GroenLokaal nummer 04

Page 1

winter 2013 nummer 4 het digitale magazine dat groenprofessionals en groenliefhebbers verbindt, inspireert en informeert.

» Alles is anders » Draagbaar voedsel » Cadillac Urban Gardens » Talk of the Town: Rewilding » Een nieuw Waddeneiland nummer 4 winter 2013 1


COLOFON Dit tijdschrift verschijnt meerdere keren per jaar en is eigen­dom van en wordt uitgegeven door The ­Peuleschil Publisher, Den Haag De redactie bestaat uit Wendy Hendriksen en Paul Scholte Vormgeving en ontwerp: Peanutsch, Den Haag Verspreiding: Issuu (digitaal)

Wilt u adverteren in Groenlokaal? Voor €280,- krijgt u een hele pagina tot uw beschikking. De achterkant kost iets meer, maar daar is er dan ook maar één van! De beelden in dit tijdschrift zijn eigen werk en voor een deel ontleend aan het internet. Wie onvermeld is ­gebleven, kan contact met ons opnemen, de beeldverantwoording zal direct worden aangepast.

Clusius en de tulp Kort nieuws Een boomhuis op hoge poten Tweets uit de groene wereld Draagbaar voedsel Stadse natuur; we willen het wild... Acht antwoorden van Lobke Alkemade Wie zegt dat je niet kan tuinieren in kleine ruimtes? Cadillac Urban Gardens Superbomen Op straat en het uitzicht van Acht antwoorden van Hans van Horssen Ent de bomen! Kort nieuws Over de buxus Reacties op de buxus De buxuskweker Lering en vermaek Boomtopwandeling Het plein: Statenplein, Dordrecht Blijf geïnspireerd Plastic straten Groningen bouwt nieuw Waddeneiland Boek en groen Een tuin voor artiesten en bezoekers Boek en groen Column: Nieuwe natuur Uitwoord

2 nummer 4 winter 2013

In dit nummer vindt u bijdragen van Lobke Alkemade, Hans van Horssen, Wendy Hendriksen, UrbanLocations en Penny Dix. GroenLokaal dankt een ieder die voor dit nummer tekst en beeld heeft geleverd. De redactie en de uitgever accepteren geen aansprakelijkheid voor foutieve content in opgenomen artikelen of geplaatste advertenties.

Het is toegestaan dit tijdschrift te verspreiden, in zijn oorspronkelijke vorm en zonder kosten te berekenen. Het is niet toegestaan de inhoud digitaal te wijzigen, (­delen van) het product onder eigen naam beschikbaar te stellen, of er geld mee te verdienen.

4

10

Clusius en de tulp

Een boomhuis op hoge poten

22

60

Stadse natuur; we willen het wild...

Een tuin voor artiesten en bezoekers

Suggesties voor verbetering zijn ­welkom. Deelname ook!

4 8 10 18 20 22 24 26 28 30 32 34 36 40 42 44 46 47 48 50 52 54 56 58 60 68 70 73


CONTACT redactie@groen-lokaal.nl Noordeinde 122b 2514 GN Den Haag 0612943145

Alles is anders. In een tijd waar zekerheden geen zekerheden meer zijn, waar de wereld sneller vooruit tolt dan onze voeten kunnen volgen, een wereld waarin net zo makkelijk iets geroepen als herroepen wordt, kun je maar beter uitgeslapen zijn. In deze Groen Lokaal is alles anders. Molens zijn energiecentrales, bomen geven licht, buxus wordt hulst of toch liever maar niet..., GroenLokaal is een digitaal tijdschrift, een blog (www.groen-lokaal.nl), een Facebook pagina en een twitter­account (@GroenLokaal). GroenLokaal is dé plek!

het HIC stopt, maken kennis met draagbaar voedsel en een nieuw Waddeneiland. Europa veranderd en een tuinontwerper is geen fotograaf. Of toch wel? Wanneer de wereld om jou heen verandert, kun je er voor kiezen om stil te staan, of om mee veranderen. Als alles verandert, verander dan alles!

Veel leesplezier! Wendy Hendriksen

nummer 4 winter 2013 3


Afbeelding: Geheugen van Nederland

4 nummer 4 winter 2013


Clusius en de tulp Tegenwoordig worden in vrijwel alle provincies van Nederland bloembollen geteeld. Dat gebeurt niet alleen op gespecialiseerde bedrijven, maar ook op akkerbouwbedrijven en bij vollegronds groentetelers. In totaal houden meer dan drieduizend bedrijven zich met de teelt bezig. Samen hebben ze daarvoor twintigduizend hectare grond in gebruik. Tachtig procent van deze bedrijven is gespecialiseerd in bloembollen.

D

e in Vlaams Noord-Frankrijk geboren Carolus Clusius of eigenlijk Charles de l’Ecluse (1526-1609) is een van de meest beroemde plantkundigen uit het begin van de zeventiende eeuw. Clusius studeerde rechten en klassieke talen in Leuven en geneeskunde in Montpellier en was ook actief als plantkundige. Een van de belangrijkste ontwikkelingen in de zestiende eeuw was het bijeenbrengen van geneeeskrachtige en giftige planten. Clusius reisde veel, samen met adelijke en welgestelde lui -zijn pupillen- en tijdens deze reizen bestudeerde en beschreef hij planten naar hun exacte vorm, in korte en bondige termen. Hij beperkte zich vaak tot 2 woorden, de tweedelige vorm. Clusius’ naam is verbonden met de tulp, maar ook met andere bloembollen, schimmels en aardappelen. Carolus Clusius was hofbotaiucus bij keizer Maximilliaan II in Wenen, voor wie hij een kruidentuin aanlegde. Hij publiceerde zijn ervaringen in een boek, Rariorum aliquot stirpium, per Pannoniam, Austriam, & vicinas quasdam provincias observatarum historia (1583). Hij kreeg van de Oostenrijkse ambassadeur in het Ottomaanse Rijk, de Vlaamse edelman Ogier Gisleen van Busbeke (1522-1592), een paar tulpenbollen die van de sultan Süleyman I vandaan kwamen. Clusius nam de bollen mee naar Leiden waar hij veel onderzoek deed naar de typische vlammen en strepen in tulpenbloemen. Pas aan het eind van de negentiende eeuw werd ontdekt dat dit een gevolg was van een virusinfectie, maar Clu-

nummer 4 winter 2013 5


De Tulp zou in de zestiende eeuw als medicijn gebruikt zijn. Wij hebben helaas niet kunnen terugvinden waar de tulp dan een remedie voor was. Anno 2013 is de WUR bezig met onderzoek van de Tulp: de tulp bevat een waardevolle stof die planten helpt bij de afweer tegen schimmels en bovendien geschikt lijkt als grondstof voor bioplastic: tulipaline. Het tulipaline (of eigenlijk de voorloper van die stof: tuliposide) komt in hoge gehaltes voor in de gom, die tulpen uitscheiden. Deze gom is een heldere visceuze vloeistof die onder andere veel suikers bevat.

6 nummer 4 winter 2013

sius legde in elk geval door zijn onderzoek de basis voor de Nederlandse bollenteelt en tulpenveredeling. Er zijn overigens nog twee andere verhalen die de komst van de allereerste tulp in Nederland verklaren, een ervan is de route via een Antwerpse koopman, die de bollen in zijn tuin gooide als zijnde ‘afval’ en de ander is via de apotheker Walich Ziwertz, maar die verhalen zijn helaas niet meer na te gaan. In 1594 werd Clusius, na een tijdelijk verblijf in Frankfurt en 67 jaar oud, professor aan de universiteit van Leiden. Hij legde er samen met Dirk Ougaertszoon Cluyt (Clutius), apotheker van ‘De Granaetappel’ in Delft, de Leidse hortus aan. Veel van de planten kwamen uit de tuin die Cluyt in Delft had. Cluyt is ook de schrijver van het beroemde boek ‘Van de Byen, hare wonderlicke oorsprong’. Clusius boek, Rariorum aliquot stirpium per Hispanias observatorum Historia, libris duobus express uit 1567 bevat een bijlage waarin hij de allereerste tulp die hij uit Turkije had ontvangen, beschrijft. Deze tulpen waren overigens ook al gekweekte soorten, en geen wilde exemplaren. De beschreven tulpensoort, een enkele vroege, heeft dezelfde karakteristieken als de nog steeds leverbare ‘Duc van Tol’ tulp, Van deze en andere hele oude variëtieten zijn er een aantal te zien in de ‘Hortus Bulborum’ in Limmen en een selectie van is ook geplant in de Botanische Tuinen van Leiden. Zo worden ze beschermd tegen uitsterven. De ‘Duc van Tol’ is er in gele en rode, oranje en rose variëteiten. Overigens: In de zeventiende eeuw

werd de bol als geneesmiddel beschouwd. Een bol kocht je bij de apotheek. Tulpen zijn verdeeld in groepen welke van elkaar verschillen door bloeitijd, vorm en maat van de bloem, zie het voorbeeld van de oudste variëteit, de enkele vroege tulp. De afkomst van de dúbbele vroege tulp is helaas niet duidelijk. De Darwin tulp is een recent product van de twintigste eeuw, dankzij hun lange, harde stampers en mooi gevormde bloemen hebben ze een goede reputatie als snijbloem. De meer leliebloemige tulpen hebben lange smalle bloemen met puntige bloembladeren. Parkiet tulpen komen ook uit de zeventiende eeuw. Zij hebben vaak twee kleuren en gekartelde bloembladeren. Weer even terug naar de historie. De eerste bloembollentelers waren vooral in de buurt van Haarlem gevestigd. De zandgrond daar en het klimaat waren er heel geschikt voor de teelt. De prijzen van de bollen waren nog steeds te hoog voor gewone mensen. Het duurde nog tot het begin van de negentiende eeuw eer dat veranderde. De teelt breidde zich uit naar het gebied ten zuiden van Haarlem. Zo ontstond de Bloembollenstreek. In de negentiende eeuw kwam de groothandel in bloembollen op. Die leverde ook aan het buitenland. Er werden op verschillende plaatsen in de Bloembollenstreek regelmatig beurzen georganiseerd waar kwekers en handelaars verkochten en kochten. In onze eeuw begon het teeltgebied zich verder uit te breiden. Eerst kwamen West-Friesland en de Kop van Noord-Hol-


land erbij. Dat was in de jaren twintig. Na 1945 ging de uitbreiding snel verder. In alle provincies worden nu bloembollen geteeld. Een aantal Nederlandse bedrijven doet dat zelfs in het buitenland. Ze telen bollen in landen met een zachter klimaat dan het Nederlandse of met een ander zomer-winterritme. Daar kunnen de bloembollen eerder worden geplant en geoogst. De bollen worden via bemiddelingsbureaus van teler naar handelaar verkocht. En natuurlijk zijn er telers die rechtstreeks aan de handel leveren of zelfs in kraampjes langs de weg hun bollen aanbieden. De handelaren verkopen de bollen in binnen- en buitenland. Sommige telers exporteren zelf. De meeste bollen worden geëxporteerd naar de Verenigde Staten, Duitsland, Japan, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Italië. Die export is

elk jaar ongeveer anderhalf miljard gulden waard. Daarmee is Nederland de grootste exporteur ter wereld. Een deel van de bloembollenoogst komt tenslotte (vaak via een tuincentrum) terecht in de tuin, in een bloembak of in een plantsoen. De telers en handelaren noemen dat de ‘droogverkoop’. Een ander deel van de oogst gaat naar bloementelers. Die gebruiken de bollen voor de teelt van snijbloemen. Dat zijn de bloemen die per bos in de winkel of bij de bloemenstal worden verkocht. Deze vorm van teelt wordt ‘broeierij’ genoemd. De telers kunnen in hun kassen op elk gewenst tijdstip bollen in bloei trekken. Daardoor zijn deze voorjaarsbloemen in elk jaargetijde te koop. Sommige worden als potplant verkocht. Leestip: De Tulpenmaffia, Marc van der Poll 2010

nummer 4 winter 2013 7


Bevers In 1988 zijn de eerste bevers uitgezet in de Nederlandse natuur. Een idyllische missie die succes had, want ondertussen leven er zo’n 600 dieren in ons land. Maar... als natuurbeheerders niet ingrijpen, zijn het er over 20 jaar zeker 7000. En de bever begint overlast te veroorzaken. Dat stelt de Zoogdiervereniging, die met waterschappen en het Faunafonds praten over maatregelen tegen de schade die de bevers veroorzaken. De knagers graven gangen en holen in dijken en ondermijnen daarmee stabiliteit van de dijk, net zoals muskus- en beverratten dat doen. En die worden om die reden actief bestreden.

‘We moeten echt snel maatregelen nemen, de bever is immers in de 19de eeuw niet voor niets uitgeroeid’, zegt de vereniging nu. Op een aantal plekken langs dijken worden proeven gehouden om ratten tegen te houden, misschien zouden die maatregelen ook tegen bevers kunnen werken. Het gaat hier over het aanbrengen van rasters onder water, het spannen van kippengaas tegen een dijk en bestraten van de voet van een dijk. Natuurbeheerders adviseren om beaver deceivers, beverakkertjes naar Amerikaans model aan te leggen om de beesten zodoende bij landbouwgewas weg te lokken. bron: ANP

We hebben nogal wat historische windmolens, in ons land. En die moeten een nieuw leven gaan krijgen, als het aan de PvdA in Zuid-Holland ligt. Het voorstel is gepresenteerd in molen de Kameel in Schiedam. Die molen zou schone stroom kunnen leveren aan elektrische fietsen, verlichting of bootjes. De PvdA wil dit soort nieuwe gebruiksmogelijkheden laten onderzoeken en de molens een functie geven, waardoor ze in de toekomst behouden kunnen blijven. De reacties op het internet zijn wisselend. ‘Welja, help wat cultuurhistorisch erfgoed over de kling. Laat de molens gewoon draaien waar ze voor gemaakt zijn’, is er te lezen. En: ‘Stroom voor de bootjes? Hoe? Met een lang verlengsnoer? Wat is er mis met roeien met de riemen die je hebt?’

8 nummer 4 winter 2013

Foto: indmills from holland

Molen als energiecentrale


De organisatie rekende op veel meer bezoekers. En de bezoekers die wel kwamen, gaven veel minder geld uit dan verwacht. De Floriade in Venlo heeft daarom een exploitatietekort van miljoenen euro’s. Volgens de krant De Limburger zelfs zo’n 9 miljoen euro. ‘We hebben in juli een hele slechte maand gedraaid en mensen geven minder geld uit vanwege de economische crisis’, zegt de woordvoerder van de Floriade. Er worden nog wel opbrengsten verwacht uit de aangelegde wegen en de paviljoens. Volgens de woordvoerder wordt daarom pas in mei 2013 duidelijk hoe de balans uitpakt. De vorige Floriade, die in 2002 in de gemeente Haarlemmermeer werd gehouden, sloot met een verlies van 8 miljoen euro. Om op zeker te spelen is daarom in 2012 uitgegaan van een haalbare ‘maar’ 2 miljoen bezoekers, maar dat aantal is dus niet eens gehaald. De Floriade in Venlo heeft ook voor Brabant minder opgeleverd dan verwacht. De wereldtuinbouwtentoonstelling staat dan wel in Limburg, maar Brabantse politici en ondernemers hadden gehoopt dat het zakelijk en toeristisch succes ook zou afstralen op onze provincie. Er had een Brabant-paviljoen moeten komen op de Floriade, maar de provincie Noord-Brabant besloot op het laatste moment dat dit toch te duur was. ‘We hebben nu in vier maanden tijd met een hoop vrijwilligers nog wel wat voor elkaar gekregen. Zo hebben we een groot portret van Vincent van Gogh onthuld, dat tot in Colombia op televisie is geweest. Maar als we

Foto: Christiaan den Dekker

Miljoenenstrop Floriade

ons drie jaar lang goed hadden kunnen voorbereiden, dan hadden we veel meer kunnen doen. Dat is jammer.’ Ook hebben ondernemers verkeerde inschattingen gemaakt. Zo hadden hotel- en campingeigenaren in het Land van Cuijk gehoopt een half jaar lang vol te zitten. Dat is slechts twee van de twaalf horeca-ondernemers in die regio gelukt. De rest was wel van plan Floriade-arrangementen aan te bieden, maar daar is het er niet van gekomen. Een bankroet dreigde toen hoofdfinancier Rabobank liet weten dat het bedrijf vanaf 1 januari zijn geld terug wil. De vijf ‘Floriadegemeenten’ stellen zich gezamenlijk garant voor het dreigende miljoenenverlies van de Floriade in Venlo. De organisatie zegt miljoenen te hebben geïnvesteerd in blijvende verbetering van het terrein, waardoor het volgens het bestuur niet onredelijk is als gemeenten daaraan meebetalen. Hier wordt nog over onderhandeld. Venlo draait voor bijna de helft op voor het miljoenenverlies. De andere vier gemeenten zijn Venray, Horst aan de Maas, Peel en Maas en Gennep.

nummer 4 winter 2013 9


tuin 7

Een boomhuis op hoge poten fotografie: Alasdair Jardine, Bremen, Duitsland

10 nummer 4 winter 2013


Over de tuin en zijn ontwerper, hovenier en eigenaar; drie partijen die samen de tuin maken middels hun wensen en verlangens, hun kunde en kunst, hun ambacht en ambities om de mooiste buitenruimte te creëren.

E

r is een reisorganisatie die een bijzondere bestemming in haar catalogus heeft staan: de Korowaistam op Irian Jaya, het Indonesische deel van Nieuw-Guinea. De stam werd pas in de vroege jaren tachtig ontdekt en is erg geliefd onder avontuurlijke toeristen en antropologische expedities. Je betreedt het woud nadat je per kano over de Dairam-rivier hebt gevaren, daarna kun je de boomhutten ontdekken waar de stam al sinds eeuwen in woont. Boomhutten spreken tot de verbeelding en wekken nieuwsgierigheid, dat is van alle tijden. Begin een gesprek over boomhutten en je wordt getrakteerd op verhalen over een Amerikaans kunstenaarsdorp tussen de boomkruinen, over een miniboomhut voor de kat, een zwevende flat tussen het groen, boomhuthotels en vakantieorganisaties die de bungalowtenten aan de kant hebben geschoven en de gasten nu een week lang hoog tussen het bladerdek laten kamperen. ‘In ieder mens schuilt een boomhut’ is een gevleugelde uitdrukking geworden. De boomhut appelleert aan onze behoefte om je af en toe te kunnen verstoppen, aan de behoefte van veiligheid, aan de behoefte om ‘even weg te zijn’. Het hebben van een boomhut is vooralsnog een droomwens voor de meeste mensen. In een gemiddelde nieuwbouwwijk groeien alleen nog maar grassprietjes en valt er niets te bouwen in een boom. Ook de prijs maakt dat een boomhut niet voor iedereen is weggelegd. Maar toch, denk eens met me mee: wanneer je met je uitdijende gezin uit je huis bent gegroeid, wanneer je een extra kamer nodig hebt of een rustige werkplek en je liever niet wilt verhuizen, dan is een boomhut toch het overwegen waard? In het uiterste geval laat je er een op palen bouwen. Een eigen hut, als lounge voor de zwoele zomer­avonden, lees een verderwhiskyhut op de volgende met pagina wie droomt er niet van? Een atelier, optrekbare ladder, een vogelspot­hut, of een studeerhut. Dus misschien toch… We zijn toe aan avontuur. nummer 4 winter 2013 11


Een meubelmaker die het niet kan laten en boomhutspecialist wordt. Dat klinkt als een jongensdroom die uitkomt. Andreas Wenning uit Bremen werkt zijn hele leven al met hout.

D

oor zijn affiniteit met vormgeving en ontwerpen en zijn brede belangstelling voor meer dan het restaureren van meubels alleen, besluit Andreas alsnog architectuur te gaan studeren. Na die studie werkt hij zes jaar lang op diverse architectenbureaus in Duitsland en Australië. Hij werkt veel samen met andere disciplines als dat van fotografie, kunst en het grafische ontwerp. Terug in Duitsland start hij zijn eigen architectenbureau en richt zich heel bewust, als koploper, op het ontwerpen van heel bijzonder vormgegeven boomhuizen. Een van zijn eerste unieke ontwerpen bouwt hij op een hele fraaie plek, op het terrein van de hoeve Plendelhof, 30 kilometer ten zuiden van Bremen. Wanneer het bouwwerk in de magazines verschijnt en de aandacht van de pers trekt, volgen de opdrachten voor meer heel speciale boomhuizen. Andreas groeit op zonder tuin, maar bouwt wel hutten. Dat doet hij in die tijd nog op de begane grond, maar al wel tussen de bomen. De boomhuizen die hij nu in opdracht ontwerpt hebben niet de kenmerken van een gewone hut en zijn geen gewone huizen die simpelweg hoog in een boom gebouwd worden. Zijn ontwerpen zijn gebaseerd op een esthetische en een natuurlijke vorm; curven en parabolen zijn volop aanwezig. De raamen deuropeningen zorgen steeds voor een uitgekiende dialoog met de omgeving waar het boomhuis zich bevindt. Het huis zorgt voor een perspectief in zijn omgeving, het valt op en tegelijkertijd wordt het erin opgenomen.

12 nummer 4 winter 2013

Terwijl de meeste boomhutbouwers de traditionele vorm kiezen met een vierkante basis, rechte wanden en een dak, biedt Andreas een zeer moderne, fantasievolle en dikwijls experimentele architectuur. Hij gebruikt zelfs niet altijd alleen maar hout, maar kiest ook voor staal en plastics. ‘Alle boomhuizen worden individueel ontworpen en gebouwd voor de opdrachtgever. Alle wensen en ideeën combineer ik met de mogelijkheden van de plek’, vertelt Andreas. ‘De soort bomen, de locatie, de afstanden, alle gegevens zijn iedere keer weer anders en als geen andere architect moet ik rekening houden met de omgeving.’ Andreas laat zich inspireren door diverse kunste­naars in de mode, het grafische design en de beeldende kunst. Ook architecten als de New Yorkse Morphosis en Richard Neutra zijn een voorbeeld voor hem. ‘In mijn vrije tijd lees ik boeken over architectuur en ben ik veel buiten te vinden. Ik ren graag door het park en ga dikwijls op stap in de vrije natuur. Je begrijpt dat ik dan dikwijls naar boven kijk, naar de bomen. Overigens ben ik ook dol op de stad en stedelijkheid, daar let ik op de gebouwen en ben ik nieuws­gierig naar de mensen die zich van de ene plek naar de andere bewegen, op weg naar hun werk of hun huis. Ik ben dol op de hartslag van de stad, maar op andere momenten denk ik altijd graag aan Plendelhof, aan het boomhuis waar ik zelf regelmatig te vinden ben.’ De boomhuizen kun je contemporary art noemen door hun organische vormen, strakke lijnvorming en het weglaten van tie-

Dit tuinverhaal en nog 21 andere tuin­verhalen zijn ook te lezen in het boek Meesterlijke Tuinen. Wendy Hendriksen & Paul Scholte 272 pagina’s, gebonden a 24,95 ISBN 978 90 02 23606 8 Standaard Uitgeverij


relantijnen. Naast de vormgeving wordt er op heel veel andere zaken gelet. Uiteraard zijn het gewicht, de bevestiging en de constructie van belang. Wanneer je de boom dwars door het huis heen laat lopen, hoe hou je dan het regenwater tegen? Wat zijn de beste ophangtechnieken? Is veiligheid te combineren met respect voor de boom? Is timmeren in de stam toegestaan? Wil je extra ondersteunende palen gebruiken? Dat zijn zomaar een aantal vragen die opkomen als je praat over een boomhut. Andreas: ‘We houden bij de bouw van alle huizen strikt rekening met de omgeving en zeker met de boom. Die krijgt alle respect, we bouwen om de boom heen en beschadigen hem niet. Wanneer we bevestigingskabels gebruiken, doen we dat zeer gecontroleerd. We zagen nimmer in bomen, de boomexperts die we steeds inschakelen bij de plaatsing van ieder huis helpen ons altijd de beste oplossing

te vinden voor de bevestiging. We gebruiken sterke textielkabels en staalkabels om de huizen te zekeren. Spijkers en schroeven zijn uit den boze, die gebruiken we nooit.’ Een architect die zich puur op boomhuizen richt is een vreemde eend in de bijt. ‘Ik ben een bijzondere architect binnen de beroepsgroep. Ik ben niet zomaar een boomhuttenbouwer, ik ben constructeur, vormgever en bouwkundig architect. In de tijd dat mijn bureau bestaat, hebben we met de medewerkers al meer dan 32 boomhuizen mogen bouwen. We zijn specialist in een niche.’ ‘Waar ik nog weleens van droom is het bouwen van een boomhuis in de gigantische Redwoodbossen in Californië. Een opdracht voor een Arabische prins met goede smaak zou ik ook geweldig vinden. En een huis midden in de jungle zou natuurlijk ook prachtig zijn. We kunnen alles maken.’ lees verder op de volgende pagina

nummer 4 winter 2013 13


14 nummer 4 winter 2013


Tuinen aanleggen is de corebusiness van Senger Gartendesign. Zelfs als die tuin onder een boomhuis ligt.

D

eze tuin is door de eigenaren zelf ontworpen. Ze hebben veel affiniteit met architectuur en vormgeving. De tuinaannemer die de uitvoering heeft gedaan, heeft geen verandering in het tuinplan voorgesteld. Andreas, de boomhuisarchitect, heeft dat wel gedaan: hij deed de suggestie om een spiegelend wateroppervlak onder het ronde boom­huis aan te leggen. Deze suggestie is overgenomen en samen met een uitgekiend licht­plan is het een meesterlijk plaatje geworden. De tuinaannemer Senger Gartendesign is een hoveniers­bedrijf dat ontwerpt, aanlegt en onder­houdt. Ze hebben naast hun bedrijf ook een planten­centrum, waardoor ze gemakkelijk zelf alle beplan­tingen kunnen selecteren om zo de mooiste borders samen te stellen. Harmonie in kleur en structuur is hierbij belangrijk. Groen is de basis van de tuinen die zij aanleggen. Met tuineigenaren die zoveel weten van kunst en architectuur en een boomhuizenbouwer die met zijn project de leiding neemt in de uitstraling van de tuin, ben je als tuinaannemer dienend aan de opdracht. En zorg je gewoon dat alles perfect wordt uitgevoerd. Dat doet Senger. De boomhuizen van Andreas zijn geen kinder­spel. Overheidsinstanties in diverse gemeenten hebben, geconfronteerd met verzoeken om informatie, al onderzoek gedaan naar de bouwregels rond boomhutten. Een woordvoerder: ‘Rechtszaken rond boomhutten hebben we niet kunnen vinden. Wat er wel is, is het Bouwbesluit, dat regels bevat voor alle soorten bouwwerken. Hoe gekker

je het maakt, hoe zwaarder de regelgeving. Dat je boomhut niet op de grond staat, maakt daarbij geen verschil. De wettelijke verplichtingen zijn net zo zwaar als die voor een huis op de grond. Je moet ook gewoon voldoen aan de eisen van brandveiligheid.’ In werkelijkheid hanteert de ene gemeente een soepeler beleid dan de andere. ‘Een boomhut? Daar zijn geen regels voor. Ga je gang!’ En het gebeurt ook daadwerkelijk dat een boomhut gelijk wordt gesteld met de verordeningen voor een gewoon huis. Met alle eisen die daarbij horen. Bezwaarschriften van buren over de bouw van een boomhut zijn ook nieuw. Argumenten zijn dan de inkijk vanuit het boomhuis in de woning van de buren. De boomhuizen die Baumraum ontwerpt, worden gebouwd in een timmerfabriekje bij Bremen. Dikwijls wordt het hele boomhuis geprefabriceerd in de grote loods. Op een gegeven moment worden het hele boomhuis en alle elementen zoals het terras, de loopbruggen en de trappen op een grote vracht­wagen geladen, op weg naar de definitieve plek in de tuin van de opdrachtgever. Vooral wanneer het een ronde cabine betreft, is er ontzettend veel bekijks langs de route waar de truck rijdt. En bij aankomst op de plek loopt de hele buurt uit, om te kijken naar de plaatsing van het gevaarte.

lees verder op de volgende pagina

nummer 4 winter 2013 15


De familie Hartmut is dol op architectuur en kunst. Ze zijn altijd bezig met het verfraaien van de tuin. En dan komt er een boomhuis.

16 nummer 4 winter 2013


W

e wilden een klein, speciaal plekje in de tuin, om tot rust te komen. Je even afzonderen met een boek, genieten van de natuur en je lekker verstoppen, dat was wat we voor ogen hadden. We hebben wel eerder leuke tuinhuisjes en paviljoentjes gehad. We zijn veel met vorm en kunst bezig. Ook hebben we veel plezier in het verfraaien van de tuin. We laten ons hierbij inspireren door de boeken en magazines over architectuur en door de bladen over interieur­architectuur. Toen we een tuinhuis zochten, kwamen we met het werk van Baumraum, het bedrijf van Andreas, in contact. We lazen een artikel over hem en zijn werk in een gerenommeerd architectentijdschrift en hebben vervolgens op het internet de website van zijn bedrijf opgezocht. Dolenthousiast waren we, allebei. We zagen al die verschillende en heel bijzondere boomhuizen, die één ding gemeen hebben: een doordachte architecturale vormgeving met wonderlijke, sculpturale vormen en een feeërieke uitstraling.’ ‘Het was exact wat we wilden in onze tuin. Het was op een wonderlijke manier precies de rustplek die we voor ogen hadden. We vonden al de boomhuizen even bijzonder en fantaseerden direct over ons

eigen boom­huis. We wilden direct een afspraak maken. Andreas woont echter in een ander deel van het land en we hebben daarom eerst een lang telefoongesprek gevoerd over onze wensen en over de mogelijkheden. Toen hij ons vervolgens bezocht, zagen we direct de ideale vorm van het droomhuis en de exacte locatie in de tuin voor ons.’ ‘Het boomhuis is een hedendaags statement. Het domineert op een vriendelijke manier de tuin, dat is precies wat we wensten. We genieten dubbel van het bouwwerk, vanuit de tuin maakt het boomhuis een overweldigende indruk door het hoogwaardige materiaal dat is gebruikt en door de eigentijdse vormgeving en de hartelijke uitstraling is het een echte blikvanger. Wanneer je boven zit, ervaar je een rustige sfeervolle ruimte, wanneer je naar beneden kijkt, is de hele tuin te overzien. Je komt echt tot rust op deze plek!’ ‘Vanaf het begin waren we al getriggerd door de ronde vormen, de organische lijnen. Op een gegeven moment deed Andreas de suggestie om onder het boomhuis een spiegelende vijver aan te leggen. Een briljante vondst, de hele tuin krijgt zo een esthetisch evenwicht, het is bijna een zenachtige compositie.’ nummer 4 winter 2013 17


@Tuinsmakelijk

@Schiermonnik00g

@Boomfeestdag

@Compendium_CLO

Radicchio geoogst van ons

Temp is min 4 en de lucht

Door de #natuur voelen we ons

Door verbetering

polycultuur-experiment-

glashelder. Geen wind.

gezond & goed. Daarom is het

#waterkwaliteit #IJsselmeer

groentebed. Geweldig - oogst

thema van de Boomfeestdag

en randmeren nemen

vanaf april tot december...

@WoudloperArend

2013 “Bomen maken Gezond”:

plantenetende en visetende

fb.me/t8zxn71J

Wie nog durft te twijfelen over

ow.ly/gIJyb

#watervogels toe. clo.nl/nl1442

het gebruik van het ecoduct

#natuur

@meidenvfleuren

moet maar eens komen.

@BoerJm

Nieuwste wikkel #minitree De

#lijktweleenfaunasnelweg pic.

Ieniminimoestuintje op het

@faunabeschermin

Gedenkboom met tekst: Er is

twitter.com/S4W58f2Q

dak van het vogelvoederhuisje.

RT @volgzwijn: Wie pleit

Vandaar de naam koolmees!

voor vergassen 500.000

pic.twitter.com/BKbfwE1A

ganzen en niets doet tegen

niets dat voorgoed verdwijnt als men de herinnering

@Vollegrond

bewaart pic.twitter.com/

15 januari1993? De oprichting

VoD3xnwM

van mijn bedrijf. De Waard

@boerenfluitjes

vogelbescherming heten @ vogelnieuws

500 milj. plofkippen kan geen

Eetbaar Landschap. Onthoud

Ondanks het koude weer

@dekruidhof

die naam. Voor als u ergens

vermaken de kippen zich prima

Eindelijk van start met nieuwe

vroeg bij wilt zijn.

buiten. Kippen en tweet van @

@VakbladGroen

biohof3 fb.me/22c7hML2U

Can Rooftop Farms Green the

kloostermuur #dekruidhof pic. twitter.com/EF5sIZi7

@GevoelVoorHumus

Skylines of China’s Megacities?

99 “Likes” op facebook.

@Scharrelkids

@vogelskijken

Wat moet ik daar nou weer

RT @IVNAdam - Spoorzoeken

RT @JoopScheijbeler: Honger

van denken. facebook.com/

in de sneeuw. Van links

in de tuin…SOS Tuinvogels! -

gevoelvoorhumus

naar rechts: konijn, fazant,

natuurbericht.be/?id=9695

muis, merel pic.twitter. com/74W8c9d9

18 nummer 4 winter 2013

bit.ly/ULs2zM


Twitter mee @groenlokaal

@BraatHoveniers

@MarjetHeins

@groennet

@bloemisterij

Aanleg #jeudeboulesbaan met

Vier #Buitencentrum locaties

Ook voor Michelle Obama

Samenwerking in biologische

8 grote dakplaten en lavendel

@staatsbosbeheer genomineerd

zijn het ‘four more years’ om

meststoffen: Horticoop en

vóór franse sferen... pic.twitter.

als Leukste Uitje 2012

verder in haar moestuin aan de

Kimitec werken samen aan een

com/kZKH5e2p

#Boomkroonpad #Weerribben

slag te gaan...

nieuwe biologische ...

#OVP #Kemphaan Stem

groen.net/Article.aspx?i…

bit.ly/TfEirK #tuinbouw

@DutchGardener

@LandvanANWB

@Innogreenvof

@AshridgeTrees

eentje 550 hectare bos |

@AmericanForests

Vandaag gestart met onze

If you’re planting fruit trees,

HappyNews | Positief Nieuws

The correlation between

cursusdagen.

our guide will help you find

fb.me/1TPS4WQj2

human and tree health

Leuk cursisten en een positieve

perfect pollination partners

is strong: ow.ly/gWGX0

stemming.

#gardening bit.ly/WEJBLR

#urbanforests

Duurzaam leeft!

op dit moment geen aanleiding

@plattelandnu

@volgdenatuur

@planthunting

het ammoniakbeleid en de

Wegens onze verbouwing zijn

RT @natuurkieker Klein uurtje

RT @Kwekpetervdplas:

daarop geënte regels te herzien.

we voorlopig gesloten, maar

in de tuin gezeten om de

Bekijk ook eens onze primula’s

Wel meer onderzoek.

vanaf maart 2013 kunt u weer

#Kramsvogel vast te leggen, nu

in 10-pack op de #IPM13

gezellig een kopje koffie bij ons

opwarmen en de resultaten ...

Nu volop verkrijgbaar

halen!

bit.ly/TfGTls

twitpic.com/bxcccv

Indiase man plant in z’n

@Mariska_Vermaas Staatssecretaris Dijksma ziet

@architectenweb Naar verwachting wordt eind volgend jaar gestart

@TreeHugger

met het eerste van een serie

World’s Largest Wind Farm to

eilanden in het Markermeer:

be Built 10 Miles Off Coast of

architectenweb.nl/n30709

Fukushima ow.ly/h1xfi

nummer 4 winter 2013 19


Draagbaar voedsel

20 nummer 4 winter 2013


D

e Japanse kunstenaar Takaya ontwerpt eetbare hoofddeksels van groenten en fruit (foto rechts). ­Modetrends hebben altijd invloed gehad op aanpalende disciplines als koken, interieurdesign en zelfs tuinieren. Het kweken van voedsel is onlosmakelijk verbonden met koken, en de presentatie van het gerecht is op zijn beurt een weerspiegeling van iemands stijl. Dus waarom geen combinatie? In de vorm van eetbaar couture? De Koreaanse ontwerper Yeonju Sung stelde voor haar Wearable Foods serie de ‘twee triggers van onze fundamentele zintuigen’ samen: De wens om fraaie kleding te dragen en het verlangen om te eten. Het zijn in elk geval twee van háár favoriete bezigheden! En eerlijk is eerlijk: haar creaties zien er uit om op te eten (foto links). We zullen op deze plek geen commentaar op de vergankelijkheid en de verkwisting van voedsel leveren, maar haar creaties zijn van een opvallende schoonheid. De Chinese actrice Gao Yuanyuan is een overtuigd vegetariër en draagt het liefst dagelijks een jurk van sla en een ketting van chili pepers (foto onder). Topkok Roland Trettl en experimenteel fotograaf Helge Kirchberger hebben vorig jaar samengewerkt in het Museum voor Communicatie in Berlijn. Voor de tentoonstelling Fashion Food creëerden zij de outfits die volledig van voedsel zijn gemaakt (foto rechtsonder).

nummer 4 winter 2013 21


Bijeenkomst over ‘rewilding’ tijdens de Talk of the Town, Amsterdam

Stadse natuur; we willen door Lobke Alkemade

O

m maar meteen het grootste discussiepunt de deur te wijzen: “We gaan het hier vanavond niet hebben over de definitie van natuur.” De avond is nog niet eens officieel losgebarsten of er moet al worden ingegrepen door de eerste spreker van de avond: Remco Daalder. De stads­ecoloog van de Dienst Ruimtelijke Ordening Amsterdam hoeft het publiek in ieder geval niet meer op te warmen: natuur in combinatie met de stad blijkt een ‘hot item’... Maar voor we zover zijn is het verstandig om eerst een paar stappen verder te kijken dan de grenzen van de stad. Rewilding, zoals de titel van vanavond luidt, is namelijk iets wat op grote schaal al een tijdje gaande is. De naam zegt het eigenlijk al, maar Yvonne Kemp van Sichting Ark legt het nog eens duidelijk uit. Rewilding is het terugbrengen van cruciale soorten die nu ontbreken, om zo te zorgen dat er een rijk landschap blijft bestaan. Dat is goed

illustratie Jeroen Helmer, stichting Ark

Foto’s: Urban Locations

22 nummer 4 winter 2013

voor planten en dieren, maar óók voor mensen. Stichtig Ark doet dit momenteel in samenwerking met het WNF onderzoek onder de naam Rewilding Europe, waarbij het doel is om 30 hectare grond die is vrij gekomen door de leegloop van het platteland naar de stad om te zetten tot één groot aansluitend natuurgebied. Deze manier van denken, het rewilden van natuur, is iets van de laatste jaren. Kunnen we verloren natuurgebieden gewoon weer opníeuw creëren? Of is dat wishfull thinking? Er zijn wereldwijd al meerdere projecten die goede hoop geven. Een voorbeeld van rewilding is de terugkeer van het noordelijke Aralmeer in Centraal Azië, een meer dat een aantal jaar terug volledig verdroogd dreigde te raken. Maar ook dichter bij huis kunnen we de ‘wilde’ natuur weer zomaar tegen het lijf lopen. In het 300 hectare grote duingebied Het Kraansvlak in de Kennemerduinen grazen bijvoorbeeld weer


n het wild...

Talk of the Town Talk of the Town werpt in een maandelijkse talkshow licht op nieuwe stedelijke ontwikkelingen in Amsterdam en buigt zich met politici, ontwerpers, bouwers en gebruikers over stedenbouwkundige ontwerpen, bestemmings- en bouwplannen. Wat verdwijnt er komende jaren uit het straatbeeld en wat

­ isenten, Europese bizons die eeuwen geleden al voorkwaw men in het Nederlandse landschap. Wat minder groots en wereldschokkend maar wel tastbaarder zijn de veranderingen die plaatsvinden op het stedelijk niveau. Want het vergroenen van de Sahara is natuurlijk fantastisch, maar de meesten van ons zoeken het toch liever wat kleinschaliger en dichterbij. Denk daarbij aan ‘modder aan je aardappel’ of een bezoekje aan een natuurboulevard. Rewilding the city: is het haalbaar, is het reëel? Moeten we de natuur -ook die binnen de stadsgrenzen- dan maar gewoon zijn gang laten gaan en maar zien wat er gebeurd? Het zou in ieder geval een hoop beheerkosten schelen. Maar is dit ook het ‘wild’ wat we echt willen?

krijgen we er voor terug? Terugkerend onderwerp: de rol van de creatieve industrie in verschillende fasen van stedelijke ontwikkeling. www.dezwijger.nl

Pakhuis de Zwijger Pakhuis de Zwijger is al sinds de opening in 2006 een platform waar creatieven, -professionals en amateurselkaar ontmoeten, kennis maken en ervaringen uitwisselen. Onderlinge uitwisseling, maar vooral ook uitwisseling tussen creatieven en ‘de markt’. Tussen creatie, techniek en opdrachtgevers, en tussen creatie, business en het publiek. De programma’s worden op eigen initiatief of in

Een gevoelig punt is aangestipt De economische situatie lijkt het verwilderen van groengebieden bijna als vanzelf in de hand te werken. Er is weinig budget voor onderhoud en beheer. Het is het lot van het Vliegenbos in Amsterdam Noord en ook voor Het Twiske in Noord-Holland lijkt het een onoverkomelijk lot. Het ‘niet beheren’ is echter heel iets anders dan rewilding. Niet beheren leidt tot vereenvoudiging van plantensoorten, het verdwijnen van stukken bijzonder landschap en het verdwijnen van diersoorten. Om maar niet van gevaarlijke situaties en ontoegankelijkheid te spreken. Iets dat we, ondanks de vele verschillende meningen, allemaal dus niet blijken te willen. Nee, verwilderen is duidelijk niet hetzelfde als rewilding. We moeten er allemaal beter van worden. Op ecologisch en natuurlijk vlak, én op economisch vlak: het toerisme, educatie en ondernemerschap. Rewilding moet namelijk wel leuk blijven. Voor de mens welteverstaan

partnerschap georganiseerd, waarvan respectievelijk Cultuurfabriek BV, gebruikers van het pand en externe partijen de producenten zijn. www.dezwijger.nl

Lobke Alkemade Lobke schrijft onder andere als blogger voor de website van Pakhuis de Zwijger in Amsterdam. Ze verzorgt de verslaglegging van bijeenkomsten uit het programma stedelijke ontwikkeling. Als vormgever gericht op de buitenruimte geeft ze hierin haar eigen, kritische kijk op de onderwerpen die worden behandeld. Lobke is een aantal jaar geleden afgestudeerd aan de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht als master public space design. Als freelancer werkt ze nu aan zeer diverse projecten. Schrijvend, dansend of ontwerpend, maar altijd terugkomend op die ene passie; de buitenruimte. www.lobkealkemade.nl

nummer 4 winter 2013 23


Lobke Alkemade, vormgever buitenruimte

1

Welk boek ben je aan het lezen Geen, wel liggen er al een tijd lang een aantal boeken op stapel om eindelijk eens gelezen te worden. Meestal zijn dit tips van anderen. Zo heeft mijn moeder ooit een boekenruil voor de hele familie in het leven geroepen. Er zit van alles tussen, van romans tot fotoboeken. Iedereen laat er ook zijn meningen en tips in achter, hartstikke leuk en verrassend! Binnenkort gaan we weer een paar dagen weg met elkaar en dan verwacht ik zeker dat er weer een aantal boeken worden uitgewisseld.

2

Naast wie wil je in het vliegtuig zitten, op die lange trip over de oceaan? En wat zou je hem of haar willen vragen? Mijn liefde in ieder geval aan de ene kant; op zulke lange reizen komen de grootste levensvragen aan bod, heerlijk. Aan de andere zijde zou Klaus Overmeyer wel een interessante gesprekspartner zijn, of eerder ‘luister’partner. Als landschapsarchitect heeft hij veel onderzoek verricht naar de mogelijkheden van tijdelijk gebruik in de publieke ruimte en hoe dit als strategie kan dienen voor verdere stedelijke ontwikkeling. Tijdens mijn afstuderen heb ik veel aan zijn bevindingen gehad.

3

Ben je in je dagelijks werk meer een bouwer of ... meer een bioloog (en zou je willen dat dat anders was?) Bouwer! In ieder geval geen bioloog. Met enige schaamte moet ik bekennen weinig van het groen om mij heen af te weten. Wat dat betreft zou ik inderdaad graag willen dat dit soms anders zou zijn... Maar als bouwer ben ik meer op mijn plaats. Ik denk in vormen. Wat het groen doet met de de ruimte waarin het zich bevindt. Hoe het elkaar versterkt of juist tegenwerkt. Soms vind ik groen niet eens zo nodig. Een ruimte moet er echt beter van worden, niet groen-om-het-groen toevoegen. Een ruige haven met een plantsoen van tulpen. Heel vervelend.

4

Welke plant of welke heester zou iedereen beter moeten leren kennen; want: zo fijn, zo fraai? Iedere plant of heester zou ik beter moeten leren kennen.

www.lobkealkemade.nl www.van-plan.nl

24 nummer 4 winter 2013


5

Welke jeugdherinnering heb je aan tuinieren? Eigenlijk maar weinig. Wij hadden bij mijn ouders een grote tuin waar vooral in gespeeld werd. Het tuinieren daar is pas gekomen toen wij ouder werden en de tuin een nieuwe functie kreeg: mooi wezen. Dat was wel een moment waarop ik anders naar de ruimte ben gaan kijken. Die twee uitersten op dezelfde locatie; dat dat kon, in onze tuin! Dat bood mogelijkheden.

6

7

Plan je je vakanties wel eens zo, dat je en passent ook even een Tuinen Festival, een fraaie historische tuin of landgoed, of een mooie tuinenbeurs kan meepakken? Niet tijdens mijn vakanties. Die zijn voor ons drieën en dan neem ik genoegen met het landschap dat op mijn pad komt. Wel ga ik samen met drie collega’s een aantal keer per jaar bewust een dag of paar dagen op pad om ons te laten inspireren. Meestal is dit een leuke stad of gebied waar op dat moment veel gebeurt in de stedelijke ontwikkeling. Parken, exposities, tuinen, bijzondere kunst­ werken. Eén van ons is erg nauwkeurig in het uitzoeken en opzetten van zo’n dagprogram­ ma. We hebben het nog nooit gehaald alles te zien maar het levert in ieder geval enorm veel inspiratie en gezelligheid op.

Twitter je? Nee. Met twee websites en meerdere facebook accounts vind ik (en anderen waarschijnlijk met mij) het wel genoeg met alle nieuwtjes die ik de wereld in stuur. Ik heb me nooit echt verdiept in Twitter maar vooralsnog heb ik niet het idee iets te missen of toe te kunnen voegen.

8

Wat voor een artikelen of onderwerpen wil je dat er in de volgende GroenLokaal staan? Een agenda met interessante bijeenkomsten, evenementen of exposities op het gebied van tuin en landschapsarchitectuur. Er gebeurt zoveel op dit gebied, het zou fijn zijn om dit allemaal helder bij elkaar te hebben.

nummer 4 winter 2013 25


Beeld van wheensworld.com

26 nummer 4 winter 2013


Wie zegt dat je niet kan tuinieren in kleine ruimtes? S

teve Wheen staat bekend als The Pothole Gardener en is een zeer eigenzinnig tuinman. Hij maakte in opdracht van het automerk Lancia tijdens de Milaan Design Week veertien kleine tuintjes: pothole gardens. ­Lancia, op zoek naar een ludieke actie voor hun nieuwe serie eco-auto’s, sponsorde de tuintjes, vandaar dat je er van die kleine autootjes in ziet staan. De handtekening van Wheen zit onmiskenbaar in de miniatuur ‘props’ die hij gebruikt bij het maken van zijn kunststukjes. Elk tuintje is ofwel een verklaring óf opmerking, of op zijn minst een mini-openbare expositieruimte.Wheen creeërde in Milaan onder meer een gloeilamptuin, een modetuin met hakken, een muziektuin als

ode aan de Italiaanse componisten en een mini-art tentoonstelling. Wheen, een in Londen gevestigde creatieve freelancer, reist de hele wereld over. Hij maakte eerder tuintjes in de straten van India en Australië, en onlangs peuterde hij in het cement van New York en Las Vegas om zijn creaties in te kunnen planten. Op dit moment bouwt hij in Las Vegas een goktuin met dobbelstenen en kaarten en broedt hij op een plan voor een nieuwe pothole garden in NYC. Iets met appeltjes, misschien? Een van de allereerste voorbeelden van het fenomeen is het aanplanten van bloemen langs de spoorrails geweest, door de vrouwen van militairen tijdens de eerste wereldoorlog. De bloemen

waren bedoeld als een welkom voor de huiswaarts kerende echtgenoten. Wheen tuiniert op een veel kleinere schaal, maar de impact van zijn werkjes is groot. Bijna iedereen houdt halt bij het zien van een van zijn kleine tuintjes, Wheen hoopt dan ook dat zijn stilleventjes tot nadenken leiden. De in Australië geboren tuinier heeft nog veel plannen voor de toekomst. Het boek dat hij onlangs uitbracht vervuld al een van zijn wensen, zijn Facebook pagina krijgt steeds meer ‘vrienden’ en heel misschien worden zijn volgende projecten een klein slagje groter. Zijn boek The Little Book of Little Gardens is online verkrijgbaar en wat ons betreft een aanrader.

nummer 4 winter 2013 27


28 nummer 4 winter 2013


Cadillac Urban Gardens ‘They paved paradise and put up a parking line’, zo luidt de tekst van een song van de Counting Crows. Maar: alles is anders! In Detroit doen ze het omgekeerde. Daar maken ze van een parkeerplaats een paradijs.

G

eneral Motors heeft 250 metalen kratten, die werden gebruikt om auto-onderdelen in op te slaan, beschikbaar gesteld voor het moestuinieren op een verlaten parkeerplaats. Het project is een samenwerkingsverband tussen General Motors, Ideal Group, Southwest Detroit Environmental Vision en het lokale compostering bedrijf Detroit Dirt, dat de grond, aangevuld met dierlijk mest van de Detroit Zoo, Astro Café koffiedik en gecomposteerde voedselresten van het Marriott Hotel aan het project heeft geschonken. ‘In plaats van het recyclen van de kratten hebben we een direct hergebruik gecreëerd, wat energie en middelen bespaart’, zegt John Bradburn, GM’s milieumanager. ‘We zoeken naar meer van dit soort mogelijkheden voor projecten die goed zijn voor het milieu en ook nog eens de gemeenschapszin versterken.’ In eerste instantie begonnen de vrijwilligers van Ideal Group, Congress of Communities en Better Day ministries met de aanplant van de 1400 gewassen in de metalen bakken, wat daarna werd overgenomen door de inwoners van de stad die ook verder zorg zullen dragen voor het onderhoud van de groentetuinen. De Cadillac Urban Gardens in Detroit dienen als voorbeeldproject voor al die andere

steden waar ook steeds meer braakliggende stukken grond en verlaten parkeerplaatsen te vinden zijn. Bewoners krijgen deze percelen in bruikleen en telen er nu komkommers, tomaten, paprika’s en boerenkool. ‘We zijn van plan om het aantal tuinen elk jaar te verdrievoudigen’, aldus Michael Travis, adjunctdirecteur van Urban Farming, een in Detroit gevestigde non-profit bedrijf dat bij de voorbereidingen van de projecten helpt. Dit stadse tuinieren is niet alleen goed voor de saamhorigheid en strijdlustigheid van de inwoners van een stad die het niet makkelijk heeft, maar blijkt als neveneffect het stijgen van de verkoopprijzen van al zeer lang te koop staande woningen te hebben. Volgens makelaar Russ Ravary, werkzaam in Detroit en de omliggende voorsteden, is er een toegevoegde waarde bij onlangs verkochte woningen van zo’n $ 5.000 merkbaar. Stedelijke landbouw wordt in de Verenigde Staten ondersteund door een aantal sponsors, waaronder bedrijven als Whole Foods Market Inc Triscuit, en Home Depot Inc. ­ Cadillac Urban Gardens is in ieder geval al een bloeiende plek geworden waar op duurzame wijze groenten, gezondheid en saamhorigheid groeien.

nummer 4 winter 2013 29


S

ingapore laat weer eens een staaltje technologie zien, door superbomen tot 50 meter hoog aan te planten. De 18 bomen in de Bay South Garden wekken ook nog eens zonne-energie op. De kolossale energievoorzieners die met fotovoltaïsche systemen zijn uitgerust, zijn onderdeel van het landschapsproject ‘Tuinen aan de baai’. De bomen zijn zo gebouwd dat

30 nummer 4 winter 2013

ze ook nog eens regenwater opvangen. De hoogte varieert tussen de 25 en 50 meter, en elk van hen heeft tropische bloemen en varens die langs de verticale stam groeien. Het bladerdak van de bomen biedt schaduw aan de bezoekers van het landschapsproject vol tuinen, waar ook een Silver Garden, Flower Dome en Dragonfly Lake zijn te bewonderen.


Superbome nummer 4 winter 2013 31


H

ans heeft niets met drukke straten of pleinen, hij zoekt juist de rust op. Natuurfotografie is een hobby van deze tuinontwerper van Florans. Deze polderweg is niet ver bij zijn huidige woonplaats vandaan.

32 nummer 4 winter 2013


van Hans van Horssen, Gorinchem www.hansvanhorssen.nl

H

et uitzicht dat Hans instuurde, is het zicht op zijn geboortedorpje Haaften, in de Betuwe. Als kind was hij altijd al buiten te vinden. Zo kent hij de Crobsewaard op zijn duimpje, ook al mocht je officieel niet eens overal komen :) Zijn vrije werk zou je ‘natuurbeleving’ fotografie kunnen noemen, onlangs heeft Hans ook portretfotografie aan zijn professionele portfolio vol agrarische,- tuinbouw- en tuinreportages toevoegd.

nummer 4 winter 2013 33


Hans van Horssen

1

2

Welk boek ben je aan het lezen? De beleving van kleur in de tuin’ van Martje van den Bosch. Een heel interessant boek, waardoor ik anders ben gaan kijken naar kleurgebruik in de tuin. Ik hanteer dit boek ook bij de presentaties van mijn tuinontwerpen. Het is handig om een heldere toelichting te kunnen geven op bepaalde kleurkeuzes.

Naast wie wil je in het vliegtuig zitten, op die lange trip over de oceaan. En even spreken, natuurlijk! Naast Piet Oudolf! Ik ben echt een groot fan van zijn werk. Zijn inzicht en zijn werk vind ik bijzonder. Het liefst zou ik een nieuw project van hem willen volgen vanaf het ontwerp tot en met de uitvoering. Als ik dan toch naast hem in ’t vliegtuig zit, dan vraag ik hem gelijk of dit mogelijk is.

34 nummer 4 winter 2013

3

Ben je in je dagelijks werk meer een bouwer of ... meer een bioloog (en zou je willen dat dat anders was?) Het realiseren van een beplantingsplan voor een project vind ik het leukste onderdeel van mijn vak. Ik experimenteer ook graag met verschillende plantcombinaties in mijn eigen tuin. Daarnaast is natuurfotografie een hobby van mij, met andere woorden... ik ben duidelijk meer een bioloog.

4

5

Welke plant of welke heester zou iedereen beter moeten leren kennen; want: zo fijn, zo fraai? Panicum virgatum ‘Northwind’ is een mooie strak groeiende grassoort, die ook uitermate geschikt is voor moderne strakke tuinen. Dit gras is sterk, valt niet snel uit elkaar en is nagenoeg vrij van ziektes.

Welke jeugdherinnering heb je aan tuinieren? Ik wilde vroeger graag een eigen kwekerijtje opzetten. Planten vermeerderen vond ik echt leuk! We hadden thuis echter niet de ruimte dus had ik elders een stuk grond. De afstand was niet handig en daardoor ben ik er uiteindelijk toch mee gestopt.


6

Twitter je? Ik heb een tijdje getwittert, maar momenteel ben ik toch meer bezig met Facebook. Ik doe dat onder andere om inspiratie op te doen door naar het werk van anderen te kijken, maar ik ben ook heel benieuwd hoe men op mijn werk reageert.

7

Plan je je vakanties en passent ook even een Tuinen Festival, een fraaie historische tuin of landgoed, of een mooie tuinenbeurs kan meepakken? Absoluut! Gelukkig houdt mijn vrouw ook van het bezichtigen van tuinen en gespecialiseerde kwekerijen enzovoort. Onze kinderen hebben inmiddels de leeftijd om hun eigen gang te gaan, zij zijn veel minder geinteresseerd in tuinen.

8

Wat voor artikelen of onderwerpen wil je dat er in volgende GroenLokaal staan? Ik ben eigenlijk wel benieuwd of er voldoende instroom van jeugd is in ons vak. Heeft de jeugd überhaupt nog wel interesse in het groenvak ?

www.florans.nl

nummer 4 winter 2013 35


36 nummer 4 winter 2013


Ent de bomen!

Guerrilla grafting is heel populair, in de Verenigde Staten. Dit stiekeme enten van bomen is de nieuwste vorm van ongehoorzaam tuinieren. Het zorgt ervoor dat bomen in de publieke ruimte vruchten gaan dragen.

Z

elfvoorzienend leven is ‘hot’ in de United States. Op de dertiende Biënnale van Venetië stond het Amerikaanse architectuurpaviljoen zelfs volledig in het teken van initiatieven van deze autarkische beweging. De Guerrilla Grafters is een van die clubs die clandestien aan de slag gaan met ‘eten uit de stad’. Deze geheime boomkwekers enten fruitdragende takken op bomen in de openbare ruimte. Enten (in het Engels ‘grafting’) is de manier waarop takken van een vrucht­b oom worden geplaatst op de (meestal sterkere, ziektevrije) stam van een andere, daaraan verwante boomsoort. Het is heel gebruikelijk in de fruitteelt, maar wat deze grafters in de stad doen is volledig nieuw. In veel Amerikaanse steden is gebrek aan gezond voedsel een groot probleem. Fast food is er in overvloed, maar verse groenten en fruit zijn zeldzaam. Veel mensen telen daarom hun eigen groenten en fruit. En mede dankzij de economische crisis die over ­het land raast groeit de do-it-yourself-beweging snel.

In San Francisco probeerde de 41 jarige Tara Hui de gemeente te motiveren om fruitbomen in de straten aan te planten. Hiermee zouden mensen meer toegang tot vers fruit hebben en makkelijker in contact komen met tuinieren. Maar de gemeente ging niet serieus op haar voorstel in. Op openbare bijeenkomsten kreeg ze te horen dat haar idee zweverig en ‘niet realistisch’ was. In beleidstermen ziet de gemeente fruitbomen vooral als een bron van overlast, denk aan overrijpe vruchten die op de grond vallen, en aan het intensief snoeionderhoud. ‘Als je wilt eten ga je maar gewoon naar de Burger King, net als iedereen’, werd er gezegd. Tara Hui liet het er niet bij zitten. Toen er gewone Prunussen werden aangeplant, begon ze vruchtdragende twijgen van een pruimenboom op die bomen te enten. Puur om te bewijzen dat het kon. Ze keeg bijval van andere amateurkwekers en een beweging was geboren. Inmiddels enten Guerrilla Grafters door heel San Francisco bomen met fruitboomtakken. En in andere steden begint het ook op te komen. Er wordt een database van alle geënte fruitbomen bijgehouden en er wordt geregeld dat mensen uit de buurt deze bomen verzorgen. Hiermee heeft Hui het ‘niet realistisch’ – ‘te veel onderhoud’ argument effectief getackeld. Uit de praktijk blijkt namelijk dat er dankzij dit initiatief niet alleen meer fruitdragende bomen in de straten staan, maar ook dat de lokale gemeenschap meer betrokken raakt bij het openbare groen.

nummer 4 winter 2013 37


Enttechniek Het principe van enten is dat de weefsels van verschillende planten met elkaar vergroeien. Hout is in feite dood weefsel, maar uiterst belangrijk voor de stevigheid. Het is de bast van de plant die leeft en waar alle overdracht van voedingstoffen plaatsvindt. Hier, in de bast moeten de weefsels dus vergroeien. Om te enten neem je een jonge tak ter dikte van een potlood. De bast van deze tak verbind je met die van de onderstam. Het makkelijkste werkt de zadelvormige ent: je snijdt aan het uiteinde van de twijg een platte punt en je steekt die in een puntvormige inkeping in de onderstam. Vervolgens is het zaak dat de bast van beide takken vergroeit. Dat is een kwestie van een stabiele verbinding, veel contactoppervlak en weinig vuil en vocht van buitenaf. Guerrilla Grafters werken met tape, maar die zitten dan ook in San Francisco. Voor ons nattere klimaat heb je ook iets nodig om te voorkomen dat de wond inregent. Daar kun je paraffine, was of vaseline voor gebruiken. Pas op dat dit niet de losse wonddelen van elkaar afsluit, want daar moet juist zoveel mogelijk overdracht van sappen plaatsvinden. Zorg ervoor dat de wonddelen zo strak mogelijk aansluiten, met tape of elastische band. Voorzie de ent daarna van een waterafstotende laag. Enten doe je bij voorkeur in het najaar.

38 nummer 4 winter 2013


Eten uit de stad Het Nederlandse stadslandschap lijkt op het Amerikaanse. Thomas van Slobbe, tevens columnist voor Down to Earth, maakt zich al jaren hard voor eetbare natuur in steden. Uit zijn onderzoek blijkt dat veel stedelingen die niet zo veel met de natuur hebben, zich vaak wel tot eetbare natuur aangetrokken voelen. ‘Natuur heeft waarde op zichzelf en staat dus niet alleen ten dienste van de mens. Maar veel stadsnatuur heeft nauwelijks ecologische waarde. Denk aan het suffe gemeentegroen en de dulle perkjes.’ Van Slobbe: ‘Ik denk dat het gewoon slim is dat we stadsnatuur zo inrichten dat het interessant wordt om bij die natuur betrokken te raken. Klimbomen en fruitbomen blijken daarvoor ideaal.’ Opvallend is, dat veel nieuwe Nederlanders, mensen die elders geboren zijn, zeggen dat zij de geur van fruitbloesem zo waarderen. Het herinnert hen aan hun jeugd. De geur verbindt de plek waar ze geboren zijn met de plek waar ze nu wonen. Een pleidooi voor fruitbomen in de stad, dus. Maar tegelijkertijd is er een enorme beweging van autobezitters die zich verzetten tegen bomen, uit angst dat er dingen op hun auto vallen of dat zij hun parkeerplaats verliezen. Gemeentes kiezen dan voor een compromis en planten vervolgens saaie bomen die zorgvuldig zijn geselecteerd op hun onvermogen om eetbaar fruit te leveren.Nederlandse steden staan dan ook vol met vruchtloze, heftig roze bloeiende prunus-soorten. Kersen, pruimen en perziken zijn ook prunussen. Met wat handigheid

kun je ze omtoveren tot fruitbomen. Guerilla grafting kan ook in Nederland.

DIY Hoe kun je fruitdragende takken laten groeien op bomen in jouw straat? Daar is even wat handigheid en kennis voor nodig. Je kunt niet zomaar een tak van een fruitsoort op een wil­ lekeurige boomsoort enten. Of een ent slaagt hangt van heel veel factoren af. Eigenlijk zit er niets anders op dan er over te lezen en het dat proefondervindelijk uit te proberen. Bij het geslacht prunus zijn er bijvoorbeeld eindeloze discussies tussen kwekers welke varianten het beste op elkaar aansluiten. Een abrikoos (prunus armeniaca) en een pruim (prunus domestica) gaan bijvoorbeeld moeilijk samen. Peer en appel zijn ook niet altijd de beste vrienden, maar soms lukt het om ze allebei aan dezelfde boom te krijgen. Op een lijsterbes (sorbus aucuparia) kun je vrij gemakkelijk een appel (malus domestica) enten, hoewel het een totaal andere soort uit een ander geslacht is. Enten is een trucje dat je even door moet krijgen, maar waar je veel plezier aan kunt beleven. Op internet en in tuinhandboeken zijn handleidingen te vinden. Guerilla grafting is simpele, maar doeltreffende manier om te laten zien dat stadsnatuur meer kan zijn dan saaie boompjes en bordjes ‘verboden op het gras te lopen’. Wie weet blijken uiteindelijk zelfs de meest hardnekkige automobilist ergens wel een klein groen hartje te hebben.

nummer 4 winter 2013 39


Uitzicht tracé van de Hanzelijn bleek dat de spoorlijn dicht langs zijn boerderij zou gaan lopen. Het ministerie erkende de schade, maar wilde slechts 4500 euro uitkeren, omdat de rest van de schade onder het ,,normale maatschappelijke risico’’ zou vallen. De rechtbank in Zutphen was het met die redenering niet eens en gaf de Hattemmer gelijk.

foto: Herman Berkhoudt

Het ministerie van Infrastructuur en Milieu moet een inwoner van het Gelderse Hattem 14.000 euro schadevergoeding betalen, omdat zijn uitzicht door de aanleg van de Hanzelijn is bedorven. De spoorlijn heeft ook het landelijke karakter van de omgeving aangetast. Daardoor is de boerderij van de Hattemmer in waarde gedaald. De Hattemmer vroeg om de schadevergoeding toen uit het definitieve

Een record

foto: J.W. Penris

In de Hortus Leiden mag een record bijschrijven: de 50ste bloem in de Victoria amazonica bloeide.

40 nummer 4 winter 2013


Bereklauw Reuzenberenklauwen bezorgen mensen huid­­irritaties en infecties aan de luchtwegen. De gemeente Almere zet wolvarkens in om de berenklauwen met wortel en tak uit te roeien. Het gaat om een proef van drie maanden met vijf varkens in het Kromslootpark. De wolvarkens, die oorspronkelijk in Hongarije voorkomen, zijn gefokt in Gelderland. Ze hebben een harig krullende vacht en zijn kleiner dan de varkens die wij kennen. Ze hebben een hoge aaibaarheidsfactor. Almere hoopt op het Ei van Columbus, het is de eerste keer dat ze in Nederland worden ingezet. ‘De reuzenberenklauw staat in kleiachtige grond die moeilijk doordringbaar is. Maar deze varkens wroeten daar makkelijk doorheen. Door hun dikke vacht hebben ze geen

last van huidirritatie. Ze vinden de wortels lekker, die zijn eiwitrijk en dus gezond’, aldus een woordvoerder. ‘We zetten op andere plekken al schaapskuddes in bij het onderhouden van perceeltjes, omdat we liever niet met gif werken. Als de proef met de wolvarkens slaagt, gaan we kijken waar we ze nog meer voor kunnen inzetten.’ Bron: vroege vogels

HIC beëindigt haar activiteiten Het HIC maakte promotie voor de groene ondernemer en werd gefinancierd vanuit het Productschap Tuinbouw. Dit Productschap heeft enige tijd geleden besloten dat ‘promotie’ niet meer in haar nieuwe kernpakket voorkomt. Hierdoor komt de financiering voor het HIC per 2013 te vervallen. Het HIC bestuur ziet geen andere financieringsmogelijkheden voor promotie en zal daarom haar activiteiten beëindigen. De prijsuitreiking van de huidige Tuin van het Jaar-competitie in het voorjaar van 2013 wordt hierdoor haar allerlaatste activiteit. Het bestuur gaat verder in overleg om huidige projecten over te

dragen. Jan Poodt, voorzitter HIC: ,,Wij gaan ons inzetten om succesvolle projecten zoals de Tuin van het Jaar te laten voorbestaan in andere organisaties’’. Het HIC was sinds 1990 verantwoordelijk voor de collectieve promotie voor groene ondernemers. Deze ondernemers zijn hoveniers, groenvoorzieners, boomverzorgers en dak- en gevelbegroeners. Het bestuur kan terugzien op diverse succesvolle projecten zoals diverse Floriade-inzendingen, De Tuin van het Jaar, Groen Loont en diverse jongerencampagnes. Ook was het HIC verantwoordelijk voor diverse brochures.

nummer 4 winter 2013 41


2008 Taksterfte in buxus

Er is een schimmel ontdekt die tot leidt tot taksterfte en bladval bij de buxus. De eerste meldingen van de ziekte die wordt veroorzaakt door de Cylindrocladium buxicola kwamen zo’n tien jaar geleden uit Groot-Brittannie, de ziekte verspreidt zich inmiddels over het Europese continent. De schimmel ontwikkelt zich al vanaf 10˚C en wordt in combinatie met langdurig vochtige omstandigheden echt vervelend. De schimmel kan lange tijd overleven in afgevallen bladeren en lijkt zich te verplaatsen via kortlevende sporen die worden gevormd op de aangetaste plant en ook op afgevallen bladeren. Deze sporen verspreiden zich niet alleen via de bodem maar ook via snoeimessen en zelfs kleding.

42 nummer 4 winter 2013


2010

Buxustuin Paleis Het Loo getroffen door schimmel De beroemde buxussen in de tuin van Paleis Het Loo in Apeldoorn gaan dood. De struiken zijn getroffen door een uit Engeland afkomstige schimmel die de struikjes laat verdrogen en afsterven. De tuindienst van Het Loo is druk aan het experimenteren met buxusvariëteiten die wel bestand zijn tegen de schimmelziekte. In ieder geval moet de baroktuin in de komende jaren stapsgewijs opnieuw worden aangeplant. Het gaat om 27 kilometer aan haag. Om de buxus toch groen te houden, spuiten tuinlieden van Het Loo de hele tuin minimaal eenmaal per week met een bestrijdingsmiddel, als het regent zelfs vaker. De spuitbeurten kosten enkele duizenden euro’s per week. Wat het vervangen van de buxus gaat kosten, is nog niet bekend. De schimmel heeft inmiddels in heel Europa toegeslagen. ‘In het Verenigd Koninkrijk, maar ook in Frankrijk en in de tuinen van Schloss Schönbrunn in Wenen in Oostenrijk werken europeese tuinbeheerders samen met wetenschappers om te zoeken naar een resistente soort buxus’ aldus Da Sonneville. De tuinbezitters onderhouden daarover intensief contact. Als een schimmelbestendige soort niet wordt gevonden, zal uiteindelijk alle buxus vervangen moeten worden door een andere plant die in vorm gesnoeid kan worden. Het Loo gaat de stervende buxus uiterlijk over twee jaar in fasen vervangen. Bron: ANP

2012

Geen buxus in de tuin van Het Loo Deze maanden worden de Koningstuin en Koninginnetuin van Paleis Het Loo door de Rijksgebouwendienst gerenoveerd. De broderie van buxussen en de beregeningsinstallatie worden vervangen. Tijdens de renovatie blijft de tuin geopend en kunnen belangstellenden de werkzaamheden van dichtbij volgen. In 2007-2008 onderging het noordelijke deel van de tuinen van Paleis Het Loo, de Boventuin, een grondige renovatie. Het ministerie van OCW stelt nu de nodige financiële middelen beschikbaar om ook de overige delen van de tuin te renoveren. De Koningstuin en de Koninginnetuin zijn nu aan de beurt, daarna volgt de Benedentuin. De versleten hostaliet-banden (kunststof vormen) en de aarde worden vervangen. Daarnaast wordt de ondergrondse beregeningsinstallatie vernieuwd en op basis van nieuw onderzoek worden de patronen in de parterres verfijnd en opnieuw ingeplant. Voor dit herstel zijn de historische bronnen opnieuw geanalyseerd en geïnterpreteerd. Ook de voor de paleistuin zo typerende buxus zal worden vervangen. De buxusfiguren zien er op het eerste gezicht goed uit, maar zijn aangetast door schimmels. Uit onderzoek blijkt dat er geen buxusvariëteiten bestaan die resistent zijn tegen de buxusschimmels. De nu gebruikte buxus (Buxus sempervirens) wordt daarom vervangen door een Japanse hulstsoort (Ilex crenata ‘Dark green’). Een test met deze hulst geeft aan dat er op het oog bijna geen verschil is te zien. In november 2012 is begonnen met werkzaamheden aan de fonteinen, voor de winter wordt het grondwerk uitgevoerd en in het voorjaar van 2013 zal de tuin opnieuw worden ingeplant. Vanaf het omliggende hoge talud is er goed zicht op de werkzaamheden.

nummer 4 winter 2013 43


KLAAS POPPINGA Jammer van deze keuze. Ilex cre-

Er wordt onverwacht fel gereageerd op de beslissing om de 300.000 buxussen in de tuin van paleis Het Loo te vervangen door hulst. Tuin en Landschap postte op het internet een stelling om de reacties van professionals te peilen.

44 nummer 4 winter 2013

nata geeft volgens mij geen of niet het gewenste beeld van een renaissence tuin. Er is van de Buxus ook een Deense varieteit met de naam Faulkner, waarmee ik zelf uitstekende resultaten heb bereikt en ieder geval geen vorstschade krijgt. Bovendien dicht van structuur en uitstekend te knippen! ARJAN BROK Ben van mening dat dit afbreuk doet aan het oorspronkelijk plan. Met de varieteit Faulkner heb je inderdaad minder problemen, is veel sterker en minder gevoelig voor de intussen hardnekkige schimmel. Wie of wat heeft de doorslag gegeven voor deze keuze? FRANS LUBBERS Bereid je voor op steeds meer plantensoorten die aangetast gaan worden door virussen/ schimmels. Buxus is er slechts één van. Het is jammer dat onze sortimentskeuze beperkt gaat worden doordat virussen/schimmels innovatiever zijn dan de hogere soorten planten. Maak beplantingsplannen die geen monocultures van slechts enkele soorten planten hebben. Zorg zelf voor een ecologisch evenwichtige beplanting waardoor deze gezonder blijft en meer belevingswaarde geeft. KLAAS POPPINGA Helemaal mee eens, Frans. We hebben het al eens eerder gehad over die “monocultures” in de beplantingen. Vooral in de bomen aanplant kan dat tot enorme gevolgen leiden. Zie nu de sterfte in de Essen! MAARTEN H. VAN ATTEN Het voorkomen van monocultures is het streven waard. Beplantingen worden minder kwetsbaar, nieuwe en bestaande ziektes en aantastingen slaan een minder groot ‘gat’ in de beplanting als het toch misgaat. Ook een heg hoeft niet persé monocultuur te zijn, denk maar aan de Zeeuwse haag. Maar een formele tuin kan alleen maar goed met één soort in een heg, dus helaas is monocultuur noodzaak. Andere planten dan Buxus geeft min of meer hetzelfde effect, zo ken ik formele tuinen met Loncira nitida waarbij het zelfs de vakman in eerste instantie niet opvalt dat de Buxushaag niet aangeplant is met Buxus. Ilex crenata ‘Dark Green’ kan een goed alternatief zijn, afhankelijk van een aantal factoren (grond, uitgangsmateriaal, bemesting enz) die ik niet op afstand kan beoordelen. Het nadeel van één soort voor de 27 km(!) heg is dat als er weer een schimmel oid toeslaat weer alle heggen eronder lijden. Wellicht is het mogelijk enkele gedeelten van de tuin toch met een ander soort heg


aan te planten, of per blok een ander soort. L ­ onicer nitida Buxuskwekers schrijven brief aan “Maigrun” en Buxus microphylla ‘Faukner’ zijn mogelijk Paleis Het Loo Buxuskweker Adrie van Dun heeft namens alle naast de Ilex crenata ‘Dark Green’. Buxuskwekers een brief gestuurd aan de direcBART BEUKENKAMP Duidelijk verhaal, maar de buxus is toch ook decennia lang goed gegaan en dit verteur en hoofd Tuindienst van Paleis Het Loo. vangen is ook weer goed voor de handel!! toch? Hij roept hen op om de beslissing uit te stellen Iets wat decennia lang is goed geom Buxus te vervangen door Ilex crenata ‘Dark FRANS LUBBERS gaan is toch ook toe aan verbetering? Een oud recept mag Green’. je toch verbeteren met nieuwe snufjes? Of zeg je liever: Ik In de brief vraagt de Buxuskweker ook om doe het zo want mijn vader deed het ook zo en mijn grootzorgvuldiger om te gaan met publiciteit rondom Buxus die volgens de kwekers nu vaak onjuist is. vader deed het ook zo? Sta open voor continu verbetering De directeur en de hoofd Tuindienst worden en een wereld gaat voor je open. Mocht het echt om 27 uitgenodigd een bezoek te brengen aan een kwekilometer haag gaan wat ik erg veel vind dan zou ik zeker nooit hebben gekozen voor slechts 1 soort. Dat is mij te kerij in Hazerswoude-Dorp waar zowel Buxus als Ilex crenata ‘Dark Green’ wordt gekweekt. link voor ziektes en plagen. ‘We hopen op een verhelderende discussie’, Heb ook niet gezegd dat ik teBART BEUKENKAMP gen vernieuwingen ben. Behoud van een stuk cultuurhiszegt Van Dun. Of de vertegenwoordigers van torie vind ik wel belangrijk. Om maar even het estetische Paleis Het Loo ingaan op de uitnodiging is nog niet bekend. buiten beschouwing te laten. Laat Wageningen maar met Bron: De Boomkwekerij een soort komen dat op dit moment een geringe kans heeft op ziektes en plagen. In het leven moet je dan ook maar eens een risico’tje in calculeren. Zonder risico kom je ook achter de wagen(ingen) spannen. De oplossing komt uit nergens. In een gemeente kan ik me voorstellen dat je evt met meerdere (verschillende) soorten werkt, maar niet gezond verstand en dat is het hanteren van een grote variatie. Op de RHS wordt de discussie ook al langere tijd op deze cultuurhistorische lokatie. Zoveel mensen, zoveel gevoerd en in Engeland hanteren ze een bredere lijst van meningen. Ik kijk er iets anders tealternatieven. http://apps.rhs.org.uk/advicesearch/profile. TANJA VAN DER KNOOP genaan. Ik ben juist blij dat het Loo deze -noodgedwonaspx?pid=96 ; zoek evt. ook onder box blight. gen- keuze maakte, en hoop dat meerderen zullen volgen. JAN VAN DEN HEIJKANT Jammer, ik vind dat buxus idd een eigen identhieke uitstraling heeft die niet door Waarbij ik de suggestie van het binnen het Loo hanteren van verschillende soorten zeer waardevol vind. Het is Ilex is te vervangen. De belevingswaarde van buxus blijft inderdaad zo dat sommige soorten, zeker als ze zo goed toch identhiek. worden gesnoeid/bijgehouden, op het oog nagenoeg niet KLAAS POPPINGA Dat Buxus te pas en te onpas wordt toegepast, ben ik wel met Tanja vd Knoop eens. Gezien de verschillen, Als ze dan in de verschillende tuinen worden gehanteerd zal het verschil niet merkbaar zijn. Ik erger me meeste reacties hierop worden inderdaad monocultures verfoeid. Maar het gaat hier wel om een renaissancetuin al langer aan een groot deel van de sector die de andere kant op kijkt en maar door blijft gaan met het kweken of bij het Paleis ‘t Loo en daar kun je toch moeilijk de hagen plaatsen van buxus. (het stoort me zodanig dat ik zelfs uit uit verschillende soorten laten bestaan, lijkt mij. De discussie moet m.i. dan ook gaan of hier wel een Ilex moet de auto stap als ik ergens en passant weer vrolijk buxus worden toe gepast of weer een Buxus. Dit moet wel los in de aanleg gebruikt zie worden). Feit is dat de schimmel gezien worden van de discussie over een monocultures! nagenoeg overal is.en zo goed als niet echt te bestrijden Ik ben het niet met Bart eens dat de oplossing dan maar Deze discussie kwam op het internet tot leven dankzij een vraag op de groep van het vakblad Tuin en Landschap. van Wageningen moet komen. Dat is m.i. het paard steeds

nummer 4 winter 2013 45


De buxuskweker “Buxus is in een paar decennia heel erg hip geworden en dat heeft ervoor gezorgd dat de planten ‘overkweekt’ zijn. Er was natuurlijk veel geld te verdienen, met name door oppotters en geldmakers die geen echte kwekers waren.’’ Dit soort malafide bedrijven zijn de laatste jaren stuk voor stuk failliet gegaan. Gelukkig bleven de echte kwekers, door hun kwaliteit, vanzelf overeind. Ga je op dit moment naar een goede kwekerij, dan koop je gegarandeerd buxusstruikjes die vrij zijn van Cylindrocladium. Maar hoe zorg je dat ze ook schimmelloos blijven? Neem in ieder geval een buxus soort die minder gevoelig is voor Cylindrocladium. De schimmel komt vooral voor in Buxus sempervirens, met name in de soort ‘Suffruticosa’ die het meest in onze tuinen wordt aangeplant. Een goed alternatief voor Buxus sempervirens is de Buxus microphylla ‘Faulkner’: winterhard en niet gevoelig voor ziekte.

46 nummer 4 winter 2013

Zet buxussen altijd op een plek in de tuin waar de grond goed doorlatend is. Gebruik goede aarde en bemest de struikjes. Geef ze vlak nadat ze geplant zijn twee keer per week water, maar houd daar na een tijdje mee op.Voor buxus moet je vooral niet te lief zijn. Planten in een pot moeten natuurlijk wel extra water krijgen. Giet dat op de aarde, en niet over de hele plant. Haal de plant om de paar jaar uit de pot en geef hem nieuwe grond. Voor buxus is bemesting van levensbelang. Geef in maart en juli gedroogde koe- of kippenmestkorrels. Snoeien moet ook twee keer per jaar: in mei en in augustus/september. En een wist-je-datje: hoe breder je buxushaag is, hoe natter hij van binnen blijft - en dat vinden schimmels heerlijk. Snoei het liefst op een bewolkte dag. En niet als de planten nat zijn. En snoei liever regelmatig dan in één keer een heleboel. Meer info: www.pietbuxus.nl


Workshop Ondernemen in tijden

Cursus: Het Ontwerpinstituut

van crisis

Ontwerpkunde voor tuin en park

Tuin en Landschap organiseert in januari 2013 samen met accountantskantoor Grant Thornton en adviesbureau Iris Consultancy de workshop Ondernemen in tijden van ­crisis. In de workshop krijgt de groene vakman handvatten aangereikt om sterker uit de crisis te komen.

Een cursus voor gevorderden

Kosten: € 125,00 ex btw, inclusief maaltijd en catering; 90 euro ex btw voor

Een tiendaagse ontwerpcursus van niveau. Bedoeld voor groenprofessionals die al een paar jaren werkzaam zijn in het vakgebied, met aandacht voor: - de kracht van kijk- en looplijnen, - de ontwerpcompositie, - de elementen tijd en afstand in een ontwerp, - de beleving van openheid en geslotenheid, - de werking van detail en ruimte.

abonnees van Tuin en Landschap.

Data en locaties 22 januari regio zuid, Van den Berk Boomkwekerijen, Sint-Oedenrode 24 januari regio midden, Hoveniersbedrijf ’t Wencop, Barneveld 29 januari regio noord, Bonte Hoek kwekerijen, Glimmen

Nadere informatie Ralph Mens rmens@hortipoint.nl

Aanmeldingen Alice Hoogenboom ahoogenboom@hortipoint.nl

Deze cursus behandelt de kunst van het ontwerpen. Er is aandacht voor de historie van het vakgebied, voor de abstractie van analyse en inzicht, maar evengoed voor het praktische gebruik van beplantingen en bomen. Gezamenlijk wordt aan een kleine ontwerpopdracht gewerkt, op het niveau van de stedelijke ruimte. Met excursie naar de Tuinen Appeltern. Docent Michel Lafaille. Kosten € 1.566,00 Tien donderdagen van 09:30 tot 16:30 uur in het ACEC gebouw te Apeldoorn, paleis Het Loo en De Tuinen van Appeltern

Informatie en aanmelden +31 (0)344 63 02 86 info@ontwerpinstituut.nl

nummer 4 winter 2013 47


Foto’s Deanna Time en Frank Hamm

48 nummer 4 winter 2013


Boomtop­ wandeling H

et ziet er op het eerste gezicht wat vreemd uit en heeft veel weg van een gigantisch groot houten ei. Het is echter een prachtig ontworpen uitkijktoren die je spectaculaire vergezichten biedt over een Beiers woud. Vanaf de grond kun je hier midden in dit Nationale Park bij Neuschönau een 1300 meter lange wandeling maken naar het hoogste punt da op 44 meter vanaf de grond ligt. Zo kun je geweldig over de boomtoppen heen kijken! Het uitzicht is op heldere dagen werkelijk adembenemend, en bij goed weer kun je zelfs de Alpen zien liggen. Het is bovendien een constructie zonder treden of trappen, waardoor ook rolstoelgebruikers en ouders met kinderen in buggy’s makkelijk naar boven kunnen. Om van het uitzicht te genieten moeten volwassenen € 8 entreegeld betalen. Voor kinderen jonger dan 17 jaar is het tarief € 6. Ga je met het hele gezin, dan kun je gebruik maken van voordelige gezinstarieven.

nummer 4 winter 2013 49


Een reeks over pleinen, de meest足 besproken plek van een stad en dorp.

Statenplein, Dordrecht 50 nummer 4 winter 2013


H

et blijkt ontzettend te misten, onder de grote rivieren. En dat duurt de hele, hele dag. We zijn in Dordrecht, dat als een eiland in de Biesbosch ligt; de woningen in het historische centrum staan bijna allemaal met een gevel in het water. Dat levert alleen nog maar meer mist op. Het is dan ook even zoeken naar het plein. Van een simpele nederzetting langs het veenriviertje de Thuredrith groeide Dordrecht uit tot een machtige handelsstad. Liggend aan de Oude Maas, Noord en Merwede profiteerde zij van het in 1299 verkregen stapelrecht. Alle schepen die goederen aanvoerden, moesten deze opslaan in Dordrecht. De stad groeide en in de ruim duizend monumenten die Dordrecht telt, is dat rijke handelsverleden goed terug te vinden. Al is deze glorietijd van lang geleden, de stad is er wel door gevormd. Het oude stratenpatroon is nog vrijwel intact, nu is het vooral een sfeervol winkelgebied waar je gezelligheid, horeca en kleine mode,- antiek- en kunstwinkeltjes vindt. We beginnen het verhaal in 1950. De binnenstad kende indertijd drie problemen: er was behoefte aan een openbaar plein voor een markt en parkeerruimte, en voor de bouw van een nieuw stadhuis was ook al geen plek. Om dit allemaal op te lossen kwam er een lumineus plan. De Voorstraatshaven moest worden gedempt en de huizen zouden worden gesloopt. Op de vrijgekomen ruimte zou een stadhuis gebouwd worden; mèt parkeerruimte. Helaas ging de toenmalige gemeenteraad serieus op deze plannen in. Er volgden meer plannen, de één nog ongemakkelijker dan de ander. Meer ruimte voor de auto, dat was in ieder geval het credo. Weg met de historie. Ook onder niet-politici gingen de doorbraakplannen leven. Een warenhuisdirecteur zag Dordrecht, Dubbeldam, Zwijndrecht en Papendrecht als één grote stad. De bouw van drie bruggen over de rivier plus een parkeerplaats pal naast

zijn warenhuis zouden de oplossing zijn. Daar ligt nu toch ‘alleen maar een jachthaven’, was zijn mening. Er was slechts één winkelier die vóór het weren van het autoverkeer uit de binnenstad was. We hebben het nu over de jaren zestig, hij bleek zijn tijd ver vooruit. Te ver. B & W was juist van mening dat elke Dordtenaar overal moest kunnen komen. Met de auto! Pas nadat het hart uit de stad gesloopt was en een plein was, kwamen de stadsbestuurders op dat idee terug. Het nieuwe plein was echter al een feit. Zeker toen het geplande busstation op het plein kwam te vervallen, bleek het ongemakkelijk groot: 220 meter lang en 50 tot 70 meter breed. Het was een mislukking. In 1972 werd de open ruimte daarom optisch verkleind door foeilelijke houten paviljoentjes te plaatsen, andere bebouwingsplannen voor het plein werden door ongekend felle reacties van de bevolking steeds weer afgeblazen. In 1999 wordt dan toch besloten om te gaan bouwen. Het Statenplein wordt verdeeld en er ontstaan nieuwe straten: de Statengang en de Statenplaats. nno 2013 is het plein een stuk intiemer, heeft het bomen, lichtmasten, een weekmarkt, een werkende fontein en een jaarprijs van de Nederlandse Raad van Winkelcentra. Het winkelende publiek praat niet meer over het verleden maar liever over de toekomst. En over de crisis, de schaatswedstrijd van vanmiddag en het weer van morgen. Het plein is dus in functie: daar waar gesproken wordt, leeft het. Eén akkefietje nog: de traptrede in de nieuwe bestrating zorgde jarenlang voor veel ongelukken. Volgens de marktmeester hebben honderden mensen zich lelijk verstapt. Daarom is er een dertig meter lange bank van dikke eikenhouten planken tegen de afstap geplaatst. We hebben natuurlijk de proef op de som genomen: het is heerlijk zitten op het Statenplein.

nummer 4 winter 2013 51


Laarzen

R

ubber laarzen! Wie kent ze niet. In principe waterdicht, licht en soepel en onverslijtbaar. Overigens spreken we van rubberen laarzen, maar de hedendaagse laars is doorgaans van goedkoop PVC gemaakt, of, als je geluk hebt van Acifort, een mengsel van rubber en PVC. Helemaal fijn is een laars van Purofort: schokdempend en warmteisolerend tot -20 graden. Modieus zijn dit soort laarzen nooit geweest, tot niemand minder dan stijlicoon en trendsetter Kate Moss er op een hip festival mee door de regen stapte. Regenlaarzen noemen we sinds die dag Festivallaarzen en ieder zichzelf respecterend merk heeft sindsdien een kekke laars in zijn collectie!

52 nummer 4 winter 2013


Stoelen

R

aadpleegden we voorheen de Dikke van Dale, tegenwoordig pakken we er de nog dikkere Wikipedia bij: ‘Een stoel is een zitmeubel met een rugleuning en soms armleuningen, voor één persoon. Zonder rugleuning is het een kruk. Een stoel, maar ook een kruk heeft voorts één of meer poten’. En: ‘Het is van oudsher een statussymbool: zitten is lange tijd iets voor de rijken der aarde’. Een van de leukste stoelen, vinden wij bij GroenLokaal, is de caquetoire, de conversatiestoel voor vrouwen. Zoek dat maar eens op, op het internet!

nummer 4 winter 2013 53


Plastic straten

V

ancouver wil in 2020 de ‘meest groene, duurzame stad van de wereld’ zijn. En, zoals te zien is aan hun nieuwste actie, maken ze daar een goede kans op. De stad plaveid haar straten met gerecycled plastic. Door de toevoeging van asfalt ziet het er niet anders uit dat het traditionele zwarte spul. De verslaggevers hielden dan ook hun adem in toen de stoomwalsen begonnen te rollen. Na maanden van testen, die in de kleine zijstraatjes plaatsvonden, was de tijd rijp om grotere oppervlakken te gaan asfalteren met de mix. Het asfalt ‘nieuwe stijl’ kan al bij lage temperaturen vloeien. Het materiaal heeft meer voordelen. Het toont zich elastischer bij kouder weer, het stimuleert hergebruik van kunst-

54 nummer 4 winter 2013

stof en het verminderd de uitstoot van broeikasgassen. Als extra geldt ook nog eens, dat de meerkosten van deze nieuwe mix niet veel hoger zijn. Toch spreekt niet iedereen lovend over het initiatief. Het is niet ‘echt groen’, niet echt duurzaam dus, wordt er gezegd. Wat zijn bijvoorbeeld de gevolgen op de lange termijn? Plastic stoot giftige gassen uit, en zolang we dat niet onder controle hebben lijkt het niet echt verstandig ze in asfalt te verwerken. Waarom zou je dat trouwens doen? Een ecologische impact-analyse lijkt op zijn plaats, net als een levenscyclus analyse van het asfalt. En daar kan deze straat in Vancouver in elk geval aan bijdragen.


nummer 4 winter 2013 55


Groningen bouwt!

Nieuw Waddeneiland moet natuur in de Eems redden De provincie Groningen maakt plannen voor een nieuw Waddeneiland. Een enorme opgespoten zandplaat van zo’n vijfhonderd hectares tussen Rottumeroog, het Duitse Borkum en de vaste wal, dat zowel de natuur als de economie gaat dienen. De noordwestkant bestaat uit strand en kwelders, aan de zuidzijde is een complete zeehaven met overslagterminal getekend.

56 nummer 4 winter 2013

H

et eerste ‘bewoonde’ Waddeneiland van Groningen zou wel eens een oplossing kunnen zijn voor meerdere problemen in de noordelijke regio. De ovale zandplaat moet de zeestroom afremmen richting de monding van de Eems. Dit internationaal beschermde estuarium vertroebelt sterk vanwege vaargeulverdiepingen aan de monding. De getijdenrivier is stroomopwaarts afgezet met stuwen. De sterke zeestroom brengt de slibdeeltjes dus wel ín de riviermonding, maar het lukt de rivier niet meer de modder naar buiten te brengen. En dat blokkeert de economische ontwikkeling. Nederland is namelijk internationaal verplicht de kwaliteit van de delta op peil te houden, en mag in de toekomst geen activiteiten toestaan die de natuur nog verder aantasten. Daarin lijkt de situatie sterk op die van de Westerschelde, waar jarenlang getouwtrek over de Hedwigepolder de ontwikkeling van het gebied heeft vertraagd. Ook de Eems heeft een diepe vaargeul nodig naar het Duitse achterland, terwijl de schade die daardoor wordt aangericht in het gebied zelf moet worden gecompenseerd. Om lange procedures en debatten over ontpoldering te voorkomen, trekken in Groningen bestuur, bedrijfsleven en natuur- en


milieuorganisaties samen op en zoeken met de Duitsers naar oplossingen. Uit die samenwerking is onder meer het plan voor het haveneiland ontstaan, dat álle partijen iets heeft te bieden. Een eerste ontwerp is opgenomen in de provinciale ‘Ontwikkelingsvisie Eemsdelta’ die deze maand is uitgekomen. Een zeehaveneiland buitengaats is volgens de gezamenlijke natuur- en milieuorganisaties een van de mogelijkheden de Eems redden. Niet alleen remt het nieuwe eiland als een schild de opstuwing van modder af, maar doordat zeeschepen al buiten de Eems gaan lossen, is die diepe vaargeul ook niet langer nodig . Daardoor kunnen de zandplaten zich op den duur herstellen. Jaarlijks bespaart dit de overheid 18 miljoen euro aan baggerkosten. Het bedrijfsleven profiteert ook van het eiland. De Eemshaven wil een van de grote duurzame energiehaven van Europa worden, maar de aanvoer van gas en kolen is problematisch omdat grote zeeschepen maar weinig tijd hebben om bij hoog tij binnen te varen. Het haveneiland zou een zogenaamde e-hub kunnen worden, met gasterminals en aanlandende elektriciteits- en gasleidin-

gen uit Scandinavië. Die spoelen vanwege de sterke stroming steeds maar weer bloot. Ook voor een ‘verkeerstoren’ voor de gehele Waddenzee is op het eiland een plek. De kosten van het eiland, circa een miljard euro, zouden gedragen moeten worden door bedrijfsleven en overheid samen. De Groningse gedeputeerde Wiebe van der Ploeg (Groenlinks) noemt het eiland ‘een zeer interessante gedachte’ en vindt dat het goed past in de ontwikkeling van windenergie op zee. Een eerste ontwerp voor het eiland is opgenomen in de ontwikkelingsvisie van de provincie. Het idee is ontstaan om de natuur in de Eems en het Waddengebied te beschermen. Een woordvoerder van de provincie benadrukt dat het vooralsnog gaat om een denkrichting. Er zijn nog geen concrete plannen over een nieuw Waddeneiland. “We hebben zelfs nog niet gesproken met baggeraars”, zegt de woordvoerder. In een eerste voorstel is het eiland een opgespoten zandplaat van zo’n 500 hectare. Op dat eiland moet een zeehaven met overslagterminal komen, om een verdieping van de vaargeul in de Eems onnodig te maken.

Het is ook nog niet bekend waar het eiland precies moet komen te liggen. Als het aan de Waddenvereniging ligt komt het niet tussen Rottumeroog en het Duitse Waddeneiland Borkum te liggen. Dat levert volgens Waddenvereniging-voorzitter Berkhuysen namelijk nauwelijks iets op voor de natuur. “Dan is er vanaf de Noordzee tot aan dat eiland nog steeds een diepe vaargeul nodig voor zeeschepen”, zegt Berkhuysen. De vereniging wil dat het eiland verder in de Noordzee komt te liggen. Bij het maken van de plannen werken de belangenorganisaties zeker samen. De provincie wil zo lange procedures en de debatten zoals in Zeeland over de Hedwigepolder voorkomen. Eind oktober 2012 sloot de provincie al een convenant met het bedrijfsleven en natuur- en milieuorganisaties om samen met Duitsland naar oplossingen te zoeken. In de loop van volgend jaar hoopt de provincie concretere plannen over een eiland te kunnen presenteren.

nummer 4 winter 2013 57


Creatieve oplossingen voor jouw tuin

Verborgen wildernis

A

ls je wat frisse ideeën op wilt doen voor de inrichting van een kleine tot middelgrote tuin is dit een onmisbaar boek. Het eerste deel laat een tiental eigentijdse tuinontwerpen van bekende ontwerpers zien, compleet met plattegrond en plantenlijst. De kleinste tuin is 5 x 7 meter en de grootste 9 x 14 meter. In het tweede deel vind je vooral veel foto’s van paden, terrassen, schuttingen, verlichting en nog veel meer. Om inspiratie op te doen! Tuinideeën Modeste Herwig Uitgeverij Unieboek Het Spectrum ISBN 978 90 475 0414 6 Prijs a 14,99 maart 2011

|

B

estaat er nog ‘natuur’ in Nederland? Landschappen met woeste gronden, ondoordringbare bossen, gevaarlijke moerasgebieden, getijdenstromen, kliffen, ongetemde stranden en wolfskuilen? Nederland is door mensenhanden gemaakt. Vanaf de tekentafel. Toch telt ons land nog wel wat plekjes waar de wildernis heerst, waar de roep van de natuur klinkt. Freriks doorkruiste Nederland op zoek naar de wilde weelde van het ongerepte, en hij vond die op onverwachte plekken. Behalve het woeste landschap vormen oude land- en waterkaarten zijn inspiratiebronnen. Vele hiervan zijn in dit boek afgebeeld. Jan W.H. Werner, conservator van de kaartencollectie van de Universiteit van Amsterdam, behandelt in vogelvlucht de geschiedenis van de cartografie in Nederland. Het resultaat is een reisverslag en een liefdesverklaring. Freriks neemt je mee naar het Maasdal, de Waalkade en Noorderleeg. Dit boek is een pleidooi voor het behoud van het kostbaarste bezit van ons land: de vrije, wilde natuur, al denken we dat die getemd is. Een lofzang op Nederland. Verborgen wildernis Kester Freriks Uitgeverij Atheneum ISBN 978 90 253 6770 1 Prijs a 34,95

58 nummer 4 winter 2013


Kroondomein Het Loo

O

p 27 november 1684 koopt stadhouder prins Willem III voor 90.000 carolusguldens het oude jachtslot Het Loo. Het is het begin van de nauwe band tussen het Huis OranjeNassau en de Veluwe. Sinds Willem III hebben tien generaties Oranjes hun hart verpand aan Het Loo, met zijn parken, boerengehuchten, eeuwenoude bossen en uitgestrekte heidevelden, om er te jagen, te galopperen of te schilderen. Het boek vertelt het verhaal van de Oranjes en Het Loo: van de jachtpartijen van Willem III, de romantische natuurwandelingen van prins Willem V en de militaire oefencampagnes, tot de Pruisische bosbouwwegen van prins Hendrik, de ‘dansende’ beuken van koningin Wilhelmina en het natuurvolgende bosbeheer van koningin Beatrix. Dit boek is niet alleen een boeiende biografie van een koninklijk landgoed, maar schetst ook een verrassend portret van de Oranjes en leemkuilen, paraboolduinen, Celtic fields, doodijsgaten en ringwaldburchten.

Vrouwen met groene vingers

E

en fraaie en kleurrijke uitgave over vrouwen met een passie voor tuinen in vijf thematische hoofdstukken. Over zes vorstinnen die met hun tuinen naam hebben gemaakt, zoals Catharina de Medici met haar kasteeltuin bij Chenonceau aan de Loire. Over vrouwen die zich pioniers toonden en ook zélf tuinierden. Over schilderessen en schrijfsters met een voorliefde voor bloemen en planten, zoals de beroemde Beatrix Potter, die een boerderij kocht in het Lake district en daar een schitterende tuin aanlegde, hoewel ze nooit eerder getuinierd had. Vrouwen met groene vingers geeft een rijk geïllustreerd overzicht van beroemde tuiniersters, tuinarchitectes en auteurs vanaf 1600 tot nu. Gewoon een boek om te hebben Vrouwen met groene vingers C. Lanfranconi, F. Stanislav en M. Herwig

Kroondomein Het Loo

Uitgeverij Amsterdam

Hans Bleumink en

University Press

Jan Neefjes

ISBN 978 90 89 64042 0

Uitgeverij Matrijs

Prijs a 24,95

ISBN 978 90 5345 413 8 Prijs a 39,95

nummer 4 winter 2013 59


Over de tuin en zijn ontwerper, hovenier en eigenaar; drie partijen die samen de tuin maken middels hun wensen en verlangens, hun kunde en kunst, hun ambacht en ambities om de mooiste buitenruimte te creëren.

Foto’s: Karel Bodegem en Saskia de Wit

D

eze tuin ligt in een historisch deel van Den Haag en behoort bij een gebouw waarvan de fundering is gelegd in de zestiende eeuw. Een historische plek en indertijd ook de grens tussen de stad en het Haagse hout, het bos. Rondom het perceel is enkel hoge bebouwing, er is geen uitzicht en geen horizon. Toetreden kan vanuit de woning en door een – min of meer geheime – lange toegangspoort, net zo breed als de transportkoets die hier ooit zijn stalling vond. Met recht zou je deze tuin achter bas van pelt, het bureau voor binnenhuis­architectuur van Karel Bodegem en Stijn Hofstede, een ‘kamer zonder plafond’ kunnen noemen. Karel woont en werkt samen met Stijn al heel wat jaren in het pand waar deze tuin bij hoort. Ze hebben altijd al graag ergens een stukje eigen buitenruimte gehad. Volgens de overlevering zat Karel zelfs als baby al heel graag in het gras. Een waar buitenmens en groenliefhebber kun je hem echter niet direct noemen. Wel een belezen en gedreven estheet. Het startsein voor de verandering van deze tuin was de herbouw van het achter het perceel gelegen Nationaal Toneel. Karel belde daarvoor Saskia de

60 nummer 4 winter 2013

Wit, de specialiste op het gebied van de omsloten tuin. Karel: ‘Ik kende Saskia al een paar jaar, onze ontmoeting begon ooit met een kop thee uit een servies met een gouden randje. Die ontmoeting bleek onuitwisbaar.’ Deze particuliere tuin wordt losjes gedeeld met alle bezoekers en de acteurs en artiesten van het aangrenzende Nationaal Toneel. De foyer heeft een deur die uitkomt op het meest noordelijk gelegen deel van de tuin, wat Karel en Stijns deel van de tuin tot een verdedigbare ruimte maakt. Er wordt echter bewust niet gekozen voor een hoog hek of dikke haag om de twee tuingedeelten te scheiden, er is juist ruimte gecreëerd voor alle gebruikers. Er is wel gekozen voor de symbolische drempel. Iedere bezoeker van het Nationaal Toneel ziet en ervaart daadwerkelijk dat deze tuin iemands eigendom is. De aan­wezigheid van de geweldige cortenstalen haard, de zitmeubelen, de tafels en de sfeervolle aanlichting van de wanden zorgen ervoor dat niet-genodigden zullen aarzelen bij de betreding van deze buitenruimte. ‘En die slagboom dan, halverwege?’ vraag je nu. Ook die is symbolisch. Van handgeschuurd kastanjehout. lees verder op de volgende pagina


tuin 8

Een tuin voor artiesten en bezoekers

nummer 4 winter 2013 61


Hoewel Saskia de Wit uit een boerenfamilie komt en hele goede herinneringen heeft aan de zomers op de boerderij van haar grootouders, kwam de interesse voor het landschap pas geleidelijk.

Z

elf wilde ze wel naar de kunstacademie, tot een beroepskeuzetest op de middelbare school de richting van tuin- en landschapsarchitectuur aangaf. De bekende tuin- en landschapsarchitecte Ank Bleeker, die toen nog lesgaf aan de landbouw­ universiteit Wageningen (tegenwoordig WUR), overtuigde haar vervolgens om daar te gaan studeren. Hoewel de studie zelf tegenviel, is in de zes jaar Wageningen toch de liefde voor het vak ontstaan. Saskia: ‘Ik heb mijn studie tuin- en landschaps­ architectuur afgerond in 1993. Toen heette het nog zo, nu heet het enkel landschapsarchitectuur, jammer dat de ‘tuin’ er vanaf is gehaald. Na de afronding van mijn studie ben ik eerst een boek gaan schrijven, samen met Rob Aben. De omsloten tuin gaat over de geschiedenis en ontwikkeling van de hortus conclusus en de herintroductie ervan in het hedendaagse stadslandschap. Ook ben ik les gaan geven op de Faculteit Bouwkunde aan de TU Delft, iets wat ik nog steeds doe.’ Het begeleiden van de studenten zorgt ervoor dat Saskia scherp blijft. Saskia reist veel en bekijkt dan zoveel mogelijk architectuur en tuin- en landschapsarchitectuur. Ze laat zich inspireren door het kleine, zoals een fraai putdeksel of een hekwerk van een Frans balkonnetje, maar ook door het grote van een industrie­- of natuurlandschap. Verder leest ze veel boeken, zowel technische als tuinhistorische en monografieën van beroemde ontwerpers. Vaak doet ze ook diepgaand onderzoek naar een tuin die ze bezoekt. Dan probeert ze de onderliggende ontwerpprincipes te achterhalen, om die later zelf toe te passen. Het zijn steevast goed bestede uren. Ze ontwerpt zowel tuinen als openbare ruimten en naast het lesgeven doet ze veel onderzoek. Zo heeft ze onlangs een studie afgerond naar het Nederlandse

62 nummer 4 winter 2013

laagland en is ze op dit moment bezig met promotieonderzoek naar de omsloten tuin als prototype voor de nieuwe openbare ruimte. Bij Saskia gaat het steeds over de relatie tussen tuin en landschap. Ook in haar landschapsarchitectonisch onderzoek gaat het om het ontrafelen van de wissel­werking tussen het ontwerp en het onderliggende landschap. Die kennis over die wisselwerking en de relaties is terug te zien in alle tuinontwerpen die ze maakt. Het betekent ook dat de door Saskia ontworpen tuinen nooit op elkaar lijken. De landschaps­architecte vertelt: ‘De tuin zie ik als intermediair tussen de mens en de natuur, de wereld en de maatschappij. Ik vind het belangrijk dat de tuin een reflectie is op zijn omgeving. Ik zoek altijd naar verbanden, mijn tuinen moeten bijdragen tot een kijk op de wereld. Ik ben goed in ruimtelijke en beeldende analyse van de omgeving en dat zal zoveel mogelijk als basis dienen. Bovendien ben ik goed in het maken van een compositie, de tuin moet een ruimtelijke eenheid zijn. Ik ontwerp unieke en heel specifieke tuinen, passend bij de plek. Dus nimmer een typische “saskia de wit”, zo’n tuin bestaat niet.’ Het eerste gesprek dat Saskia met een opdracht­ gever voert, draait in eerste instantie vooral om het persoon­lijke contact. Vervolgens zal Saskia aangeven wat ze zelf als aanknopingspunten ziet. Zo achterhaalt ze of de contextuele manier van ontwerpen de opdrachtgever aanspreekt. ‘Na het gesprek en een analyse van de situatie ben ik in eerste instantie helemaal blanco, en dan begint zich langzaam een idee te vormen dat zich – ook heel langzaam – uitkristalliseert. Het wordt interessant als er daarna onverwachte reacties op mijn idee komen. Een ontwerp krijgt juist dan de kans om gelaagd te worden’, vertelt Saskia.


Dit tuinverhaal en nog 21 andere tuin­verhalen zijn ook te lezen in het boek Meesterlijke Tuinen. Wendy Hendriksen & Paul Scholte 272 pagina’s, gebonden a 24,95 ISBN 978 90 02 23606 8 Standaard Uitgeverij

Ze heeft veel contact met architecten en vergelijkt haar vak vooral met dat van de architectuur. ‘Wat het vak tuinarchitectuur dan weer bijzonder maakt is het aspect tijd. De soms onvoorspelbare groei van planten, de veranderende verhoudingen in hoogten en volumes van een volwassen wordend groen en de vergankelijkheid van het groen, ook daar geniet ik van.’ ‘De ontwerpopgave voor de tuin van Karel en Stijn was uitdagend, onder meer wegens de bijzondere eigendomssituatie. Karel is mijn gesprekspartner, maar de wensen van het Nationaal Toneel moeten ook een plek krijgen. De grens tussen beide gebrui­ kers van de tuin moet duidelijk zijn, hoewel die grens ook kan verschuiven of zelfs mag verdwijnen als een van beide gebruikers de hele tuin nodig heeft. Uitdagend is ook het beeld dat Karel heeft, dat van een zwarte weg in de tuin, het liefst in asfalt uitgevoerd. Al snel blijkt dat asfalt op deze moeilijk bereik­bare plek niet haalbaar is binnen het budget, dus het overeind houden van het sterke beeld is een opgave. Zoals gezegd denk ik meer in ruimten dan in beelden, en het was nieuw voor me om één beeld voor de hele tuin te vertalen naar een ruimtevorm. Karel deed vooral veel voorstellen, ik moest ze inperken en in goede banen leiden.’

‘We hebben wel enige tijd gestoeid met de ontwerp­ schetsen. Het tweede idee, dat van de golvende wand en de uitgesneden plantvakken uit de verharding, is uitgewerkt. Daarna heb ik nog tijd besteed aan de juiste curven in de wand, aan de maximale kromming van het materiaal, zodat het nog als verdeler van de ruimte zou werken. De tegels die nu in de tuin liggen hebben een vellingkant, wat ik afbreuk vind doen aan het geplande continue vlak. Zo doe je af en toe concessies, er zit altijd wel beweging in een tuin. Karel en ik hebben deze samenwerking in het ontwerp en de aanleg van de tuin als heel prettig ervaren. Regelmatig ontwerp ik nu tuinen voor woningen waarvan Karel het interieur doet. Deze wisselwerking is heel erg vruchtbaar. Karel heeft heel uitgesproken ideeën, terwijl ik veel genuanceerder ben. Hij roept dan iets over de tuin, vaak een duidelijk beeld of een ongewoon materiaal, en dat idee bewerk en vervorm ik net zo lang tot het opgenomen kan worden in een groter concept. Dit soort input zie ik ook als inspiratiebron. En de wisselwerking bestaat natuurlijk ook uit het creëren van een relatie binnen-buiten, ruimtelijk, visueel en qua materialisering. Karel is dan ook een van de opdrachtgevers met wie ik bevriend ben geraakt.’ lees verder op de volgende pagina

nummer 4 winter 2013 63


Met zes hoveniers, twee leerlinghoveniers, zes timmermannen en twee leerling-timmermannen in dienst is Defra van Frans Scheffer wel een speciaal hoveniersbedrijf. Of is het een timmerbedrijf?

U

niek is deze combinatie zeker, en heel praktisch ook. Tuin en bouw komen elkaar dikwijls tegen in de buitenruimte. Denk maar eens aan tuinmuren, schuurtjes, veranda’s en schuttingwerk. Of prieeltjes, pergola’s en vlonders. ‘Wij werken als bedrijf nog ambachtelijk en maken alle bouwkundige onderdelen in een tuin zelf. Er werken allemaal specialisten bij dit bedrijf: zo is er een metselaar, een stratenmaker en een elektricien in huis.’ Medewerker Jordy Bruin werkt aan de realisatie van het ontwerp van Saskia de Wit. Hij is van jongs af aan al een buitenkind en is veel in de tuin van zijn opa te vinden. Jordy: ‘Als bedrijf houden we ons op de hoogte van trends via de vakbladen, ook kijken we naar al die televisieprogramma’s over tuinen. Een opdracht­ gever kijkt daar namelijk ook naar en heeft dan veel vragen over bepaalde tegels, pergola’s of hekwerken. Wij kunnen door ons vakmanschap een opdracht­ gever goed van dienst zijn, op iedere vraag hebben wij een passend antwoord.’ Jordy gaat verder: ‘Op willekeurige feestjes wordt aan een automonteur gevraagd of hij even naar een bokkige auto wil kijken, aan een timmerman of hij even wil helpen met een scheef dakkapelletje. Aan mij, hovenier, wordt vaak gevraagd hoe de hortensia gesnoeid moet worden en of ik even tussendoor een zwembad kan komen graven. Ik leg dan altijd uit wat ons vak nu werkelijk inhoudt.’ Ik heb een geweldig beroep dat veel meer betekent dan schoffelen en een tegelpad leggen. Dit vak is zo veelzijdig, ik kan dit nog jaren doen en dan wekelijks iets nieuws maken. Dat is het leukste van ons bedrijf, ’s ochtends als alle jongens verzamelen om aan het

64 nummer 4 winter 2013

werk te gaan, zie je de harmonie en de wens om die dag weer iets moois te gaan maken. Die drive en die saamhorigheid zijn zo belangrijk om deze goede prestaties te kunnen blijven leveren.’ Defra werkt wel vaker voor Saskia de Wit. ‘Deze opdracht was erg interessant door de veel­zijdig­heid van het project. Geen onderdeel was standaard, er is prachtig vakmanschap aan te pas gekomen. Zo hebben we onder meer de zwarte bestrating met zandgele zebrastrepen aangebracht en de onderbeplantingen van waldsteinia en de bosbes ingeplant.


Ik wil wedden dat je nog nooit zo’n fraaie hand­geschuurde slagboom hebt gezien.

Ook hebben we de bijzondere schuttingen gemaakt, de elektra geïnstalleerd en de slagboom vervaardigd.’ Die slagboom, dat was overigens nog wel onver­ wacht een heel bijzonder projectje. Jordy: ‘Het was zoeken naar een speciale ongeschaaf­de kastanjehouten paal van vier meter lengte. We dachten dat het vinden daarvan geen probleem kon zijn, maar toch bleek zo’n stam of paal nergens te krijgen. Letterlijk is stad en land afgezocht, terwijl inmiddels de tijd begon te dringen.

Uiteindelijk is in het piepkleine plaatsje Langbroek een prima kastanjehouten paal van de benodigde vier meter gevonden en bij ons afgeleverd. De staalleverancier had inmiddels ook de stalen hang- en sluitbevestigingen geleverd, maar het bleek dat de kastanjeboom iets dikker was dan besteld. Natuurlijk hebben we toen ter plaatse de hele stam handmatig keurig op maat gemaakt, zodat alle bevestigingen perfect zouden passen. Ik wil wedden dat je nog nooit zo’n fraaie handgeschuurde slagboom in een tuin hebt gezien’, lacht Jordy. lees verder op de volgende pagina

nummer 4 winter 2013 65


Karel en Stijn wonen en werken al heel wat jaren in het pand waar deze tuin bij hoort. Karel heeft altijd al ergens een stukje eigen buitenruimte gehad, maar een waar buitenmens en groenliefhebber zou je hem echter niet direct noemen. Wel een belezen en gedreven estheet.

D

e vraag die Karel aan de tuinarchitecte voorlegt, is een ander soort tuinwens dan Saskia normaal gesproken krijgt. Karel stelt de vraag of het alfa-en-bètadenken in zijn tuin in een combinatie tot uiting kan worden gebracht. Met daartussen een figuurlijk en letterlijk keuzeveld voor de ja-nee-beslissingen die bij het leven horen. Terwijl dat veld tevens dient om simpelweg de lengte van de tuin te accentueren. Welja. En praktische wensen heeft Karel ook: ‘Wezenlijk moet een tuin mij dagelijks niet om méér vragen dan wat water en het wegvegen van een paar bladeren.’ En hij wil graag een paar volwassen, grote, echte bomen in de tuin. Karel is zeer verrast door het voorstel van Saskia: ‘Toen ze mij de uitzonderlijke schutting met de karakteristieke golf erin presenteerde, dacht ik alleen maar: ik hoop dat het gaat lukken! Door deze schut-

Wezenlijk moet een tuin mij dagelijks niet om méér vragen dan wat water en het wegvegen van een paar bladeren. 66 nummer 4 winter 2013

ting is de tuin echt een autarkische omgeving geworden, een on-uitwisselbare omgeving ook. Echt uniek. En uniciteit is voor mij enorm belangrijk.’ De oorspronkelijke wensen zijn alle staande gebleven, alleen op één materiaal heeft hij moeten inleveren en dat is het asfalt. ‘Ik had graag echt het diepzwarte wegdek willen laten aanbrengen, met echte witte strepen als zebrapad… Helaas is het leveren van asfalt op slechts 150 vierkante meter in een omsloten tuin haast niet te realiseren.’ De tuin is wel gevormd zoals hij bedoeld is, hij wordt benut zoals hij bedoeld is en gedraagt zich zoals hij bedoeld is. Zowel Karel en Stijn als het Nationaal Toneel gebruiken beurtelings maar ook gerust gelijktijdig de tuin. Er past met gemak een bigband met 150 man publiek in, er kan een zalige Kersentuin-voorstelling worden gegeven of zelfs een barbecue voor vijftig man worden georganiseerd. Karel: ‘De tuin is gewoonweg meer dan dat ik me had voor kunnen stellen. Dat berust vooral op de samenwerking met Saskia, dit jaar doen we samen weer een tuin. Zij als tuinarchitect en ik als binnenhuisarchitect. Ja, we werken inmiddels samen in dit soort projecten, omsloten en bijzondere ruimten. En dat vinden we beiden erg prettig!’


nummer 4 winter 2013 67


Een tuin in de stad

E

en uitgebreid tuinboek voor mensen met een kleine tuin, balkon of patio. Het boek telt zeven hoofdstukken met thema’s als: wat mag blijven en wat moet eruit, hoe ontwerp je je tuin, tips voor een onderhoudsvriendelijke stadstuin, welke planten en materialen kun je het best gebruiken en hoe kun je je tuin elk seizoen een ander gezicht geven. Mooie foto’s illustreren de teksten. De schrijver, Joe Swift, is een Engelse tuinontwerper en was presentator van Gardeners’ World. In dit boek reikt hij vooral strakke en moderne tuinindelingen aan. Het gaat daarbij niet alleen om de beplanting en indeling, maar ook om lichteffecten of het gebruik van water in de vorm van een vierkante vijver of een rustige fontein. Dit boek wordt erg gewaardeerd door tuinbezitters. Een tuin in de stad Joe Swift Kosmos Uitgevers ISBN 978 90 215 3410 7 Prijs a 22,50

Tijdreis in je eigen tuin

D

it boek, dat in samenwerking met de Botanische tuinen in Utrecht tot stand is gekomen, is bedoeld voor kinderen vanaf 12 jaar. Tijdreis in je eigen tuin gaat over de geschiedenis van de aarde en de evolutie van de allereerste levensvormen tot het rijke planten- en dierenrijk van nu. En over de mens in de natuur en hoe de mens door zijn ontdekkingsreizen de natuur beïnvloedde. Een deel van het boek gaat over Tuinen van alle tijden. De mens heeft graag een stukje groen in de buurt. De Romeinen kweekten bloemen voor in hun villa’s en in de middeleeuwen waren bij kloosters tuinen te vinden. Je vindt hier tuinen om zelf aan te leggen, tuinontwerpen die samenhangen met de ontdekkingsreizen, de Zijderoutetuin, de Columbustuin en de middeleeuwse tuin. Een ander deel van het boek begint met ‘het eerste leven’ en gaat via hoofdstukken als ‘planten gaan aan land’, ‘een kreeft in de tuin’ en ‘verre reizen’ naar ‘voedsel van ver’. Het bevat ook een flink aantal doe-opdrachten om zelf aan de slag te gaan. Achter in het boek staat een verklarende woordenlijst en een foto van de negen kinderen die aan het boek hebben meegewerkt. Tijdreis in je eigen tuin hoort bij een reeks educatieve tuinboeken voor kinderen die iets willen weten over de natuur en graag zelf de handen uit de mouwen steken. Tijdreis in je eigen tuin Bram Wolthoorn Roger Klaassen KNNV Uitgeverij ISBN 9789050114424 Prijs 18,95

68 nummer 4 winter 2013

&


De uitdaging

Weer 10 nieuwe festivaltuinen De geselecteerde tuinontwerpen voor de editie 2013 van het Tuinenfestival Appeltern zijn bekend. Dit jaar worden er niet tien volledig nieuwe tuinen aangelegd, in deze tijd van aandacht voor duurzaamheid is gekozen voor aanpassing, een twist met een minimum aan nieuwe materialen, elementen en budgetten. Aan de inzenders werd gevraagd om de tien tuinen van de editie ‘Reflectie’ van twee jaar geleden opnieuw te bekijken en te herontwerpen.

Vanaf 11 mei 2013 zullen de tien nieuwe tuinen, naast de tien tuinen van 2012 weer voor het publiek te bezichtigen zijn. Bezoekadres: De Tuinen van Appeltern, Walstraat 2a, 6629 AD Appeltern. www.appeltern.nl

D

e juryleden Michel Lafaille en Ben van Ooijen selecteerden uit 35 inzendingen de meest bijzondere ontwerpen. Die tien concepten worden op dit moment aangelegd en zijn vanaf mei weer voor iedereen te bezoeken. Opvallend feit: een aantal ontwerpers her-ontwierpen hun éigen tuin van twee jaar geleden!

De 4 elementen | Ontwerper Peter van Dam  www.rivius.nl

Helder | Ontwerper Bart van der Pasch www.bvdp.nl

De Goudduivel | Ontwerpster Jacqueline Volker www.lifestyleadviseur.nl

Veerkracht | Ontwerpsters Marion Vermeulen www.debuitenkamer.info en Marianne Tuyn www.mariannetuyn.nl Beschouwen | Ontwerper Jelle Dijkstra www.tuinherder.nl Balans | Ontwerper Erik Bretveld www.babako.nl RéCreatie | Ontwerpers Jesse van Keeken en Erwin Elschott  www.geonius.nl Ontspanning en inspanning | Ontwerpsters Fhreja Deckers en Francis Vos  www.HealthLandscapers.com Ithaka | Ontwerpsters Jeanne Meijboom www.jeannemeijboom.nl en Jolanda Vreeken De horizon voorbij | Ontwerpster Marja Wennemers  www.groendok.nl

nummer 4 winter 2013 69


Nieuwe natuur

70 nummer 4 winter 2013


N

aast het nieuwe werken en het nieuwe rijden bestaat er ook zoiets als de nieuwe natuur: de wolf is terug in ons land. Ik doel niet op de verklede variant met het stalen brilletje en de valse lach, Nee, het gaat hier om de echte versie: gespierd, een bek vol tanden, gesoigneerde kop vol haar en priemende ogen. Die wolf staat de trappelen aan onze grenzen en schijnt er af en toe dus al overheen te wandelen. Tot jubel en vreugde van natuurfilosofen, -omarmers en -evangelisten die de bewegingen van 18 Duitse en 23 Poolse roedels nauwlettend volgen. Een wolf draaft per nacht zo’n 50 kilometer achtereen, het is een kwestie van tijd eer Den Haag wordt gevisiteerd. Nu kan zo’n wolf helaas echter op vrij weinig sympathie van het volk rekenen. Er schijnt een sterk positief verband te bestaan tussen de mate van de angst voor het beest en de afstand van de woonplaats van de ondervraagde tot het leefgebied van het roofdier. Nu hoor ik u zeggen: dat beest is gewoon een invasieve exoot, en dus gewoon húp, wég ermee? Net als met de waternavel, nijlgans, Japanse eekhoorn, halsbandparkiet en de tijgermug? Nee, de wolf komt op eigen kracht over de grens, en dan is het geen exoot. Bovendien was het beest in het ijkjaar 1492 inheems. En mag dus ook op die grondslag geen exoot worden genoemd. De angst voor de wolf schijnt trouwens wel wat overdreven. Ze hebben niet allemáál hondsdolheid en volgens de natuurliefhebbers loop je nog eerder kans door je eigen Golden Retriever te worden verscheurd dan dat een wolf je te pakken krijgt. Er ligt al wel een handig draaiboek wolfmanagementsplan en een kleurige folder klaar, mocht het toch zover komen. Maar sowieso zul je overdag weinig last van het beest hebben, ze zijn wat schuw. Tenzij je Roodkapje heet. Maar dat is weer een ander verhaal. We leggen de loper uit voor de wolf. Maar geef ze voorlopig alsjeblieft géén namen. Dat heb ik van mijn visboer geleerd, toen hij vlak voor oud en nieuw twee nog levende kreeften verkocht aan een deftige dame in een bontje. ‘Geen namen geven, mevrouwtje, anders ga je je eraan hechten...’

nummer 4 winter 2013 71


(advertentie)

wendy hendriksen info@wendyhendriksen.nl

Een magazine samenstellen. Boeken maken. Een corporate story schrijven. Interviewen. Wekelijks een column maken. Een inspirerende nieuwsbrief over mode, design of architectuur samenstellen. Ik hou van opdrachten die creativiteit en denkwerk vergen.

72 nummer 4 winter 2013

the peuleschil company


H Hoe doe je mee aan een van de rubrieken? Beantwoord de acht vragen, stuur daarbij een foto van jezelf mee. Schrijf een column met een mening. Maak een foto van het uitzicht vanuit je eigen woonkamer, kantoor, tuinhuis of balkon. Wil je jezelf laten zien met een paar

et vierde nummer van GroenLokaal is een feit! We zijn een heel klein beetje aan het wortelen in de wereld van groenprofessionals en groenliefhebbers en ontvangen inmiddels kopij van bijzondere, praktische, innovatieve en soms zelfs spraakmakende projecten. We hopen dat we je er inspiratie van krijgt, interessante vakgenoten door leert kennen en wellicht op het idee wordt gebracht je eigen project in te gaan sturen. Een tijdschrift vóór en door groenprofessionals en groenliefhebbers kan natuurlijk niet bestaan zonder input uit ‘het veld’. Mail ons dus gerust je nieuws en nieuwtjes, gewonnen of niet-gewonnen prijzen, je tuin in een nieuwbouwwijk, op het dak van een kantoor of achter een museum, je bezoek aan Appeltern, de Floriade of Chaumont, een foto van je ‘Uitzicht’ en de antwoorden op de Acht Vragen. Wij zijn nieuwsgierig naar alles wat er leeft, op groengebied. We willen in dit tijdschrift en op de blog GroenLokaal informeren, inspireren en verbinden. Een ieder heeft in de eigen ontwerppraktijk of hoveniersbedrijf zoveel kennis en ervaring opgebouwd, dat we in dit platform vol samenwerking kennis willen delen, zodat het vakgebied verder kan gaan groeien. Op www.groen-lokaal.nl lees je meer. Jouw projecten en nieuws voor het voorjaarsnummer kunnen tot 21 maart 2013 gemaild worden naar redactie@groen-lokaal.nl

tweets, twitter dan naar @groenlokaal. Stuur foto’s van een project.

We kijken er naar uit! Tot ziens!

Meld nieuwtjes over je eigen ontwerpbureau of hoveniersbedrijf.

Paul & Wendy

Maak een foto van of schrijf een verhaal over de boom, heester of plant waar je wat ‘mee hebt’. Ben je in een open tuin, op een beurs of bij een tentoonstelling geweest: schrijf voor al je vakgenoten een review! en stuur dit aan redactie@groen-lokaal.nl

nummer 4 winter 2013 73


(advertentie)

peanutsch is ontwerp vormgeving creatief dtp lay out technisch dtp fotografie van

boeken brochures tijdschriften huisstijlen tentoonstellingen affiches websites en GroenLokaal 1, 2, 3 en 4

www.peanutsch.nl 74 nummer 4 winter 2013


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.