Skutsjekrant 2013

Page 9

Skûtsjekrant 2013

w w w. s ku t s j e . n l

Ulbe Zwaga is terug De 52-jarige Ulbe Rienks Zwaga is terug bij het skûtsjesilen. De oud SKS-schipper start in de C-klasse van de IFKS met de ‘Oude Zeug’ van voorheen Eelke Dijkstra. Dit skûtsje werd de afgelopen twee jaar succesvol naar kampioenschappen gestuurd door Arend Wisse de Boer. Ulbe behoorde in de jaren negentig na de dood van vader Rienk tot één van de kleurrijkste schippers binnen de SKS. Na jaren van hartstochtelijke strijd met vooral Jelle Reijenga van Lemmer werd hij in 1998 en ’99 kampioen met het Ljouwerter skûtsje. In 2002 had hij de titel ook even, maar hij werd gediskwalificeerd vanwege het

aanbrengen van versterkingen in de mast. Wegens kritiek op het SKS-bestuur werd hij voor drie jaar geschorst. In 2007 zeilde Ulbe nog één jaar mee (zevende). Na een schermutseling met een ober op het Starteiland in de Snitser Mar, het was nog in zijn proeftijd, werd hij uitgesloten van verdere deelname bij de SKS.

Ulbe is alom erkend als een groot skûtsjesiler. Zijn uitspraak ‘traine is twifelje’ is inmiddels legendarisch. Vele aanhangers van Leeuwarden tot Langweer streden voor zijn terugkeer. Maar collega Douwe Visser van Sneek heeft hem een paar keer als ‘onsportief’ afgeserveerd. En de relatie met het SKS bestuur blijft ongemakkelijk. Met Ulbes nieuwe schip de ‘Oude Zeug’ werd Eelke Dykstra in 2002 en 2003 IFKS-kampioen. In 2004 volgde diskwalificatie omdat er een staalkabel in de mast zat. Ook was er gedoe om de tonnage, die zou afwijken van het bij verlengde schepen toelaatbare maximum van 50. Kortom, de combinatie van Oude Zeug en Ulbe Zwaga belooft wat voor de liefhebbers.

Vorig jaar zagen we Ulbe schouder aan schouder bij zoon Willem op het achterdek van de Opsjitter. Nu worden heit en soan elkaars concurrenten.

Arend Wisse de Boer naar A met ‘De Griene’ Het ging net zo mooi. Arend Wisse de Boer had met zijn bemanning, in twee succesvolle jaren, de Oude Zeug weer helemaal aan de praat. Maar door tussenkomst van Ulbe Zwaga is de uitgangspositie veranderd. Ze mogen hetzelfde kunstje nu opnieuw flikken met de ‘Twee Gebroeders’, het eerdere SKS-skûtsje van Langwar. ‘Ik heb Ulbe direct gezegd dat ik het prachtig vind dat hij weer terug is. Maar erg jammer dat hij op de Oude Zeug gaat varen…’ Arend Wisse de Boer, die stelt dat hij feitelijk samen met Hans Boersma schippert, staat dit jaar voor een dubbele uitdaging: Kan hij zich zeiltechnisch handhaven

in de eredivisie van de IFKS, in de grote A klasse? En lukt het hem om de Twee Gebroeders (‘De Griene’), waar de Zwaga’s ooit viermaal kampioenschappen mee hebben gewonnen, weer naar een ereplaats in de vloot te zeilen? Aan de bemanning zal het niet lig-

gen. ‘Ze staan te popelen. Het skûtsje blijft van de commissie Langwar, maar we krijgen de vrije hand om het schip sneller te maken. We trainen fanatiek en gaan bij alles langs, zoals strijklatten, het toespoor, de zwaarden, etc.’ De huidige zwaarden, geen producten van Hans Boersma, krijgen van Hans een ander profiel en er wordt een hoog tuig op gezet. De zelfwerkzaamheid is groot, ze doen alles zelf, het bedrijf van Boersma is geheel tot beschikking voor het wedstrijd-skûtsje. Voor commissie Langwar, die soms twijfelt of ze wel met hun snelste skûtsje in de SKS vaart, is er een interessante dubbele agenda. ‘In de wedstrijden van april op Langwar, bij Lemmer Ahoy en bij de Friese Hoek

kunnen we ons rechtstreeks met elkaar meten. We hebben ook besloten om regelmatig op zondag met elkaar te trainen.’ De bemanning op het skûtsje is samengesteld uit twee zeskoppige zeilpraam-bemanningen. Een tweede liefhebberij van Arend Wisse. ‘Qua wedstrijdzeilen is de praam eigenlijk veel wendbaarder en handelbaarder dan een skûtsje. Maar qua sfeer, media en publiek is skûtsjesilen aantrekkelijker.’ Hij eet nu van twee wallen. Afgelopen jaar hadden ze een topjaar. Hans Boersma werd kampioen 2012 met de Nije Sylpream. Arend Wisse de Boer prolongeerde zijn kampioenstitel met de Fryske Boerepream. Gezamenlijk werden ze op het IFKSskûtsje kampioen van de B-klasse.

Met sigaret zoekt Hans de windrichting, Arend Wisse zit aan het roer.

Mastenmaker Hans Boersma

Elke dag bezig met het zeilen Hij zat vanaf 1990 als bemanningslid op het skûtsje van Heerenveen. Acht keer werden ze SKSkampioen. De afgelopen twee jaar werd hij aan boord bij Arend Wisse de Boer op de Oude Zeug, IFKS-kampioen in de C en de B-klasse. Daarnaast won hij zelf als schipper het kampioenschap 2012 van de nije sylpream. Maar bovenal is Hans Boersma de gerespecteerde mastenbouwer uit Gorredijk. Zijn royale werkplaats is een Walhalla voor iedere houtbewerker. Hier leeft Hans dagelijks in een geurende coctail van geschaafd hout en verse lak. Indrukwekkende lange masten voor SKS en IFKS liggen glimmend gereed voor het optuigen. Het beslag zit er net op. Aan enkele zwaarden en een gaffel wordt nog gelijmd en geschaafd. Een nieuw roer staat vers in de eerste lak. In de met kampioenswimpels behangen kantine vertelt Hans dat houtbewerken, en zeker het mastenmaken een immer voortdurend leerproces is. ‘Net als met het zeilen, je leert nog iedere dag bij. Bij de skûtsjes draait veel om de maximale voorstagspanning. Lemster aken hebben bij voorbeeld een bakstag, daar zetten we gewoon een holle mast op, waar je dan vervolgens ook nog allemaal electronica in kunt wegwerken. Skûtsjes moeten hun voorstagspanning volledig uit de kromming en de sterkte van de mast

halen. Ik doe dit werk nu 13 jaar. Destijds vonden we een voorstagspanning van 700 kg al heel bijzonder. Tegenwoordig zitten onze masten op 1100/1200 kilo en gaan we richting de 1500/1600 kilo. Die ontwikkeling kost echt vele jaren.’ Hans stelt uit principe een skûtsjemast altijd samen uit losse delen van 1 soort hout, die met elkaar worden verlijmd. Zo licht en zo sterk mogelijk. Hij doet alle bewerkingen alleen, maar wanneer de onderdelenklaar liggen voor verlijming zijn er meerdere handen tegelijk nodig en komt de vaste matenploeg samen met heit Klaas. ‘Kistje bier erbij en dan maken we het samen af.’ Masten maakt hij van oregon pine uit Canada en Amerika, dat door zijn vader Klaas Boersma wordt ingekocht. Er wordt voor gereisd, want het risico van ongezien hout inkopen is te groot. Voor zwaarden gebruikt Boersma Afrikaans afzelia doussie hardhout. Krimp en zwelgedrag is daarvan nihil. ‘Vroeger maakten ze zwaarden van eiken, dat was er genoeg. Maar het werkt in de buitenlucht altijd, je kunt er dus maar beter meubels van maken,

of spoorbielzen.’ Ook voor zwaarden geldt dat er regels zijn bij IFKS en SKS waar binnen naar een optimum van snelheid en levensduur wordt gezocht. ‘De grootte van een zwaard hangt vooral af van de scheepsromp. Een sterk behaald skûtsje, zoals van Bolsward en Heerenveen, is iets minder stabiel en die hebben dus relatief wat grotere zwaarden.’ Of het nu zomer is of winter, Hans Boersma heeft een bijzonder beroep. ‘Want ik ben elke dag bezig met zeilen.’ Hans Boersma: de grootte van een zwaard hangt vooral af van de vorm van de scheepsromp.

9


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.
Skutsjekrant 2013 by Uitgeverij PENN.nl - Issuu