Visie op de toekomstige stad

Page 1

De toekomstige Stad Het landschap verstedelijkt, de openbare ruimte wordt steeds belangrijker als cement tussen de bouwstenen die onze samenleving vormen. Wat staat ons in de nabije toekomst te wachten? We leven in een land waar ruimte beperkt is en de bevolking gegroeid is naar een gigantische hoeveelheid. Ons land behoort tot de meest druk bevolkte landen ter wereld, maar we praten nog steeds over ons ‘kikkerlandje’ en ‘natuurlijk Nederland’. Maar hoelang moeten we nog zo kleinschalig en verheerlijkt denken? Het wordt tijd dat we inzien dat we als land dicht slibben, naar een uiteindelijk landschap wat niets natuurlijks meer in zich heeft. De stedelijke inrichting is al zover dat er getwijfeld wordt over uitbreiden in of om de stad, alle ruimtes dicht bouwen of nog meer groene ruimtes opslokken. Het is goed om hierover na te denken, maar waarom wordt er niet gekeken naar andere oplossingen? We zien steeds meer in dat het klakkeloos volbouwen van ruimtes niet langer vol te houden is. Al het ‘grijs’ wordt steeds meer een bedreiging voor onze gezondheid en voor de esthetisch waarde in onze leefomgeving. Een groene omgeving is op vele manieren belangrijk voor mens en dier. We gaan steeds meer inzien dat we met groene aspecten de openbare ruimte niet alleen visueel aantrekkelijker kunnen maken, maar ook de ecologisch en klimatologisch eigenschappen kunnen verbeteren. Het is duidelijk geworden dat openbare ruimtes in het gedrang komt, maar ook dat deze ruimtes essentieel zijn voor een beter leefklimaat. Hoe zal deze ruimte zich dan ontwikkelen? Aan de randen van de stad, daar waar de laatste nieuwe uitbreiding plaats heeft gevonden of nog steeds plaats vind, moet er ruimte worden vrijgehouden voor een groene schil. Dit kan bijvoorbeeld in de vorm van een netwerk, dat parken en brede plantsoenstroken koppelt en zorgt voor de continuïteit van groen in de stad. Aan dit netwerk moeten ook (ondergrondse) parkeerplaatsen worden gekoppeld om de binnenstad van overvloedig autoverkeer te ontzien. Vooruit denkend weet je dat wanneer de stad blijft groeien, deze stroken als buffer in de stad worden opgenomen. Groeit een stad niet verder uit, dan is het goed om ook nog andere maatregelen te treffen die de huidige stad van een groen karakter voorzien. Belangrijk is dat er meer ruimte voor openbaar vervoer wordt gemaakt, die een groot deel van de auto’s in de binnenstad moeten aanvullen of zelfs vervangen. Doordat we het openbaar vervoer zo nadrukkelijk de weg wijzen, moet het mogelijk zijn een deel van het autoverkeer te verbieden. Dit kan door enkele secundaire wegen (of waar mogelijk misschien hoofdwegen) weg te halen en er groene lanen van maken. Doordat deze wegen belangrijk zijn of waren, zullen de groenstructuren die ontstaan hoofdassen worden. Zolang de wegen die wegvallen opgevangen kunnen worden door openbaar vervoer en/of omliggende wegen is dit geen probleem. Als dan de hoofdontsluitingswegen en wegen naar wijken intact blijven, kunnen wegen die niet in structurele hoofdzaak nodig zijn vervangen worden door fietspaden en de genoemde boomstructuur.

ing. Paul Winkelmolen [Bsc], technisch Tuin‐ en Landschapsontwerper +316 26 39 88 86 | info@paulwinkelmolen.com | www.paulwinkelmolen.com


In het oude stadscentrum is dit waarschijnlijk niet haalbaar meer, omdat hier de huizen op het wegprofiel geplaatst zijn. Deze wegen zijn ook te smal of noodzakelijk in de ontsluiting. Hier moeten dus andere vormen van natuur de groene kern gaan vormen. Hierbij kunnen we denken aan groendaken, drijvende tuinen, levende wanden en ander technisch groen. Groendaken kunnen zowel ecologisch, klimatologisch en recreatief een belangrijke functie hebben. Als we de ecologische waarde bekijken kunnen we denken aan bijzondere plantensoorten die weer diersoorten (vooral vogels) aantrekken die anders niet in de stad aanwezig zouden zijn. Klimatologisch gaat het fijnstof en opwarming tegen, is het een goede waterbuffer en kan het dienen als extra isolatielaag. Recreatief is het mogelijk om het dak als een tuin te gebruiken. Het enige obstakel zou kunnen zijn dat de oude gebouwen en alle schuine daken moeilijk omvormbaar zijn tot een recreatieve functie. Maar de ecologische en vooral klimatologische voordelen zijn er zeker uit te halen. Qua stadsbeleving (visueel) is het minder van belang, maar daar hebben we andere mogelijkheden voor. Een van die mogelijkheden is een groene wand. Dit zijn systeemrekken die aan een gevel geplaatst kunnen worden met daarin diverse soorten beplanting. De ecologische en klimatologische voordelen zijn ongeveer hetzelfde als bij groendaken, maar ze hebben recreatief nog weinig waarde. Visueel daarentegen hebben ze een absolute meerwaarde. Zolang deze wanden niet tegen bijzondere, historische bebouwen geplaatst worden zijn het perfect toepasbare elementen voor de binnenstad. Ook drijvende tuinen zijn een optie in oude binnensteden van Nederland. In grachten, havens en andere binnenwateren kunnen drijvende eilanden gecreëerd worden die de flora en fauna op en rondom het water stimuleert. Visueel is het een meerwaarde, ecologisch moet dit nog blijken. Klimatologisch en recreatief staat deze nieuwe ontwikkeling nog in de kinderschoenen, maar ook hier is veel in te winnen. Het groene kader is gevormd, nu nog de stap van grijs‐groen‐blauw, naar één typering voor de stad. De huidige bebouwing valt onder het grijze van de stad. Dit denken is afkomstig uit de middeleeuwen, toen men serieuze bouwwerken begon te construeren. Het probleem was dat men toen nog geen beheer(s)maatregelen voor de natuur had. Daardoor werden de bouwwerken vaak sterk bedreigd door deze natuur. Men is toen een prioriteitenplan gaan opstellen waarin de bebouwing voor het natuurlijke moest komen, zodat deze veilig waren. Deze denkwijze is achterhaald, als we de hierboven geschetste combinaties van bebouwing en groen in acht nemen. Daarom is het ook niet meer van deze tijd om het ‘grijs’ apart van het ‘groen en blauw’ te zien. Door deze manier van denken, zullen we vaak de combinatie en de bijbehorende kansen missen. Dit zou niet alleen jammer zijn, maar in dit denkbeeld dus ook een grote gemiste kans om de stad in alle opzichten te verbeteren.Want waarom niet de bebouwing zien als deel van het landschap, van de natuur. Met de huidige technieken moet het mogelijk zijn om een stedelijke technische natuur te creëren die in de loop der tijd een aparte vorm van natuur kan worden. Planten en dieren die juist alleen in dit stedelijk groenweefsel hun heil kunnen vinden. De toekomstige bebouwing moet ruimtebesparend zijn, maar ook zeker groen van karakter. Een van de futurologen in ons land, dhr. Das, is al jaren over met deze aspecten aan het experimenteren. Hij is gekomen met een piramide‐idee, waar aan alle buitenzijdes gewoond kan worden zodat de buitenlucht zo veel mogelijk ervaren wordt. Deze stijlwanden kunnen in deze optiek begroeid worden met natuur waardoor het een groenelement wordt. De binnenzijde van de piramide kan worden gebruikt als ‘winkelcentrum’. Daarnaast zal er veel gedaan worden met groene energie. Zonnepanelen op de zuidzijde van het dak, wind‐ enwaterenergie waar mogelijk is en de technieken om aardenergie te gebruiken in het dagelijks leven. De nieuwe woonvorm wordt dus een combinatie van ruimtebesparende architectuur en een groene, natuurlijke insteek. Dit alles draagt bij aan een gezondere en meer samenhangende stad.

ing. Paul Winkelmolen [Bsc], technisch Tuin‐ en Landschapsontwerper +316 26 39 88 86 | info@paulwinkelmolen.com | www.paulwinkelmolen.com


Nu we het groene verhaal geschetst is, kunnen we een impressie geven van de activiteiten die groene stad. Pleinen en hoofdwegen zijn goed toegankelijk voor openbaar vervoer en ongemotoriseerd verkeer, en hebben een duidelijk groen karakter. De zijwegen waar men met auto’s kan komen, hebben een minder groen karakter waardoor duidelijk wordt dat hier een minder natuurlijke en veilige activiteit plaats vind. Maar met de visie dat de auto een minder belangrijke rolspeelt in deze stad, kunnen we ook stellen dat de wegen die minder groen zijn weg vallen tegenover de groene hoofdlijnen. Door deze autovrijheid in de stad, is het voor kinderen weer mogelijk op rustig op staat te spelen. Hierdoor komt de sociale controle, en dus veiligheid, weer grotendeels terug. Ook op de pleinen en hoofdwegen zal het rustiger worden waardoor mensen zich minder gejaagd en meer tevreden gaan voelen. Dit komt het straatbeeld ten goede, we krijgen weer een boulevard en een gezellig plein. Speelveldjes worden weer in ere hersteld omdat ze meer gaan dienen als sociale trefplaatsen. De moderne techniek zorgt ervoor dat het weer minder invloed heeft op de speelterreinen, want het water kan snel afgevoerd worden. Hierdoor is de kwaliteit van dit openbaar groen ook beter, waardoor er meer gebruik van gemaakt kan worden. Het is duidelijk dat er op stedelijk niveau veel kan veranderen. Het wordt alle betrokkenen meer en meer duidelijk dat we niet verder kunnen op de manier die ons honderden jaren heeft gediend. We moeten meer op samenhang en klimatologische aspecten gaan letten. Ook het schrijnende ruimtegebrek in/om de stad wordt een steeds groter probleem. In deze visie is het mogelijk om in huidige steden een groen kader aan te brengen en in snel uitgroeiende steden ervoor te zorgen dat hier niet dezelfde ‘problemen’ ontstaan als in de huidige steden. Laten we er samen voor zorgen dat er in de toekomst geen smogwolken boven Nederland drijven, maar dat we in een klimaatvriendelijke en veilige omgeving wonen. Paul Winkelmolen, als student van Hall‐Larenstein, – MAART 2008

ing. Paul Winkelmolen [Bsc], technisch Tuin‐ en Landschapsontwerper +316 26 39 88 86 | info@paulwinkelmolen.com | www.paulwinkelmolen.com


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.