Hoofdstuk 3
Judo - zorgsport
H
et primaire doel van een judoleraar is het aanleren van het judospel en dat is in de kern Randori. Al het andere zijn afgeleide activiteiten. Een goede judoka heeft vooral goed Randori leren maken. Ik begrijp dat dit standpunt ongetwijfeld tegen een boel gevoelige haren zal instrijken. Maar wanneer judo als breedtesport in Nederland nog een toekomst beschoren is zullen toch vooral jong volwassenen weer verleid moeten worden om er aan te doen. Judo in Nederland is anno 2021 vooral een zorgsport. Met nog geen 30.000 JBN leden, waarvan het merendeel 12 jaar of jonger is, is de judosport in Nederland steeds verder aan het afkalven. Voor judoleraren is dat in principe niet heel erg. Zij bedienen de markt en die vraagt om een andere invulling van judo als activiteit. De judo-sport is daar echter niet mee gediend. Kinderen die een paar jaar aan judo hebben gedaan, kiezen daarna vaak voor een andere sport. Judo heeft dan ook vooral de status van pedagogische activiteit. Bovendien stimuleert Judo op televisie de deelname aan judosport ook niet echt. Voor de leek is er weinig aan. Een hoop geruk en getrek wat meestal ook nog tot niets leidt. Niet zelden worden partijen beslist door straffen voor inactiviteit. Van topjudo gaat daardoor tegenwoordig weinig werving uit. In Papendal zit een handjevol topsporters die proberen internationaal medailles te veroveren. Een elitaire situatie die judo als breedtesport nauwelijks wat oplevert. De JBN heeft zich aangesloten bij de doelstelling van NOC om bij de beste 10 presterende landen ter wereld te behoren. Bij de laatste Olympische Spelen is dat inderdaad gelukt maar helaas niet bij het judo. -10-