GroenLokaal nummer 03

Page 1

zomer 2012 nummer 3 het digitale magazine dat groenprofessionals en groenliefhebbers verbindt, inspireert en informeert.

» Biodroom Antwerpen » Carolyn Steel and the Hungry City » Villa Augustus » Tuinieren op Prada’s » Schommelen in de stad nummer 3 zomer 2012 1


COLOFON Dit tijdschrift verschijnt meerdere keren per jaar en is eigen­dom van en wordt uitgegeven door The ­Peuleschil Publisher, Den Haag De redactie bestaat uit Wendy Hendriksen en Paul Scholte Vormgeving en ontwerp: Peanutsch, Den Haag Verspreiding: Issuu (digitaal)

Wilt u adverteren in Groenlokaal? Voor €280,- krijgt u een hele pagina tot uw beschikking. De achterkant kost iets meer, maar daar is er dan ook maar één van! De beelden in dit tijdschrift zijn eigen werk en voor een deel ontleend aan het internet. Wie onvermeld is ­gebleven, kan contact met ons opnemen, de beeldverantwoording zal direct worden aangepast.

Kort nieuws Acht antwoorden van Rachelle Eerhart Tweets uit de groene wereld Jardins, Jardin 2012 Op straat en het uitzicht van Stadstuinieren is... Kort nieuws Van Eesterenmuseum en de Tuinen van West Floriade in Almere Carolyn Steel and the Hungry City Schommelen in de stad Het plein: Markt, Delft Groen Dichterbij en de wedstrijd Het is zwart en het... Acht antwoorden van Annechien Meier Waar naar toe... The garden is the network Eten uit Den Haag Column: Klimmers en wurgers Parijs ‘goes bananas’! Uitwoord

In dit nummer vindt u bijdragen van Rachelle Eerhart, Annechien Meier, Wendy Hendriksen, UrbanLocations en Mies Scholte. GroenLokaal dankt een ieder die voor dit nummer tekst en beeld heeft geleverd. De redactie en de uitgever accepteren geen aansprakelijkheid voor foutieve content in opgenomen artikelen of geplaatste advertenties.

Het is toegestaan dit tijdschrift te verspreiden, in zijn oorspronkelijke vorm en zonder kosten te berekenen. Het is niet toegestaan de inhoud digitaal te wijzigen, (­delen van) het product onder eigen naam beschikbaar te stellen, of er geld mee te verdienen.

4

8

Biodroom Antwerpen

Groenten en kruiden uit de tuin

6 16 18 20 22 24 30 32 34 36 38 40 42 44 48 54 56 58 68 70 73

51

2 nummer 3 zomer 2012

Suggesties voor verbetering zijn ­welkom. Deelname ook!

58

19

19

Panderplein project aan het Binnendoor

Aan het eind van het karrenspoor


CONTACT redactie@groen-lokaal.nl Noordeinde 122B 2514 GN Den Haag 0612943145

Dé pleitbezorger voor het kweken van wat verse kruiden in je venster­ bank is Jamie Oliver geweest. Al vanaf zijn eerste televisieprogramma The Naked Chef bracht hij op geheel eigen wijze ‘eten’ terug tot de essentie. Jamie ‘stript’ voedsel en gaat daarmee terug naar de kern. Hij kookt puur, met een voorkeur voor dagverse en seizoensgebonden producten en gebruikt geen fancy keukenmachines. In Nederland zijn we ook al weer een tijdje bezig met nadenken over wat we nu eigenlijk eten. Naast het aanstekelijke enthousiasme GroenLokaal is een digitaal

van Jamie Oliver bleek het boek Hungry City van de Londense

tijdschrift, een blog

architecte Carolyn Steel uit 2008 een geweldige aanjager voor onze

(www.groen-lokaal.nl), een Facebook pagina en een

voedseldiscussies, architectuurprogramma’s, evenementen en

twitter­account

manifestaties op lokaal niveau. Wat Jamie en Carolyn naast aandacht

(@GroenLokaal).

vragen voor voedsel onbedoeld hebben gedaan is het plezier in

GroenLokaal is dé plek!

moestuinieren terugbrengen. De vraag naar volkstuintjes is groter dan ooit, de Groei&Bloei groepen groeien, zelfs de tuincentra worden in plaats van productleveranciers ‘believers’ en geven voorlichting hoe een stadse moestuin aan te leggen. Want laten we eerlijk zijn: het werkwoord ‘tuinieren’ lag al een tijdje ergens in een hele diepe kast te versloffen, maar dankzij de aandacht voor gezond voedsel is het werken in de tuin weer helemaal hip. Deze editie van Groen Lokaal gaat dan ook voor een groot deel over dit soort tuinieren. Met groenten! We horen graag de reacties, tips, op- en aanmerkingen en complimenten via de mail, de blog of social media! Veel leesplezier! Wendy Hendriksen

nummer 3 zomer 2012 3


Biodroom Antwerpen Aan de Willem Gijselstraat op Linkeroever in Antwerpen is op 15 april 2012 een gebied van drie hectare in gebruik genomen als gemeenschapstuin. Het is een initiatief van de Antwerpse cultuurcentra, het EcoHuis en de Antwerpse dienst Samen Leven.

O

p de eerste zaaidag waren er al zo’n tweehonderd bezoekers die naar hartelust hun groene vingers konden ophalen. Het project loopt tot eind september, maar Biodroom wil bewoners blijvend aan het tuinieren houden. Er wordt in het project getuinierd in ‘big bags’ die voor tien euro aangeschaft kunnen worden. Er is plaats voor ongeveer 700 zakken. De gemeenschapstuin is, naast een manier om voedsel te kunnen verbouwen voor de flatbewoners, bovenal een ontmoetingsplek waar mensen van allerlei pluimage gezamenlijk aan de

Foto’s: Urban Locations

4 nummer 3 zomer 2012

slag gaan. Bij ieder bezoek kun je een stempel op je spaarkaart krijgen waarmee een les ecologisch tuinieren, een extra big bag of groenten uit de gemeenschapstuin bijeen kunnen worden gespaard. Biodroom is ook nog eens een levend laboratorium waar ecologie het voorwerp is van artistiek onderzoek. Kunstenaarsduo Bruno Herzeele en Elke Thuy (www.elke-bruno.be) zijn de curatoren die in totaal zes kunstenaars uitnodigden, om samen met bewoners en schoolkinderen installaties te bouwen. Elke maand was er één kunstenaar aan de beurt.


Heidi Swerts bouwde grassculpturen, Gino Rizzi maakte een plastieken tuin, in juni zijn de tuiniers gaan stadstuinieren met Wietze Vermeulen, Sara Dykmans bouwde in juli sculpturen van wilgentakken en Hans Luyten maakte een groei-experiment met een modeltrein en camera. In augustus wordt de winnaar van de wedstrijd ‘windinstallatie bouwen’ ruimte geboden om zijn of haar ontwerp van een windinstallatie daadwerkelijk te verwezenlijken. Bruno en Elke hebben zelf het Dome als infopunt gebouwd, met zitplekken en een kinderspeeltuin waar kinderen met hout en klei kunnen spelen. Biodroom staat voor theater, keukens uit alle windstreken, muziekavonden en biomarkten. Dit project wordt gedragen door een aantal sterke pijlers: kunst en ecologie, tuinieren in zakken, gemeenschapstuin, workshops, muziek en ‘levend’ laboratorium. Het programma wordt gemaakt met heel wat lokale partners, waardoor het een sterk plaatsgebonden draagvlak heeft. Het is een echte ontmoetingsplek geworden waar ook schoolkinderen en bewoners aan kunnen deelnemen aan lessenreeksen en workshops rond tuinieren, composteren, bijen houden en biologisch koken. Het klinkt allemaal attractief en na een bezoekje aan Biodroom inclusief een kennismaking met de organisatrice Fleur kunnen we zeggen: het was er geweldig! Groen, levend, gezellig. En dat alles op een steenworp van het centrum van de stad. Met eetbare natuur... in zakken!

nummer 3 zomer 2012 5


Bomen, struiken en ander groen in de stad kunnen de lucht acht keer beter zuiveren dan tot nu toe werd aangenomen. Dat blijkt uit een onderzoek dat is gepubliceerd in het tijdschrift Environmental Science & Technology. Wetenschappers van de Lancaster University onderzochten welk effect het stadsgroen had op stikstofdioxide en fijnstof, twee vervuilers die schadelijk zijn voor de mens en in veel steden de veilige drempels overschrijden. Eerder onderzoek schatte de impact van stadsgroen op zo’n 5 procent, maar de wetenschappers concentreerden zich op het effect van groen in ‘stedelijke kloven’: de smalle straten tussen hoogbouw waar de lucht blijft hangen. De nieuwe metingen geven een heel ander resultaat: de doordachte plaatsing van gras, klimplanten of bomen in dergelijke kloven kan de concentratie van stikstofdioxide met 40 procent en fijnstof met 60 procent verminderen, dat is veel meer dan wat tot nu toe gedacht werd. De auteurs zien vooral een groot potentieel voor klimplanten, omdat die grote oppervlakken kunnen bedekken zonder al te veel grondplaats in te nemen. Ook bomen kunnen effectief zijn, maar enkel als ervoor gezorgd wordt dat ze geen vervuilde lucht vasthouden onder hun bladerdek. bron:Trouw 27 juli 2012

6 nummer 3 zomer 2012

Foto: Nationale Beeldbank

Groen in de stad veel effectiever dan gedacht


Ontwerper Wim Poppinga ziet de ruimte ‘als een film waarvan je de beleving kunt regisseren en waarmee je mensen kunt raken’. Deze visie, in combinatie met de Noordrand Nieuw-Vennep, was bepalend voor het ontwerp van de Binocle banken. De vorm van de banken, gemaakt van witte gietsteen, is overduidelijk afgeleid van een verrekijker. De banken kaderen het uitzicht en bieden een eigenzinnige beschutting in het open polderlandschap. Een ensemble van banken vormen een arrangement van markante bakens. Eind 2008 werden voor dit project de eerste contacten gelegd tussen Samson Urban Elements en de ontwerper Wim Poppinga. Al snel werd duidelijk dat met dit uitdagende ontwerp grenzen verlegd moesten worden. Samson kon hiervoor gebruik maken van de expertise van de Spaanse leverancier Escofet. Deze firma viert dit jaar hun 125 jarige bestaan en heeft door de jaren heen gewerkt aan spraakmakende projecten, waaronder de wereldberoemde Sagrada Família van Antoni Gaudi. De hier opgedane kennis heeft geleidt tot nieuwe structurele en bouwtechnische oplossingen voor het maken van vormen die met traditionele methodes niet bereikt konden worden. Door de meest geavanceerde maltechniek toe te passen kon een 1 op 1 model worden geproduceerd, dit model is vervolgens rechtstreeks gebruikt om de productiemal voor het gietsteen te maken.

Foto: Samson Urban Elements

De Binocle Banken, een blik op de toekomst

Projectgegevens Ontwerper: Wim Poppinga - Buro Poppinga, Amsterdam

Dit materiaal nu, laat zich moeiteloos vormen in de gewenste modus, wat niet alleen handig is voor de vlakken, maar ook voor de radius op de hoeken. Het gietsteen heeft een heel fijne structuur en voelt bijna zacht aan. De exacte samenstelling van het gietsteen zorgt voor de kleur, in het Bincole project is gekozen voor een wit materiaal met een kleine glinster. Tijdens het project zijn de mensen van Samson samen met ontwerper Wim Poppinga een aantal malen naar Barcelona afgereisd om de voortgang ter plaatse te beoordelen. Deze bezoeken hebben mede bijgedragen aan het perfecte eindresultaat waarmee Samson Urban Elements bv én de gemeente zich opnieuw op de kaart zetten.

Fotografie: Wim Poppinga – Buro Poppinga, Amsterdam Opdrachtgever:

Gemeente Haarlemmermeer

Uitvoering:

Samson Urban Elements bv

Productie:

Escofet 1886 S.A., Barcelona

nummer 3 zomer 2012 7


tuin 5

Groenten en kruiden uit de tuin 8 nummerWalter fotografie: 3 zomer Herfst, 2012Rotterdam


Over de tuin en zijn ontwerper, hovenier en eigenaar; drie partijen die samen de tuin maken middels hun wensen en verlangens, hun kunde en kunst, hun ambacht en ambities om de mooiste buitenruimte te creëren.

D

e bomen die de hovenier Paul Casteleijn in deze grote tuin heeft neergezet hebben een redelijke maat. Met een stamomtrek van zo’n zestig centimeter en sommige zelfs honderd centimeter wegen ze wel vijf ton per stuk. Met behulp van een forse torenkraan worden de exemplaren stuk voor stuk opgehesen. Dat is normaal gesproken al een flinke klus, maar net die week waait en regent het ook nog eens flink. In het moestuingedeelte van de tuin, dat bij het restaurant ligt, worden de fijnere karweitjes uitgevoerd. Hier staan klapbessen, druiven en rozebottelstruiken. Op de groentebedden worden onder meer radijsjes, rucola, pompoen, pastinaak, worteltjes en boontjes gezaaid. In de moestuin vind je ook de fruitbomen. En zouden die niet in iedere tuin en op ieder erf moeten staan? Een karakteristiek hoogstam­exemplaar is echt een sieraad, maar wordt door de stamhoogte van bijna tweeënhalve meter bijna niet meer aangeplant. Een in vorm gesnoeide fruit-

boom past echter overal! Bij leifruit worden de takken allemaal geleid, meestal op het platte vlak. De snoeivormen variëren, zo zijn er onder meer de palmet, spalier, snoer en de waaiervorm. Niet iedere fruitsoort is geschikt voor iedere snoei­vorm, ­bovendien zijn sommige snoeivormen erg bewerkelijk. Bij Villa Augustus kun je daarom snoei­lessen nemen. De moestuin herbergt naast heerlijke ingrediënten voor het restaurant namelijk ook een grote schat aan ambachtelijke kennis over tuinieren. Jan Freriks (1929) is de ­Nederlandse expert op het gebied van de beredeneerde snoei van leifruit en hij houdt met veel passie de kennis en het ambacht van deze bijzondere snoeivorm levend. Volg gewoon de hovenier en zijn aanwijzingen, kijk een beetje de kunst af en vergeet nimmer om zachtjes tegen de boom te praten. Overigens doet een tuin­man of leeshovenier verder op de volgende nóg meer pagina dan bomen planten, takken snoeien en plantjes zaaien. Want een beetje buitenman, die kan ook koken! nummer 3 zomer 2012 9


I

k heb gewoon vreselijk veel zin om iets met mijn handen te gaan maken’, had Daan van der Have gezegd. Maar wat een spalier of een koude bak is, dat weet hij op dat moment nog niet. Dat moment is inmiddels 15 jaar geleden, Daan is allang door de wol geverfd en heeft met Villa Augustus weer een droom verwezenlijkt.

De moestuin zorgt voor de menukaart. Daan heeft veel gelezen over de Victorian Kitchen Garden en droomde van ommuurde moestuinen met ijskelders, winterverblijven voor de citrusboompjes, kassen voor het voortrekken van groenten en heel veel bloemen tussen de moesperken in. In de Victoriaanse tijd lag naast een moestuin altijd een formele tuin met vormsnoeifiguren in buxus en taxus. Zo’n tuin heeft Daan achter het hotel van Villa Augustus laten aanleggen, compleet met grand canal en bijbehorende fonteinen. De meters lange muur die om deze formele tuin staat, is opgebouwd uit brokken steen, stukken fundering en hoekstenen die ter plaatse in de bodem gevonden zijn. De muur is aangevuld met allerlei verzamelde baksteen, resten funderingen, clusters van stukken oude muur en delen natuursteen, waaronder delen van een marmeren schouw. Maar dat is niet zomaar gedaan, Dorine de Vos tekende de gehele muur eerst volledig uit.

10 nummer 3 zomer 2012


Daan van der Have was jarenlang horecaman, tot hij een nieuwe geuzennaam verwierf. Hij werd tuinman. Reikhalzend heeft hij uitgezien naar het ogenblik dat hij een schoffel, spa en kruiwagen van stal mocht halen.

Dit tuinverhaal en nog 21 andere tuin­verhalen zijn ook te lezen in het boek Meesterlijke Tuinen. Wendy Hendriksen & Paul Scholte

In het Villa Augustus-restaurant serveert de kok een menu dat is gebaseerd op de seizoenen. Eten wat de tuin schaft. Daartoe wordt er flink geëxperimenteerd met bijzonder pootgoed. ‘We planten oud-Hollandse en buitenlandse gewassen, op zoek naar de echte smaak van groenten. Er zijn namelijk veel smaken verloren gegaan in de afgelopen decennia. Wat we heel belangrijk vinden is de authenticiteit van de gewassen, maar zeker ook het plezier dat we aan het verbouwen beleven.’ De samenwerking tussen Daan, de tuinbaas Katrien Prak en hovenier Paul Casteleijn resulteert in een geweldige buitenruimte. Het pomphuis is omgetoverd tot een markthal waar je een kopje espresso drinkt en de producten uit de moestuin kunt kopen. Ook het ruime restaurant is hier gevestigd. Omdat alle gevels ramen hebben en je een halve meter hoger zit dan de tuin ligt, kijk je al kletsend en etend over de moesgroenten, de fraaie kassen, de fruitbomen en het hotel in de watertoren uit. Het hotel is lopend door de moestuin te bereiken, maar ook vanaf de achterzijde van het complex. In dat geval arriveer je met de watertaxi. Je meert aan bij de steiger, vervolgens loop je door de prachtige poort langs de bijzondere muur en nadert het hotel door de wandeling over de as van de Italiaanse tuin. Daan van der Have geeft lezingen in de Limonaia, de mooi vormgegeven kas van Villa Augustus. Hij licht dan het ontwerp, de aanleg en het beheer van de moestuin toe en

vertelt over zijn beweegredenen en de ideale tuin die hem daarbij voor ogen stond. Tot slot vertelt hij over alle bijzondere ingrediënten uit de moestuin die in de diverse menu’s van Villa Augustus worden verwerkt. Deze tuin is eten, is ervaren, is zien, is ruiken en is proeven. Met plezier neem je hier een versgeplukt boeketje cosmea of aller­ lei comestibles zoals een flesje exclusieve A­ugustus-olijfolie mee naar huis. En ieder voorjaar zijn er zaden te koop, met op het zakje de bijzondere tekeningen van kunstenares Dorine de Vos.

272 pagina’s, gebonden a 24,95 ISBN 978 90 02 23606 8 Standaard Uitgeverij

lees verder op de volgende pagina

Van zes appels, wat chilipeper en rozemarijn maak je deze verrukkelijke appeltaart. Meng 200 gram bloem, 70 gram suiker, wat zout, 1 eierdooier en 2 eetlepels zure room. Snijd er 100 gram kleine stukjes boter door en kneed alles snel tot een mooie deegbal. Leg het deeg in plastic een halfuurtje in de koelkast. Maak intussen de vulling: hak 60 gram walnoten met 1 eetlepel fijngesneden rozemarijnnaaldjes, 150 gram amandelspijs en 40 gram basterdsuiker. Schil 6 elstarappels en snijd ze in dunne schijfjes. Bekleed de bodem van een ingevette springvorm (ø 26 cm) met het deeg en maak een opstaand randje. Verdeel het noten-spijs-rozemarijnmengsel over de bodem en leg er de schijfjes appel dakpansgewijs op. Strooi er een heel fijn gesneden chilipepertje over en 40 gram basterdsuiker. Verdeel 40 gram boter in kleine klontjes en verspreid die over de vulling. Bak de taart 25 minuten in een voorverwarmde oven op 200 graden.

met dank aan www.ministerieetenendrinken.web-log.nl

nummer 3 zomer 2012 11


Eenentwintig jaar oud is Paul Casteleijn als hij in 1979 zijn hoveniers­bedrijf begint. Meteen maakt hij de keuze om voor kwaliteit in plaats van kwantiteit te gaan.

D

oor deze benadering en zorgvuldige werkwijze weten veel tuinarchitecten hem al snel te vinden. Wie anders dan Paul kan hun ontwerpen zo meesterlijk uitvoeren? Een van de eerste tuin­architecten die hem benadert is Dick Huigens, de bekende ontwerper uit Wageningen. Pauls carrière begint direct al met opdrachtgevers van naam, hij maakt de tuin van Albert Heijn en Tom Okker, de nationale tenniskampioen. Zijn hoveniersbedrijf heeft in de loop der jaren tweemaal meegedaan aan de Floriade en heeft daar gouden en bronzen bekroningen voor mogen ontvangen. Ook bij andere prestigieuze tuinfestivals en wedstrijden wint hij gouden en zilveren prijzen.

12 nummer 3 zomer 2012

Paul: ‘Door deze bekroningen, de samenwerkingen, de goede communicatie en mijn hoge kwaliteitseisen heb ik al honderden prachtige tuinen aangelegd.’ Onlangs verscheen zijn boek Paul Casteleijn, hovenier waarin te lezen valt: ‘voor veel mensen is een hovenier iemand die namens een opdrachtgever het plantgoed koopt en dat in de tuin zet, die een tuin zo het gewenste karakter geeft en eventueel het onderhoud blijft doen. Eenvoudig werk. Wat een misvatting. Wie zich verdiept in het werk van een hovenier weet wel beter. Hij is de man die de ideeën van tuinbezitters of de door hen ingeschakelde tuinarchitecten tot werkelijkheid maakt.


Hij is degene die met zijn naderhand vaak onzicht­bare arbeid een tuin omtovert tot siertuin en lust­hof. Paul Casteleijn is ruim 30 jaar hovenier en won vele nationale hoveniersprijzen. Hij werkt met bekende Nederlandse tuinarchitecten samen zoals Lodewijk Baljon, Mooie Nel, Roukens + Van Gils, Donders! & van der Heiden, Piet Oudolf en de Belgische bloemsierkunstenaar Daniel Ost. Waar zij de tuin ontwerpen, wordt Paul Casteleijn ingeschakeld voor de daadwerkelijke uitvoering.’ Het aanleggen van buitenruimten doet een beroep op het vakmanschap van de hovenier. De ontwerpcreatie aanvoelen, dat is waar het om gaat. Paul heeft waardering voor het detail en werkt met soepele hand aan de uitvoering. Heel af en toe ontwerpt hij zelf een tuin en uiteraard wordt de uitvoering daarvan een pláátje van een buitenruimte. Dan klopt alles. Paul heeft de lagere tuinbouwschool in Rotterdam en daarna de middelbare tuinbouwschool in Utrecht gevolgd. En nee, hij komt niet uit een groene familie, zijn vader was aannemer. Wat wellicht de reden zou kunnen zijn waarom Paul niet in loondienst bij een baas gaat werken, maar direct na school voor zichzelf begint. Er werken tien tot soms wel vijftien man aan de projecten. Vijf man daarvan zijn in vaste dienst. ‘Wij zijn een klein bedrijf, werken nauwkeurig en we durven de tijd te nemen om de perfectie te bereiken. Ook na al deze jaren topkwaliteit leer ik weleens wat nieuws in mijn vak’, vertelt Paul. ‘Dat nieuws komt dan uit de media, van collega’s of zelfs wel eens van opdrachtgevers.

De inspiratie voor het werk komt uit boeken, van diverse tuinbezoeken en natuurlijk van beroemde ontwerpers uit binnen- en buitenland. Mijn privé en werk lopen daarbij gewoon door elkaar en voor mij is dat erg prettig. Ik vind het leuk om continu bezig te zijn, naast het buitenwerk ben ik ook graag bezig met klussen in mijn verbouwde boerderij en in mijn eigen tuinen. Ook ben ik erg geïnteresseerd in antiek en heb ik een passie voor allerhande gereedschappen en machines.’ ‘Mijn werk is niet in een hokje te stoppen, ik kan er geen stempel op drukken. En gelukkig hoeft dat ook niet. Ik ben een moderne en klassieke hovenier tegelijk, een milieubewuste en een technische, een traditionele, flexibele en een vernieuwende hovenier door elkaar. Ik kan alles.’ ‘De eigenaren van de tuin van Villa Augustus zijn model­opdracht­­gevers geweest, voor mij en mijn medewerkers. Alles is in goede harmonie gegaan en we zijn hier toch al zo’n twee jaar bezig, van tijd tot tijd. Het is erg leuk om aan dit soort ambitieuze projecten te mogen meewerken. Het werken met Daan is leuk, we leren van elkaar. Overigens probeer ik hem nog steeds te overtuigen van het planten van nog een paar extra bomen in de Italiaanse tuin, achter het hotel. Tot nu toe geeft Daan geen krimp, we zijn erg aan elkaar gewaagd geraakt, de laatste jaren!’

lees verder op de volgende pagina

nummer 3 zomer 2012 13


14 nummer 3 zomer 2012


Daan van der Have, Hans Loos en Dorine de Vos zijn de oprichters van het befaamde Hotel New York in Rotterdam en hebben nu, samen met chef-kok Michael van der Struis, het oude drinkwaterleidingterrein in Dordrecht getransformeerd tot een idyllisch sprookje en het de naam Villa Augustus gegeven.

Augustus is de oogst­ maand. Onze moestuin barst dan bijna uit zijn voegen van de verse groenten. Het restaurant is vernoemd naar deze maand.

H

et restaurant ligt midden in de weelderige groentetuin. Buxushaagjes en rijen lavendel geven lijn aan de moestuinperken. Twee kassen zorgen het hele jaar door voor sla en andere eet­bare gewassen. Eten in een restaurant waar je midden in de seizoenen zit, voelt paradijselijk. Er is een menu­kaart zonder vastigheid, de gerechten veranderen om de paar weken. Het eten komt namelijk uit de tuin. Het is van tevoren dan ook nooit precies te zeggen wanneer de kok wat op de kaart laat zetten. De plaats waar de rivieren de Oude Maas, Noord, Merwede en Wantij samenvloeien, ligt op een steenworp afstand van deze locatie. Zowel de stad als het Groothoofd zijn al eeuwen het trefpunt van reizigers, kunstenaars en schrijvers, om uit te kijken over het magnifieke kruispunt van rivieren, waarboven wolken zich opstapelden. Lucht, land en water zijn in één oogopslag te zien. De reflectie op de enorme waterplas geeft bovendien een bijzonder, ondefinieerbaar licht. Sommigen noemen dit het Dordts licht. De schilder Aelbert Cuyp (1620-1691) is de ontdekker van het licht. Hij zorgde ervoor dat schilders als Eugène Boudin, Matthijs Quispel, Johan Barthold Jongkind, Jean-Baptiste Camille Corot en Jacob van Strij al vanaf de zeventiende eeuw van heinde en ver naar Dordt en het licht kwamen kijken.

Op 31 januari 1881 leverden de directeur gemeente­werken en de adviserend ingenieur op deze locatie een ontwerp in voor de ‘Hoogdrukwaterleiding te Dordrecht’. Onderdeel van het industriële complex was een imposante drieën­d ertig meter hoge vierkante toren met het uiterlijk van een kasteel: de Dordtse watertoren. De watertoren is allang niet meer in gebruik. Op de vierde verdieping van dit rijksmonument met de torentjes stroomt anno 2010 alleen nog water uit de badkamerkranen van het hotel. Wat een goed idee van deze drie ondernemers om van dit complex een hotel, restaurant en moestuin te maken. De uitspanning is zelfs met je eigen bootje of met de water­taxi vanuit Rotterdam gemakkelijk te bereiken. De aanlegsteiger ligt direct achter de tuinmuur. En kunst is er ook nog steeds, in het licht van Dordrecht. Dorine de Vos is mede-eigenaar en alles­kunstenaar. Ze staat bekend om haar originele tekeningen en decors voor films en televisie­programma’s en voor de manier waarop ze de interieurs heeft verzorgd van cafés zoals de Haagse Schlemmer en Hotel New York in Rotterdam. In Dordrecht richtte ze het restaurant in met spullen die ze op rommel­markten opduikelde en ontwierp ze onder meer alle menu­kaarten, de etiketten van de potten moestuin­jam en alle andere producten uit de tuin van Villa Augustus. Deze locatie, op het kruispunt van rivieren, staat al eeuwen bol van creativiteit. Van kookkunst tot schilderkunst, van interieurarchitectuur tot snoeikunst. Het bruist in Dordt.

nummer 3 zomer 2012 15


Rachelle Eerhart

1

Welk boek ben je aan het lezen Ik ben altijd in verschillende boeken bezig. Op dit moment zijn dat: ‘Sepp Holzer’s Permacultuur’, ‘De Mens als God’ van Mark Lynas, ‘Grond’ van Jan Hendrik Bakker & de ‘Fifty shades’-trilogie van E.L. James.

2

Naast wie wil je in het vliegtuig zitten, op die lange trip over de oceaan? En wat zou je hem of haar willen vragen? Hmm, moeilijk. Ik denk aan twee mensen: Ellen MacArthur van de Ellen MacArthur Foundation die in Engeland flink aan de weg timmert wat betreft circulaire economie. En aan Rob Hopkins, de oprichter van de Transition Town beweging. Ik ben erg geinteresseerd in het creëren van fysieke en sociale veerkracht in de maatschappij, vandaar deze twee.

3

Ben je in je dagelijks werk meer een bouwer of ... meer een bioloog (en zou je willen dat dat anders was?) Ik ben zeker een bouwer. Zet dingen in gang op het gebied van natuur, duurzaamheid en participatie. Mijn kracht ligt bij organisatie en visie en niet bij detailkennis. Dat vind ik soms wel jammer, daarom vind ik het erg fijn dat er mensen met veel kennis bij Eetbaar Park zijn die mij dingen willen leren over planten in de tuin.

16 nummer 3 zomer 2012

4

5

Welke plant of welke heester zou iedereen beter moeten leren kennen; want: zo fijn, zo fraai? Haha, dat vraag je aan mij? Ik kijk elke dag gefascineerd naar de trompetbloemen die aan het verschijnen zijn voor mijn raam! En eetbaar? Grote fan van pompoenen!

Welke jeugdherinnering heb je aan tuinieren? Sinds ik voor IVN ben gaan werken, kom ik erachter dat deze vraag vaak gesteld wordt bij introductierondjes enzo. Die ene topervaring in de natuur als kind kan ik me niet zo herinneren, of het moet het tegen de bergbeekjes opklauteren in de zomer in Oostenrijk zijn! Mijn echte topervaring kwam twee jaar terug toen ik een moestuin had aan de Laan van Meerdervoort en daar leerde hoe goed het was voor mij om op deze manier een connectie met mijn eten te bouwen. Geweldig!

6

Twitter je? Jazeker! En actief ook: @cheruchan, @eetbaardenhaag, @groendichterbij, @noimpactweeknl, @ivnzuidholland & @ivnnoordholland beheer ik in mijn tweetdeck. De ene dag wat actiever dan de andere. Ik vind Twitter een prettig middel om te horen over nieuwe dingen en om zelf berichten de wereld in te sturen, bijvoorbeeld tijdens bijeenkomsten.


7

Plan je je vakanties wel eens zo, dat je en passent ook even een Tuinen Festival, een fraaie historische tuin of landgoed, of een mooie tuinenbeurs kan meepakken? Nee, eigenlijk niet. Wel voel ik de laatste jaren meer voor vakanties in de mooie Nederlandse natuur, dan voor verre vliegreizen.

8

Wat voor een artikelen of onderwerpen wil je dat er in de volgende GroenLokaal staan? Als jullie wat willen schrijven over Groen Dichterbij, mijn nieuwe project over groene buurtprojecten, geweldig! (zie www.GroenDichterbij.nl). De rol die vergroening kan spelen voor welzijn, gezondheid, vastgoed, etc. vind ik ook super interessant. Zie voor een goed filmpje > www.biodiversiteitactieplan.nl

www.GroenDichterbij.nl

nummer 3 zomer 2012 17


@@ruimtevolk

@AnnekeBeemer

@sippideboer

@@dutchbirding

Reserveer alvast 29.11 in

Klant is zo tevreden over de

Hier kan ik niet tegen sproei-

Eind juli en oostenwind:

uw agenda! Dan organiseert

pas aangelegde voortuin dat

en... #intienminutentijdallesna-

let op de lucht voor Zwarte

RUIMTEVOLK een uniek

ik nu ook een ontwerp voor de

tenblank

Ooievaars!

innovatiefestival voor

achtertuin mag gaan maken!

@GroenDichterbij

@VroegeVogels

@kitchengardennl

Fijn! http://www.

Nieuws: Met je zaklamp

ruimtelijke vraagstukken. Meer info volgt.

Doperwten aan het plukken

GroenDichterbij.nl helpt

de tuin in: In tuinen waar

@Modesteherwig

van mijn dakmoestuin. http://

mee aan @debeterewereld :)

bloeiende planten staan zijn

een nieuw filmpje van mijn

lockerz.com/s/222240358

Dank voor het artikel! http://

de komende tijd volop vlinders

www.debeterewereld.nl/

te... http://bit.ly/QdLywK

vader Rob Herwig over het stekken van houtige gewassen

@GroenOndernemen

Artikelen/5238/Nederlandse_

http://bit.ly/N8ryt9

Dekkingsgraad BPL

buurten_worden_weer_groener

@Natuurleuk

(Bedrijfspensioenfonds voor

Vier miljoen Europese subsidie

@TeKiefte

de Landbouw) licht verbeterd.

#wistjedat: gras en bomen

http://bit.ly/LqGJ6W

in een saai kantoor er een

voor Brabantse natuur -

@IVNzuidholland

Omroep Brabant: Vier miljoen

11 oktober: ‘Beursvloer: Wat

Europese subsidie voor Braba...

paradijs van kunnen maken!

@EBaashoveniers

kan Groen voor je Doen?’ in

http://bit.ly/QE0Uz2

http://ow.ly/bJmL6

Is u olijfboom nog steeds niet

Den Haag! De vooraanmelding

uitgelopen ? Wij hebben DE

is nu open: http://www.

ideale oplossing voor u ! #DTV

nmepodium.nl/provincie/ZuidHolland/Beursvloer%3A+Wat +kan+Groen+voor+je+Doen … #ivn #groendoetgoed

18 nummer 3 zomer 2012


Twitter mee @groenlokaal

@EetbaarDenHaag

@Stadennatuur

@HWinnemuller

Wat plaatjes van Eetbaar Park vandaag!

Data bronstexcursies Staatsbosbeheer

Niet verwacht 3 pruimen aan 1jarige

https://www.facebook.com/media/set/?set

#Oostvaardersplassen vanuit Almere

bomen #reinne victoria. #kwaliteits

=a.254573487988168.50947.2372582663

bekend:van 25/9 t/m 31/10, di-vr. Boek nu

bomen!!!

86357&type=1 …

al! ow.ly/cnldZ

@Fleurenfruit @FleurenSales pic.twitter.

@groennet

@sonjanieuwetuin

Hoe verwijder je een boomstronk?

Druif in de #tuin Knijp kleine vruchtjes

http://t.co/HgcG5Anl

uit de trossen (krenten) zodat de grotere

com/em8DuSTg

druiven zich beter kunnen ontwikkelen.

@Richard_001

#verstandvantuinen

It’s International Tulip Guerrilla Gardening Day! A soggy one here in London, how is

@sonjanieuwetuin

it where ever you are?... http://t.co/

Druif in de #tuin Knijp kleine vruchtjes uit

vWUSvje5

de trossen (krenten) zodat de grotere druiven zich beter kunnen

@urbangardens

ontwikkelen. #verstandvantuinen

Chic Multi-Tasking Garden Fountain by Patrick Nadeau http://t.co/iO530v8P

@OrderYourBorder

#containergardening #containersandpots

Bestel vandaag nog deze prachtige Echinacea’s (zonnehoeden) met 20% korting op orderyourborder.nl pic.twitter. com/lHMWAK17

nummer 3 zomer 2012 19


20 nummer 3 zomer 2012


Jardins, Jardin 2012 I

n juni 2012 vond alweer de negende editie van Jardins, Jardin in de Tuilerieën, het historische groene hart van Parijs plaats. Het eerste weekend van juni is dankzij deze expo inmiddels uitgegroeid tot het moment dat in héél Parijs tal van particulieren en parken hun poorten openen voor het publiek. Met meer dan 1,8 miljoen bezoekers en ruim 2000 open Parijse tuinen is dit initiatief van het Ministerie van Cultuur een groot succes gebleken. De expositie was in ook in 2012 weer geheel gewijd aan de stadse tuinarchitectuur, de trends van de stadstuin, bloemkunst en het stadse tuinieren. In vier dagen bezochten bijna 20 000 bezoekers het evenement dat op internationaal niveau steeds meer gewaardeerd wordt, naast Italiaanse en Zwitserse tuinarchitecten en de Engelse pers kwamen we ook een stand van het Hollandse Dutchwood tegen. Jardins, Jardin vindt plaats in de oudste deel van de Tuilerieën, de Carré des sangliers. Het thema van dit jaar: ‘Microtuinen, nieuwe stadse landschappen’ leidde tot, je raadt het al, microscopische ensembles. De 21 tuinen, balkons en terrassen die hier waren aangelegd vormden, on-

danks hun minimale afmeting echt een klein landschapje. En altijd weer staat de stad centraal, de stedeling moet –zo is de gedachte- nodig wat meer bloemetjes gaan buiten zetten. Nog eens tien extra‘pocket tuinen’ van kunstenaars stonden zij aan zij naast meer dan honderd groengerelateerde exposanten. Een schat aan creaties waren er te vinden op de wandelgalerij, waar het innovatieve design van studenten van negen Franse en buitenlandse tuin- en landschapsarchitectuuropleidingen was te bewonderen. Verder werden er weer moestuinierworkshops, culinaire workshops, een plantendokterspreekuur en een literair café georganiseerd. Voor professionals zijn er als altijd speciale PRO-meetings en wedstrijden als Creation Award Trophy Paysagère Daum, de Press ward Innovatie, de doop van de roos “Disney Princess” ter ere van de 20ste verjaardag van het pretpark, de doop van de roos “Pierre Perret” gecreëerd door de beroemde tuinman Andre Eve, tuin-en landschapsconferenties met de naam ‘Friday the Pro’ en gesprekken met het publiek. Er worden veel prijzen uitgereikt, tijdens dit evenement. Voor de mooiste

plant, de nieuwste plant, het meest innovatieve tuinidee, voor design meubilair, de fraaiste tuin, het beste ontwerp en voor kunstzinnige tuinideeën. Hiernaast vind je een kleine sfeerimpressie van het evenement, om je zelf te kunnen laten beslissen wat nu het meest vernieuwende of beste idee is, op Jardins Jardin 2012. En voor volgend jaar raden we je aan om er zelf een kijkje te gaan nemen, tijdens een reis langs de prachtige parken van Parijs, bijvoorbeeld! Het evenement Jardins, Jardin wordt naar alle waarschijnlijkheid in 2013 op 31 mei en 1 en 2 juni gehouden, we houden de berichtgeving in de gaten!

Jardins, Jardin vind je ook op facebook

nummer 3 zomer 2012 21


Gidn Hendriksen werpt een blik van boven

D

e straat is langs een lineaal getrokken. Keurig, Er staan geen bomen, zodat de wortels de tegels niet omhoog kunnen drukken. Langs ĂŠĂŠn kant is een parkeerstrook aangebracht met een handige, brede stoep. Aan die kant zou je vanzelf parkeren, denkje dan. Maar dat vindt niet iedereen. Klaarblijkelijk.

22 nummer 3 zomer 2012


van Gidn Hendriksen, Den Haag

M

ijn uitzicht is in de zomer wat beperkt. Er staan namelijk een paar enorme lijsterbessen in het eeuwenoude hofje waar ik woon. Naast merels vind je in de boom ook heel veel kauwen, kraaien, eksters, koolmeesjes, halsbandparkieten en duiven. Mijn fiets staat onder deze boom. En die fiets, nu voornamelijk poepwit.... was ooit.... zwart. nummer 3 zomer 2012 23


STADSTUINIEREN IS ...

Ontspannen in een halv

J

e zult de moestuin gaan missen!’, werd gezegd toen Annette haar ouderlijk huis in de Noordoostpolder verliet. Sinds een paar jaar woont ze met echtgenoot Raoul en hun twee dochters Sophie en Annabel in het centrum van Den Haag. Boven de tijdschriftenwinkel van Raoul, dus tuinloos, maar wel voorzien van een dakterras vol aardbeienplanten en kruiden.

Verwondering Vorig jaar bood een goede vriendin Annette onverwacht het gebruik van de helft van haar moestuin aan. ‘Al bij de eerste steek die ik in de donkere rulle aarde plantte, voelde ik me blij worden. Aan de halve moestuin had ik al gauw niet meer genoeg. Dit jaar tuinier ik op een eigen perceel hier vlakbij waar ik iedere woensdagmiddag en zaterdag te vinden ben, samen met de kinderen.’ In februari werd er al spinazie, paksoi, bietjes en rucola gezaaid. In een hoek staan uien, sjalotten en knoflookbollen. Een deel van de tuin is het exclusieve domein van allerlei bloemen, die eigenzinnig door elkaar groeien. ‘Het lijkt wel of de natuur zich niets aantrekt van mijn gehannes met piepkleine kamille- of teunisbloemzaadjes. Die verwondering maakt het tuinieren zo fijn. Een beetje prutsen, de warme grond ruiken, geultjes trekken voor de zaden; al vanaf het moment dat we op weg zijn naar de tuin ontspan ik. Hier in het groen kan ik mezelf zijn.’

Oogst: twee aardbeien Het tuinieren blijkt, naast ontspanning, nog een plezierig neveneffect op te leveren. ‘Sinds de kinderen zien hoe de gewassen groeien, zijn ze dol op groenten. Ze eten alles, zijn gek op de zoetige geur van verse worteltjes en de bite van een frisse krop sla, maar ook kleine spruitjes, aardperen en bietjes worden met smaak gegeten.’ Het is groeizaam weer, over een paar weken kan er geoogst worden. De verse munt is nu al een succesnummer en Annette verwacht ook veel van de boontjes. ‘Iedere week maak ik een foto. Om een teeltplan voor volgend jaar op te stellen, maar ook omdat ik er zo blij van word en zo trots op ben. Ook al hadden we vorig jaar maar twee aardbeien, we hebben ze met z’n vieren eerlijk gedeeld. Hoe ze smaakten? Reusachtig!’

24 nummer 3 zomer 2012


ve moestuin

Deze foto is gemaakt door Femque Schook: www.femfotografie.nl en gepubiceerd in Leven!

D

nummer 3 zomer 2012 25


STADSTUINIEREN IS ...

Actief als guerrilla gardeners

I

n de stad zijn groene strijders aan de slag. Wijkbewoners die genoeg hebben van saai gemeentegroen en braakliggende grond duiken zelf de perken in. Guerrilla gardeners worden ze genoemd. Guerilla gardening is ontstaan in de jaren ‘70, toen een kunstenares in New York tomaten plantte op onbebouwde percelen. Haar voorbeeld wordt over de hele wereld gevolgd, nu ook in Den Haag. In de Uitvinderswijk is een groepje tuiniers gestart met het vergroenen van de buurt. Wild tuinieren omvat veel meer dan het lichten van een stoeptegel om er een stokroos te planten. “Een groene wijk en een leefbare wereld, dat is de missie,” vertelt René Wagenaar, één van de groene activisten. Oase Eens in de twee weken komen de guerreros bij elkaar om Zelf bijdragen plannen te smeden en bommen te kneden. Vooralsnog werRené heeft groene vingers. Al tijdens zijn studie vergroende ken ze aan minibommetjes vol cosmea, papaver, borage, boshij tuinen en balkons door zonnebloemen te zaaien. En was liefje en Oost-Indische kers, maar er zijn ook plannen om er geen buitenruimte? Dan benutte hij de dakgoot. René laat eetbare gewassen te zaaien. Het tuinieren gebeurde in eerste namelijk graag dingen mooier achter dan hij ze aantrof. “Ik instantie ’s nachts, maar zo kregen de acties een te sinister vind dat er te weinig aandacht aan het verfraaien van de tintje. De strijders werken nu overdag, met als bijkomend stad wordt besteed. Het kan diverser, beter.” Daarbij hanteert voordeel vele positieve reacties van wandelaars en buren. Dat hij de stelregel: niet klagen, maar zelf bijdragen. Inwoners levert regelmatig nieuwe leden op. die zeuren over de verrommeling van een plek moeten zelf Toch is niet iedereen enthousiast. Critici zijn bang voor volverantwoordelijkheid nemen. René steekt veel energie in gepropte bloembakken, een overdaad aan stoepgroen en het vergroenen van de Uitvinderswijk, een relatief stenige omgespitte grasvelden vol perkplantjes. Anderen zien alleen buurt in het Haagse Regentessekwartier. Waar ooit tuinde- sympathieke bewoners die gewapend met gieter, schep en rijen waren, verrees een elektriciteitscentrale. De weinige droomplanten hun stad omtoveren tot een heuse oase. Voorgroene plekjes fungeren nu vooral als verzamelplaats voor lopig is er nog veel werk aan de winkel. Want, zo stelt René: sigarettenpeuken. van bloemen wordt toch iedereen vrolijk?

26 nummer 3 zomer 2012


nummer 3 zomer 2012 27


28 nummer 3 zomer 2012


STADSTUINIEREN IS ...

Aardbeien plukken op Prada’s

O

m naast je veeleisende baan als partner bij een groot accountants- en adviesbureau een moestuin te onderhouden, is best stoer. Om dat samen met een altijd drukke eigenaar van een succesvolle eetgelegenheid te doen, is vooral heel dapper.

Verwondering De friends for life Jessica Mahn en Horas Simanullang zijn gedreven in alles wat ze aanpakken. Je zou kunnen stellen dat hun enige manco het gebrek aan groene vingers is. Maar wie zegt dat je die óók niet zou kunnen kweken? Ruim anderhalf jaar stonden de vrienden op de wachtlijst voor een tuin. In die periode werden ze van tijd tot tijd op het moestuincomplex verwacht, aspiranten moeten proefdraaien. Dan stonden ze een hele dag kanten te steken, kruiwagens te verven en tuinen van mensen te onderhouden die door ongemak of ziekte afwezig zijn.

Inspannen, maar ook uitspannen, daar is deze tuin voor bedoeld. Eten met vrienden, plezier maken, maar ook anderen helpen. Ik houd hier mijn zakelijke vergaderingen. We roosteren groenten op de Boretti, maken we verse juices, slingeren tarwegras en hebben het goed. De tuin maakt ons leven leuker. En gezonder!”

Macrobiotisch

Over een tijd, en dat mag best even duren, zijn ze zelfvoorzienend in het telen van groenten. Ze hebben nog veel te leren, maar de natuur is vergevingsgezind. Zo ondervonden ze onlangs dat je aardappels niet bóven op elkaar, maar naast elkaar poot. De vrienden omarmen de macrobiotische filosofie. De spinazie, tuinbonen, bietjes, bleekselderij en broccoli groeien zonder dierlijke meststoffen of chemische toevoeging als een malle, net als de Japanse wijnbes, de frambozen en de kruisbessen. Jessica: “‘Het is wel hard werken, deze ontdekkingstocht. Soms lopen we naar ons landje en stoten elkaar even aan. ‘Zie je dat? Wat? Daar, bij de Inspannen en uitspannen buren! Vergis ik me... of staat zelfs hun onkruid er Jessica is een stadsmens pur sang. Niet alleen elegant mooier bij dan het onze?’ op weg naar het theater, maar ook naar de bakker op de hoek. On high heels, dat spreekt vanzelf. Horas rijdt urban style op een modieuze scooter naar zijn Van Prinse&Co in het centrum van Den Haag. Desalniettemin werden de tuiniers in spe hartelijk geaccrediteerd. Er worden aardbeienplanten gekocht. En dan begint voor Jessica de verbazing. “Wist je dat een heerlijke rode aardbei begint als een wat gewoontjes ogend wit bloemetje? Dat één teentje zich onnavolgbaar multipliceert tot een veld vol knoflookbollen? En dat een krop sla, als hij doorschiet, ruim een meter hoog wordt? Ik sta erbij en kijk ernaar.”

nummer 3 zomer 2012 29


De bijenkorf thuis De designafdeling van Philips ontwierp een prototype van de Urban Beehive, dat is bedoeld is om bijen echt ‘in huis’ te brengen. Als een ware stadsimker, dus. Dat klinkt bizar, want hoe komen de bijen dan in en uit de bijenkorf? In het ontwerp is hier rekening mee gehouden. Het is in twee delen bedacht, een deel voor binnen en een deel voor buiten. Het deel dat buiten hangt (aan de buitenkant van het raam) heeft naast een bloempot om de bijen te voeden ook een opening die als toegangstunnel dient tot de korf. De Beehive is een bijenkorf voor stadse mensen die van honing houden. Door middel van een kraantje, dat in huis zit, kan de honing worden afgetapt.

Groene wand Van Gogh De National Gallery in Londen heeft op Trafalgar Square het schilderij ‘Korenveld met cipressen’ van Van Gogh nagemaakt door een verticale vegetatiemuur te bouwen. Het museum heeft binnen, in Room 45, het echte schilderij hangen, deze groene variant was gemaakt om bezoekers te trekken. Het bedrijf ANS Living Wall Systems gebruikte 8000 planten van 25 verschillende soorten, met de hand geplant en verdeeld over 640 modules. De ANS Group Europe maakt soortgelijke schermen op maat, en verhuurt ze voor een periode van 1 tot 5 jaar, maar ook voor kortere periodes zoals een evenement of tentoonstelling.

30 nummer 3 zomer 2012


De Skypot De Skypot is een cool verticaal tuinconcept dat ook binnen gebruikt kan worden. Ontwerper Manuel Dreesman zorgt er voor dat je je kruiden en groenten onder handbereik hebt, ook al woon je twaalf hoog. De SkyFarm, een verzameling van Skypots is een idee dat is ontstaan toen de ontwerper zich bewust werd dat met de groei van de stedelijke gebieden de gebouwen hoger moeten worden om meer mensen te kunnen huisvesten. We zullen dan ook minder ruimte om te tuinieren hebben. Zijn ontwerp volgt de trend die zegt dat we niet altijd grondgebonden hoeven te zijn om wat groen te kunnen telen.

Minituin in de keuken En hier is er nog een: een mini-tuin in de keuken. Deze kweekset is gemaakt voor veganista’s die van design houden.

nummer 3 zomer 2012 31


‘Tuinen van West’ is de naam van het groene recreatiegebied dat Stadsdeel Nieuw-West samen met de centrale stad ontwikkelt aan de westkant van Amsterdam. Nu al kun je hier genieten van grazende koeien, kaarsrechte rijen Essen en Hollandse luchten. Straks is Tuinen van West hét recreatie­ gebied van Amsterdam-West. Tussen de Westelijke Tuinsteden en de ringvaart van de Haarlemmermeer liggen vier kleine polders, waarvan de Osdorperbovenpolder uit 1570 de oudste is. In het middeleeuwse open gebied zijn maar liefst 21 verschillende dieren geteld, waaronder veel overwinterende vogels. De Osdorperbinnenpolder Noord (1631)is de tweede, deze ligt ten noorden van de Osdorperweg. In deze polder liggen Sportpark De Eendracht, akkerlanden en volkstuinen. De Osdorperbinnenpolder Zuid (eveneens 1631), is het gebied ten zuiden van de Osdorperweg. In deze polder is nog een mooie oude verkaveling te zien. Deze polder is ook een ideale plaats voor broedvogels en een rustplaats voor trekvogels. Als vierde is er de Lutkemeerpolder (1865), een polder met meerdere gezichten. Hier vinden we Uitvaartpark Westgaarde, maar ook natuurgebieden die een aantal jaar geleden als eerste zijn opgeleverd in de Tuinen van West. In de 20e eeuw, toen er land nodig was om voedsel te verbouwen en turf te winnen, is vrijwel het gehele waterige veenmoeras veranderd in een veenpolderlandschap. Maar al kroop de stad in de loop der tijd meer en meer tegen het groengebied aan, het is nog steeds een uniek natuurgebied waar boeren landbouw bedrijven. Een paar decennia geleden werd duidelijk dat het gebied meer potentie had. In de jaren ’80 zag men het als een geschikte woonlocatie, maar door aangescherpte milieuregels voor Schiphol en de aanleg van de ‘tweede ringweg’ Westrandweg is in de jaren ’90

32 nummer 3 zomer 2012

Van Eeste en de Tuin

besloten dat het gebied een recreatieve functie moest krijgen. Toen landschapsarchitecte Femke Haccoû in 2007 betrokken raakte bij de gemeentelijke Dienst Ruimtelijk Ordening was men juist gestart met de ontwikkeling van deze ‘Tuinen van West’. Haccoû startte, binnen een projectteam, aan het beeldkwaliteitplan dat de programmatische eisen ruimtelijk moet inpassen. De uitgangspunten zijn vooral opgesteld vanuit het landschappelijke karakteristieken in de vier verschillende polders, die vragen namelijk ieder om een eigen uitwerking. Zo wordt bijvoorbeeld in de Osdorperbinnenpolder Zuid het middeleeuwse karakter behouden. Haccoû geeft aan: ‘Het gebied is een museum van Nederlandse Polders’. In het noordelijke deel ligt het accent juist op recreatie. Ook is er ruimte vrijgehouden voor ecologische verrijking, waar de Roerdomp van kan profiteren, een schichtige vogel waarvan men hoopt dat deze terugkeert naar het gebied. Een nieuwe Noord-Zuidverbinding voor wandelaars en fietsers moet de gebieden beter ontsluiten. De overall opgave is de identiteit van de vier verschillende polders te behouden, maar tevens mee te bewegen met de behoefte van de moderne stedeling.


erenmuseum nen van West

Door stadslandbouw te gaan combineren met recreatie en natuur wordt beoogd om meer bezoekers naar deze rand van Amsterdam te trekken. Stadslandbouw kan het van elkaar vervreemde stad en land met elkaar verbinden, op fysiek en sociaal vlak, en misschien kan het zelfs voorzien in een deel van de Amsterdamse voedselbehoefte. Te denken valt aan boerderijen met winkel of tuinen waar mensen zelf fruit en groenten oogsten. Het stadsdeel hoopt meer bedrijven te verwelkomen als Kwekerij Osdorp en Bierbrouwerij de 7 Deugden, die productie met een re-integratietraject combineren. Inmiddels worden er al in onbruik gebruikte kavels gecontroleerd uitgegeven. Er is nog flink wat werk aan de winkel om de doelstellingen te behalen, maar dan ligt er in 2020 een gebied waar stadslandbouw, natuur en recreatie samengaan en gebruikers en bezoekers actief betrokken zijn. Wil je eens rondkijken in het gebied? Het Van Eesterenmuseum is iedere vrijdag en zaterdag van 11:00 tot 17:00 uur en tijdens bijzondere activiteiten geopend. Steeds is er om 14:00 uur een anderhalve uur architectuurwandeling door het buitenmuseum. NB: De wandelingen gaan altijd door, ongeacht het weer.

In het museum zijn speciale Van Eesteren - p­araplu’s beschikbaar. Tijdens het landelijke Open Monumentenweekend (8 en 9 september 2012) is het Van Eesterenmuseum ook geopend. Men verzorgd dan lezingen, een theatervoorstelling, een Shopperade, een kunst- en winkelroute een fietstocht, een rondleiding en er is een drijvend vlot wat je naar de andere kant van de Sloterplas brengt (vanaf 12.00 uur). In het najaar 2012 is er bij Van Eesterenmuseum volop aandacht voor ‘Goed Wonen’, een idealistische organisatie die zich in de jaren ’50 en ’60 met de smaakopvoeding van bewoners bezig hield. In een drieluik op 19 september, 17 oktober en 14 november zullen de woningtypologie, woningplattegronden en woninginrichting uit deze jaren aan bod komen. Bron: www.vaneesterenmuseum.nl en www.nieuwwest.amsterdam.nl Beeld: Stadsdeel Nieuw-West en Dienst Ruimtelijke Ordening Programmamanager: Tuinen van West: Arja Nobel Adres: Van Eesterenmuseum (in Broedplaats de Vlugt) Burgemeester De Vlugtlaan 125 1063 BJ Amsterdam

nummer 3 zomer 2012 33


Beeld: MVRDV

34 nummer 3 zomer 2012


Floriade in Almere

M

VRDV heeft plannen onthult om Almere voor de tuinbouwexpo Floriade van 2022 te transformeren tot de Groenste Stad ooit. In plaats van een tijdelijke expo heeft MVRDV een nieuwe en permanente groene uitbreiding van het bestaande centrum van de stad voor ogen. Eentje waar planten en bloemen de belangrijkste attractie zijn. De Floriade zal na deze uitvoering van MVRDV nooit meer dezelfde zijn. Maar ook Almere niet! De Floriade is een nationale tuinbouwtentoonstelling die elke tien jaar wordt gehouden. Er zijn meer steden die strijden om de eer de tentoonstelling binnen hun gemeentegrenzen te mogen organiseren. Drie anderen hebben een bidboek gepresenteerd aan de Nationale Tuinbouwraad: regio Boskoop heeft haar ambitie neergelegd in het bidboek Holland Central, Amsterdam ziet onder de noemer Peper in de stad de Bijlmer als uitgelezen locatie voor 2022 en Groningen ziet haar Suikerunieterrein als plek voor de wereldtuinbouwtentoonstelling en noemt haar bidboek: Let me yell you a story. MVRDV ziet Almere als een voorstad van Amsterdam, een stad die naar verwachting snel groeien in de komende tien jaar en maar liefst 60.000 nieuwe woningen nodig zal hebben. Het Floriade plan is ontworpen om in die groei te voorzien. MVRDV stelden voor een uitbreiding van het stadscentrum van Almere te maken: op een nieuw aan te leggen 45 hectare groot schiereiland. Op dit eiland, wat er uit zal komen te zien als een gigantische tuin, komen ook kantoren, woningen, een hotel, een jachthaven en een universiteit in de vorm van een gestapeld verticaal eco-systeem, waarbij elke klas in een ander klimaat les krijgt. De kern van het plan is duurzaamheid: Almere Floriade zal zijn eigen voedsel en energie gaan produceren. Winy Maas, mede-oprichter van MVRDV vertelt: ‘Wij dromen van het maken van groene steden. Een stad die letterlijk groen ziet van duurzaamheid. Een stad die voedsel en energie produceert, zijn eigen water reinigt, afval recycled en een grote biodiversiteit heeft.’ Een voorbeeldige stad... en misschien wel de locatie voor de Floriade 2022. In augustus 2012 bespreekt de Nationale Tuinbouwraad de vier bidboeken.

nummer 3 zomer 2012 35


Carolyn Steel en Hungry City K

unst- en architectuurcentrum Stroom Den Haag startte in maart 2009 met een meer jaren durend programma Foodprint. Het programma ging over de invloed van voedsel op de cultuur, de inrichting en het functioneren van de stad en die van Den Haag in het bijzonder. De redactie van GroenLokaal sprak met de Londense auteur-architecte Carolyn Steel. De ontmoeting vindt plaats in de bibliotheek van Stroom. Carolyn, verlegen glimlach, grijze trui, spijkerbroek en makkelijke schoenen is zojuist uit Londen gearriveerd. Ze zal over anderhalf uur haar lezing geven en direct daarna weer terugvliegen. Speciaal voor ons vertelt ze met een typisch Engels gevoel voor humor alvast over haar boek Hongerige Stad, het programma Foodprint en haar missie. Als elfjarige tekende ze al talloze schriftjes vol met huizen, straten en pleinen. Met grote parken en veel moestuinen. Jaren later is ze architect en docent aan de London School of Economics, London Metropolitan University en Cambridge University. Daarnaast reist ze veel terwijl ze de relaties tussen de thema’s platteland, bevoorrading, verkoop, keuken, maaltijd en afvalverwerking vanaf de oudheid tot heden onderzoekt. Ze signaleert dat die relatie dringend aan 36 nummer 3 zomer 2012

herziening toe is. ‘In het pre-industriële tijdperk werd de omvang van een stad bepaald door wat het omringende platteland aan voedsel kon leveren. Een samenleving werd niet groter dat het aantal monden dat er te voeden was. Met de komst van gestructureerd vervoer -de spoorwegen- en nieuwe technieken konden steden ongebreideld doorgroeien. De consument verloor de dagelijkse greep op zijn voedsel aan grote internationals die de productie in technische en logistieke zin volledig, van zaadje tot aan het winkelschap, beheersten.Ten koste van keuze van biodiversiteit, van onafhankelijke boeren en winkels en’, zo stelt Carolyn, ‘van gezondheid’. Door de logistieke voedselstroom van stadse bewoners te onderzoeken kwam Carolyn veel te weten te over hoe een grote stad eigenlijk is georganiseerd. Ze weet haarfijn de pijnpunten bloot te leggen en schets een toekomstscenario van een enorme groei van steden, de organisatie daarvan en de voorspelling dat over een paar jaar meer dan de helft van alle mensen ter wereld in een metropool woont. Carolyns’ fascinatie voor het voedsel voor de stad blijkt een heel goede basis te zijn voor discussie tussen allerlei disciplines. In eerste instantie is er de bekende Babylonische spraakverwarring als onder


‘Grotendeels buiten het zicht van stadsbewoners zorgt een wereldwijd netwerk van producenten en supermarktketens als vanzelfsprekend voor ons dagelijks eten. Dat is op het eerste gezicht misschien prettig, maar er kleven ook nadelen aan. Dat onze keuze bepaald wordt door een handvol distributeurs bijvoorbeeld, dat de producenten veelal onzichtbaar zijn, dat seizoenen kunstmatig omzeild worden, dat het vervoer een grote belasting voor het klimaat is, dat bevoorrading afhankelijk is van de beschikbare brandstof en dat er nauwelijks kennis is over hoe ons eten tot stand komt.’

meer de stedenbouwkundige, de bioloog, de agrariër, de architect, de parkbeheerder, de inwoners, de levensmiddelentechnoloog en de moestuinders ieder vanuit hun eigen invalshoek bij Carolyn aan tafel zitten. Gaandeweg ontstaat er echter een professionele herkenning en een wederzijds begrip. Maar nog geen oplossing. Het boek Hungry City raast moeiteloos door historie, geografie, economie en politiek. Carolyn laat zien hoe een stad ‘eet’, hoe een stad groeit als gevolg van de behoefte aan voedsel en hoe we een voedselcrisis kunnen kenteren. Het is confronterend om te merken hoever we al zijn weggeraakt van de oorsprong van ons voedsel, zelfs over de kennis van wat we nu feitelijk op ons bord zien liggen. De link tussen produceren en consumeren is weg. Het is noodzakelijk dat we opnieuw kennis maken met de basis. De droom van Carolyn Steel is om over de gehele wereld multidisciplinaire tafels te starten. Praten over voedsel en de stad, over productie en economie. En dat moet gebeuren voordat we onze Metropolen van de toekomst vorm gaan geven.

CAROLYN STEEL De hongerige stad Hoe voedsel ons leven vormt Paperback, geïllustreerd (zw/w), 340 pagina’s Formaat: 17 x 24 cm Nederlandse editie ISBN 978-90-5662-805-5 Z 19,95 Maart 2011 De hongerige stad is een onheilspellend, levensecht vervolg op Animal Farm, waarbij de plot door de tijd op zijn kop wordt gezet op een manier die zelfs George Orwell niet kon hebben voorzien. – Observer

nummer 3 zomer 2012 37


Schommelen in de stad Het begon zoals een ware rage betaamd: heel klein. Met het ophangen van één enkele schommel aan een boom, door de Amerikaan Jeff Waldman. Nadat hij merkte hoeveel plezier mensen aan zijn idee beleefden, kreeg hij de smaak te pakken en zaagde een hele reeks schommels. Hij hing ze op in San Fransico en Los Angeles, in parken, op pleinen, onder bruggen en aan gebouwen, maar Waldman kon niet stoppen. Hij reisde verder, naar de Marshall Eilanden, Panama en Bolivia en hing ook daar de houten speeltuigjes neer. Zijn doel: van een park of plein een nóg leukere socialere plek maken, zoals Waldman zegt: ‘Er mag wat meer gelachen worden, op straat.’ Inmmiddels zijn er van Shanghai tot New York en van Stockholm tot Breda schommelhangers actief, maar het blijkt nog niet mee te vallen om in Nederland ‘zomaar’ schommels te hangen. Onze Hollandse openbare ruimte wordt namelijk beheerd op basis van een aantal importante aspecten. Een daarvan is veiligheid: je zult volgens de normen geen losliggende stoeptegels, in de weg staande bloembakken of andere losse voorwerpen aantreffen. Een tweede punt is toegankelijkheid. De openbare ruimte moet begrijpelijk en voor iedereen toegankelijk zijn ingericht, met noppen-en ribbeltegels rond obstakels voor slechtzienden en goed

38 nummer 3 zomer 2012

bewegwijzerde alternatieve opstakelvrije routes voor rolstoel- en rollatorgebruikers. De openbare ruimte moet voorts hygienisch zijn. Vrij van afval en hondenpoep. De lucht moet zuiver zijn, indien nodig moeten er geluidsbeperkende maatregelen en beschermingsmaatregelen tegen regen getroffen worden. Langs winderige routes moeten windvangers geplaatst. Op een plein en in een park moeten schaduwplekken gecreeërd worden. Al deze voorschriften maken het niet gemakkelijk om ergens zomaar schommels te plaatsen, merkten Chantal Drenth en Joost Verkamman, de Nederlandse schommelhangers: ‘Onze schommels hangen in Utrecht, Amsterdam Rotterdam, Hilversum, Deventer, Delft en Breda, het Haagse exemplaar vlakbij ijssalon Florencia bleek echter op een ochtend verdwenen. De gemeente bedankte hartelijk voor het cadeautje aan de stad maar vond schommelen te gevaarlijk: de ondergrond bestaat uit tegels en de boom zou niet geschikt zijn. Wel ondersteunt zij de achterliggende oproep om wat ‘meer te gaan lachen’, in de openbare ruimte. Chantal en Joost gaan door met het ophangen van schommels en dromen van een plekje tegenover het torentje. Misschien wordt u binnenkort wel uitgenodigd. Om te komen schommelen in Den Haag.


foto’s: Chantal Drenth

nummer 3 zomer 2012 39


Een reeks over pleinen, de meest足 besproken plek van een stad en dorp.

Markt, Delft 40 nummer 3 zomer 2012


E

r lopen veel mensen op het plein. Het zijn duidelijk toeristen. Hun blik is de ene keer gericht op een kleurig VVV boekje en dan weer op het schermpje van een digitale camera. Er is veel te zien in deze ruim 760 jaar oude stad aan de gegraven gracht ‘Oude Delft’. Het plein is ruim, er zijn monumentale gebouwen in verschillende bouwstijlen en in de winkeltjes staat het Delfts Blauw toren hoog opgestapeld. Het stadhuis domineert en de Nieuwe kerk pronkt daar bovenuit, met haar op een na hoogste toren van Nederland. De Delftse historie begint op een van de hoogst gelegen delen van de huidige binnenstad, de kruising van de gegraven waterloop de ‘Delf’ met de verzande kreekrug van het riviertje de Gantel. Het is op deze plek waar in elfde eeuw het grafelijk Vroonhof met het omvangrijke marctvelt wordt gebouwd. Dit marctvelt wordt deels gebruikt als galgenveld, een deel is als kerkhof in gebruik, er is natuurlijk wekelijks markt en er worden zelfs twee grote jaarmarkten gehouden. Als Graaf Willem II Delft in 1246 stadsrecht verleend komt de handel en nijverheid tot grote bloei. In 1389 wordt er zelfs een lange vaart naar de Maas gegraven, aan de monding daarvan wordt een havenstadje, Delfshaven, gebouwd. De Markt is in de loop der eeuwen regelmatig van uiterlijk veranderd. Het aangrenzende moerassig rietland wordt dichtgegooid voor het bouwen van een tweede grote bouwwerk, de Nieuwe Kerk, recht tegenover het stadhuis. Het restant van de zanderige Markt wordt 34 meter ingekort. In 1421 wordt er dan wederom ingeleverd: 17 meter ten gunste van het kerkhof. In 1484 wordt het marctvelt dan zo’n 9 centimeter opgehoogd (met mestoverschot!) en voor het eerst bestraat. De aanwezige waterput verdwijnt dan. In 1595 herstraat men de Markt en legt er kunstig een windroos in, het standbeeld van Hugo de Groot wordt in 1886 geplaatst. De meest recente herinrichting van de Markt is in 2004 voltooid.

Het grafelijk Vroonhof, in gebruik als bestuurshuis, wordt in de loop der eeuwen een aantal malen verbouwd. Een grote stadsbrand en later nog eens een explosie zorgen ervoor dat Hendrick de Keyser een prachtig nieuw ontwerp in Hollandse renaissancestijl voor het stadhuis mag maken. Hij verwerkt hierin de onverwoestbaar gebleken belfort, de oude toren. De toren daartegenover, die van de Nieuwe kerk is door Simon Steven gebruikt om de beroemde valproef te doen met de twee loden bollen, de één tien keer zo zwaar als de andere, waarbij bleek “dat haer beyde gheluyden een selue clop schijnt te wesen”. Het intieme karakter, de aanwezigheid van een prachtig barok Stadhuis, de Nieuwe kerk met het praalgraf van Willem van Oranje en de grafkelder van het Koninklijk Huis, tezamen met de monumentale patriciershuizen, de kleine winkels en de cafe’s zorgen voor een heel authentiek plein. Bij de herinrichting van 2004 zijn er enige bomen voor de kerk geplaatst, op de plek waar van oudsher een muurtje rondom het kerkhof heeft gestaan. Er wordt niet meer geparkeerd op het plein, plaatsnemen op een van de terrassen gebeurt des te vaker. Toeristen en studenten drinken hun cappuccino, bubble tea of biertje terwijl het plein zijn sereniteit blijft uitstralen. Minder rust maar wél heel veel dynamiek is er tijdens het Hollands Beach Soccer, de Mooi Weer Spelen, de kermis en oh, op donderdag natuurlijk, tijdens de markt met bloemen, vis, stoffen en serviezen. Van wit aardewerk. Met van die blauwe patronen. En daar is Delft ooit heel welvarend mee geworden.

nummer 3 zomer 2012 41


Rachelle Eerhart:

Groen Dichterbij en de w

S

teeds meer mensen vergroenen samen hun buurt en brengen zo het groen dichterbij. Buurtbewoners leggen een groene speelplek aan, beginnen samen een buurtmoestuin, vervangen stoeptegels door stokrozen of nemen een dorpsbos in eigen beheer. Goed voor de omgeving en goed voor het contact in de buurt. Zo komen mensen dichter bij elkaar en bij de natuur te staan. Als je ook aan de slag wilt in je eigen buurt, doe dan mee met Groen Dichterbij! Ding mee naar de titel ‘Beste Groen Dichterbij-project’ van jullie provincie en maak kans op een flink geldbedrag. Op de website www.groendichterbij.nl vind je een steeds groter wordende Kennisbank vol met nuttige tips en achtergrondinformatie. Ook kun je een profiel aanmaken voor jullie groene buurtproject. Daarmee zijn weer anderen inspireren en zo gaan er steeds meer mensen aan de slag. Nederland kleurt groen!

Om genomineerd te worden voor icoonproject zijn de volgende zaken belangrijk: • Het project is meer dan een idee. Er liggen ver uitgewerkte plannen en alle afspraken (met gemeente of woningbouwcorporatie) zijn gemaakt, alleen de uitvoering moet nog starten. Of, het project is al gerealiseerd, maar wil uitbreiden en heeft daar ondersteuning voor nodig. • Het project is een groen buurtproject waarbij de nadruk ligt op groen én sociaal. Mensen gaan samen aan de slag om de directe leefomgeving te vergroenen, en groen wordt als middel ingezet om sociale cohesie te verbeteren. • Er is een breed draagvlak in de wijk aanwezig voor het project. • Bereidheid om kennis over het project met anderen te delen (educatie) heeft meerwaarde.

Interesse om mee te doen met de wedstrijd? Laat op de website www.groendichterbij.nl je gegevens Elk jaar gaat Groen Dichterbij op zoek naar een achter, vertel alvast wat meer over jullie groene Groen Dichterbij icoonproject. Een in iedere provin- buurtproject en wij houden je op de hoogte over de cie. De inschrijving voor deze wedstrijd loopt tot 1 start van de wedstrijd. oktober 2012. Elk project kan een plan indienen om te laten zien hoe Groen Dichterbij het project zou Achtergrond kunnen ondersteunen, bijvoorbeeld met het vergroMeer groen in de buurt brengt mensen bij elkaar ten van betrokkenheid in de buurt. en helpt de natuur. Daarom gaan IVN, het Oranje Uit alle inschrijvingen worden drie genomineer- Fonds, Buurtlink.nl en SME Advies de komende den per provincie geselecteerd. Een jury kiest uitein- jaren met vereende kracht aan de slag met de camdelijk het icoonproject per provincie en daarnaast pagne Groen Dichterbij. Met ruimhartige steun van kan er ook gestemd worden voor een landelijke pu- de Nationale Postcode Loterij wordt de groeiende beblieksprijs van € 5.000,-. weging van mensen die samen aan de slag gaan met De icoonprojecten krijgen een jaar lang ondersteu- het vergroenen van hun directe leefomgeving onderning van het Groen Dichterbij SupportTeam en ont- steund en versterkt. Zo worden straten en buurten in vangen een geldbedrag van maximaal € 20.000,- om Nederland groener, gezonder en gelukkiger. de ingediende plannen waar te maken.

Wedstrijd

42 nummer 3 zomer 2012


wedstrijd Doelstellingen Groen Dichterbij biedt buurtprojecten een podium om kennis en diensten uit te wisselen, inspiratie op te doen en anderen te inspireren. We gaan voor 500 van dit soort projecten op de kaart van Nederland binnen 3 jaar! Elk jaar selecteren we 12 icoonprojecten die financieel worden ondersteund en die anderen stimuleren zelf aan de slag te gaan. Zo raakt ‘groen als middel’ voor sociale cohesie en gezondheid steeds beter ingebed, en wordt de natuur in de bebouwde omgeving geholpen. Groen Dichterbij ondersteunt groene buurtprojecten door: • Initiatieven een zichtbare plek te bieden waar zij zichzelf kunnen presenteren en andere initiatieven kunnen bekijken; • Vraag en aanbod op het gebied van groen buurtinitiatief aan elkaar te koppelen. Via het profiel van een initiatief kunnen mensen zien wat het initiatief nodig heeft op het gebied van vrijwilligers, expertise, materialen, etc. en kan er direct contact opgenomen worden. • Inspiratie te bieden met voorbeeldprojecten, filmpjes en een uitgebreide Kennisbank over groen, participatie, regelgeving, fondsen etc. Daarnaast ondersteunt een SupportTeam de projecten. Ook organiseert het SupportTeam regionale bijeenkomsten en schakelen ze experts in om projecten te helpen. De icoonprojecten krijgen extra steun van het SupportTeam, dat hen gaat helpen bij het uitvoeren van hun plan van aanpak. Heb je een vraag of wil je meedoen aan de wedstrijd? Neem dan via het antwoordformulier op de website www.groendichterbij.nl contact op met het SupportTeam.

Hieronder een aantal voorbeeldprojecten: Adoptiegroen Zoetermeer Gemeente Zoetermeer moedigt haar burgers aan om gezamenlijk te werken aan groen: “Een saaie groenstrook kan natuurrijker en kleurrijker worden”.

Emma’s Hof – Den Haag In een van de meest stenige wijken van Den Haag, in de driehoek Weimarstraat/Galileï­ straat/Beeklaan, stond op het binnenterrein al jaren een groot gebouw leeg. En op die plek....

Wijkproject in Hoogeveen: ‘Meer Natuurlijk Evenwicht Krakeel’ Natuur- en milieueducatie als middel om buurtbewoners bij elkaar te brengen.

Groen Dichterbij is een campagne van IVN, het Oranje Fonds, Buurtlink.nl & SME Advies en wordt mogelijk gemaakt door de Nationale Postcode Loterij.

nummer 3 zomer 2012 43


Het is zwart en het... 44 nummer 3 zomer 2012

Bij het samenstellen van een kleurrijke border denk je natuurlijk niet alleen aan de rose, blauwe, witte en gele bloemen die aan de planten verschijnen, toch? Dit artikel gaat over bloem- en bladtinten die je zou kunnen omschrijven als bruin, taupe, paars, weduwenpurper, indigo of zwart. De meeste van deze bladplanten krijgen in de catalogi echter de kleur ‘rood’ opgeprikt, waarbij rode beuk de kroon spant. Maar hoe zou je de kleur van de bladeren van de beuk anders kunnen noemen? Paars? Donkerbruin? In ieder geval lees je hier een paar aanbevelingen als pleidooi voor deze magische kleur die je border zoveel cachet kan geven.


E

en van de meest aangeplante bomen in particuliere tuinen is de Prunus cerasifera ‘Nigra’. Zelfs de stam is donkerbruin met een paarse nuance. De jonge twijgen zijn donkerrood, de witte bloemetjes ontluiken uit rode knoppen en wanneer er vruchten ontstaan, zijn ook die donkerrood. De zaailingen van deze kerspruim hebben soms een wat lichter gekleurd bronzen blad. Toevallige kruisingen leveren vaak prachtige exemplaren op, zo heeft de Prunus x blireana, een kruising van Prunus cerasifera ‘Atropurpurea’ en Prunus mume ‘Alphandii’ koperkleurig blad met een paarse zweem. De bloemetjes zijn zachtrose. Een andere fraaie prunus is de vogelkers Prunus padus ‘Colorata’, wiens jonge bladeren rood uitlopen voordat ze verkleuren naar groen. Omgekeerd begint een ander mooi exemplaar, de Prunus virginiana ‘Shubert’ juist met groene bladeren die naar purper bruinrood verkleuren. De vruchten van deze boom zijn zwart. Ook mateloos populair, hoewel niet altijd op de juiste plek aangeplant want ja, in goede grond wordtie nogal groot, is de pruikeboom Cotinus coggygria. Zijn rode blad is ooit bij toeval ontstaan, de zaailingen zijn daarna verder opgekweekt en geven ons nu de verrukkelijke purpuren kleur. De Cotinus coggygria ‘Foliis Purpureis’ wordt gedurende de zomer bleker, maar de hieruit ontstane ‘Nottcutt’s Variety’ blijft de gehele groeiperiode zijn kleur behouden. De alom bekende ‘Royal Purple’ is een variant die ook nog eens voortreffelijk bloeit. Op arme grond, ook dat nog!

In geen enkele Japanse tuin ontbreken de purperbladige Acer palmatum en Acer japonicum. Het uitlopen van het koraalrose blad in het voorjaar is steeds weer een bijzonder moment dat in vele gedichten en verhalen is beschreven. Kies de juiste cultivar om de gewenste grootte aan te kunnen planten. De kleinste worden hooguit 1 meter hoog, terwijl andere makkelijk 10 meter halen. Acers met het donkerste blad zijn de Acer palmatum ‘O-kagami’, de Acer palmatum ‘Oshu-shidare’ en de ‘Margaret Bee’, maar de prijswinnende Acer palmatum ‘Bloodgood’ blijft ook een ware blikvanger. Purper met zwart lentefleur, dat is wat de berk Betula pendula ‘Purpurea’ je biedt. De stam kleurt in enkele jaren van roodbruin via grijs tot bijna zwart, de bladeren kleuren in de zomer naar bruingroen. En dan is er nog de rode beuk, Fagus sylvatica ‘Purpurea’. Het verhaal gaat dat alle hedendaagse beuken van één bepaalde beuk afkomstig zouden zijn, en wel uit Buchs in het kanton Zurich. Het bladmoes in de bladeren is gewoon groen, de rode kleurstof zit enkel in de opperhuid, Het is dezelfde kleurstof die in de Begonia rex, Rosa, Acer en Rubus te vinden is. Men is in de loop der jaren op zoek gegaan naar donkerrode beuken met een afwijkende groeiwijze, wat resulteerde in de rode watervalbeuk ‘Black Swan’. De dwergvorm ‘Purpurea Nana’ is een kleine uitgave van de gewone treurbeuk en een heelopvallende variant is de Fagus sylvatica ‘Purpur Tricolor’, die purperbruin blad met crème-kleurige randen heeft. lees verder op de volgende pagina

nummer 3 zomer 2012 45


Wie een Gleditsia plant, kiest voor een transparante kroon waar het zonlicht heerlijk doorheen kan dansen. De rood uitlopende Gleditsia triacanthos ‘Rubylace’ is een populaire boom die zelfs in kleine tuinen aangeplant kan worden. De groene peulen worden in de herfst bruinrood en blijven lang aan de boom. Een andere Gleditsia die bruin uitloopt is de ‘Shademaster’, net als de eerstgenoemde doornloos maar jammer genoeg ook gedurende de zomer naar groen verkleurend. Een bekend sierappeltje dat zijn bruinuitlopende blad lang behoudt is de Malus ‘Liset’. Laat in de zomer krijgt het blade en bronsgroene tint, de kleine ­appeltjes schemeren er paarsbruin doorheen. De boom heeft goede, vochthoudende grond nodig, net als de Malus ‘Royalty’ die donkerpaars blad heeft. De zwarte vlier is een bekende verschijning die te pas en te onpas in tuinen opduikt. De Sambucus nigra ‘Guincho Purple’ start met groen blad dat verkleurt naar zwart purper. Een variant is de peterselievlier met diep ingesneden blad, in het zwart heet hij Sambucus nigra ‘Black Lace’. Qua klimmers is er ook donkerpaars onder de zon. De Akebia Quinata is een opvallende slingerplant met eigenaardige bruine bloemen, die heerlijk geuren. Ook de zomerpaarse sierdruif Vitis ‘Purpurea’ is een echte blikvanger. De steeds donkerder wordende bladeren van deze krachtige gevelklimmer hebben een rode gloed, de druiven zijn pruimpaars. In dit rijtje hoort natuurlijk ook een donkerrode Clematis thuis, en die vinden we in de Clematis macropetala ‘Purple Spider’ die met violette kelkbladeren de sier

46 nummer 3 zomer 2012

maakt. De Clematis ‘Aotearoa’ heeft purperviolette bloemen, net als de ‘Blue Belle’ die tot de Viticellagroep behoort. Hier hoort ook de ‘Black Prince’ bij, die in catalogi wordt omschreven als wijnzwart. Pruimpurper zijn dan weer de bloemen van de ‘Brunette’, en ‘Etoille Violette’ en ‘Royal Velvet’ hebben mauve violette tinten.

Latijnse plantnamen geven veel kenmerken van een plant bloot. De hier bedoelde tint bruin-donkerrood is dan ook vaak al duidelijk af te leiden aan de naam van de plant. Enkele voorbeelden: • Atropurpurea, atropurpurescens • Purpurea, purpureis, purpurescens • Rubens, rubra • Niger, nigra, nigrum Maar er is nog meer. De klokvormige bloemen van de Clematis fusca zijn bruin en de Clematis ‘Kasmu’ is donkerpurper. Hou je van grootbloemig, dan kun je je hart onder meer ophalen bij Clematis ‘Madame Grangé’ die al in 1875 is ontstaan, bij de ‘Red Beetroot Beauty’ die haar naam eer aan doet en bij de ‘Romantika’, die is gewoon echt zwart. Nou ja, heel donkerpurper dan. Een verrukkelijke struik is de Leycesteria. Aan de vlot groeiende bloeiwijzen van recht omhooggaande takken hangen trosjes witte bloemen met prachtig paarspurperen schutbladeren. De bessen die later in het jaar verschijnen zijn ook donkerpaars van kleur. En wat zouden wij zijn zonder de Magnolia? Al bijna honderd jaar is de witte variant in menige


Nederlandse voortuin te bewonderen, maar er is ook een spannende Magnolia liliiflora ‘Nigra’ variant verkrijgbaar. De lelieachtige knoppen zijn donker purperkleurig paars, eenmaal geopend verbleekt de kleur tot roze. Rozen zijn er in alle geuren en kleuren, én donkerrode. En die donkerwijnrode is in opkomst, zowel in boeketten als in de tuin. De Rosa gallica ‘Alain Blanchard’ is heerljk diep van kleur, net als de ‘Cardinal de Richelieu’, een roos die al in 1840 werd gewonnen. ‘Tuscany’ is donkerbruin en ‘Tuscany Superb’ is op zijn beurt fluweelachtig donkerbruin, maar al deze genoemde soorten bloeien slechts eenmalig, in juni. Wil je een doorbloeier, neem dan de ‘Falstaff ’ met een donker karmozijnrode kleur, net als de ‘Ausvelvet’, ookwel onder de naam ‘Prince’ verkrijgbaar. Zoek je echter een klimroos, dan zou je eens naar de ‘Epoca’ kunnen gaan zoeken, maar veel gemakkelijker te vinden is de ‘Senegal’ . Donkerbruine paarse bodembedekkers zet je vooraan in je border, want: wat komt het voorjaarsgroen daar mooi op uit! Het stekelnootje is favoriet, de koperkleurige tapijtvormende Acaena microphylla ‘Kupferteppich’ behoeft bijna geen toelichting meer. Ook een fijne kruiper is het Zenegroen, de Ajuga reptans ‘Atropurpurea’ met het purperpaarse blad. De ‘Catlin’s Giant’ is groter en bruingroen, ‘Simons Type’ is purperkleurig. Bij de vaste planten is Geranium phaeum ‘Samobor’ een variant die in het gelijkluidende plaatsje in Kroatië werd gevonden. Ze heeft een chocoladebruine vlek op het blad, de bloemen zijn purperpaars.

Heuchera micrantha ‘Palace Purple’ was de eerste en jarenlang de enige paarsbruine Heuchera, inmiddels zijn er varianten als ‘Quicksilver’, ‘Chocolate Ruffles’, ‘Plumpudding’, ‘Rachel’ en ‘Stormy Seas’ met purpergrijze nuances. Het Japanse bloedgras Imperata cylindrical ‘Red Baron’ is op maat gemaakt voor je vasteplantenborder, het grasje wordt slechts 35 centimeter hoog en geeft ‘s avonds een purperbruine gloed in je tuin. De stokroos trekt ook de aandacht, zeker de zwarte variant. De Alcea rosea ‘Nigra’ is samen met de varieteiten ‘Violet Queen’ en ‘Purple’ een makkelijke plant, hoewel natuurlijk tweejarig. De Allium atropurpureum is net zo donker, en hoewel ze tot de bollen wordt gerekend kun je ze gewoon als borderplant gebruiken. De variant ‘Purple Sensation’ is paars, de ‘Firmament’ heeft een metaalglans. Eenjarig is de Cosmos atrosanguineus ‘Chocolate’ die niet alleen de kleur van chocola heeft, maar er ook naar geurt. En dan is er nog een donker bloeiende plant die ik je niet wil onthouden, deze Helleborus orientalis ‘Garnet’ is net zo donker als de ‘Dusk’. Nou vooruit, nog eentje dan. De Lathyrus odoratus is één grote liefdesverklaring aan de borderplant die zo graag een snijbloem wil zijn. Zonder ophouden geven de tere boeketjes je hun heerlijke geur. De varieteiten ‘Black Knight’, ‘Midnight Star’, ‘Purple Prince’, ‘Royal Maroon’ en ‘Violet Queen’ zijn allemaal even fraai. En... waarom zou je moeten kiezen?

nummer 3 zomer 2012 47


Annechien Meier, Den Haag

1

Welk boek ben je aan het lezen? Ik kreeg net het boek ‘Een absolute mus’ anoniem door mijn brievenbus. Een cadeau van een van de bewoners van het Panderplein, denk ik. Ik krijg sinds de realisatie van het project af en toe verrassingen zoals een boek of een kindertekening.

2

3

Naast wie wil je in het vliegtuig zitten, op die lange trip over de oceaan. En even spreken, natuurlijk! Dat zou de Pieter Winsemius zijn. We kunnen het dan hebben over ‘duurzaamheid’, verantwoordelijkheid, kunst en innovatie.

Ben je in je dagelijks werk meer een bouwer of ... meer een bioloog (en zou je willen dat dat anders was?) Ja, kunstenaar, organisator, bouwer, documentairemaakster, fotograaf, hovenier, bioloog, boekhouder, onderzoeker, weten­ schapper, publiciteitsmedewerker, kok, baliemedewerker, chauffeur. Ik ben in mijn eentje een heel bedrijf maar verveel me in ieder geval niet en hoef nooit met pensioen.

48 nummer 3 zomer 2012


4

5

Welke plant of welke heester zou iedereen beter moeten leren kennen; want: zo fijn, zo fraai? De wijnbes natuurlijk, mooie struik, oersterk en met heerlijke, framboosachtige besjes.

6

Plan je je vakanties en passent ook even een Tuinen Festival, een fraaie historische tuin of landgoed, of een mooie tuinenbeurs kan meepakken? Jazeker, we bezoeken wel eens steden en gaan dan vaak op zoek naar De botanische tuin of De hortus. Die van Edinburgh heeft een enorme rotstuin; echt een aanrader!

Welke jeugdherinnering heb je aan tuinieren? Ik had als kind al een vierkante meter tuin in de vorm van een ronde bloembak. Verder de groentetuin van mijn opa waar we veel uit aten (andijvie, wortelen, sla, witlof) Ik was zo klein dat ik tussen de bonenstaken kon kruipen om bonen te plukken…

7

8

Wat voor artikelen of onderwerpen wil je dat er in volgende GroenLokaal staan? Iets over drijvende tuinen, wereldwijd

Twitter je? Nee, ik kook graag voor mensen.

www.annechienmeier.nl

nummer 3 zomer 2012 49


50 nummer 3 zomer 2012


Panderplein project aan het Binnendoor Installatie van een interactief volkstuinproject door beeldend kunstenaar Annechien Meier.

V

oor een openbaar plein in de binnenstad van Den Haag heeft Annechien Meier de installatie van een interactief volkstuinproject ontwikkeld. Het Panderplein, 1250 vierkante meter groot is te bereiken via het Binnendoor en grenst aan het Buitenom, de Spijkermakersstraat en de Brouwersgracht en bevindt zich in het Pandercomplex. De voormalige meubelfabriek Pander & Zn werd eind tachtiger jaren omgebouwd tot een woon-werkgemeenschap en zelfbeheerorganisatie. De aanleiding voor het ontwikkelen van dit volkstuinproject op het plein was het herwinnen van de sociale veiligheid in het gebied voor bewoners en omwonenden op een positieve, onderscheidende manier. Het openbare, maar anonieme stenen plein is, als antwoord op deze vraag, veranderd in een duurzame, agrarische binnenstadsvolkstuin met een interactieve functie voor zowel bewoners, omwonenden en jongeren. Door

het toepassen van diverse specifieke methodes en innovaties die het kweken van groenten en bloemen eenvoudiger, duurzamer en productiever maken, is een bijzondere plek ontstaan. En bovendien een project dat als voorbeeld kan dienen voor nog te ontwikkelen andere binnenstadse projecten op lokaal, nationaal of internationaal niveau. Bij het ontwerp is uitgegaan van een leeg plein; dat wil zeggen: bestaande bloembakken en lantarenpalen zijn verwijderd. De nieuwe aanleg is gebaseerd op een verspreid patroon van vierkante aaneengesloten tuintjes, volgens volkstuinsystematiek. Een en ander is opgebouwd met hergebruikte stenen die zijn vrijgekomen door het weghalen van de parkeerplaatsen. Kleine scheidingsmuurtjes vormen tuinpaden tussen de nieuwe kleine tuintjes, die door de bewoners rond het plein zelf worden onderhouden.

Voedsel verbouwen In dit interactieve volkstuinproject zijn bewoners en omwonenden gezamenlijk actief aan het ‘fusion tuinieren’; waarbij het verbouwen van groenten met het telen van bloemen wordt gecombineerd. Zo kweekt men bijvoorbeeld oude groenterassen (vergeten groenten), onbekende rassen zoals Portugese plukkool en eetbare bloemen. Af en toe laat men groenten met opzet ‘doorschieten’, waardoor spectaculaire blikvangers worden gecreeerd.

Ontmoetingsplek Het Panderplein nieuwe stijl is een aangename ontmoetingsplek voor bewoners,

nummer 3 zomer 2012 51


jongeren, omwonenden en bezoekers geworden. In het project zijn tevens terrasjes opgenomen, de stoelen zijn verkrijgbaar bij de centrale portieken. Zo worden fijne plekken voor het drinken van een kop koffie of andere spontane sociale activiteiten gecreëerd, terwijl het plein minder aantrekkelijk wordt voor de groepen die het plein voordien zo onaangenaam maakten. Voetballen en langdurig parkeren op het plein zijn door de nieuwe inrichting niet meer mogelijk.

Betekenis en belang Groen is belangrijk in Den Haag: ‘groen kleurt de stad’, zoals de gemeente het noemt. De openbare groenvoorziening lijdt echter onder verregaande verstedelijking. Het Panderplein project aan het Binnendoor geeft op

52 nummer 3 zomer 2012

een charmante wijze een tegenbeweging aan en speelt met de begrenzingen van openbare ruimte. Het is een plein dat geen groenbestemming had, door er een volkstuinproject van te maken wijzigt de ruimte van bestemming en bewijst zo dat er best een andere functie gegeven kan worden. Een niet-nieuwe, maar ooit verloren functie: het verbouwen van voedsel binnen de stad. Deze nieuwe visie op het gebruik van openbare ruimte in Den Haag is een voorbeeld voor elk stedelijk groenbeleid. De gemeente Den Haag geeft zelf in haar groenbeleid aan dat ze van ‘kijkgroen’ meer richting ‘gebruiksgroen’ wil. Het tot groene volkstuin omgetoverde stenige binnenstadse Panderplein sluit op dit beleid aan en is tevens de voorloper tot het onderzoeken van nieuwe, interactieve moge-


OVER ANNECHIEN MEIER In haar werk staat communicatie tussen mensen in stedelijke of landschappelijke omgeving centraal. Zij verkent landschappelijke en urbane

lijkheden. In dit project wordt ook ervaring opgedaan met het verbouwen van voedsel in de stad, een van de andere ambities van Den hoe mensen hierin leven Haag. en wonen. Met haar Op nationaal en internationaal niveau kan project­installaties, veelal nu gekeken worden naar kleinschalige agra(volks)­tuinen, probeert rische projecten in de urbane omgeving die zij nieuwsgierigheid op te op een duurzame, cradle to cradle manier tot wekken, te confronteren stand gekomen zijn en waarbij het verbouen interactie met de wen van groenten centraal staat. Zijn er voor bezoeker aan te gaan zodat een stedelijke omgeving specifieke methodes en innovaties die het kweken van groenten bewustwording van de plek eenvoudiger, duurzamer en productiever maof omgeving ontstaat. ken? Welke externe factoren zijn hierbij van Vaak staat het openbaar belang? Welke kansen en welke problemen zijn er? toegankelijk groengebied Annechien Meier onderzocht in 2009 al binnen de nieuwe ruimtelijke in Havanna (Cuba) naar nieuwe mogelijkheordening ter discussie in den op gebied van permacultuur, daktuinen, haar werk. Vanaf 1999 nam verticale tuinen, compostering, het telen van Annechien Meier deel aan vruchten en uitheemse gewassen. verschillende nationale en De bevindingen van de onderzochte meinternationale exposities, thoden werden in het Haagse Panderplein project Binnendoor toegepast met de volgenbiënnales en symposia de uitkomsten: de bestemming van het plein in onder andere België, is in positieve zin en op een bijzondere maDuitsland, Frankrijk, nier gewijzigd; door het kweken van groenZweden, Estland, Chili ten en eetbare bloemen wordt de biodiversien Zuid-Korea. teit vergroot; de waardplanten zorgen voor voedsel voor de bijen; door het weghalen van een groot deel van de pleinverharding kan het regenwater beter afvloeien, daarnaast wordt hemelwater afgekoppeld van de bestaande hemelwaterafvoer en worden regenzuilen en watertanks ingezet; door het kweken van groenten en planten verbeterd de luchtkwaleefgebieden en onderzoekt

liteit, luchtvochtigheid en geluidsdemping. Daarnaast is de sociale cohesie rond en op het plein verbeterd. De stedelijke opgave voor Den Haag ligt in het ontwikkelen van een duurzame toekomstvisie voor het urbane landschap. Het creëren van een uitgebreide ‘groente infrastructuur’ zou wel eens een oplossing kunnen zijn. Naast het inzetten van de bestaande parken en volkstuincomplexen kunnen ongedefinieerde openbare ruimtes als perken, pleinen en restruimtes aanhaken aan het ‘groente infrastructuur’ plan. Het kleinschalige agrarische gebruik koppelt alle grote en kleine gebieden in de stad aan elkaar. Om dit soort initiatieven sneller te realiseren dient de regelgeving te versoepelen. Het Panderplein project dient als permanente onderzoeksplek en model om de toekomstvisie en strategie voor stadslandbouw in Den Haag en andere steden in Europa te ontwikkelen.

nummer 3 zomer 2012 53


Versailles

Appeltern

54 nummer 3 zomer 2012


Festival in Chaumont sur Loire

Villa Augustus

nummer 3 zomer 2012 55


The garden is the network

foto Van der Tol BV

Op het dak van het voormalige hoofdkantoor van V&D in Zuidpark ligt de grootste moes­tuin van Europa. Het leegstaande gebouw is volledig herontwikkeld vanuit de visie dat de toekomst van werken en ondernemen niet gaat om winst en productie, maar om ‘elkaar ontmoeten’. Iedereen die dat wil, kan hier een eigen stukje moestuin krijgen.

56 nummer 3 zomer 2012


D

at samen zaaien, schoffelen en oogsten aan de basis liggen van een betere, meer duurzame en prettiger samenleving is het uitgangspunt van veel van de stadse moestuinprojecten die tegenwoordig worden opgestart. De doorgaans charmante initiatieven, die positief bijdragen aan het bestrijden van de huidige voedselvervreemding en een betere sociale samenhang bewerkstelligen, zijn ook nog eens een uitstekend alternatief voor het onderhoudsintensieve en daarom veel te duur geworden kijkgroen. Maar wie is er aan zet? De gemeente? De bewoners? De woningbouwvereniging? Stadslandbouw is hot, maar niet nieuw. Het begon al in 1993 toen de Amerikaanse basketballspeler Will Allen ex-gedetineerden werk in zijn opmerkelijke stadsekassenproject aanbood. Inmiddels grossieren alle zichzelf respecterende steden in ‘boerderijen’ op daken van wolkenkrabbers en in leegstaande gebouwen, en biedt urban farming op vele verlaten fabrieksterreinen een perspectief voor werkloos geworden arbeiders. Zo zet Almere sinds kort het stadstuinieren in om nieuwe banen te creëren en geeft Rotterdam stadslandbouw een sociale rol: Groentetuin Couwenburg houdt drugsverslaafden van de straat en Dantetuin Lombardijen inspireert bewoners behalve gezond te eten ook tot meer bewegen. Terug naar de moestuin op het dak in Zuidpark. Hier zullen de huurders, lokale tuinders en misschien ook wel schoolkinderen samen gaan tuinieren. De oogst is voor eigen gebruik, en zal

ook zijn weg vinden in het restaurant van Zuidpark. Vastgoedbelegger Jan Huijbregts is de aanjager van dit project, samen met Antoine Miltenburg van Biet & Boon heeft hij het initiatief genomen om moestuinieren te integreren in de herontwikkeling van het leegstaande gebouw. Over het aanleggen van die dakmoestuin is goed nagedacht, Mastum daksystemen en Van der Tol BV hebben over de bestaande dakbedekking een speciaal ontwikkeld detectiesysteem neergelegd met daaroverheen een wortelvaste ‘Leven op Daken’ dakbedekking. Dit geavanceerde Smartex detectiesysteem geeft eventuele calamiteiten aan de waterdichte laag direct door, waarna er snel en adequaat actie kan worden ondernomen en schade wordt voorkomen. De bakken waarin de groenteteelt plaatsvindt staan langs de randen van het dak, ze zijn gemaakt van verduurzaamde vuren planken op hardhouten regels. Die bakken zijn voorzien van drainageplaten met daarop een speciaal ontwikkeld lichtgewicht (dak) moestuinsubstraat waarbij ook een waterberegeningsinstallatie wordt geinstalleerd. In en op het gebouw, dat aan alle kanten uitstraalt dat een kantoor niet louter een werkplek meer is, maar vooral een plaats om elkaar te ontmoeten, is veel vrolijke energie. Er zijn moderne zithoeken, een hippe espressobar, publieke lounges en een co-working community. En waar anders kan men

elkaar beter ontmoeten dan -al bonen plukkend- in een moestuin? Jan Huijbregts ziet Zuidpark als een voorbeeld van toekomstgericht ondernemen in vastgoed. “De vastgoedsector is gebaat bij een nieuw business model waarin duurzaamheid, sociale relevantie en maatschappelijke verantwoordelijkheid samenkomen op een manier dat er ook geld mee wordt verdiend,” aldus Huijbregts.“Toekomstgericht ondernemerschap in vastgoed betekent voor mij dat we laten zien wat we met een leegstaand gebouw kunnen doen in het belang van het milieu, de motivatie van werkende mensen en zakelijk succes. Mijn credo is daarbij: ‘The Building is The Network’.” In dit project neemt de vastgoedsector het voortouw. Wie is er nu aan zet, bij het verder ontwikkelen van al die andere leegstaande gebouwen en al die moestuinen die we nog nodig hebben, in de stad? Een restauranteigenaar? Een woningbouwvereniging? Een milieuorganisatie? Een kunstenaar? Een politieke partij? Of misschien gewoon een groep enthousiaste buurtbewoners, die immers al jaren weten: The garden is the network!

nummer 3 zomer 2012 57


Eten uit Den Haag

D

e gemeente Den Haag heeft een initiatiefvoorstel aangenomen om haar bewoners meer te stimuleren om te ‘gaan eten uit eigen stad’. Gewoon, uit eigen tuin, want het is goedkoop en is goed voor het milieu. En het is hip, natuurlijk, laten we dat niet vergeten. De reacties op het voorstel lopen uiteen van ‘Een goed idee, eindelijk’, tot ‘Maar kan dat wel,

58 nummer 3 zomer 2012

is de grond niet vervuild ofzo?’ en ook: ‘Hoe weet ik nu wat eetbaar is en wat niet?’ Onlangs sprak ik initiatiefnemers, beheerders, kunstenaars, tuinmannen en tuinvrouwen van al langer lopende ‘eten uit de stad’ projecten in Rotterdam, Antwerpen en Parijs. Ieder van hen benadrukte hoe ontzettend leuk het is om zelf voedsel te verbouwen, hoe goed het is om kinderen bij

het tuinieren te betrekken, hoeveel saamhorigheid tuinieren wel niet in een wijk brengt en natuurlijk hoe goed het voor onze CO2-voetprint is om lokaal – in enige mate – zelfvoorzienend te zijn. Dat is allemaal waar. Maar daar ga ik het niet over hebben in deze column. Ik ga u slechts verleiden. Met een paar verrukkelijke recepten met ingrediënten ‘uit je eigen stad’.


licht soepje van kom­ kommerkruid: dit kruid, ook wel Een

Borage genoemd is een eenjarig, makkelijk te zaaien gewas met eetbare blauwe bloemetjes. Van de jonge stengels is een heerlijkse soep te brouwen. Blanceer 10 grote Boragebladeren en kook 3 aardappeltjes. Pureer daarna de bladeren en aardappels met een beetje groentebouillon. Schep de groene massa in een pan en voeg nog een liter bouillon bij. Strooi er op het laatst een paar bloemetjes over; dat is een fraai gezicht. Borage vindt u in de Nutstuin en in het Zuiderpark maar is ook heel gemakkelijk zelf te zaaien. Een confiture voor een stads ontbijtje: 1 sinaasappel, gedroogde dadels en 8 klein hoefbladbloemen. Dit is een jammetje met een uitgesproken pure smaak, en in een handomdraai gemaakt. Meng – met een staafmixer – een geschilde sinaasappel, een paar gedroogde dadels zonder pit en 8 klein hoefbladbloemen. U vindt deze bloemen langs vrijwel iedere Haagse waterkant.

Kopje thee: overgiet een handvol verse of gedroogde lindebloesem met kokend water, laat het vijf minuten trekken en schenk de thee dan in een glazen kopje. Dan zie je de bloemetjes zo mooi zweven! IJskoud drinken kan ook, gewoon op het bankje onder de lindeboom. En waar de lindebomen in Den Haag staan, hoef ik u niet te vertellen, toch?

Meer recepten vind je in het boek Van Nature van Ria Loohuizen en in Lekker Landschap van Michiel Bussink.

nummer 3 zomer 2012 59


Foto’s: Foske Groenendijk

tuin 6

Aan het eind van het karrenspoor 60 nummer 3 zomer 2012


Over de tuin en zijn ontwerper, hovenier en eigenaar; drie partijen die samen de tuin maken middels hun wensen en verlangens, hun kunde en kunst, hun ambacht en ambities om de mooiste buitenruimte te creëren.

E

en gloednieuwe tuin die een honderd jaar oude boerensfeer uit moet stralen, dat is de opdracht. Maar als ontwerpster besef je onmiddellijk: een boerentuin en een boerensfeer gaan niet over trends, rages of een hype. En met kekke spullen, nostalgische geruite tafelkleedjes, een trapleer van kersenhout en wat melkemmers maak je geen boerentuin. Het zal moeten gaan over authenticiteit. Om de vorm, de verhouding, de sfeer. Een authentiek boerenerf bestaat oorspronkelijk uit grind, modder, een ijzeren waslijn en een water­pomp. En in de boerenmoestuin gaat het om zeer praktische zaken. Er wordt gewoon dagelijks voedsel gekweekt: rodekool, uien, pronkbonen, heel veel aardbeien en ook rabarber... Aan de voorkant van de boerderij mag het om de sier gaan. De voortuin is fraai en laat zien wie je bent. In de tuin staan op een rij de goed geknotte leilinden voor ieder raam. Zo zorgen ze voor de schaduw binnenshuis. In de tuin staan zoetgeurende seringen en frisse forsythia’s en dikwijls staan er tientallen hortensia’s. Door de vele vaste en éénjarige planten die daartussen worden gezet, is zo’n tuin een waar paradijsje voor insecten en vogels. Ook vlinders, bijen en hommels komen er graag om van de nectar te proeven. Favoriet bij de hommels zijn zonne­bloemen en vlinders worden aangetrokken door de wilde hyacint, afrikaantjes, het heerlijk geurende kattenkruid, uiteraard de vlinderstruik, herfstasters en duizendschoon.

De tuinarchitecte heeft de opdracht begrepen. Zij heeft keuzes gemaakt in gemak en schoonheid. Ze heeft de denkbeeldige lijnen van een oorspronke­lijke boerentuin gebruikt en daar deze hedendaagse evenwichtige landelijke tuin mee vormgegeven. Haar zichtbare lijnen zorgen voor de structuur, de denkbeeldige lijnen zorgen ervoor dat de tuin ‘goed voelt’, in evenwicht is, in balans. Dat is het geheim van goed tuinontwerpen, meer is er niet...

Dit tuinverhaal en nog 21 andere tuin­verhalen zijn ook te lezen in het boek Meesterlijke Tuinen. Wendy Hendriksen & Paul Scholte 272 pagina’s, gebonden a 24,95 ISBN 978 90 02 23606 8 Standaard Uitgeverij

Foske Groenendijk wilde graag naar de politieacademie. Ze was toen echter een jaar te jong voor de opleiding. Als overbrugging gaat ze naar de internationale agrarische hogeschool in Boskoop.

G

elukkig voor Rodenburg Tuinen wordt ze gegrepen door de groene vormgeving. Ze maakt de opleiding met verve af, werkt negen jaar bij een grond­ techniekbedrijf en is nu alweer zeven jaar als tuinarchitecte in vaste dienst bij Rodenburg. En dat komt eigenlijk allemaal door Foskes oma. Zij had namelijk een grote, prachtige tuin met een oude, imposante magnolia en een magistrale seringen­boom. Foske snoeide en knipte de beplanting, bond stengeltjes vast aan tonkinstokken en zat met een leesboek in de schaduw van de fraaie bomen, in het zachte gras. lees verder op de volgende pagina

nummer 3 zomer 2012 61


Dat de gesprekken tussen John, Foske en de opdrachtgever fijn en soepel verliepen, kwam niet alleen door de uitstekende Franse wijn die werd geschonken. 62 nummer 3 zomer 2012


De tuinarchitecte en de commercieel directeur John de Zoete werken samen. Het vertalen van de wensen van de opdrachtgever naar een passend ontwerp is hun gebundelde kracht. ‘Het gebeurt zelden dat we de plank misslaan’, vertelt Foske. ‘Het maken van een beplantingsplan is mijn specialiteit, ik vind het heel erg leuk om te doen. Zonder een doordacht beplantingsplan kan een heel mooi tuinontwerp compleet teniet worden gedaan.’ ‘Het eerste gesprek vindt bij de opdrachtgever thuis plaats. John neemt 80 procent van alle gesprekken voor zijn rekening, zelf doe ik de overige 20 procent. Ik vind het dan heel prettig om eerst even door de tuin te wandelen, zodat ik de sfeer kan proeven en de mogelijkheden van de tuin kan bekijken. Tijdens een kopje koffie inventariseer ik de stijl, de sfeer en de wensen van de opdrachtgever. Samen bekijken we de presentatiemap en soms schets ik ter plekke al een eerste idee voor de tuin. Overigens,’ glimlacht Foske, ‘werkt John op exact dezelfde wijze.’ Het kennismakingsgesprek met deze opdrachtgever wordt door John gevoerd. Interesse in de gespreks­partner en goed luisteren is daarbij erg belangrijk. De inrichting van het huis en de kleurkeuzes van de opdrachtgever vertellen hem heel veel over diens smaak. Foske bedenkt en ontwerpt vervolgens aan de hand van Johns verslag de indeling van de buitenruimten. De zoektocht naar verhoudingen en de keuzes hierin bespreken Foske en John steeds samen.

Inspiratie haalt de tuinarchitecte uit de afwisselende opdrachten die ze voor Rodenburg maakt. Tuin­boeken en luxe tuinmagazines spelen ook een rol, maar vooral de te ontwerpen tuin zelf schept de creativiteit. De omgeving en de architectuur van de woning is daarbij zeer belangrijk. ‘Vaak komen de ideeën vanzelf als ik door de tuin loop’, zegt Foske. ‘Rodenburg Tuinen heeft in de laatste jaren een moderne stijl ontwikkeld, die ik erg prettig vind. Maar we blijven altijd openstaan voor andere stijlen.’ Over stijl gesproken: Foske is in haar vrije tijd samen met haar vriend een originele jaren-dertigwoning aan het verbouwen. Ongetwijfeld komt hier ooit een hele fraaie tuin bij te liggen, want lezen in het gras onder een oude boom is nog steeds favoriet! De boomgaardtuin van de familie Schreurs die door Foske wordt vormgegeven, ligt bij een oud huisje naast het gemaal, langs een jaagpad aan de Oude Rijn. Wat een idylle! De opdrachtgever liet het bestaande oude huisje verbouwen tot garage en heeft ernaast een nieuw huis laten bouwen, in een oude stijl. Zijn wens om direct een volwassen tuin te hebben wil hij snel laten uitvoeren. Hij wil met deze tuin als het ware de indruk wekken dat bij oplevering huis en tuin allebei al honderd jaar oud zijn. De opdrachtgevers houden van een landelijke sfeer, maar dan met een vleugje zonnige zuidelijkheid. Wat heb je dan nog meer nodig dan knoestige fruitbomen, een oud karrenspoor, veel bloemen en een oude moestuin? lees verder op de volgende pagina

nummer 3 zomer 2012 63


Sinds de dag dat Rodenburg

senior ruim veertig jaar geleden een bloemenstalletje begon, is er veel gebeurd. Zijn bedrijf bestaat nu uit vijf tuincentra, drie in Nederland en twee in België.

D

aarnaast is er een groot hoveniersbedrijf dat inmiddels door Rodenburg junior wordt geleid. John de Zoete is er commercieel directeur en Foske Groenendijk werkt er als tuinarchitecte. Dit hove­ niersbedrijf is ook de tuin­aannemer van de Amster­damse terrastuin van de hand van Erik van Gelder, elders in dit boek. Rodenburg Tuinen doet namelijk alles in de tuin, behalve het bouwen van het huis. Ze leggen zwembaden aan, verzorgen met gemak de lastigste grondwerkzaamheden, bouwen veranda’s en prieeltjes. Het hoveniersbedrijf is continu in beweging. Iedere opdracht en iedere situatie is weer anders, dus verzinnen de uitvoerders soms totaal nieuwe toepassingen en oplossingen. Dat zijn hele leerzame processen. Hun specialiteit ligt vooral in het bedenken van duurzame en technische oplossingen voor bijzondere situaties. Ze gebruiken daarbij al hun ervaring om ook nieuwe materialen toe te passen. De opdracht voor deze nieuwe ‘oude’ tuin verloopt heel soepel. Niet alleen zitten John en Foske op één lijn met de opdrachtgevers, de voortgangs­gesprekken gaan dikwijls ook nog eens vergezeld van een glas uitmuntende wijn. ‘Gesprekken zijn erg belangrijk. Ik heb oprechte interesse in mijn gesprekspartners, vraag veel en luister goed. Maar ook de inrichting van het huis en de kleurkeuzes van de opdrachtgever vertellen me al heel veel over de eigenaren. Met sommige mensen ontstaat zelfs een leuke band, omdat er ver-

64 nummer 3 zomer 2012

trouwen in je kunde is. En vergeet niet, tijdens de tuingesprekken praten we over meer dan bomen en klinkers alleen’, vertelt John. ‘Voor mij is dit een heel fijn beroep in een prettig vakgebied. Ik geniet van het technische aspect, het contact met opdrachtgevers en ook het regelwerk vind ik heerlijk om te doen.’ Ook in zijn vrije tijd is John buiten te vinden, een motorritje door de polder of een vaartochtje op de Reeuwijkse plassen zijn daarbij favoriet.


Tuinen maken is dromen en een belofte waarmaken in één.

Inspiratie haalt John bij iedere opdracht opnieuw uit de architectuur van de woning van de opdracht­gevers en uit de omliggende omgeving. Verder zijn de diverse magazines en tuinboeken ook een inspiratiebron. De plattegrond van de boerentuin lijkt een een­voudig grondplan te hebben, tot het moment dat je in de woonkamer staat en de belijning van de grote waterpartij beziet. Vanaf het jaagpad lijkt deze over te gaan in de aangrenzende rivier de Oude Rijn. Het geheel

geeft een heel bijzonder en rijk gevoel. ‘In deze tuin is gebruik gemaakt van de fraaiste materialen en de beste ambachtelijke verwerking daarvan. De gebakken klinkers zijn deels in visgraat­verband gestraat, de hardhouten vlonder­delen zijn geschaafd en de oude perenbomen zijn allemaal persoonlijk uitgezocht in een naburige boomgaard. Er zijn ook al zeer grote buxushagen aangeplant om het gewenste volwassen effect te krijgen. Ook de overige beplanting is in een behoorlijke grootte aangekocht’, vertelt John. Uiteindelijk zijn er ook leuke details aan de tuin toegevoegd die goed in de sfeer van een boerentuin passen. Zo is er een boenstoep en een oud siersmeed­ijzeren hekwerk. De ‘moestuin’ bestaat, in plaats van uit boeren­kool, spruitjes en peen, uit weelderige vaste planten, snijbloemen, fruitheesters en bonen­stokken waar­langs rijkbloeiende en geurende klimplanten groeien. De tuinmuur is gestuukt, waarbij hier en daar toch nog de metselstenen zichtbaar zijn. Op de muur is hier en daar yoghurt gesmeerd om de groei van mossen te bevorderen en langs de tuinmuren groeit veel wilde wingerd en klimop. Het antieke tuinhek komt bij een oudebouw­materialen­handel vandaan. De plaatselijke smid heeft het hek op maat gemaakt, maar de oude afgebladderde verf is bewust blijven zitten. Het hek is deels ingesmeerd met sterk verdunde groenblauwe verf en heeft nu een authentieke uitstraling.

lees verder op de volgende pagina

nummer 3 zomer 2012 65


Frits en Marian Schreurs kenden het tuincentrum van Rodenburg Tuinen al langer. Ze kwamen er weleens om te kijken naar nieuwe sfeervolle tuindingetjes en om leuke ideeën op te doen.

T Als we nu eens een grote waterpartij aanleggen, van de rivier tot aan ons huis?

66 nummer 3 zomer 2012

oen we bezig waren met de koop van een fraai stuk grond en de bouw van onze woning, wisten we al dat we ook de tuin onder architectuur wilden laten ontwerpen en aanleggen’, vertelt het echtpaar. ‘We zijn bij de hoveniersafdeling van Rodenburg gaan vragen om een voorstel en een offerte voor de aanleg van de tuin. We wilden namelijk graag direct een volwassen buitenruimte, een tuin die eruitziet alsof hij daar hoort, alsof hij daar altijd al is geweest. In die tuin zou de landelijke en ook wel boerensfeer van vroeger terug te vinden moeten zijn, met knoestige fruitbomen, veel gras en bloeiende bloemen. Een smeedijzeren hek daarbij is dan ook zo’n wens. Overigens zijn we geen tuiniers. We houden van een tuin om naar te kijken en om in te zitten. Ons gaat het om de schoonheid van de natuur en de tuin, daar kunnen we enorm van genieten.’ Frits en Marian hebben zich in hun wensen in eerste instantie laten inspireren door de omgeving zelf. Het echtpaar wilde de buitenruimte zo oor­spronkelijk mogelijk invullen. Deze omgeving kenmerkt zich door middeleeuwse landerijen, eeuwenoude watergangen en karakteristieke rivieroevers. Oude boerenhoeven zijn hier kenmerkend en diverse organisaties bekommeren zich om het aanzien van dit landschap. Het bijzon­ dere buitengebied heeft zelfs een landschaps­ ontwikkelingsplan om de authenticiteit te bewaken. De ideeën van de tuinarchitecte om het landschap in de tuin te waarderen zijn dan ook onmiddellijk omarmd. Ook van het

voorstel van een moestuin vol snijbloemen en weelderige planten zijn de tuineigenaren direct erg gecharmeerd. Al ruim voordat de tuinplannen bij Rodenburg neergelegd worden, komt het jaagpad langs de rivier weleens ter sprake, aan de keukentafel. Frits en Marian willen graag voorkomen dat wandelaars over het aangrenzende jaagpad gemakkelijk de tuin in lopen. Maar natuurlijk willen ze het prachtige uitzicht op de rivier niet kwijt. Een hek of heg is dus geen oplossing voor het vraagstuk hoe de tuin af te schermen. De ludieke oplossing wordt op een vroege morgen door Frits zelf aangedragen. ‘Als we nu eens een grote waterpartij aanleggen, van de rivier tot aan ons huis? Over de gehele breedte?’ Het jaagpad zou dan een lange loopbrug worden, met links en rechts het rivierwater, waarover iedereen kan wandelen maar niet de tuin in kan lopen. Deze oplossing, om de rivier door te trekken tot in de particuliere tuin, tot de gevel zelfs, voerde te ver omdat het waterschap het onderhoud van de rivieroevers dan niet kan verzorgen. Het idee is echter zo goed dat er door Rodenburg een aangepast plan is voorgesteld en uitgevoerd. Het jaagpad blijft en ernaast wordt, in de tuin, een vijver gegraven. Visueel zijn de rivier en de waterpartij nu toch één geheel. De waterpartij verrijkt het uitzicht op het achterliggende landschap. ‘Uiteindelijk is dit onze droomtuin geworden, het is allemaal nog veel mooier dan we ons ooit konden voorstellen!’


nummer 3 zomer 2012 67


Klimmers en wurgers

68 nummer 3 zomer 2012


W

e hebben allemaal wel eens behoefte aan een klimplant, op zijn tijd. Om een lelijke muur mee te bedekken, of om de schuur te laten overgroeien bijvoorbeeld. Wanneer je in het tuincentrum de hoek met klimplanten bekijkt, vind je daar een allegaartje aan potten vol bamboestokken met hier en daar een groene spriet. Die sprieten zijn met een groen bandje vast gemaakt aan de stok. Waarom? Omdat ze niet van plan zijn om zelf te gaan klimmen, daarom. Toch noemen we ze klimplanten. Echte klimplanten hebben aangepaste organen, waarmee ze zich vasthechten aan een andere plant, stenen muur of houten bouwsel. De plant doet dat om geen andere reden dan betere groeiomstandigheden te zoeken, namelijk meer licht. De klimop, klimhortensia en trompetklimmer hebben kleine worteltjes die zich in de voegen van de muur wurmen. De wilde wingerd heeft ook nog eens hechtschijfjes aan die worteltjes, hiermee vindt hij zelfs op de meest gladde muren houvast. Mochten dit soort klimplanten nu geen muur of ander vertikaal vlak treffen, dan blijven ze voor eeuwig over de grond kruipen, de hechtwortels passen zich aan en worden grondwortels. Er zijn ook klimplanten die zich door middel van ranken een weg omhoog werken. De pronkerwt, passiebloem en kalebas zijn hier goeie voorbeelden van, net als de wijndruif. De ranken grijpen alles wat ze onderweg tegenkomen, of het nu een parasol, de lijn voor het wasgoed of een zonnescherm is; zonder onderscheidt wordt hout, plastic of staal omarmd en tot verstikking toe omhelst. Een andere groep vormen de slingerplanten, die als een kurkentrekker hun weg omhoog vinden. De kamperfoelie, blauwe regen, kiwi en boomwurger zijn heel bekend. Ze vergen een pergola, en niet zo’n kleintje ook. En bedenk, dat slingerplanten eigenlijk bosplanten zijn. De wortels hebben graag een beetje schaduw. Nu snap je ook waarom de onderkant van deze slingeraars altijd zo kaal zijn. En de clematis dan? Dat is een buitenbeentje. Zonder hechtwortels, ranken en slingerkwaliteit is het heus ambitieus om de plant een klimmer te noemen. Hij kan er niks van. Ja, een beetje om om de hete brij draaien kan-ie. Van arre moede om zichzelf heen. De meeste mensen hebben compassie en geven de stumper een stuk kippengaas, maar het grootste plezier doe je door hem een roos te geven. Dat is pas echte steun, voor een geknakte identiteit.

nummer 3 zomer 2012 69


Beeld: MVRDV

70 nummer 3 zomer 2012


Parijs ‘goes bananas’!

S

tadslandbouw heeft al bijen naar de stad gebracht, waarom nu dan geen bananen? De creatieve geesten van de Parijse firma SOA Architecten ontwierpen een ultiem middel om de urbane landbouw in Parijs opnieuw te definiëren. Zelfs als het project nooit gerealiseerd zou kunnen worden is het idee toch groots. Want wat is het voorstel? In een groot kantoor, midden in de stad, een bananenplantage beginnen! Urbanana is de naam van een coole verticale bananenplantage, die is bedacht om het telen en kweken van voedsel in de grote stad te bevorderen. De plantage wordt gehuisvest een gebouw van zes verdiepingen, waarvan alle vloeren worden verwijderd en de gevel wordt gestript en volledig van glas wordt voorzien. Zo wordt natuurlijk een optimale lichtopbrengst gegenereerd, maar tegelijk is de plantage goed zichtbaar voor de stadse bewoners. Op de begane grond komen dan een winkel, een restaurant, een expositieruimte en een onderzoekslaboratorium, wat de plantage een ware ambassadeur van stadslandbouw in een verdichte metropool maakt. Het eigenlijke doel van het project is, om de discussie over de invoer van tropisch fruit in Noord-Europese steden op gang te brengen, en daarmee die van de milieu-impact van de scheepvaart over de hele wereld.

nummer 3 zomer 2012 71


(advertentie)

wendy hendriksen info@wendyhendriksen.nl

Een magazine samenstellen. Boeken maken. Een corporate story schrijven. Interviewen. Wekelijks een column maken. Een inspirerende nieuwsbrief over mode, design of architectuur samenstellen. Ik hou van opdrachten die creativiteit en denkwerk vergen.

72 nummer 3 zomer 2012

the peuleschil company


H Hoe doe je mee aan een van de rubrieken? Beantwoord de acht vragen, stuur daarbij een foto van jezelf mee. Schrijf een column met een mening. Maak een foto van het uitzicht vanuit je eigen woonkamer, kantoor, tuinhuis of

et derde nummer van GroenLokaal is een feit! We zijn een heel klein beetje aan het wortelen in de wereld van groenprofessionals en groenliefhebbers en ontvangen inmiddels kopij van bijzondere, praktische, innovatieve en soms zelfs spraakmakende projecten. We hopen dat we je er inspiratie door krijgt, interessante vakgenoten door leert kennen en wellicht op het idee wordt gebracht je eigen project in te gaan sturen. Een tijdschrift vóór en door groenprofessionals en groenliefhebbers kan natuurlijk niet bestaan zonder input uit ‘het veld’. Mail ons dus gerust je nieuws en nieuwtjes, gewonnen of niet-gewonnen prijzen, je tuin in een nieuwbouwwijk, op het dak van een kantoor of achter een museum, je bezoek aan Appeltern, de Floriade of Chaumont, een foto van je ‘Uitzicht’ en de antwoorden op de Acht Vragen. Wij zijn nieuwsgierig naar alles wat er leeft, op groengebied. We willen in dit tijdschrift en op de blog GroenLokaal informeren, inspireren en verbinden. Een ieder heeft in de eigen ontwerppraktijk of hoveniersbedrijf zoveel kennis en ervaring opgebouwd, dat we in dit platform vol samenwerking kennis willen delen, zodat het vakgebied verder kan gaan groeien.

balkon. Wil je jezelf laten zien met een paar tweets, twitter dan naar @groenlokaal. Stuur foto’s van een project.

Op www.groen-lokaal.nl lees je meer. Je projecten en nieuws voor het winternummer kunnen tot 21 september 2012 gemaild worden naar redactie@groen-lokaal.nl

Meld nieuwtjes over je eigen ontwerpbureau of hoveniersbedrijf.

Tot ziens!

Maak een foto van of schrijf een verhaal over de boom, heester of plant waar je

Paul & Wendy

wat ‘mee hebt’. Ben je in een open tuin, op een beurs of bij een tentoonstelling geweest: schrijf voor al je vakgenoten een review! en stuur dit aan redactie@groen-lokaal.nl

nummer 3 zomer 2012 73


(advertentie)

peanutsch is ontwerp vormgeving creatief dtp lay out technisch dtp fotografie van

boeken brochures tijdschriften huisstijlen tentoonstellingen affiches websites en GroenLokaal 1, 2 en 3

www.peanutsch.nl 74 nummer 3 zomer 2012


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.