst behaald van € 283 miljoen (2012: € 332 miljoen). De daling van het resultaat bestaat uit een aantal componenten. • Een stijging (+ € 57 miljoen) van het renteresultaat. • Een daling (-/- € 93 miljoen) van het resultaat op financiële transacties. • Een daling (-/- € 27 miljoen) veroorzaakt door bijzondere waardeverminderingen, waarvan een afwaardering van de deelneming TBCH (€ 8 miljoen) en een afwaardering van een securitisatie (€ 13 miljoen). • Een stijging (+ € 14 miljoen) van de te betalen belastingen, veroorzaakt door de daling van de winst voor belastingen. Over het eerste halfjaar van 2014 heeft BNG een winst behaald van € 153 miljoen (eerste semester 2013: € 123 miljoen). De stijging is vooral veroorzaakt door een stijging van het resultaat op financiële transacties (grotendeels technisch van aard). Voor geheel 2014 doet de Raad van Bestuur gelet op de aanhoudende onzekerheden geen uitspraken over het te verwachten resultaat over 2014.

Meer informatie

178

www.bng.nl

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 3 Paragrafen

Ontwikkelingsmaatschappij Oost-Nederland N.V. (Oost N.V.) (Deventer) Inhoudelijke omschrijving

De verbonden partij Oost N.V. past binnen de kerntaak ‘Regionale Economie’, (prestatie 5.3.12). Voor de gerealiseerde prestaties in 2014 wordt verwezen naar deze prestatie. Oost NV kent de volgende activiteiten: • Ontwikkeling en innovatie (ook in relatie tot de uitvoering van de EU-programma’s 2007-2013); • Investeringsbevordering; • Bedrijfsomgeving en participeren in bedrijven via participatiebedrijf Oost-Nederland (PPM Oost N.V.).

Juridische vorm

Privaatrechtelijke organisatie (naamloze vennootschap, Burgerlijk wetboek, boek 2).

Partijen

Ministerie van Economische Zaken (55,93%) en de provincies Gelderland (30,56%) en Overijssel (13,51%). Het belang van provincie Overijssel is in 2014 niet gewijzigd.

Bestuurlijke betrokkenheid

Stemrecht in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (1e gemachtigde voor de provincie hierin: Y.J. van Hijum).

Financieel belang

De historische aanschafwaarde van het Overijsselse deel in het aandelenkapitaal bedraagt per eind december 2014 € 10,2 miljoen. Daarnaast hebben wij ook een subsidierelatie met Oost N.V., waarvoor het activiteitenplan van Oost N.V. de basis vormt. Over 2014 bedraagt de subsidie € 1,4 miljoen.

Bijzonderheden

Oost N.V. en haar (100%) dochter Participatiemaatschappij Oost Nederland N.V. (PPM Oost) beheren, naast fondsen voor (in)directe aandeelhouders, het eigen ‘Participatiefonds PPM Oost’ voor regionale risicodragende cofinanciering. Daarmee richt het zich op de cofinanciering van bestaande ondernemingen met een middelmatig risicoprofiel, die niet uit één van de andere fondsen gefinancierd kunnen worden. De laatst vastgestelde jaarrekening is die van 2013. Oost N.V. sluit 2013 af met een gerealiseerd verlies ad € 1,94 miljoen (geconsolideerd). Het verlies is het gevolg van een negatief resultaat uit PPM Oost N.V. van € 1,97 miljoen, naast een kleine resultaatbijdrage van Oost N.V. Enkelvoudig streeft Oost N.V. naar het behalen van een break-even resultaat. Dat is gelukt. PPM Oost N.V. heeft in meerjarig perspectief een rendement dat tenminste gelijk is aan de cumulatieve inflatie tot doel. Aan deze eis wordt nog steeds voldaan. De oorzaak van het negatieve resultaat over 2013 is gelegen in het transactieresultaat uit de participatieactiviteiten. Daarbij wordt aangetekend dat PPM Oost N.V. na de balansdatum een boekwinst van ± € 8 miljoen heeft gerealiseerd. Het betreft de exit van de UT spin-off ‘Xsens’, specialist in 3Dbewegingssensoren. Door deze exit zal het resultaat in 2014 naar verwachting weer positief zijn.

Meer informatie

www.oostnv.nl

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

179


Herstructureringsmaatschappij bedrijventerreinen Overijssel N.V. (HMO) (Zwolle) Inhoudelijke omschrijving

De verbonden partij HMO past binnen de kerntaak ‘Regionale Economie’ (prestaties 5.1.1 en 5.1.7). Het doel van HMO is tweeledig: • (het aanjagen van) herstructurering van zwaar verouderde bedrijventerreinen; • (met ingang van 2013) tegengaan van leegstand van kantoren. In het meerjarenprogramma Vitale Bedrijventerreinen 2009-2015 (PS/2009/461) kiest de provincie voor een samenhangende aanpak van verouderde bedrijventerreinen. De oprichting van een herstructurerings-maatschappij is hierin één van de instrumenten. Verwacht wordt dat HMO ongeveer 25% van de Overijsselse herstructureringsopgave (ruim 1.200 hectare. HMO fungeert als vliegwiel: zonder de HMO zou met € 22,5 miljoen subsidie slechts circa negen hectare van de zware categorie (herprofilering) aangepakt worden. In de periode 2014-2018 heeft HMO een inspanningsverplichting om de kantorenleegstand in Overijssel terug te dringen daar deze kantoren leegstand andere provinciale belangen hindert (PS/2013/335).

Juridische vorm

Privaatrechtelijke organisatie (naamloze vennootschap, Burgerlijk wetboek, boek 2).

Partijen

Provincie Overijssel (100%). Het belang van provincie Overijssel is in 2014 niet gewijzigd.

Bestuurlijke betrokkenheid

Stemrecht in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (1e gemachtigde voor de provincie hierin: Y.J. van Hijum).

Financieel belang

De waarde van het aandelenkapitaal bedraagt ultimo 2014 circa € 25,93 miljoen. Gelet op de aan de bedrijfsvoering verbonden risico’s van de HMO, wordt een voorziening aangehouden ter grootte van het verstrekte vermogen. De boekwaarde van HMO bedraagt daarmee ultimo 2014 nihil. Voor herstructurering van bedrijventerreinen is in totaal € 22,5 miljoen beschikbaar gesteld: € 7,5 miljoen in 2008 (PS/2008/270) en € 15 miljoen in 2011 (PS/2010/521). In 2013 hebben uw Staten (PS/2013/335) € 4,8 miljoen beschikbaar gesteld voor het terugdringen van leegstand van kantoren in de vijf kantorengemeenten van Overijssel (Almelo, Hengelo, Enschede, Deventer en Zwolle.) Dit bedrag wordt gefaseerd uitgekeerd.

Bijzonderheden

Door HMO is tot en met medio november 2014 € 14,5 miljoen (van de beschikbare € 22,5 miljoen) geïnvesteerd in herstructurering van bedrijventerreinen. Met deze projecten en investeringen – deels revolverend - wordt de herstructurering van ruim 56 hectare bedrijventerrein aangejaagd. Het vliegwieleffect zorgt voor de herstructurering van nog eens 281 hectare. Het totaal aan investeringen van partners tegenover de inzet van HMO tot en met medio november 2014 bedraagt ruim € 87 miljoen. Ultimo 2014 is € 3,4 miljoen (van de beschikbare € 4,8 miljoen) voor terugdringen van leegstand van kantoren aan HMO uitgekeerd. In de eerste helft van 2014 heeft HMO per kantorenstad een plan van aanpak opgesteld. HMO verwacht dat concrete investeringen volgen in 2015. Eind 2013 is het werkgelegenheidseffect vastgesteld van 10 projecten waarin de HMO voor bijna € 7 miljoen participeerde / intervenieerde. De (financiële) betrokkenheid van HMO heeft geleid tot 390 fte structurele arbeidsplaatsen (120 fte nieuwe banen en 270 fte verplaatsingswerkgelegenheid) en 270 fte incidentele arbeidsplaatsen. De verwachte toekomstige werkgelegenheid van deze 10 projecten is 3.330 fte structurele banen (3.020 fte nieuwe banen en 310 fte verplaatsingswerkgelegenheid) en 630 fte incidentele banen.

Meer informatie

180

www.hmoverijssel.nl

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 3 Paragrafen

Vitens N.V. (Utrecht) Inhoudelijke omschrijving

De verbonden partij Vitens N.V. past binnen de kerntaak ‘Duurzame ruimtelijke ontwikkeling en inrichting, waaronder waterbeheer’ (prestaties 1.7.4, 1.7.5 en 1.7.6) en draagt zo bij aan het beleidsdoel ‘Schoon, voldoende en gezond water voor mens, dier en plant’. Wettelijk is vastgesteld dat de aandelen van de drinkwaterbedrijven in publieke handen blijven. Het belang van de provincie Overijssel als aandeelhouder in Vitens N.V. is historisch gegroeid. De provincie wil met haar aandeelhouderschap haar verantwoordelijkheid voor een goede drinkwatervoorziening in Overijssel borgen. Daarnaast streeft de provincie er, via haar aandeelhouderschap, naar om de tariefstijging voor de gebonden klanten maximaal gelijk te houden aan de inflatie.

Juridische vorm

Privaatrechtelijke organisatie (naamloze vennootschap, Burgerlijk wetboek, boek 2). Vitens is vanaf 2/1/2015 statutair gevestigd in Zwolle.

Partijen

De aandelen van Vitens N.V. zijn in handen van 111 aandeelhouders waaronder de provincies Friesland, Gelderland, Overijssel (6,415%), Flevoland en Utrecht en het merendeel van de in deze provincies liggende gemeenten. Het belang van provincie Overijssel is in 2014 niet gewijzigd.

Bestuurlijke betrokkenheid

Stemrecht in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (1e gemachtigde voor de provincie hierin: I.A. Bakker). Verder heeft de provincie Overijssel een vaste zetel in de Commissie van Aandeelhouders. Deze adviescommissie is bij besluit van de AV van 10 december 2007 ingesteld.

Financieel belang

Wij bezitten 370.632 aandelen welke een boekwaarde vertegenwoordigen van € 91.000. Daarnaast is sprake van een achtergestelde lening die per 1 juli 2021 volledig afgelost zal zijn (oorspronkelijk bedrag € 24,3 miljoen; oorspronkelijke looptijd vijftien jaar). Stand ultimo 2014: € 11,4 miljoen.

Bijzonderheden

De heer B. Staal is sinds juni 2013 lid van de RvC en vanaf 1 januari 2014 voorzitter van de RvC. In 2014 heeft mevrouw M.L. van Kleef afscheid genomen als commissaris. De heer ir. C.J. Rameau is benoemd als commissaris voor een periode van vier jaar. Ook de heer ir. T.A. de Man, mevrouw ir. T. Menssen MBA en mevrouw drs. M.C.J. Poulussen MSM zijn door de AV herbenoemd als commissaris voor een periode van vier jaar. De laatst vastgestelde jaarrekening is die van 2013. De nettowinst over 2013 bedraagt € 39,3 miljoen. Het eigen vermogen is gestegen als gevolg van de toevoeging van het resultaat over het boekjaar 2012 en de lagere negatieve waarde van de renteswaps (derivaten) welke op de balans conform de IFRS-regels in mindering wordt gebracht op het eigen vermogen. De solvabiliteit van Vitens is gestegen van 22,9% in 2012 naar 25,6 % in 2013, en realiseert daarmee de streefwaarde van minimaal 25%. Wij ontvingen in 2014 € 1 miljoen dividend over het resultaat van 2013. Vitens streeft ernaar de solvabiliteit verder te laten stijgen naar 30%. Zo kan zij makkelijker en goedkoper leningen afsluiten ter financiering van haar investeringsprogramma over de komende jaren. Vitens verwacht deze doelstelling in 2016 of 2017 te realiseren. In december 2014 hebben de aandeelhouders het tarief voor 2015 vastgesteld. De drinkwatertarieven zijn voor de gemiddelde klant gelijk gebleven ten opzichte van 2012.

Meer informatie

www.vitens.nl

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

181


Wadinko N.V. (Zwolle) Inhoudelijke omschrijving

De verbonden partij Wadinko N.V. past binnen de kerntaak ‘Regionale Economie’ (prestatie 5.3.12). De vennootschap heeft ten doel: • Het deelnemen in en het directievoeren over andere ondernemingen die bij voorkeur werkzaam zijn in de provincie Overijssel (waaronder bedrijven die werkzaam zijn op het gebied van kunststoffen en milieu­ technieken); • Het bevorderen van werkgelegenheid in die provincie, één en ander in de ruimste zin. Bij het nastreven van bovengenoemde doelen handelt Wadinko N.V. marktconform.

Juridische vorm

Privaatrechtelijke organisatie (naamloze vennootschap, Burgerlijk wetboek, boek 2).

Partijen

Provincie Overijssel (25,12%) en de gemeenten Borne, Dalfsen, Deventer, Dinkelland, Hardenberg, Hellendoorn, Hof van Twente, Kampen, Losser, Meppel, Noordoostpolder, Olst – Wijhe, Ommen, Raalte, Rijssen – Holten, Staphorst, Steenwijkerland, Tubbergen, Twenterand, Urk, Westerveld, Wierden, Zwartewaterland en Zwolle. Ons belang is in 2014 niet gewijzigd.

Bestuurlijke betrokkenheid

Stemrecht in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (1e gemachtigde voor de provincie hierin: Y.J van Hijum).

Financieel belang

Wij bezitten 600 van de 2.389 aandelen welke een boekwaarde van nihil vertegenwoordigen.

Bijzonderheden

De laatst vastgestelde jaarrekening is die van 2013. Ultimo 2013 bedroeg de boekwaarde van de participatieportefeuille € 37,6 miljoen, werd voor € 9,2 miljoen nieuw geparticipeerd en aan leningen verstrekt, terwijl door wijziging van belangen en aflossingen circa € 3,7 miljoen werd ontvangen. In 2013 heeft Wadinko haar participaties of leningen aan participaties afgewaardeerd met in totaal € 4,5 miljoen. Het boekjaar 2013 is afgesloten met een positief nettoresultaat na belastingen van € 1,7 miljoen ten opzichte van € 6,3 miljoen in 2012. Het verschil is te verklaren door het resultaat wat in beide jaren is behaald bij vervreemding van participaties. Van het resultaat wordt € 1,2 miljoen aan dividend (waarvan € 0,3 miljoen voor de provincie Overijssel) uitbetaald conform het besluit van de AV (april 2013) om in de jaren 2013 tot en met 2017 dit bedrag aan dividend uit te keren. De Jaarrekening 2014 is nog niet vastgesteld. De directies van de Wadinko-participaties waren in hun voorspellingen optimistisch over de omzet en groei in 2014, gesteund door goed gevulde orderportefeuilles. Het resultaat van Wadinko zal in 2014 sterk worden bepaald door de gevolgen van mogelijke verkopen van belangen en noodzakelijke afwaarderingen. Het resultaat over 2014 zal naar verwachting positief zijn. Bij de bedrijven waarin Wadinko participeert werken begin 2013 1.890 mensen. Door de nieuwe participaties (waaronder Tauw met 1.000 medewerkers) nam de werkgelegenheid toe met 1.026 arbeidsplaatsen. De autonome werkgelegenheid bleef stabiel in 2013. De nieuwe directeur (in dienst per 1/10/2014) krijgt een bezoldiging die exact paste binnen de op dat moment geldende Wnt-norm (130% ministersalaris). Vanuit de provincie is ingebracht om de bezoldiging vast te stellen conform de norm die geldt per 1 januari 2015: 100% van het ministersalaris. In de AV was hiervoor op dat moment geen meerderheid van stemmen; men wilde niet vooruit lopen op een nog niet vastgestelde wet. De provincie stelde daarop voor het bezoldigingsbeleid, in casu de wijze van afbouw naar 100% van het ministerssalaris, te agenderen bij de eerstvolgende AV (voorjaar 2015). Dit voorstel is aangenomen.

Meer informatie

182

www.wadinko.nl

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 3 Paragrafen

IPO (Interprovinciaal Overleg) (’s-Gravenhage) Inhoudelijke omschrijving

Deze verbonden partij draagt niet bij aan een specifieke beleidsdoelstelling van een kerntaak in de begroting. Het doel van de vereniging is: • Het behartigen van de belangen van provincies; • Het bieden van een platform voor uitwisseling van kennis en ervaringen; • Het stimuleren en entameren van vernieuwingsprocessen binnen de provincies.

Juridische vorm

Privaatrechtelijke organisatie (vereniging, Burgerlijk wetboek, boek 2).

Partijen

De 12 provincies

Bestuurlijke betrokkenheid

Bestuurslid Y.J. van Hijum Provinciale Staten van iedere provincie wijzen uit hun midden twee personen aan ter vertegenwoordiging van hun provincie in de algemene vergadering.

Financieel belang

Garantstelling van € 600.000

Bijzonderheden

Wij hadden eerder alleen een bestuurlijk en geen financieel belang in het IPO. Op 9 september 2014 hebben wij ingestemd met het afgeven van een borgstelling ter hoogte van € 0,6 miljoen aan het IPO voor een lening van BNG, ten behoeve van de overbrugging van de verhuizing naar en inrichting van nieuwe kantoorruimte van het IPO. Kort daarop is de BBV-regelgeving aangescherpt: een garantstelling wordt gezien als een financieel belang. Onder de nieuwe definitie is het IPO gedurende de looptijd van de garantstelling (tot 15 oktober 2024) een verbonden partij geworden. Daarmee heeft de provincie, gedurende de looptijd van de garantstelling, ook een financieel belang in het IPO. In deze periode is het IPO een verbonden partij. De garantstelling vervalt op 15 oktober 2024. Provincie Noord-Brabant heeft een even grote garantstelling afgegeven. Aflossing en rente verloopt via de jaarlijkse provinciale bijdragen aan het IPO. Bij een eventueel inroepen van de garantstelling wordt het effect voor Overijssel verrekend met de IPO-bijdrage.

Meer informatie

www.ipo.nl

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

183


Zuiderzeehaven Ontwikkelingsmaatschappij C.V. / Beheer B.V. (Kampen) Inhoudelijke omschrijving

Deze verbonden partij raakt de kerntaken ‘Regionale bereikbaarheid en regionaal openbaar vervoer’ (prestatie 4.4.1) en ‘Regionale Economie’ (prestatie 5.7.1). De ontwikkeling van industriehaventerrein ‘Zuiderzeehaven’ in Kampen tot een duurzaam bedrijventerrein met hoogwaardige voorzieningen, heeft tot doel het vestigings- en ondernemingsklimaat van Overijssel te versterken. Bovendien draagt het bij aan het stimuleren van goederenvervoer over water, het faciliteren van het vrachtverkeer over de weg en het beheersen van de doorgaande goederenstroom per spoor.

Juridische vorm

Commanditaire vennootschap, waarbij Zuiderzeehaven Beheer B.V. optreedt als beherend vennoot. Beide zijn privaatrechtelijke organisaties, waarbij de besloten vennootschap – in tegenstelling tot de C.V. – een rechtspersoonlijkheid is (Burgerlijk wetboek, boek 2).

Partijen

De besloten vennootschap is voor 50% in bezit van publiekrechtelijke organen (provincie Overijssel en de gemeenten Zwolle en Kampen) en voor 50% in bezit van drie marktpartijen; ieder (16 2/3%). De commanditaire vennootschap is in bezit van dezelfde zes partijen, elk voor 16,46%, de beherend vennoot bezit 1,25%. Indirect bezitten de zes partijen via hun bezit van de B.V. 16 2/3% in de C.V. Ons belang is in 2014 niet gewijzigd.

Bestuurlijke betrokkenheid

Stemrecht in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (1e gemachtigde voor de provincie hierin: G.J. Kok). Daarnaast is G.J. Kok ook de 1e vertegenwoordiger namens de provincie in de vergadering van Vennoten van de Zuiderzeehaven Ontwikkelingsmaatschappij C.V.

Financieel belang

Wij nemen voor € 3.000 deel in het aandelenkapitaal van Zuiderzeehaven Beheer B.V. Wij hebben € 0,2 miljoen als kapitaal ingebracht in Zuiderzeehaven Ontwikkelingsmaatschappij C.V. Naast de kapitaalinbreng hebben wij € 0,7 miljoen als achtergestelde, renteloze lening vertrekt aan de C.V. Ten slotte hebben wij een subsidie (zogenoemde Tipp-subsidie) van totaal € 2,9 miljoen verstrekt aan de gemeente Kampen, die ten gunste is gebracht aan Zuiderzeehaven Ontwikkelingsmaatschappij C.V. De eindwaarde van de grondexploitatie per 1 januari 2014 bedraagt € 15,9 miljoen.

Bijzonderheden

Het industrieterrein van de Zuiderzeehaven beslaat een oppervlakte van ongeveer 50 hectare, waar bedrijven in milieucategorie één tot en met vijf zich kunnen vestigen. Het terrein kan kustvaarders tot 2.000 ton ontvangen, wat mogelijkheden geeft voor de aan- en afvoer via het water. Concreet zullen zich ongeveer 15 tot 20 bedrijven op het terrein van de haven vestigen. In 2014 zijn – net als in 2013 - geen nieuwe kavels verkocht. Net als andere bedrijventerreinen heeft ook de Zuiderzeehaven te maken met terughoudende ondernemers vanwege de crisis. De inkomsten uit verkoop van het aandeel in een windproject bedragen € 0,9 miljoen. Tot en met 2013 hebben zich dertien bedrijven gevestigd op ZZH. De totale omvang van de verkochte kavels is 36,8 ha (33,6 ha aan water en 3,2 ha ‘droog’). Er is nog 14,6 hectare beschikbaar ( 4,5 hectare aan water en 10,1 hectare ‘droog’). In 2014 is op voorstel van de provincie mw. Van Antwerpen benoemd als opvolger van mw. Bodewes in de functie van commissaris Zuiderzeehaven.

Meer informatie

184

www.zuiderzeehaven.nl

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 3 Paragrafen

Openbaar lichaam RBT (Almelo) Inhoudelijke omschrijving

Het realiseren van een regionaal bedrijventerrein draagt bij aan de kerntaak ‘Regionale Economie’ (prestatie 5.3.12). De betrokken partijen willen een regionaal grootschalig en duurzaam bedrijventerrein realiseren. De provincie neemt deel in de ontwikkeling, exploitatie en beheer van dit bedrijventerrein.

Juridische vorm

Publiekrechtelijke rechtspersoon (Openbaar Lichaam, Wet gemeenschappelijke regelingen).

Partijen

De provincie Overijssel, de gemeenten Almelo, Hengelo, Enschede (elk 23%) en de gemeente Borne (8%). Het belang van provincie Overijssel is in 2014 niet gewijzigd.

Bestuurlijke betrokkenheid

Dagelijks bestuur: I.A. Bakker (lid) Algemeen bestuur: I.A. Bakker (lid) en Y.J van Hijum (lid)

Financieel belang

De laatst vastgestelde grondexploitatie (grex) is die per 1-1-2014 ad € 15 miljoen (negatief, NCW). Onze inschatting is dat de grex per 1-1-2015 € 25,6 miljoen (negatief, NCW) bedraagt (zie bijzonderheden). Dit is een verslechtering van € 10,6 miljoen ten opzichte van de prognose per 1-1-2014. Wij delen 23% mee in het resultaat van het RBT, waardoor ons verlies met € 2,44 miljoen toeneemt. Wij zien ons genoodzaakt om voorzichtigheidshalve, vooruitlopend op de vaststelling van de grex in het Algemeen Bestuur, ons aandeel in het verwachte verlies alvast te doteren aan de voorziening resultaten grondexploitaties. Daarmee is totaal per 31-12-2014 in de voorziening ‘resultaten gebiedsexploitaties’ voor het RBT € 5,9 miljoen gedoteerd.

Bijzonderheden

Het Openbaar lichaam RBT voert de handelsnaam XL Businesspark Twente. Van de netto 123 uitgeefbare hectare is ultimo 2014 nog 109 hectare uitgeefbaar. Het was de intentie om twee beoogde afnemers een omgevingsvergunning te verlenen, waarmee de geprognosticeerde uitgifte van 6 hectare per jaar gerealiseerd zou worden. Dit zal nu in 2015 plaatsvinden. Eind 2014 is circa 80% van de gronden binnen het projectgebied in eigendom van RBT. In 2014 is onafhankelijk onderzoek gedaan naar RBT / XL Businesspark. Dit onderzoek heeft geleid tot een herziening van de plankosten en bijstelling van enkele parameters in de grondexploitatie (uitgifteprijs, kosten- en opbrengstenstijgingen en de rekenrente) die recht doen aan de hedendaagse situatie. Op basis van deze ontwikkelingen en de ontwikkeling van de grondexploitatie de afgelopen jaren (ruim lager uitgiftetempo dan verwacht) schatten wij het verlies op € 25,6 miljoen. Wij nemen daarover een minderheidsstandpunt in. De grondexploitatie per 1 januari 2015 wordt tezamen met de Begroting 2016 - ná bespreking van de provinciale jaarrekening in uw Staten - vastgesteld door het Algemeen Bestuur van RBT (uiterlijk 1 augustus). In Nederland worden forse afboekingen gedaan op grondexploitaties. Als partner in RBT (23% aandeel) is dit de afgelopen jaren ook bij ons het geval geweest op de grondexploitatie van XL Businesspark. In de grondexploitatie wordt uitgegaan van uitgifte van 6 hectare per jaar, wat door de jaren heen gemiddeld niet gehaald is. In de risicoanalyse bij de grondexploitatie van 1 januari 2014 is het uitgiftetempo als belangrijkste risico genoemd.

Meer informatie

www.rbtwente.nl / www.xlbusinesspark.nl

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

185


Fonds nazorg gesloten stortplaatsen Overijssel (Nazorgfonds) (Zwolle) Inhoudelijke omschrijving

Deze verbonden partij past binnen de kerntaak ‘Milieu en Energie’ (prestatie 2.3.8). De Leemtewet (aanvulling Wet milieubeheer) waarborgt dat gesloten stortplaatsen geen of zo weinig mogelijk gevolgen voor het milieu hebben. Op grond van deze wet is de provincie bestuurlijk en financieel verantwoordelijk voor de nazorg van stortplaatsen waar na 1 september 1996 afvalstoffen zijn of worden gestort.

Juridische vorm

Het fonds is opgericht door het College van Gedeputeerde Staten van de provincie Overijssel (artikel 15.47, lid 1 Wm) en is een rechtspersoon bij wet (artikel 15.47, lid 3 Wm). De rechtspersoon is in 2014 ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel.

Partijen

Provincie Overijssel, N.V. ROVA en Twence B.V.

Bestuurlijke betrokkenheid

Dagelijks bestuur: I.A. Bakker en G.J. Kok Algemeen bestuur: voltallig College van Gedeputeerde Staten. Bestuurlijk Overleg Nazorgfonds: I.A. Bakker en G.J. Kok, vertegenwoordiger van N.V. ROVA en vertegenwoordiger van Twence B.V. ROVA en Twence hebben in dit orgaan recht van inspraak, maar geen beslissingsbevoegdheid.

Financieel belang

Om invulling te geven aan de verantwoordelijkheid van de Leemtewet bepaalt de wet (art. 15.44 Wm) dat uw Staten een heffing instellen ter bestrijding van de kosten van de nazorgmaatregelen bij stortplaatsen waar na 1 september 1996 nog afval gestort wordt. Deze heffing wordt bij belastingverordening opgelegd aan de exploitanten van de stortplaatsen in Overijssel. Uw Staten hebben deze belastingverordening op 30 maart 1999 vastgesteld. Wij zijn verplicht de opbrengsten van de heffing af te dragen aan het ‘Fonds nazorg gesloten stortplaatsen Overijssel’. Sinds enkele jaren is de bijbehorende tarieventabel buiten werking gesteld, omdat de omvang van het fonds en de verwachte rendementen voldoende zijn om de vereiste doelvermogens te realiseren.

Bijzonderheden

De Jaarrekening 2013 is de laatst vastgestelde jaarrekening; het eigen vermogen bedraagt ultimo 2013 € 10,8 miljoen. In december 2013 is besloten om de vrijgevallen Nazorggelden binnen het Nazorgfonds stortplaatsen Overijssel te laten beheren door Schretlen & Co N.V. uit Amsterdam (onderdeel van Rabobank). Door de lage rentestanden in de afgelopen jaren is het gemiddelde rendement van 5,4% in 2010 gedaald naar 4,7% in 2013. Naar het zich laat aanzien zullen de stortvolumes in 2015 blijven afnemen. Dit zal tot gevolg hebben dat de stortlocaties langer open zullen blijven dan voorzien. Dit kan gevolgen hebben voor de opbouw van de vereiste doelvermogens.

Meer informatie

186

-

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 3 Paragrafen

Area Development Twente (ADT) (Enschede) Inhoudelijke omschrijving

Deze verbonden partij past binnen de kerntaak Gebiedsontwikkelingen, prestatie 9.0.5, Gebiedsontwikkeling Luchthaven Twente en omstreken alsmede de Omgevingsvisie. De gemeenschappelijke regeling heeft een tweeledige missie: • De economische structuur van Twente te versterken, in samenhang met Kennispark en Hart van Zuid in het kader van de Innovatiedriehoek; • De ontwikkeling van ecologie, waterhuishouding en landschap in een goede balans met duurzaamheid te brengen. Deze visie is uitgewerkt in een gebiedsontwikkeling die uw Staten en de Raad van de gemeente Enschede hebben vastgesteld.

Juridische vorm

Publiekrechtelijke rechtspersoon (Openbaar Lichaam, Wet gemeenschappelijke regelingen). De gemeenschappelijke regeling is op 23 november 2010 in werking getreden (Provinciaal blad nr. PS/2010/864).

Partijen

Provincie Overijssel en gemeente Enschede, ieder voor 50%. Ons belang is in 2014 niet gewijzigd.

Bestuurlijke betrokkenheid

Leden van het Algemeen Bestuur zijn: G.J. Kok, Y.J. van Hijum en E. Boerman. Plaatsvervangende leden zijn: I.A. Bakker, W.H. Maij en de Commissaris van de Koning.

Financieel belang

In de voorziening resultaten gebiedsexploitaties is voor ADT een bedrag van € 6,9 miljoen gestort voor: • Het nadelige effect op de grondexploitatie ad € 5,9 miljoen; • Te verwachten verplichtingen ad € 1 miljoen. In ons Jaarverslag 2011 is een voorziening getroffen ad € 5,4 miljoen voor het afdekken van de nadelige effecten in de grondexploitatie ADT. In 2012 is hierop een aanvulling gestort van € 0,2 miljoen en in 2013 en aanvulling van € 0,3 miljoen.

Bijzonderheden

In het voorjaar 2014 is duidelijk geworden dat de realisatie van een commerciële burgerluchthaven binnen de gestelde kaders geen optie is voor dit gebied. Uw Staten hebben een Commissie van Wijzen aangesteld om een advies te geven t.a.v. het vervolg van de gebiedsontwikkeling Luchthaven Twente e.o. Dit advies - genaamd ‘Technology Base Twente’ - is door uw Staten overgenomen (PS/2014/995). Provincie, gemeente Enschede en ADT kunnen daarmee, in samenwerking met de regio, werken aan een nieuw ontwikkelingsperspectief voor Twente en de voormalige luchthaven. Noodzakelijke maatregelen t.b.v. de implementatie van het advies, zijn verder uitgewerkt in een Plan van Aanpak dat in Q1 (2015) aan uw Staten wordt gepresenteerd. Wij hebben de toekomstige EHS-hectares van ADT gekocht en ADT gevraagd de inrichting hiervan ter hand te nemen en het ingericht aan de provincie over te dragen. De aanbesteding van de inrichting van de EHS is succesvol afgerond en de inrichting ervan is gestart. De woningbouwprojecten Prins Bernhardpark, Fokkerweg en Overmaat alsmede Zuidkamp (en de rest van ’t Vanecker) zijn door ADT in de markt gezet. Het contract met betrekking tot de werkparken De Strip, Oostkamp en een deel van Deventerpoort met exploitant van Eck is getekend, de gronden zijn verkocht. De jaarlijkse actualisatie van de grex heeft plaatsgevonden en de afgesproken Voortgangsrapportages (inclusief jaarrekening) zijn aan uw Staten verstrekt.

Meer informatie

www.adttwente.nl

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

187


Container terminal Hengelo (CTH) (Enschede) Inhoudelijke omschrijving

Deze verbonden partij past binnen de kerntaak ‘Regionale bereikbaarheid en regionaal openbaar vervoer’ (prestatie 4.4.8), alsmede de Omgevingsvisie. De Stichting heeft het creëren, in stand houden en bevorderen van openbare voorzieningen ten behoeve van het multimodaal transport in Twente ten doel.

Juridische vorm

Privaatrechtelijke organisatie (stichting en besloten vennootschap, Burgerlijk wetboek, boek 2). In december 1999 hebben wij de stichting opgericht. Vervolgens is CTH Vastgoed B.V. opgericht, met de stichting als enig aandeelhouder. Op 27 september 2012 is CTH Vastgoed B.V. middels een aandelenoverdracht verkocht aan de aandeelhouders van Combi Terminal Twente B.V. De opbrengst van deze verkoop bedroeg € 2.245.818. De opbrengst van deze verkoop is nu het vermogen van de stichting.

Partijen

De stichting heeft een bestuur.

Bestuurlijke betrokkenheid

Bestuurders van de stichting worden benoemd en ontslagen door het College van Gedeputeerde Staten (art. 3, lid 3 van de statuten). In het stichtingsbestuur hebben A.F.C.M. de Groen, G.G.E. Wolf en T. Bennink zitting.

Financieel belang

De stichting heeft bij de oprichting van de Vastgoed B.V. 200 aandelen gekocht, elk nominaal € 100 (totaal € 20.000). De boekwaarde van het door ons aan de stichting verstrekte kapitaal is nihil. Bij aanvang is een bijdrage in de vorm van subsidie aan de stichting verstrekt.

Bijzonderheden

Op 5 november 2013 heeft de stichting zich, na onze instemming tegenover het Rijk garant gesteld voor een bedrag van € 2 miljoen. Deze garantstelling kan worden ingeroepen indien de ten behoeve van de verbreding en verdieping van de Twentekanalen aangevraagde Europese TEN-subsidie niet wordt verleend. De verruiming van de Twentekanalen draagt rechtstreeks bij aan de stimulering van goederenvervoer over water en met name aan de toegankelijkheid voor grotere schepen tot de havens van Twente waaronder de loswal in Almelo bij XL Businesspark. Daar waar er eerder sprake was van een mogelijk opheffing van de stichting heeft zij zich nu waardevol bewezen in het inzetten van de door haar verkregen financiële middelen in een garantstelling voor de uitbreiding van de Twentekanalen aan het Rijk. Na het aflopen van de huidige garantstelling zullen wij de rol, nut en noodzaak van de stichting met haar bestuur bespreken. De garantstelling is aangegaan tot 31 december 2015.

Meer informatie

188

-

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 3 Paragrafen

Enexis Holding N.V. (‘s Hertogenbosch) Inhoudelijke omschrijving

Deze verbonden partij past binnen de kerntaak ‘Milieu en Energie’ en draagt daarmee bij aan het beleidsdoel ‘Projecten mogelijk maken voor het opwekken van hernieuwbare energie, energiebesparing en energie-infrastructuur’ (prestatie 2.1.3). Enexis beheert het energienetwerk in Noord-, Oost- en Zuid-Nederland voor de aansluiting van ongeveer 2,5 miljoen huishoudens, bedrijven en overheden. De vennootschap heeft ten doel: • Het (doen) distribueren en het (doen) transporteren van energie. • Het in stand houden, (doen) beheren, (doen) exploiteren en (doen) uitbreiden van distributie en transportnetten met annexen voor energie. • Het doen uitvoeren van alle taken die als gevolg van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet zijn toebedeeld aan de netbeheerder. Het bedrijf zet zich actief in op duurzaamheid en innovatie, bijvoorbeeld door ontwikkeling van duurzame netten (o.a. pilots smart grids, initiatieven voor decentrale opwekking, eigen bedrijfsvoering).

Juridische vorm

Privaatrechtelijke organisatie (naamloze vennootschap, Burgerlijk wetboek, boek 2). Wettelijk is bepaald, dat alleen publieke lichamen aandeelhouder van een netwerkbedrijf kunnen zijn.

Partijen

Provincies Groningen (6,01%), Drenthe (2,28%), Overijssel (18,71%), Flevoland (0,02%), Noord-Brabant (30,83%), Limburg (16,13%) en 121 gemeenten in deze provincies en de provincie Friesland. Het belang van provincie Overijssel is in 2014 niet gewijzigd.

Bestuurlijke betrokkenheid

Stemrecht in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (1e gemachtigde voor de provincie hierin: Y.T. van Hijum). Verder hebben wij een vaste zetel in de Aandeelhouderscommissie.

Financieel belang

Wij bezitten 27.998.953 aandelen welke een boekwaarde vertegenwoordigen van € 0,7 miljoen. Daarnaast is sprake van een achtergestelde, niet opeisbare lening van € 39,3 miljoen. Ten slotte heeft Enexis een lening van € 1,8 miljard opgenomen bij ‘Vordering op Enexis B.V.’ die in tien jaar afgelost wordt. Deze B.V. heeft die gelden weer opgenomen bij de bij Enexis betrokken partijen, waaronder wij. Zie ook onder ‘Vordering op Enexis B.V´.

Bijzonderheden

Enexis Holding N.V. opereert in een gereguleerde markt, onder toezicht van de Energiekamer. Toezichthouder Autoriteit Consument en Markt (ACM) heeft begin 2014 de maximaal toegestane tarieven voor 2014-2016 vastgesteld. Enexis geeft aan dat hierdoor de tarieven en het rendement van de onderneming onder druk komen te staan. Voor 2014 was het voor Enexis nog mogelijk haar tarieven beperkter dan toegestaan te laten stijgen. In 2014 is het Strategisch Plan Enexis vastgesteld door de aandeelhouders. Het plan behelst, naast betrouwbaarheid en betaalbaarheid, ambities op het terrein van duurzaamheid. Een aantal aandeelhoudende provincies heeft Enexis verzocht een verkenning naar de verhandelbaarheid van aandelen te faciliteren. Deze verkenning heeft in 2014 niet geleid tot overdracht van aandelen. Wij ontvingen in 2014 € 22,4 miljoen dividend over het resultaat van 2013. Bestuurlijk: dhr. P. Vermaat is benoemd tot voorzitter van de Raad van Bestuur als opvolger van dhr. J.J. Fennema.

Meer informatie

www.enexis.nl

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

189


Attero Holding NV (Arnhem) Inhoudelijke omschrijving

Deze verbonden partij draagt niet bij aan een specifieke beleidsdoelstelling van een kerntaak in de begroting. De vennootschap heeft ten doel: • Het deelnemen in vennootschappen die werkzaam zijn op het gebied van afvalverwijdering, -verwerking, recycling / verwerking. • Het geschikt maken van afval tot producten voor hergebruik en energieopwekking. Het bedrijf stelt zich in haar strategie op als ‘publieke dienstverlener’. Dit wil zeggen een bedrijf dat de activiteiten in een marktgerichte omgeving uitvoert maar gelijktijdig haar klanten voor een substantieel deel bedient binnen de kring van gemeenten in het noorden en zuiden.

Juridische vorm

Privaatrechtelijke organisatie (naamloze vennootschap, Burgerlijk wetboek, boek 2).

Partijen

Voormalig aandeelhouders Essent (provincies Groningen (6,01%), Drenthe (2,28%), Overijssel (18,71%), Flevoland (0,02%), Noord-Brabant (30,83%), Limburg (16,13%) en 121 gemeenten in deze provincies en de provincie Friesland. Voor wijziging belang zie onder ‘financieel belang’.

Bestuurlijke betrokkenheid

Stemrecht in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (1e gemachtigde voor de provincie hierin: I. Bakker). Verder hebben wij een vaste zetel in de Aandeelhouders­commissie.

Financieel belang

Ons aandelenbezit is verkocht per 11 juni 2014.

Bijzonderheden

In 2009 is een aantal onderdelen van Essent NV niet verkocht aan RWE AG. Eén van die onderdelen was Essent Milieu, die naam is gewijzigd naar Attero. Bij het verkoopproces van Essent was het de bedoeling ook dit onderdeel te verkopen, aangezien afvalverwerking niet als een provinciale (kern)taak wordt gezien. Omdat de verkoop toen niet kon worden geëffectueerd, is destijds besloten Attero vooralsnog als zelfstandige deelneming aan te houden en met verkoop te wachten tot een later moment (PS/2009/234). Het besluit tot verkoop van onze aandelen in Attero heeft in 2014 plaatsgevonden. Uw Staten hebben in de vergadering van 26 maart 2014 (PS/2014/146) ingestemd met dit voornemen. De aandelen zijn overgedragen aan Waterland Private Equity Investments: ‘closing’ vond plaats op 11 juni 2014. Ons aandeel in de verkoopopbrengst bedroeg € 31,8 miljoen.

Meer informatie

190

www.attero.nl

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 3 Paragrafen

Publiek Belang Elektriciteitsproductie B.V. (PBE) (’s Hertogenbosch) Inhoudelijke omschrijving

Deze verbonden partij draagt niet bij aan een specifieke beleidsdoelstelling van een kerntaak in de begroting. De baten en lasten worden verantwoord onder de algemene dekkingsmiddelen en financiering.

Juridische vorm

Privaatrechtelijke organisatie (besloten vennootschap, Burgerlijk wetboek, boek 2).

Partijen

Voormalig aandeelhouders Essent (provincies Groningen (6,01%), Drenthe (2,28%), Overijssel (18,71%), Flevoland (0,02%), Noord-Brabant (30,83%), Limburg (16,13%) en 121 gemeenten in deze provincies en de provincie Friesland. Het belang van provincie Overijssel is in 2014 niet gewijzigd.

Bestuurlijke betrokkenheid

Stemrecht in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (1e gemachtigde voor de provincie hierin: I.A. Bakker). Verder hebben wij een vaste zetel in de Aandeelhouderscommissie.

Financieel belang

Ons aandelenbezit vertegenwoordigt een boekwaarde van € 0,3 miljoen.

Bijzonderheden

De afronding van de vervreemding van de aandelen aan RWE heeft plaatsgevonden ten gevolge van de minnelijke schikking die tussen de betrokken partijen in 2011 is bereikt rond het bestaande geschil rond EPZ, de exploitant van onder meer de kerncentrale Borssele. Eind 2012 is tot de definitieve levering van de aandelen gekomen. Aangezien de vennootschap hiermee haar reguliere activiteiten kan beëindigen is besloten voor PBE te voorzien in een versimpelde governance structuur en kan PBE de zaken afwikkelen die uit de verkoop voortkomen. Daarnaast is PBE verplichtingen aangegaan in het kader van het Convenant borging publiek belang kerncentrale Borssele uit 2009. Deze verplichtingen nopen tot voortbestaan van PBE in afgeslankte vorm. Hiermee is een termijn gemoeid van acht jaar na verkoop.

Meer informatie

-

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

191


Verkoop Vennootschap B.V. (’s Hertogenbosch) Inhoudelijke omschrijving

Deze verbonden partij draagt niet bij aan een specifiek beleidsdoel van een kerntaak in de begroting. De baten en lasten worden verantwoord onder de algemene dekkingsmiddelen en financiering. De vennootschap heeft tot doel: • Het overnemen van vrijwel alle garanties van de verkopende aandeelhouders aan RWE AG in de verkoopovereenkomst. • Het voeren van eventuele garantieclaimprocedures tegen RWE AG. • Het vertegenwoordigen van de verkopende aandeelhouders met betrekking tot het geven van instructies aan de escrow-agent die het beheer van het fonds verzorgt. De Vennootschap heeft louter tot doel de financiële afwikkeling van de transactie Essent-RWE adequaat af te handelen.

Juridische vorm

Privaatrechtelijke organisatie (besloten vennootschap, Burgerlijk wetboek, boek 2).

Partijen

Voormalig aandeelhouders Essent (provincies Groningen (6,01%), Drenthe (2,28%), Overijssel (18,71%), Flevoland (0,02%), Noord-Brabant (30,83%), Limburg (16,13%) en 121 gemeenten in deze provincies en de provincie Friesland. Het belang van provincie Overijssel is in 2014 niet gewijzigd.

Bestuurlijke betrokkenheid

Stemrecht in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (1e gemachtigde voor de provincie hierin: I.A. Bakker). Verder hebben wij een vaste zetel in de Aandeelhouderscommissie.

Financieel belang

De boekwaarde van de deelneming en onze vorderingen op haar is nihil. Ultimo 2014 hebben wij een vordering op deze deelneming van € 82,8 miljoen (ons aandeel in de resterende escrow). Voor dit bedrag is een voorziening getroffen.

Bijzonderheden

Gezien de omvang van de bedragen die met de afwikkeling van de verkoop van Essent zijn gemoeid, is het van belang dat de aandeelhouders hun belangen adequaat vertegenwoordigen. De looptijd van deze vennootschap is afhankelijk van de periode dat claims onder de escrow kunnen worden ingediend en afgewikkeld. Welk deel van de resterende € 440 miljoen in de toekomst eventueel zou kunnen vrijvallen is onzeker. Voor wat betreft de Nederlandse vennootschapsbelasting zijn alle aanslagen binnen. Het gesprek met de Belastingdienst hierover is nog altijd gaande. Naast deze mogelijke belastingclaims spelen nog andere claims. Het management van Verkoop Vennootschap B.V. heeft bij de laatste vastgestelde jaarrekening (2013) een inschatting gemaakt van de benodigde voorziening ultimo 2013. De stand per 31 december 2013 van deze voorziening is € 97,3 miljoen.

Meer informatie

192

-

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 3 Paragrafen

CBL Vennootschap B.V. (’s Hertogenbosch) Inhoudelijke omschrijving

Deze verbonden partij draagt niet bij aan een specifiek beleidsdoel van een kerntaak in de begroting. De baten en lasten worden verantwoord onder de algemene dekkingsmiddelen en financiering. De vennootschap heeft tot doel: • Het vertegenwoordigen van de verkopende aandeelhouders ter dekking van eventuele aansprakelijkheid bij het afkopen van de cross border leases (CBL’s). • Het vertegenwoordigen van de verkopende aandeelhouders met betrekking tot het geven van instructies aan de escrow-agent waar het fonds wordt aangehouden. Ook hier strekt het doel van de Vennootschap niet verder dan de transactie Essent-RWE zorgvuldig af te wikkelen.

Juridische vorm

Privaatrechtelijke organisatie (besloten vennootschap, Burgerlijk wetboek, boek 2).

Partijen

Voormalig aandeelhouders Essent (provincies Groningen (6,01%), Drenthe (2,28%), Overijssel (18,71%), Flevoland (0,02%), Noord-Brabant (30,83%), Limburg (16,13%) en 121 gemeenten in deze provincies en de provincie Friesland. Ons belang is in 2014 niet gewijzigd.

Bestuurlijke betrokkenheid

Stemrecht in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (1e gemachtigde voor de provincie hierin: I.A. Bakker). Verder hebben wij een vaste zetel in de Aandeelhouderscommissie.

Financieel belang

De boekwaarde van de deelneming is nihil. Eind juni 2011 zijn alle CBL-contracten vervroegd beëindigd. Het vermogen in het CBL Escrow Fonds was initieel $ 250 miljoen. Na aftrek van het bedrag dat nodig was voor de voortijdige beëindiging van de CBL-contracten resteerde een bedrag van $ 20 miljoen. Besloten is dit bedrag aan te houden om eventuele advies- en andere afwikkelingskosten te kunnen opvangen. Na aftrek van de advies- en afwikkelingskosten zal een groot deel worden uitbetaald in de verhouding van 50%-50% RWE en verkopende aandeelhouders. Hierna kan het fonds geliquideerd worden.

Bijzonderheden

-

Meer informatie

-

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

193


Vordering Enexis B.V. (’s Hertogenbosch) Inhoudelijke omschrijving

Deze verbonden partij draagt inhoudelijk niet bij aan een specifiek beleidsdoel. De verbonden partij fungeert slechts als een administratief doorgeefluik tussen Enexis en haar aandeelhouders en hangt daarom onder dezelfde kerntaak en hetzelfde beleidsdoel als Enexis: ‘Projecten mogelijk maken voor het opwekken van hernieuwbare energie, energiebesparing en energie-infrastructuur’ (beleidsdoel 2.1). De vennootschap heeft ten doel het vertegenwoordigen van de verkopende aandeelhouders bij het beheer en de uitoefening van rechten en verplichtingen op grond van de vordering op Enexis Holding NV en de daaraan verbonden back-to-backleningen van de verkopende aandeelhouders.

Juridische vorm

Privaatrechtelijke organisatie (besloten vennootschap, Burgerlijk wetboek, boek 2).

Partijen

Voormalig aandeelhouders Essent (provincies Groningen (6,01%), Drenthe (2,28%), Overijssel (18,71%), Flevoland (0,02%), Noord-Brabant (30,83%), Limburg (16,13%) en 121 gemeenten in deze provincies en de provincie Friesland. Ons belang is in 2014 niet gewijzigd.

Bestuurlijke betrokkenheid

Stemrecht in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (1e gemachtigde voor de provincie hierin: I.A. Bakker). Verder hebben wij een vaste zetel in de Aandeelhouderscommissie.

Financieel belang

Ons aandelenbezit vertegenwoordigt een boekwaarde van € 19.000. Ultimo 2014 hebben wij een vordering op deze deelneming van € 159 miljoen. In januari 2012 heeft eerste aflossing plaatsgevonden van € 84,2 miljoen en een tweede eind 2013 van € 93,5 miljoen. De resterende twee aflossingen worden tot 2019 voorzien. Een bedrag van € 65,5 miljoen is onder voorwaarden converteerbaar in aandelen Enexis Holding N.V.

Bijzonderheden

Voor een eenvoudigere coördinatie en beheersbaarheid van de belangen van 126 aandeelhouders is ervoor gekozen deze vennootschap tijdelijk op te zetten. De looptijd van de vennootschap is afhankelijk van het tempo van aflossing en/of herfinanciering van de oorspronkelijk vier tranches van de lening die in totaal € 1,8 miljard bedroeg bij aanvang.

Meer informatie

194

-

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 3 Paragrafen

CSV Amsterdam B.V. (voorheen Claim Staat Vennootschap B.V. (’s Hertogenbosch)) Inhoudelijke omschrijving

Deze verbonden partij draagt niet bij aan een specifiek beleidsdoel van een kerntaak in de begroting. De baten en lasten worden verantwoord onder de algemene dekkingsmiddelen en financiering. Deze tijdelijke vennootschap is opgericht ten behoeve van de coördinatie en beheersbaarheid van de belangen van 126 oud-aandeelhouders. De looptijd van de vennootschap is afhankelijk van het verloop van de procedure tegen de Staat der Nederlanden. De vennootschap vertegenwoordigt de verkopende aandeelhouders bij het beheer en de uitoefening van rechten en verplichtingen op grond van een eventuele vergoeding (als gevolg van de procedure tegen de Staat der Nederlanden) van de schade aan de verkopende aandeelhouders als gevolg van de splitsingswetgeving tussen het commerciële en het netwerkbedrijf.

Juridische vorm

Privaatrechtelijke organisatie (besloten vennootschap, Burgerlijk wetboek, boek 2).

Partijen

Voormalig aandeelhouders Essent (provincies Groningen (6,01%), Drenthe (2,28%), Overijssel (18,71%), Flevoland (0,02%), Noord-Brabant (30,83%), Limburg (16,13%) en 121 gemeenten in deze provincies en de provincie Friesland. Ons belang is in 2014 niet gewijzigd.

Bestuurlijke betrokkenheid

Stemrecht in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (1e gemachtigde voor de provincie hierin: I.A. Bakker). Verder hebben wij een vaste zetel in de Aandeelhouderscommissie.

Financieel belang

Ons aandelenbezit vertegenwoordigt een boekwaarde van € 19.000.

Bijzonderheden

Het Gerechtshof Den Haag heeft Delta, Eneco en Essent al in 2010 in het gelijk gesteld en het zogenaamde groepsverbod en het verbod op nevenactiviteiten onverbindend verklaard. De Staat is tegen de arresten van het Gerechtshof vervolgens in cassatie gegaan. De Hoge Raad heeft inmiddels besloten alvorens tot een vonnis te komen een uitleg van het Europese Recht aan het Hof van Justitie van de Europese Unie te vragen. Het Hof van Justitie heeft begin 2013 geoordeeld, dat de zogenaamde Splitsingswet niet in strijd is met het Europese Recht. Eind oktober 2014 heeft de Advocaat-Generaal de Hoge Raad geadviseerd tot vernietiging van het arrest Hof Den Haag (oordeel: geen splitsing) en bekrachtiging van het vonnis Rechtbank Den Haag (oordeel: wel splitsing). Het is nog niet helemaal zeker wat de Hoge Raad met dit advies c.q. oordeel in haar eigen bevindingen gaat doen. De uitspraak van de Hoge Raad stond voor 9 januari 2015 op de rol, maar is uitgesteld. De uitspraak zal waarschijnlijk medio 2015 plaatsvinden. Mocht de Wet onafhankelijk netbeheer (Won) in cassatie alsnog onverbindend worden verklaard, dan zal Claim Staat Vennootschap besluiten of een schadeprocedure tegen de Staat gestart kan worden. De garantie- en aansprakelijkheidsbedragen vanuit de verkoop van Attero d.d. 27 mei 2014 worden gereserveerd op een geblokkeerde rekening (escrow). Deze escrow ter grootte € 13,5 miljoen in het eerste jaar - daarna verlaagd met € 9,5 miljoen voor nog eens vier jaar - is ondergebracht bij Claim Staat Vennootschap. Hiervoor zijn de statuten aangepast om ook deze activiteit hier onder te brengen.

Meer informatie

-

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

195


Stichting Essent Sustainability Development (Stichting Duurzaamheid) (‘s Hertogenbosch) Inhoudelijke omschrijving

De verbonden partij Stichting Duurzaamheid past binnen de provinciale kerntaak ’Milieu en Energie’. Bij de verkoop van Essent aan RWE in 2009 is een clausule opgenomen in de verkoopovereenkomst, de zogenaamde Duurzaamheidsovereenkomst die de verwerving, levering en productie van energie (goede balans van beschikbaarheid, duurzaamheid en betaalbaarheid) na de verkoop moet borgen. Onderdeel van de Duurzaamheidsovereenkomst is het Ontwikkelingsplan 2009 - 2013 met doelstellingen opgenomen op het gebied van innovatie en energieopwekking. De Stichting Duurzaamheid houdt namens de voormalige aandeelhouders van Essent toezicht op de voortgang van dit ontwikkelingsplan.

Juridische vorm

Privaatrechtelijke organisatie (stichting, Burgerlijk wetboek, boek 2).

Partijen

Voormalig aandeelhouders Essent (provincies Groningen (6,01%), Drenthe (2,28%), Overijssel (18,71%), Flevoland (0,02%), Noord-Brabant (30,83%), Limburg (16,13%) en 121 gemeenten in deze provincies en de provincie Friesland.

Bestuurlijke betrokkenheid

Tot aan opheffing: I.A. Bakker (lid Board). Tot aan opheffing: Th. Rietkerk (lid Council).

Financieel belang

N.v.t.

Bijzonderheden

De Duurzaamheidsovereenkomst waar de stichting op toeziet eindigde per 31 december 2013. De door Essent opgeleverde eindrapportage is door de Council en de Board beoordeeld. Het oordeel van de Board is, samen met de eindrapportage, in april 2014 aan uw Staten voorgelegd. De Verkopersraad (oud-aandeelhouders Essent) heeft - onder uitspreken van teleurstelling over het bereikte eindresultaat - besloten de stichting op 31 oktober 2014 op te heffen.

Meer informatie

196

-

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 3 Paragrafen

Energiefonds Overijssel (Zwolle) Inhoudelijke omschrijving

De verbonden partij Energiefonds Overijssel B.V. past binnen de provinciale kerntaak ‘Milieu en Energie’ (prestatie 2.1.2) en draagt bij aan de provinciale doelstelling om in 2020 20% van de totale energiebehoefte te halen uit hernieuwbare energie. Energiefonds Overijssel richt zich op ondernemers, woningcorporaties en andere maatschappelijke organisaties. Het fonds ter grootte van € 250 miljoen betreft: € 100 miljoen woningcorporaties, € 125 miljoen projecten, ondernemingen, organisaties en € 25 miljoen hoogwaardige technologische innovatie. Het fonds (co-)financiert projecten op het gebied van energiebesparing en de productie van hernieuwbare energie middels participaties, leningen en garanties. Het fonds beoogt een maatschappelijk rendement van: • Jaarlijks 4.500 tot 14.000 Terajoule energie uit duurzame energiebronnen en energiebesparing. • Energiemaatregelen bij 6.500 huurwoningen. • 1.000 mensjaren werk en 150 tot 300 structurele arbeidsplaatsen.

Juridische vorm

Energiefonds Overijssel bestaat uit twee B.V.’s.: • Energiefonds Overijssel I B.V. voor het deelnemen in participaties. • Energiefonds Overijssel II B.V. (100% dochter van Energiefonds Overijssel I B.V.) voor het verstrekken van geldleningen en garanties. Beiden zijn privaatrechtelijke organisaties (besloten vennootschappen, Burgerlijk wetboek, boek 2) met een Raad van Commissarissen, een Fondsbeheerder en een Adviescommissie.

Partijen

Ons belang bedraagt 100% en is in 2014 niet gewijzigd.

Bestuurlijke betrokkenheid

Stemrecht in de Algemene Vergadering (1e gemachtigde voor de provincie hierin: Y.J van Hijum).

Financieel belang

Ons aandelenbezit vertegenwoordigt ultimo 2014 een boekwaarde van € 100. Wij staan garant voor het door Energiefonds Overijssel aan te trekken werkkapitaal tot maximaal € 12 miljoen, vermeerderd met 10% vanwege rente en kosten. Alle bijdragen vanuit het fonds worden terugbetaald of terugverdiend. Het fonds beoogt een (netto) financieel rendement van 2% te realiseren.

Bijzonderheden

Vanuit Energiefonds Overijssel is ultimo 2014 aan 21 ondernemingen en woningcorporaties een bijdrage toegezegd voor een bedrag van in totaal € 87,3 miljoen. Het hiermee gerealiseerde maatschappelijk rendement is 998 TeraJoule - wat overeenkomt met het energieverbruik van 12.900 huishoudens – en 1.140 arbeidsplaatsen, waarvan 35 structureel. Op 3 juli 2014 is een tweede tranche (€ 35 miljoen) financieringen opengesteld voor verduurzaming van de woningvoorraad van Overijsselse woningcorporaties. In december 2014 zijn hieruit - op de valreep – reeds twee leningen toegekend. Energiefonds Overijssel is in 2014 tussentijds geëvalueerd. De belangrijkste conclusie is dat zowel de kaders als de organisatie zorgvuldig, gedegen en evenwichtig zijn vormgegeven. Er zijn verbeterpunten geïnventariseerd om de jonge organisatie door te laten groeien naar de fase van volwassenheid. In 2015 zal hieraan nader uitvoering worden gegeven. De uitkomsten van de evaluatie zijn in oktober 2014 met uw Staten gedeeld (PS/2014/849).

Meer informatie

www.energiefondsoverijssel.nl

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

197


Stichting Groen Gas Nederland (Leeuwarden) Inhoudelijke omschrijving

De verbonden partij Stichting Groen Gas Nederland past binnen de provinciale kerntaak ‘Milieu en Energie’ (prestatie 2.1.1). De stichting heeft tot doel de expertise van markt-, kennis- en overheidspartijen op het gebied van groen gas te bundelen en te ontsluiten. Groen Gas Nederland biedt ondersteuning aan projecten ten aanzien van de productie van groen gas. Het werkpakket van de stichting is uitgebreid met projecten voor de afzet van groen gas in de mobiliteit.

Juridische vorm

Privaatrechtelijke organisatie (stichting, Burgerlijk wetboek, boek 2).

Partijen

Provincie Friesland (gezamenlijk met gemeente Leeuwarden), Netbeheer Nederland, Gasunie, Gasterra , Eneco, Essent, LTO Noord, provincie Overijssel en provincie Gelderland. Mede door uitbreiding van het werkpakket zijn recent toegetreden: Provincie Drenthe, Provincie Groningen, provincie Noord-Holland, Stadsgewest Haaglanden, Stadsregio Arnhem-Nijmegen.

Bestuurlijke betrokkenheid

Bestuurslid: Y.J. van Hijum.

Financieel belang

Bijdrage € 100.000 (voor 2012 en 2013) + extra bijdrage € 25.000 voor verlenging van de looptijd tot 2014. Bijdrage € 110.000,- voor 2015 en 2016, waarbinnen € 60.000,- bestemd is voor de afzet van groen gas in de mobiliteit.

Bijzonderheden

In 2014 is het werkpakket van de stichting uitgebreid met projecten en deelnemende partijen voor de afzet van groen gas in de mobiliteit (samenwerkingsproject Groen Gas in de Mobiliteit). Hiermee krijgt de stichting een impuls die past bij de toenemende rol van groen gas in de mobiliteit. Deze visie sluit aan bij de Routekaart Hernieuwbaar Gas en de Duurzame Brandstoffenvisie van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu. De looptijd van de stichting is verlengd tot eind 2016.

Meer informatie

198

www:groengas.nl

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 3 Paragrafen

3.7 Grondbeleid Deze paragraaf betreft de samenvatting van de Meerjaren Investeringsprognose Grondbeleid (MIG) over 2014. Kaders voor de uitvoering van het grondbeleid In de nota Grondbeleid zijn de kaders voor de uitvoering van ons grondbeleid beschreven. Het voeren van grondbeleid staat ten dienst van programma’s en projecten voor de realisatie van onze provinciale doelen. De belangrijkste punten uit de nota Grondbeleid zijn: • Het grondbeleid is een middel voor de realisatie van verschillende provinciale doelen, programma’s en projecten. De inzet van instrumenten is maatwerk en wordt per ruimtelijke opgave bepaald. • Het streven is niet meer gronden in eigendom te hebben dan nodig is voor de provinciale opgave. • Bepaling van de verwervingsstrategie voor de EHS / N2000 verloopt via de interventieladder van particuliere realisatie, minnelijke schadeloosstelling tot de uiterste stap van onteigening. • Beleid is geformuleerd voor de ruiling van (nog te verwerven) provinciale gronden binnen de begrenzing van de EHS. Daarnaast is een 1-op-1 uitgifte van natuurgrond onder bepaalde voorwaarden mogelijk, bijvoorbeeld bij grenscorrecties en bijna omsloten percelen. • Er vindt nader onderzoek plaats naar vormen van uitgifte (op termijn) van (ingerichte) natuurgronden binnen de EHS en landbouwgronden met beperkingen, waarbij de kosten en de kwaliteit van het eindbeheer in balans zijn. • Het toepassen van het geformuleerde beleid voor de uitgifte van provinciale gronden buiten de begrenzing van de EHS, de zogenaamde grond-voor-grondgronden. • Het instrument pacht-koop is toegevoegd voor gronden die hun eindbestemming hebben bereikt. Dit betekent dat een agrariër langjarig gepachte grond gefaseerd kan kopen. • Verschillende vormen van tijdelijk beheer zijn mogelijk met betrekking tot de provinciale gronden die hun einddoel of eindgebruiker nog niet hebben bereikt. • Het voeren van een minimaal sluitende exploitatie voor tijdelijk beheer waarin alle kosten en opbrengsten worden gesaldeerd. De belangrijkste punten die relatie hebben met het toepassen van de Algemene Reserve Grond (ARG) zijn: • Verantwoording van het provinciaal grondbezit conform BBV (Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten). • Toepassing van een voorziening grondbezit. • Jaarlijkse bepaling van de stand van de ARG en eventuele aanvulling bij de jaarrekening via een voorstel resultaatbestemming. Wij kunnen zowel een actief als een faciliterend en passief grondbeleid voeren. De keuze hangt mede af van de rol die wij kiezen in een ontwikkeling. Ook de risico’s en de vrijheid in locatiekeuze voor het bereiken van het doel spelen hierbij een rol. De keuze voor de in te zetten instrumenten en het moment waarop deze ingezet worden, hangt mede af van de rol die wij willen spelen in een ontwikkeling of programma.

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

199


De uitvoering van het Grondbeleid: inzet van instrumenten In 2014 zijn de volgende grondbeleidsinstrumenten ingezet ten behoeve van verschillende projecten en programma’s:

Project

Verwerving en schadeloosstelling

Vervreemding

Tijdelijk beheer

ADT (gronden voor

Geen activiteiten in 2014.

Geen activiteiten in 2014.

-

In 2014 is na de laatste schriftelijke bie-

In 2014 zijn de aktes gepasseerd tussen ons en de

De gronden en opstallen zijn tot

dingsronde uit 2013 met nog een aantal

gemeente Kampen. Beide partijen hadden gronden

eind 2014 door Dienst Landelijk

grondeigenaren minnelijk overeenstem-

in haar bezit die binnen het plangebied van de

Gebied (DLG) tijdelijk beheerd en

ming bereikt.

andere partij lag. Wij hebben ca. 58 ha verkocht

zijn vanaf 1-1-2015 onderdeel

Voor de resterende percelen hebben

aan de gemeente en ca. 126 ha aangekocht van de

van onze exploitatie voor tijdelijk

wij aan de Kroon verzocht om deze ter

gemeente.

beheer.

onteigening aan te wijzen. Dit verzoek is

Daarnaast hebben wij via de gemeente nog 47 ha

ingewilligd middels een Koninklijk Besluit

aangekocht van een consortium.

(KB) d.d. 27-10-2014. Het KB ziet op

Op enkele hectares na is in oktober het volledige

eigendommen van nog 8 partijen, waarvan

bezit binnen IJsseldelta-Zuid juridisch aan ons

inmiddels met 1 alsnog minnelijke overeen-

overgedragen van Bureau Beheer Landbouwgron-

stemming is bereikt.

den (BBL).

realisatie EHS) IJsseldelta-Zuid

De gerechtelijke fase van de onteigening is inmiddels opgestart. Ruimte voor de Vecht

Revolving fund

In 2014 zijn gronden gekocht van parti-

In 2014 is een verkoopovereenkomst onderte-

De gronden die zijn aangekocht

culieren en van BBL. Het betrof minnelijke

kend waarbij een deel van de gronden binnen het

van de particulieren kennen nog

verwerving.

project, die na inrichting een nevengeul worden,

een voortgezet gebruik. De gron-

worden verkocht aan Landgoed Vilsteren en Wa-

den die zijn aangekocht van BBL

terschap Groot Salland. De akte zal medio februari

zijn onderdeel van onze exploitatie

2015 passeren.

voor tijdelijk beheer.

Via minnelijke weg zijn binnen de

Via een grote kavelruil, inbreng in de akte van

De gronden en opstallen zijn

aangewezen gebieden enkele hectares

toedeling Losser-Zuid en enkele losse verkopen, is

tot eind 2014 door DLG tijdelijk

verworven.

in 2014 een forse hoeveelheid grond verkocht. Op

beheerd en zijn vanaf 1-1-2015

enkele hectares na is in oktober het volledige bezit

onderdeel van onze exploitatie

binnen revolving fund juridisch aan ons overgedra-

voor tijdelijk beheer.

gen van BBL. ILG-gronden

De ILG-gronden zijn gekoppeld aan rea-

Voor EHS-realisatie gold in 2014 nog een verkoop-

Tijdelijk beheer van alle ILG-bezit-

lisatie van de EHS. Daartoe gold in 2014

stop. Via enkele kavelruilen, inbreng in een aantal

tingen vond in 2014 plaats via

nog een “netto” aankoopstop. Via enkele

aktes van toedeling (WILG en LI-wet) en diverse

DLG / BBL en vormen nu onder-

ruilingen, een kavelruil en een viertal aktes

door Gedeputeerde Staten gefiatteerde losse

deel van ons tijdelijk beheer.

van toedeling (WILG en LI-wet) zijn nieuwe

verkopen is in 2014 een forse hoeveelheid grond

gronden aangekocht. De gronden zijn

verkocht. Op de hectares na die conform vaststel-

veelal gelegen binnen de begrenzing van

lingsovereenkomst juridisch op naam van BBL moe-

de EHS.

ten blijven staan (minimaal 1.409 ha) is in oktober het overige bezit binnen de ILG-gronden juridisch van BBL aan ons overgedragen (ca. 2.100 ha incl. ha’s van Revolving Fund en IJsseldelta-Zuid).

200

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 3 Paragrafen

Project

Verwerving en schadeloosstelling

Vervreemding

Tijdelijk beheer

Regeling Aankoop

In 2014 zijn diverse gronden aangekocht

Voor de RAGO is vooralsnog geen sprake van

De gekochte gronden zijn voor

Gronden Overijssel

met behulp van de RAGO-regeling op basis

vervreemding.

een deel in voortgezet gebruik

(RAGO) in het kader

van passieve minnelijke verwerving.

bij de vorige eigenaar en worden voor een deel verpacht als onder-

van EHS

deel van ons tijdelijk beheer. Geen activiteiten in 2014.

Al de aangekochte gronden en

N34, N331 en N342

In 2014 zijn voor deze infrastructurele

en N343

projecten gronden aangekocht onder het

opstallen worden tijdelijk door

tracé, de zogenaamde projectgronden.

ons beheerd. Het kan gaan om

Het betrof hier minnelijke verwervingen

voortgezet gebruik door de

en verwerving op basis van een minnelijke

vorige eigenaar, anti-kraakbewo-

kavelruil.

ning, pacht of verhuur op basis van de leegstandswet. Het tijdelijk beheer is kort lopend. Per jaar wordt bekeken of gronden nodig zijn voor het project of wellicht kunnen worden verkocht.

N 340

In 2014 is een aantal aankopen gedaan

In 2014 is een aantal percelen die zijn aange-

Al de aangekochte gronden en

waarbij deels schadeloosstelling is betaald.

kocht als ruilgrond vanwege overtolligheid weer

opstallen worden tijdelijk door

Het betrof hier aankopen ter voorkoming

verkocht.

ons beheerd. Het kan gaan om

van onteigening.

voortgezet gebruik door de

De onteigening voor het gedeelte van

vorige eigenaar, anti-kraakbewo-

de A28 tot en met de spoorlijn loopt. De

ning, pacht of verhuur op basis

hoorzitting heeft plaatsgevonden. Aan de

van de leegstandswet. Het tijde-

Kroon is verzocht om de gronden tussen

lijk beheer is kort lopend. Per jaar

knooppunt A28 en de spoorlijn Zwolle-

wordt bekeken of gronden nodig

Meppel ter onteigening aan te wijzen.

zijn voor het project of wellicht

Hiertoe heeft een ontwerp-KB ter inzage

kunnen worden verkocht.

gelegen. Een KB wordt uiterlijk 18 mei 2015 verwacht. Voor het gedeelte vanaf het spoor tot aan de Ankummerdijk zijn de onderhandelingen weer opgestart. Begin 2015 worden de officiële biedingen gedaan. Voor het overige tracé geldt dat nog niet duidelijk is welke grond nodig is. Deze dossiers staan tot nader order “on hold”. N348

Voor de N348 is een woning met tuin en

Voor de N348 is vooralsnog geen sprake van

Voor de N348 is de verworven

extra grond verworven op minnelijke basis.

vervreemding.

woning + tuin in voortgezet

De extra grond ligt buiten het tracé en kan

gebruik gegeven als onderdeel

dienen als ruilgrond.

van ons het tijdelijk beheer.

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

201


De verantwoording van het grondbezit In deze paragraaf worden de gronden verantwoord die (economisch) in ons eigendom zijn. Het betreft hier gronden die op onze naam staan en de gronden waarvan BBL nog juridisch eigenaar is. Gronden in bezit voor de volgende projecten: • ADT (gronden voor realisatie EHS) • IJsseldelta-Zuid • Ruimte voor de Vecht • Revolving fund t.b.v. landbouwstructuurversterking • ILG-gronden t.b.v. realisatie natuuropgave • RAGO-gronden t.b.v. realisatie natuuropgave • N34 • N331 • N340 • N342 • N343 • N348 • Overig grondbezit Eind 2013 is tussen Rijk (BBL) en provincie op basis van decentralisatieafspraken een vaststellingsovereenkomst gesloten inzake de ILG-gronden. Voortvloeiende daaruit heeft op 29 oktober 2014 een omvangrijke levering van juridisch eigendom plaatsgevonden van BBL aan ons. Totaal is ca. 2.100 ha gronden en opstallen over gegaan en nu volledig ons eigendom. Dit betreft de volgende gronden: • Gronden en opstallen die zijn aangekocht voor de realisatie van de natuuropgave (ILG-gronden). • Gronden en opstallen die zijn aangekocht ten behoeve van de landbouwstructuurversterking (Revolving Fund-gronden). • Gronden die zijn aangekocht ten behoeve van de IJsseldelta-Zuid. Het resterende deel van de ILG-gronden, ca. 1.450 ha, staat nog op naam van BBL en betreft economisch eigendom van de provincie (stand 31 december 2014). In de vaststellingsovereenkomst met het Rijk van eind 2013 is opgenomen dat minimaal 1.409 ha voorlopig op naam van BBL moet blijven staan. Deze gronden worden in gelijke tranches over vier jaren juridisch aan ons overgedragen. De eerste trance vindt plaats in 2016. In februari 2015 vindt nog een aanvullende levering plaats van BBL aan ons met betrekking tot: • (Resterende) gronden en opstallen die zijn aangekocht ten behoeve van IJsseldelta-Zuid en Ruimte voor de Vecht. • Resterende gronden en opstallen die zijn aangekocht voor de realisatie van de natuuropgave (ILG-gronden). • Resterende gronden die zijn aangekocht ten behoeve van de landbouwstructuurversterking (RF-gronden). P8 is het eigendomsregistratiesysteem waarin ons grondbezit geadministreerd is. Alle grondbezit en grondtransacties en contracten ten behoeve van tijdelijk beheer worden in dit systeem verwerkt. De analyse leidt tot een totaaloverzicht van het grondbezit per kadastraal perceel, opgesplitst naar gronden gelegen onder het tracé (projectgrond) of daarbuiten (ruilgrond) en o.a. de boek- en taxatiewaarde.

202

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 3 Paragrafen

Projectgronden Wij hebben circa 1.689 ha grond in bezit voor verschillende projecten. Deze gronden liggen “binnen het tracé”. Dat wil zeggen dat deze gronden ingezet worden voor de realisatie van het project. De boekwaarde van deze gronden voor de infra-projecten is afgewaardeerd naar € 0 omdat gronden onder infra-tracés geen waarde hebben. De 362 ha ILG-gronden, als onderdeel van de totale 1.689 ha, zijn gronden binnen de begrenzing van de EHS. Deze gronden hebben wel een boekwaarde aangezien deze vervreemd kunnen worden tegen natuurwaarde. Dit geldt ook voor de 16 ha RAGO-gronden en 138 ha gronden die gekocht zijn van ADT ten behoeve van de natuurrealisatie. Gronden op de balans (geactiveerde gronden) Er zijn 304 ha ruilgronden aangekocht voor de IJsseldelta-Zuid, de N340, de N343, de N348 en de N34 en geactiveerd op de balans. Deze gronden hebben een boekwaarde van in totaal € 24.845.000. Ook de 362 ha ILG-gronden die zijn aangekocht voor natuurrealisatie binnen de begrenzing van de EHS hebben een boekwaarde en zijn geactiveerd op de balans tegen natuurwaarde. Dit geldt voor de gronden die zijn aangekocht van ADT, de Revolving Fund-gronden en de RAGO-gronden. De boekwaarde van deze gronden is € 51.733.000. In totaal is de boekwaarde van alle op de balans geactiveerde gronden € 76.716.000. De taxatiewaarde van deze percelen is hoger dan of gelijk aan de boekwaarde. De verklaring hiervan is dat de provincie geen gronden aankoopt voor een bedrag hoger dan de taxatiewaarde. Indien een schadeloosstelling betaald wordt, wordt deze direct afgeboekt ten laste van het programma- of projectbudget. Omdat de boekwaarde gelijk is aan de taxatiewaarde hoeft er geen voorziening getroffen te worden ten behoeve van ons grondbezit. Voor de Revolving Fund-gronden geldt dat het Revolving Fund neutraal moet opereren. Dat wil zeggen dat de aangekochte gronden en vastgoed verkocht moeten worden tegen boekwaarde of hoger. Met de juridische overdracht van de Revolving Fund-gronden tegen boekwaarde, wordt dit jaar voor het eerst de boekwaarde vergeleken met de marktwaarde. De marktwaarde is gebaseerd op de grondprijsmonitor van de DLG. Conform de BBV mogen positieve verschillen (de boekwaarde is lager dan de marktwaarde) niet gesaldeerd worden met de negatieve verschillen (de boekwaarde is hoger dan de marktwaarde). Daarom moet een voorziening getroffen worden van € 344.000 voor dit verschil. Deze voorziening is gedekt uit de ADR (Algemene dekkingsreserve), waarmee aangegeven wordt dat het risico over het grondbezit van het revolving fund niet is opgenomen in de ARG. Verspreid liggende gronden (niet geactiveerd op de balans) Het totale oppervlak van de gronden die niet hun bestemming bereikt hebben en geen boekwaarde hebben, is circa 2.477 ha. De boekwaarde van deze gronden is € 0 vandaar dat ze niet geactiveerd zijn op de balans. Ook zijn dit gronden die in het verleden zijn aangekocht en toen ook direct zijn afgeboekt. Opstallen Binnen een aantal projecten is ook sprake van verwerving van opstallen. Dit geldt voor de projecten IJsseldelta-Zuid, ILG-gronden (EHS), N34, N331, N340 en N348. Ook is in het verleden binnen het Revolving Fund sprake geweest van verwerving van opstallen. Voor de opstallen die onder het tracé vallen, geldt dat deze uiteindelijk gesloopt gaan worden. Deze opstallen zijn in vorenstaande tabel opgenomen onder projectgrond. Voor de opstallen die zijn “mee gekocht” geldt dat deze niet gesloopt worden en weer moeten worden afgestoten. Deze opstallen zijn in vorenstaande tabel opgenomen onder ruilgrond.

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

203


Algemene Reserve Grond Het doel van de ARG is het afdekken van risico’s die gepaard gaan met ons grondbezit van gronden die hun einddoel nog niet bereikt hebben. Door het instellen van een aparte reserve voor gronden worden de risico’s van gronden gescheiden van de financiële huishouding voor onze overige taken. De ARG maakt het mogelijk om eenduidig risico’s te beheersen die gepaard gaan met ons grondbezit. Het risico over het grondbezit wordt door de programma’s en projecten afgekocht door een dotatie van 10% over de boekwaarde van de ruilgronden die voor het programma of project zijn aangekocht, aan de ARG. Spelregels ARG De volgende spelregels zijn van toepassing op de ARG (naast de algemene spelregels die gelden voor reserves): 1. Uw Staten stellen jaarlijks bij het Jaarverslag de hoogte van de ARG vast. 2. Deze wordt opgebouwd uit 10% van de boekwaarde van alle gronden binnen ons grondbezit. 3. Storting en onttrekking vindt plaats via een resultaatbestemming. 4. Als blijkt dat de ARG een hoger bedrag bevat dan de norm, dan wordt de ARG afgeroomd ten gunste van de ADR. 5. Indien dit het geval is dan besluiten uw Staten hierover bij het Jaarverslag. Het risico van de geactiveerde gronden, peildatum 31 december 2014, wordt berekend over de boekwaarde van de op de balans geactiveerde gronden van de projecten IJsseldelta-Zuid, N340, N34, N348 en diverse projectgronden met waarde. De totale boekwaarde betreft € 26.362.612.

De ARG wordt per 31-12 2014 als volgt berekend Omschrijving:

Totaal

IJsseldelta

N340

N34

projectgronden

N348

met waarde Benodigd per 31-12-2014: Benodigde ARG o.b.v. norm 10% Af: risico camping Werkelijk benodigde ARG

€ 2.636.261

€ 2.234.050

€ -325.000

€ -325.000

€ 2.311.261

€ 1.909.050

€ 247.064

€ 16.695

€ 138.000

€ 452

€ 247.064

€ 16.695

€ 138.000

€ 452

Omdat met de gronden die aangekocht zijn in het kader van het project IJsseldelta-Zuid voor de camping Roggebot geen risico is gemoeid, wordt over deze gronden geen percentage gerekend voor de ARG. Voor de camping Roggebot is een collegebesluit genomen (2012/0231662) en hebben wij uw Staten geïnformeerd (31 oktober 2012). Deze situatie is ongewijzigd. De gewenste hoogte van de ARG is € 2.311.000. De daadwerkelijke hoogte van de ARG betreft € 2.027.000. Omdat de gewenste hoogte van de ARG hoger is dan de daadwerkelijke hoogte van de ARG dient het verschil aangevuld te worden. Het betreft een bedrag van € 284.000 en is in de jaarrekening verwerkt.

204

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 3 Paragrafen

Risico’s De ARG is een risicoreserve om hiermee het risico van ons grondbezit af te dekken. In de beleidsregels is de norm van 10% risico opgenomen. In de risicoparagraaf zijn de risico’s gekwantificeerd als extra controle of de norm voldoende is om de risico’s van het grondbezit af te dekken. Voorbeelden van risico’s zijn dalende grondprijzen, rentestijging en planvertraging. De risicoparagraaf in de MIG levert informatie over de benodigde omvang van de ARG in relatie tot de omvang en risico’s van de tot dan toe opgebouwde grondportefeuille. De ARG dekt de risico’s van de grondportefeuille af. De hoogte van de ARG dient voldoende te zijn om de risico’s van ons grondbezit af te dekken. Er zijn een aantal risico’s te kwantificeren:

Risico

Beschrijving risico

Waardedaling grondprijs met 5%

Door marktomstandigheden is het mogelijk dat de grondwaarde daalt. Historie laat zien dat de grondprijzen over langere periodes, afhankelijk van veelal economische factoren, fluctueert. Wanneer in een opgaande tendens gronden zijn verworven en verkoop in later stadium plaatsvindt ten tijde van een neergaande tendens, bestaat het risico dat verlies geleden wordt. Uitgangspunt is het risico op een daling van 5%.

Gronden en vastgoed langer in eigendom

Door vertraging in planvorming of vertraging in de uitvoering is het mogelijk dat de gronden en opstallen later in een project ingezet kunnen worden en dus langer in bezit zijn en langer beheerd moeten worden. Voor gronden die verpacht kunnen worden, is het risico bij vertraging gering. Immers dekken de pachtopbrengsten veelal de kosten. Bij vastgoed ligt het risico anders. Vanuit beheersoptiek is bij opstallen vaak alleen sprake van beheerkosten. Uitgangspunt is het risico op een vertraging van 5 jaar voor 35 opstallen. Dit uitgangspunt is gebaseerd op kosten voor tijdelijk beheer van € 2.000 per woning per jaar.

Vraag van de markt naar verworven

Door de huidige woningmarkt, is de vraag naar woningen beperkt, waardoor de prijs onder druk komt te staan.

opstallen is beperkt

Hierdoor blijven of de opstallen langer in bezit en/of worden de opstallen voor een lagere waarde vervreemd. Tevens kan sprake zijn van herbestemming (van agrarisch naar wonen), waarbij dit tot een lagere marktwaarde leidt. Alhoewel de woningmarkt herstel laat zien, blijft het voor de sector landelijk vastgoed erg moeizaam. Uitgangspunt is een waardedaling van € 100.000 voor 35 opstallen. Wij verwerven de komende jaren een tiental opstallen waarvan een deel weer vervreemd zal worden. Door de dalende prijzen op de woningmarkt is uitgegaan van een prijsdaling van € 100.000 per woning.

Risico bodem verontreiniging (onder

Omdat onder opstallen geen bodemonderzoek gedaan kan worden, bestaat het risico dat onder de opstallen de

opstallen)

bodem verontreinigd is. Ook in de gevallen waar onderzoek is gedaan in geval van losse gronden, is nooit uit te sluiten dat sprake is van bodemverontreiniging. Veelal komt bodemverontreiniging (overigens incidenteel) aan het licht bij sloop van opstallen of vergraving van gronden. Uitgangspunt is € 30.000 aan saneringskosten per incident en drie incidenten per jaar. Wij zullen de komende jaren opstallen in bezit hebben. Hiervan zal een klein deel enige mate van vervuiling in de bodem hebben. Indien de bodem gesaneerd moet worden, is het uitgangspunt dat de maximale kosten € 30.000 bedragen.

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

205


Risico’s

Kans

Gevolg

Totaal risico

Waardedaling grondprijs met 5%

131.813

klein

25%

middel

50%

Vastgoed langer in eigendom

350.000

middel

50%

klein

25%

43.750

Vraag naar opstallen beperkt

3.500.000

middel

50%

middel

50%

875.000

Risico bodemvervuiling onder opstal

90.000

middel

50%

groot

75%

33.750

968.977

Totaal

16.477

De hoogte van de ARG is met € 2.311.000 voldoende om de gekwantificeerde risico’s van € 968.977 af te dekken. Deelnemingen De totale actuele prognose van de te verwachten resultaten van de grondexploitaties van de verschillende deelnemingen wordt verantwoord in de paragraaf deelnemingen van deze jaarrekening.

206

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 3 Paragrafen

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

207


H4 208

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 4 Jaarrekening 2014

4. Jaarrekening 2014 4.1 Grondslagen van resultaatbepaling en waardering Resultaatbepaling Toerekening van baten & lasten De baten & lasten worden verwerkt in het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Op 11 december 2013 is de Financiële Verordening 2013 door Provinciale Staten vastgesteld en daarmee is de Verordening Financieel Beheer vervangen. Bij verleende opdrachten worden de lasten verantwoord naar rato van de geleverde prestatie. Subsidies worden in de regel als last verantwoord in het boekjaar waarin de beschikking verzonden is, tenzij één van de in de verordening opgesomde uitzonderingsregels van toepassing is. Rente reserves / doeluitkeringen en instandhoudingsbijdragen voorzieningen Uit het saldo van baten & lasten is aan de betreffende reserves rente toegevoegd conform het bij de begroting gehanteerde voorcalculatorische percentage van 2%. Voor de reserves Regionale bereikbaarheid, Provinciale infrastructuur en Waterwegen is een ander percentage gehanteerd. Aan de algemene reserves en diverse reserves samenhangend met de Kracht van Overijssel is geen rente toegevoegd. Aan voorzieningen worden slechts instandhoudingsbijdragen toegevoegd voor zover de samenhangende risico’s door inflatie toenemen; hiervoor wordt hetzelfde percentage gehanteerd als voor de reserves (2%). In 2014 is dit niet aan de orde geweest. De aan doeluitkeringen toegevoegde rente is gebaseerd op de voorwaarden waaronder de middelen door overheden zijn verstrekt; als hierover geen voorwaarden zijn gesteld, dan wordt geen rente toegevoegd. Als er rente toegevoegd dient te worden, dan wordt in principe het percentage gehanteerd dat geldt voor de reserves, tenzij ook het percentage is voorgeschreven. Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) en Dienst Landelijk Gebied (DLG) Voor de verwerking van de rapportages van RVO.nl en DLG gelden de volgende, afwijkende grondslagen. Provinciale Subsidieregeling (Agrarisch) Natuurbeheer (PSN en PSAN via RVO.nl): de lasten voor deze regelingen bestaan uit de door RVO.nl in het boekjaar betaalde bedragen. Opdrachtverlening (DLG): de verantwoorde last komt overeen met de betaalde facturen, conform de Provinciale Maandverantwoording van DLG.

Waardering De balansposten zijn gewaardeerd overeenkomstig de voorschriften van het BBV. Waar een nadere invulling noodzakelijk is, wordt dit hierna vermeld. Immateriële vaste activa Onder deze post is het positieve saldo van agio, afschrijvingen op agio en disagio veroorzaakt door de obligatieportefeuilles opgenomen. Dit saldo betreft het verschil tussen de verkrijgingsprijs en de nominale waarde van de uitzettingen verminderd met de afschrijvingen op agio. Het op uitzettingen betaalde agio wordt gedurende de looptijd van het actief lineair afgeschreven; bij tussentijdse verkoop wordt het op dat moment resterende agio als last genomen. Op grond van het voorzichtigheidsprincipe wordt disagio als baat genomen bij tussentijdse verkoop of afloop van de uitzetting en wordt over het disagio niet afgeschreven.

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

209


Materiële vaste activa Investeringen met economisch nut worden te allen tijde geactiveerd. Investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut worden niet meer geactiveerd. De materiële vaste activa zijn opgenomen tegen de verkrijgingsprijs verminderd met de afschrijvingen en met eventuele investeringsbijdragen van derden. De afschrijvingen vinden lineair plaats. De afschrijvingstermijnen, die zijn gebaseerd op de economische levensduur, variëren van drie jaar tot vijftig jaar. Het afschrijven op investeringswaarden start in het jaar ná investeren. Financiële vaste activa De kapitaalverstrekkingen zijn gewaardeerd op de historische kostprijs. Daar waar nodig zijn de kapitaalverstrekkingen verminderd met de daarvoor voorzichtigheidshalve gevormde voorzieningen. De leningen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. Daar waar nodig zijn de leningen verminderd met de daarvoor voorzichtigheidshalve gevormde voorzieningen. De obligatieportefeuilles zijn gewaardeerd op nominale waarde, eventueel verminderd met een negatief saldo van agio, afschrijvingen op agio en disagio. De wijze van waarderen van dit negatieve saldo wijkt niet af van hetgeen beschreven is onder immateriële vaste activa. Voorraden Voorraden worden op nihil gewaardeerd, uitgezonderd de voorraad (ruil)gronden. Deze laatste voorraad wordt tegen verkrijgingsprijs gewaardeerd of lagere taxatiewaarde. Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar Vorderingen op openbare lichamen en overige vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Daar waar nodig zijn de vorderingen voorzichtigheidshalve lager gewaardeerd. Voorzieningen Voorzieningen worden gevormd tot redelijkerwijs te schatten bedragen, wegens voorzienbare kosten van risico’s en verplichtingen, waarvan de exacte omvang op de balansdatum nog onzeker is. De schattingsmethodiek voor de Voorziening APPA is gebaseerd op actuariële berekeningen.

210

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 4 Jaarrekening 2014

4.2 Overzicht van baten & lasten

( x â‚Ź 1 miljoen) Begroot 2014 Kerntaak Duurzame ruimtelijke ontwikkeling & waterbeheer

Rekening 2013

na wijzigingen

Rekening 2014

Verschil

Saldo

Saldo

Saldo

Saldo

-63,4

-45,8

-44,2

-1,6

24,2

30,5

40,1

-9,6

Inrichting landelijk gebied

-24,0

-146,3

-38,5

-107,8

Regionale bereikbaarheid en regionaal openbaar vervoer

-69,6

-63,8

-57,4

-6,4

Regionale economie

-36,4

-33,8

-27,0

-6,8

Culturele infrastructuur en monumentenzorg

-27,1

-16,2

-16,0

-0,2

-3,6

-3,8

-3,5

-0,3

Niet-kerntaak en overig

-104,3

-116,9

-106,4

-10,5

Gebiedsontwikkelingen

-37,6

-50,9

-37,0

-13,9

-341,8

-447,0

-289,9

-157,1

288,2

250,4

258,0

-7,6

0,0

-0,6

0,0

-0,6

Saldo van baten en lasten

-53,6

-197,2

-31,9

-165,3

Storting/onttrekking reserves

84,7

197,2

81,7

115,5

Resultaat

31,1

0,0

49,8

-49,8

Milieu en energie

Kwaliteit van het openbaar bestuur

Subtotaal kerntaken Algemene dekkingsmiddelen Onvoorzien

Resultaatbestemmingsvoorstellen Toevoeging aan de Algemene dekkingsreserve Reguliere voorstellen t.g.v. de exploitatie 2014 e.v. Toevoegingen aan bestemmingsreserves Onttrekking aan de bestemmingsreserve uKvO Onttrekkingen aan bestemmingsreserves Vrij besteedbaar resultaat

-34,6 -3,7 -12,5 1,8 17,9 0,0

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

211


4.3 Toelichting op het overzicht van baten & lasten 4.3.1 Analyse van het resultaat over 2014 Resultaat Het financiële resultaat over 2014 is als volgt samen te vatten:

Resultaatoverzicht

( x € 1 miljoen) Actuele begroting

Realisatie

Saldo van baten en lasten

-197,2

-31,9

165,3

Stortingen en onttrekkingen aan de reserves

197,2

81,7

-115,5

0,0

49,8

49,8

Resultaat

Realisatie t.o.v. Begroting

Het resultaat 2014 komt uit op een positief resultaat van € 49,8 miljoen ten opzichte van een sluitende (actuele) begroting 2014. De onderuitputting op de kerntaken, investeringsprogramma Kracht van Overijssel (KvO en overige (bestemming)reserves wordt zichtbaar wanneer de realisatie 2014 wordt vergeleken met de actuele begroting 2014. Bij de realisatie wordt voor de stortingen en onttrekkingen aan de reserves uitgegaan van de werkelijke benodigde stortingen en/of onttrekkingen in plaats van de begrote stortingen en/of onttrekkingen aan de reserves. Dit resulteert er in dat in 2014 voor € 115,5 miljoen minder onttrokken is aan de reserves dan begroot. Het saldo van baten en lasten (beter bekend als onderuitputting) komt uit op een bedrag van € 165,3 miljoen. Dit is het verschil tussen de actuele begroting en de realisatie. De hoge onderuitputting (€ 165,3 miljoen) in combinatie met de lagere onttrekking dan begroot aan de reserves (€ 115,5 miljoen) is voor een belangrijk gedeelte veroorzaakt door de RVO.nl verplichtingen voor natuur (vooral ontstaan vanuit functieveranderingen van gronden) (€ 79,9 miljoen). De RVO.nl verplichtingen voor natuur had de provincie conform PS besluit (PS/2014/898,Monitor Overijssel 2014-II) volledig als last verwerkt in de Jaarrekening 2014. Echter de commissie Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) heeft in een laat stadium (2 april 2015) van het jaarrekeningproces besloten dat de verantwoording van subsidies die via RVO.nl zijn verstrekt ongewijzigd blijft. Dit betekent dat de uitgaven voor functieverandering van gronden verantwoord moeten blijven op basis van kasstelsel in plaats van het baten en lasten stelsel dat door de provincie wordt gehanteerd. Dit betekent dat van de geboekte verplichting van € 80,8 miljoen, € 79,9 miljoen die als last was verwerkt met terugwerkende kracht is gecorrigeerd in de exploitatierekening 2014. De verplichting van € 79,9 miljoen is conform het besluit van de commissie BBV opgenomen in de balans onder de post “Niet uit balans blijkende verplichtingen” (§4.5.15).

212

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 4 Jaarrekening 2014

Analyse saldo van baten en lasten jaarrekening periode 2014-2010

Resultaatoverzicht

( x € 1.000) 2014

2013

2012

2011

2010

Saldo van baten en lasten (inclusief bijzondere posten)

165,3

54,0

88,0

63,3

91,0

Saldo van baten en lasten (exclusief bijzondere posten)

74,0

80,4

88,0

63,3

91,0

Resultaat

49,8

31,1

52,6

13,7

25,1

In vergelijking met 2013 is het saldo van baten en lasten (inclusief bijzondere posten), lees onderuitputting, in 2014 € 115,3 miljoen hoger (€ 165,3 miljoen in 2014 ten opzichte van € 54,0 miljoen in 2013). De toename van de onderuitputting in 2014 ten opzichte van 2013 met € 115,3 miljoen is het gevolg van de volgende onderstaande bijzondere posten: • 2014: Correctie RVO.nl verplichtingen voor Natuur, naar aanleiding besluit BBV € 79,9 miljoen • 2014: Afwaardering voorzieningen Oost N.V. en verplaatsing Stork Hengelo, naar aanleiding van de jaarrekeningcontrole door Ernst & Young Accountants LLP € 11,4 miljoen • 2013: Afwaardering voorraad gronden -/- € 26,4 miljoen Exclusief de bijzondere posten is het saldo van baten en lasten in 2014 (€ 74,0 miljoen) meer in lijn met de voorgaande boekjaren. Saldo van baten en lasten

Overzicht saldo baten en lasten & resultaat 2010-2014 200 165,3

x € 1 miljoen

150

100

91,0

88,0 63,3 52,6

50 25,1

0

2010

80,4 54,0

74,0 49,8

31,1 13,7

2011

2012

2013

2014

Jaren Onderuitputting (inclusief bijzondere posten) Onderuitputting (excusief bijzondere posten) Resultaat

In deze paragraaf beperken wij ons tot een toelichting op het totaal; de toelichting op de financiële afwijking per kerntaak is opgenomen in hoofdstuk 2. Het saldo van baten en lasten kan als volgt worden gepresenteerd.

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

213


Analyse saldo baten en lasten De toelichting op het resultaat is gericht op het saldo van baten en lasten. Het gaat daarbij om het saldo van baten en lasten tussen de actuele begroting en de realisatie. De stortingen en onttrekkingen aan de reserves worden meegenomen bij de resultaatbestemmingen. Voor een nadere analyse is het saldo van baten en lasten ontleed in de volgende componenten. Beleid Onderbesteding en overschrijding op budgetten waar de provincie invloed op kan uitoefenen; weliswaar niet altijd voor 100%, vanwege de betrokkenheid van andere partijen bij het beleid, maar er is een bepaalde mate van handelingsvrijheid. Niet meer benodigde middelen Budgetten zijn over en niet meer nodig voor het realiseren van prestaties. Niet-geraamde lasten Overschrijdingen door administratieve regelgeving/verwerking. Extra bate Hogere / lagere lasten op de ontvangen bedragen van derden.   ( x € 1 miljoen) 2014

2013

2012

2011

2010

1. Beleid

44,8

63,7

53,2

52,6

68,5

2. Niet meer benodigde middelen

20,6

10,4

24,0

8,6

13,1

3. Niet geraamde lasten

-5,6

-3,8

-5,4

-12,1

2,3

4. Extra bate

14,2

10,9

16,2

14,2

7,1

Saldo van baten en lasten (exclusief bijzondere posten)

74,0

80,4

88,0

63,3

91,0

Bijzondere posten

91,3

-26,4

165,3

54,6

88,0

63,3

91,0

Saldo van baten en lasten (inclusief bijzondere posten)

1. Beleid (€ 44,8 miljoen) Investeringsprogramma Kracht van Overijssel In totaal is er binnen beleid in 2014 een onderuitputting van € 10,0 miljoen op het investeringsprogramma uitvoering Kracht van Overijssel. De grootste afwijkingen per project binnen het investeringsprogramma Kracht van Overijssel betreffen: Duurzaam opwekken energie (kerntaak 2, beleidsdoel 2.1.1) € 2,2 miljoen Businessplan voor de High Tech in Twente(kerntaak 5, beleidsdoel5.3.1) € 1,4 miljoen Frictiekosten decentralisatie natuurbeleid(kerntaak 3, beleidsdoel 3.8.2) € 1,4 miljoen Gebiedsontwikkeling IJsseldelta Zuid (kerntaak 9, beleidsdoel 9.0.2) € 1,3 miljoen Actieplan kantoren ontwikkelen en uitvoeren (kerntaak 5, beleidsdoel 5.1.1) € 1,0 miljoen Herverkaveling (afronding bestuurlijke verplichtingen)(kerntaak 3, beleidsdoel 3.6.2) € 0,8 miljoen Overige investeringsprojecten Kracht van Overijssel € 1,9 miljoen Totaal investeringsprojecten €10,0 miljoen

214

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 4 Jaarrekening 2014

Reguliere kerntaken Op een aantal reguliere kerntaakbudgetten is een bedrag overgebleven. Het gaat hier om overgebleven budgetten 2014, waarvan het voorstel is om deze over te hevelen naar 2015 om daarmee de geplande doelstellingen te kunnen realiseren. Of te storten in de bestemmingsreserve. Het betreft hier onder andere: • Subsidieregeling “asbest eraf, zonnepanelen er op” € 1,4 miljoen • Opbouw en onderhoud systemen PAS € 0,7 miljoen • Monitoring natuurbeleid € 0,5 miljoen • Proeftuin innovatie maatregelen ammoniak € 0,5 miljoen • Implementatie kwaliteitscriteria vergunningverlening en handhaving € 0,5 miljoen • Bezwaren behandeling NB-wet € 0,2 miljoen • Stimulering natuur breed € 0,2 miljoen • Juridische ondersteuning grondzaken € 0,2 miljoen • Overige reguliere budgetten € 0,4 miljoen Totaal overheveling reguliere kerntaakbudgetten naar 2015 € 4,6 miljoen Toevoeging aan bestemmingsreserve • Bestemmingsreserve afrekening pMJP/ILG Een gedeelte van de vrijval afwikkeling pMJP verplichtingen in 2014 is bestemd ter dekking voor de resterende risico’s inzake de financiële afronding pMJP/ILG 2007-2013 • Bestemmingsreserve EHS Een tweede gedeelte van de vrijval afwikkeling pMJP-verplichtingen zijn ter dekking van te laag geraamde doorlopende beheerverplichtingen waardoor er een budgettair tekort ontstaat in de uitvoeringsreserve EHS Totaal toevoeging aan de bestemmingsreserve

€ 4,6 miljoen

€ 3,5 miljoen € 8,1 miljoen

Onttrekkingen aan de bestemmingsreserves In 2014 is er minder onttrokken dan begroot aan de volgende bestemmingsreserves: • Bestemmingsreserve uitvoeringsreserve EHS € 13,4 miljoen Onder andere grondverwerving IJsseldelta-Zuid • Bestemmingsreserve provinciale infrastructuur € 3,7 miljoen • Bestemmingsreserve energiebesparing € 1,9 miljoen • Bestemmingsreserve bodemsanering € 1,8 miljoen • Bestemmingsreserve ILG € 1,3 miljoen Totaal minder onttrokken aan de bestemmingsreserves € 22,1 miljoen 2. Niet meer benodigde middelen (€ 20,6 miljoen) Van de onderstaande investeringsprojecten Kracht van Overijssel zijn de prestaties gereed gemeld. Het restant budget kan vrijvallen ten gunste van de Algemene dekkingsreserve. • Uitvoering Eigen Kracht Conferenties (EKC) € 0,7 miljoen • 1000 Jongeren plan € 0,8 miljoen • Transitie- en transformatietraject jeugdzorg Overijssel € 1,8 miljoen • Aansluitingen A1/A28 (DIA) € 0,2 miljoen • Overige investeringsprojecten Kracht van Overijssel € 0,1 miljoen Totaal vrijval investeringsprojecten KvO ten gunste van de ADR € 3,6 miljoen • Vrijval “oude verplichtingen” • Investeringsbudgetten ICT De te verwachten besparingen die we door het gezamenlijk aanbesteden in 2015 via het SSC behalen, maken dat bij de Jaarrekening 2014 een incidenteel bedrag kan vrijvallen.

€ 3,0 miljoen € 1,7 miljoen

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

215


• • • •

• • •

Budget voormalig personeel Apparaatskosten Personeelsgebonden kosten Vrijval voorziening reorganisatie Het aantal boventallige medewerkers met reorganisatieontslag is lager dan verwacht. Als gevolg hiervan kan een gedeelte van de voorziening voor toekomstige WW lasten vrijvallen. Vrijval voorziening grondwaterheffing Vrijval voorziening Ruimte voor Ruimte Als gevolg van de afronding van de pMJP verplichtingen kan een bedrag van € 3,7 miljoen vrijvallen. Daarnaast kan een bedrag van € 2,7 miljoen vrijvallen aan aanvullende vrijval pMJP verplichtingen. Totaal kan derhalve een bedrag van € 6,4 miljoen aan middelen meer vrijvallen in het Jaarrekeningresultaat 2014 dan oorspronkelijk gemeld en besloten via het Statenvoorstel Financiële Afronding pMJP 2007-2013 (PS/2014/764) Overige overgebleven reguliere budgetten

€ 0,4 miljoen € 1,3 miljoen € 0,5 miljoen € 1,2 miljoen

€ 0,3 miljoen € 0,6 miljoen

€ 6,4 miljoen € 1,6 miljoen

3. Niet geraamde lasten (-/- € 5,6 miljoen) De niet-geraamde lasten betreffen extra dotaties aan de voorzieningen en onttrekkingen aan de bestemmingsreserves om deze op het vereiste niveau te brengen. • Toevoeging Voorziening resultaten gebiedsexploitaties € 5,6 miljoen De grondexploitaties van de deelnemingen ADT en RBT hebben een negatieve waarde. Als gevolg van de verslechterende grondexploitaties in 2014 is er een totaal bedrag van € 5,6 miljoen extra gedoteerd aan de voorziening grondexploitaties. Het aandeel voor ADT bedraagt € 3,2 miljoen en voor RBT bedraagt de dotatie € 2,4 miljoen. 4. Extra Bate (€ 14,2 miljoen) • Verkoop “om niet verkregen” BBL – oude – gronden • Hogere opbrengst provinciefonds • Hogere opbrengst motorrijtuigenbelasting • Hogere renteopbrengsten • Opbrengst verkoop “Weezenlanden” Bijzondere posten (€ 91,3 miljoen) • Voorzieningen • RVO verplichtingen voor Natuur

€ 8,2 miljoen € 1,2 miljoen € 1,0 miljoen € 3,0 miljoen € 0,8 miljoen

€ 11,4 miljoen € 79,9 miljoen

Voorzieningen ( € 11,4 miljoen) De provincie Overijssel hanteert volgens de accountant ten aanzien van de waardering van deelnemingen en verstrekte langlopende leningen een (zeer) conservatieve benadering. De accountant heeft in het kader van de controle van de jaarrekening 2014 getoetst of de deelnemingen en verstrekte langlopende leningen juist zijn gewaardeerd. Dit betekent dat zij hebben gecontroleerd of de gevormde voorzieningen volledig zijn, maar ook of deze terecht zijn gevormd. De accountant is van mening dat er te weinig onderbouwing aanwezig is om de hoogte van twee voorzieningen vast te stellen. Het betreft de voorzieningen Participatie Oost N.V. en Verplaatsing Stork Hengelo. Het standpunt Provincie Overijssel ten aanzien van de waardering deelnemingen en verstrekte langlopende leningen is: De provincie Overijssel hanteert met betrekking tot het aanleggen van voorzieningen een driesporenbeleid.

216

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 4 Jaarrekening 2014

• Het eerste spoor betreft activiteiten en projecten die in eigen beheer worden uitgevoerd. Hiervoor wordt op proces- en projectniveau een risicoinventarisatie en een risicoanalyse uitgevoerd. Een en ander wordt vastgelegd in NARIS (risicomanagementsysteem) en op basis van de uitkomst van een simulatie wordt uiteindelijk een risicoreserve getroffen. Een additionele voorziening is in dit spoor niet nodig. • Het tweede spoor wordt gebruikt voor deelnemingen (of leningen of fondsen) die zich bezighouden met activiteiten waar nog zeer weinig ervaring mee is opgedaan, welke hoog risicodragend zijn en waarbij financieel rendement of behoud van investering geen uitgangspunt is. Het betreft hier zeer unieke projecten waar ook andere provincies geen ervaring mee hebben. Vanuit het voorzichtigheidsprincipe wordt voor dit soort deelnemingen een voorziening van 100% getroffen. De Voorziening verplaatsing Stork Hengelo maakt deel uit van de voorzieningen waarvoor een voorzichtigheidsprincipe wordt gehanteerd van 100%. • Het derde spoor wordt gebruikt voor deelnemingen (of leningen of fondsen) die zich bezighouden met activiteiten waar al een aantal jaar ervaring mee is opgedaan, maar waarvan de activiteiten nog wel risicovol zijn. Voor deze deelnemingen wordt doorgaans een voorziening van 50% aangehouden. De Voorziening participatie Oost N.V. maakt deel uit van de voorzieningen waarvoor een voorzichtigheidsprincipe wordt gehanteerd van 50%. Oost N.V.: De Voorziening participatie Oost N.V. is volgens de accountant volledig ten onrechte gevormd. De cijfers van Oost N.V. geven geen aanleiding tot afwaardering aangezien de waarde van de participaties binnen Oost N.V. hoger zijn dan onze balanswaardering van Oost N.V. De afwaardering van de deelneming Oost N.V. heeft geleid tot een correctie van € 5,1 miljoen. Stork Thermeq B.V.: De accountant schat op basis van een strikte hantering van de regelgeving de risico’s met betrekking tot de verstrekte subsidie aan Stork Thermeq B.V. lager in. Daarmee is volgens de accountant de voorziening verplaatsing Stork Hengelo voor een bedrag van € 6,3 miljoen te hoog gewaardeerd. Dit bedrag valt vrij uit de voorziening. RVO.nl verplichtingen voor natuur (€ 79,9 miljoen) In de jaren 2007-2013 zijn de betalingen betreffende deze verplichtingen (vooral ontstaan vanuit functieverandering van gronden) via RVO.nl in de jaarrekeningen van de provincies verwerkt op basis van het kasstelsel. In het natuurakkoord is afgesproken dat de uit-financiering van de aangegane verplichtingen vanaf 2014 onder verantwoordelijkheid van de provincies valt. Dat betekent (volgens de accountants) dat de betalingen via RVO.nl voortaan op basis van het batenen-lastenstelsel in de jaarrekening van de provincie Overijssel moeten worden verwerkt. Het aandeel van de provincie Overijssel met betrekking tot de RVO.nl aangegane verplichtingen voor natuur (functieverandering van gronden) bedraagt € 80,8 miljoen. De provincie Overijssel had deze last conform PS besluit (PS/2014/898-Monitor Overijssel 2014-II) volledig verwerkt in de exploitatierekening 2014 en opgenomen onder de nog te betalen verplichtingen onder de post overlopende passiva. De dekking van de RVO.nl verplichting is gedekt, door een zelfde bedrag als de aangegane verplichting te onttrekken aan de uitvoeringsreserve EHS. De provincie Overijssel is van het standpunt uitgegaan dat de prestatie is geleverd bij het overnemen van de RVO.nl verplichting per 1 januari 2014. Op de opgave van RVO.nl is in de afgelopen jaren geen controle uitgevoerd door de Auditdienst van het Rijk (ADR). Op landelijk niveau heeft tijdens de jaarrekeningcontrole overleg plaats gevonden tussen het IPO, de ADR, de commissie Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) en de

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

217


accountants van de provincies over de juiste verantwoording van de RVO.nl verplichtingen in de Jaarrekening. Aan de commissie BBV is gevraagd een besluit te nemen om de onduidelijkheden over het over de juiste verantwoording en hanteren van het BBV weg te nemen. De commissie BBV heeft op donderdag 2 april 2015 naar aanleiding van de ingediende casus door de accountants het volgende standpunt over de verantwoordingswijze RVO.nl verplichtingen Natuur bij de provincie ingenomen: 1. de verantwoordingswijze van subsidies die zijn verstrekt vóór 2014 blijft ongewijzigd. Dit betekent dat de jaarlijks uitbetaalde jaarschijf wordt verantwoord als last en de resterende verplichting wordt toegelicht onder de niet in de balans opgenomen verplichtingen. Het inzicht is in het verleden nooit het probleem geweest, er wordt bij provincies voldoende opening van zaken gegeven en de kwestie is gegeven het verleden als bijzonder te zien. 2. subsidies vanaf 2014: de last wordt verantwoord zodra en voor zover aan de subsidievoorwaarden is voldaan. Eventuele (meerjarige) termijnbetalingen worden via de balans afgewikkeld (conform V&A 2015.36). Vanaf 2014 speelt de tussenkomst van het Rijk geheel geen rol meer en bestaat geen aanleiding meer om te spreken van een uitzonderingssituatie. Vanaf 2014 dienen de toegekende subsidies volledig als last te worden verwerkt in het toekenningsjaar, indien sprake is van een onvoorwaardelijke subsidie of subsidievoorwaarden die voor een onbeperkte tijd zijn aangegaan. In het laatste geval is het namelijk niet mogelijk om jaarlijks een toe te rekenen bedrag te bepalen. De last moet dan in 1x genomen worden bij toekenning met daartegenover een verplichting voor ‘nog te betalen subsidies’. De gevolgen voor de provincie Overijssel naar aanleiding van de uitspraak van het BBV zijn: • Dat van de geboekte verplichting voor natuur (functieverandering van gronden) van € 80,8 miljoen, € 79,9 miljoen die als last was verwerkt met terugwerkende kracht is gecorrigeerd in de exploitatierekening 2014. En is teruggestort in de reserve EHS. • De verplichting van € 79,9 miljoen is in de Jaarrekening 2014 toegelicht onder de niet uit de balans blijkende verplichtingen.

4.3.2 Algemene dekkingsmiddelen (inclusief onvoorzien)

Algemene dekkingsmiddelen

( x € 1.000) Begroting 2014 na wijzigingen

Algemene dekkingsmiddelen

Baten

Organisatie nutsvoorzieningen

Rekening 2014

Lasten

Saldo

3

-3

Rente kortlopende deposito's & uitzettingen 45.873

Bespaarde rente Uitkering provinciefonds Deelneming Bank Nederlandse Gemeenten

Onvoorzien Totaal algemene dekkingsmiddelen

218

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

230

193 52.422

37

-40

208

-208

-3.296

-2.792

49.126

57.008

57.008

57.008

96.396

96.396

97.573

97.573

-1.177

100.500

100.500

101.476

101.476

-976

6

105

111

6

105

-2.500

2.500

61

-4.829

4.890

-2.390

299.888

49.470

250.418

305.793

47.792

258.001

-7.583

600

1.250

-650

300.488

50.720

249.768

111

51.961

Saldo

-6.088

Onderuitputting Totaal algemene dekkingsmiddelen

Lasten

208

Rente langlopende deposito's & uitzettingen

Opcenten motorrijtuigenbelasting

Baten

Verschil

57.008

-650 305.793

47.792

258.001

-8.233


Hoofdstuk 4 Jaarrekening 2014

Organisatie nutsvoorzieningen Binnen dit onderdeel worden de baten en lasten van de SPV’s samenhangend met de verkoop van Essent verantwoord (exclusief Vordering op Enexis; deze wordt samen met Enexis verantwoord in Kerntaak 2). De afwijkingen op zowel de baten als de lasten hebben te maken met de verwerking van de advieskosten in 2013. Deze kosten zijn door de Verkoop Vennootschap aan Noord-Brabant uitbetaald via een dividenduitkering. Noord-Brabant heeft deze kosten eind 2014 bij ons in rekening gebracht en deze kosten zijn samen met ons aandeel in de dividenduitkering verantwoord. Per saldo een voordeeltje van € 40.000. Rente kortlopende deposito’s en uitzettingen Bij de Kerntakenbegroting 2014 werd nog voorzien dat het verplicht Schatkistbankieren geen opbrengsten zou gaan opleveren. Bij de Monitor Overijssel 2014-II is reeds gemeld dat het schatkistbankieren toch een opbrengst van € 0,2 miljoen heeft gegenereerd; deze meevaller is niet meer gewijzigd. Rente langlopende deposito’s en uitzettingen Bij de Monitor Overijssel 2014-II was op dit onderdeel al een overschrijding van de baten aangekondigd van € 1,8 miljoen. Na de peildatum bleken aanvullende verkopen en aankopen door de vermogensbeheerders noodzakelijk om binnen de aan hen verleende mandaten te kunnen blijven. Deze transacties leverden een positieve bijdrage aan het resultaat van per saldo nog eens € 1 miljoen. Uitkering provinciefonds De afwijking van € 1,2 miljoen wordt veroorzaakt door de mutaties in de decembercirculaire en een afrekening over het jaar 2013 van ongeveer € 70.000. De afwijking in het accres is nihil. In de decembercirculaire is een aantal wijzigingen met betrekking tot de decentralisatie- en integratie-uitkeringen aangekondigd. Het gaat hierbij om incidentele bijdragen van het Rijk voor bepaalde doelen.   1. Natuur: Programmatische Aanpak Stikstof In 2014 is € 0,5 miljoen ontvangen voor voortzetting van een succesvolle proeftuin voor innovatieve maatregelen in het ammoniakemissieprogramma zandgronden. Deze bijdrage wordt via een resultaatbestemming aan de begroting 2015 toegevoegd. 2. Green Deal Overijssel Voor de Green Deal Overijssel is in 2014 een bedrag van € 0,6 miljoen ontvangen als cofinanciering voor de projecten “Restwarmtegebruik Akzo Nobel en ontwikkeling business case warmtenet Hengelo” en “Aardwarmte in de Koekoekspolder”. Zie ook de toelichting op de afwijking bij onvoorzien. Opbrengsten motorrijtuigenbelasting De hier verantwoorde baten zijn gebaseerd op de cijfers van de Belastingdienst, die deze vaststelt via een landelijk geldende systematiek. Voor meer informatie wordt u verwezen naar de paragraaf “Provinciale heffingen” (§ 3.1).

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

219


Onderuitputting Het positieve saldo op het product onderuitputting (€ 4,9 miljoen) betreffen correcties op de lasten van voorgaande jaren. Deze correcties bestaan voor het grootste deel uit de vrijval van de volgende verplichtingen: • IMG Groene Long Noorderpark Almelo € 0,6 miljoen • Biomassavergisting en restwarmtebenutting € 0,5 miljoen • IMG Versterken preventief beleid risicojongeren Enschede € 0,4 miljoen • Sanering Nieuwe Graven, Exose Aa € 0,3 miljoen • IMG Havenprojecten Deventer, Sluiscomplex en Hanzebrug € 0,3 miljoen • Eenmalige teruggave WAO / WIA-premie 2013 € 0,2 miljoen • IMG Stationstunnel Wierden € 0,1 miljoen • Vrijval van ca. 200 verplichtingen kleiner dan € 100.000 € 2,5 miljoen Totaal € 4,9 miljoen De afwijking ten opzichte van de raming en de bijdrage aan het resultaat bedraagt daarmee € 2,4 miljoen. Hiervan is bij de Monitor Overijssel 2014-II al € 1 miljoen aangekondigd. Onvoorzien De op deze post geraamde, maar niet gerealiseerde, baten en lasten bestaan uit een drietal componenten. 1. Onvoorzien Dit betreft de reguliere stelpost van € 250.000. In 2014 is – net als in eerdere jaren – van deze stelpost geen gebruik gemaakt, wat leidt tot een meevaller van dezelfde grootte. 2. Decentralisatie-uitkering Asbestdaken Bij de Monitor Overijssel 2014-II is de ontvangst van deze middelen via het Provinciefonds geraamd. De bijbehorende lasten zijn tegelijkertijd op deze post geraamd, omdat besteding in 2014 niet gerealiseerd zou worden. Deze bijdrage wordt via een resultaatbestemming aan de begroting van 2015 toegevoegd. 3. Decentralisatie-uitkering Green Deal Bij de Monitor Overijssel 2014-II zijn baten en lasten samenhangend met de toezeggingen van het Ministerie van Economische Zaken voor de Green Deal verwerkt. De toegezegde, maar op dat moment nog niet in een circulaire verwerkte decentralisatie-uitkering uit het Provinciefonds is op deze post geraamd. De afwijking hier komt overeen met de afwijking genoemd onder “Uitkering provinciefonds”.

4.3.3 Structurele en incidentele baten & lasten Inleiding In deze paragraaf worden de incidentele baten & lasten over 2014 gepresenteerd. Het toezicht vanuit het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is onder meer gericht op duurzaam financieel evenwicht in de begroting. Dit betekent dat structurele lasten worden gedekt door structurele baten, wat betekent dat de structurele baten gelijk of hoger dienen te zijn dan de structurele lasten. De volgende overzichten zijn opgesteld aan de hand van de uitgangspunten zoals die geformuleerd zijn in de Kerntakenbegroting 2014 (§ 4.4.2, pagina 308 en verder). In bijlage 1 zijn de baten en lasten gespecificeerd opgenomen.

220

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 4 Jaarrekening 2014

Samenvattend overzicht

Samenvattend overzicht Omschrijving

( x â‚Ź 1.000) Begroting 2014

Resultaat 2014

Saldo 2014

Totale lasten

1.211.214

1.064.784

146.340

Totale baten

1.211.214

1.114.590

-96.624

49.806

49.806

Saldo na bestemming (baten -/- lasten) Toevoegingen aan algemene reserves

234.242

233.727

515

Overige incidentele lasten

566.196

436.814

129.382

Totaal incidentele lasten

800.438

670.541

129.897

Onttrekkingen aan algemene reserves

237.681

237.681

Overige incidentele baten

550.573

457.581

-92.992

Totaal incidentele baten

788.254

695.262

-92.992

Structurele lasten

410.776

394.243

16.533

waarvan toevoegingen aan reserves Structurele baten waarvan onttrekkingen aan reserves Structureel saldo als percentage van de totale begrotingslasten

23.428

23.209

219

422.960

419.328

-3.632

3.286

3.071

215

12.184

25.085

12.901

1,0%

2,4%

n.v.t.

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

221


Incidentele baten & lasten per Kerntaak  

Incidentele lasten per Kerntaak

( x â‚Ź 1.000) Begroting 2014

Realisatie 2014

Saldo 2014

Duurzame ruimtelijke ontwikkeling en inrichting, waaronder waterbeheer

45.874

44.732

Milieu en energie

37.858

29.132

8.726

139.720

33.207

106.513

Regionale bereikbaarheid en regionaal openbaar vervoer

31.065

29.265

1.800

Regionale economie

1.635

Incidentele lasten kerntaken

Inrichting landelijk gebied

1.142

32.488

30.853

Culturele infrastructuur en monumentenzorg

5.169

5.171

-2

Kwaliteit openbaar bestuur

1.229

1.107

122

22.620

17.683

4.937

Sociale infrastructuur, jeugd en overige kerntaken Gebiedsontwikkelingen Totaal kerntaken

52.247

49.935

2.312

368.270

241.085

127.185

234.242

233.727

515

5.512

4.125

1.387

Overige incidentele lasten (inclusief algemene reserves) Toevoegingen aan de algemene reserves Toevoegingen aan de Reserve Europese programma's Toevoeging aan de Reserve bodemsanering 2010-2014 Toevoegingen aan de Reserve uitvoering Kracht van Overijssel Toevoeging aan de Reserve Energiefonds Overijssel

22.555

22.555

116.416

116.416

5.000

5.000

38.250

38.250

Toevoegingen aan overige reserves

9.193

9.193

Onvoorzien

1.000

Toevoeging aan de Reserve Uitvoering EHS

Overige incidentele lasten

1.000 190

-190

Totaal overige lasten

432.168

429.456

2.712

Totaal incidentele lasten

800.438

670.541

129.897

222

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 4 Jaarrekening 2014

Incidentele baten per Kerntaak

( x â‚Ź 1.000) Begroting 2014

Realisatie 2014

Saldo 2014

Incidentele baten kerntaken Duurzame ruimtelijke ontwikkeling en inrichting, waaronder waterbeheer

1.155

1.346

191

51.678

52.281

603

528

613

85

Regionale bereikbaarheid en regionaal openbaar vervoer

2.500

4.208

1.708

Regionale economie

1.387

6.554

5.167

11.928

11.928

57.248

76.930

19.682

230

230

Milieu en energie Inrichting landelijk gebied

Culturele infrastructuur en monumentenzorg Kwaliteit openbaar bestuur Sociale infrastructuur, jeugd en overige kerntaken Gebiedsontwikkelingen Totaal kerntaken Overige incidentele baten (inclusief algemene reserves) Dividend Verkoop Vennootschap B.V. Dividend N.V. BNG Rente overige uitzettingen Bespaarde rente

111

111

17

4.024

40.439

40.439

4.007

Decentralisatie-uitkeringen provinciefonds

41.314

42.414

Onttrekkingen aan de algemene reserves

237.681

237.681

Onttrekkingen aan de Reserve Uitvoering EHS

121.127

27.902

-93.225

37.117

35.828

-1.289

Onttrekkingen aan de Egalisatiereserve ILG Onttrekkingen aan de Reserve bodemsanering 2010-2014 Onttrekkingen aan de Reserve uitvoering Kracht van Overijssel Onttrekkingen aan overige reserves Onvoorzien Totaal overige baten

Saldo incidentele baten en lasten

1.100

8.836

7.086

-1.750

204.915

191.351

-13.564

38.849

31.266

-7.583

600

-600

730.406

618.332

-112.674

788.254

695.262

92.992

-12.184

24.721

36.905

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

223


4.3.4 Informatie op grond van Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector Op 1 januari 2013 is de Wet Normering Topinkomens (WNT) in werking getreden. Deze wet handelt over het maximum inkomen van topfunctionarissen. Als het gaat om de provinciale organisatie is de conclusie dat geen van onze medewerkers, dus ook niet diegenen die moeten worden gekwalificeerd als topfunctionaris, de norm zoals gesteld in de WNT overstijgen. De uitleg van de wet is overigens dat de Griffier en de provinciesecretaris / algemeen directeur als topfunctionaris moeten worden gezien. Alhoewel dat geen onderdeel vormt van de wet, is met de inwerkingtreding van de WNT ook gekeken naar de tarieven van externen. Ten aanzien daarvan is in de beleidslijn vastgesteld de WNT-norm begrenzend te laten zijn voor het uurtarief van externen. De WNT-norm is gebaseerd op 130% van het salaris van een minister. Op dit moment is regelgeving in voorbereiding de norm terug te brengen naar 100%. Verder is de gedachte de reikwijdte van de WNT uit te breiden. Ook wanneer de norm wordt teruggebracht naar 100% overschrijdt het salaris van onze topfunctionarissen – en dus ook van andere medewerkers – de norm niet. ( x € 1,- )

Naam

Beloning

H.A. Timmerman

146.351

R. Wiggers

76.7791

Belastbare

Voorzieningen

Duur (dagen)

vaste en varia-

voor beloningen

/ omvang (%)

Sociale verzeke-

bele onkosten­

betaalbaar op

ringspremies

vergoedingen

termijn

1.361

dienst-verband Functie

24.131

Algemeen directeur /

11.371

Griffier van de provincie

in 2014 365 / 100

provincie-secretaris 365 / 80

Overijssel

1

Inclusief € 7.126 brutogratificatie en uitkering 25-jarig ambtsjubileum.

Bij de samenstelling van bovenstaande verantwoording uit hoofde van de WNT zijn de op 27 februari 2014 gedateerde Beleidsregels WNT inclusief de wijziging daarop van 12 maart 2014 van het Ministerie van Buitenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties als uitgangspunt gehanteerd. De provincie Overijssel herkent de onderkende uitvoeringsproblemen met betrekking tot externe niet-topfunctionarissen, zoals opgenomen in de op 27 februari 2014 gedateerde Kamerbrief van de minister van Buitenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties. De provincie Overijssel heeft deze categorie in lijn met de door de minister voorgestelde gedragslijn niet in de WNT-verantwoording betrokken.

224

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 4 Jaarrekening 2014

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

225


4.3.5 Detailoverzicht baten & lasten

Kerntakenbegroting 2014

Duurzame ruimtelijke ontwikkeling & waterbeheer

Baten rekening

Lasten rekening

Saldo rekening

2013

2013

2013

2,9

66,3

Milieu en energie

89,0

64,9

24,1

Inrichting landelijk gebied

55,7

79,7

-24,0

Regionale bereikbaarheid en regionaal openbaar vervoer

50,2

119,8

-69,6

0,9

37,3

-36,4

27,1

-27,1

0,2

3,8

-3,6

Niet-kerntaak en overig

123,1

227,4

-104,3

Gebiedsontwikkelingen

0,5

38,0

-37,5

322,5

664,3

-341,8

Deelnemingen afwikkeling verkoop Essent (incl. PBE)

1,4

0,2

Geldleningen en uitzettingen korter dan één jaar

1,6

Regionale economie Culturele infrastructuur en monumentenzorg Kwaliteit van het openbaar bestuur

Totaal kerntaken

-63,4

Financiering en Algemene dekkingsmiddelen 1,2 1,6

Geldleningen en uitzettingen langer of gelijk aan één jaar

56,0

Bespaarde rente

68,5

68,5

118,9

118,9

95,6

95,6

Algemene uitkering provinciefonds Eigen middelen (opcenten motorrijtuigenbelasting) Overige financiële middelen (deelneming N.V. BNG) Algemene baten en lasten Algemene dekkingsmiddelen

60,7

0,1

-4,7

0,1

-0,1

-7,1

7,0

342,0

53,8

288,2

664,5

718,1

-53,6

Onvoorzien Totaal financiering en algemene dekkingsmiddelen Saldo van baten en lasten

226

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 4 Jaarrekening 2014

( x â‚Ź 1 miljoen) Baten 2014

Lasten 2014

Gerealiseerd

Baten begroot

Lasten be-

Saldo begroot

Baten reke-

Lasten reke-

Saldo reke-

Primitief

Primitief

2014 Primitief

2014

groot 2014

2014

ning 2014

ning 2014

ning 2014

2,5

23,8

-21,3

4,0

49,8

-45,8

4,0

48,2

38,9

48,8

-9,9

79,0

48,5

30,5

79,2

39,1

40,1

2,4

35,8

-33,4

0,9

147,2

-146,3

0,8

39,3

-38,5

49,5

126,8

-77,3

48,6

112,4

-63,8

49,0

106,4

-57,4

0,1

55,7

-55,6

1,8

35,6

-33,8

7,0

34,0

-27,0

14,8

-14,8

16,2

-16,2

16,0

-16,0

0,1

3,9

-3,8

0,1

3,9

-3,8

0,2

3,7

-3,5

119,6

228,2

-108,6

122,9

239,8

-116,9

121,4

227,8

-106,4

29,7

-29,7

1,6

52,5

-50,9

13,0

50,0

-37,0

567,5

-354,4

258,9

705,9

-447,0

274,6

564,5

-289,9

0,2

0,2

213,1

-44,2

0,2 45,9

47,8

52,8 80,1

6,8

101,6 0,1

-1,9

45,9

52,8

57,0

-6,1

49,1

57,0

57,0

52,4

-3,3 57,0

73,3

96,4

96,4

97,6

97,6

101,6

100,5

100,5

101,5

101,5

0,1

0,1

-2,5

2,5

52,1

228,3

3,0

-3,0

280,4

55,1

225,3

493,5

622,6

-129,1

280,4

52,0

0,2

0,1

0,1

-2,5

2,5

0,1

-4,8

4,9

299,9

49,5

250,4

305,8

47,8

258,0

0,6

1,2

-0,6 305,8

47,8

258,0

580,4

612,3

-31,9

559,4

756,6

-197,2

0,1

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

227


Mutaties reserves per kerntaak

Onttrekkingen

Stortingen

Saldo rekening

rekening 2013

rekening 2013

2013

Duurzame ruimtelijke ontwikkeling & waterbeheer

65,8

74,9

-9,1

Milieu en energie

21,4

20,6

0,8

Inrichting landelijk gebied

62,8

21,5

41,3

Regionale bereikbaarheid en regionaal openbaar vervoer

31,3

135,3

-104,0

Regionale economie

36,1

45,8

-9,7

6,5

7,7

-1,2

Culturele infrastructuur en monumentenzorg Kwaliteit van het openbaar bestuur

1,1

1,1

Niet-kerntaak en overig

14,0

9,8

4,2

Gebiedsontwikkelingen

36,0

60,9

-24,9

Algemene dekkingsmiddelen

522,2

336,0

186,2

Totaal mutaties reserves

797,2

712,5

84,7

1.461,6

1.430,5

31,1

Resultaat

Specificatie mutaties reserves Algemene dekkingsmiddelen

Onttrekkingen

Stortingen

Saldo rekening

rekening 2013

rekening 2013

2013

Saldireserve

1,0

-1,0

Algemene dekkingsreserve

134,4

15,6

118,8

Reserve Kracht van Overijssel

383,4

160,5

222,9

64,7

-64,7

4,4

94,2

-89,8

522,2

336,0

186,2

Algemene reserve grondzaken Incidentele mutaties A(D)R Incidentele mutaties Algemene res. KvO Incidentele mutaties ARG - algemeen Inc. mutaties ARG - tijdelijk beheer 0.9 Reserve PAS/EHS Incidenteel 0.9 Reserve PAS / EHS Structureel Nog toe te delen baten en lasten (I) Reserve Reconstructie Egalisatiereserve pMjP Totaal mutaties reserves Algemene dekkingsmiddelen

228

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 4 Jaarrekening 2014

( x â‚Ź 1 miljoen) Onttrekkingen

Stortingen

Saldo 2014

Onttrekkingen

Stortingen

Saldo begroot

Onttrekkingen

Stortingen re-

Saldo reke-

2014 Primitief

2014 Primitief

Primitief

begroot 2014

begroot 2014

2014

rekening 2014

kening 2014

ning 2014

17,8

3,1

14,7

63,2

26,9

36,3

62,4

26,9

35,5

41,5

17,8

23,7

39,0

32,1

6,9

32,1

31,9

0,2

14,5

10,0

4,5

173,2

2,2

171,0

75,0

2,1

72,9

41,8

0,9

40,9

31,1

49,0

-17,9

27,0

49,0

-22,0

53,0

5,3

9,2

22,3

26,2

7,8

18,4

5,1

5,1

47,7

31,5

3,8

3,8

5,1

1,2

1,2

1,3

8,3

8,3

18,2

29,1

4,5

1,3

1,1

13,7

14,6

5,1 1,1 4,5

10,1

29,1

51,6

35,5

-16,1

53,0

35,5

17,5

114,8

159,6

-44,8

237,7

295,5

-57,8

237,7

294,9

-57,2

325,8

196,7

129,1

651,8

454,6

197,2

534,2

452,5

81,7

819,3

819,3

1.211,2

1.211,2

1.114,6

1.064,8

49,8

( x â‚Ź 1 miljoen) Onttrekkingen

Stortingen

Saldo 2014

Onttrekkingen

Stortingen

Saldo begroot

Onttrekkingen

Stortingen re-

Saldo reke-

2014 Primitief

2014 Primitief

Primitief

begroot 2014

begroot 2014

2014

rekening 2014

kening 2014

ning 2014

115,6

163,0

-47,4

115,6

163,0

-47,4

122,1

61,7

60,4

122,1

61,7

60,4

8,1

-8,1

8,1

-8,1

1,5

-1,5

0,9

-0,9

38,3

-38,3

38,3

-38,3

22,9

-22,9

22,9

-22,9

295,5

-57,8

294,9

-57,2

99,1

101,3

-2,2

58,3

-58,3

0,7

0,7

15,0

15,0

114,8

159,6

-44,8

237,7

237,7

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

229


4.4 Balans

Activa

Vaste activa (1)

Immateriële vaste activa

(2)

Materiële vaste activa

(3)

( x € 1.000) 31-12-2013

31-12-2014

1.819.578

1.695.011

41.174

32.938

148.775

137.311

Investeringen met een economisch nut

53.035

47.239

Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut

95.740

90.072

1.629.629

1.524.762

Kapitaalverstrekkingen

Financiële vaste activa

6.462

11.575

waarvan aan deelnemingen

6.224

11.337

waarvan aan overige verbonden partijen Leningen waarvan aan openbare lichamen waarvan aan deelnemingen waarvan aan overige verbonden partijen Overige langlopende geldleningen Nederlands schuldpapier met een rentetypische looptijd ≥ één jaar Overige uitzettingen met een rentetypische looptijd ≥ één jaar Vlottende activa (4)

Voorraden

(5)

Uitzettingen met een looptijd korter dan één jaar

238

238

283.265

307.037

4.000

4.000

278.598

302.370

667

667

48.746

52.820

138.600

138.600

1.152.556

1.014.730

356.449

439.528

82.665

81.270

104.138

308.991

Vorderingen op openbare lichamen

33.492

36.893

Overige verstrekte kasgeldleningen

35.500

240.855

Rekening-courantverhouding met het Rijk

2.665

2.665

Uitzettingen in Nederlands schuldpapier

3.994

3.836

28.487

24.742

120.147

9.460 39.807

Overige vorderingen Overige uitzettingen (6)

Liquide middelen

(7)

Overlopende activa

49.499

(13)

Nog te ontvangen voorschotbedragen op doeluitkeringen

19.114

13.751

Overige nog te ontvangen en vooruitbetaalde bedragen

30.385

26.056

2.176.027

2.134.539

Totaal

230

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 4 Jaarrekening 2014

Passiva

(8)

( x â‚Ź 1.000) 31-12-2013

31-12-2014

Vaste passiva

1.809.995

1.786.049

Eigen vermogen

1.784.291

1.752.386

1.753.190

1.702.580

Reserves waarvan algemene reserves

575.386

602.533

1.177.804

1.100.047

Resultaat na bestemming

31.101

49.806

Voorzieningen

25.471

33.600

(10) Vaste schulden

233

63

366.032

348.490

36.578

21.625

329.454

326.865

240.752

245.071

82.613

76.476

6.089

5.318

2.176.027

2.134.539

18.595

21.289

waarvan bestemmingsreserves

(9)

Vlottende passiva (11) Netto-vlottende schulden (12) Overlopende passiva Nog te betalen in het begrotingsjaar opgebouwde verplichtingen (13)

Nog te besteden voorschotbedragen op doeluitkeringen Overige vooruitontvangen bedragen

Totaal (14)

Verstrekte borg- en garantstellingen

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

231


4.5 Toelichting op de balans Ten opzichte van onze Jaarrekening 2013 hebben wij de categorisering van de waarborgsommen herzien. Bij nadere controle op navolging van wet- en regelgeving is gebleken dat waarborgsommen op grond van het BBV onder ‘Vaste schulden’ verantwoord dienen te worden in plaats van onder ‘Overige vooruitontvangen bedragen’. Om de cijfers vergelijkbaar te houden met die van 2014 hebben wij in de balans per ultimo 2013 een bedrag van € 21.000 van ‘Overige vooruitontvangen bedragen’ (bedrag Jaarrrekening 2013: € 6,11 miljoen) verschoven naar ‘Vaste schulden’ (bedrag Jaarrrekening 2013: € 0,212 miljoen).

4.5.1 Immateriële vaste activa

Immateriële vaste activa

( x € 1.000)

Saldo van agio en disagio Waarde per 31 december 2013

Agio

Disagio

Saldo

68.845

-4.866

63.979

Afschrijvingen t/m 31 december 2013

-22.805

n.v.t.

-22.805

Boekwaarde per 31 december 2013

46.040

-4.866

41.174

n.v.t.

-10.571

Mutaties 2014 (Dis)agio bij verwerving

2.304

Afschrijvingen

-10.571

2.304

Vrijval door afloop of verkoop

-7.319

31

-7.288

Vermindering afschrijving bij afloop / verkoop

7.319

n.v.t.

7.319

63.830

-4.835

58.995

Afschrijvingen t/m 31 december 2014

Waarde per 31 december 2014

-26.057

n.v.t.

-26.057

Boekwaarde per 31 december 2014

37.773

-4.835

32.938

Door het verschil van het gefixeerde rentepercentage op de uitzettingen met een looptijd van een jaar of langer en de op het moment van aanschaf geldende marktrente, ontstaan verschillen tussen de aanschafwaarde en de nominale waarde. Als er meer wordt betaald dan de nominale waarde ontstaat agio en als er minder wordt betaald dan de nominale waarde ontstaat disagio. Over het bedrag aan agio wordt gedurende de looptijd afgeschreven, omdat bij de afloop van de uitzetting slechts de nominale waarde ontvangen zal worden. De jaarlijkse afschrijvingen zijn een correctie op de renteopbrengsten. Disagio is een potentiële extra baat die pas bij de afloop van de uitzetting gerealiseerd zal worden; op dat moment is pas volledig zeker dat de nominale waarde van de uitzetting wordt ontvangen. Op grond van wet- en regelgeving wordt een positief saldo van agio en disagio onder immateriële vaste activa gepresenteerd en wordt een negatief saldo rechtstreeks in mindering gebracht op de uitzettingen met een looptijd van één jaar of langer. In 2014 hebben de vermogensbeheerders diverse aan- en verkopen gedaan om binnen het door Provinciale Staten gegeven mandaat te blijven.

232

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 4 Jaarrekening 2014

De agio is daardoor per saldo met € 1,2 miljoen toegenomen, de daarna resterende afname van de agio met € 6,2 miljoen betrof amortisatie van agio op afgeloste obligaties. Door genoemde aan- en verkopen hebben er in 2014 afschrijvingen plaatsgevonden van € 1 miljoen, een bedrag van € 9,6 miljoen heeft betrekking op agio op al in bezit zijnde obligaties. Van de verminderingen van de afschrijvingen heeft € 1,1 miljoen betrekking op bij verkopen geamortiseerde agio en heeft € 6,2 miljoen betrekking op amortisatie van agio op afgeloste obligaties. De afname van de disagio heeft voor € 15.000 betrekking op de aan- en verkopen gedurende 2014, € 16.000,-- is vrijgevallen door aflossing van obligaties.

4.5.2 Materiële vaste activa

Materiële vaste activa

( x € 1.000) Woonruimten

Bedrijfs­

Grond-, weg- en

Machines,

Overige ma-

gebouwen

water-bouwkun-

apparaten en

teriële vaste

dige werken

installaties

activa

Totaal

Aanschafwaarde per 31 december 2013

260

77.446

277.571

46.291

1.090

402.658

Afschrijvingen tot en met 31 december 2013

-185

-39.989

-181.831

-31.754

-124

-253.883

75

37.457

95.740

14.537

966

148.775

2.219

292

3.433

-4

-2.003

-5.668

-6.987

-97

-14.759

-136

-2

-138

Boekwaarde per 31 december 2013 Mutaties 2014 Investeringen of desinvesteringen Afschrijvingen

922

Bijdragen van derden Afwaarderingen wegens duurzame waarde­ verminderingen Aanschafwaarde per 31 december 2014

260

78.368

277.571

48.374

1.380

405.953

Afschrijvingen tot en met 31 december 2014

-189

-41.992

-187.499

-38.741

-221

-268.642

71

36.376

90.072

9.633

1.159

137.311

Boekwaarde per 31 december 2014

Materiële vaste activa met een economisch nut

Woonruimten

( x € 1.000) Boekwaarde per

Boekwaarde per

31-12-2013

31-12-2014

75

71

Bedrijfsgebouwen

37.457

36.376

Machines, apparaten en installaties

14.537

9.633

966

1.159

53.035

47.239

Overige materiële vaste activa Totaal

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

233


Op grond van het BBV worden de materiële vaste activa verdeeld in drie categorieën. • Investeringen met een economisch nut. • Investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing geheven kan worden. • Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut. De grond-, weg- en waterbouwkundige werken vallen in zijn geheel onder de investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut. De vaste activa met een economisch nut betreffen de overige categorieën. Eind 2014 heeft de provincie Overijssel geen activa, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing geheven kan worden. De investeringen in 2014 hebben hoofdzakelijk betrekking op ICT. Toelichting op de investeringskredieten voor activa Uit de toelichting op de balans blijkt dat de toename van de aanschafwaarden € 3,3 miljoen bedraagt, dit zijn (des)investeringen verminderd met bijdragen van derden. Deze toename bestaat uit een drietal componenten: de benutting van de investeringskredieten voor een bedrag van € 3,5 miljoen, ontvangen investeringsbijdragen van derden voor een bedrag van € 0,1 miljoen en amortisatie van volledig afgeschreven en afgevoerde activa van € 0,1 miljoen. In 2014 waren investeringskredieten voor activa beschikbaar gesteld voor een bedrag van € 8,9 miljoen. De per saldo benutting van de investeringskredieten (investeringen verminderd met bijdragen van derden) bedroeg in 2014 € 3,4 miljoen. De resterende kredieten kunnen vrijvallen, omdat voor vervanging structureel middelen in de kerntakenbegroting zijn geraamd. Hierna worden de geraamde en gerealiseerde investeringen per krediet vermeld en toegelicht.

( x € 1.000) Nog te besteden Omschrijving

Begroting 2014

Rekening 2014

Saldo

in 2015

Regionale bereikbaarheid, regionaal OV

302

290

12

Gladheidsbestrijdingsmaterieel

302

290

12

8.632

3.093

5.539

822

839

-17

Sociale infrastructuur, jeugdzorg en overige niet-kerntaken Vastgoed

859

758

101

Informatie- en communicatietechnologie

Huisvesting en inrichting

6.951

1.496

5.455

Totaal

8.934

3.383

5.551

234

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

na 2015


Hoofdstuk 4 Jaarrekening 2014

Kerntaak Regionale bereikbaarheid, regionaal OV Gladheidsbestrijdingsmaterieel Het budget voor de aanschaf van gladheidsbestrijdingsmaterieel bedroeg € 302.000. Hierop is € 290.000 uitgegeven voor de aanschaf van zoutstrooiers, sneeuwploegen en brugsproei-installaties. Hiermee is de kwantiteit en kwaliteit van het gladheidsbestrijdingsmaterieel gewaarborgd. Kerntaak Sociale infrastructuur, jeugdzorg en overige niet-kerntaken Vastgoed De uitgaven hadden betrekking op de afwikkeling van de vervanging van de dakbedekking inclusief plaatsing van zonnecellen op het bestuurscentrum, de luchtbehandeling van de vleugel van het provinciehuis en het uitbaggeren van de kasteelgracht van ’t Nijenhuis. Huisvesting en inrichting De uitgaven hadden betrekking op de vervanging van de audiovisuele middelen. Informatie en communicatietechnologie De uitgaven hadden betrekking op Basisregistraties, E-dienstverlening en het netwerk. Van het investeringsbudget ICT is in 2014 circa € 5,5 miljoen niet ingezet. De te verwachten besparingen die door het gezamenlijk aanbesteden in 2015 via het Shared Service Center behaald gaan worden, maken dat dit incidentele bedrag kan vrijvallen.

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

235


4.5.3 Financiële vaste activa

Financiële vaste activa

( x € 1.000)

Kapitaalverstrekkingen aan

Leningen aan

Overige

Openbare

Deel­

Overige

Overige

Uitzettingen

nemingen

verbonden

lichamen

nemingen

verbonden

lang­lopende

in Nederlands zettingen

partijen

leningen

schuldpapier

partijen Waarde verstrekte middelen Waardeverminderingen Boekwaarde per 31-12-2013 Mutaties waarde verstrekte

Overige uit­

Deel­

37.374

238

-31.150 6.224

238

5.800

281.998

-1.800

-3.400

4.000

278.598

667

62.896

138.600

1.152.556

138.600

1.152.556

-14.150 667

48.746

-4

29.094

15.507

Mutaties waardeverminderingen

5.117

-5.322

-11.433

Mutaties 2014

5.113

23.772

4.074

-137.826

middelen

Waarde verstrekte middelen

37.370

Waardeverminderingen

-26.033

Boekwaarde per 31-12-2014

11.337

236

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

238

238

5.800

311.092

-1.800

-8.722

4.000

302.370

667

78.403

-137.826 138.600

1.014.730

138.600

1.014.730

-25.583 667

52.820


Hoofdstuk 4 Jaarrekening 2014

Kapitaalverstrekkingen

Kapitaalverstrekkingen

( x € 1.000)

Instelling NV Bank Nederlandse gemeenten

Intrinsieke waarde

% van het (aandelen)

Boekwaarde per

per 31-12-2013

kapitaal

31-12-2014

5.405

0,16

199

Oost NV

11.350

13,51

10.233

Vitens N.V.

28.119

6,42

91

Wadinko N.V.

13.635

25,12

Zuiderzeehaven Beheer B.V. Zuiderzeehaven Ontwikkelingsmaatschappij C.V. Herstructureringsmaatschappij Overijssel NV (HMO) Enexis Holding N.V. Vordering op Enexis B.V. Verkoop Vennootschap B.V.

3

16,67

3

856

16,46

238

24.029

100,00

630.397

18,71

707 19

15

18,71

64.971

18,71

302

18,71

19

1.527

18,71

47

10

18,71

19

-4.341

100,00

Attero Holding NV Publiek Belang Electriciteitsproductie BV (PBE) CBL Vennootschap B.V. Claim Staat Vennootschap B.V. Energiefonds Overijssel B.V. Totaal

776.278

11.575

Conform de regelgeving zijn de kapitaalverstrekkingen voor het bedrag van de oorspronkelijke investering in de balans gepresenteerd, waar nodig is voorzichtigheidshalve afgewaardeerd. Alle kapitaalverstrekkingen hebben betrekking op deelnemingen, uitgezonderd die aan Zuiderzeehaven Ontwikkelingsmaatschappij C.V.; deze valt onder kapitaalverstrekkingen aan overige verbonden partijen. In 2014 is Attero verkocht, de boekwaarde van de kapitaalverstrekking van € 4.000 is daarbij afgeboekt. Omdat ons belang ultimo 2014 nihil is, bedraagt de intrinsieke waarde ook nihil. Leningen Leningen aan openbare lichamen (art.1, sub a, Wet FIDO) Deze post betreft een lening aan de gemeente Enschede van € 4 miljoen en een lening aan de gemeente Hengelo van € 1,8 miljoen. De lening aan de gemeente Hengelo wordt bij de oprichting overgedragen aan Warmtenet Hengelo. Omdat dit een risicovol project betreft is de lening volledig voorzien.

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

237


Leningen aan deelnemingen

( x â‚Ź 1.000)

Lening verstrekt aan

31-12-2013

Enexis Holding N.V.

39.297

Vitens N.V.

12.991

Vordering op Enexis B.V.

Vermeerderingen

Verminderingen

31-12-2014

1.624

11.367

39.297

158.998

Energiefonds Overijssel B.V.

67.312

Innovatiefonds Overijssel B.V. i.o. Waardeverminderingen leningen Innovatiefonds

60

3.400

5.404

82

-3.400

-5.322

-8.722

97

97

Breedbandfond Overijssel i.o. Totaal

158.998 25.359

278.598

25.538

1.766

92.611 8.722

302.370

Omdat de leningen voor het Innovatiefonds een hoog risico kennen en het Innovatiefonds Overijssel nog in de oprichtingsfase verkeert, zijn deze leningen volledig voorzien. Leningen aan overige verbonden partijen Deze post bestaat volledig uit een achtergestelde renteloze lening aan Zuiderzeehaven Ontwikkelingsmaatschappij C.V.

Overige langlopende leningen

( x â‚Ź 1.000) 31-12-2013

Stichting WMC Waardevermindering stichting WMC

Vermeerderingen

Verminderingen

500

500

-500

-500

DLG | Revolving fund kavelruil

11.004

276

11.280

SVn | Startersleningen

18.849

2.500

829

SVn | Energieleningen

16.000

6.000

SVn | Energieleningen MKB

2.800

1.200

Biobrandstoffabriek Hardenberg V.O.F.

1.093

Waardevermindering Biobrandstoffabriek Hardenberg

-1.000

Aardwarmtecluster KKP I B.V. Waardevermindering aardwarmte koekoekspolder Stork Thermeq B.V. | bedrijfsverplaatsing Waardevermindering Stork Thermeq

4.000 93

1.000 -1.000

600 -283

8.150

11.350

19.500

-8.150

-5.050

-13.200

Sanderink Technology Centre B.V. Waardevermindering Empyro

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

22.000

4.500

Empyro B.V.

238

20.520

-4.500

Waardevermindering Empyro

Totaal

31-12-2014

48.746

317

4.783 -4.783

3.000

3.000

-3.000

-3.000

3.100

3.100

-3.100

-3.100

16.593

12.519

52.820


Hoofdstuk 4 Jaarrekening 2014

Uitzettingen in de vorm van Nederlands schuldpapier Op grond van wet- en regelgeving dienen uitzettingen in Nederlands schuldpapier met een rentetypische looptijd van één jaar of langer afzonderlijk onder de financiële vaste activa te worden gepresenteerd. Het hier gepresenteerde saldo is onderdeel van de portefeuilles van de externe vermogensbeheerders en betreft de nominale waarden van Nederlandse obligaties. In 2014 hebben zich in deze post geen mutaties voorgedaan. Overige uitzettingen Onder deze post zijn de nominale waarden van de beleggingen in obligaties opgenomen, uitgezonderd die van Nederlandse obligaties. Vanaf eind 2009 wordt er gebruik gemaakt van externe vermogensbeheerders. Zij beheren de ontvangen gelden uit de verkoop van Essent en beleggen deze in obligaties die vervolgens in principe tot het einde van de looptijd worden aangehouden. De per saldo afname van € 137,8 miljoen is veroorzaakt door € 139,4 miljoen aan afgeloste obligaties, € 27,6 miljoen aan verkopen en € 29,9 miljoen aan vervangende aankopen. Het bedrag dat in 2014 per saldo is herbelegd bedraagt € 40,1 miljoen (op basis van marktwaarde). Deze wijzigingen in de portefeuille zijn aangebracht vanuit onderhoudsperspectief (verkoop en aankoop gekoppeld, opereren binnen gegeven mandaten), waarbij de duration niet is verlengd en de portefeuille niet is uitgebreid. Het geheel aan uitzettingen (inclusief in de vorm van nederlands schuldpapier) kent ultimo 2014 een nominale waarde van € 1.153,3 miljoen. Inclusief het saldo van agio en disagio van € 32,9 miljoen bedraagt de boekwaarde ultimo 2014 € 1.186,3 miljoen. De marktwaarde van de portefeuille bedraagt ultimo 2014 € 1.326 miljoen, exclusief de opgebouwde rente.

4.5.4 Voorraden De in deze Jaarstukken gepresenteerde voorraden vallen onder de categorie ‘Overige grond- en hulpstoffen’ en bestaan volledig uit aangekochte gronden en gebouwen.

Voorraden

( x € 1.000)

Voorraad grond- en hulpstoffen, overig (Ruil)gronden IJsseldelta-Zuid (Ruil)gronden N340 / N377 / N48

Stand per 31-12-2013

Vermeerderingen

Verminderingen

Stand per 31-12-2014

22.151

983

794

22.340

2.685

133

347

2.471

(Ruil)gronden N34

172

(Ruil)gronden EHS

89.150

(Ruil)gronden Revolving fund kavelruil (Ruil)gronden overig

5

167

2.796

12.739

79.207

10.793

3.681

7.112

5

5

Waardeverminderingen i.v.m. lagere marktwaarde

-31.493

-3.232

-4.693

-30.032

Totaal

82.665

11.478

12.873

81.270

(Ruil)gronden EHS Van de mutaties in 2014 heeft per saldo € 6,4 miljoen betrekking op aan- en verkopen van grond. Daarnaast zijn voor een bedrag van € 3,6 miljoen gebouwen verkocht.

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

239


(Ruil)gronden Revolving fund Kavelruil Ten behoeve van het realiseren van landbouwdoelen heeft de provincie het Revolving Fund ingesteld. Als gevolg van het opheffen van DLG / BBL zijn de gronden in 2014 juridisch overgedragen aan de provincie, hierdoor is het Revolving Fund in 2014 gewijzigd van een financieringsfonds naar een voorraadpositie. De omvang mag maximaal € 25 miljoen bedragen. Waardeverminderingen in verband met lagere marktwaarde De BBV-richtlijnen bepalen dat gronden moeten worden gewaardeerd op basis van verkrijgingswaarde tenzij de marktwaarde lager is. Ook de ‘Nota instrumenten grondbeleid en Algemene Reserve Grond’ (PS/2012/874) bevat dit uitgangspunt. In het Statenvoorstel ‘Samen verder aan de slag met de EHS’ (PS/2013/412) is opgenomen dat voor toepassing van het grond-voor-grondprincipe de buiten de Ecologische Hoofdstructuur gelegen EHSgronden worden ondergebracht in de grondbank als onderdeel van de ARG. Daarbij is aangegeven dat de waardering wordt bepaald aan de hand van de actuele marktwaarde. Op basis van de geldende BBV-richtlijnen en vastgestelde uitgangspunten voor het grondbeleid en de grondbank is de voorraad gronden gesplitst in gronden binnen de EHS-begrenzing en gronden buiten de EHS-begrenzing. Waardevermindering gronden gelegen binnen de EHS-begrenzing Deze categorie gronden ligt op de juiste plek en kan worden ingezet voor doelrealisatie. De marktwaarde voor deze categorie is gebaseerd op een natuurbestemming. Op deze categorie gronden is daarom in 2014 een afwaardering van € 1,8 miljoen verwerkt. Waardevermindering gronden gelegen buiten de EHS-begrenzing en gebouwen Deze categorie betreft ruilgronden en gebouwen die zullen worden verkocht of geruild ten behoeve van verwervingen binnen de Ecologische Hoofdstructuur. Voor dit onderdeel van de vooraad zijn voor de objecten waarbij de marktwaarde lager is dan de verkrijgingswaarde voorzieningen getroffen. Met de verkoop van gebouwen met een aanschafwaarde van € 3,6 miljoen is tevens de getroffen voorziening vrijgevallen. Daarnaast is in 2014 een aanvullende voorziening voor gebouwen nodig gebleken van € 1 miljoen.

4.5.5 Uitzettingen met een looptijd korter dan één jaar

Vorderingen

Vorderingen op openbare lichamen

( x € 1.000) Stand per 31-12-2013

Stand per 31-12-2014

33.492

36.893

Overige verstrekte kasgeldleningen Rekening-courantverhouding met het Rijk

35.500

240.855

Uitzettingen in Nederlands schuldpapier

2.665

2.665

Overige vorderingen

3.994

3.836

Overige uitzettingen

28.487

24.742

104.138

308.991

Totaal

240

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 4 Jaarrekening 2014

Vorderingen op openbare lichamen

Vorderingen op openbare lichamen

( x € 1.000) Stand per 31-12-2013

Stand per 31-12-2014

31.296

29.825

298

1.076

1.898

5.992

33.492

36.893

Europese Unie Rijksoverheid Provincies Gemeenten, waterschappen en samenwerkingsverbanden Totaal

De belangrijkste vorderingen ultimo 2014 betreffen het btw-compensatiefonds (€ 21,8 miljoen) en de opcenten motorrijtuigenbelasting over december (ongeveer € 8 miljoen). Rekening-courantverhouding met het Rijk Op grond van wet- en regelgeving dienen overtollige middelen aangehouden te worden in ’s Rijks schatkist en afzonderlijk te worden verantwoord. Ultimo 2014 zijn de beschikbare liquiditeiten aan deze rekening-courant toegevoegd; uitgezonderd de ontvangsten op de laatste drie dagen van 2014. Uitzettingen in Nederlands schuldpapier Dit betreft de per jaareinde opgebouwde rente op Nederlandse obligaties binnen de obligatieportefeuilles. Overige vorderingen

Overige vorderingen

( x € 1.000) Stand per 31-12-2013

Stand per 31-12-2014

Nog te ontvangen rentebaten

2.806

446

Overige vorderingen

1.188

3.390

Totaal

3.994

3.836

Het verplicht schatkistbankieren betekent ook dat de nog te ontvangen rentebaten sterk dalen. Het saldo eind 2014 bevat de nog over 2014 te ontvangen rente van de achtergestelde lening aan Vitens. Overige uitzettingen Dit betreft de per jaareinde opgebouwde rente op de obligaties (exclusief Nederlandse) binnen de obligatieportefeuilles.

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

241


4.5.6 Liquide middelen

Liquide middelen

( x € 1.000)

Banksaldi Kas Totaal

Stand per 31-12-2013

Stand per 31-12-2014

120.146

9.459

1

1

120.147

9.460

Het saldo ultimo 2014 bestaat uit de op de laatste drie dagen van 2014 ontvangen bedragen. Met ingang van 2014 is de Regeling schatkistbankieren van kracht. Op grond van de wijziging van het BBV dient in de toelichting op de balans verantwoording afgelegd te worden over de berekening en het gebruik van het drempelbedrag. In de Decembercirculaire 2014 over het Provinciefonds is gemeld dat vanuit praktisch oogpunt het begrotingstotaal naar de stand van 1 januari gebruikt dient te worden, om gedurende het jaar te kunnen sturen op het drempelbedrag. Binnen de provincie Overijssel is gedurende 2014 gestuurd op het totaal van de actuele begroting. Om deze reden wordt de verantwoording over 2014 gepresenteerd aan de hand van het begrotingstotaal per ultimo 2014.

Berekening drempelbedrag schatkistbankieren

( x € 1.000) Begroting

Begrotingstotaal ultimo 2014

Percentage

Drempel

1.211.214

Drempelbedrag tot € 500 miljoen

500.000

0,75%

3.750

Drempelbedrag vanaf € 500 miljoen

711.214

0,20%

1.422

Drempelbedrag 2014

5.172

Verantwoording drempelbedrag

( x € 1.000) Gemiddelde

Drempel

Verschil -3.200

Eerste kwartaal 2014

8.372

5.172

Tweede kwartaal 2014

5.154

5.172

18

Derde kwartaal 2014

1.223

5.172

3.949

Vierde kwartaal 2014

623

5.172

4.549

3.815

5.172

1.357

Geheel 2014

242

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 4 Jaarrekening 2014

De overschrijding in het eerste kwartaal is veroorzaakt door het inregelen van het afromen van de banksaldi naar de schatkist. Na het tweede kwartaal is het afromen naar de schatkist goed ingeregeld, wat te zien is aan de relatief grote ruimte binnen het drempelbedrag. Over geheel 2014 bezien is eveneens geen sprake van een overschrijding van het drempelbedrag.

4.5.7 Overlopende activa

Overlopende activa

( x € 1.000)

Nog te verrekenen / te declareren bedragen Vooruitbetaalde bedragen Doeluitkeringen Ontvangsten onderweg en kruisposten Overige Totaal

Stand per 31-12-2013

Stand per 31-12-2014

20.562

24.867

9.771

1.188

19.114

13.751

48

0

4

1

49.499

39.807

Doeluitkeringen: zie 5.3.12

Nog te verrekenen of te declareren en vooruitbetaalde bedragen Alle bedragen worden verrekenbaar of inbaar geacht. De grootste posten betreffen betaalde voorschotten aan DLG (€ 4,7 miljoen), vorderingen op diverse landinrichtingscommissies (€ 3,2 miljoen) en de rente over het vierde kwartaal van 2014 voor de bruglening aan Enexis (€ 2,2 miljoen). Doeluitkeringen Voor de toelichting op de nog te ontvangen voorschotbedragen op doeluitkeringen verwijzen wij u naar paragraaf 4.5.13, waar deze gezamenlijk met de nog te besteden voorschotbedragen op doeluitkeringen toegelicht worden.

4.5.8 Eigen vermogen Het eigen vermogen bestaat uit 2 componenten: de reserves en het resultaat over het boekjaar. Reserves zijn vermogensbestanddelen die als eigen vermogen zijn aan te merken en vrij besteedbaar zijn. Het instellen, wijzigen en opheffen van reserves is voorbehouden aan Provinciale Staten. Dit is in het BBV vastgelegd. De reden hiervoor is dat reserves worden gevormd door positieve resultaten of bewust zijn vrijgemaakt vanuit andere middelen, om op een later moment aan te kunnen wenden. Ook kunnen reserves worden gevormd om risico’s af te dekken, waardoor tegenvallers in andere jaren kunnen worden opgevangen. In alle gevallen raken de reserves het budgetrecht van Provinciale Staten. Reserves zijn er in 2 vormen: algemene reserves en bestemmingsreserves. De algemene reserves betreffen vermogensbestanddelen waaraan door Provinciale Staten nog geen bestemming is gegeven. Hoewel deze reserves vrij besteedbaar zijn, dienen deze ook als buffer tegen algemene risico’s. Bestemmingsreserves zijn vermogensbestanddelen waaraan Provinciale Staten een bestedingsrichting hebben gegeven.

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

243


Het resultaat over het boekjaar betreft het overschot of tekort ten opzichte van de begroting nadat de stortingen en onttrekkingen aan de reserves in dat jaar hebben plaatsgevonden. Het resultaat staat eveneens ter beschikking aan Provinciale Staten.

Stand per 31-12-2013

Toevoegingen per

Onttrekkingen per

1-1-2014

1-1-2014

Stand per 1-1-2014

Algemene reserves Saldireserve

38.000

38.000

Algemene dekkingsreserve

324.641

Reserve Kracht van Overijssel

148.050

Algemene reserve grondzaken

64.695

1.109

575.386

51.023

Subtotaal

49.914

12.515

362.040 148.050 65.804

12.515

613.894

Bestemmingsreserves Reserve Europese programma's

7.803

242

7.561

Reserve Reconstructie

1.631

400

1.231

Reserve regionale bereikbaarheid

3.645

Reserve Provinciale infrastructuur

32.017

3.645 593

31.424

Reserve waterwegen

4.745

4.745

Egalisatiereserve ILG

48.232

48.232

Reserve startersleningen

5.146

5.146

Reserve energiebesparing

11.704

Reserve herstructurering bedrijventerreinen Reserve bodemsanering 2010 - 2014 Reserve ISV-3 Reserve Uitvoering Kracht van Overijssel

2.457

14.161

24.071

9.270

33.341

1.738

788

2.526

8.433

8.433

852.949

2.007

Reserve Energiefonds Overijssel

67.446

Reserve majeure projecten EHS

18.380

Uitvoeringsreserve EHS

89.864

1.700

1.177.804

14.215

Subtotaal Resultaat na bestemming Totaal reserves

244

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

67.446 18.380

31.101 1.784.291

850.942

91.564 21.622

1.170.397

31.101 65.238

65.238

1.784.291


Hoofdstuk 4 Jaarrekening 2014

( x â‚Ź 1.000) Toevoegingen 2014 Geraamd

Gerealiseerd

Onttrekkingen 2014 Afwijking

Geraamd

Gerealiseerd

Stand per 31-12-2014 Afwijking

38.000 144.163

144.163

103.050

103.050

403.153

61.700

61.700

122.116

122.116

87.634

8.458

7.942

516

214.321

213.805

516

5.512

4.125

1.387

400

400

73.746 225.166

225.166

1.531

108

1.155

1.155

3.645

3.645

602.533

1.423

11.578 476

736

736

8.856

5.125

3.731

214

214

800

336

464

27.035 4.623

37.117

35.827

1.290

12.405

407

387

20

4.862

4.087

1.956

2.131

14.057

8.836

7.085

1.751

39.541

103

103

2.071

1.852

1.122

1.122

13.285

13.285

1.830

1.829

116.416

116.416

202.908

189.344

13.564

778.014

5.000

5.000

2.039

2.012

27

70.434

59.450

59.450

121.127

27.902

93.225

123.112

206.139

204.532

1.607

392.508

274.882

117.626

1.100.047

49.806

-49.806

468.143

-47.683

420.460

219

9.555 1

4.355

49.806 617.674

500.048

117.626

1.752.386

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

245


Algemene reserves

Saldireserve Soort

Algemene reserve (inclusief risicoreserve).

Ingesteld op

Besluit PS/1989 van Provinciale Staten van Overijssel in 1989 betreffende ‘Uitgangspunten voor het te voeren reservebeleid en afschrijvingsbeleid en ontwikkeling rente zwevend geld’.

Doel

Deze reserve vervult een belangrijke functie als buffer, om tegenvallers en risico’s op te kunnen vangen. In minder gunstige tijden kan deze gebruikt worden, of om een zekere continuïteit in het beleid te kunnen waarborgen, of om de mogelijkheid te hebben geleidelijk het bestaande beleid om te buigen.

Specifieke spelregels

De reserve behoort tot de algemene middelen. Aanwending is (binnen het doel van risicobuffer) voorbehouden aan Provinciale Staten.

Verwachte einddatum

N.v.t.

Bestedingsplan

Nee. Gelet op doel en spelregels van de reserve n.v.t.

Vrije ruimte

€ -

Onderdeel weerstandsvermogen

€ 38.000.000. Gelet op doel en spelregels van de reserve behoort het volledige saldo tot de beschikbare weerstandscapaciteit.

Toelichting verloop 2014

In 2014 is deze reserve niet gemuteerd.

246

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 4 Jaarrekening 2014

Algemene dekkingsreserve ( x € 1.000) Soort

Algemene reserve (inclusief risicoreserve).

Ingesteld op

Besluit PS/2002/26 van Provinciale Staten van Overijssel op 14 mei 2002.

Doel

Tijdelijke afstorting van overschotten en reserveringen.

Specifieke spelregels

N.v.t.

Verwachte einddatum

N.v.t.

Bestedingsplan

Nee. Gelet op doel en spelregels van de reserve n.v.t.

Vrije ruimte

€ 28.780.000. Per eind 2014.

Onderdeel weerstandsvermogen

€ 4.969.000. Betreft twee risicoreserveringen. De eerste van € 2,3 miljoen is bedoeld voor eventuele risico’s voortvloeiend uit de Reconstructiewet en de tweede van € 2,7 miljoen is bedoeld voor de eventuele resterende risico’s rondom ADT.

Toelichting verloop 2014

In 2014 is € 194,1 miljoen aan de reserve toegevoegd, bestaand uit toevoegingen bij de primitieve begroting van € 101,3 miljoen, het resultaat over 2013 van € 31,1 miljoen, € 18,8 miljoen aan resultaatbestemmingsvoorstellen per 1 januari 2014 bij het Jaarverslag 2013 en € 42,9 miljoen via begrotingswijzigingen, bestaande uit de saldi van diverse Planning & Controldocumenten.

Daarnaast is € 115,6 miljoen aan de reserve onttrokken, bestaand uit onttrekkingen bij de primitieve begroting van € 99,1 miljoen, € 12,5 miljoen aan resultaatbestemmingsvoorstellen per 1 januari 2014 bij het Jaarverslag 2013 en € 4 miljoen via begrotingswijzigingen. De onttrekkingen waren voor € 58,5 miljoen bestemd voor toevoeging aan de reserve Kracht van Overijssel.

Het verloop van de Algemene dekkingsreserve in 2014 is daarmee als volgt:

Beginstand per 31-12-2013

€ 324,6 miljoen

Toevoegingen per 01-01-2014

€ 49,9 miljoen +

Onttrekkingen per 01-01-2014

€ 12,5 miljoen -/-

Toevoegingen in 2014

€ 144,2 miljoen +

Onttrekkingen in 2014

€ 103,0 miljoen -/-

Eindstand per 31-12-2014

€ 403,2 miljoen

In de stand ultimo 2014 is een bedrag van € 300 miljoen beklemd en een bedrag van € 69,4 miljoen geoormerkt voor dekking van toekomstige lasten. De stand ultimo 2014 vermindert met deze beklemming, oormerkingen en het onderdeel van het weerstandsvermogen is de aanwezige vrije ruimte in deze rerserve per ultimo 2014. In het budgettair perspectief wordt de vrije ruimte per ultimo 2015 gepresenteerd.

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

247


Reserve Kracht van Overijssel Soort

Algemene reserve (inclusief risicoreserve).

Ingesteld op

Besluit PS/2011/426 van Provinciale Staten van Overijssel op 13 juli 2011.

Doel

De middelen voor de Investeringsimpuls als bepaald in het Hoofdlijnenakkoord 2011 – 2015 worden door Provinciale Staten gereserveerd in een algemene reserve ‘Kracht van Overijssel’. De reguliere bevoegdheden voor deze reserve liggen bij Provinciale Staten. Voor de investeringsfasen ‘toelating’, ‘verkenning’ en ‘planvorming’ worden hieruit door Provinciale Staten voorbereidingsbudgetten beschikbaar gesteld. Indien Provinciale Staten besluiten een investering over te hevelen naar de ‘realisatiefase’, besluiten Provinciale Staten tevens de hiervoor benodigde middelen over te hevelen naar de bestemmings­ reserve ‘Uitvoering Kracht van Overijssel’.

Specifieke spelregels

De spelregels maken nader onderdeel uit van het begrotingswijzigingenbeleid.

Verwachte einddatum

N.v.t.

Bestedingsplan

Nee. Uit deze reserve worden geen bestedingen gefinancierd. Onttrekkingen aan deze reserve worden gestort in de Reserve uitvoering Kracht van Overijssel of de Algemene dekkingsreserve.

Vrije ruimte

€ -

Onderdeel weerstandsvermogen

€-

Toelichting verloop 2014

In 2014 bedroegen de totale toevoegingen € 61,7 miljoen ter dekking van de oorspronkelijke investeringsimpuls.

248

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 4 Jaarrekening 2014

Algemene reserve grondzaken Soort

Algemene reserve.

Ingesteld op

Besluit PS/2012/275 van Provinciale Staten van Overijssel op 11 juli 2012.

Doel

Afdekken van het risico dat gepaard gaat met grondbezit voorzover dit buiten de projectbegrenzing ligt.

Specifieke spelregels

Door het instellen van een aparte reserve voor gronden worden de risico’s van gronden gescheiden van de financiële huis­ houding voor de overige provinciale taken. In de Algemene reserve grondzaken (ARG) worden de risico’s die gerelateerd zijn aan grondbezit afgedekt. De ARG maakt het mogelijk om éénduidig risico’s te beheersen die gepaard gaan met het provinciale grondbezit.

De volgende risico´s zijn daarin het meest bepalend:

• Risico waardeontwikkeling t.o.v. inbrengwaarde (positief als negatief).

• Risico tijdelijke exploitatie (Verliesgevende tijdelijke exploitatie leidt tot verliezen in de Voorraadrekening Gronden).

• Risico tijd (langer tijdelijk exploiteren en beheer.

Verwachte einddatum

Geen einddatum aangegeven.

Bestedingsplan

Ja.

Vrije ruimte

€ -

Onderdeel weerstandsvermogen

€ -

Toelichting verloop 2014

Ter afdekking van de risico’s en kosten verbonden aan het beheer en de vervreemding van ruilgronden storten projecten die deze gronden aanleveren 10% van de boekwaarde van de gronden in de ARG. Via een voorstel tot resultaatbestemming bij het Jaarverslag 2013 hebben de projecten IJsseldelta-Zuid, N340 en N34 in totaal € 1,1 miljoen afgedragen aan de ARG (zie de mutatie per balansdatum). Daarnaast is in 2014 op basis van de besluitvorming rondom de tracé-aanpassing van de N340 € 7,0 miljoen gestort in de ARG. Verder hebben uw Staten via de monitor Overijssel 2014-II besloten om binnen de ARG een afgebakend deel van de reserve te creëren voor tijdelijk beheer van gronden en vastgoed. Conform die besluitvorming is in 2014 het saldo van de baten en lasten van tijdelijk beheer, alsmede het voordelige exploitatiesaldo van BBL / DLG voor tijdelijk beheer tot en met 2013, gestort in dit deel van de ARG. Het betreft een bedrag van € 0,9 miljoen.

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

249


Bestemmingsreserves

Europese programma’s Soort

Bestemmingsreserve.

Ingesteld op

Besluit PS/1995/19 van Provinciale Staten van Overijssel in 1995.

Doel

Ingesteld ten behoeve van de uitvoering van Europese programma’s voor economische structuurversterking. De voeding van deze egalisatiereserve geschiedt met eigen middelen om fluctuaties in de uitvoering van de meerjarige deelprogramma’s op te vangen. Op basis van diverse voorstellen hebben Provinciale Staten ingestemd met de uitvoering van Europese programma’s, de zogenaamde EPD’s.

Specifieke spelregels

De spelregels van de reserve zijn bepaald bij instelling van de reserve in 1995 (nummer 19). De reserve wordt gevoed met in de begroting beschikbaar gestelde middelen. Naast de cofinancieringsmiddelen, bevat de reserve ook een risicobuffer van € 5 miljoen (zie bladzijde 4, PS/2008/27 voor toelichting risicobuffer). Zodra er duidelijkheid is over de hoogte van het nieuwe Europese programma 2014 - 2020 en bijbehorende cofinanciering, zal de hoogte van de buffer worden herzien.

Verwachte einddatum

Dit is niet van tevoren aan te geven. Zolang het beleid is om cofinanciering te leveren aan Europese programma’s zal de reserve intact blijven.

Bestedingsplan

Ja.

Vrije ruimte

€ -

Onderdeel weerstandsvermogen

€ 5.000.000

Toelichting verloop 2014

In 2014 is de eerste tranche voor het programma 2014 - 2020 gestort in de reserve en is er indexering toegevoegd (rente). Daarnaast is er € 0,1 miljoen onttrokken voor de cofinanciering van projectsubsidies.

250

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 4 Jaarrekening 2014

Reconstructie Soort

Bestemmingsreserve.

Ingesteld op

Besluit PS/2004/526 van Provinciale Staten van Overijssel op 23 juni 2004.

Doel

De bestedingen voor reconstructie zullen, in de tijd gezien, een naar verwachting grillig sterk wisselend patroon vertonen. Om deze fluctuaties in baten en lasten te verevenen, is besloten om een bestemmingsreserve in te stellen. De reserve wordt gevoed met in de begroting beschikbaar gestelde middelen voor reconstructie, voor zover deze (nog) niet besteed zijn aan de uitvoering van reconstructie. De jaarlijkse stand van de reserve hangt mede samen met de spreiding van bestedingen over de jaren.

Specifieke spelregels

Zie besluit PS/2004/526, bestedingen ten behoeve van reconstructie. Jaarlijks vindt er een rente toerekening plaats aan de bestemmingsreserve.

Verwachte einddatum

Dit is onder andere afhankelijk van de voortgang van lopende projecten die gefinancierd worden uit de reserve.

Bestedingsplan

Ja.

Vrije ruimte

€ -

Onderdeel weerstandsvermogen

€ -

Toelichting verloop 2014

De onttrekking voor het project De Doorbraak, ad € 0,5 miljoen, is conform begroting. Daarnaast is er per saldo € 0,25 miljoen vrijgevallen naar de algemene middelen. De resterende middelen zijn bestemd voor de uitfinanciering van het project De Doorbraak.

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

251


Regionale bereikbaarheid Soort

Bestemmingsreserve.

Ingesteld op

Besluit PS/2006/223 van Provinciale Staten van Overijssel op 26 april 2006.

Doel

De reserve draagt bij aan de financiering van grote infrastructurele projecten waardoor knelpunten in de regionale bereikbaarheid worden opgelost. Hiermee kan adequaat en snel worden ingespeeld op ontwikkelingen. Het betreft infrastructuur van wegen, waterwegen en railverbindingen van Rijk en gemeenten.

De provinciale bijdrage aan het Regionaal Mobiliteitsfonds (RMF) is in de reserve Regionale Bereikbaarheid gestort. De provinciale bijdrage aan RMF-projecten mag volgens regelgeving BBV namelijk niet geboekt worden ten gunste van de doeluit­ kering RMF. In de doeluitkering RMF worden de rijksbijdragen en de bijdragen van de gemeenten verantwoord.

Specifieke spelregels Verwachte einddatum

Reserve is bij monitor Overijssel 2014-II opgeheven.

Bestedingsplan

Niet van toepassing

Vrije ruimte

Niet van toepassing

Onderdeel weerstandsvermogen

Niet van toepassing

Toelichting verloop 2014

In 2014 heeft afrekening met het Rijk plaatsgevonden met betrekking tot de bestedingen uit het Regionaal Mobiliteitsfonds (RMF). Het saldo van de niet bestede RMF- middelen dat verantwoord is in de reserve Regionale bereikbaarheid (€ 0,3 miljoen) valt vrij naar de algemene middelen. Hiermee zijn de RMF-projecten financieel afgerond. Daarnaast is in 2014 € 3,4 miljoen uit de reserve overgebracht naar de reserve Kracht van Overijssel ten behoeve van de prestatie herijking OV-taktiek (prestatie 4.2.10). Het saldo van de reserve Regionale bereikbaarheid is daarmee op nihil gebracht en de reserve is bij de monitor Overijssel 2014-II opgeheven.

252

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 4 Jaarrekening 2014

Provinciale infrastructuur Soort

Bestemmingsreserve.

Ingesteld op

Besluit PS/2006/223 van Provinciale Staten van Overijssel op 26 april 2006.

Doel

De reserve is ingesteld om daarmee de kosten van investeringen op eigen provinciale wegen te dekken. Basis daarvoor is het Provinciaal MIRT (onderdeel van de Dynamische beleidsagenda verkeer en vervoer).

Specifieke spelregels

Zie besluit PS/2006/223.

Verwachte einddatum

Geen einddatum bepaald.

Bestedingsplan

Ja.

Vrije ruimte

€ -

Onderdeel weerstandsvermogen

€ -

Toelichting verloop 2014

In 2014 is € 0,74 miljoen rente toegevoegd aan de reserve. De geraamde onttrekkingen over 2014 zijn deels gerealiseerd voor een bedrag van € 5,12 miljoen. In 2015 wordt bij de actualisatie van de meerjarige begroting een voorstel gedaan voor het meerjarig budgettair naar achteren schuiven van onttrekkingen in verband met vertraagde uitvoering van projecten.

Waterwegen Soort

Bestemmingsreserve.

Ingesteld op

Besluit PS/2006/759 van Provinciale Staten van Overijssel op 11 oktober 2006.

Doel

Het afdekken van het toekomstig (groot) onderhoud en vervanging van bruggen voor alle provinciale waterwegen in Overijssel, naast het onderhoud van de waterweg Kanaal Almelo – De Haandrik.

Specifieke spelregels

Zie besluit PS/2006/759

Verwachte einddatum

N.v.t.

Bestedingsplan

Ja. De reserve wordt ingezet voor de instandshoudingsverplichtingen aan Kanaal Almelo de Haandrik jegens het Rijk, grootschalige baggerwerkzaamheden ten behoeve van diverse vaarwegen en de herinrichting van Kanaal Almelo - De Haandrik voor 700-tons vervoer.

Vrije ruimte

€ -

Onderdeel weerstandsvermogen

€ -

Toelichting verloop 2014

Er heeft een onttrekking plaatsgevonden van € 0,366 miljoen ter dekking van de kosten voor de herinrichting van Kanaal Almelo - De Haandrik. Dit heeft ten doel om het kanaal bevaarbaar te maken voor 700-tons scheepstransporten en behelst onder andere baggerwerkzaamheden, vervangen van oeverbeschoeiing en de vervanging van vijf beweegbare bruggen. In 2014 is € 0,21 miljoen rente toegevoegd aan de reserve ter compensatie van inflatie.

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

253


Egalisatiereserve ILG Soort

Bestemmingsreserve.

Ingesteld op

Besluit PS/2007/36 van Provinciale Staten van Overijssel op 7 februari 2007.

Doel

Doel van deze reserve is om:

• Egalisatie van de middelen over de zevenjarige ILG-periode mogelijk te maken (2007-2013);

• In te spelen op de door het Rijk voorgestane ontschotting en deze in onze eigen financiële huishouding voort te zetten;

• Flexibiliteit te creëren binnen de voor het pMJP beschikbare middelen zodat adequaat en snel kan worden ingespeeld op

ontwikkelingen.

Specifieke spelregels

Zie besluit PS/2007/36.

Verwachte einddatum

2014 is de einddatum van de egalisatiereserve. Bij dit Jaarverslag wordt voorgesteld om deze reserve te laten opheffen en het restant saldo toe te voegen aan de nieuw in te stellen bestemmingsreserve afrekening ILG / pMJP.

Bestedingsplan

Ja.

Vrije ruimte

€ -

Onderdeel weerstandsvermogen

€ -

Toelichting verloop 2014

In 2014 is € 18 miljoen vrijval onttrokken uit de reserve ten gunste van het resultaat 2014. Daarnaast is ruim € 10 miljoen onttrokken en toegevoegd aan de uitvoeringsreserve EHS ten behoeve van de grondverwervingen bestuurlijke verplichtingen. De overige € 8 miljoen aan onttrekkingen hebben betrekking op de financiering van doorlopende verplichtingen vanuit het ILG. Het restant saldo zal via resultaatbestemming, conform statenbesluit PS/2014/764, worden voorgesteld om toe te voegen aan de nieuw in te stellen bestemmingsreserve afrekening ILG / pMJP.

254

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 4 Jaarrekening 2014

Startersleningen Soort

Bestemmingsreserve.

Ingesteld op

Besluit PS/2007/837 van Provinciale Staten van Overijssel op 19 december 2007.

Doel

Ter dekking van de kosten die verbonden zijn aan het verstrekken van startersleningen is de reserve Startersleningen ingesteld. Deze kosten bestaan uit gederfde rente en het saldo van de rentebaten en externe beheer- en administratiekosten.

Specifieke spelregels Verwachte einddatum

Geen. Omstreeks 2046. Een exacte einddatum is niet te bepalen vanwege onzekerheden met betrekking tot het moment van verstrekken van leningen en de mate waarin gebruik wordt gemaakt van vervroegde aflossing.

Bestedingsplan

Ja. Verloop wordt bepaald door de verstrekte leningen.

Vrije ruimte

€ -

Onderdeel weerstandsvermogen

€ -

Toelichting verloop 2014

Als uitwerking van de motie Morskate uit 2006 om voorstellen te doen om de positie van de Overijsselse starter te versterken zijn in de vorige en huidige bestuursperiode financiële middelen beschikbaar gesteld. Hiervoor is een regeling getroffen voor het verstrekken van startersleningen om de positie van de starters op de woningmarkt te verbeteren. Deze regeling wordt uitgevoerd door de Stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeente (SVn). De provincie heeft bij SVn een provinciaal niet-revolverend startersfonds ingesteld van in totaal € 38 miljoen. Het saldo van de jaarlijkse rentelasten en -baten en de beheerkosten aangaande dit fonds worden onttrokken aan de reserve Startersleningen. In 2014 is € 0,1 miljoen rente toegevoegd aan de reserve en er is € 0,4 miljoen onttrokken voor beheer- en rentekosten.

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

255


Energiebesparing Soort

Bestemmingsreserve.

Ingesteld op

Besluit PS/2009/337 van Provinciale Staten van Overijssel op 6 mei 2009.

Doel

Uit de reserve worden kosten gedekt die gemaakt worden door cofinanciering van gemeentelijke subsidieregelingen en

projecten van gemeenten en woningbouwcorporaties op het gebied van energiebesparing. Verder worden de subsidies voor onder andere gemeentelijke energieloketten en investeringspremies uit deze reserve gedekt. Ten slotte wordt de reserve ingezet ter dekking van de kosten van verstrekte duurzaamheidsleningen aan particulieren en leningen ten behoeve van energie­ besparende maatregelen aan ondernemingen, stichtingen, verenigingen en kerkgenootschappen. Specifieke spelregels

Het verstrekken van energieleningen vindt plaats in de jaren 2009 tot en met 2015. De leningen hebben een looptijd van 15 jaar voor particulieren, 10 jaar voor stichtingen, verenigingen en kerkgenootschappen en 5 jaar voor ondernemingen. Er wordt geen rente aan de reserve toegevoegd. De toegerekende rente aan de verstrekte leningen, de rekening-courant rente en de beheerskosten SVn worden gedekt uit de reserve. De ontvangen rentebaten op leningen wordt erin gestort.

Verwachte einddatum

31 december 2029. De leningen hebben verschillende looptijden, afhankelijk van de soort aanvrager.

Bestedingsplan

Ja.

Vrije ruimte

€ 3.000.000,00 Er zijn al wel bestuurlijke bestedingsplannen voor deze ruimte.

Onderdeel weerstandsvermogen

€ 350.000

Toelichting verloop 2014

De stortingen in de reserve betreft enerzijds een bijdrage uit de reserve Kracht van Overijssel van € 4 miljoen, gecorrigeerd met het bedrag dat reeds bij de monitor Overijssel 2013-II is gestort (€ 2,45 miljoen). Dit is ter dekking van de rentekosten en beheerskosten van de verstrekte duurzaamheidsleningen aan particulieren en ter dekking van de verstrekte subsidies aan gemeenten en woningbouwcorporaties. Anderzijds is er € 309.000 toegevoegd aan ontvangen rentebaten.

De totale onttrekking voor 2014 bedraagt € 1,9 miljoen. Hiervan is € 0,7 miljoen ter dekking van de toegerekende rentekosten en de beheerskosten. Voor de subsidieregeling Energiebesparing op woningen is € 1,2 miljoen onttrokken. Bij de Monitor Overijssel 2014-II werd nog verwacht dat het niveau van de subsidiebeschikkingen tot een hogere onttrekking uit deze reserve zou leiden.

256

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 4 Jaarrekening 2014

Herstructurering bedrijventerreinen Soort

Bestemmingsreserve.

Ingesteld op

Besluit PS/2010/1170 van Provinciale Staten van Overijssel op 1 december 2010.

Doel

Voor herstructurering bedrijventerreinen vanuit de hiervoor beschikbare decentralisatie-uitkering. Het Rijk heeft de gelden voor de herstructurering van bedrijventerreinen gedecentraliseerd naar provincies. Het betreft de voormalige TOPPER-gelden. Overijssel zal in de periode 2010 tot en met 2016 € 9,6 miljoen ontvangen. De middelen worden aangewend ter realisatie van de ambities die in het provinciale meerjarenprogramma Vitale Bedrijventerreinen zijn opgenomen.

Specifieke spelregels

Zie besluit PS/2010/1150.

Verwachte einddatum

Geen einddatum bepaald.

Bestedingsplan

Nee.

Vrije ruimte

N.v.t.

Onderdeel weerstandsvermogen

€ -

Toelichting verloop 2013

In 2014 is de laatste tranche van € 1,1 miljoen afgestort in de bestemmingsreserve. In 2014 zijn er nog geen uitgaven gedaan ten laste van deze reserve.

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

257


Bodemsanering Soort

Bestemmingsreserve.

Ingesteld op

Besluit PS/2010/521 van Provinciale Staten van Overijssel op 7 juli 2010.

Doel

Deze reserve is in het kader van de Wet Bodembescherming en vangt faseverschillen op tussen inkomsten en uitgaven als gevolg van verschil in de tijd tussen bijdragen door het Rijk voor het programma 2010-2014 via het provinciefonds en de daadwerkelijke uitvoering van projecten.

Specifieke spelregels

Zie besluit PS/2010/521.

Verwachte einddatum

2017

Bestedingsplan

Ja.

Vrije ruimte

€ 2.000.000. E ind 2014 heeft de reserve een omvang van bijna € 40 miljoen. Voor uitvoering van het lopende programma en het overgangsjaar 2015 wordt de komende jaren nog € 18,5 miljoen ontvangen. Uitvoering van het lopende programma vergt de komende jaren circa € 47 miljoen. Naar huidige inzichten resteert na afronding van het lopende programma dan € 11,5 miljoen. Deze ruimte dient te worden bezien tegen de achtergrond van de omvang van het nog lopende programma (€ 47 miljoen) en het nieuwe programma 2016-2020 (€ 48 miljoen). Op basis van het vastgestelde risicobeleid wordt een benodigd budget voor risico-opslag van 10% gehanteerd. Toepassing hiervan op de omvang van het lopende en nieuwe programma leidt tot een benodigde risicobuffer van € 9,5 miljoen. Daarmee resteert een vrije ruimte in deze reserve van circa € 2 miljoen.

Onderdeel weerstandsvermogen

€ 9.500.000

Toelichting verloop 2014

De bestedingen betreffen uitgaven in het kader van de saneringsregeling asbestwegen, uitgaven binnen de Wet Bodem­ bescherming, voornamelijk het uitvoeren van bodemsaneringen. De kosten voor de bodemsaneringsprojecten die onder andere gedekt worden uit de reserve bodemsanering sluiten € 1,8 miljoen lager dan begroot.

258

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 4 Jaarrekening 2014

ISV-3 2010 - 2014 Soort

Egalisatiereserve.

Ingesteld op

Besluit PS/2010/887 van Provinciale Staten van Overijssel op 3 november 2010.

Doel

Dit investeringsbudget is bestemd voor toedeling aan gemeenten ten behoeve van de uitvoering van activiteiten in het kader van het gemeentelijke beleid voor stedelijke vernieuwing.

Specifieke spelregels

Bij beschikking van het Ministerie voor Wonen Wijken en Integratie is in het kader van Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV) voor 2010-2014 aan de provincie Overijssel een budget toegekend van in totaal € 15 miljoen. Dit investeringsbudget is bestemd voor toedeling aan gemeenten ten behoeve van de uitvoering van activiteiten in het kader van het gemeentelijk beleid voor stedelijke vernieuwing. De rijksbijdrage vindt plaats door storting in het provinciefonds. Teneinde de ontwikkelingen in het bestedingsritme over de jaren te reguleren is bij de Begroting 2011 de reserve ISV-3 ingesteld. Indien de bestedingen in enig jaar achterblijven zal het restant van het budget gestort worden in deze reserve waardoor de middelen beschikbaar blijven waarvoor de specifieke rijksbijdrage is verstrekt. Niet bestede budgetten vanaf 2010 zijn gestort in de reserve ISV-3.

Verwachte einddatum

Geen einddatum bepaald.

Bestedingsplan

Nee. Deze middelen zijn bestemd voor het stimuleren van de binnenstedelijke vernieuwing in de Overijsselse gemeenten. Een concreet bestedingsplan wordt in afstemming met gemeenten opgesteld. Begin 2015 komen we met dit voorstel.

Vrije ruimte

€ 2.500.000. ISV-3 reserve is in de basis bestemd voor 3 onderdelen: 1. Wonen, 2. Bodem, 3. Spoedhumaanlocaties. Er is sprake van een vrije ruimte van € 2,5 miljoen euro binnen beoogde doelstelling. Het gaat om budget wat oorspronkelijk bestemd was voor bodem, maar aangezien er voldoende middelen aanwezig zijn voor bodem in de reserve Bodemsanering, kunnen deze middelen worden ingezet voor het prestatieveld wonen. Hierin ligt nog een aanzienlijke opgave op het terrein van binnenstedelijke vernieuwing. Specifiek gaat het om de herstructureringsopgave in bestaand bebouwd gebied van de Overijselse gemeenten.

Onderdeel weerstandsvermogen

€ -

Toelichting verloop 2014

Voor de regelingen kwaliteit van de leefomgeving, stedelijke vernieuwing, wonen zorg en welzijn en bodemsanering in binnenstedelijk gebied is een combinatie van budgetten beschikbaar gesteld. In 2014 zijn de dekkingsbronnen niet geheel benut dit heeft tot gevolg dat € 1,9 miljoen gestort is in de reserve.

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

259


Uitvoering Kracht van Overijssel Soort

Bestemmingsreserve.

Ingesteld op

Besluit PS/2011/426 van Provinciale Staten van Overijssel op 13 juli 2011.

Doel

Indien Provinciale Staten besluiten een investering over te hevelen naar de ‘realisatiefase’, besluiten Provinciale Staten tevens de hiervoor benodigde middelen over te hevelen naar de bestemmingsreserve ‘Uitvoering Kracht van Overijssel’. Provinciale Staten hebben het College gemandateerd om gedurende de bestuursperiode middelen uit de bestemmingsreserve toe te voegen aan de begroting.

Specifieke spelregels

Provinciale Staten mandateren het College om gedurende de bestuursperiode middelen uit de bestemmingsreserve toe te voegen aan de begroting. Daarvoor gelden de spelregels zoals opgenomen in het begrotingswijzigingenbeleid.

Verwachte einddatum

Geen einddatum aangegeven.

Bestedingsplan

Ja.

Vrije ruimte

€ -

Onderdeel weerstandsvermogen

€ -

Toelichting verloop 2014

Zie hiervoor bijlage 5 uit het Jaarverslag 2014 (KvO).

260

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 4 Jaarrekening 2014

Energiefonds Overijssel Soort

Bestemmingsreserve.

Ingesteld op

Besluit PS/2011/461 van Provinciale Staten van Overijssel op 21 september 2011.

Doel

Bij de start van het Energiefonds waren de risico’s van de te verstrekken leningen, deelnemingen en garanties onvoldoende concreet om de vorming van een voorziening te onderbouwen. Hierdoor werd eerst een bestemmingsreserve ingesteld die de maximale omvang aangeeft van de middelen die Provinciale Staten willen besteden voor de doelen. Wanneer het fonds operationeel is, zal aan de hand van de concreet ingevulde portefeuille worden ingeschat welke risico’s we lopen. De lasten van deze risicovoorziening worden dan gedekt uit de gevormde bestemmingsreserve.

Specifieke spelregels

Zie besluit PS/2011/461.

Verwachte einddatum

Conform de financiële randvoorwaarden bedraagt de looptijd van de reserve minimaal 15 jaar. De einddatum is nog niet te bepalen, maar ligt zeker ná 2026.

Bestedingsplan

Nee. De omvang van de reserve is bepaald aan de hand van een globale risico-inschatting.

Vrije ruimte

€ -

Onderdeel weerstandsvermogen

€ 50.000.000

Toelichting verloop 2014

De storting in de reserve betreft een bijdrage uit de Kracht van Overijssel, ten behoeve van het Energiefonds van € 5 miljoen. Dit is ter dekking van de rentekosten en beheerskosten van de verstrekte leningen en participaties. Over de verstrekte leningen is geen rente verschuldigd, derhalve zijn er geen rentebaten. Op termijn wordt dividend uitgekeerd. In 2014 is een bedrag van € 2 miljoen onttrokken ter dekking van de toegerekende rentekosten en beheerskosten.

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

261


Majeure projecten EHS Soort

Bestemmingsreserve.

Ingesteld op

Besluit PS/2012/130 van Provinciale Staten van Overijssel op 16 mei 2012.

Doel

De provincie Overijssel heeft (voor)investeringen gedaan of is bestuurlijke verplichtingen aangegaan ter waarde van € 22,3 miljoen. Dit in het kader van het vervolgtraject van ILG / EHS voor verwerving en inrichting in een aantal majeure projecten (IJsseldelta-Zuid, Ruimte voor de Vecht en gebiedsontwikkeling Luchthaven Twente). Bij statenvoorstel (PS/2011/974, onderhandelingsakkoord Decentralisatie Natuur) is besloten dat voor dit doel voor maximaal € 22,3 miljoen een voorziening moet worden gevormd. Middels een resultatenbestemming bij het Jaarverslag 2011 is dit gerealiseerd.

Op aanwijzing van de accountant is in 2012 besloten om de voorziening om te zetten naar een reserve. Bij het Jaarverslag 2011 hebben Provinciale Staten (PS/2012/131) de reserve majeure projecten ingesteld.

Specifieke spelregels

Zie “Doel”.

Verwachte einddatum

Opgeheven

Bestedingsplan

Nee.

Vrije ruimte

€ -

Onderdeel weerstandsvermogen

€ -

Toelichting verloop 2014

Deze reserve is opgeheven bij het Jaarverslag 2013.

262

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 4 Jaarrekening 2014

Uitvoering EHS Soort

Bestemmingsreserve.

Ingesteld op

Besluit PS/2013/412 van Provinciale Staten van Overijssel op 30 mei 2013.

Doel

In de PAS zijn maatregelen opgenomen die noodzakelijk zijn om de neerslag van stikstof uit onder andere landbouw, verkeer en industrie te verminderen. Dat zijn vooral landelijke, generieke maatregelen. Daarnaast worden in de PAS maatregelen opgenomen die gebieden minder gevoelig maken voor de uitstoot van stikstof. Dat zijn vooral gebiedsspecifieke inrichtingsmaatregelen, zoals het verwijderen van de aanwezige stikstofvoorraad door maaien, plaggen, of afgraven of het plaatselijk aanpassen van de waterstand. De PAS-reserve moet de juridische en financiële borging bieden om vergunningen te kunnen verlenen voor nieuwe economische activiteiten, voor zover deze tot extra uitstoot van stikstof leiden. VIa PS/2013/412 is de naam van deze reserve aangepast in reserve uitvoering EHS.

Specifieke spelregels

In het statenbesluit PS/2013/412 is bij het bepalen van de spelregels aansluiting gezocht bij de systematiek zoals vastgesteld voor de KvO-middelen. Besluitvorming over resterende spelregels voor de reserve zijn in het voorjaar van 2014 aan de Staten voorgelegd (zie PS/2014/62).

Verwachte einddatum

31 december 2022.

Bestedingsplan

Ja.

Vrije ruimte

€ -

Onderdeel weerstandsvermogen

€ -

Toelichting verloop 2014

In 2014 zijn, op basis van besluitvorming, de beschikbaar gestelde rijksmiddelen van € 21,25 miljoen, de structurele provinciale middelen van € 22,9 miljoen en de incidentele middelen van € 15,3 miljoen toegevoegd aan de Uitvoeringsreserve EHS. De onttrekking van € 27,9 miljoen heeft grotendeels betrekking op uitbetaalde beheervergoedingen voor natuurgrond. De afwijking ten opzichte van de begroting wordt veroorzaakt doordat de verplichtingen voor functieverandering, ad. € 81 miljoen, niet als last zijn verantwoord in 2014. De verplichtingen voor functieveranderingen zouden conform besluit PS/2014/898 volledig als last worden verwerkt in de jaarrekening 2014. De commissie BBV heeft echter het standpunt ingenomen dat de verantwoordingswijze van subsidies die via RVO.nl zijn verstrekt voor 2014 ongewijzigd blijft. Dat betekent dat de uitgaven voor functieveranderingen op kasbasis verantwoord moeten worden en het restant aan verplichtingen onder de niet uit de balans blijkende verplichtingen moet worden opgenomen.

Resultaat Het resultaat over 2014 bedraagt € 49,8 miljoen. Voor een toelichting wordt u verwezen naar §4.3.1.

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

263


4.5.9 Voorzieningen Voorzieningen zijn een onderdeel van het vreemd vermogen van de provincie. Voorzieningen zijn onlosmakelijk verbonden aan de uitvoering van het beleid en borgen mede een stabiele bedrijfsvoering. In lijn hiermee is in de Financiële verordening provincie Overijssel 2013 het mandaat voor het instellen, wijzigen en opheffen van voorzieningen neergelegd bij Gedeputeerde Staten. Wanneer het instellen, wijzigen of opheffen budgettaire consequenties met zich meebrengen, worden deze ter goedkeuring aan Provinciale Staten voorgelegd. Op grond van artikel 44, BBV kunnen voorzieningen gevormd worden in een vijftal gevallen. De voorzieningen van de provincie Overijssel vallen binnen de volgende categorieën. • Verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, doch redelijkerwijs te schatten. Waar een verlies een provinciaal actief betreft, wordt dat actief met de gevormde voorziening gesaldeerd gepresenteerd. • Op de balansdatum bestaande risico’s ter zake van bepaalde te verwachten verplichtingen of verliezen, waarvan de omvang redelijkerwijs is te schatten Waar een risico op een verlies een provinciaal actief betreft, wordt dat actief met de gevormde voorziening gesaldeerd gepresenteerd. • Kosten die in een volgend begrotingsjaar zullen worden gemaakt, mits het maken van die kosten zijn oorsprong mede vindt in het begrotingsjaar of in een voorafgaand begrotingsjaar en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal begrotingsjaren. Het betreft hier de beheer en onderhoudsvoorzieningen. • Van derden verkregen middelen die specifiek besteed moeten worden. De middelen van overheden die specifiek besteed moeten worden, vallen onder de doeluitkeringen (§4.5.13). De aansluiting met de balans betreft het subtotaal van de reguliere voorzieningen.

264

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 4 Jaarrekening 2014

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

265


Stand per

Resultaat足足足-

Stand per

31-12-2013

bestemming

1-1-2014

Toevoegingen 2014 Geraamd

Gerealiseerd

Afwijking

2014 Voorzieningen Voorziening natuurbeleidsplan

1.896

1.896

1.565

Voorziening Algemene Pensioenwet Politieke Ambtsdragers

6.257

6.257

450

Voorziening resultaten gebiedsexploitaties

9.634

9.634

Voorziening besteding grondwaterheffing

1.655

1.655

6.029

1.564

1

450 5.693

-5.693

1.393

1.087

306

6.029

3.900

2.705

1.195

25.471

25.471

7.308

11.499

-4.191

500

500

265

283

-18

3.000

3.000

Voorziening grondbezit Voorziening beheer en onderhoud N340 / N48 Voorziening beheer en onderhoud provinciale wegen Voorziening reorganisatie Subtotaal Voorzieningen gesaldeerd met activa Voorziening lening Stichting WMC Voorziening Ruimte voor Ruimte Voorziening participatie HMO Voorziening participatie Oost N.V. Voorziening afwikkeling verkoop Essent | ESCROW

2.236

2.236

25.930

25.930

5.117

5.117

82.782

82.782

Voorziening ontwikkeling aardwarmte Koekoekspolder

4.500

4.500

Voorziening lening Warmtenet Hengelo

1.800

1.800

Voorziening lening Biorights Hardenberg

1.000

1.000

Voorziening dubieuze debiteuren

1.943

1.943

222

-222

Voorziening verplaatsing Stork Hengelo

8.150

8.150

10.862

5.050

5.812

Voorziening deelneming Innovatiefonds Overijssel

3.400

3.400

5.900

5.322

578

10.230

10.230

1.130

-1.130

Voorziening lening Empyro Hengelo

Voorziening waarderisico grondvoorraad BBL Voorziening afwikkeling verkoop Attero | ESCROW

2.527

2.527

Voorziening lening Sanderink Technology Centre

3.100

3.100

Voorziening Revolving Fund grondvoorraad

344

-344

Subtotaal

147.588

147.588

25.654

20.978

4.676

Totaal voorzieningen

173.059

173.059

32.962

32.477

485

266

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 4 Jaarrekening 2014

( x â‚Ź 1.000) Vrijval 2014 Geraamd

Gerealiseerd

Aanwendingen 2014 Afwijking

Geraamd

Gerealiseerd

Stand per 31-12-2014

Afwijking

1.656

1.656

194

186

8

1.804

1.730

1.201

529

1.541

871

327

544

8.407

4.451

3.370

1.081

33.600

1.681

-1.681

6.521 15.327

500 555

-555

5.117

-5.117

25.930 82.782 346

346

120

120

4.783 1.800 1.000 3.000

53

-53

2.112 13.200 8.722

3.470

-3.470

1.223

-1.223

6.667 2.527 3.100 344

9.195

-9.195

466

2.904

-2.438

156.467

9.195

-9.195

4.917

6.274

-1.357

190.067

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

267


Voorzieningen

Voorziening Natuurbeleidsplan Soort

Voorziening middelen derden.

Ingesteld op

Besluit PS/2004/1014 van Provinciale Staten van Overijssel op 13 oktober 2014.

Doel

In het convenant zijn afspraken gemaakt en financiële regelingen vastgelegd die gericht zijn op de realisatie van het Natuurbeleidsplan. Op basis van het convenant worden voor de uitvoering van taken op het gebied van het natuurbeleid bedragen in de uitkering van het Provinciefonds opgenomen (integratieartikel) voor de verwerving en inrichting van relatienota reservaatgebieden (2e fase EHS) en natuurontwikkelingsprojecten.

Specifieke spelregels

Naast de bijdragen aan het Groenfonds zijn de bestedingen specifiek bestemd voor aankoop en inrichting van natuurterreinen.

Verwachte einddatum

De jaarlijkse rijksbijdrage (geïntegreerd in de uitkering uit het provinciefonds) is voor onbepaalde tijd afgesproken. De provincie heeft samen met de andere provincies de laatste aflossingsdatum van de convenantleningen vooralsnog op 31-12-2023 vastgesteld. De uitloop die mogelijk is op basis van de (in principe eeuwigdurende) afspraak tussen Rijk en Provincies vormt een buffer voor onvoorziene omstandigheden.

Bestedingsplan

Ja.

Vrije ruimte

€ -

Onderdeel weerstandsvermogen

€ -

Toelichting verloop 2014

In 2014 zijn de bovengenoemde convenantmiddelen toegevoegd aan de voorziening. De besteding ten laste van de voorziening bedraagt € 1,7 miljoen. Dit betreft de bijdrage aan het Groenfonds ter dekking van aflossingsverplichtingen en renteverplichtingen op opgenomen geldleningen voor grondaankopen op basis van bovengenoemd convenant. De stand van de voorziening per ultimo 2014 bedraagt € 1,8 miljoen. De resterende middelen moeten conform de convenantsafspraken aangewend worden voor de realisatie van de ecologische hoofdstructuur.

268

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 4 Jaarrekening 2014

Voorziening Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers Soort

Risicovoorziening.

Ingesteld op

Besluit PS/2002/545 van Provinciale Staten van Overijssel op 13 november 2002.

Doel

De voorziening vormt de dekking voor lasten die voortvloeien uit de pensioenverplichtingen voor politieke ambtsdragers.

Specifieke spelregels

Jaarlijkse storting van € 450.000

Verwachte einddatum

N.v.t.

Bestedingsplan

Ja.

Vrije ruimte

€ -

Onderdeel weerstandsvermogen

€ -

Toelichting verloop 2014

In 2014 heeft de jaarlijkse storting à € 450.000 plaatsgevonden. De ontrekking heeft betrekking op de betaling van pen­ sioenen van ex-gedeputeerden.

Voorziening Resultaten gebiedsexploitaties Soort

Risicovoorziening.

Ingesteld op

Besluit PS/2010/1152 van Provinciale Staten van Overijssel op 1 december 2010.

Doel

Het gaat hier om een voorziening voor verplichtingen en risico’s vanuit gebiedsexploitaties. Op grond van het “Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten” (BBV) artikel 44, moet een voorziening worden gevormd wegens ‘op de balansdatum bestaande risico’s terzake van bepaalde te verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs is te schatten’.

Specifieke spelregels

Zie besluit PS/2010/1152.

Verwachte einddatum

Deze is afhankelijk van de jaarlijkse actualisering van grondexploitaties.

Bestedingsplan

Nee.

Vrije ruimte

€ -

Onderdeel weerstandsvermogen

€ -

Toelichting verloop 2014

In 2014 is een bedrag van € 2,44 miljoen gedoteerd. Deze storting is ter afdekking van het provinciale belang in de grond­ exploitatie van het Regionaal Bedrijventerrein Twente (RBT) / XL Businesspark (per 31-12-2014).

Verder is een bedrag van € 3,25 miljoen gestort, ter afdekking van het provinciale belang in de grondexploitatie van ADT (per 31.12.2014).

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

269


Voorziening Besteding grondwaterheffing Soort

Egalisatievoorziening.

Ingesteld op

De voorziening is ingesteld bij de Perspectiefbrief 2012 (PS/2001/426 op 13 juli 2011). De reserve grondwaterbeheer is op dat moment omgezet in een voorziening. De tariefsvaststelling geldt per 1-1-2010 tot en met 2015 (PS/2009/1021). In 2015 zal de nieuwe tariefsvaststelling in gang gezet worden.

Doel

Het doel is om fluctuaties tussen de inkomsten en de uitgaven te verevenen. Door het Rijk is expliciet aangegeven, dat de opbrengst uit heffingen slechts alleen voor de genoemde wettelijke doeleinden mag worden aangewend. Bepaald is dat eventuele overschotten niet naar de algemene middelen mogen toevloeien, maar in de voorziening blijven. Hiermee worden fluctuaties in de heffingstarieven voorkomen.

Specifieke spelregels

Op grond van artikel 7.7, 1e lid van de Waterwet is de provincie Overijssel bevoegd een heffing in te stellen ter dekking van door de provincie te maken kosten betrekking hebbend op het grondwaterbeleid. De opbrengsten van deze heffing dienen uitsluitend besteed te worden aan de in de wet genoemde doelen.

De personeelsgebonden kosten en de kapitaallasten van het grondwatermeetnet worden op grond van het BBV in mindering gebracht op de storting.

Verwachte einddatum

Bij voortzetting van het bestaande beleid zal de voorziening bij realisatie van de huidige geraamde stortingen en onttrekkingen t/m 2015 toereikend zijn.

Bestedingsplan

Ja.

Vrije ruimte

€ -

Onderdeel weerstandsvermogen

€ -

Toelichting verloop 2014

De voorziening wordt gevoed door de grondwaterheffing en ontvangsten met betrekking tot de Overeenkomst Drinkwatervoorziening Overijssel (samenwerking met Vitens). In 2014 is € 1 miljoen grondwaterheffing en € 0,2 miljoen aan bijdragen ontvangen van Waterschappen en Vitens voor de uitvoering van projecten van genoemde overeenkomst. Na aftrek van de personeelsgebonden kosten en kapitaallasten is € 1,1 miljoen gestort in de voorziening. De onttrekkingen zijn uitgaven in het kader van de Waterwet en kosten voor de uitvoering van projecten van de overeenkomst Drinkwatervoorziening Overijssel. De onttrekking in 2014 is € 1,2 miljoen.

270

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 4 Jaarrekening 2014

Voorziening Grondbezit Soort

Risicovoorziening.

Ingesteld op

Besluit PS/2012/275 van Provinciale Staten van Overijssel op 11 juli 2012.

Doel

De voorziening is bedoeld voor het verschil tussen taxatiewaarde en boekwaarde van het provinciaal grondbezit voorzover dit buiten projectbegrenzing ligt. Met PS/2012/874 is de Nota instrumenten grondbeleid en Algemene Reserve Grond door Provinciale Staten vastgesteld en de wijze waarop deze voorziening alsmede de Algemene Reserve Grondzaken ingezet zullen worden.

Specifieke spelregels

Zie PS/2012/275.

Verwachte einddatum

N.v.t.

Bestedingsplan

Nee.

Vrije ruimte

€ -

Onderdeel weerstandsvermogen

€ -

Toelichting verloop 2014

In 2014 hebben zich geen mutaties voor gedaan.

Voorziening Beheer en onderhoud N340 / N48 Soort

Egalisatievoorziening.

Ingesteld op

Besluit PS/2012/149 van Provinciale Staten van Overijssel op 12 juli 2012.

Doel

De voorziening is bedoeld om de toename van de beheers-en onderhoudskosten als gevolg van de herinrichting van de N340 / N48 te dekken.

Specifieke spelregels

N.v.t.

Verwachte einddatum

Geen.

Bestedingsplan

Nee.

Vrije ruimte

€ -

Onderdeel weerstandsvermogen

€ -

Toelichting verloop 2014

In 2014 hebben zich geen mutaties voor gedaan. De eerste toevoeging aan deze voorziening is voorzien in 2018.

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

271


Voorziening Beheer en onderhoud provinciale wegen Soort

Egalisatievoorziening.

Ingesteld op

Besluit PS/2012/832 van Provinciale Staten van Overijssel op 21 november 2012.

Doel

De voorziening is ingesteld naar aanleiding van de besluitvorming over de herinrichting van de N34. Besloten is om een voorziening in te stellen waar niet eerder dan in 2016 € 1,5 mliljoen gestort zal worden ter dekking van additionele beheer- en onderhoudskosten als gevolg van de areaaluitbreiding N34. Deze toevoeging liep vooruit op het integraal beheer- en onderhoudsplan (PS/2014/897), dat op 10 december 2014 door Provinciale staten is vastgesteld. In dat voorstel worden vanaf 2015 middelen voor andere arealen aan deze voorziening toegevoegd.

Specifieke spelregels

N.v.t.

Verwachte einddatum

Geen.

Bestedingsplan

Ja.

Vrije ruimte

€ -

Onderdeel weerstandsvermogen

€ -

Toelichting verloop 2014

In 2014 hebben zich geen mutaties voorgedaan.

Voorziening reorganisatie Soort

Risicovoorziening.

Ingesteld op

Besluit PS/2013/249 van Provinciale Staten van Overijssel op 29 mei 2013.

Doel

De voorziening reorganisatie wordt gevuld met de toekomstige WW-lasten en de overige kosten van de huidige groep boventallige medewerkers als gevolg van de reorganisatie.

Specifieke spelregels

Zie “Doel”.

Verwachte einddatum

Geen.

Bestedingsplan

Nee.

Vrije ruimte

€ -

Onderdeel weerstandsvermogen

€ -

Toelichting verloop 2014

In 2014 zijn er voor de boventallige medewerkers minder begeleidingskosten gemaakt dan begroot. Daarnaast is de voor­ ziening bijgesteld met € 1,1 miljoen naar € 8,5 miljoen, waarmee de voorziening voldoende is om de toekomstige WW-lasten en overige kosten te kunnen afdekken.

272

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 4 Jaarrekening 2014

Voorzieningen gesaldeerd met activa

Voorziening Lening Stichting WMC Soort

Risicovoorziening.

Ingesteld op

Besluit PS/2003/601 van Provinciale Staten van Overijssel op 17 september 2003.

Doel

In 2003 is voor € 0,5 miljoen een voorziening getroffen ter dekking van het risico dat Stichting WMC haar aflossingsverplichtingen niet nakomt. De renteloze lening is verstrekt met het doel expertise en werkgelegenheid te behouden na sluiting van de vestiging van Ericsson in Enschede.

Specifieke spelregels

Geen.

Verwachte einddatum

De voorziening heeft een looptijd tot eind 2025.

Bestedingsplan

Nee.

Vrije ruimte

€ -

Onderdeel weerstandsvermogen

€ -

Toelichting verloop 2014

De kans is zeer groot dat de lening aan Stichting WMC als verliespost beschouwd moet worden, nu de rechtbank medio

2014 het faillissement heeft uitgesproken over het Twente Institute for Wireless and Mobile Com B.V. te Enschede. Aan deze rechtspersoon had Stichting WMC haar middelen geleend. De faillissementsafwikkeling zal moeten uitwijzen, welk deel van de vordering nog te verhalen valt. Tot die tijd blijft de hoogte van de voorziening gehandhaafd.

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

273


Voorziening Ruimte voor Ruimte Soort

Risicovoorziening.

Ingesteld op

Besluit PS/2000/57 van Provinciale Staten van Overijssel op 13 december 2000.

Doel

In het kader van het Reconstructiebeleid voor het landelijk gebied is in april 2000 door Provinciale Staten besloten tot een garantstelling voor de kosten voortvloeiende uit bovengenoemde regeling. In december 2000 is besloten de openstelling van de beëindigingsregeling met één maand te verlengen wat een aanvullende garantstelling met zich meebracht van circa € 6,4 miljoen. Aangezien de uitvoering van de regeling na het verstrijken van het jaar 2000 zijn beslag heeft gekregen, is besloten dit bedrag als een voorziening beschikbaar te houden. Op het moment van uitvoering van de beëindigingsregeling zal voor het verlenen van subsidiebijdragen op deze voorziening een beroep worden gedaan.

Specifieke spelregels

Zie PS/2000/57.

Verwachte einddatum

Geen einddatum bepaald.

Bestedingsplan

Nee.

Vrije ruimte

€ -

Onderdeel weerstandsvermogen

€ -

Toelichting verloop 2014

De voorziening Ruimte voor Ruimte dient ter dekking van de openstaande vorderingen op gemeenten, voor bijdragen die zij gaan betalen aan de provincie voor het recht om extra woningen te mogen bouwen. In 2014 is een bedrag van € 0,6 miljoen ontvangen, waardoor een gelijk bedrag uit deze voorziening is vrijgevallen. De onderhandelingen met de twee resterende gemeenten hebben geleid tot het besluit van Gedeputeerde Staten om de resterende vorderingen te laten vervallen en ten laste te brengen van deze voorziening. De voorziening kan daarmee worden opgeheven.

274

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 4 Jaarrekening 2014

Voorziening Participatie HMO Soort

Risicovoorziening.

Ingesteld op

Besluit PS/2009/728 van Provinciale Staten van Overijssel op 28 november 2009.

Doel

Medio 2009 is de Herstructureringsmaatschappij Bedrijventerreinen Overijssel N.V. (HMO) van start gegaan die zich richt op de herstructurering van verouderde bedrijventerreinen in Overijssel. De provincie Overijssel heeft een 100% participatie in deze rechtspersoon. Daarnaast is op basis van het investeringsvoorstel PS/2013/355 aan de HMO aanvullend opdracht gegeven om de leegstand van kantoren te bestrijden. Voor beide opgaven zet HMO de haar ter beschikking gestelde middelen in voor cofinanciering. De verwachting is dat het eigen vermogen van de onderneming, en daarmee onze participatie in HMO, na tien jaar volledig geïnvesteerd is in projecten. Dit betekent dat het eigen vermogen van deze onderneming gedurende de looptijd zal afnemen. Deze voorziening is bedoeld ter dekking van dit waardeverlies.

Specifieke spelregels

Geen.

Verwachte einddatum

Medio 2019.

Bestedingsplan

Nee.

Vrije ruimte

€ -

Onderdeel weerstandsvermogen

€ -

Toelichting verloop 2014

In 2014 hebben zich geen mutaties voorgedaan.

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

275


Voorziening Participatie Oost N.V. Soort

Risicovoorziening.

Ingesteld op

Besluit PS/2010/256 van Provinciale Staten van Overijssel op 12 mei 2010.

Doel

Voor uitvoering van de motie Antuma c.s. van 3 juni 2009, versterken vermogen PPM Oost, is de reserve herwaardering aandelen Oost NV door Provinciale Staten ingesteld via besluit PS/2009/728. Via het Jaarverslag 2009 is de reserve opgeheven en omgezet in de voorziening Participatie Oost NV. Aan het einde van 2013 heeft er een aandelenemissie plaatsgevonden waarbij de bestaande aandeelhouders (provincie Overijssel, provincie Gelderland en het Rijk) hun inbreng hebben uitgebreid. Bij statenbrief PS/2013/756 bent u hierover geinformeerd. Deze voorziening is bedoeld om het financiële risico af te dekken van deelname in het eigen vermogen van Oost N.V.

Specifieke spelregels

Geen, betreft een risicovoorziening.

Verwachte einddatum

Geen, blijft bestaan zolang de provincie een participatie in Oost N.V. heeft.

Bestedingsplan

Nee.

Vrije ruimte

€ -

Onderdeel weerstandsvermogen

€ -

Toelichting verloop 2014

Deze voorziening is volgens de accountant ten onrechte gevormd. De cijfers van Oost N.V. geven geen aanleiding tot afwaardering aangezien de waarde van de participaties binnen Oost N.V. hoger zijn dan onze balanswaardering van Oost N.V. Dit heeft geleidt tot de volledige vrijval van de voorziening ten gunste van het resultaat. Gelet op de spelregels voor de financiering van activa wordt voorgesteld deze vrijval via een resultaatbestemmingsvoorstel toe te voegen aan de Algemene financieringsreserve.

276

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 4 Jaarrekening 2014

Voorziening Afwikkeling verkoop Essent | Escrow Soort

Risicovoorziening.

Ingesteld op

Besluit PS/2009/449 van Provinciale Staten van Overijssel op 17 juni 2009.

Doel

Bij een verkooptransactie van deze omvang is het gebruikelijk extra zekerheden en garanties te verstrekken tot een bepaald bedrag. Dit bedrag wordt in Escrow gestort en uitgekeerd aan de koper – als het gedefinieerde risico optreedt – en/of de verkoper aan het eind van de afgesproken looptijd van de Escrow. Voor deze transactie is bepaald dat er € 800 miljoen ten laste van de verkoopsom in Escrow gestort moet worden. Met deze storting ontstaat een vordering van dezelfde omvang op de Verkoop vennootschap B.V., het daarvoor opgerichte SPV. Ons aandeel in deze vordering bedroeg € 149,7 miljoen. In 2011 is een deel van de vordering ad € 66,9 miljoen voldaan, waarmee momenteel € 82,8 miljoen van de vordering resteert. Omdat het bedrag in Escrow een risico vertegenwoordigt, is het – in overeenstemming met de uniforme gedragslijn – nodig de vordering en ons aandeel in de SPV (momenteel € 82,8 miljoen) volledig te voorzien.

Specifieke spelregels

N.v.t.

Verwachte einddatum

Eind 2015, omdat de termijn van de Escrow op 30 september 2015 afloopt.

Bestedingsplan

Nee.

Vrije ruimte

€ -

Onderdeel weerstandsvermogen

€ -

Toelichting verloop 2014

In 2014 is deze voorziening niet gemuteerd, omdat de bijbehorende vordering ook geen veranderingen heeft ondergaan.

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

277


Voorziening Ontwikkeling aardwarmte Koekoekspolder Soort

Risicovoorziening.

Ingesteld op

Besluit PS/2009/1135 van Provinciale Staten van Overijssel op 27 januari 2010.

Doel

Voor het ontwikkelen van een aardwarmtebron hebben Provinciale Staten via besluit PS/2009/1135 besloten een lening van € 4,9 miljoen te verstrekken aan Aardwarmte Koekoekspolder Doublet 1 BV. Deze lening wordt verstrekt met een rentevoet van 4% en een gewijzigde looptijd van 20 jaar volgens Gedeputeerde Staten-besluit d.d. 3 december 2013. De aardwarmtebron dient daarbij als onderpand, waarop een pandrecht / hypotheek wordt verleend op het onroerend goed. Voor de afdekking van risico’s in verband met dit project is een voorziening gevormd.

Specifieke spelregels

N.v.t.

Verwachte einddatum

2030

Bestedingsplan

Nee.

Vrije ruimte

€ -

Onderdeel weerstandsvermogen

€ -

Toelichting verloop 2014

Het saldo van de voorziening ad € 4,8 miljoen betreft de afdekking van de boekwaarde van de verstrekte lening. Conform GS-besluit zijn aanvullende afspraken gemaakt over verlenging van de looptijd van 15 naar 20 jaar en over de ingangsdatum van aflossing. Er wordt sinds medio 2014 afgelost op de lening. De aflossing is verrekend met de storting in de voorziening.

278

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 4 Jaarrekening 2014

Voorziening Lening Warmtenet Hengelo Soort

Risicovoorziening.

Ingesteld op

Besluit PS/2008/176 van Provinciale Staten van Overijssel op 16 april 2008.

Doel

Vanwege de verwachte aanloopverliezen van circa € 3,6 miljoen heeft het Warmtebedrijf de provincie om ondersteuning gevraagd. Vanuit de provincie is een bijdrage aan het Warmtenet geleverd van € 1,8 miljoen in de vorm van een achtergestelde lening, met het oogmerk deze op termijn om te zetten in een deelname in Warmtenet. Dit is afhankelijk van de uitspraak van de Europese Commissie of er wel of niet sprake is van ongeoorloofde staatsteun. Ter afdekking van het financiële risico dat de provincie loopt met het verstrekken van deze lening is een voorziening getroffen ter hoogte van de nominale waarde van de lening.

Specifieke spelregels

Zie besluit PS/2008/176.

Verwachte einddatum

2026.

Bestedingsplan

Nee.

Vrije ruimte

€ -

Onderdeel weerstandsvermogen

€ -

Toelichting verloop 2014

Vanuit de Europese Commissie is nog geen uitspraak gedaan. Om deze reden is ook nog geen aflossing verschuldigd. De aflossing van € 120.000 was ten onrechte geraamd.

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

279


Voorziening Lening BioRights Hardenberg Soort

Risicovoorziening.

Ingesteld op

Besluit van Gedeputeerde Staten van Overijssel in december 2011.

Doel

De provincie draagt met een geldlening van € 3,5 miljoen bij om het project Green Deal van de grond te krijgen, voor zover dat als staatssteun onder artikel 23 van de Algemene Groepsvrijstelling is toegestaan.

Het eerste deel van de lening, ter grootte van € 1,0 miljoen, is eind 2011 verstrekt voor de doorontwikkeling en uitwerking van het technisch concept. De resterende € 2,5 miljoen wordt verstrekt, zodra aan de daartoe geformuleerde voorwaarden is voldaan. Ter afdekking van het financiële risico dat de provincie loopt met het verstrekken van deze lening is een voorziening getroffen ter hoogte van de nominale waarde van de lening.

Specifieke spelregels

Nota van Gedeputeerde Staten van Overijssel uit december 2011.

Verwachte einddatum

Uitgaande van het overeengekomen aflossingsschema heeft de voorziening een looptijd tot en met 2024.

Bestedingsplan

Nee.

Vrije ruimte

€ -

Onderdeel weerstandsvermogen

€ -

Toelichting verloop 2014

In 2014 is er geen aanvullende storting gedaan in de voorziening, omdat er geen verdere verstrekking van de lening heeft plaatsgevonden.

280

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 4 Jaarrekening 2014

Voorziening Lening Empyro Hengelo Soort

Risicovoorziening.

Ingesteld op

De voorziening is door Gedeputeerde Staten ingesteld bij de Monitor Overijssel 2013-II. Provinciale Staten is hiervan in kennis gesteld via het statenvoorstel Monitor Overijssel 2013-II, besluit PS/2013/820 (11 december 2013).

Doel

De provincie draagt met een geldlening van € 3 miljoen bij aan de centrale doelstelling tot het verhogen van het aandeel duurzame energie naar 20% in 2020. Het bedrijf Empyro wil bio-olie maken op basis van hout uit de regio door pyrolyse. Pyrolyseolie is bijzonder interessant, omdat het niet alleen als brandstof kan dienen, maar ook als grondstof ter vervanging van aardolie (bio-based economy). De voorziening dient ter afdekking van het financiële risico dat de provincie loopt met het verstrekken van deze lening.

Specifieke spelregels

Zie PS/2013/820.

Verwachte einddatum

De looptijd van de geldlening eindigt in 2024.

Bestedingsplan

Nee.

Vrije ruimte

N.v.t.

Onderdeel weerstandsvermogen

€ -

Toelichting verloop 2014

Medio 2014 is de lening verstrekt van € 3 miljoen. De storting van € 3 miljoen in de voorziening vindt plaats uit de KvO-middelen voor Duurzaam opwekken energie. De voorziening zal, analoog aan de aflossing na een aflossingsvrije periode van vier jaar, in zes jaar worden afgebouwd.

Voorziening Dubieuze debiteuren Soort

Risicovoorziening.

Ingesteld op

Besluit PS/2014/169 van Provinciale Staten van Overijssel op 28 mei 2014.

Doel

De voorziening is bedoeld om openstaande saldi van debiteuren, waarvan twijfelachtig is of de vordering kan worden geïnd, te dekken.

Specifieke spelregels

N.v.t.

Verwachte einddatum

N.v.t.

Bestedingsplan

Nee.

Vrije ruimte

€ -

Onderdeel weerstandsvermogen

€ -

Toelichting verloop 2014

In 2014 is een bedrag à € 0,2 miljoen bijgestort in de voorziening, voor vermoedelijk oninbare vorderingen. Daarnaast is 53.000 vrijgevallen met betrekking tot het 1.000 jongerenplan.

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

281


Voorziening verplaatsing Stork Hengelo Soort

Risicovoorziening.

Ingesteld op

Provinciale Staten zijn hierover geïnformeerd middels een brief met kenmerk 2013/0342258 d.d. 15.10.2013.

Doel

Het doel van deze voorziening is het risico af te dekken van de terugbetalingsverplichting zoals is aangegeven in de subsidie­ beschikking. Het gaat in totaal om een bedrag van € 19,5 miljoen. In 2014 is aan de voorziening € 11,35 miljoen toegevoegd.

Specifieke spelregels

N.v.t.

Verwachte einddatum

2015

Bestedingsplan

Ja.

Vrije ruimte

€ -

Onderdeel weerstandsvermogen

€ -

Toelichting verloop 2014

In 2014 is een lening verstrekt van € 11,35 miljoen. Aan deze voorziening mag volgens de accountant in 2014 slechts voor een bedrag van € 5,05 miljoen worden toegevoegd. In de bepaling van de hoogte van de voorziening was er van uitgegaan dat de volledige subsidie (€ 19,5 miljoen) met een looptijd van 25 jaar niet wordt terugbetaald. In de voorwaarde van de subsidie is overgekomen dat Stork B.V. het contract in de eerste 10 jaar niet kan beëindigen. Als gevolg van deze bepaling en de kans dat Stork B.V. binnen deze termijn failliet gaat is een lagere toevoeging aan de voorziening van € 6,3 miljoen ten opzichte van de verstrekte lening reëel.

282

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 4 Jaarrekening 2014

Voorziening Deelneming Innovatiefonds Overijssel Soort

Risicovoorziening.

Ingesteld op

De voorziening is door Gedeputeerde Staten ingesteld bij Monitor Overijssel 2013-II. Provinciale Staten zijn hierover in kennis gesteld via het statenvoorstel Monitor Overijssel 2013-II, PS/2013/820.

Doel

Provinciale Staten van Overijssel hebben in december 2012 de kaderstelling voor het Innovatiefonds Overijssel vastgesteld (PS/2012/945). Gedeputeerde Staten hebben, omwille van ontwikkelingen in de markt, besloten een tijdelijke regeling te treffen van € 17,5 miljoen (€10 miljoen in 2013, € 7,5 miljoen in 2014) op grond waarvan reeds leningen konden worden verstrekt, vooruitlopend op de oprichting van een afzonderlijke rechtspersoon (Innovatiefonds). Zie ook de statenbrief ‘Proces Innovatiefonds Overijssel’ (PS/2013/470).

Gegeven het risicoprofiel van de partijen / businesscases waaraan de leningen worden verstrekt, gevoegd bij de revolverende aanwending van de middelen binnen de regeling c.q. het fonds in oprichting, hebben Gedeputeerde Staten besloten een risicovoorziening te treffen. De hoogte van de voorziening zal fluctueren, gelijk aan de hoogte van de uitstaande geldleningen.

Specifieke spelregels

N.v.t.

Verwachte einddatum

Onbepaalde tijd. De looptijd is gekoppeld aan de looptijd van het Innovatiefonds.

Bestedingsplan

Nee.

Vrije ruimte

€ -

Onderdeel weerstandsvermogen

€ -

Toelichting verloop 2014

In 2014 is totaal € 5,3 miljoen aan leningen verstrekt. Voor hetzelfde bedrag is een storting gedaan in de voorziening Innovatiefonds.

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

283


Voorziening Waarderisico grondvoorraad BBL Soort

Risicovoorziening.

Ingesteld op

Besluit PS/2012/130 van Provinciale Staten van Overijssel op 16 mei 2012.

Doel

Het Bureau Beheer landbouwgronden koopt en verkoopt in opdracht van de provincie gronden en opstallen ten behoeve van de realisatie van de EHS- en landbouwdoelen. Met betrekking tot de waardering van de gebouwen en de gronden buiten de EHS-begrenzing is er, mede door de actuele marktomstandigheden, sprake van een waarderingsrisico. Om deze risico’s af te dekken is besloten een voorziening te treffen. Deze voorziening zal worden aangesproken indien de verkoopwaarde van de opstallen lager ligt dan de historische aankoopwaarde.

Specifieke spelregels

Het afdekken van waarderingsrisico op het BBL-bezit.

Verwachte einddatum

Waarschijnlijk 31/12/2018, e.e.a. afhankelijk van verkoop opstallen en gronden.

Bestedingsplan

Ja.

Vrije ruimte

€ -

Onderdeel weerstandsvermogen

€ -

Toelichting verloop 2014

In 2014 heeft BBL € 1,2 miljoen aan negatieve transactieresultaten op gebouwen verrekend met de provincie. Tevens zijn de aanwezige gronden buiten de EHS-begrenzing en de aanwezige gebouwen opnieuw beoordeeld. Op basis van deze gegevens op gebouwen is een aanvullende storting noodzakelijk van € 1,1 miljoen en op gronden buiten de begrenzing een vrijval van € 3,47 miljoen.

284

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 4 Jaarrekening 2014

Voorziening Afwikkeling verkoop attero | Escrow Soort

Risicovoorziening.

Ingesteld op

Besluit PS/2014/340 van Provinciale Staten van Overijssel op 2 juli 2014.

Doel

Bij een verkooptransactie is het gebruikelijk extra zekerheden en garanties te verstrekken tot een bepaald bedrag. Dit bedrag wordt in Escrow gestort en uitgekeerd aan de koper – als het gedefinieerde risico optreedt – en / of de verkoper aan het eind van de afgesproken looptijd van de Escrow. Voor deze transactie is bepaald dat er € 13,5 miljoen ten laste van de verkoopsom in Escrow gestort moet worden. Ons aandeel in deze vordering bedraagt € 2,5 miljoen. Omdat het bedrag in Escrow een risico vertegenwoordigt, is het nodig de vordering volledig te voorzien.

Specifieke spelregels Verwachte einddatum

31 december 2019

Bestedingsplan

Nee.

Vrije ruimte

€ -

Onderdeel weerstandsvermogen

€ -

Toelichting verloop 2014

In 2014 is het bedrag van onze vordering van € 2,5 miljoen toegevoegd aan deze voorziening ter dekking van oninbaarheid van deze vordering.

Voorziening Lening Sanderink Technology Centre Soort

Risicovoorziening

Ingesteld op

De voorziening is door Gedeputeerde Staten ingesteld. Provinciale Staten is hierover in kennis gesteld via het statenvoorstel Innovatiedriehoek Twente; 3e investeringstranche (PS/2014/360).

Doel

Het doel van deze voorziening is het risico af te dekken van de terugbetalingsverplichting zoals zal worden aangegeven in de subsidiebeschikking. Het gaat in totaal om een bedrag van € 10 miljoen. Terugbetaling zal plaatsvinden in de periode van 2019 tot en met 2023 in vijf jaarlijkse termijnen van € 2 miljoen. Wanneer de termijnen terugkomen zullen Provinciale Staten tezijnertijd besluiten hoe deze bedragen worden aangewend.

Specifieke spelregels Verwachte einddatum

Uitgaande van het overeengekomen aflossingsschema heeft de voorziening een looptijd tot 31 december 2023.

Bestedingsplan

Ja.

Vrije ruimte

€ -

Onderdeel weerstandsvermogen

€ -

Toelichting verloop 2014

De uitbetaling van de lening gaat in tranches in 2014 en 2015. In 2014 gaat het om een bedrag van € 3,1 miljoen. De looptijd van de lening is maximaal tien jaar. Voor het risico van deze lening wordt een voorziening opgenomen ter grootte van € 10 miljoen.

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

285


Voorziening Revolving Fund Grondvoorraad Soort

Risicovoorziening.

Ingesteld op

Deze voorziening wordt ingesteld bij Jaarverslag 2014 PS/2015/149

Doel

Ten behoeve van het realiseren van landbouwdoelen heeft de provincie het Revolving Fund ingesteld. Als gevolg van het opheffen van DLG / BBL zijn de gronden in 2014 juridisch overgedragen aan de provincie, hierdoor is het Revolving Fund in 2014 gewijzigd van financieringsfonds naar een voorraadpositie. Met betrekking tot de waardering van de gronden is er, nu het Revolving Fund als voorraad verantwoord moet worden, mede door de actuele marktomstandigheden, sprake van een waarderingsrisico. Om deze risico’s af te dekken is besloten een voorziening te treffen. Deze voorziening zal worden aangesproken indien de verkoopwaarde van de gronden lager ligt dan de historische aankoopwaarde.

Specifieke spelregels

Het afdekken van waarderingsrisico op landbouwgronden Revolving Fund.

Verwachte einddatum

Geen.

Bestedingsplan

Ja.

Vrije ruimte

€ -

Onderdeel weerstandsvermogen

€ -

Toelichting verloop 2014

Bij de omzetting naar voorraad zijn de gronden in 2014 beoordeeld, op basis actuele gegevens moet de voorziening gevuld worden met € 0,35 miljoen.

286

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 4 Jaarrekening 2014

4.5.10 Vaste schulden

Vaste schulden

( x € 1.000) Stand per 31-12-2013

Vermeerderingen

Verminderingen

Stand per 31-12-2014

Onderhandse leningen

212

155

57

van overige binnenlandse sectoren

212

155

57

Waarborgsommen Totaal

21

32

47

6

233

32

202

63

Onderhandse leningen De onderhandse leningen betreffen ultimo 2013 een tiental en ultimo 2014 een zestal achter­ gestelde, renteloze leningen (looptijd: 10 jaar) die in 2005 zijn opgenomen bij de oprichting van het Cultuurfonds Monumenten Overijssel. Het Cultuurfonds Monumenten Overijssel is ingesteld bij de Perspectiefnota 2005 (PS/2004/522) om bezitters van gemeentelijke en provinciale monumenten - die aanvullende middelen voor onderhoud en renovatie nodig hebben en die niet in aanmerking komen voor een rijkssubsidie leningen tegen een zeer lage rente te verstrekken om zodoende het behoud van gemeentelijke en provinciale monumenten een krachtige impuls te geven. In 2014 hebben 4 leningverstrekkers gevraagd om voortijdige aflossing door de provincie Overijssel, waarbij is voldaan aan hun verzoek. In 2014 is er € 0,2 miljoen afgelost, eind 2014 resteert nog een bedrag van € 0,1 miljoen. Waarborgsommen Onder deze post zijn bedragen opgenomen die door de provincie Overijssel zijn ontvangen ter zekerstelling van naleving van opgelegde voorwaarden. Ultimo 2013 bevatte deze post 28 waarborgsommen, ultimo 2014 11. Van de 11 waarborgsommen ultimo 2014 is er een in 2010 ontvangen, een in 2013 en de overige zijn alle in 2014 ontvangen. Rentelast 2014 In 2014 was de rentelast op de vaste schulden nihil.

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

287


4.5.11 Netto-vlottende schulden

Netto-vlottende schulden

( x € 1.000) Stand per 31-12-2013

Stand per 31-12-2014

Overige nog te betalen bedragen

36.578

21.625

Totaal

36.578

21.625

De overige nog te betalen bedragen ultimo 2014 betreffen hoofdzakelijk crediteuren ter grootte van € 16,5 miljoen. Ook de daling ten opzichte van ultimo 2013 heeft betrekking op het onderdeel crediteuren.

4.5.12 Overlopende passiva

Overlopende passiva

( x € 1.000) Stand per 31-12-2013

Stand per 31-12-2014

Te verrekenen of af te dragen salarissen en sociale lasten

3.196

2.928

Vooruitontvangen bedragen

2.172

1.401

721

988

Overig te verrekenen Betalingen onderweg en kruisposten

1 82.613

76.476

Verplichtingen

Doeluitkeringen

240.752

245.071

Totaal

329.454

326.865

Voor de toelichting op de (nog te besteden voorschotbedragen op) doeluitkeringen verwijzen wij u naar § 4.5.13, waar deze gezamenlijk met de nog te ontvangen voorschotbedragen op doeluitkeringen toegelicht zullen worden. Het bedrag onder “Te verrekenen of af te dragen salarissen en sociale lasten” betreft nog af te dragen loonbelasting, pensioenpremies en overige sociale lasten. Het saldo op “Vooruitontvangen bedragen” bestaat uit bedragen die betrekking hebben op het jaar 2015 en verder.

288

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 4 Jaarrekening 2014

Overlopende passiva

( x € 1.000) Stand per 31-12-2013

Stand per 31-12-2014

2007 en eerder

1.161

883

2008

8.434

2.831

2009

6.827

3.551

2010

58.708

46.025

2011

55.754

44.977

2012

47.565

39.288

2013

35.372

18.891

2014

78.700

2007 ILG

674

2008 ILG

2.602

89

2009 ILG

4.062

1.134

2010 ILG

10.379

4.478

2011 ILG

5.021

1.888

2012 ILG

2.038

1.221

2013 ILG

2.155

441

240.752

245.071

Totaal verplichtingen

674

Opbouw en afloop verplichtingen 2009 - 2014 350

320,7 288,3

300

283,3

x € 1 miljoen

250 200

237,0

245,1

31-122013

31-122014

155,9

150 100 50 0

31-122009

31-122010

31-122011

31-122012

Jaren

2008 e.e.

2011

2014

2009

2012

Totaal

2010

2013

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

289


4.5.13 Doeluitkeringen Op grond van artikelen 40a, sub a, en 49, sub b, BBV dienen nog te ontvangen en reeds ontvangen voorschotbedragen op uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel van Europese en Nederlandse overheidslichamen verantwoord te worden onder respectievelijk overlopende activa en overlopende passiva. Doeluitkeringen zijn onlosmakelijk verbonden aan de uitvoering van het beleid en borgen mede een stabiele bedrijfsvoering. In lijn hiermee is in de Financiële verordening provincie Overijssel 2013 het mandaat voor het instellen, wijzigen en opheffen van doeluitkeringen neergelegd bij Gedeputeerde Staten. Wanneer het instellen, wijzigen of opheffen budgettaire consequenties met zich meebrengen, worden deze ter goedkeuring aan Provinciale Staten voorgelegd. Omdat een doeluitkering afwisselend onder de activa of passiva kan vallen, worden beide categorieën in deze paragraaf gezamenlijk toegelicht.

Stand per

Resultaat­­­-

Stand per

31-12-2013

bestemming

1-1-2014

Ontvangsten 2014 Geraamd

Gerealiseerd

Afwijking

2014 Doeluitkering jeugdzorg

6.549

6.549

809

809

50

50

Brede Doeluitkering verkeer en vervoer

43.178

43.178

Doeluitkering verbetering N34

Doeluitkering regionaal mobiliteitsfonds Doeluitkering weidevogels IJsseldelta

121.341

35.190

121.341 5.211

-5.211

35.259

-69

120

-120

12.664

12.664

Doeluitkering natuurbeheer rietteeltsector

358

358

Doeluitkering Europese programma's

370

370

Doeluitkering geluidssanering NaNOV

-479

-479

1.880

2.697

-817

Totaal doeluitkeringen

63.499

63.499

158.411

164.628

-6.217

Doeluitkeringen als passiva gepresenteerd

82.613

82.613

156.531

156.720

Doeluitkeringen als activa gepresenteerd

-19.114

-19.114

1.880

7.908

290

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 4 Jaarrekening 2014

( x â‚Ź 1.000) Toevoegingen 2014 Geraamd

Gerealiseerd

131

Vrijval 2014 Afwijking

Geraamd

131

108

108

570

569

Stand per

Gerealiseerd

31-12-2014

Afwijking

122.155

119.588

2.567

232

6.020

-5.788

8.433

50

50

41.067

37.518

478

478 18

-18

359

2.816

2.535

281

-327

166.798

166.207

591

62.725

3.549

1

41.027 13.233

7

7

-10

-10

806

805

816

815

163.982

163.672

76.476

-10

-10

2.816

2.535

-13.751

1

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

291


Doeluitkering Jeugdzorg Soort

Doeluitkering.

Ingesteld op

Bij besluit van PS/2008/630 is de voorziening Jeugdzorg opgeheven. Op grond van het BBV worden de niet bestede rijks­ middelen op de balans verantwoord onder de overlopende passiva.

Doel

Met ingang van 2001 hebben de ministeries van Justitie en Volksgezondheid, Welzijn en Sport in de verleningsbeschikking de eis gesteld dat de doeluitkeringen Bureau jeugdzorg en Jeugdzorgaanbod via een voorziening in de jaarrekening van de Provincie moet worden verantwoord. In de loop van 2006 heeft het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport de verantwoording van beide doeluitkeringen samengevoegd in één voorgeschreven verantwoordingsformat. Hierin is voorgeschreven de middelen die in enig jaar niet tot besteding zijn gekomen te storten in één egalisatiereserve jeugdzorg. Bij statenbesluit van 11 april 2007 (PS/2007/151) zijn de voorzieningen bureau jeugdzorg en jeugdzorgaanbod samengevoegd tot één voorziening Jeugdzorg. De voorziening Jeugdzorg is bij besluit van PS/2008/630 opgeheven. Op grond van het BBV worden de niet bestede rijksmiddelen op de balans verantwoord onder de overlopende passiva.

Specifieke spelregels

Op grond van het Tijdelijk besluit uitkeringen jeugdzorg zijn de in enig jaar niet bestede gelden geoormerkt voor besteding in de jeugdzorg. Op grond van dit besluit is eveneens voorgeschreven dat de over de niet bestede middelen genoten rente beschikbaar moet zijn voor de realisatie van de doeleinden in de jeugdzorg.

Verwachte einddatum

Zolang de Rijksdoeluitkering Jeugdzorg nog niet met het Rijk is afgewikkeld. Dit is in elk geval tot en met 2015.

Bestedingsplan

Ja. De resterende middelen uit de doeluitkering worden op enig moment in overleg aan het Rijk terugbetaald.

Vrije ruimte

€ -

Onderdeel weerstandsvermogen

€ -

Toelichting verloop 2014

De stortingen betreffen de ontvangen doeluitkeringen van het Rijk. Deze worden rechtstreeks geboekt ten gunste van de doeluitkering. Onder de stortingen is ook de rentetoevoeging aan de doeluitkering jeugdzorg verwerkt. De onttrekkingen betreffen verleende subsidies voor de jeugdzorg, onder aftrek van de terugontvangen subsidies op grond van vastgestelde subsidiebeschikkingen. In 2014 is er € 121,3 miljoen rijksbijdrage ontvangen en € 119,6 miljoen aan subsidies verleend. Er is € 0,13 miljoen rente toegevoegd aan de doeluitkering. Het eindsaldo ultimo 2014 bedraagt € 8,4 miljoen.

292

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 4 Jaarrekening 2014

Doeluitkering Regionaal mobiliteitsfonds Soort

Doeluitkering.

Ingesteld op

Besluit PS/2002/319 van Provinciale Staten van Overijssel op 26 juni 2002.

Doel

Uit het fonds worden vanaf 2007 benuttingsmaatregelen en quick winprojecten ter uitvoering van netwerkanalyses gefinancierd. Het Rijk en de regionale overheden stellen voor de eerste fase gezamenlijk € 18,0 miljoen beschikbaar. In 2008 is met het Rijk overeenstemming bereikt over een tweede fase, waarbij het Rijk en de provincie beiden € 3,5 miljoen bijdragen. In totaal is uitvoering gegeven aan quick winprojecten en benuttingsmaatregelen voor een bedrag van € 25 miljoen.

In deze doeluitkering worden de bijdragen van Zwolle en het Rijk verantwoord. Het aandeel van deze partijen in de kosten van de uit te voeren maatregelen wordt op de doeluitkering in mindering gebracht. De provinciale bijdrage en het aandeel van de provincie in de kosten van de uit te voeren maatregelen wordt verantwoord in de reserve Regionale bereikbaarheid.

Specifieke spelregels

De regionale bijdrage wordt verdubbeld door het Rijk. Werkelijk ontvangen rente over de gelden in het RMF wordt volledig toegevoegd aan dit fonds. Tevens geldt de voorwaarde dat op 31-12-2012 niet bestede middelen door het Rijk teruggevorderd worden.

Verwachte einddatum

De doeluitkering is bij de monitor Overijssel 2014-II opgeheven.

Bestedingsplan

Nee.

Vrije ruimte

€ 0

Onderdeel weerstandsvermogen

€ 0

Toelichting verloop 2014

In 2014 heeft afrekening met het Rijk plaatsgevonden, waarbij € 0,6 miljoen is terugbetaald aan het Rijk. Het saldo van de doeluitkering RMF € 0,2 miljoen valt vrij naar de algemene middelen. Hiermee zijn de RMF-projecten financieel afgerond en is de doeluitkering RMF opgeheven.

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

293


Doeluitkering Weidevogels IJsseldelta Soort

Doeluitkering.

Ingesteld op

Besluit PS/2004/1018 van Provinciale Staten van Overijssel op 27 september 2004. Omgezet in een doeluitkering door besluit PS/2009/449 van Provinciale Staten van Overijssel op 17 juni 2009.

Doel

Rijkswaterstaat stelde voor een periode van 10 jaar € 0,43 miljoen ineens beschikbaar aan de provincie. Dit zal vooral moeten bijdragen aan het behoud en herstel van leefgebieden voor weidevogels. Het bedrag van € 0,43 miljoen is in 2004 RWS ontvangen en is, conform voorwaarde van RWS, opgenomen in een voorziening. Op basis van wijziging in BBV regelgeving is met ingang van 2008 de voorziening omgezet in een doeluitkering.

Specifieke spelregels

Bestedingen specifiek voor behoud en herstel van leefgebieden voor weidevogels. Er vindt geen inflatietoerekening plaats.

Verwachte einddatum

2014.

Bestedingsplan

N.v.t.

Vrije ruimte

€ -

Onderdeel weerstandsvermogen

€ -

Toelichting verloop 2014

Geen bijzonderheden. De doeluitkering kan opgeheven worden.

294

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 4 Jaarrekening 2014

Brede doeluitkering verkeer en vervoer Soort

Doeluitkering.

Ingesteld op

Besluit PS/2005/14 van Provinciale Staten van Overijssel op 20 september 2005.

Doel

De Wet brede doeluitkering verkeer en vervoer (BDU) is in 2005 in werking getreden. Met deze Wet wordt beoogd om een belangrijke verbetering te bereiken in de realisering van het verkeer- en vervoerbeleid op regionaal niveau in samenhang met dat op landelijk niveau. Uitgangspunt is dat het regionale niveau zelf een integrale afweging kan maken van maatregelen en de daarvoor in te zetten middelen. De diverse geldstromen op het gebied van verkeer en vervoer, die van het Rijk naar de decentrale overheden gaan, worden met de komst van de BDU gebundeld en ontschot.

Deze Rijksbijdrage is bestemd voor de voorbereiding en uitvoering van het provinciale verkeer- en vervoerbeleid. De provincie krijgt ruimte om integrale afwegingen te maken, maatwerkoplossingen uit te werken en prioriteiten te stellen (in tijd en uitgavencategorieën). De provincie overlegt daarover met gemeenten en andere belanghebbende bestuursorganen (ondermeer buurprovincies).

Specifieke spelregels

De doeluitkering wordt gevoed met de jaarlijkse rijksbijdrage voor BDU. De lasten van BDU-projecten worden jaarlijks ten laste van de doeluitkering gebracht. Omdat de jaarlijkse BDU-rijksbijdrage niet toereikend is om de BDU-uitgaven (die voornamelijk uit OV-exploitatielasten bestaat) te dekken, zijn via besluit PS/2013/865 de kaders vastgesteld voor de herijking OV-tactiek. De herijking OV-tactiek heeft als doel het realiseren van een begrotingsevenwicht in 2018, waarvoor Provinciale Staten voor de jaren 2015 - 2018 een ombouwbudget voor het OV beschikbaar hebben gesteld van € 30 miljoen. Aanvullend is er voor de jaren 2015 - 2017 jaarlijks € 2 miljoen beschikbaar gesteld om een goede oplossing voor de onderkant van de markt te kunnen ontwikkelen.

Verwachte einddatum

Nog niet bepaald.

Bestedingsplan

Ja.

Vrije ruimte

€ - Voor het volledige bedrag zijn besluiten genomen of verplichtingen aangegaan voor de komende jaren.

Onderdeel weerstandsvermogen

€ 10.000.000. In het kader van de herijking OV-tactiek is via PS-besluit PS/2013/865 binnen de doeluitkering BDU een OV-risicoreservering aangelegd, waarmee onder andere fluctuaties (negatieve index- en opbrengstontwikkelingen) in de OV-exploitatiebijdrage opgevangen kunnen worden.

Toelichting verloop 2014

In 2014 is de Rijksbijdrage en de rente (voor een totaalbedrag van € 35,4 miljoen) toegevoegd aan de doeluitkering Verkeer en Vervoer. In totaal is er € 37,5 miljoen onttrokken. De middelen zijn besteed aan de uitvoering van diverse taken op het gebied van openbaar vervoer (onder andere exploitatiebijdragen aan OV-bedrijven trein, bus en regiotaxi), ontwikkeling van beleid bereikbaarheid, verkeersveiligheid, bijdragen aan projecten voor gedragsbeïnvloeding en bijdragen aan infrastructuur van andere overheden. De lagere realisatie ten opzichte van de begroting van € 3,5 miljoen houdt verband met de uitvoering van werkzaamheden op N34, bijdragen Regiotaxi, elektrificatie Zwolle-Kampen en uitgaven voor marktwerking.

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

295


Doeluitkering Verbetering N34 Soort

Doeluitkering.

Ingesteld op

Besluit PS/2007/2 van Provinciale Staten van Overijssel op 7 februari 2007.

Doel

De doeluitkering N34 is ingesteld om de met het Rijk afgesproken verbeteringen van de N34 uit te kunnen voeren.

Specifieke spelregels

Verplichte rentetoevoeging van 4,5% per jaar over beginsaldo per 1 januari.

Verwachte einddatum

Geen specifieke einddatum. Einddatum ligt bij afronding project.

Bestedingsplan

Ja.

Vrije ruimte

â‚Ź -

Onderdeel weerstandsvermogen

â‚Ź -

Toelichting verloop 2014

Vanuit de doeluitkering zijn geen uitgaven gedaan. Het project Herinrichting N34 wordt gefinancierd uit verschillende dekkingsbronnen. De doeluitkering wordt pas later aangesproken.

296

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 4 Jaarrekening 2014

Doeluitkering Natuurbeheer rietteeltsector Soort

Doeluitkering.

Ingesteld op

Besluit PS/2010/256 van Provinciale Staten van Overijssel op 12 mei 2010.

Doel

Naar aanleiding van het plan “Eenmalige impuls rietsector Noordwest-Overijssel” heeft het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie (LNV) een subsidie van € 3 miljoen beschikbaar gesteld als impuls voor het onderhoud en beheer van rietland in de Wieden en Weerribben voor rietsnijders.

Specifieke spelregels

De gesubsidieerde activiteiten hebben betrekking op de periode 1-1-2009 tot 31-12-2010. Subsidie is verleend onder andere met als voorwaarde dat voor 31 maart 2011 verantwoording afgelegd moet worden.

Verwachte einddatum

2014.

Bestedingsplan

Ja.

Vrije ruimte

€ -

Onderdeel weerstandsvermogen

€ -

Toelichting verloop 2014

In 2014 is er € 0,5 miljoen onttrokken ten behoeve natuurbeheer rietteeltsector. De eindafrekening, ad € 120.000, is tevens ontvangen in 2014. De doeluitkering kan worden opgeheven.

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

297


Doeluitkering Europese Programma’s Soort

Doeluitkering.

Ingesteld op

Besluit PS/2013/377 van Provinciale Staten van Overijssel op 3 juli 2013.

Doel

Ten behoeve van uitvoering van Europese programma’s voor economische structuurversterking. Op basis van diverse voor­ stellen hebben Provinciale Staten van Overijssel ingestemd met de uitvoering van de Europese programma’s, de zogenoemde EPD’s.

Specifieke spelregels

Bepaald bij de instelling van de voormalige voorziening in 2004 (nummer 53).

Verwachte einddatum

Afhankelijk van wanneer het Ministerie van Economische Zaken definitief het programma 1997 - 1999 afrekent.

Bestedingsplan

Nee.

Vrije ruimte

€ -

Onderdeel weerstandsvermogen

€ -

Toelichting verloop 2014

Over het programma 1997 - 1999 bestaat nog een verschil van mening met het Ministerie van Economische Zaken ten aanzien van de subsidiabele kosten. De Raad van State heeft in 2014 uitspraak gedaan. Het saldo van de doeluitkering wordt aangehouden voor de eindafrekening met Economische Zaken.

De uitgaven 2014 hebben betrekking op juridische bijstand inzake het hoger beroep. Daarnaast is de verplichte instandhoudingsbijdrage toegevoegd aan de doeluitkering.

298

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 4 Jaarrekening 2014

Doeluitkering NaNOV-geluidssanering Soort

Doeluitkering.

Ingesteld op

Besluit PS/2013/377 van Provinciale Staten van Overijssel op 3 juli 2013.

Doel

De doeluitkering is bedoeld om tijdsverschillen te overbruggen tussen het moment van ontvangst van de rijksmiddelen en het moment van besteding daarvan, voor het plaatsen van geluidsschermen in het kader van NaNOV geluidssaneringsprojecten spoorlijnen.

Specifieke spelregels

Zie besluit PS/2004/53 en PS/2013/377.

Verwachte einddatum

Naar verwachting kan de doeluitkering in 2018 worden opgeheven. De geplande financiële afhandeling van de laatste geluidssanering is medio 2018, daarna volgt de eindverantwoording van de Rijksmiddelen.

Bestedingsplan

Ja.

Vrije ruimte

€ -

Onderdeel weerstandsvermogen

€ -

Toelichting verloop 2014

In 2014 is € 2,7 miljoen ontvangen en gestort in de doeluitkering. Er is € 10.000 aan rente onttrokken. De kosten met betrekking tot de geluidsaneringsprojecten, ad € 2,5 miljoen, zijn onttrokken aan de doeluitkering. De stand per 31-12-2014 is € 0,33 miljoen negatief. Dit negatieve saldo is veroorzaakt door uitgaven die ten laste van 2014 zijn gebracht waarvan de rijksbijdrage nog niet is ontvangen. De afronding van het totale programma zal naar verwachting in 2018 zijn beslag krijgen. Afrekening met het Rijk zal in 2018 plaatsvinden waarna de doeluitkering kan worden opgeheven.

4.5.14 Verstrekte borg- en garantstellingen De provincie heeft voor een bedrag van € 21,3 miljoen (2013: € 18,6 miljoen) waarborgen afgegeven op geldleningen van in totaal € 96,4 miljoen (2013: € 99,2 miljoen) die zijn opgenomen in de markt door o.a. een aantal zorginstellingen, de Overijsselse bibliotheekdienst, het Nationaal Groenfonds (gerelateerd aan de Ecologische Hoofdstructuur) en het Energiefonds Overijssel. In 2014 zijn twee nieuwe garantstellingen ter grootte van € 12,6 miljoen afgegeven. Nadere informatie is opgenomen in het bijlagenboek (bijlage B.14).

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

299


4.5.15 Niet uit de balans blijkende verplichtingen

Niet uit de balans blijkende verplichtingen Omschrijving

( x â‚Ź 1.000) Einde contract

Resterende verplichting ultimo 2014

Leaseverplichting 52 dienstauto's (verschillende merken)

december 2020

Leaseverplichting 5 BMW's

juli 2016

Leaseverplichting PD

december 2015

64

Onderhoud SAP-licenties

december 2015

165

Onderhoud bouwkundig / installaties

december 2016

52

Onderhoud ARGIS-licenties

december 2020

106

Onderhoud EDO

december 2016

249

Onderhoud diversen

diversen

272

Onderhoud printers

maart 2016

271

Onderhoud en support IPROX-licenties

december 2019

147

Onderhoud drankenautomaten

december 2015

62

Licenties informatiesysteem Milieuvergunningen en Handhaving

december 2015

74

Huurovereenkomst Bergstr. en Bergsingel

juni 2025

271

Schoonmaakwerkzaamheden

december 2015

589

Bibliotheekapplicatie

december 2016

117

Aanneemsom catering + vergaderservice

december 2018

1.880

Onderhoud AV-middelen

december 2019

187

Onderhoud Lias

december 2017

55

Onderhoud vergader- en webcastvoorziening

december 2019

261

Totaal

3.212 246

8.280

Subsidieverplichtingen beheercontracten, inrichting en functieverandering In de periode tot en met 2014 zijn door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl; voorheen Dienst Regelingen), onderdeel van het Ministerie van Economische Zaken, verplichtingen aangegaan naar particulieren en terreinbeherende organisaties voor de inrichting en beheer van nieuwe natuur. Daarnaast zijn verplichtingen voor functieverandering aangegaan, zodat agrarische grond kon worden omgezet naar natuur. Op basis van de ILG-afspraken is de verantwoordelijkheid voor de subsidieverlening, inclusief het uitfinancieren van voor 1-1-2007 aangegane verplichtingen, voor de bestuursperiode 2007 2013 overgenomen door de provincie. Via de ILG-doeluitkering zijn hiervoor middelen door het Rijk verstrekt. In de provinciale administratie zijn vanaf 2007 jaarlijks de gerealiseerde kasuitgaven verantwoord. Met het natuurakkoord is de verantwoordelijkheid voor beheer, inrichting en functieverandering volledig overgegaan naar de provincie. Met ingang van 2014 ontvangt de provincie hiervoor, via het Provinciefonds, middelen van het Rijk, waarmee een deel van de langlopende verplichtingen worden gedekt. Aanvullend stelt de provincie, conform het natuurakkoord, uit eigen middelen ook bedragen beschikbaar voor het beheer.

300

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 4 Jaarrekening 2014

Per einde 2014 bedroeg het totaal aan openstaande verplichtingen voor inrichting, beheer en functieverandering van nieuwe natuur volgens opgave van RVO.nl € 108,5 miljoen. Deze verplichtingen komen in toekomstige jaren ten laste de uitvoeringsreserve EHS. De verplichtingen voor functieveranderingen zouden conform besluit PS/2014/898 volledig als last worden verwerkt in de jaarrekening 2014. De commissie BBV heeft echter het standpunt ingenomen dat de verantwoordingswijze van subsidies die via RVO.nl zijn verstrekt voor 2014 ongewijzigd blijft. Dat betekent dat de uitgaven voor functieveranderingen op kasbasis verantwoord moeten worden en het restant aan verplichtingen onder niet uit de balans blijkende verplichtingen moet worden opgenomen. De stand per 31 december 2014 van de vorderingen en verplichtingen die de provincie Overijssel per 1 maart 2015 overneemt van DLG, in het kader van de overgang van deze organisatie naar de provincies, is door onze accountant beoordeeld. Voor de provincie Overijssel bedraagt het totaal van de nog openstaande verplichtingen € 4,7 miljoen en het totaal van de nog openstaande vorderingen € 2,7 miljoen, beide per 31 december 2014. Het betreft 16 nog lopende projecten. De betreffende activa en passiva zullen in 2015 in de balans van de provincie worden opgenomen.

4.5.16 Gebeurtenissen na balansdatum Er hebben zich tijdens het samenstellen van deze Jaarrekening in 2015 geen gebeurtenissen van materiële omvang voorgedaan, die invloed hebben op de nu gepresenteerde balansposten.

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

301


4.6 Personeelsgebonden lasten De personeelsgebonden kosten bestaan uit de directe (werkelijke) salarislasten, inclusief sociale lasten werkgever, verhoogd met de toelagen voor fuwa- correctie, garantietoelage, onregel­ matigheidstoeslag, overwerk en medewerkertoelagen conform CAO-bepalingen. De personeelsgebonden kosten worden vervolgens verhoogd met de daaraan gerelateerde kosten voor inhuur van uitzendkrachten, externe deskundigheid, vervanging bij ziekte en overige personeelskosten. De overige personeelskosten bestaan uit de reis- en verblijfkosten, onkostenvergoedingen, kosten van vorming door opleiding en training.

Salarissen en personeelsgebonden kosten

Salarislasten inclusief sociale lasten Uitzendkrachten en externe deskundigheid Overige gerelateerde personeelsgebonden kosten Totaal salarislasten Reis- en verblijfkosten Onkostenvergoedingen Opleiding, studie, cursus, congressen Overige kosten Totaal Personeelsgebonden kosten

( x € 1.000)

Jaarrekening

Primitieve Be-

Begrotings

Actuele Be-

Jaarrekening

Verschil

2013

groting 2014

wijziging 2014

groting 2014

2014

2014

54.578

55.678

-1.616

54.062

52.271

1.791

4.649

2.405

2.405

4.670

-2.265

-743

743

58.307

-920 58.083

-1.616

56.467

56.198

269

808

943

-3

940

759

181

59

43

43

35

8

975

1.007

983

809

174

56

89

89

138

-49

60.205

60.165

58.522

57.939

583

-24

-1.643

Het totale verschil tussen de actuele begroting en de realisatie 2014 (= onderuitputting) op de personeelsgebonden kosten bedraagt € 0,6 miljoen. Dit is een onderuitputting van 1% ten opzichte van de actuele begroting. De onderuitputting wordt voornamelijk veroorzaakt door een onderuitputting op de brutosalariskosten (inclusief sociale lasten werkgever) van € 1,8 miljoen. Verder is er een onderuitputting op de overige gerelateerde personeelsgebonden kosten van € 0,7 miljoen (onder andere uitkeringen in verband met zwangerschappen, WAO en hogere opbrengsten uit detachering verminderd met de kosten voor de (WW-lasten van) voormalige medewerkers). Tegenover de onderputting staat een overschrijding van het budget voor de inhuur van uitzendkrachten en externe deskundigheid van € 2,2 miljoen. De onderuitputting op overige personeelskosten (onder andere reis- en verblijfkosten, opleiding, studie, cursus en congressen) bedraagt € 0,3 miljoen. Als gevolg van de bezuinigingsopdracht, de implementatie van het bedrijfsplan, de implementatie van het functieplan en de financiering van de boventallige medewerkers is er besloten alleen in eerste instantie de prioritaire vacatures open te stellen. Voor de continuering van de uit te voeren werkzaamheden is besloten dat er extra inzet mag worden geregeld middels tijdelijke inhuur van uitzendkrachten en externe deskundigheid indien dit nodig is. Zoals eerder aangegeven in vorige Jaarverslagen loopt de uitwerking van het functieplan niet parallel aan de ontwikkeling van de taakstelling uit het Hoofdlijnenakkoord. De taakstelling uit het Hoofd-

302

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 4 Jaarrekening 2014

lijnenakkoord is om de formatie aan het einde van deze Statenperiode (2016) terug te brengen van 831 fte naar minimaal 753 fte. De komende twee jaren (2015-2016) groeien het functieplan en de taakstelling uit het Hoofdlijnenakkoord naar elkaar toe. De taakstelling en de uitvoering van de personeelsplanning heeft geleid in een bezetting per 31 december 2014 van 695 fte ten opzichte van een formatie per 31 december 2014 conform het functieplan van 736 fte.

Formatieontwikkeling 2012-2016 Jaar

Bezetting

Hoofdlijnenakkoord

Functieplan 795

2012

743

839

2013

749

823

788

2014

695

797

736

2015

778

782

2016

753

753

Formatie vanaf 2015 inclusief DLG (46 fte) en WGR+ Regio Twente (12 fte)

Formatieontwikkeling 2012 - 2016 Formatie 2015 / 2016 incl. DLG & WGR+

850

839 823

830

FTE’s

810

795

790

797 788

778

770

782 743

750

753

749 736

753

730 710 690

695

2012

2013

2014

2015

2016

Jaren Bezetting

Hoofdlijnenakkoord

Formatieplan versie 2.0

Opmerkingen formatie • De formatie in 2014 is gedaald van 788 fte naar 736 fte. Dat is een daling van 52 fte. Na uitbesteding van de ondersteunende processen catering en beveiliging in 2013 heeft de samenwerking met de gemeenten Zwolle en Kampen en de provincie Overijssel als partners op het gebied van bedrijfsvoering haar definitieve vorm gekregen. Binnen het SSC zijn de processen op het gebied van personeels- en salarisadministratie, ICT en inkoop samengebracht. De bijbehorende formatie van 52 fte is per 1 juli 2014 overgedragen aan het SSC. De betreffende medewerkers van de provincie Overijssel zijn met ingang van dezelfde datum (1 juli 2014) in dienst getreden bij de gemeente Zwolle. • In 2016 zal de formatie volgens het functieplan gelijk zijn aan de taakstelling uit het Hoofdlijnenakkoord (t.w.753 fte). Echter de samenstelling van de formatie is gedurende de collegeperiode gewijzigd. Met ingang van 1 januari 2015 neemt de formatie van de provincie toe, als gevolg van

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

303


de overgang van de activiteiten van WGR+ Regio Twente naar de provincie (12,34 fte). En met ingang van 1 maart 2015 zijn de DLG-activiteiten overgedragen naar de provincie. En stijgt de formatie van de provincie als gevolg van de deze overgang met 45,5 fte. • Overzicht van de mutatie functieplan ten opzichte van de taakstelling uit het hoofdlijnakkoord: - 2013: Uitbesteding van de catering en beveiliging -/- 7 fte - 2014: Uitbreiding concernadvisering Planning & Control 1 fte - 2014: Oprichting Shared Service Centre -/- 52 fte - 2015: (01.01.15) overgang WGR+ Regio Twente naar provincie 12 fte - 2015: (01.03.15) overgang DLG naar provincie 46 fte De financiële ruimte die als gevolg van de bezetting ten opzichte van de gewenste formatie per 31 december 2014 is ontstaan, wordt gebruikt om nieuwe kwaliteiten aan onze organisatie toe te voegen. Deze nieuwe kwaliteiten, vaak ook nieuwe functies, zijn nodig om voor het uitvoeren van de kerntaken, maar ook om een toekomstige vaste match tussen opgaven en personeel te realiseren. Salarislasten De realisatie van de totale salarislasten inclusief uitzendkrachten en externe deskundigheid bedraagt € 56,2 miljoen ten opzichte van een actuele begroting van € 56,5 miljoen. Per saldo derhalve een onderuitputting van € 0,3 miljoen. Analyse van de onderuitputting ten opzichte van de actuele begroting: Op basis van de gegevens uit de formatie en bezettingsoverzichten bedraagt de formatieruimte over 2014 41 fte (formatie volgens het formatieplan 736 fte ten opzichte van een bezetting van 695 fte). • Rekening houdend met een formatieruimte van 41 fte zou de verwachte onderuitputting op de salarislasten € 3,4 miljoen bedragen: € 3,4 miljoen • In 2015 ontvangen de medewerkers als gevolg van de IKB-regeling eenmalig 19 maanden vakantiegeld (periode mei 2014 - april 2015 (12 maanden), en de periode mei 2015 – december 2015 (7 maanden) in plaats van 12 maanden. Dit is een trendbreuk ten opzichte van de voorgaande jaren. Het BBV biedt de mogelijkheid om het vakantiegeld over de periode mei 2014 tot en met december 2014 als gevolg van deze trendbreuk eenmalig te reserveren. Hierdoor wordt de exploitatie 2015 niet extra belast. Per ultimo 2014 is er een bedrag gereserveerd van € 1,6 miljoen aan vakantie geld (periode mei 2014 - december 2014) voor uitbetaling in 2015: -/- € 1,6 miljoen • Overschrijding budget voor inhuur uitzendkrachten en externe deskundigheid: -/- € 2,2 miljoen • Hogere opbrengsten uit detachering, en uitkeringen in verband met zwangerschappen en WAO verminderd met de kosten voor de (en WW-lasten van) voormalige medewerkers: € 0,7 miljoen Per saldo een onderuitputting van de salarislasten € 0,3 miljoen Overige personeelskosten Naast de personeelsgebonden kosten resteert er binnen de personeelskosten nog een post voor overige personeelskosten. Deze overige personeelskosten bestaan uit de reis- en verblijfkosten, onkostenvergoedingen, kosten van vorming door opleiding en training. De onderuitputting op deze post bedraagt € 0,3 miljoen (realisatie € 1,7 miljoen ten opzichte van een actuele begroting van € 2,0 miljoen) en wordt voornamelijk veroorzaakt door een onderuitputting van €181.000 op de reis- en verblijfkosten en € 174.000 op de kosten van vorming door opleiding en training.

304

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 4 Jaarrekening 2014

Formatie in fte’s Eenheid

Jaarrekening

Primitieve

Begrotings-

Actuele

Jaarrekening

2013

Begroting 2014

wijziging 2014

Begroting 2014

2014

Totaal

formatie

formatie

formatie

Totaal

Griffie

7

7

7

7

Directie

2

2

2

2

Bestuurs- en Concernzaken

72

72

72

69

Economie en cultuur

56

52

1

53

57

Natuur en milieu

59

68

1

69

57

147

156

156

141

Project- en Programmamanagement

36

39

3

42

40

Ruimte en bereikbaarheid

72

75

-1

74

70

Wegen en kanalen

124

124

124

121

Bedrijfsvoering

174

183

-51

132

131

10

-5

5

788

-52

736

Publieke dienstverlening

Kwaliteitsimpuls Totaal

749

695

In bovenstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de ontwikkeling van de toegestane formatie. De formatie per ultimo 2014 bedraagt volgens het functieplan 736 fte. De formatie in 2014 is gedaald van 788 fte naar 736 fte. De daling van 52 fte is het gevolg van de overgang van de formatie personeelsadministratie en salarisadministratie, ICT, inkoop en inkoop naar het Shared Service Center (SSC).

Rechtstreeks op programma’s verantwoorde salarissen

Vergoeding PS-leden

( x € 1.000)( x € 1.000)

Rekening

Begroting

Begrotings

Actuele

Rekening

Verschil

2013

2014

wijziging 2014

begroting 2014

2014

2014

741

750

750

700

50 105

Vergoeding GS-leden, uitkeringen en pensioenen 1.068

1.102

1.102

997

Jaarwedde Commissaris van de Koning

oud-leden

191

190

190

183

7

Voormalig personeel / seniorenbeleid

246

638

610

190

420

-28

Salaris stagiaires

49

35

15

50

51

-1

Bedrijfshulpverlening

34

35

17

52

32

20

2.329

2.750

4

2.754

2.153

601

Totaal

Naast bovengenoemde personeelsgebonden kosten kennen we ook salarissen / vergoedingen voor bestuurders van de provincie, kosten voormalig personeel en enkele overige kosten. Deze kosten worden direct verantwoord binnen de kerntaak Kwaliteit Openbaar Bestuur. Deze kosten maken geen deel uit van de hiervoor weergegeven tabellen. Voor 2014 bedragen deze kosten € 2,2 miljoen. Deze kosten hebben voornamelijk betrekking op vergoedingen voor leden van

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

305


Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten (inclusief oud-leden), totaal € 1,7 miljoen, en op de kosten van voormalig personeel en seniorenbeleid, totaal € 0,2 miljoen. Gemiddelde personeelsgebonden kosten per fte De gemiddelde salariskosten per fte (inclusief overwerk en toelagen) en het gemiddelde aan overige personeelsgebonden kosten per fte, worden weergegeven in het volgende overzicht.

( x € 1.000) Jaarrekening 2013

Actuele Begroting 2014

Jaarrekening 2014

Verschil 2014

70,7

70,3

70,6

-0,3

Gemiddelde salariskosten Reiskosten en verblijfskosten / onkosten­ vergoedingen en overige kosten

1,2

1,4

1,3

0,1

Vorming, opleiding en training

1,3

1,3

1,1

0,2

73,2

73,0

73,0

0,0

749

762

718

44

Totaal Gemiddelde bezetting over het jaar in fte's

De gemiddelde loonsom per fte bedraagt € 70.600 ten opzichte van de gemiddelde loonsom per fte volgens de actuele begroting van € 70.300. Het verschil in de gemiddelde loonsom tussen de realisatie en de actuele begroting is voornamelijk het gevolg van de eenmalige uitkering in december 2014 van € 450,- per fte. Tegenover deze stijging staat een lichte daling van de werk­ gevers gedeelte sociale lasten. Verdeling personeelsgebonden kosten naar extern beleid en apparaatskosten In de tabel hieronder wordt een overzicht gegeven van de toerekening van de personeels­ gebonden kosten naar de verschillende kerntaken.

Verdeling personeelsgebonden kosten naar kerntaken

Duurzame ruimtelijke ontwikkeling inclusief water

( x € 1.000)

Jaarrekening

Primitieve be-

Begrotings

Actuele be-

Jaarrekening

Verschil

2013

groting 2014

wijziging 2014

groting 2014

2014

2014

2.975

3.070

-84

2.986

2.986

0 -23

Milieu en energie

8.086

8.377

-229

8.148

8.171

Inrichting landelijk gebied

4.301

4.545

-124

4.421

4.427

-6

11.884

12.248

-334

11.914

11.922

-8

2.241

2.318

-63

2.255

2.259

-4

Regeionale bereikbaarheid, regionaal OV Regionale economie Culturele infrastructuur en monumentenzorg

1.910

1.967

-54

1.913

1.916

-3

Kwaliteit openbaar bestuur

8.850

9.133

-250

8.883

8.893

-10

16.560

15.008

-410

14.598

13.949

649

3.398

3.500

-96

3.404

3.416

-12

60.205

60.165

-1.643

58.522

57.939

583

Sociale infrastructuur, jeugdzorg, apparaatskosten Gebiedsontwikkelingen Totaal

306

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 4 Jaarrekening 2014

4.7 Single information, Single audit (SiSa) Met ingang van 2006 is de regelgeving Single Information, Single Audit (SISA) op provincies en gemeenten van toepassing. Deze regels zijn erop gericht om de verantwoording aan het Rijk over de specifieke uitkeringen aan lokale overheden te laten plaatsvinden via het Jaarverslag en niet meer via een afzonderlijke verantwoording per specifieke uitkering. In 2014 vallen voor ons nog maar 5 regelingen onder SISA. Voor elke regeling is door het betreffende vakdepartement vastgesteld welke indicatoren verantwoord moeten worden. Deze zijn opgenomen in een overzicht, dat als afzonderlijke bijlage bij het jaarverslag is gevoegd (zie bijlage 2). Voor de Doeluitkering jeugdzorg is 2014 het laatste jaar waarin de middelen via de provinciale jaarrekening verantwoord worden. Deze middelen vormen vanaf 2015 de verantwoordelijkheid van de gemeenten, worden in het gemeentefonds gestort en dan via de gemeentelijke jaarrekeningen verantwoord. De (tijdelijke) subsidieregeling Innovatieprogramma Mooi Nederland is via de Jaarrekening 2013 afgerond en afgerekend. De SISA-bijlage valt onder de controleverklaring bij de Jaarrekening en daarmee vervangt deze verklaring de afzonderlijke verklaringen per regeling. 1. (E3) 2. (E11) 3. (E27) 4. (F3) 5. (H8)

Subsidieregeling sanering verkeerslawaai (inclusief bestrijding spoorweglawaai) Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) Brede doeluitkering verkeer en vervoer Verzameluitkering Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (leren voor duurzame ontwikkeling) Doeluitkering jeugdzorg (Bureau Jeugdzorg + Zorgkosten Jeugdzorg)

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

307


H5 308

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 5 Provinciale organisatie

5. Provinciale organisatie Het bestuur van de provincie wordt gevormd door een algemeen (Provinciale Staten) en een dagelijks bestuur (Gedeputeerde Staten). De ambtelijke organisatie bestaat uit de Directie en acht eenheden.

Samenstelling Provinciale Staten CDA

11 zetels

PvdA

9 zetels

VVD

8 zetels

PVV

4 zetels

SP

4 zetels

D66

3 zetels

ChristenUnie

3 zetels

GroenLinks

2 zetels

SGP

2 zetels

50PLUS Totaal

5.1 Provinciale Staten Het aantal Statenleden van een provincie is afhankelijk van het aantal inwoners. Voor Overijssel is het aantal zetels vastgesteld op 47. De samenstelling van Provinciale Staten in 2014 staat in het schema hiernaast weergegeven. Statengriffie De statengriffie heeft primair tot taak om Provinciale Staten te ondersteunen in hun functioneren. Deze ondersteuning behelst onder meer de secretariële ondersteuning van Provinciale Staten en Statencommissies. De taken zijn daarnaast aangevuld met taken op het gebied van communicatie, procesmatige advisering, voorlichting en controle. De griffier van Provinciale Staten is mw. R. (Renée) Wiggers.

1 zetel 47 zetels

5.2 College van Gedeputeerde Staten Het dagelijks bestuur van de provincie bestaat uit de Commissaris van de Koning (voorzitter) en vijf gedeputeerden. Samen vormen zij het College van Gedeputeerde Staten.

5.2.1 Commissaris van de Koning Per 1 januari 2011 is mevrouw drs. A.Th.B. Bijleveld-Schouten benoemd tot Commissaris van de Koning in de provincie Overijssel. De Commissaris van de Koning beheert de portefeuille Kwaliteit Openbaar Bestuur (zie ook paragraaf 5.2.2). Naast de taken uit haar portefeuille, heeft de Commissaris van de Koning een aantal Rijkstaken waaronder burgemeestersaangelegenheden, ombudszaken, coördinatie openbare orde en veiligheid en het gastvrouwschap tijdens bezoeken van leden van het Koninklijk Huis. De Commissaris van de Koning is zowel voorzitter van Provinciale Staten als van het College van Gedeputeerde Staten.

5.2.2 Gedeputeerde Staten Het College van Gedeputeerde Staten bestaat sinds de verkiezingen in 2011 uit de volgende Gedeputeerden: • Mevrouw I.A. (Ineke) Bakker (VVD) • De heer E. (Bert) Boerman (ChristenUnie) • Mevrouw W.H. (Hester) Maij (CDA) • De heer G.J. (Gerrit Jan) Kok (VVD) • De heer T.W. (Theo) Rietkerk (CDA). De heer Rietkerk heeft per 1 november 2014 een functie elders aanvaard. Op 12 november 2014 hebben Provinciale Staten de heer dr. Y.J. (Eddy) van Hijum (CDA) als zijn opvolger benoemd. Ook de Commissaris van de Koning heeft een portefeuille in dit college. De portefeuilles zijn als volgt samengesteld en verdeeld:

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

309


Y.J. (Eddy) van Hijum (tot 1-11-2014: T.W. (Theo) Rietkerk) (CDA) - Portefeuille A: Economie, Energie en Innovatie • Economie (inclusief innovatie en agrarische sector) • Toerisme en recreatie • Energie • Gebiedsontwikkeling IJsseldelta inclusief Nationaal Landschap IJsseldelta • Gebiedsontwikkeling Innovatiedriehoek • Personeel en organisatie • IPO I.A. (Ineke) Bakker (VVD) - Portefeuille B: Milieu, Wonen en Financieel toezicht • Milieu (inclusief geluid, bodemsanering en ontgrondingen) • Kwaliteit leefomgevingen (inclusief gezond en veilig leefmilieu) • Wonen • Financieel toezicht gemeenten • Deelnemingen / deelnemingenbeleid • Vergunningverlening (inclusief ontwikkeling Regionale Uitvoeringsdiensten) • Gebiedsontwikkeling Noordoost-Twente (inclusief Nationaal Landschap Noordoost-Twente) • Coördinatie Zwolle / Kampen / Netwerkstad E. (Bert) Boerman (ChristenUnie) - Portefeuille C: Ruimte, Water en Jeugdzorg • Ruimtelijke ontwikkeling • Water • Grondzaken • Sociale infrastructuur • Jeugdzorg • Handhaving • Gebiedsontwikkeling Ruimte voor de Vecht • Coördinatie Stedendriehoek W.H. (Hester) Maij (CDA) - Portefeuille D: Landelijk Gebied en Culturele Infrastructuur • Inrichting landelijk gebied • Natuur en landschap • Cultuur, monumentenzorg en erfgoed • Europa (inclusief fondsen) • Coördinatie Netwerkstad Twente G.J. (Gerrit Jan) Kok (VVD) - Portefeuille E: Bereikbaarheid, Openbaar Vervoer en Financiën • Bereikbaarheid • Provinciale wegen en kanalen • Openbaar vervoer • Provinciale financiën • Herindelingen • Gebiedsontwikkeling Luchthaven Twente e.o. • Gebiedsontwikkeling Spoorzone Zwolle A.Th.B. (Ank) Bijleveld-Schouten - Portefeuille V: Kwaliteit Openbaar Bestuur • Voorzitterschap Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten • Integriteit bestuur • Rechtspositie provinciale bestuurders • Coördinatie openbare orde en veiligheid • Externe betrekkingen en lobby

310

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 5 Provinciale organisatie

• Kwaliteit openbaar bestuur (inclusief bestuurlijke vernieuwing, interbestuurlijk toezicht, samenwerking met andere overheden, juridische zaken, trendbureau) • Communicatie en voorlichting / mediabeleid • Gebouwen en facilitair beleid • (E-)Dienstverlening (inclusief informatiebeleid / automatisering)

5.3 Ambtelijke organisatie Directie De eindverantwoordelijkheid voor de gehele organisatie ligt bij de Directie. Ze heeft een verantwoordelijkheidsplicht aan het college in regulier overleg en managementrapportages en het mandaat voor het feitelijk besturen van de ambtelijke organisatie. De Directie zorgt dat de ambtelijke organisatie doelmatig en doeltreffend werkt en functioneert binnen de bestuurlijk bepaalde beleidslijnen. Verder zorgt de Directie dat het bestuur tijdig alle relevante informatie en adviezen krijgt voor het bepalen van het beleid. Als het gaat om het strategische beleid heeft de Directie in de voorbereiding een actieve voortrekkersrol. De Directie bestaat uit de heer H.A. (Harry) Timmerman (tevens Secretaris van het College van Gedeputeerde Staten van Overijssel) en de heer J. (Johan) Osinga. Project- en Programmamanagement De eenheid Project- en Programmamanagement levert daadkrachtige programma- / projectorganisaties ten behoeve van de realisatie van de investeringsagenda, professionaliseert het ambtelijk opdrachtnemerschap en het ambtelijk en bestuurlijk opdrachtgeverschap en levert daarbij procesexpertise. Hoofd van de eenheid is de heer H.J. (Henk) Vegter. Ruimte en Bereikbaarheid De eenheid Ruimte en Bereikbaarheid is verantwoordelijk voor de ontwikkeling van strategie en beleid op het fysiekruimtelijke domein met structurerende elementen als water, ondergrond en infrastructuur. Hoofd van de eenheid is mevrouw M. (Monique) Esselbrugge. Economie en Cultuur De eenheid Economie en Cultuur is verantwoordelijk voor de economische strategieontwikkeling en beleidsontwikkeling op relevante economische onderwerpen waaronder energie, innovatie, landbouw, toerisme en het sociaal-cultureel vestigingsklimaat. Hoofd van de eenheid is de heer A.J. (Alfred) Peterson. Natuur en Milieu De eenheid Natuur en Milieu is verantwoordelijk voor de strategieontwikkeling en beleidsontwikkeling op natuurbeleid en landschapsbeleid en –beheer. Ook is de eenheid verantwoordelijk voor de milieu- en saneringsopgaven in de provincie. Hoofd van de eenheid is mevrouw T.H.B.M. (Thea) Hofs. Wegen en Kanalen De eenheid Wegen en Kanalen is verantwoordelijk voor het beheer, onderhoud, programmeren en realiseren van de provinciale infrastructuur en verkeersmanagement (projecten). Hoofd van de eenheid is mevrouw L. (Lindy) Molenkamp. Bedrijfsvoering De eenheid Bedrijfsvoering heeft als opdracht kaders te stellen voor haar klantgroepen, de medewerkers, de leiding en de directie en het bestuur optimaal te bedienen in de bedrijfsvoering, financiën en faciliteiten. Hoofd van de eenheid is de heer E. (Erik) Jungerius.

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

311


Publieke Dienstverlening De eenheid Publieke Dienstverlening levert (al dan niet met derde partijen gedeelde) diensten voor de Overijsselse samenleving. Hoofd van de eenheid is mevrouw M.P.E. (Monique) Stouten. Bestuurs- en concernzaken De eenheid Bestuurs- en concernzaken opereert op het snijvlak van het bestuurambtelijke management en bestuurlijke verhoudingen, faciliteert / ondersteunt besluitvorming, is verantwoordelijk voor strategische advisering en concerncontrol en ondersteunt de Commissaris van de Koning in haar Rijkstaken. Hoofd van de eenheid is de heer J. (Jaap) Wesselink. Schematisch ziet de provinciale organisatiestructuur er in 2014 als volgt uit:

Provinciale Staten

Griffie

CdK Gedeputeerde Staten CdK / Ph

Ph

Ph

Ph

Ph

Ph

Directie

Concernmanagementteam

HE

HE

HE

HE

HE

HE

HE

Eenheid Project- en Programmamanagement

Eenheid Ruimte en Bereikbaarheid

Eenheid Economie en Cultuur

Eenheid Natuur en Milieu

Eenheid Wegen en Kanalen

Eenheid Bedrijfsvoering

Eenheid Publieke Dienstverlening

Eenheid Bestuurs- en concernzaken

Teams • Management • Grondzaken • Project- en programmamanagement • @Search

Teams • Leiding en staf • Beleidsimplementatie • Beleidsstrategie • Beleidsvorming en -programmering • OV-bureau

Teams • Leiding en strategie • Beleid en realisatie

Teams • Leiding • Beleidsontwikkeling en realisatie • Bodem • Contractering • Strategie en bestuursondersteuning

Teams • Leiding • Assetmanagement • Investeringen • Ontwikkeling en expertise • Programmamanagement • Vaarwegbeheer en installaties • Wegbeheer en verkeer

Teams • Leiding • Backoffice financiën • Faciliteiten • Financiën • Informatie • Juridische zaken • Personeel en organisatie

Teams • Management en ondersteuning • Beleidsinformatie adviserend • Beleidsinformatie uitvoering & ROVO • Handhaving • Jeugdzorg • Subsidieverlening • Vergunningverlening

Teams • Leiding & strategie • Communicatie • Concerncontrol • Democratie, openbaar bestuur en kabinet • Ondersteuning

BOG

AOG

Programma

BOG

AOG

Project

BOG

AOG

Programma

Andere overheden

Marktpartijen

GS = Gedeputeerde Staten, BOG = Bestuurlijk opdrachtgever, Ph = Portefeuillehouder, HE = Hoofd Eenheid, AOG = Ambtelijk opdrachtgever

312

HE

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 5 Provinciale organisatie

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

313


H6 314

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Hoofdstuk 6 Woordenlijst

6. Woordenlijst A ad. ACM ADR ADT AMK AmvB APPA ARG Art. AvA

Ten bedrage van Autoriteit Consument & Markt Algemene dekkingsreserve Area Development Twente Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Algemene maatregel van Bestuur Algemene Pensioenwet Politieke Ambtsdragers Algemene Reserve Grond Artikel Algemene Vergadering van Aandeelhouders

C ca. CAO CBL CBS CDA CdK CEMT

CKO B B&W

BAVO BBL BBV BC BCF BDU BEON BES BGO bijv. BIRO BJzO BNG BRZO BSBm Btw B.V. BV BZK

Burgemeester en Wethouders Brede Aanpak Verkeersveiligheid Overleg Bureau Beheer Landbouwgronden Besluit Begroting en Verantwoording (Eenheid) Bestuurs- en concernzaken Btw-compensatiefonds Brede doeluitkering Bio-Energiecluster Oost-Nederland Bodemenergiesystemen Bestuurlijke Gebiedsover­ leggen Bijvoorbeeld Bedrijven- en Instellingen­ register Overijssel Bureau Jeugdzorg Overijssel Bank Nederlandse Gemeenten Besluit Risico’s Zware Ongevallen Bestuurlijke strafbeschikking milieu Belasting toegevoegde waarde Besloten Vennootschap (eenheid) Bedrijfsvoering (Ministerie van) Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties

CO2 CPO CROW

CTH CU D D66 d.m.v. DIA DLG DOP DR DVS E e.e.a. e.o. e.d. EC EDO

EEP EFRO

Circa Collectieve Arbeidsovereenkomst Cross Border Leases Centraal Bureau voor de Statistiek Christen Democratisch Appèl Commissaris van de Koning De binnen- of rivierscheepvaart is in Europa opgedeeld in CEMT-klasses om de afmetingen van vaarwegen in West-Europa op elkaar af te stemmen. Coördinatiepunt Kavelruil Overijssel Kooldioxide Collectief Particulier Opdrachtgeverschap Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in de Grond-, Water- en Wegenbouw en de Verkeerstechniek Container Terminal Hengelo ChristenUnie

Democraten ‘66 Door middel van Dynamische Investerings­ agenda Dienst Landelijk Gebied Dorpsontwikkelingsplannen Dienst Regelingen Dienst Verkeer en Scheepvaart

Een en ander En omstreken En dergelijke (Eenheid) Economie en Cultuur Elektronisch Document Overijssel Energie Efficiencyplannen Europees Fonds Regionale Ontwikkeling

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

315


E-HRM EHS EKC enz. EU EVC EZ

F fte Fido

Electronic Human Resource Management Ecologische Hoofdstructuur Eigen Kracht Centrale Enzovoorts Europese Unie Erkennen van verworven competenties (Ministerie van) Economische Zaken

IC ICS

IT

Interne Controle Informatie-, coördinatie- en sturingseenheid Informatie- en Communicatietechnologie Inrichting Landelijk Gebied Investeren In Overijssel Investors in People (Ministerie van) Infrastructuur en Milieu Investeren met Gemeenten Een Europees subsidie­ programma InterProvinciaal Overleg IPPC-richtlijn (Europese milieunorm) Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing Informatietechnologie

J jl.

Jongstleden

ICT ILG IIO

IiP IM IMG Interreg

Fulltime equivalent, ofwel een 100% formatieplaats Financiering Decentrale Overheden

IPO

IPPC ISV

G GGOR GIS

GLB GOBT GOM GPS GS GVL GWW H ha HBO HCO Hiswa

HMO HOF HOV HRM HTSM

I incl. i.v.m.

316

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

Gewenst Grond- en Oppervlaktewaterregime Geografisch informatiesysteem Gemeenschappelijk Landbouwbeleid Gelders Overijssels Bureau voor Toerisme Gelderlandse Ontwikkelingsmaatschappij Global Positioning System Gedeputeerde Staten Gezond en Veilig Leefmilieu Grondwaterwet

Hectare Hoger beroepsonderwijs Historisch Centrum Overijssel Handel en Industrie op gebied van scheepsbouw en Watersport Herstructureringsmaatschappij Overijssel Wet Houdbare Overheids­ financiën Hoogwaardig Openbaar vervoerverbinding Human Resource Management High Tech Systemen en Materialen

K KCO KEM KiEMT KISS KITO km kton/j KRW KSS KvK KvO KWO L Leader LGR

LMA LO LOG LTO

Inclusief In verband met

Kunst en Cultuur Overijssel Kosteneffectieve maatregelen Kennis en innovatie in Energieen Milieutechnologie Kennisinstituut Stedelijke Samenleving Kwaliteitsimpuls Toerisme Overijssel Kilometer Kiloton per jaar Europese Kaderrichtlijn Water Kwaliteitsscoresysteem Kamer van Koophandel Kracht van Overijssel Koude-Warmte-Opslag

Een Europees subsidie­ programma Landelijk Grondwaterregister Landelijk Meldpunt Afval­ stoffen Landschap Overijssel Landbouwontwikkelings­ gebied Land- en Tuinbouw Organisatie Nederland


Hoofdstuk 6 Woordenlijst

M m.b.t. m.n. MBO MEP MER MEV MEVO min. MIRT

MITO miv MJA MKB MKBA Mln MON MRB MTR Mw N n.n.b. n.v.t. NaNOV NCW NJN NL NM NM NMO NO2

N-O

NOEK NOT NRM

NRW NS NSL NV NVS

Met betrekking tot Met name Middelbaar beroepsonderwijs Model European Parliament Milieueffectrapportage Macro Economische Verkenning Meerjarenprogramma Externe Veiligheid Overijssel Minimaal Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport Marketingimpuls Toerisme Overijssel Met ingang van Meerjarenafspraak Midden- en Kleinbedrijf Maatschappelijke kostenbatenanalyse Miljoen Mobiliteitsonderzoek Nederland Motorrijtuigenbelasting Midterm review Megawatt

Nog niet bekend Niet van toepassing Nano4vitality Netto contante waarde Najaarsnota Nationaal Landschap (Eenheid) Natuur en Milieu Natuurmonumenten Natuur Milieu Overijssel Stikstofdioxide Noordoost Noordelijke Ontsluitingsweg Enschede en Kennispark Noordoost-Twente Nederlands Regionaal Model Noordrijn-Westfalen Nederlandse Spoorwegen Nationaal Samenwerkings­ programma Luchtkwaliteit Naamloze Vennootschap Normeringssysteem voor­ zieningenniveau

O O&A o.a. OBD o.b.v. OCRI OCW OESO ONW OOM OPG ORBP OTB

OTS OV OZB P p.m. P-nota PvdA PAS PBE P&C PD PHS PIDON PM10

pMJP PMPC’s POP PPM PPM

Onderwijs & Arbeidsmarktbeleid Onder andere Overijsselse Bibliotheek Dienst Op basis van Overijssels Centrum voor Research en Innovatie (Ministerie van) Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling Zone Ondernemen met Natuur en Water Overijsselse Ontwikkelingsmaatschappij Overijssels Particulier Grondbezit Overstromingsrisicobeheersplan Ontwerp tracébesluit Ondertoezichtstelling Openbaar Vervoer Onroerendezaakbelasting

Pro memorie Perspectiefnota Partij van de Arbeid Programmatische Aanpak Stikstof Publiek Belang Elektriciteitsproductie B.V. Planning & Control (Eenheid) Publieke Dienst­ verlening Programma Hoogfrequent Spoor Pieken in de Delta OostNederland Fijnstof (PM10) is een verzamelnaam voor zwevende, inhaleerbare deeltjes provinciaal Meerjaren­ programma Product Markt Partner Combinaties Plattelands Ontwikkelings­ programma (Eenheid) Project- en programma­management Participatiemaatschappij

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

317


PS PSAN PSN PSP PvA PVV PVVP

R R&D RAV RB RBT Recron resp. RIBO RO ROB ROC

ROR ROVO ROVON ROZ RMF RSL RTA RTV-Oost RUD Ruddo

RvC RVO.nl RVZ RW RWE

RWS

318

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

Provinciale Staten Provinciale Subsidieregeling Agrarisch Natuurbeheer Provinciale Subsidieregeling Natuurbeheer Polymer Science Park Plan van Aanpak Partij voor de Vrijheid Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan

Research & Development Regeling Ammoniak en Veehouderij (Eenheid) Ruimte en Bereikbaarheid Regionaal Bedrijventerrein Twente Recreatieondernemers Respectievelijk Restauratie Opleidingsproject Ruimtelijke Ontwikkeling Raad voor het Openbaar Bestuur Regionaal opleidingscentrum Richtlijn Overstromingsrisico’s Regionaal Orgaan voor de Verkeersveiligheid in Overijssel Regionaal Orgaan Verkeers­ veiligheid Oost-Nederland Regionaal Orgaan Zelfstandigen Regionaal Mobiliteitsfonds Regionaal Samenwerkings­ programma Luchtkwaliteit Regionale Transitie Arrangementen Radio Televisie Oost Regionale Uitvoeringsdienst Regeling Uitzettingen en Derivaten Decentrale Overheden Raad van Commissarissen Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Robuuste Verbindingszone Rijksweg Rheinisch-Westfälische Elektrizitätswerke (Duits energiebedrijf) Rijkswaterstaat

S SAN SER SGP SKB SKP SNL SP SSC Statencie STRONG

SVn

T t.a.v. t.b.v. TBT TEN-t TOP U UT UvW UWV

V VERVE VHR Vmbo

Subsidieregeling Agrarisch Natuurbeheer Sociaal Economische Raad Staatkundig Gereformeerde Partij Schatkistbankieren Sectoraal Knooppunt Provincies Subsidiestelsel voor Natuur­ beheer en Landschapsbeheer Socialistische Partij Shared Service Centrum Statencommissie Rijksstructuurvisie op de Ondergrond Stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse Gemeenten

Ten aanzien van Ten behoeve van Twents Bureau voor Toerisme Trans-European Transport Network Toeristische overstappunten

Universiteit Twente Unie van Waterschappen Uitvoeringsinstituut Werk­ nemersverzekeringen

Veiligheid en Regie voor Elk Vogel- en / of Habitatrichtlijn Voortgezet middelbaar beroepsonderwijs VNG Vereniging Nederlandse Gemeenten VNO-NCW Belangenorganisatie van werkgevers (Verbond Nederlandse Ondernemingen - Nederlands Christelijk Werkgeversverbond) VO Voortgezet onderwijs VOC Verkeersongevallen Concentratie VS Verenigde Staten VSO Vereniging voor Statistiek en Onderzoek


Hoofdstuk 6 Woordenlijst

VTH VVD VVGB VVN VWS

W WABO

Vergunningverlening, toezicht en handhaving Volkspartij voor Vrijheid en Democratie Verklaring van geen bedenkingen Veilig Verkeer Nederland (Ministerie van) Volksgezondheid, Welzijn en Sport

WNT WO Wob WRO WSW WW

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten Wetboek Wet gemeenschappelijke regelingen Wet hygiÍne en veiligheid badinrichtingen en zwem­ gelegenheden (eenheid) Wegen en Kanalen Wet maatschappelijke ondersteuning Wet normering topinkomens Wetenschappelijk Onderwijs Wet openbaarheid van bestuur Wet ruimtelijke ordening Wet sociale werkvoorziening Werkloosheidswet

Z zgn Z-O Z-W

Zogenoemde Zuidoost Zuidwest

Wajong WB WGR Whvbz

WK WMO

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

319


A 320

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Accountantsverklaring

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: de Provinciale Staten van de provincie Overijssel

Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit verslag, op pagina 208 tot en met 307, opgenomen jaarrekening 2014 van de provincie Overijssel gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2014 en het overzicht van baten en lasten over 2014 met de toelichtingen, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiĂŤle verslaggeving en andere toelichtingen, alsmede het in de bijlagen opgenomen overzicht van incidentele baten en lasten (bijlage 1, pagina 326 tot en met 333) en de SiSa-bijlage met verantwoordingsinformatie over specifieke uitkeringen (bijlage 2, pagina 334 tot en met 339).

Verantwoordelijkheid van het College van Gedeputeerde Staten Het College van Gedeputeerde Staten van de provincie Overijssel is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met het in Nederland geldende Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Deze verantwoordelijkheid houdt onder meer in dat de jaarrekening zowel de baten en lasten als de activa en passiva getrouw dient weer te geven en dat de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen. Rechtmatige totstandkoming betekent in overeenstemming met de begroting en met de relevante wet- en regelgeving, waaronder provinciale verordeningen. Het College van Gedeputeerde Staten is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de rechtmatige totstandkoming van baten, lasten en balansmutaties mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten.

Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden, het Besluit accountantscontrole decentrale overheden (Bado) en het Controleprotocol WNT. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten.

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

321


Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, alsmede voor de rechtmatige totstandkoming van baten, lasten en balansmutaties, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risicoinschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de provincie. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiĂŤle verslaggeving en de gebruikte financiĂŤle rechtmatigheidscriteria en van de redelijkheid van de door het College van Gedeputeerde Staten van de provincie Overijssel gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. De bij onze controle toegepaste goedkeuringstolerantie bedraagt voor fouten 1% en voor onzekerheden 3% van de totale lasten inclusief toevoegingen aan reserves. Op basis van artikel 2 lid 7 Bado is deze goedkeuringstolerantie door Provinciale Staten bij besluit van 13 november 2013 (nummer PS/2013/794) vastgesteld. Wij houden ook rekening met afwijkingen en/of mogelijke afwijkingen die naar onze mening voor de gebruikers van de jaarrekening om kwalitatieve redenen materieel zijn. Daarbij zijn voor de controle van de in de jaarrekening opgenomen WNT-informatie de toleranties gehanteerd zoals vastgelegd in het Controleprotocol WNT. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden.

Oordeel betreffende de jaarrekening Naar ons oordeel geeft de jaarrekening van de provincie Overijssel een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van zowel de baten en lasten over 2014 als van de activa en passiva per 31 december 2014 in overeenstemming met het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties over 2014 in alle van materieel belang zijnde aspecten rechtmatig tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de begroting en met de relevante wet- en regelgeving, waaronder provinciale verordeningen.

Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 217 lid 3 onder d Provinciewet vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening.

Zwolle, 27 mei 2015 Ernst & Young Accountants LLP w.g. drs. J. Schuurkamp–Spijkerboer RA

322

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Accountantsverklaring

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

323


B 324

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Bijlagen

Bijlagen

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

325


Bijlage 1 - Incidentele lasten en baten Specificatie incidentele baten

( x € 1.000) Begroting 2014

Realisatie 2014

Saldo 2014

Totaal

Incidenteel

Totaal

Incidenteel

3.967

1.155

3.973

1.346

Totaal

Incidenteel

6

191

Kerntaak 1. Duurzame ruimtelijke ontwikkeling en inrichting, waaronder waterbeheer Rente SVN Startersleningen Ruimte voor de Rivier

285 30

279 30

Zoetwatervoorziening Oost-Nederland (KvO) Kaderrichtlijn water; implementatie EU-richtlijn

-6

24

24

-6

-6

156

156

156

156

221

221

138

138

-83

-83

Grondwaterheffing (€ 1 mln.) + overige bijdragen

1.584

501

1.227

240

-357

-261

Dividend Vitens

1.009

403

1.007

403

-2

Rente achtergestelde lening Vitens

438

438

Wateronttrekking Twentekanalen

120

120

Coördinatie adviescommissie schade grondwater

280

199

-81

Programma A1-zone

-170

-170

-170

-170

Vrijval Voorziening Ruimte voor Ruimte

555

555

555

555

79.245

52.281

201

603

Kerntaak 2. Milieu en energie

79.044

51.678

Rente lening Aardwarmte Koekoekspolder

166

Bijdragen derden Koekoekspolder

135

Rente Energieleningen

844

467

60

38

Bijdrage adviescommissie energiefonds Dividend Wadinko N.V.

200

34

135

-135 -377 -22

300

300

300

300

Verkoopopbrengst Attero

33.238

33.238

33.238

33.238

Dividend Enexis (inclusief bruglening)

22.353

8.941

22.353

8.941

Rente Enexis (inclusief bruglening)

12.600

Baten heffing Nazorg stortplaatsen

-135

12.600

11

11

Doeluitkering NaNOV

2.816

2.816

2.535

2.535

-281

-281

Implementatie omgevingsvergunning RUD

1.700

1.700

2.787

2.787

1.087

1.087

100

100

100

100

4.448

4.448

3.960

3.960

-488

-488

233

20

100

20

Duurzame agro sectoren Bijdragen derden bodemsanering Overige baten kerntaak 2

133

Baten ontgrondingen

140

23

Overige baten bodemsanering Kerntaak 3. Inrichting landelijk gebied Doeluitkering weidevogels IJsseldelta

944

528

-117

400

400

400

400

847

613

-97

85

50

50

50

50

Doeluitkering natuurbeheer Rietteeltsector

478

478

478

478

Uitvoering NB wet

416

234

Overige baten

85

49.027

4.208

85

85

443

1.708

Kerntaak 4. Regionale bereikbaarheid en regionaal OV

48.584

Brede doeluitkering verkeer & vervoer

41.067

37.519

-3.548

4.647

5.053

406

Bijdragen overheden Regiotaxi Overige baten wegbeheer (incl. DPI) Bijdragen partners ROVON Vrijval Doeluitkering regionaal mobiliteitsfonds

326

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

2.500

-182

85

888

750

4.833

2.818

3.945

2.068

1.750

1.750

1.390

1.390

-360

-360

232

232


Bijlagen

Specificatie incidentele baten

( x â‚Ź 1.000) Begroting 2014

Kerntaak 5. Regionale economie

Realisatie 2014

Incidenteel

Totaal

Incidenteel

Totaal

Incidenteel

1.811

1.387

6.973

6.554

5.162

5.167

Overige baten Innovatiefonds Overijssel (rente)

Saldo 2014

Totaal

3

3

350

354

4

Overige ink.overdrachten (SER Overijssel)

74

62

-12

Bijdragen derden Europese programma's

1.387

1.387

Vrijval Voorziening participatie Oost N.V. Kerntaak 7. Kwaliteit openbaar bestuur Overige inkomensoverdrachten lobby Den Haag

1.437

1.437

50

50

5.117

5.117

5.117

5.117

137

193

56

40

64

24

BI | Economie (ov. ink.ov.)

51

-51

BI | Omgevingskaart (ink.ov. ov.)

46

-46

BI | Algemeen en bestuur

114

114

Overige baten Kerntaak 7

15

15

Kerntaak 8. Sociale infrastructuur, jeugdzorg en overige niet-kerntaken

122.870

121.383

-1.487

Doeluitkering jeugdzorg

122.155

119.588

-2.567

Overige baten PBCf

27

23

-4

Schadevergoedingen

155

55

-100

Baten interne producten (excl. DPI)

533

1.717

1.184

1.558

12.971

11.928

11.413

Baten verkopen oud-BBLgronden

Kerntaak 9. Gebiedsontwikkelingen

8.449

8.449

8.449

8.449

Vrijval Voorziening waarderisico grondvoorraad BBL

3.470

3.470

3.470

3.470

1.052

9

-506

9

Overige baten Kerntaak 9

1.558

11.928

Algemene dekkingsmiddelen en financiering

714.618

493.325

602.297

380.651

-112.321

-112.674

Subtotaal financiering

300.488

82.481

305.793

87.219

5.305

4.738

17

49.334

4.024

3.461

4.007

Rente langlopend uitgezette middelen

45.873

Bespaarde rente over beklemming ADR

16.569

Bespaarde rente

40.439

Uitkering Provinciefonds (AU+Ontwikkel)

53.833

Uitkering Provinciefonds (Decentralisatieuitkeringen) Opcenten motorrijtuigenbelasting Deelneming BNG (dividend)

42.563

16.569 40.439 41.314 111

42.415

111

600

414.130

1.101

111 61

600

410.844

1.101 976

61

Dividend Verkoop Vennootschap B.V. Subtotaal reserves

43.664

76

101.476

Onderuitputting Onvoorzien

40.439

53.909

100.500 111

40.439

-600

-600

230

230

230

230

296.504

293.432

-117.626

-117.412

-1.424

-1.424

-3.731

-3.731

Reserve Europese programma's

1.773

1.773

349

349

Reserve regionale bereikbaarheid

3.645

3.645

3.645

3.645

Reserve provinciale infrastructuur

9.449

9.449

5.718

5.718

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

327


Specificatie incidentele baten

( x â‚Ź 1.000) Begroting 2014

Realisatie 2014

Totaal

Incidenteel

Reserve waterwegen

800

800

Reserve startersleningen

407

Reserve energiebesparing

4.087

Saldo 2014

Totaal

Incidenteel

Totaal

Incidenteel

336

336

-464

-464

387 3.247

1.955

-20 1.282

-1.965

Reserve Energiefonds Overijssel

2.039

Reserve Reconstructie

1.555

1.555

1.555

1.555

37.117

37.117

35.828

35.828

-1.289

-1.289

8.836

8.836

7.086

7.086

-1.750

-1.750

18.380

Egalisatiereserve ILG Reserve Bodemsanering Reserve majeure projecten EHS

2.012

-2.132 -27

18.380

18.380

18.380

Reserve uitvoering EHS

121.127

121.127

27.902

27.902

-93.225

-93.225

Reserve uitvoering Kracht van Overijssel

204.915

204.915

191.351

191.351

-13.564

-13.564

Totaal incidentele baten

973.533

550.573

896.909

457.581

-96.624

-92.992

Onttrekkingen algemene reserves

237.681

237.681

237.681

237.681

328

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Bijlagen

Specificatie incidentele lasten

( x â‚Ź 1.000) Begroting 2014

Realisatie 2014

Saldo 2014

Totaal

Incidenteel

Totaal

Incidenteel

Totaal

Incidenteel

inrichting, waaronder waterbeheer

49.764

45.874

48.174

44.732

1.590

1.142

Lasten gefinancierd uit de Reserve uKvO

41.617

41.617

40.871

40.871

746

746

3.041

3.041

2.989

2.989

52

52

465

465

470

470

-5

-5

89

89

Kerntaak 1. Duurzame ruimtelijke ontwikkeling en

Lasten SVn startersleningen Lasten ISV-3 Kwaliteit stedelijke vernieuwing Lasten Waterkeringen overig

681

4

Kaderrichtlijn water; implementatie EU-richtlijn

251

Lasten Oppervlaktewaterbeheer

700

Kapitaallasten grondwatermeetnet

665

16

4 251

162

162

655

23

45

23

Voorziening besteding grondwaterheffing

1.393

500

1.088

240

305

CoĂśrdinatie Adviescie Schade Grondwater

280

190

90

Lasten Grondwaterbeheer - overig

122

29

93

Kapitaallasten aandelen Vitens NV

7

3

4

Kapitaallasten achtergestelde lening Vitens

408

408

Lasten ontw. ruimtelijk beleid

772

617

260

155

Kerntaak 2. Milieu en energie

48.515

37.858

39.131

29.132

9.384

8.726

Lasten gefinancierd uit de Reserve uKvO

14.581

14.581

11.572

11.572

3.009

3.009

Energiebesparend wonen 2.0

3.247

3.247

1.502

1.502

1.745

1.745

Convenant asbestdaken

1.923

1.923

502

502

1.421

1.421

SVN energieleningen - kapitaallasten Energiefonds Overijssel

719

453

266

2.099

2.093

6

Energiepact Greendeals

200

200

Energiepact overig

200

200

Overige lasten energie- en klimaatbeleid

154

Aardwarmte Koekoekspolder

535

180 129

535

400

Kapitaallasten aandelen Enexis Holding N.V.

22

22

Kapitaallasten achtergest. lening Enexis N.V.

1.234

1.234

Kapitaallasten aandelen Vordering op Enexis B.V. Kapitaallasten bruglening Vord. op Enexis B.V.

180

1

1

4.994

4.994

200

200

20

20

25 400

135

135

Toevoeging aan Voorziening afwikkeling verkoop Attero | Escrow

2.527

2.527

2.527

2.527

Verkoopkosten Attero

1.077

1.077

1.077

1.077

Stimulering milieukwaliteit - reguliere lasten Duurzame agro - sectoren MEVO t.l.v. decentralisatieuitk. PF Incidentele lasten RUD-vorming Bijdrage landelijk IPO projectbureau Lasten Afvalstoffen Lasten Doeluitkering NaNOV

563

450

113

100

100

100

100

1.153

1.153

1.058

1.058

95

95

695

695

455

455

240

240

94

54

247 2.784

40

162 2.784

2.543

85 2.543

241

Rentelasten Doeluitkering NaNOV

-10

-10

Overige lasten Geluid

16

8

235

145

90

78

194

-116

Lasten Handhaving milieubeheer Lasten Vergunningverlening Milieubeheer

241

8

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

329


Specificatie incidentele lasten

( x â‚Ź 1.000) Begroting 2014 Totaal

Lasten Repressieve handhaving

Realisatie 2014

Incidenteel

Totaal

Saldo 2014

Incidenteel

Totaal

Incidenteel

116

32

Lasten Ontgrondingen

56

12

Lasten Bodemsanering

8.875

8.836

7.242

7.216

1.633

1.620

147.176

139.720

39.273

33.207

107.903

106.513

13.027

13.027

11.926

11.926

1.101

1.101

9.386

9.266

8.123

7.979

1.263

1.287

-14.466

-14.466

14.466

14.466

114.453

114.453

25.296

25.296

89.157

89.157

Kerntaak 3. Inrichting landelijk gebied Lasten gefinancierd uit de Reserve uKvO Lasten gefinancierd uit de Egalisatiereserve ILG Vrijval ILG-verplichtingen Lasten gefinancierd uit de Reserve uitvoering EHS Toevoegingen aan Voorziening Revolving fund grondvoorraad

84 44

344

-344

Toevoegingen aan Voorziening Natuurbeleidsplan

1.565

Lasten natuur en landschap - regulier

3.147

Realisatie & beheer EHS - lasten rietteeltsector

1.187

1.187

1.176

1.176

11

11

50

50

45

45

5

5

505

505

505

505

Weidevogelbeheer t.l.v. doeluitkering Afronding de Doorbraak Kapitaallasten Revolving fund Kavelruil

1.565 1.693

346

1.454

346

Uitvoering NB-wet

2.351

331

2.066

Overige lasten Kerntaak 3

1.159

901

654

746

Kerntaak 4. Regionale bereikbaarheid, regionaal OV

285

331

505

155

112.442

31.065

106.326

29.265

6.116

1.800

Lasten uit de Reserve uKvO

17.093

17.093

18.488

18.488

-1.395

-1.395

Lasten uit de Brede Doeluitkering verkeer & vervoer

45.332

5.882

5.882

3.724

3.724

336

336

480

480

263

-292

-263

Lasten uit de Reserve provinciale infrastructuur

42.255

9.606

9.606

Lasten uit de Reserve waterwegen

816

816

Rentelasten Doeluitkering verbetering N34

570

Rentelasten Brede Doeluitkering verkeer & vervoer Kapitaallasten wegen en kunstwerken Onderhoudslasten wegen en kunstwerken (incl. DPI) Kapitaallasten gladheidsbestrijding Lasten gladheidsbestrijding - regulier Kapitaallasten vaarwegen

3.077

570

108

108

8.622

8.622

21.942

22.234

175

179

-4

1.334

1.453

-119

8

8

Beheer en onderhoudslasten vaarwegen

2.554

2.174

609

380

-609

Lasten ROVON

1.750

1.750

1.887

1.887

-137

-137

Moties Antuma c.s. - verdiepte aanleg N18

1.800

1.800

1.800

1.800

Overige lasten Kerntaak 4

732

330

402

Kerntaak 5. Regionale economie

35.571

32.488

33.993

30.853

1.578

1.635

Lasten gefinancierd uit de Reserve uKvO

29.735

29.735

25.818

25.818

3.917

3.917

1.544

-13

-13

Rentelasten DU Europese programma's Lasten Europese programma's

7 1.531

7 1.531

1.544

Toeristische produktontw. - reguliere lasten

303

302

Kapitaallasten Oost NV

161

161

Innovatiefonds (rente- en beheerlasten)

350

596

Kapitaallasten Ontw.mij. Zuiderzeehaven

35

Stimulering innovatie - Pieken in de Delta

1.222

330

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

1 -246

34 1.222

1.222

1 1.222


Bijlagen

Specificatie incidentele lasten

( x â‚Ź 1.000) Begroting 2014 Totaal

Stimulering innovatie - overige lasten

Realisatie 2014

Incidenteel

1.128

Toevoeging aan Voorziening resultaten gebiedsexploitaties Ruimte voor ondernemen - reguliere lasten Kerntaak 6. Culturele infrastructuur en monumentenzorg Lasten gefinancierd uit de Reserve uKvO Rijksmuseum Twente Overige lasten Kerntaak 6

1.099

Totaal

Saldo 2014

Incidenteel

Totaal

Incidenteel

916

-174

212

174

2.443

2.443

-2.443

-2.443

950

149

16.170

5.169

16.039

5.171

131

-2

5.099

5.099

5.101

5.101

-2

-2

70

70

70

70

11.001

10.868

133

Kerntaak 7. Kwaliteit openbaar bestuur

3.955

1.229

3.715

1.107

240

122

Lasten gefinancierd uit de Reserve uKvO

1.229

1.229

1.107

1.107

122

122

Reguliere lasten Kerntaak 7

2.726

2.608

118

Kerntaak 8. Sociale infrastructuur, jeugdzorg en overige niet- kerntaken Lasten gefinancierd uit de Reserve uKvO Lasten Sociale kwaliteit

239.827

22.620

227.835

17.683

11.992

4.937

5.795

5.795

5.521

5.521

274

274

349

323

26

Lasten Steunfunctietaken

3.339

3.256

83

Lasten t.l.v. DU Jeugdzorg

122.155

119.588

2.567

Rentelasten DU Jeugdzorg Lasten Jeugdzorg t.l.v. Reserve uKvO

131 12.385

Lasten Jeugdzorg t.l.v. prov. middelen

156

Transitiekosten Jeugdzorg

150

131 12.385

9.048

9.048

39 150

1

3.337

1

149

Lasten Bezwaar en beroepschriften

13

16

-3

Lasten relatiegeschenken, Kerstpakketten & eindejaarsfeest

96

82

14

Lasten interne comm. en personeelsblad

47

37

10

Lasten Juridische advisering

79

38

41

Verzekeringen en aansprakelijkheidsstellingen Lasten interne producten (excl. DPI) Provinciale Staten

411

146

265

28.004

25.494

2.510

1.532

1.382

150

Primaire voorzieningen PS

881

770

111

Gedeputeerde Staten

766

729

37

Toevoegingen Voorziening APPA

450

450

Centraal budget en overhead Voorziening reorganisatie Personeelsgebonden kosten Overige tijdelijke personeelsbudgetten

666 3.900

140 3.900

58.132

2.705

3.337

117 149

526 2.705

57.531

1.195

1.195

601

390

390

408

408

-18

-18

Kerntaak 9. Gebiedsontwikkelingen

52.478

52.247

50.030

49.934

2.448

2.313

Lasten gefinancierd uit de Reserve uKvO

45.539

45.539

38.093

38.093

7.446

7.446

6.674

6.674

2.606

2.606

4.068

4.068

Lasten uit de Reserve uitvoering EHS Toevoeging aan Voorziening resultaten gebiedsexploitaties

3.250

3.250

-3.250

-3.250

Toevoeging aan Voorziening waarderisico grondvoorraad BBL

1.131

1.131

-1.131

-1.131

4.950

4.854

-4.685

-4.820

Waardeverminderingen BBL-gronden

265

34

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

331


Specificatie incidentele lasten

( x â‚Ź 1.000) Begroting 2014

Algemene dekkingsmiddelen en financiering Subtotaal financiering

Realisatie 2014

Incidenteel

Totaal

Incidenteel

Totaal

Incidenteel

271.074

197.926

266.541

195.730

4.533

2.196

50.720

1.000

47.792

190

2.928

810

Kapitaallasten aandelen PBE B.V.

1

1

Kapitaallasten aandelen CBL B.V.

1

1

Kapitaallasten aandelen CSV B.V.

1

1

51.961

52.422

Kapitaallasten obligatieportefeuilles Deelneming BNG (dividend)

6

Onvoorzien - decentralisatieuitkering asbestdaken Onvoorzien - regulier Subtotaal reserves

190 2.5001.000

-461

6

CoĂśrdinatie aandeelhouderschappen SPV's 2013 Onderuitputting algemeen

Saldo 2014

Totaal

190

-4.829

-190

-190

2.329

1.000

1.000

250

1.000

250

220.354

196.926

218.749

195.540

1.605

1.386

5.512

5.512

4.126

4.126

1.386

1.386

Reserve Reconstructie

400

400

400

400

Reserve provinciale infrastructuur

736

736

736

736

Reserve waterwegen

214

214

214

214

Reserve startersleningen

103

103

103

103

Reserve energiebesparing

4.528

4.000

4.309

4.000

Reserve herstructurering bedrijventerreinen

1.122

1.122

1.122

1.122

22.555

22.555

22.555

22.555

2.618

2.618

2.618

2.618

116.416

116.416

116.416

116.416

5.000

5.000

5.000

5.000

61.150

38.250

61.150

38.250

Totaal lasten

976.972

566.196

831.057

436.814

145.915

129.382

Toevoegingen algemene reserves

234.242

234.242

233.727

233.727

515

515

Reserve Europese programma's

Reserve bodemsanering Reserve ISV-3 Reserve uitvoering Kracht van Overijssel Reserve Energiefonds Overijssel Uitvoeringsreserve EHS (I)

332

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

219


Bijlagen

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

333


Bijlage 2 - SiSa bijlage verantwoordingsinformatie 2014 op grond van artikel 3 van de Regeling informatieverstrekking SiSa - d.d. 2 januari 2015 Indicatoren

Departement

Nummer

Specifieke uitkering

I&M

E3

Subsidieregeling sanering verkeerslawaai

Hieronder per regel één beschik-

Besteding (jaar T) ten laste van rijks-

(inclusief bestrijding spoorweglawaai)

kingsnummer en in de kolommen

middelen

ernaast de verantwoordingsinforSubsidieregeling sanering verkeerslawaai

matie Aard controle n.v.t.

Aard controle R

Provincies, gemeenten en gemeenschap-

Indicatornummer: E3 / 01

Indicatornummer: E3 / 02

pelijke regelingen (Wgr)

1 BSV 2009050685

€ 215.000

2 BSV 2010017690

€0

3 BSV 2010028491

€0

4 BSV 2010030859

€ 4.357

5 BSV 2011043678

-€ 82.044

6 BSV 2011051559

€0

7 BSV 2011056760

€ 900.000

8 IenM/BSK-2013/244163

€ 913.000

9 IenM/BSK-2014/244131

€0

Kopie beschikkingsnummer

Cumulatieve bestedingen ten laste van rijksmiddelen tot en met (jaar T)

Deze indicator is bedoeld voor de tussentijdse afstemming van de juistheid en volledigheid van de verantwoordingsinformatie

334

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

Aard controle n.v.t.

Aard controle n.v.t.

Indicatornummer: E3 / 06

Indicatornummer: E3 / 07

1 BSV 2009050685

€ 2.656.514

2 BSV 2010017690

€ 2.168.000

3 BSV 2010028491

€ 897.076

4 BSV 2010030859

€ 1.853.321

5 BSV 2011043678

€ 764.507

6 BSV 2011051559

€ 2.272.200

7 BSV 2011056760

€ 2.010.000

8 IenM/BSK-2013/244163

€ 1.100.965

9 IenM/BSK-2014/244131

€0


Bijlagen

Indicatoren Overige bestedingen (jaar T)

Eindverantwoording Ja / Nee

Kosten ProRail (jaar T) als bedoeld in artikel 25 lid 4 van deze regeling ten laste van rijksmiddelen

Aard controle R

Aard controle n.v.t.

Aard controle R

Indicatornummer: E3 / 03

Indicatornummer: E3 / 04

Indicatornummer: E3 / 05

€0

Nee

€0

€0

Ja

€0

€0

Ja

€0

€0

Ja

€0

€0

Ja

€0

€0

Nee

€0

€0

Nee

€0

€0

Nee

€0

€0

Nee

€0

Cumulatieve overige bestedingen tot en

Cumulatieve kosten ProRail tot en

met (jaar T)

met (jaar T) als bedoeld in artikel 25 lid 4 van deze regeling ten laste van rijksmiddelen

Deze indicator is bedoeld voor de tus-

Deze indicator is bedoeld voor de tus-

sentijdse afstemming van de juistheid en

sentijdse afstemming van de juistheid

volledigheid van de verantwoordingsin-

en volledigheid van de verantwoor-

formatie

dingsinformatie

Aard controle n.v.t.

Aard controle n.v.t.

Indicatornummer: E3 / 08

Indicatornummer: E3 / 09

€0

€0

€0

€0

€0

€0

€0

€0

€0

€0

€0

€0

€0

€0

€0

€0

€0

€0

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

335


Indicatoren

Departement

Nummer

Specifieke uitkering

I&M

E11

Nationaal Samenwerkingsprogramma

Besteding (jaar T) door provincie

Doorgeleide middelen door provincie

Luchtkwaliteit (NSL)

ten laste van rijksmiddelen

naar medeoverheden (jaar T) ten

(exclusief besteding uit ontvangen

laste van rijksmiddelen

renteopbrengsten)

(exclusief besteding uit ontvangen

Aard controle R

Aard controle R

Indicatornummer: E11 / 01

Indicatornummer: E11 / 02

€ 3.456

€0

Eindverantwoording Ja / Nee

Cumulatieve besteding (t/m jaar T)

Subsidieregeling programmafinanciering

renteopbrengsten)

lokale luchtkwaliteitsmaatregelen en Besluit milieusubsidies Provincies

door provincie ten laste van rijksmiddelen (exclusief besteding uit ontvangen renteopbrengsten) Aard controle n.v.t.

Aard controle n.v.t.

Indicatornummer: E11 / 07

Indicatornummer: E11 / 08

Nee

€ 521.958

Cumulatieve terugstorting t/m jaar

Cumulatieve besteding t/m jaar T-1

T in verband met niet uitgevoerde

ten laste van provinciale middelen

maatregelen door provincie

(exclusief besteding uit ontvangen renteopbrengsten) door medeoverheden

I&M

E27

Brede doeluitkering verkeer en vervoer

Aard controle n.v.t.

Aard controle D1

Indicatornummer: E11 / 13

Indicatornummer: E11 / 14

€0

€ 616.000

Eindsaldo / -reservering (jaar T-1)

Rentebaten (jaar T)

Aard controle R

Aard controle R

Indicatornummer: E27 / 01

Indicatornummer: E27 / 02

€ 56.602.268

€ 107.946

Wet BDU Verkeer en Vervoer (art. 10) Provincies en stadsregio’s (Wgr+)

Eindsaldo / -reservering (jaar T) Aard controle R Indicatornummer: E27 / 07 € 54.450.192

336

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

Individuele bestedingen (jaar T)

Individuele bestedingen (jaar T) die

die meer dan 20% van de totaal

meer dan 20% van de totaal ontvan-

ontvangen BDU-bedragen

gen BDU-bedragen

Omschrijving

Bedrag

Aard controle n.v.t.

Aard controle R

Indicatornummer: E27 / 08

Indicatornummer: E27 / 09

1 Busconcessie Midden-Overijssel

€ 17.569.207


Bijlagen

Indicatoren Besteding (jaar T) ten laste van eigen bij-

Besteding (jaar T) ten laste van

Besteding (jaar T) ten laste van

Teruggestort / verrekend in (jaar T)

drage provincie zoals beschreven in artikel 9

bijdragen door derden = contract-

rentebaten provincie op door Rijk

in verband met niet uitgevoerde

lid 2 van de subsidieregeling NSL

partners van provincie

verstrekte bijdrage NSL

maatregelen door provincie

(niet Rijk, provincie of medeoverheid) Aard controle R

Aard controle R

Aard controle R

Aard controle R

Indicatornummer: E11 / 03

Indicatornummer: E11 / 04

Indicatornummer: E11 / 05

Indicatornummer: E11 / 06

€0

€0

€ 2.519

€0

Cumulatieve doorgeleide middelen door

Cumulatieve besteding t/m jaar

Cumulatieve besteding t/m jaar T

Cumulatieve besteding t/m jaar T

provincie naar medeoverheden (t/m jaar

T ten laste van eigen middelen

ten laste van bijdragen door derden

ten laste van rentebaten provincie

T) ten laste van rijksmiddelen (exclusief

(provincie)

=contractpartners van provincie (niet

op door Rijk verstrekte bijdrage

Rijk, provincie of medeoverheid)

NSL

besteding uit ontvangen renteopbrengsten) Aard controle n.v.t.

Aard controle n.v.t.

Aard controle n.v.t.

Aard controle n.v.t.

Indicatornummer: E11 / 09

Indicatornummer: E11 / 10

Indicatornummer: E11 / 11

Indicatornummer: E11 / 12

€ 616.000

€ 3.260.839

€0

€ 33.974

Cumulatieve besteding t/m jaar T-1 ten laste

Cumulatieve besteding t/m jaar T-1

Cumulatieve besteding t/m jaar T-1

van eigen bijdrage medeoverheden zoals

ten laste van bijdragen door derden

ten laste van rentebaten medeover-

beschreven in artikel 9 lid 2 van de subsidie-

= contractpartners van medeoverheid

heden op door provincie verstrekte

regeling NSL

(niet Rijk, provincie of medeoverheid)

bijdrage NSL

Aard controle D1

Aard controle D1

Aard controle D1

Indicatornummer: E11 / 15

Indicatornummer: E11 / 16

Indicatornummer: E11 / 17

€ 252.652

€0

€ 27.313

Ontvangen BDU-bijdrage V&W (jaar T)

Terugbetaling door derden vanuit

Besteding (jaar T)

Correctie over besteding (T-1)

BDU-bijdrage verstrekte middelen in (jaar T) Aard controle R

Aard controle R

Aard controle R

Aard controle R

Indicatornummer: E27 / 03

Indicatornummer: E27 / 04

Indicatornummer: E27 / 05

Indicatornummer: E27 / 06

€ 35.258.842

€ 1.185.478

€ 38.704.342

€0

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

337


Departement

Nummer

Specifieke uitkering

EZ

F3

Verzameluitkering EZ

Indicatoren Besteding (jaar T) Aard controle R

Regeling verzameluitkering

Indicatornummer: F3 / 01 â‚Ź 234.744

Provincies, gemeenten en gemeenschappelijke regelingen (Wgr) VWS

H8

Doeluitkering jeugdzorg (Bureau Jeugdzorg + Zorgkosten Jeugdzorg)

Aantal OTS (jaar T-1), overig

(jaar T-1) Aard controle D1

Aard controle D1

Wet op de jeugdzorg (art. 37)

Indicatornummer: H8 / 01

Indicatornummer: H8 / 02

en Regeling bekostiging jeugdzorg 2009

907

2.330

Aantal Individuele trajectbegeleiding

Aantal ITB (jaar T-1), Criem

Provincies en stadsregio’s (Wgr+)

338

Aantal Onder toezichtstelling (OTS),

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

(jaar T-1) (ITB), harde kern

Aard controle D1

Aard controle D1

Indicatornummer: H8 / 07

Indicatornummer: H8 / 08

65

293

Aantal aanmeldingen (jaar T-1) aan

Aantal afmeldingen (jaar T-1) aan het

het LBIO door Bureau Jeugdzorg

LBIO door Bureau Jeugdzorg

Aard controle D2

Aard controle D2

Indicatornummer: H8 / 13

Indicatornummer: H8 / 14

934

966


Bijlagen

Indicatoren

Aantal voorlopige voogdij

(jaar T-1)

Aantal voogdij (jaar T-1)

Aantal jeugdreclassering (jaar T-1)

Aantal samenloop (jaar T-1)

Aard controle D1

Aard controle D1

Aard controle D1

Aard controle D1

Indicatornummer: H8 / 03

Indicatornummer: H8 / 04

Indicatornummer: H8 / 05

Indicatornummer: H8 / 06

10

911

474

82

Aantal scholing- en trainingsprogramma’s

Besteding (jaar T) aan stichting die

Besteding (jaar T) aan stichting, die

Besteding (jaar T) aan zorgaanbod

(STP) (jaar T-1)

een Bureau Jeugdzorg in stand houdt

een Bureau Jeugdzorg in stand houdt

- deel justitietaken

- deel taken Bureau Jeugdzorg en subsidie Bureau Jeugdzorg

Aard controle D1

Aard controle R

Aard controle R

Aard controle R

Indicatornummer: H8 / 09

Indicatornummer: H8 / 10

Indicatornummer: H8 / 11

Indicatornummer: H8 / 12

0

€ 34.349.924

€ 14.965.516

€ 70.272.762

Omvang egalisatiereserve jeugdzorg per 31

Eindverantwoording Ja / Nee

december (jaar T) Aard controle R

Aard controle n.v.t.

Indicatornummer: H8 / 15

Indicatornummer: H8 / 16

€ 8.433.066

Nee

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

339


Bijlage 3 - Kracht van Overijssel + DIA + IIO

Nog beschikbaar

Actuele Opgave

Kern-

nummer taak

Naam

Begroting

Realisatie

2014

2014

in bestemmings reserve UKvO

Verschil

Kerntaak 1 2

1

1.2.1 Leefbaarheid, stadsrandzones, groene omgeving

4

1

1.3.3 Woonomgeving

12

1

1.6.1 Project Zoetwatervoorziening Oost-Nederland ZON

60

1

1.1.1 Netwerksteden inclusief Spoorzone Zwolle en diverse

17B

1

1.2.7 Nationaal Landschap IJsseldelta

DIA

1

1.6.2 Uiterwaarden Olst

IIO

1

1.3.2 Uitvoering prestatieafspraken wonen (en werken) stimuleren

IIO

1

1.4.1 A1 zone

IIO

1

1.7.1 Uitvoering waterprestaties pMJP waterveiligheid

1.963

1.931

32

964

820

599

221

1.513

223

350

127

32.014

32.014

1.796

1.570

999 13.612

projecten

Subtotaal Kerntaak 1 Vrijval

1

1.2.1 A2 Kwaliteitsimpuls ruimtelijke kwaliteit

Vrijval

1

1.7.1 Uitvoeren pMJP-waterprestaties

Totaal Kerntaak 1

941

941

5.600

5.600

700

671

226

2.511 1.186

29

29 2

44.184

43.453

316

316

1

1

44.501

43.770

731

20.816

731

20.816

537

7.663

Kerntaak 2 9

2

2.5.2 Sanering en Beheersing spoedeisende bodemlocaties

1.000

1.000

9

2

2.5.3 Sanering met asbest verontreinigde bodemlocaties

2.000

1.463

10

2

2.3.10 Gezond en veilig leefmilieu

23

58

-35

645

10

2

2.3.9 Gezond en veilig leefmilieu

1.395

1.044

351

4.378

11

2

2.2.5 Verankeren van duurzaam ontwikkelen in projecten en 550

562

-12

1.004

11

2

2.2.6 Uitbouwen en beheren van Kennisplatform Duurzame Leef20

15

5

196

gebiedsontwikkelingen omgeving 11

2

2.2.7 Realiseren van educatie-infrastructuur en -agenda

IIO

2

2.1.1 Duurzaam opwekken energie (Energiepact)

Subtotaal Kerntaak 2 Vrijval

2

2.1.1 Duurzaam opwekken energie (Energiepact)

Vrijval

2

2.5.1 Waterbodems Teerput Vasse

Totaal Kerntaak 2

1.113

165

162

3

286

18.669

16.489

2.180

22.324

23.822

20.793

3.029

37.609

240

240

5

5

24.067

21.038

3.029

37.609

Kerntaak 3 16

3

3.6.1 Herverkaveling / kavelruil (Kracht van Overijssel)

18

3

3.8.1 Groene en blauwe diensten

1.000

1.020

-20

3.980

2.175

1.373

802

13.356

76

76

15A

3

3.6.2 Investeringen natuur en landschap (Best. verpl. pMJP)

15A

3

3.7.1 Ontwikkelopgave EHS afr. juridische en bestuurlijke verpl. sectorale projecten

340

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

2.866

2.469


Bijlagen

Nog beschikbaar

Actuele Opgave

Kern-

nummer taak

Naam

15A

3.7.2 Ontwikkelopgave EHS afr. juridische en bestuurlijke verpl.

3

Begroting

Realisatie

2014

2014

in bestemmings reserve UKvO

Verschil

4.842

5.882

-1.040

15.414 3.490

sectorale projecten 15B

3

3.8.2 Frictiekosten decentralisatie natuurbeleid

2.560

1.070

1.490

IIO

3

3.10.5 Uitfinanciering faunapassage N333

2.374

2.505

-131

IIO

3

3.7.3 Ontwikkelopgave EHS Programmatische aanpak stikstof (PAS)

Subtotaal Kerntaak 3 Vrijval

3

3.1.1 Investeringen natuur en landschap (Best. verpl. pMJP)

Vrijval

3

3.7.3 Ontwikkelopgave EHS Programmatische aanpak stikstof (PAS)

Totaal Kerntaak 3

137 1.519

13.027

11.926

4.500

4.500

400

400

17.927

16.826

1.101

43.231

1.101

43.231

Kerntaak 4 20

4

4.1.1 A1

39.584

22

4

4.1.3 N34

22.174

23

4

4.1.4 N35

300

210

90

25

4

4.1.8 N348 2e fase

400

125

275

26

4

4.2.4 Spoor Deventer Wierden ureninkoop

214

214

28

4

4.2.4 Spoor Hengelo Bentheim

29

4

4.2.2 Spoor Zwolle - Enschede

30

4

4.2.1 Spoor - Vechtdallijnen

32

4

33

4

18.996 7.547 2.393 8.500

1.792

1.541

251

77.471

4.6.1 Beheer en onderhoud - Vervangingsinvesteringen

4.400

3.820

580

9.357

4.4.1 Water - Multimodale overslag

2.465

2.057

408

5.674

800

610

190

34

4

4.1.9 Ketenmobiliteit - Investeren in kansrijke relaties OV en fiets

35

4

4.1.7 N340 N48 N377

24B

4

4.1.6 N23 / N307

DIA

4

4.1.10 Aansluitingen A1- A28

DIA

4

4.1.7 N340 1e fase

DIA

4

4.2.3 Hoogwaardig vervoer Zwolle - Kampen

IIO

4

4.1.4 N35 2e fase Wierden - Nijverdal

IIO

4

4.2.1 Spoor Vechtdal lijnen verbetering spoorinfrastructuur

6.750

6.336 113.000

1.400

1.206

194

650

623

397

226

226

4.500

6.968

-2.468

10.074 7.715 28.500

199

38

161

8.472

KvO

4

4.2.10 Herijking OV-tactiek

34.700

KvO

4

4.2.4 Zwolle spoort

10.000

Subtotaal Kerntaak 4

17.093

17.186

Vrijval

4

4.1.1 A1

50.000

50.000

Vrijval

4

4.1.3 N34

26

26

Vrijval

4

4.1.4 N35

35.000

35.000

Vrijval

4

4.1.5 N50

2.550

2.550

Vrijval

4

4.1.7 N340 1e fase

225

225

104.894

104.987

Totaal Kerntaak 4

-93

418.119

-93

418.119

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

341


Nog beschikbaar

Actuele Opgave

Kern-

nummer taak

Naam

Begroting

Realisatie

2014

2014

in bestemmings reserve UKvO

Verschil

Kerntaak 5 37

5

5.1.1 Actieplan kantoren ontwikkelen en uitvoeren

1.285

311

974

3.914

38

5

5.3.1 Uitvoeringsprogramma Businessplan voor de sector High Tech

9.234

7.847

1.387

35.119

38

5

5.3.2 Ontwikkelen / uitvoeren voor topsectoren Energie, Kunststof1.331

1.326

5

2.983

38

5

5.3.4 Versterking van de concurrentiekracht en verduurzaming van 2.749

1.913

836

4.362

38

5

5.3.9 De realisatiekracht van intermediaire organisaties

510

478

32

102

39

5

5.5.2 Uitvoering Marketingimpuls Toerisme Overijssel 2011-2015

1.418

1.418

39

5

5.5.3 Investeren in festivals en evenementen die van belang zijn 200

169

31

145

39

5

5.5.4 Uitvoeringsprogramma's uitvoeren voor Overijssels water, 4.000

3.724

276

2.799

39

5

5.5.5 Ontwikkelen toeristische belevingseconomie i.s.m. maat2.374

2.282

92

492

40

5

5.2.6 Uitvoeren Human Capital Agenda

1.490

1.309

181

1.206

40

5

5.2.7 Uitvoeren Human Capital Agenda

420

420

64

5

5.1.4 Uitwerken economische, strategische en financiĂŤle aspecten

64

5

5.1.6 Toekomstvast, provinciedekkend en open breedbandnet1.782

1.731

51

28.036

DIA

5

5.3.6 Stimulering innovatie agrocluster 2.692

2.640

52

4.998

250

250

29.735

25.818

3.917

85.203

3.000

3.000

480

480

118

118

3

3

109

109

8

8

33.453

29.536

3.917

85.203

in Twente fen, gezondheidszorg en Agrofood de sector land- en tuinbouw.

voor de vrijetijdseconomie cultuurbeleving en Puur schappelijke partners

967

80

uitrol breedband Overijssel werk in de provincie Overijssel IIO

5

5.1.2 Vitale bedrijfsterreinen

IIO

5

5.2.4 Raamplan fietspaden - onderhoud kanoroutes

IIO

5

5.5.2 Uitvoering Marketingimpuls Toerisme Overijssel 2011-2015

Subtotaal Kerntaak 5 Vrijval

5

5.1.6 Toekomstvast, provinciedekkend en open breedbandnet-

Vrijval

5

5.2.4 Raamplan fietspaden - onderhoud kanoroutes

Vrijval

5

5.3.1 Uitvoeringsprogramma Businessplan voor de sector High

werk in de provincie Overijssel

Tech in Twente Vrijval

5

5.3.2 Innovatieregeling

Vrijval

5

5.3.3 Uitvoeringsprogramma Ondersteuning van ondernemer-

Vrijval

5

5.5.3 Investeren in festivals en evenementen die van belang zijn

schap en innovatie in de vrijetijdssector. voor de vrijetijdseconomie Totaal Kerntaak 5

342

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014


Bijlagen

Nog beschikbaar

Actuele Opgave

Kern-

nummer taak

Naam

Begroting

Realisatie

2014

2014

in bestemmings reserve UKvO

Verschil

Kerntaak 6 1.035

1.025

44/45/46 6

66

6

6.1.8 Verhaal van Overijssel

6.3.2 Cultuureducatie

150

150

10

2.108

44/45/46 6

6.1.9 Stimuleren van herbestemming van cultureel erfgoed

303

300

44/45/47 6

6.1.10 Matchen gedecentraliseerde rijksmiddelen voor de restau-

1.200

1.200

44/45/48 6

6.2.12 Faciliteren van talentontwikkeling in Oost-Nederland

950

842

108

1.061

66/67

6

6.3.3 Cultuurparticipatie

850

987

-137

1.164

IIO

6

6.1.15 Uitvoeren programma cultuur en ruimte

340

340

IIO

6

6.1.9 Stimuleren van de herbestemming van cultureel erfgoed

271

256

15

14

-1

4.982

152 3

303

ratie van rijksmonumenten

Subtotaal Kerntaak 6 Vrijval

6

5.099

5.100

6.2.12 Faciliteren van talentontwikkeling in Oost-Nederland

287

287

377

377

Vrijval

6

6.2.14 Versterken culturele basisinfrastructuur

Vrijval

6

6.3.2 Cultuureducatie

Vrijval

6

6.3.3 Cultuurparticipatie

Totaal Kerntaak 6

180

2

2

43

43

5.808

5.809

-1

4.982

129

73

56

233

Kerntaak 7 47

7

7.1.1 Overijssels bestuur 20xx

47

7

7.1.2 Samenwerken met andere overheden

50

21

29

114

48

7

7.3.1 Trendbureau

300

296

4

318

49

7

7.2.1 Burgerbetrokkenheid

250

250

49

7

7.2.2 Produceren van digitale en schriftelijke communicatie足

500

467

33

629

1.229

1.107

122

1.580

48

48

1.277

1.155

122

1.580

4.203

3.991

212

678

1.555

1.493

62

1.624

286

middelen Subtotaal Kerntaak 7 Vrijval

7

7.1.2 Samenwerken met andere overheden

Totaal Kerntaak 7 Kerntaak 8 50

8

8.1.3 Sociaal beleid flankerend aan de provinciale kerntaken inzetten

50

8

8.1.4 Ondersteuning mantelzorg / vrijwilligers en mensen met een beperking, jeugd en senioren

51A

8

8.4.1 (Transitie) Jeugdzorg (inclusief overdracht jeugdzorg aan samenwerkende gemeenten)

7.628

5.798

1.830

1.830

51B

8

8.3.1 Uitvoering Eigen Kracht-conferenties

2.483

1.781

702

702

51C

8

8.3.8 1000 Jongerenplan

2.274

1.469

805

805

KvO

8

8.1.9 Stimuleren breedtesport in Overijssel

37

37

18.180

14.569

3.611

5.639

Totaal Kerntaak 8

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014

343


Nog beschikbaar

Actuele Opgave

Kern-

nummer taak

Naam

Begroting

Realisatie

2014

2014

in bestemmings reserve UKvO

Verschil

Kerntaak 9 57

9

9.0.9 Innovatiedriehoek

58

9

9.0.5 Luchthaven Twente e.o.

25.110

25.540

-430

25.188

59

9

9.0.1 Ruimte voor de Vecht

7.108

7.066

42

5.707

62

9

9.0.3 Deltaprogramma- Gebiedsontwikkeling IJssel-Vechtdelta

2.757

2.731

26

6.064

3.000

63

9

9.0.8 Landgoed Twickel

365

431

-66

3.165

61/17C

9

9.0.4 Gebiedsontwikkeling Noordoost-Twente

1.248

973

275

7.175

5.625

5.625

DIA

9

9.0.2 Gebiedsontwikkeling IJssel Delta-Zuid

IIO

9

9.0.5 Gebiedsontwikkeling Luchthaven Twente

KvO

9

9.0.10 Gebiedsontwikkeling Ecologische Hoofdstructuur / Natura

-3.181 8.538

326

326

3.000

1.700

1.300

42.594

1.147

98.250

2000. KvO

9

9.0.2 Gebiedsontwikkeling IJsseldelta-Zuid

Subtotaal Kerntaak 9

45.539

44.392

Vrijval

9

9.0.2 Gebiedsontwikkeling IJsseldelta-Zuid

1.763

1.763

Vrijval

9

9.0.4 Gebiedsontwikkeling Noordoost-Twente

5.000

5.000

52.302

51.155

1.147

98.250

Totaal investeringen KvO + DIA + IIO

197.908

184.344

13.564

715.429

Totaal vrijval

104.501

104.501

Totaal

302.409

288.845

13.564

715.429

Totaal Kerntaak 9

344

Provincie Overijssel Jaarverslag 2014




Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.