Atlas van de Vecht

Page 239

Grenssteen 117 bij Radewijk uit 1548 met aan de Nederlandse zijde het Bourgondische kruis.

Smokkelaars gebruikten deze schuur bij de grens tussen De Haandrik en Laar voor de opslag van smokkelwaar.

Bij Radewijk ligt de landsgrens precies op de Radewijkerbeek. De grensovergang wordt gevormd door de Pekelbrug die zijn naam dankt aan het zout dat hier Nederland werd binnengesmokkeld.

bestaan er nog twee: steen 103 bij Balderhaar en steen 117 in Radewijk. In de negentiende eeuw noopte de opname van het graafschap Bentheim in het koninkrijk Hannover tot exactere grensbepalingen. Het Traktaat van Meppen van 1824 stelde de grens opnieuw vast21, waarbij de afspraken van Frenswegen als uitgangspunt werden genomen.22 De hele grens werd voorzien van hoofd- en tussenstenen met nauw omschreven maten. De hoofdstenen staken ongeveer 1,40 m boven de grond uit, de tussenstenen 0,75 m. De hoofdstenen kregen het jaartal 1824 met aan de Nederlandse kant een N en aan de Hannoverse kant een H. Vanaf 1866 ging Hannover op in het koninkrijk Pruisen. Veel stenen bleven gewoon staan, maar de H werd met wat schuren en beitelen omgevormd tot een P. Veel van deze stenen zijn nog te zien.

nog een keer te herhalen. In 1945 was het Niedergrafschaft een van de gebieden die Nederland wilde annexeren. Protesten uit het Duitse grensgebied hadden succes en de annexatie bleef beperkt tot twee boerderijen en enig land, die overigens in 1963 al weer werden teruggegeven. De laatste grenswijziging was in 1992 toen bij de grens tussen Gramsbergen en Laar een uitruil van een paar kleine percelen plaatsvond.

smokkelaars. Door het ophangen van wasgoed of het roepen van een niet bestaande hond waarschuwden ze als er commiezen waren gesignaleerd. Toch werden de smokkelaars wel eens betrapt. Op de vlucht lieten ze dan hun zoutzakken achter langs de kant van de weg. De overheid zette advertenties om de eigenaren te achterhalen, maar daar werd niet op gereageerd.

ze bij controle de hele kudde uiteen zouden jagen.

Smokkelaars en commiezen

Smokkelaar Hendrik van Laar – later bekend als dichter – was rond 1900 schaapherder. Met zijn kudde ging hij geregeld naar de heidevelden in Itterbeck. Op de terugweg naar huis liep er in het midden van de kudde wel eens een schaap met verboden goederen onder de buik gebonden. Betrapt werd hij niet, omdat de douaniers bang waren dat

Grenswijzigingen in de twintigste eeuw De Tweede Wereldoorlog was de aanleiding om de middeleeuwse bisschoppelijke claims

Cultuurhistorische Atlas van de Vecht

Vanaf het moment dat er grenzen werden vastgelegd, werd er voortdurend gesmokkeld als gevolg van onderlinge prijsverschillen. In de negentiende eeuw was zout een bekend smokkelgoed, omdat in Nederland hierop hoge accijnzen werden geheven. Een kat-en-muisspel tussen smokkelaars en douaniers, in die tijd ook wel commiezen genoemd, was het gevolg. De commiezen stonden in het donker te posten langs smokkelpaden bij de grens zoals bij de Vilsterborg, maar de bewoners van het grensgebied stonden aan de kant van de

238

Met de inwerkingtreding van het verdrag van Schengen ontstond er een vrij verkeer van personen en goederen. De slagboom op de grensovergang tussen De Haandrik en Laar is in de geopende stand dichtgelast als teken van welkom tussen de buren aan weerszijden van de grens.

Ook de Vecht zelf was een belangrijke smokkelroute. Varkensblazen gevuld met foezel (jenever) dreven met het water mee

van Duitsland naar Nederland. Soms hadden de Vechtschippers meerdere hammen aan een lijn achter hun boot gebonden. Tot Ommen bleef het spannend voor de schippers, omdat tot dat punt de douane hen kon aanhouden.


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.