Programma arme Cyrano

Page 1

Ik kan niet vaak genoeg zeggen hoezeer ik schoonheid waardeer in haar hoedanigheid van verschafster van macht en gunsten.

Ze staat voorop in de menselijke betrekkingen, dringt zich op de voorgrond, verleidt en maakt ons vooringenomen, oefent groot gezag uit en is verbazend indrukwekkend.

(Michel de Montaigne)

C Y R A N O

neuzen in een stuk over de wanstaltigheid van de schoonheid de lethargische verveling van de romantiek de ontroerende gruwel van de liefde de tirannie van de tederheid de triomf van de ijdelheid en nog zo veel meer fraais en lelijks brutaals liefs ?!

(Marc Mosar)

Ja, ik weet het. Je hebt niet het flauwste benul waarover ik het heb. Schoonheid is allang verdwenen.

Zij glipte weg onder het oppervlak van de herrie, de herrie van woorden; verzonk even diep als Atlantis. Over bleef alleen het woord, en zijn betekenis wordt jaar na jaar vager.

(Milan Kundera)

neuzen in

zeer vrij naar Cyrano de Bergerac van Edmond Rostand bewerking : Pavel Kohout tekstuele, conceptuele en scenografische adaptatie : © Marc Mosar november 2023

PERSONAGES SPELERS

Cyrano Sarafina Geleleens

Roxane Aline Gailliaert

Christian Thor Sissau

de Lignière Axelle Cornillie

Lise

2de kadet

zuster Claire

Ragueneu Ines De Rodder

1ste kadet

Klimop

zuster Helga

Misnoegd heerschap Nore Bouckaert

vriendin Roxane

kokkin 2

musketier

zuster Martha

Buffetjuffrouw Liesl De Rodder

kokkin 1

Jasmijn

zuster Marguerite

publieksopwarmer Hansjörg Staelens

graaf de Guiche

publieksopwarmer Jonas Cornu

Le Bret

Kapucijner monnik

zuster Cathérine

Carbon de Castel-Jaloux Maxim Dendas

Tweetalige haan

Paardenfluisteraar

de Valvert Ruben Hennon

Montfleury

Donald Allary

Edmond en de Rostands Emile Mosar, gitaar

Martijn De Coster, contrabas

Fredriek Couvreur, drums en slagwerk, ‘gevogelte’, belleman en klokkenluider

Publiek in theater Ines De Rodder

Gascogner kadetten Axelle Cornillie

Keukenpersoneel

Jonas Cornu

Nachtshiftfacteurs Nore Bouckaert

Kruiszusters van Parijs

Liesl De Rodder

Ruben Hennon

Ben Henau

Hannah Demaine

Katrien Reynaert

Marie-Paul Schalembier

Maxim Dendas

Pascale Chavatte

MEDEWERKERS

regie en scenografie Marc Mosar productieleiding Marc Mosar

toneelmeesters

Ben Henau, Katrien Reynaert, Pascale Chavatte

decoruitvoering Koen Larnout, Yves Verté, Dominique Berten, Patrick Maipauw

Johan Vanhoenacker, Johan Alleyn, Francis Vandenbroucke

lichtdecor

Dominique Berten

lichttechniek Gaetan Plovie

geluidstechniek Maarten Devos

muziekkeuze

live muziek

Marc Mosar en Emile Mosar

Emile Mosar, gitaar

Martijn Decoster, contrabas

Fredriek Couvreur, drums en slagwerk kostuums

grime en kapsels

tekststeun

onthaal

Gefundenes Fressen & Co

Els Van den Broek, Jan Van Nieuwkerke

Anita De Clercq

Marcel Mutsaerts & team

public relations & publiciteit Paul Emaer, Marc Mosar ontwerp affiche Gillian Marechal

copywriting en programma Marc Mosar, Amadeo Dierickx fotografie Marc Van Iseghem

video

Gilles Mosar

catering Anneliese Desoete, Johan Alleyn, Katrien Reynaert, Pascale Chavatte, Dominique Berten

reservaties

Paul Emaer, Marcel Mutsaerts

Dank aan Elke Sintobin, onze sponsors en het personeel van Cultuurcentrum Brugge

Hoeveel voorzorgsmaatregelen moet je nemen, voor je het leven kan leiden waarvan je altijd al gedroomd had. De orde der dingen is niet slechts een gevolg van mijn handelen. (…) de dingen weerspiegelen zowel een engte als een ongekend aantal mogelijkheden.

Uit SHADE/schade van Tom Jansen © 1995 Tom Jansen en Bebuquin

Cyrano, neuzen in

Wie neust in het oorspronkelijke stuk van Edmond Rostand kan zien dat er zowat zeventig personages en vijf decors in voorkomen. Stof voor machtige en goed geoliede theatermachines die met kennis, kunde en techniek de illusie van een romantisch drama kunnen oproepen en in al zijn details kunnen etaleren.

De romantische vormen van de 19de eeuw en de romantische vormen van de 21ste eeuw liggen weliswaar niet alleen letterlijk maar vooral figuurlijk meer dan een eeuw uit elkaar. In een tijd van e-mailen, sms’en, whatsappen, twitteren en tik-tokken ligt retoriek, zowel geschreven als gesproken, niet meer voor de hand. En wie schrijft nu nog brieven? In verzen dan nog? En wat te denken van een verliefde vent die vijftien jaar lang langoureus wacht om uiteindelijk net voor hij doodgaat zijn liefde te verklaren aan een vrouw? Is dit nog van deze tijd? Toch spreekt deze kwellende romantiek op de een of andere manier nog aan.

Een bende jonge Valken ging een gigantische berg woorden te lijf, vocht een duel uit met een taal die ze niet kenden, worstelde met het ritme en het rijm van de poëzie en ging op zoek naar welsprekendheid waarbij ze hun tong moesten krullen als het haar van een Griekse held. Dit was geen evidente opdracht voor jonge mensen die opgroeiden in een beeldcultuur waarin welsprekendheid een totaal andere richting uitging.

Slay, Yeet, F***ing Cringe, Vette Waggie, Tantoe Spang: een Pleidooi voor Jeugdige Taalvariatie

Je hoort het wel vaker; alarmerende claims over het verlies van taligheid bij de jeugd: erbarmelijke spelling, buitenaardse grammatica, verwrongen zinsbouw, algehele verengelsing en hardnekkige tussentaal. Mogelijke misdadigers: de sociale media (door de overdreven focus op het beeldende), de

teloorgang van het onderwijs, en de intrede van chatcultuur en generatieve AI. ‘Mijn bro gaat vrijdag hamburgers chappen zonder mij, want ik ben loesoe.’ Is dat nu nog een zin? Verliezen we de macht niet over onze taal? En als we de taal verliezen, verliezen we dan ook niet ons denken? Want zoals Wittgenstein’s dictum gaat: 'de grenzen van mijn taal betekenen de grenzen van mijn wereld’. De Inuit hebben tientallen woorden voor sneeuw, maar als de gemiddelde tiener nog geen pink van een pint kan onderscheiden, leeft die in een wel erg bekrompen wereld. Terwijl verbitterde doemdenkers en taalnazi’s het onthutsende nieuws verkondigen en het toenemende taalverlies bewenen, blijven andere trends in schaduw gehuld. Want taal, en daarover is soms te weinig besef, evolueert, varieert en –belangrijk – staat steeds ten dienste van de spreker, of die een brood tracht te bestellen, een snedige comment op HLN wil schrijven, een komische caption op Instagram wil toevoegen, of experimentele poëzie wil bedenken. Vanuit dat variërende taalperspectief kan men dus zeker stellen dat awkward en cringe niet altijd deel waren van onze woordenschat, maar dat geldt ook voor handhaven en frituur. De jeugd, met haar prangende oor diep in de sociale trends gedrukt en haar scherpe oog op flitsende beeldtaal gericht, is de grootste katalysator voor taalvariatie.

Cyrano omarmt die talige variatie en belichaamt ze in allerhande facetten. Ragueneu maakt komaf met de orthodoxe uitspraak, Christian gebruikt de taal als onzekere wegwijzer en Cyrano, als kers op de poëtische neus, boort het liefdespotentieel van de taal aan, roept de muzen van de groteske kunst op en bespeelt de taal als verlengde van het hart. Zo brengt het personage een combinatie van gedurfde liefdespoëzie en genuanceerd scheldproza naar de oppervlakte. Niet alleen loopt het stuk over van die talige nuance, maar de spelers – die deze taal doorworsteld, omhelsd en uiteindelijk eigen gemaakt hebben – zijn jongelingen, jonge vogels onder de theatrale Valkse vleugels, steevast ondersteund door een hoop “geoefendere” valkeniers. Die aanvaring met de literaire taal siert de levenslustige kuikens, maar, omgekeerd, maakt hun zegswijze de taal zelf ook rijker en levendiger. Dus laten we onze cynische mantel (die de gemakkelijkste uitweg uit elk debat biedt) even uittrekken en

Cyrano’s fameuze reukorgaan opzetten om de onnavolgbare kronkels die de taal in dit stuk creëert te ervaren. En als Cyrano dan aanspraak maakt op de macht van het woord, laten we ons dan onderdompelen in zijn talige krultabak, wollig gepeuter en poëtische rijmelarij, en ons na afloop afvragen of de wereld van die jongelingen werkelijk zo bekrompen is. (Amadeo Dierickx)

Cyrano, het verhaal

Bij het horen/lezen van Cyrano schiet zonder twijfel het onversneden beeld van een kolossale neus dwars door de lunatieke fantasie van de onbezonnen toehoorder/lezer. Het is immers vooral dit prominente deel van Cyrano de Bergerac dat fier de (Ros)tand des tijds getrotseerd heeft.

In dit komische liefdesdrama - ja, ja, het klinkt ongerijmd, niettegenstaande het stuk in verzen is geschreven - spreekt de 17de eeuwse soldaat-schrijver (en eigenlijk ook wel een beetje soldaat-facteur) Cyrano de Bergerac, verscholen onder het balkon van Roxane, in de plaats van Christian, de jonge, verlegen en vooral veel minder welbespraakte aanbidder van Roxane. Cyrano’s eloquentie brengt de jonge minnaars ontzettend dicht bij elkaar. De kracht van het woord blijkt onweerstaanbaar!

De compagnie waartoe Christian - en ook Cyrano - behoort, moet echter alras vertrekken naar Arras. Van aan het front schrijft Cyrano flamboyante liefdesbrieven aan Roxane die hij tekent met ‘Christian’. Aangetrokken door de onweerstaanbare charme van deze brieven, waagt Roxane het om door de vijandelijke linies tot bij haar geliefde Christian te reizen. Christian beseft dat het de brieven van Cyrano zijn die haar (hart) in galop naar Arras (ver)voeren en concludeert dat het niet hem is die ze bemint, maar Cyrano. Hij staat erop dat Cyrano haar de waarheid vertelt. Nog voor die zijn/hun geheim kan prijsgeven, raakt Christian levensgevaarlijk gewond. Cyrano fluistert hem in zijn oor : ‘Ik heb het haar verteld, maar ze zegt dat ze van jou houdt.’ Christian sterft gelukkig. Gelukkig, allez ja.

Na Christians dood gaat Roxane in een klooster leven. Vijftien jaar lang gaat Cyrano haar elke zaterdag bezoeken. Op een dag vraagt hij haar Christians laatste brief, die zij altijd op haar hart draagt, te mogen lezen. Pas wanneer hij bij valavond de brief

luidop ‘voorleest’, beseft ze dat hij de brief schreef en niet Christian en dat ze al die jaren verliefd was op Cyrano.

Dit is in het kort het verhaal van een onmogelijke liefde, in de weg gestaan door een kolossale neus. Nieuwsgierig staken wij ónze neus in deze zogezegd vierhonderd jaar oude historie. Vertrekkend van de 17de eeuwse retoriek gaan wij langs de 19de eeuwse romantiek naar een 21ste eeuwse emotie, of zo. Wat eruit voortkomt ? Who (k)no(w)se ?

Savinien de Cyrano de Bergerac (Parijs,1619 – Parijs,1655)

Savinien de Cyrano bijgenaamd de Bergerac (een leengoed bij Chevreuse) was de zoon van een edelman. Hij studeerde aan het college van Beauvais, waar Jean Grangier hem inwijdde in de retorica. Later zou hij Grangier ridiculiseren in zijn komedie ‘De betweter beetgenomen'. Na zijn collegetijd leidde hij een bewogen leven in Parijs. Hij werd een notoir vrijdenker die zich samen met Chapelle en Molière wijdde aan de filosofie. Hij was leerling van Gassendi.

Rond 1638 trad hij toe tot de gardistencompagnie van M. de Casteljaloux waar hij algauw vermaard werd om zijn militaire moed. Tijdens het beleg van Mouzon in 1639 werd hij gewond door een schot van een musket. In 1640, bij het beleg van Arras, werd hij door een degen zwaar gewond aan de keel, waarna hij een punt zette achter zijn militaire carrière. Hij raakte betrokken in talloze twisten en duels. Soms viel hij ten prooi aan groteske woedeaanvallen. Hij presteerde het zelfs om te vechten met de aap van de acrobaat Brioché. Tot grote ergernis van het literaire volkje uit Parijs werd dit esbattement beschreven in “Combat de Cyrano de Bergerac contre le singe de Brioché au bout du PontNeuf”. Een tijdje was hij in dienst bij kardinaal Mazarin, die hij niet spaarde in zijn smadelijke schimpschriften.

In 1654 liet hij in het Hôtel de Bourgogne zijn tragedie ‘La Mort d’ Agrippine’ opvoeren, een fel gekleurd en stoutmoedig stuk dat naderhand werd verboden.

Hij verwierf weliswaar vooral bekendheid door zijn barok geïnspireerde ‘Histoire comique des Etats et Empires de la Lune'. Deze denkbeeldige reis, geïnspireerd door ‘Utopia’ van Thomas More en door ‘La Cité du Soleil’ van Campanella, brengt onze

schrijver met de hulp van een zelf bedachte machine in een wereld die sterk verwant is met de maan. De machine bestaat uit met dauw gevulde flesjes die rond het lichaam bevestigd zijn en door de warmte van de zon de reiziger doen rijzen tot lunaire hoogten. In deze avonturenroman vermengen filosofie en satire, poëzie en polemieken zich met elkaar en volgen grappige en pittige scènes (zoals die waarin zwaluwen gaar gebraden uit de lucht vallen nadat ze getroffen werden door het spervuur van speciale haakbussen) na een discussie over het ontstaan van de wereld, de onsterfelijkheid van de ziel en de eeuwige dwaasheid van de mens.

In een tweede, onvoltooide, roman ‘Histoire comique des Etats et Empires du Soleil’ bereikt Cyrano de zon. Daar leven de vogels gelukkig dankzij hun perfecte politieke organisatie.

Wat een schril contrast met de erg prozaïsche, banale wijze zelfs, waarop Cyrano aan zijn einde komt. Op een dag viel een balk van een dak op zijn hoofd. Kort daarna stierf Cyrano. Zuster Catherine, een verwante van hem, liet hem begraven in haar klooster in de rue de Charonne.

De geschriften van deze fantast en dromer zijn bijzonder eigenzinnig, modern en barsten van geniale observaties, eigenaardig-

heden en originele gedachten waaraan illustere auteurs zoals Molière (‘Les Fourberies de Scapin’), Voltaire (‘Micromégas’), Swift (‘Gulliver’), Fontenelle (‘De la Pluralité des Mondes’) en Rostand (‘Cyrano de Bergerac’) schatplichtig zijn.

Edmond Rostand (Marseille, 1864 – Parijs, 1918)

Edmond Rostand was een Franse dichter en toneelschrijver die vooral bekend is om zijn toneelstukken in verzen. ‘Cyrano de Bergerac’ (1897) en ‘l’Aiglon’ (1900) werden mede dankzij de vertolkingen van Constant Coquelin en Sarah Bernhardt wereldsuccessen. Overdadige retoriek en gebrekkige psychologische diepgang zijn typerend voor zijn stukken. In 1901 werd hij lid van de Academie française.

Pavel Kohout (Praag, 20 juli 1928)

Pavel Kohout is een roman- en toneelschrijver en dichter. Hij is op 20 juli 1928 geboren in Praag. Zijn vader nam in 1942 deel aan de aanslag op de beruchte nazileider Heydrich, de ‘slager van Praag’ genoemd. Hij stamt uit een politiek zeer betrokken familie. Aan de Karelsunivesiteit van Praag studeerde hij filosofie.

In 1968 was hij als woordvoerder een vooraanstaande exponent van de Praagse Lente. Toen de opstand werd neergeslagen werd hij als dissident aan beperkingen onderworpen en uit de communistische partij gezet. Ook uit het officiële toneelcircuit werd hij verbannen en samen met andere dissidente theatermakers richtte hij het Woonkamertheater op om in Praagse woonkamers een aangepaste versie van Shakespeares Macbeth te brengen.

Hij was ook mede-oprichter van de beweging Charta 77 en werd uitgewezen naar Oostenrijk. In 1978 ging hij in het Burgtheater in Wenen werken. De Tsjechoslowaakse nationaliteit werd hem en zijn vrouw in 1979 ontnomen. Vanaf 1980 zijn zij Oostenrijks staatsburger. Sinds de Fluwelen Revolutie van 1989 kunnen ze weer vrijuit in Tsjechië komen en er publiceren. Pavel Kohouts meest opmerkelijke stuk is Arme Moordenaar, een drama dat in 1973 in première ging en in 1976 op Broadway in New York werd opgevoerd. Het stuk is gebaseerd op het korte verhaal Gedachte van Leonid Andrejev. (Bron: Wikipedia)

NOG ALTIJD DRINGEND GEZOCHT

een toneelnest voor enthousiaste theatermakers

De Valk, Koninklijke Toneelvereniging zal in 2025 tachtig kaarsen op haar verjaardagstaart aansteken. Wij leggen nu al volop de fundamenten voor de toekomst door onze jonge en enthousiaste spelers kansen te bieden om hun toneeltalenten te ontwikkelen en hun theaterduivels te ontbinden begeleid door gedreven anciens. Zo bereiden we ook het jubileumseizoen 2025-2026 volop voor.

Sedert 2002 geven we onze voorstellingen in de Ma/Z, een zaal en een project waarbij De Valk mee aan de basis ligt. Met deze fantastische zaal voor onze opvoeringen zijn wij bijzonder tevreden en gelukkig. Helaas zijn wij ondertussen al ruim een kwarteeuw op zoek naar een vaste repetitie- en ontmoetingsruimte voor onze spelers en leden. Een warm en gezellig nest is wat wij nodig hebben om onze artistieke eieren erin te kunnen leggen en ook en vooral om onze jonge kuikens kansen te bieden om groot te worden. Het voortbestaan van een (toneel)vereniging hangt niet alleen af van het enthousiasme en de creativiteit van zijn leden, maar ook van het hebben van een pleisterplaats waar mensen, ideeën en creativiteit elkaar kunnen vinden en inspireren. Voor ‘Arme Cyrano’ repeteerden wij alweer op acht, jawel acht (!!) verschillende locaties. Bij elke repetitie moesten we weer als zigeuners rondtrekken met pak en zak om telkens weer neer te strijken op een plek en dan enkele uren later weer onze biezen te pakken. Daar kruipt gigantisch veel tijd en energie in, energie die we beter en veel liever zouden gebruiken voor onze corebusiness:

theater maken. Ook op een ontspannen manier kunnen napraten over de repetitie en het project, plannen smeden voor komende producties en activiteiten en mekaar als mens beter leren kennen is wat er mogelijk wordt wanneer zo’n pleisterplaats voorhanden is. Daarom deze warme oproep aan wie dit leest om De Valk te helpen zoeken en steunen bij het vinden van een warm nest.

In de voorbije 78 jaar maakte De Valk al ruim 170 theaterproducties. Als we alle toeschouwers die naar onze voorstellingen kwamen kijken zouden samenbrengen dan zou daarmee een Wembleystadion gevuld kunnen worden. Dit om even het belang te duiden van amateurverenigingen die dankzij de inzet van veel vrijwilligers een belangrijke maatschappelijke functie vervullen: mensen samenbrengen met cultuur, gemeenschapsvorming dus. Een toneelvereniging als De Valk is een culturele én en een sociale vereniging die een zinvolle bijdrage levert aan de samenleving. Wat meer aandacht, steun en waardering van lokale overheden zou een goede zaak zijn. Dames en heren politici, vrijetijdsverenigingen zijn jullie bondgenoten in het aangenaam, warm en veilig maken en houden van de lokale gemeenschappen, van de samenleving tout court!

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.