
2 minute read
10 jaar volgrecht; voors en tegens
by Pictoright
volgrecht
VOOR KUNSTENAARS VAN WIE WERK WORDT VERKOCHT VIA DE KUNSTHANDEL ----------------------------------------------------------
Advertisement
10 jaar volgrecht; voors en tegens
In samenwerking met kunsthandel Simonis & Buunk en advocatenkantoor Bremer en de Zwaan, beide betrokken bij de procedure van Pictoright tegen Simonis & Buunk, organiseerde Pictoright op 10 oktober een symposium met als thema ‘10 jaar volgrecht’. In het Stedelijk Museum Amsterdam gaven voor- en tegenstanders hun visie op dit onderwerp. Advocaten, kunsthandelaren, kunstenaars, hoogleraren en auteursrechtspecialisten kwamen aan het woord en reageerden beurtelings op stellingen. Duidelijk was dat, ook na deze dag, over volgrecht het laatste woord nog niet is gesproken.
Argumenten over en weer
Tijdens het symposium kwamen verschillende argumenten tegen het volgrecht naar voren. De tegenstanders vinden het volgrecht onrechtvaardig: een werk dat niet bevalt zou juist vaker worden verkocht dan een succesvol werk. En iedere keer dat het doorverkocht wordt, moet er volgrecht over betaald worden, ook als het met verlies wordt verkocht. Men vindt het onterecht dat de kunstenaar in dat geval meerdere keren volgrecht over hetzelfde werk ontvangt. Pictoright is het daar niet mee eens. Als een werk succesvol genoeg is om verkocht te worden, is het eerlijk dat de maker van het werk daarin mee kan profiteren. Het bijzondere aan volgrecht is dat het een regeling is waarbij de uitkering gerelateerd is aan het succes van de maker, en geen subsidie die onafhankelijk van de kwaliteit van het werk uitgekeerd wordt.
Europese wetgeving
Er werd op 10 oktober veel gepraat over zaken die anders zouden moeten, maar aangezien de volgrechtrichtlijn op Europees niveau is vastgesteld kan de regeling binnen Nederland slechts op een beperkt aantal punten worden aangepast. Het feit dat volgrecht over de verkoopprijs en niet over de winst wordt berekend volgt bijvoorbeeld uit de Europese richtlijn en kan daarom niet met Nederlandse wetgeving aangepast worden. Binnen de marge die de EU de lidstaten laat, is er alleen de keuze tussen vrijwillig- of verplicht collectief beheer en de optie om een drempelbedrag van maximaal 3000 euro in te stellen.
“HET IS LOGISCH DAT DE KUNSTENAAR ZIJN AANDEEL KRIJGT ALS ER GELD WORDT VERDIEND AAN ZIJN WERK. HET ZIJN ECHT GEEN WAANZINNIG HOGE BEDRAGEN, MAAR WE ZIJN ER BLIJ MEE. WE GAAN ER NIET VAN OP VAKANTIE; HET GAAT RECHTSTREEKS NAAR DE STICHTING DIE HET INVESTEERT IN EXPOSITIES, BOEKEN EN FILMS OVER HET WERK VAN MIJN VADER.” EUGÉNIE BRANDS, DOCHTER VAN SCHILDER EUGÈNE BRANDS