2 minute read

Gedragsdeskundige

28

Illustratie Josje van Koppen

Dezelfde spelers in verschillende rollen. Boeiend voor mij als (helpende) derde, beklemmend voor de betrokkenen.

Op zaterdagochtend las ik een van mijn favoriete stukjes, dat van sociaal psycholoog Beatrijs Ritsema in dagblad Trouw over Moderne Manieren. Het zijn alledaagse lezersvragen waarbij het vaak over een driehoek gaat. De meest aansprekende stukjes gaan over schoonmoeders. Dit keer gaat het over een moeder, haar zoon en haar kleindochter. Moeder doet het verhaal. Haar kleindochter krijgt een zeer strenge opvoeding: vegetarisch, geen snoep, geen beeldschermen.

Zoon en kleindochter logeren een weekend bij haar. Ze krijgt van hem te horen dat ze geen honing op de pannenkoek van haar kleindochter mag doen, en als hij haar betrapt op samen tv kijken, zegt hij: “Heb je weer de makkelijke weg genomen?”

Dat zijn precies de verhalen die ik van begeleiders te horen krijg wanneer het over de driehoek gaat. In niet malse bewoordingen vertellen ze hoe veeleisend ouders vaak zijn en hoe ze tegen hun zin toch voldoen aan die eisen. Zo belt een ouder geregeld op zondag de begeleider thuis en geeft opdrachten die dan ook nog uitgevoerd worden. De begeleider durft het niet te weigeren. “Ik ben doodsbang voor de mogelijke gevolgen.”

Welk advies geeft Beatrijs? ‘U kunt weinig anders doen dan zwijgen en slikken. En hopen dat uw zoon de teugels wat laat vieren.’ Daar ben ik het dus hartgrondig mee oneens als we het over de zorgdriehoek hebben. Ik leer professionals om P-taal te spreken; de taal van de Positie. Alle hoeken zullen indien nodig hun eigen grens moeten aangeven. De ander heeft niets in jouw hoek te zoeken. Dat doet die ander ook niet zo gemakkelijk wanneer je duidelijk weet te maken dat het jóuw hoek is en dat die hoek bij jou in goede handen is.

Tegelijk zeg ik er altijd bij dat het wel zaak is om tweetalig te zijn. Naast de P-taal is ook V-taal, de taal van de Verbinding nodig. Daar zijn de meeste begeleiders van nature erg goed in; geregeld te goed. Dan hoor ik alleen V-taal. Ik noem dat de V van Vermijden. Precies zoals Beatrijs dat zaterdag zei: zwijgen, slikken en hopen. Daar worden driehoeken alleen maar slechter van. Soms moet je echt onaangename dingen tegen elkaar zeggen. De V-taal helpt om dat op een manier te doen die de boodschap acceptabel maakt. Die moeder wens ik de moed toe om naast alle V-taal ook wat vaker P-taal richting zoon te gebruiken. In háár huis gelden háár regels. Uiteraard zal ze rekening houden met zijn opvoedingsidealen, tot op zekere hoogte. Bij oma gaan dingen anders, en dat is goed voor haar kleindochter. Idealen zijn prima, maar mensen gaan hopelijk boven idealen.

Wij professionals hebben ook zo onze idealen (eigen regie bijvoorbeeld) en daarvoor geldt hetzelfde. En we weten allemaal hoe lastig het kan zijn om die idealen niet belangrijker te vinden dan de mensen op wie die idealen zich als het goed is richten. | Chiel Egberts, www.drienamiek.com

In deze column vertellen deskundigen over de ondersteuning van mensen met een verstandelijke beperking

Zwijgen en slikken

In de afgelopen week had ik een paar emotioneel verlopende bijeenkomsten. De ene keer beklaagden ouders zich over het gedrag van begeleiders; de andere keer gebeurde het omgekeerde.

This article is from: