Aan: Griffie gemeenteraad Oegstgeest Van: Marnix Groenland, Companen Datum: 12 oktober 2016
Notitie naar aanleiding van de beeldvormende raadsbijeenkomst Woonvisie van 11 oktober Dinsdag 11 oktober vond de beeldvormende raad over de Woonvisie plaats. Naar aanleiding van de presentatie van de uitgangspunten en ambities, door ondergetekende, kwam een aantal aandachtspunten naar voren. Een deel daarvan vraagt om enige toelichting. Tijdens de raadsbijeenkomst kwam de vraag aan de orde welk effect de realisatie van meer sociale woningen zou hebben op de schuldenlast; welk effect zou dit hebben op de (benodigde stijging van de) OZB. Deze vraag is nu niet exact te beantwoorden maar het is een belangrijke notie dat als er meer sociale woningbouw wordt gerealiseerd dan de gestelde norm van 30% er rekening moet worden gehouden met een lagere grondopbrengst dan thans voorzien.
Extramuralisatie zorg Tijdens de bijeenkomst werd gevraagd om een raming van het aantal woningen dat als gevolg van extramuralisatie in de zorgnodig is. De aantallen staan in de bijlage van de woonvisie genoemd en zijn door zorgorganisaties benoemd tijdens het visiecafé. Wij benadrukken dat het hier gaat om een indicatie: • verstandelijk beperkten: 10 plaatsen • geestelijke gezondheidszorg (GGZ): 50 plaatsen • maatschappelijke opvang: 20 tot 25 plaatsen Omdat woningen vaak worden gedeeld, ramen we de aanvullende behoefte aan sociale woningen als gevolg van deze extramuraliatie op circa 40 tot 2025. Deze aantallen zijn in de behoefteraming van de sociale huurvoorraad zijn opgenomen (groei behoefte sociale huur tot 2025: 140 woningen).
Doelgroepen en huurprijzen Voorts is een overzicht gevraagd van de inkomensgroepen en de prijs van de woningen waarin zij terecht kunnen. Dat vindt u in onderstaande tabel. Doelgroep voor sociale huur Primaire doelgroep • meerpersoonshuishoudens • eenpersoonshuishoudens Secundaire doelgroep • meerpersoonshuishoudens • eenpersoonshuishoudens Middeninkomens
Maximum-inkomensgrens € 35.739* € 30.000 € 22.100
Maximum-(huur)prijs € 710,68 € 628,76 (hoge aftoppingsgrens) € 586,68 (lage aftoppingsgrens)
€ 30.000 tot 35.739 € 22.100 tot 35.739
€ 628,76 tot 710,68 € 586,68 tot 710,68
€ 35.740 – 58.000
€ 710-900 (huur) of € 250.000 (koop)
* Corporaties mogen maximaal 10% van hun bezit verhuren aan huishoudens met een inkomen tussen 35.739 en 39.874. Nog eens 10% is vrij te verhuren, onafhankelijk van het inkomen, maar deze woningen zijn primair bedoeld voor het huisvesten van bijzondere doelgroepen.
Inschrijftijd Door een van de belanghebbenden werd een inschrijftijd geschetst van 6 jaar. Dit is onjuist. In 2015 bedroeg de gemiddelde inschrijftijd die woningzoekenden nodig hebben om een sociale huurwoning in Oegstgeest te bemachtigen gemiddeld 4,2 jaar. In 2014 was dit nog 6,9 jaar. De oplevering van
Notitie naar aanleiding van beeldvormende raad dd 11 oktober 2016
1
Buitenlust speelt een belangrijke rol in deze daling van de wachttijd. In de regio Holland Rijnland bedraagt de wachttijd gemiddeld 5,9 jaar. Over de gehele linie zien we dat de doorstroming op de woningmarkt op gang komt; ook in de sociale huursector.
Goedkoop scheefwonen Een van de raadsleden deed de suggestie om de maatregel “flexibel huren” te onderzoeken als mogelijkheid om goedkoop scheefwonen te bestrijden. Deze maatregel – waarmee de gemeente Amsterdam experimenteert - houdt in dat een huurder met een laag middeninkomen (€ 30.050 tot 45.716) tijdelijk korting van krijgt op de huur van een vrije-sector-huurwoning, als zij verhuizen vanuit een sociale huurwoning. De korting bedraagt minimaal € 100 en maximaal 20% van de huurprijs. Deze korting wordt betaald door de gemeente. Deze maatregel is niet in de woonvisie opgenomen omdat deze in Oegstgeest niet effectief is. Het ontbreekt aan het aanbod vrije-sector-huurwoningen van € 711 tot ca € 900, die voor lage middeninkomens betaalbaar zijn (ook na korting). Pas als dit aanbod er zou zijn, zou de maatregel effectief zijn. In de woonvisie wordt wel voorgesteld juist in dit segment woningen te realiseren. Het lijkt ons zinvol om eerst het effect hiervan op de doorstroming in kaart te brengen. Bovendien is het Amsterdamse experiment nog niet “overdraagbaar”; het loopt tot november 2016 en resultaten moeten worden geëvalueerd. Ik vertrouw erop u hiermee voor dit moment voldoende te informeren. Voor vragen of andere reacties kunt u bij mij, of bij Kitty van der Voorn terecht. Marnix Groenland, Companen Bijlage (1): Presentatie in Powerpoint.
Notitie naar aanleiding van beeldvormende raad dd 11 oktober 2016
2