Venster2012_4

Page 1

Kwartaalblad van de Stichting Oude Gelderse Kerken. Jaargang 10, november 2012

venster Orgelmaker C.F.A. Naber, leven en werk

Kennismaking met voorzitter Annelies van der Kolk

Laatste Oordeel in Winterswijkse Jacobskerk


november 2012 Inhoud 3 Nieuws van Stichting Oude Gelderse Kerken

Uitbreiding van bezit

5

PC stelt zich voor

6

Jacobskerk in Winterswijk

8

Interview

10 17 18 19

Plaatselijke Commissie Kerk-Avezaath

Laatste Oordeel weer zichtbaar

Nieuwe voorzitter SOGK

Beschrijving van leven en werk

Orgelmaker C.F.A. Naber

Kerken van de SOGK Kerk van Leur: inventarisatie nissen

Actuele publicaties Doetinchem, Groesbeek, en meer

Agenda Concerten en exposities

Van de redactie Beste lezer,

‘Monumenten (en dus ook monumen­ tale kerken) zijn boodschappers uit ons ­verleden – oude gebouwen met een verhaal. Zij maken deel uit van onze geschiedenis en bepalen mede de identi­ teit van een dorp of een stad.’ Zo luiden de inleidende zinnen van twee door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) uitgegeven brochures met de gelijk­ luidende titel Een toekomst voor kerken. De eerste verscheen in juni 2011 met als ondertitel Handreiking voor het herbestemmen van vrijkomende kerk­gebouwen. De tweede is van januari 2012 en heeft als ondertitel Handreiking voor het aanpassen van kerkgebouwen in religieus gebruik. In de eerste brochure vindt u onder meer de visie, uitgangspunten en toetsings­ criteria van de RCE. Voor gemeenten, monumentencommissies en beleids­ makers biedt de brochure handvatten voor de vormgeving van een eigen, stimu­ lerend monumenten­beleid. Eigenaren, ­architecten en ontwikke­­laars vinden in de brochure inspirerende voorbeelden en tips. De tweede brochure probeert antwoord te geven op enkele veelgestelde vragen als: wat maakt een kerkgebouw monumentaal? Of welke stappen moet een eigenaar zetten om tot een passend verbouwingsplan te komen? Heel inte­ ressant dus! De brochures zijn verkrijg­ baar via www.rce.nl. Ben Verheij

Venster — 2

20

Terugblik najaarsexcursie Kerken en stadswandeling in Vianen


Venster is het kwartaalblad van de Stichting Oude Gelderse Kerken. Met dit blad wil de stichting belangstelling wekken voor oude kerken. Venster verschijnt vier keer per jaar (februari, mei, augustus, en november), in een oplage van 1850 exemplaren. Venster wordt toegestuurd aan donateurs van de SOGK, leden van Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland, colleges van burgemeester en wethouders van Gelderse gemeenten, externe relaties, openbare bibliotheken, notarissen, gezondheidscentra, wijkcentra en dorpshuizen in Gelderland. Stichting Oude Gelderse Kerken Postbus 7005 6801 ha Arnhem Telefoon (026) 355 25 55 (ma. t/m vr. 9.00 – 17.00 uur) info@oudegeldersekerken.nl www.oudegeldersekerken.nl

Nieuws van Stichting Oude Gelderse Kerken finan­cieel goed door te komen. Grote onderhouds­werkzaamheden zijn, indien verantwoord, naar achteren geschoven in afwachting van Brimgelden in 2013 en later. De begroting 2013 ziet er hoopvol uit, ervan uitgaan­ de dat de donateurs, provincie en rijk ons ook in 2013 welgezind zullen zijn. Dankzij de donateursactie is het aantal donateurs gestegen en nieuwe initiatie­ ven op dit gebied zijn in voorbereiding. Wij stellen het nog steeds op prijs als u het werk van de stichting onder de aandacht wilt brengen bij uw buren, familie, vrienden en kennissen. Annelies van der Kolk is de nieuwe voorzitter van de SOGK.

Vaste donatie met tijdschrift Venster: minimaal € 25,– per jaar Bank: Deutsche Bank 53 40 22 642 ing 33 24 614 Redactie: Ben Verheij, hoofdredacteur drs. Karlijn van Onzenoort, ­eind­redacteur drs. Marjan Witteveen, ­wetenschappelijk redacteur dr. Henk Demoed, vaste medewerker actuele publicaties venster@oudegeldersekerken.nl Grafisch ontwerp en opmaak: Henk-Jan Panneman, Arnhem Fotografie: ©sogk en auteurs, tenzij anders vermeld Druk: Drukkerij Hendrix, Peer (B) issn 1571 – 5957

Tot ons grote genoegen kunnen wij melden dat mevrouw drs. A.E.H. (Annelies) van der Kolk (59) vanaf 1 oktober jongstleden onze nieuwe voorzitter is geworden. Mevrouw Van der Kolk was van 2007 tot 2011 lid van Gedeputeerde Staten van Gelderland met cultuurhistorie in haar portefeuille en daarvoor (en nog kort daarna) lid van Provinciale Staten voor de ChristenUnie. Momenteel is zij waarnemend burgemeester van Harderwijk, al vele jaren haar woon­ plaats. Zij kent onze stichting en ons werkveld heel goed. Op pagina 8-9 vindt u een interview met haar.

Niets uit deze uitgave mag verveel­ voudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Waar nodig is getracht de eventuele rechthebbenden van de afbeeldingen te achterhalen. Zij die in dit verband niet konden worden bena­ derd, kunnen zich met de uitgever in verbinding stellen.

Financiën en donateursactie De financiële resultaten zien er tot op heden gezond uit, ondanks het feit dat we dit jaar niet in aanmer­ king ­kwamen voor de zogenoemde Brim-gelden (Besluit rijkssubsidiëring instand­houding monumenten) van het rijk. Alle onderhoudskosten in 2012 moesten we voor honderd procent zelf financieren. Donateursgelden, giften, subsidie van de provincie, huur­inkomsten en rente-inkomsten gaven ons de mogelijkheid om 2012

Afbeelding voorzijde: Detail van het orgel van Naber in de lutherse kerk in Doesburg (foto: Piet Bron, 2011). Zie pag. 10.

Excursies Met de excursie van afgelopen ­september hebben Karel Emmens en Jeroen Krijnen hun werk als excursie­ commissie beëindigd. Het bestuur is hen beiden bijzonder dankbaar voor de enthousiaste inzet waarmee zij vele jaren lang steeds weer inhou­ delijk zeer interessante excursies hebben georgani­seerd voor de SOGKdonateurs. Karel heeft zich sinds 1993 ingezet voor de organisatie en voor de uitstekende toelichtingen tijdens de excursies. De laatste zes jaar werkte hij daarin samen met Jeroen Krijnen. Als voorbereiding op de excursies kwam van Karels hand elke keer een goed verhaal in Venster. Een nieuwe excursiecommissie bestaande uit Frits van Lochem (voorzitter), Jan Dekkers en Gert Oldenbeuving (met als adviseur Jean Gardeniers) treft al voorbereidingen voor de voor- en najaarsexcursie 2013 (vermoedelijk op 25 mei en 28 septem­ ber 2013). Uitbreiding van ons bezit Een ander belangrijk bericht is dat onze stichting per 1 januari aanstaande de twee kerken van de protestantse gemeente van Drempt en Oldenkeppel

Venster, november 2012 — 3

Colofon


Nieuws van Stichting Oude Gelderse Kerken (vervolg) in eigendom zal overnemen. De offi­ ciële overdracht vindt plaats op vrijdag 21 december. Het gaat om de (mid­ deleeuwse) kerken van Voor-Drempt en Hoog-Keppel. Wij waren al eige­ naar van de torens van deze kerken en hebben een jaar geleden de toren van Voor-Drempt ook gerestaureerd. Er worden voor beide kerken (aparte) Plaatselijke Commissies ingesteld die – net als bij onze andere gebouwen – aan het werk gaan om in de kerken activiteiten te ontwikkelen die bijdrage in de kosten van de gebouwen. In beide gebouwen zullen om de twee weken ook kerkdiensten blijven plaats­

Binnenkort neemt de SOGK onder meer de kerk van Voor-Drempt over (foto: Henk Bruring, 2011).

vinden. De kerk van Hoog-Keppel is onlangs gerestaureerd en is in zeer goede staat. De kerk van VoorDrempt behoeft nog een restauratie aan de buiten­zijde. Daarvoor is een beschikking van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed aanwezig en de eigen kosten van deze restauratie wor­ den voldoende gedekt door een bijdra­ ge van de oude eigenaar. De ­restauratie zal op korte termijn ­beginnen. En dan nog dit • Het jaarverslag 2011 is inmiddels verschenen, dit keer in een nieuwe ­uitvoering. U kunt een exemplaar inzien/downloaden via de website of een papieren exemplaar aanvragen. • Momenteel wordt hard gewerkt aan onze nieuwe website, die actueler en vollediger wordt. • We hebben weer een educatief project opgestart. Na positieve erva­ ringen in Leur en Groenlo is nu de kerk van Kranenburg aan de beurt. • Het jaarlijks overleg tussen vertegen­ woordigers van de Plaatselijke Commissies en het bestuur heeft 26 september jongstleden plaats­ gevonden in Bronkhorst. In goede sfeer zijn diverse zaken besproken. De middag werd afgesloten met een korte rondwandeling door het stadje

en een bezoek aan onze kapel. • Eind oktober organiseerden we in het oude kerkje van Etten de ­jaarlijkse netwerk­bijeenkomst voor onze ­business partners.

Uw gift fiscaal extra ­aantrekkelijk Bij deze Venster ontvangt u onze nieuwe folder met informatie over hoe u de SOGK financieel kunt steunen. Hierin wordt extra aandacht geschonken aan de Geefwet die sinds januari 2012 geldt voor eenmalige en periodieke giften. Deze Geefwet maakt uw gift aan de SOGK fiscaal extra aantrekkelijk. Omdat de SOGK is aangemerkt als een culturele Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI), mogen particu­lieren sinds begin dit jaar in de aangifte inkomsten­belasting 1,25 keer het bedrag van de gift aftrekken. Voor deze verhoging geldt een maximum van € 1.250. Ondernemingen die onder de vennootschapsbelasting vallen, mogen 1,5 keer het bedrag van de gift aftrekken in de aangifte vennootschapsbelasting. Meer hierover leest u in de folder en op onze website.

Venster, november 2012 — 4

Business Partners SOGK • Acel te Doetinchem • B.F. van Tienen Aannemersbedrijf te Nijmegen • Boerman Kreek Architecten te Steenderen • Bouwbedrijf Hoffman te Zutphen • Burgers van der Wal te Doetinchem • Conserduc-Renofors te Sliedrecht • Deutsche Bank Nederland te Arnhem • Dijkman Bouw te Warnsveld • Donatus Verzekeringen te Rosmalen

• Elbertse Orgelmakers te Soest • GlasverwerkingsBedrijf Brabant te Tilburg • Van Hoogevest Architecten te Amersfoort • Installatiebureau Wiltink te Vorden • Koninklijke Woudenberg te Ameide • Lakerveld ingenieurs- en architectuurbureau te Noordeloos • Leidekkersbedrijf D. Koenders te Neede • Van Lierop te Liempde

• MAS Architectuur te Hengelo (Gld) • Monumenten Advies Bureau te Nijmegen • Orgelmakerij Reil te Heerde • Smederij Oldenhave te Vorden • Steenfabriek Biezeveld te Kerkdriel • Takkenkamp Gevelonderhoud te Zelhem • Van der Vegt Smeed- en constructiebedrijf te Meerkerk • Van Wely Loodgieters en Leidekkersbedrijf te Groessen


PC stelt zich voor ‘Maar het kerkje is heilig’ In deze rubriek halen we een Plaatselijke Commissie (PC) voor het voetlicht. Een PC beheert het kerkgebouw, zorgt voor het dagelijks onderhoud en regelt goed gebruik en verhuur. Daarnaast treedt de PC lokaal en regionaal op als vertegenwoordiger van de SOGK. Deze keer is het de beurt aan de PC van Kerk-Avezaath. Dick Grendel: ‘Als Plaatselijke Com­ mis­sie geven wij handen en voeten aan het multifunctionele gebruik van de kerk. We organiseren concerten, exposities en een creativiteitsmarkt, en mensen kunnen hier terecht voor uitvaarten en kerkelijke en burger­ lijke huwelijken. Het blijft lastig om ­dingen op touw te zetten die echt geld opbrengen, maar het lukt ons toch elk jaar weer. We doen lang niet alles zelf. Stichting Kunst en cultuur In Kerk- en Kapel-Avezaath (KIKK) orga­ niseert de Avezaathse Cultuurdagen,

die jaarlijks worden afgewisseld met de Oogstmarkt.’ Anton van Mourik: ‘De Markt­­commis­ sie zet elk jaar Avezaath’s Allerlei op touw. De helft van de opbrengst van deze rommelmarkt komt ten goede aan het onderhoud van de kerk. Het is de grootste post die binnenkomt. Open Kerk is dan weer een initiatief van de protestantse gemeente van Kerken Kapel-Avezaath. ’s Zomers is het gebouw elke dinsdag en één zondag in de maand geopend voor publiek.’

Verena Demoed

Grendel: ‘Het valt niet altijd mee om de kerk multifunctioneel in te zetten, want onze activiteiten mogen de ere­ dienst natuurlijk niet storen. De protes­ tantse gemeente is de hoofd­gebruiker van de kerk en we doen alles in goed overleg met de leden van deze gemeen­ te. Voor hen is de kerk het godshuis en als zij ergens bezwaar tegen hebben, dan houdt het gewoon op. Meervoudig gebruik en geloof ­moeten elkaar niet bijten. Als er een expositie wordt ingericht, dan willen we wel graag van tevoren weten wat voor werk er ten­ toongesteld wordt. Er hing hier in de kerk een keer een foto­reportage over het paradijs. Daar zaten een paar naak­ ten tussen, dat wist lang niet iedereen te waarderen.’ Van Mourik: ‘Die foto’s hebben we elke zondag maar even omgedraaid.’

De Plaatselijke Commissie (PC) van Kerk-Avezaath met van links naar rechts: Anton van Mourik (koster, manusje-van-alles), Mien Gerritse (secretaris), Dik van Biesbergen, Dick Grendel (voor­ zitter) en Arja van der Heiden (afgevaardigde protestantse gemeente). Henk de Dreu (penningmeester) en Corry Wiersma-Gerritse ontbreken op de foto (foto: Carel van Gestel).

Van Mourik: ‘Er zijn veel Avezathen die de kerk een warm hart toe­dragen. Zij zijn lang niet altijd van de protes­ tantse gemeente. Er zijn steeds meer mensen die de buitenkant vaker zien dan de binnenkant. Het gaat vaak puur om de uitstraling van het gebouw. Een van onze donateurs vertelde me eens: “Ik heb er eigenlijk niks mee, ik ben heiden, maar het kerkje, dat is heilig.”’

Venster, november 2012 — 5

Grendel: ‘Het bestuur van de SOGK wil graag dat elke PC honderd eigen donateurs heeft. Door een donateurs­ wervingsactie hebben we dat streefgetal gehaald!’ Mien Gerritse-de Gier: ‘Het werven doen we op een persoonlijke manier, huis aan huis. Iedereen neemt een paar straten voor zijn rekening. Ik heb dik twee uur gedaan over mijn eigen straat. Vrijwilligerswerk is ook mensen ontmoeten.’


Het Laatste Oordeel in de Jacobskerk in Winterswijk

Venster, november 2012 — 6

Tijdens de restauratie van de Jacobskerk in Winterswijk tussen 1968 en 1972 zijn alle lagen witkalk van de muren verwijderd. De grote schildering van het Laatste Oordeel (48 vierkante meter!) aan de noordwand van het koor, bij de sacristie, kwam toen weer tevoorschijn. Dat was de tweede keer, want in 1895 was de ­schildering ook al eens blootgelegd. Toen zijn daar een paar foto’s en een ‘calque’ (een overtrek) van gemaakt. In 1916 werd dit muurvlak gewit en werd de ­afbeelding weer onzichtbaar.

De voorstelling van het Laatste Oordeel op de wand van het koor in de Jacobskerk in Winterswijk is moeilijk afleesbaar.

De schildering dateert vermoedelijk van de eerste helft van de zestiende eeuw. Het Laatste Oordeel, gebaseerd op de Openbaring van Johannes en op meerdere teksten uit het Oude en Nieuwe Testament, was een geliefd thema, vooral in de middeleeuwen en tot in de eerste helft van de zestiende eeuw. Van Rogier van der Weyden tot Lucas van Leyden, vele schilders, groot en klein, hebben deze voorstelling op altaarstukken geschilderd of op de wanden van kerken. Het is een afbeel­ ding van het einde der tijden waarin Christus zal oordelen over de levenden en de doden. Bovenin zit hij in het midden op een regenboog, symbool van het universum, met onder zijn voe­ ten de aardbol. Hij spreekt in zuiver­ heid (een lelie links van zijn hoofd) en gerechtigheid (een zwaard rechts van zijn hoofd). Christus is omgeven door engelen die de werktuigen van zijn lijden dragen en door bazuinblazende engelen. Aan zijn rechterhand zit Maria en aan zijn linkerhand Johannes de Doper, maar die is in deze schilde­ ring geheel verdwenen. In de strook daaronder bevinden zich de apostelen en de oudsten uit het Oude Testament evenals de schenkers van de wand­ schildering. In de onderste helft staat de aartsengel Michaël centraal. Met zijn rechterhand doodt hij een duivel, met zijn linkerhand weegt hij de zielen van de doden die om hem heen uit hun graven klimmen. Kleine duiveltjes sleuren zo veel mogelijk zielen naar de muil van Leviathan, het hellemonster, en engelen begeleiden in serene rust de andere zielen naar de hemelpoort waar Petrus ze staat op te wachten. Laten zien aan publiek In 1895 was de schildering ook al sterk vervaagd, zoals op de oude foto’s is te zien. Nu dit Laatste Oordeel en de andere schilderingen weer aan het


Het deel van het Laatste Oordeel dat zal worden gereconstrueerd. Links staat de aartsengel Michaël met de weegschaal waarmee de zielen van de overledenen worden gewogen.

Reconstructie Voor de reconstructie van een deel van de voorstelling gebruiken zij een grote plaat (1,20 bij 1,70 meter) van isolatie­ materiaal. De plaat krimpt niet en is ongevoelig voor vocht en hitte. Op de plaat komt eerst een laagje stucwerk te liggen en daarop wordt op basis van de calques een nieuwe schildering aangebracht, op ware grootte en met de originele kleuren. Het is de bedoe­ ling dat de plaat in een nis onder de schildering komt te hangen, zodat men in de toekomst van dichtbij kan zien hoe deze schildering er oorspronkelijk heeft uitgezien. De gegevens voor dit artikel en de foto’s zijn aangeleverd door Ed Grotenhuis en Jan en Astrid Goorhuis, tekst Marjan Witteveen.

De lijntekening die van het Laatste Oordeel is vervaardigd ter verduidelijking van de voorstelling.

Venster, november 2012 — 7

daglicht bloot staan, heeft de stichting Vrienden van de Jacobskerk de vensters van de kerk van speciale voorzetramen laten voorzien om de schilderingen tegen de uv-stralen van het zonlicht en verdere verbleking te beschermen. Intussen blijft het jammer dat het Laatste Oordeel zo vaag is, want het stichtingsbestuur wil deze voorstel­ ling, zo typerend voor de tijd waarin de kerk gebouwd is, graag laten zien aan het publiek. Maar hoe? Een vol­ ledige, gedetailleerde reconstructie is niet mogelijk, omdat het originele verf­ oppervlak te zeer gehavend is. Het deel van de schildering waarvan nog wel wat details te zien zijn, valt nog enigszins te reconstrueren. Dat is werk voor kunst­ historici. Charlotte Caspers en na haar Oleg Karuvits hebben op kleine schaal een lijntekening gemaakt van de gehele schildering. Een belangrijk hulp­middel daarbij waren de calques die aan het eind van de negentiende eeuw zijn gemaakt en die nog bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed lagen. Hun lijntekening van de voorstelling is, met een toelichting, al in de kerk te zien.


Interview

Karlijn van Onzenoort

Kennismaking met nieuwe voorzitter Annelies van der Kolk

‘Herbestemming moet kerkwaardig zijn’

Venster, november 2012 — 8

Per 1 oktober jongstleden staat bij de Stichting Oude Gelderse Kerken een nieuwe voorzitter aan het roer: Annelies van der Kolk. Op dit moment is ze waarnemend burgemeester van Harderwijk. We treffen elkaar daarom in het stadhuis van die Gelderse Zuiderzeestad, met een prachtig uitzicht op enkele historische schepen in de haven. Een gesprek over bakens in het landschap en de koers van de SOGK.

‘Als SOGK heb je veel vrijwilligers nodig om je doelen te bereiken. Ook daarom wil ik verbindingen leggen in de plaatselijke gemeenschap.’

In haar vorige functies had ze regel­ matig met de Stichting Oude Gelderse Kerken te maken, herinnert ze zich. Annelies van der Kolk was van 2007 tot 2011 gedeputeerde van de provincie Gelderland en daarvoor vele jaren lid van de Provinciale Staten. ‘Als gede­ puteerde was ik onder meer verant­ woordelijk voor de portefeuille cultuur­ historie. Zodoende heb ik vaak overleg gevoerd met Erik de Gier en andere bestuursleden. Maar ook daarvoor tijdens mijn werk in de Provinciale Staten heb ik me sterk gemaakt voor onder meer de educatieve projec­ ten van de SOGK. In die tijd heb ik tot mijn tevredenheid veel kunnen doen voor het religieus erfgoed in de ­provincie. Daarom hoefde ik niet lang na te denken toen ik werd gevraagd als voorzitter.’ In vogelvlucht Annelies van der Kolk werd in 1953 geboren in Groningen. Ze volgde daar de hbs en pedagogische academie en stond sinds 1973 viereneenhalf jaar voor de klas op een lagere school in Harderwijk. In 1978 ging ze bij de schoolbegeleidingsdienst werken en in de avonduren pedagogiek en onderwijskunde studeren. In 1990 behaalde ze haar bul aan de Groningse rijks­universiteit. Intussen was ze bij de schoolbegeleidingsdienst in het management beland en actief gewor­ den in de provinciale politiek voor het GPV, later de ChristenUnie. In 2002 werd ze benoemd tot Statenlid én trad ze toe tot de gemeenteraad van haar woonplaats Harderwijk. Sinds eind mei van dit jaar is ze daar waarnemend burgemeester.


De Laurentiuskerk in Kekerdom (foto: Koos Dansen).

Plaatselijke koppeling De kersverse voorzitter heeft ook al ideeën over de werving van nieuwe donateurs. ‘We moeten proberen een plaatselijke koppeling te leggen. Neem bijvoorbeeld Harderwijk, daar heeft donateurs werven weinig zin. Maar als SOGK zou je donateurs moeten wer­ ven rondom de eigen kerken omdat je daar de meeste aansluiting hebt. Ook zouden we al bij de overdracht van een

nieuwe kerk een plan moeten maken hoe we in die nieuwe omgeving begun­ stigers erbij krijgen, bijvoorbeeld door extra in te zetten op publiciteit. Verder denk ik dat we moeten bezien of het mogelijk is om vaker eenmalige giften te ontvangen. Tot slot wil ik onderzoe­ ken of donateursbijdragen uit bijvoor­ beeld Groenlo ook exclusief ten goede zouden kunnen komen aan de kerk daar, omdat dit mensen ook extra kan motiveren om donateur te worden.’ Verbinder En hoe ziet ze de toekomst? ‘Zolang er kerken aan ons worden overgedragen, hebben we een toekomst. Ik heb begre­ pen dat het streven van de SOGK is om twee kerken per jaar over te nemen. Waar ik me hard voor wil maken, is dat we aan die kerk een goede invulling geven en verantwoordelijkheid dragen voor een goed beheer. Het gaat er niet om zo veel mogelijk kerken te heb­ ben, maar om de kerken die je hebt, zo goed mogelijk te beheren.’ Haar eigen toekomst als voorzitter ziet ze met vertrouwen tegemoet. Het is volgens Van der Kolk een geruststel­ lend gegeven dat er capabele mensen in het bestuur zitten, aan wie ze lei­ ding zal geven zodat de SOGK een

goede koers vaart. ‘Daarbij zal ik vooral aansturen op verbindingen leggen met andere partijen, zoals Geldersch Landschap en Geldersche Kasteelen, het bedrijfsleven, de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en de overheid, zodat we ons met z’n allen sterk kun­ nen maken voor het erfgoed in deze mooie provincie.’

Bestuur SOGK Met de komst van een nieuwe voorzitter is het bestuur van de SOGK weer (bijna) op volle sterkte. De namen en functies op een rij: • Mw. drs. A.E.H. (Annelies) van der Kolk, voorzitter • G. (Gijs) van Reenen, ­vicevoorzitter • G.B. (Geert) Beltman, ­penning­meester • Mr. C.A.M. (Coen) Kleipool, lid • Mr. W.J.J. (Wout) Kruidenier, lid • W. (Wim) Wensink, ­ adviseur (bouwkundig) • Drs. N.E.J. (Nico) Peek, algemeen secretaris Voor mw. T.M. (Mariëlla) van Essende Wal, tot voor kort secretaris, wordt nog een opvolger gezocht.

Venster, november 2012 — 9

Passende herbestemming Een van haar hobby’s is fietsen – en verrassend genoeg komt ze van die liefhebberij terecht bij het onderwerp ­kerken. ‘Als je buiten de stad fietst, zie je kerktorens als bakens in het land­ schap staan. Dat is een beeld dat ik koester. Daarnaast spreekt het me aan dat een kerk de geschiedenis van een gemeenschap vertelt. Aan een kerk kun je aflezen wat er in een dorp of stad heeft plaatsgevonden. Mijn ambi­ tie is dan ook dat de nieuwe invulling die we aan een kerk geven, een meer­ waarde heeft voor de gemeenschap. Tegelijkertijd moet deze herbestem­ ming “kerkwaardig” zijn, dus passen bij de kerk en de gemeenschap erom­ heen. Kort gezegd zie ik dus liever zorgwoningen dan een disco.’


‘Krachtig, doch tevens mollig en lieflijk intonneeren’

Orgelmaker C.F.A. Naber (1796-1861), leven en werk Cees van der Poel

Orgelmaker Naber bouwde een groot aantal instrumenten waarvan er vele in Gelderse kerken staan. Cees van der Poel, die betrokken was bij de ­restauratie van het Naber-orgel in de Maartenskerk in Etten, schetst een overzicht van

Venster, november 2012 — 10

Nabers leven en geeft enkele karakteristieken van zijn werk.

Carl Friedrich August Naber kwam op 1 september 1796 ter wereld in het Westfaalse stadje Tecklenburg in het Teutoburgerwoud, zo’n zestig kilometer over de grens ter hoogte van Enschede. Na de dood van zijn vader Friedrich kreeg Nabers moeder Wilhelmina Catharina Dreyer (ca. 1774–1844) kennis aan Georg Heinrich Quellhorst (gebo­ ren in 1770), een orgelmaker die zich even na 1804 in het Tecklenburgerland ophield. Ze trad met hem in het huwelijk en Quellhorst werd Nabers stiefvader. Quellhorst had een orgelmakersbedrijfje met zijn gezel Heinrich Gottfried Muegge. Na de dood van Muegge in 1809 verwierf Quellhorst steeds meer werk over de grens in Nederland. In 1811 vestigde de familie zich in Neuenhaus en een jaar later in Oldenzaal. Aanleiding voor de laatste verhuizing was de opdracht voor de bouw van een fors orgel in de Plechelmusbasiliek aldaar. Quellhorst bleef tot zijn dood in 1838 in Oldenzaal wonen. Uit haar huwelijk met Quellhorst kreeg de moeder van Naber nog drie kinderen, twee doch­ ters en in 1812 een zoon Georg Heinrich Wilhelm. Naber kreeg uit zijn huwelijk met Jannetje Davins Willig vier kinderen. Na haar overlijden in 1837, op amper vieren­ Afbeelding omslag: In de lutherse kerk in Doesburg is de naam van de maker nog te lezen: ‘C.F.A. Naber fecit Deventer’ (foto: Piet Bron, 2011).

dertigjarige leeftijd, trouwde Naber met Johanna Jacoba Elisabeth de Bosson (geboren in 1810). Zij kregen nog zeven kinderen. Naber overleed in Deventer op 23 augustus 1861.

Samenwerking met Quellhorst In 1820 tekende Quellhorst een contract voor de bouw van een orgel in de St.-Nicolaaskerk in Elburg. Dit project ging echter niet meteen van start. In correspondentie uit 1822 met betrekking tot de nieuwbouw verscheen de naam van Carl Naber. Hij had zich in het spoor van zijn stiefvader kennelijk op de orgelbouw toegelegd. In Elburg trad Naber waarschijnlijk op als meesterknecht van zijn stiefvader en in latere jaren als diens compagnon. Naber woonde een tijdje in het Zuiderzeestadje waar in 1824 zijn oudste zoon Frederik Samuel werd geboren. Naar alle waarschijnlijkheid vestigde hij zich in 1825, na het gereedkomen van het orgel in Elburg, als orgelmaker in Deventer. Behalve bij de bouw van het orgel in Elburg werkte Naber samen met Quellhorst aan een instrument voor de Hervormde Kerk van Wijhe, opgeleverd in 1821. Ook bij de totstandkoming van het orgel in de Bethlemkerk in Zwolle (1826) werkten Quellhorst en Naber samen.


Een detail van het snijwerk van het orgel in Etten. Tijdens de restauratie werd een proef genomen met het verguldsel, zoals te zien is aan het kleurverschil tussen links en rechts (foto: Cees van der Poel, 2010).

Nabers eerste zelfstandig uitgevoerde werk betrof een nieuw orgel voor de hervormde kerk van Terwolde in 1827. Een jaar later breidde hij het orgel van de Grote Kerk in Apeldoorn uit, een instrument dat stamde uit 1780. In Apeldoorn zou hij nog vaker werkzaam zijn. Daarna volg­ den werkstukken in Heeten en de doopsgezinde kerk van Deventer, respectievelijk in 1829 en 1830. Een jaar later realiseerde hij in de hervormde kerk van Dinxperlo een tweeklaviers werk met vrij pedaal in een imposante kas met gebruikmaking van pijpwerk uit het eerdere orgel van de kerk. Voor de rooms-katholieke kerk in Zaltbommel leverde Naber een orgel dat weer bescheiden van omvang was. De vliegende start van Nabers orgelmakerij kreeg in 1834 een voorlopig hoogtepunt in de levering van een instrument voor de hervormde kerk van Bredevoort (waarin hij ouder Westfaals pijpwerk hergebruikte) en een groot orgel in de hervormde kerk van Winterswijk. Aan het laatste instrument werkte Naber drie jaar. Bij oplevering telde het vierentwintig registers, verdeeld over twee handklavieren en pedaal. Dit orgel siert nog immer de Grote Kerk van Winterswijk, maar is niet geheel in de oorspronkelijke opzet bewaard gebleven. In 1911 werd het grondig veranderd en werd de kas voorzien van een rugpositief. Veel pijpwerk van

Naber bleef echter bewaard. In 1972 is het instrument weer teruggebracht naar de opzet van Naber, met behoud van de rugwerkkas van 1911. De productie van Naber bleef constant. In 1836 en 1838 leverde hij orgels in Raalte (thans in Warnsveld) en voor de rooms-katholieke kerk in Rijssen. Dit laatste orgel verdween in 1929 bij de bouw van de nieuwe kerk. In Heusden mocht Naber opnieuw beginnen aan een middelgroot instrument dat volgens bestek tweeëntwintig registers telde. Dit orgel uit 1840 had een imposant voorkomen. Het ging verloren bij oorlogshandelingen in 1944.

Hoogtepunt, de jaren veertig Na de dood van Quellhorst senior in 1838 had Naber diens bedrijf voortgezet met zijn halfbroer en nog een telg uit het geslacht Quellhorst. In 1842 was Naber werkzaam op maar liefst vier verschillende plaatsen. In Lienden, Almen en Rumpt was hij bij de nieuwbouw van een orgel betrok­ ken evenals in de Koepelkerk in Arnhem, maar daar in samenwerking met zijn jongere halfbroer Georg Heinrich Wilhelm Quellhorst. Ten slotte verplaatste Naber in dat jaar het orgel van de Grote Kerk in Apeldoorn naar Beekbergen. De stroom van werkstukken hield aan met kleinere orgels voor de lutherse kerken van Doesburg, Kampen en Tiel (dit

Venster, november 2012 — 11

Op eigen benen


Venster, november 2012 — 12

Het orgel voor de hervormde kerk in Bredevoort in 1834 (foto: Piet Bron,

Het orgel in Winterswijk uit 1842, vóór de ombouw in 1972 door de

2009).

Zwitserse firma Metzler & Söhne (foto: collectie Carel van Gestel).

orgel is niet bewaard gebleven) en de hervormde kerken van Voorst, Hengelo en Etten. Nabers faam was inmiddels zo stevig gevestigd dat hij uitgenodigd werd een groot orgel te bouwen voor de Joriskerk in Amersfoort. Het zou het grootste instrument zijn dat zijn werkplaats verliet (1844). Met negenendertig registers verdeeld over drie manua­ len en pedaal is het ook het grootste orgel van Naber dat bewaard is gebleven. Naber bouwde het instrument op het oksaal, tussen het middenschip en het koor van de kerk. Begin jaren zeventig plaatste men het orgel over naar de westzijde van het bedehuis en werd het oksaal hersteld. Deze gang van zaken tekent scherp het grote verschil van omgang met monumentale bouwkunst zo rond het mid­ den van de negentiende eeuw en de visie van na de Tweede Wereldoorlog. Visueel was de combinatie van orgelmeubel en het oksaal niet onvoordelig, maar de aantasting van het virtuoze beeldhouwwerk van de koorscheiding doet pijn in moderne ogen. De nieuwe opstelling doet behalve aan het oksaal gelukkig ook aan het orgel recht. Na een technische

restauratie in 1995 functioneert en klinkt het magnum opus van Naber indrukwekkend. Bijzonder is dat het orgel verschillende registers van zestiende- en zeventiende-eeuws pijpwerk bevat uit eerdere instrumenten van de Joriskerk. Nog eenmaal mocht Naber een dergelijk groot werkstuk maken, dit keer voor de Grote Kerk van Apeldoorn waar hij geen onbekende was. In 1846 leverde hij daar een instrument dat een register minder telde dan het orgel in Amersfoort. Helaas ging het samen met de kerk in 1890 verloren door brand. Deze rampspoed heeft Naber niet mee­ gemaakt. Hij maakte wel een andere catastrofe mee. Het orgel, dat bestemd was voor de hervormde Centrumkerk van Paramaribo, werd in 1840 verscheept, maar het schip ­verging met zijn hele lading. Naber moest het orgel opnieuw ­bouwen. De tweede levering van 1846 kwam wel aan en is in gereconstrueerde toestand nog steeds aanwezig. Er zijn overigens ook bronnen die dit orgel toeschrijven aan de firma Bätz. Het front vertoont echter onmiskenbaar Naber-trekken.


De laatste jaren, 1847-1855

Nabers navolgers

Na de twee grote werken volgden weer kleinere in Delden (1847), Terborg (1847), Diepenveen (1848), Makkum (1848) en Wilp (1849). Dit laatste instrument ging in 1945 ver­ loren. Toch bezit de kerk sinds 2010 weer een orgel van Naber. Het betreft het instrument dat hij in 1853 bouwde voor de lutheranen van Deventer. In 1852 kwam een orgel tot stand voor de Grote Kerk van Sliedrecht. Samen met het instrument voor Raamsdonk (1851, door brand verwoest in 1872) was dit instrument met zesentwintig stemmen het laatste orgel van forse omvang dat Naber maakte. Zijn laatste orgels waren voor Doetinchem (lutherse kerk, 1854), Silvolde en Holten (beide 1855).

Intussen was Nabers zoon Nicolaas Anthonie Naber ook actief als orgelmaker. Aan het eind van de jaren vijftig van de negentiende eeuw werkte hij samen met zijn zwager Karolus Marinus van Puffelen (1826–1886) onder de naam N.A. Naber & Co. Van Puffelen was in 1853 in het bedrijf van Naber sr. komen werken en trouwde met een van diens dochters. Na de dood van Naber sr. in 1861 ging ieder zijn eigen weg. Van Puffelen vestigde zich in Zaltbommel en maakte in totaal ongeveer vijftien orgels. Nabers oudste zoon, Frederik Samuel, nam de orgelmakerij van zijn vader over na diens dood. Hij vertrok in 1871 naar Zutphen en werd later opgenomen in een krankzinnigengesticht. In 1875 overleed hij.

Venster, november 2012 — 13

In 1842 bouwde Naber een nieuw orgel in de oude kerk in Rumpt met hoofdwerk en bovenwerk (foto: Piet Bron, 2007).


Het orgel in de Lutherse kerk in Doesburg dateert van 1845; in 1970 is het gerestaureerd (foto: Carel van Gestel, 2010).

Venster, november 2012 — 14

Nabers bouwwijze Hoewel ieder muziekinstrument als artistieke schepping uniek is en dus strikt genomen ‘het’ Naber-orgel niet bestaat, zijn er toch karaktertrekken die Nabers hand­ tekening verraden. Het is mogelijk om het eigene van Naber toe te lichten aan de hand van het orgel in de Maartenskerk in Etten, sinds 1996 in eigendom van de Stichting Oude Gelderse Kerken. Naber maakte in 1844 een eenklaviers orgel met acht registers voor deze kerk. Het bestek van 1843, dat bewaard is gebleven, werpt behalve op dit instrument ook licht op de bouwwijze van Naber in het algemeen. Het eerste artikel van het document noemt de dispositie (bezet­ ting van registers) en, zoals gebruikelijk, de materialen waarvan de pijpen gemaakt werden. Het metalen pijpwerk vervaardigde Naber van ‘echte gemengde specie, namelijk van een derde zuiver Engelsch bloktin en twee derde zoet lood’. Deze alliage van lood en tin was traditioneel, evenals het beleggen van de frontpijpen met (tin)folie. De windlade (het centrale deel van het orgel waarbinnen de wind­toevoer naar de pijpen geregeld wordt) was eveneens van een gebruikelijke constructie. Bij de pulpeten (de luchtdichte doorvoer van de trekdraden van de speelmechaniek in de

windlade) ging Naber modern te werk: ‘In plaats der vroe­ gere en thans nog aangewende pulpeten of lederzakjes in den windlade, wordt het fundamentbord met eenen koperen lijst voorzien en over de gaten der trefpunten der ventielen met wild leder bevoerd ten einde het windverlies te verhin­ deren.’ Bij het bouwen van de twee windbalgen paste hij de vertrouwde constructie van wigvormige spaanbalgen toe, zoals in die jaren al zijn Nederlandse collega’s dat deden. Het speelmechaniek en het registermechaniek werden ook op traditionele wijze ingericht: de tonen van het handklavier liepen van groot C tot driegestreept f (54 tonen), eveneens algemeen gebruikelijk.

Klank Ten aanzien van de toonhoogte en de stemming was Naber bij de tijd. Hij verplichtte zich ‘alle registers of stemmen een iegelijk naar zijn eigen aard, krachtig, doch tevens mollig en lieflijk te intonneeren en naar de tegenwoordige in gebruik zijnde gelijkzwevende temperatuur en goede harmonie op orchesttoon te stemmen.’ De karakterisering van de klank keert in veel andere bestekken van Naber terug. Hoewel de woorden ‘mollig en lieflijk’ bepaald geen eenduidige termen


Het orgel in de kerk in Etten na de recente restauratie (foto: Marjan

De klaviatuur (het toetsenbord) van het orgel in Buurmalsen uit 1858

Witteveen, 2010).

(foto: Piet Bron, 2007).

zijn, raken ze toch aan een essentieel punt in het klankka­ rakter van Nabers orgels. Het orgel in Etten ademt de sfeer van het eind van de achttiende eeuw. De maakwijze van het pijpwerk wijst ook meer naar die tijd dan naar de eigenlijke ontstaansperiode, het midden van de negentiende eeuw. De disposities van Naber zijn behoudend, veel ervan ogen een halve eeuw ouder dan ze werkelijk zijn. De nieuwste modes lijken aan Naber voorbijgegaan te zijn. Illustratief is in Etten de aanwezigheid van twee fluitregisters in viervoets ligging (deze klinken een octaaf hoger dan de ‘gewone’ toonhoogte van een piano). Dat lijkt overbodig, zeker gelet op de kleine omvang van de dispositie. De stemmen heb­ ben echter beide een eigen ­factuur en verschillen daardoor subtiel in klank. Galante rococomuziek klinkt prachtig op dit orgel. In 2010 kon een verbetering ten opzichte van de restauratie van na de oorlog worden doorgevoerd: het herstel van de originele toonhoogte. De ‘orchesttoon’ uit het contract van 1843 bedroeg 435 Hertz voor a1, iets lager dan de heden­ daagse stemtoon. Door het verlengen van de pijpen die in de loop van de geschiedenis waren ingekort, kwam de ori­

ginele toonhoogte weer voor de dag en, heel belangrijk, de originele verhouding tussen de lengte en de breedte van de pijpen en daarmee de oorspronkelijke klank. Het orgel in de Maartenskerk is weer representatief voor de grote kunde van Naber.

Onderzoek aan de kleurlaag van de oudste delen van de orgelkas wees in de richting van een roomwitte kleur­ stelling; die is gereconstrueerd. De orgels in Voorst en Doesburg (lutherse kerk) dienden hierbij als voorbeeld. Door herstel van de kleur en de vergulding van de ornamen­ tiek toont het orgel weer zijn Naber-gezicht. Het front van het Ettense orgel is opgebouwd uit een halfronde midden­ toren, twee ronde zijtorens en twee zogenaamde tussen­ velden. Deze vijfdelige opbouw is toegepast in vele negen­ tiende orgels en kan in de grotere en uitgebreidere fronten van Naber teruggevonden worden als kiemcel. Enkele details zijn typisch voor Naber. De torens worden visueel geschraagd door halfronde consoles van gesneden bladwerk. De kaplijsten aan de bovenzijde van de torens zijn voorzien

Venster, november 2012 — 15

Uiterlijk


Het orgel in Silvolde is gebouwd door Naber in 1854/55 en heeft één

Achter een orgelfront bevindt zich het pijpwerk: een groot aantal pijpen

­manuaal met negen registers en een aangehangen pedaal; het is een van

waarvan op de foto (van het orgel in Herwijnen uit 1858) een klein deel

de twee orgels van Naber met ongedeelde tussenvelden, het andere is

zichtbaar is (foto: Piet Bron, 2010).

Venster, november 2012 — 16

dat in Etten (foto: Carel van Gestel, 2012).

van vergulde palmetten. De gesneden vleugelstukken aan weerszijden van het front keren ook in vele ontwerpen van Naber terug, zeker in die van zijn kleinere orgels. Eén veelvoorkomend kenmerk ontbreekt in Etten: Naber maakte ongedeelde tussenvelden terwijl het overgrote deel van zijn fronten tussenvelden met twee etages bevatten. De etages worden bijna altijd gedeeld door een smalle rechte lijst, boven en onder voorzien van rank snijwerk. Het ont­ breken van gedeelde tussenvelden heeft bij de laatste res­ tauratie van het Ettense orgel in 2010 twijfel gezaaid over de originaliteit van het front. Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog, toen de kerk zwaar onder vuur lag, was het orgel grotendeels in veiligheid gebracht, maar toch moesten een deel van het pijpwerk en forse delen van de orgelkast worden gereconstrueerd in de jaren 1950. Mogelijk had men hierbij een vergissing begaan en de tussenvelden ongedeeld uitgevoerd. Details op een foto van de beschadigde kerk

en dito orgelkas van vlak na de beschieting toonden echter aan dat de restauratoren de oorspronkelijke toestand netjes ­hadden gevolgd. Na het beluisteren en bespelen van de vele Naber-orgels die zijn overgeleverd, kan de hedendaagse liefhebber begrijpen dat de Deventer orgelmaker grote faam genoot.

Over de auteur Cees van der Poel studeerde orgel, kerkmuziek en piano aan de conservatoria van Amsterdam en Maastricht. Hij is werkzaam als uitvoerend musicus, docent en koor­ dirigent en werkte mee aan verschillende cd-opnames van onder meer het ensemble La Barca Leyden. Van der Poel werkt als publicist en adviseur op orgelbouwgebied, mede in samenwerking met de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Hij was betrokken bij de restauratie van het Naber-orgel in de Maartenskerk in Etten die afgerond werd in 2010 (zie Venster, december 2009).


Kerken van de SOGK Hugo van Capelleveen Inventarisatie liturgische nissen in middeleeuwse kerkgebouwen

Vele monumentale kerken in Gelderland dateren nog van de middel­ eeuwen. Deze kerken waren oorspron­ kelijk ingericht voor de katholieke eredienst. Na de reformatie werd bijna alles wat herinnerde aan deze vorm van geloofsbeleving verwijderd. In sommige gevallen bleven een doop­

vont, koorhek of koorbank en muur­ schilderingen behouden. In een groot aantal kerken treffen we ook nog aller­ lei (liturgische) nissen aan, veelal in de wanden van het koor, onder de water­ lijst van de vensters. Een ­volledige Gelderse inventarisatie bestaat echter nog niet.

Nis met een wasbekken In het februarinummer van Venster 2012 is aandacht besteed aan enkele sacramentshuizen, in de vorm van een eenvoudige nis. Daarnaast bestaan nog andere nissen die in het verleden een functie hebben gehad. De piscina, ook wel lavabo genoemd, is een nisje met een wasbekken, meestal in de zuid­ oosthoek van de koorwand. In som­ mige gevallen kwam dit ook voor in de sacristie. Het werd door de priester gebruikt om na de mis zijn handen en het kerkelijk vaatwerk te reinigen. Eventueel achtergebleven kruimels van de hostie kwamen dan via een afvoer door de muur op het kerkhof, dus op gewijde aarde terecht. Bij sommige piscina’s is zelfs deze afvoer nog aan­ wezig. Men kan ook nog verschillende andere nissen in de koormuur aantref­ fen, voor het opbergen van liturgische voorwerpen, zoals de wierookvaten of om er een beeld in te plaatsen. Graag uw hulp Omdat ik een inventarisatie wil maken van al deze nissen, zou ik graag uw hulp willen inroepen. Als u in Gelderland een (voormalig) priester­ koor uit de middeleeuwen bezoekt, wilt u dan de daar aanwezige nissen inventariseren? Het gaat om nissen in de wanden van het koor van een middeleeuwse kerk. Voor zover daar duidelijkheid over bestaat mag u ook de bovengenoemde hoofdvormen aan­ geven, als sacramentsnissen, piscina­ nissen, nissen voor het opbergen van liturgisch vaatwerk, en beeldnissen. De beschrijvingen (en/of foto’s) kunt u sturen naar de auteur van deze oproep, Hugo van Capelleveen. Mijn mailadres is HvCapelleveen@tiel.nl en mijn postadres H.J. van Capelleveen, Van Balverenlaan 8, 6615 AH Leur.

Venster, november 2012 — 17

In elke uitgave van Venster wordt een van de gebouwen van de SOGK belicht. Door middel van een markant verhaal of van bijzonder speurwerk staan we stil bij onze eigen monumenten. Dit keer wijken we enigszins af van deze opzet. Hugo van Capelleveen van de kerk in Leur maakt van de gelegenheid gebruik om een oproep te doen.


Actuele publicaties

Venster, november 2012 — 18

Doetinchem Stads- en Ambtsbegraafplaats Doetinchem 1829-2011, door W.J.P. Coops. Uitgegeven door Fagus, IJzerlo 2011 (120 blz.; afb.; bijln; ISBN 978-78202-83-7). Beide begraafplaatsen staan op de gemeentelijke monumentenlijst. De Stadsbegraafplaats werd gesloten in 1893, de Ambtsbegraafplaats in 1967. Het boek bevat hoofdstukken over verval, het oprichten van een stichting en over bijzondere monumenten en begravenen. In de bijlagen zijn docu­ menten, plattegronden en namen­ lijsten opgenomen. Groesbeek Geschiedenis van Groesbeeks oudste kerk en van 400 jaar protestantse gemeente 1612-2012, samenst. G.G. Driessen. Uitg. Uitgeverij Heemkunde Groesbeek, Groesbeek, 2012 (324 blz.; afb.; lit. opg.; ISBN 978-90-808881-0-4). De geschiedenis is weergegeven in 29 hoofdstukken, samengesteld uit bronmateriaal en citaten uit secundaire

Henk Demoed

literatuur. Het boek geeft de historie van het kerkgebouw dat van ca. 1550 dateert, overzichten van de pastoors en lijsten van predikanten van 1612 tot heden. Afzonderlijke hoofdstukken gaan over de kerkfabriek, de toren, de kerkklokken, de graf- en gedenkstenen en de dorpsschool. In 1953 werd ook het schip hersteld dat in 1798 ingestort was. Het boek besluit met de her­ inrichting in 2009.

het koor, de plaats van de kerkespraak, de afkondigingen. In de kerk bevindt zich een timpaan uit de elfde eeuw met een annunciatievoorstelling. Verder is er aandacht voor de luidklokken, een Hemonyklok uit 1647 en een klok uit 1671 van Rutger Peckel, drie glas-inloodramen uit 1914 en 1928, de heren­ banken, de kansel, de beide kerkorgels en het avondmaalsstel. De beschrijving eindigt met het hof rond de kerk.

Rheden De oude St. Mauritiuskerk te Rheden, door Adriaan Kolkman. Uitg. Oudheidkundige Kring RhedenRozendaal, Rheden, 2011 (87 blz.; afb.; lit. opg.; ISBN 978090-805022-2-2). De auteur geeft een korte kerk­ geschiedenis. De tufstenen toren dateert van de twaalfde eeuw en werd in 1930 en 1952 gerestaureerd. De restauratie van het veertiende-eeuwse koor, van 1901 tot 1904, wordt gevolgd in de eigentijdse rapporten. Bijzonder is het afdakje aan de buitenzijde van

Achterhoek Heiligen in het Oosten, door G.S. Hoekstra. Uitg. Hoekstra-Van Keulen, Zelhem, 2012 (256 blz.; afb.; lit. opg.; ISBN 978-90-70238-55-1). De patroonheiligen van Achterhoek en Liemers, van ‘Sint Agatha van Sicilië, een vuurvaste dame’ (Harreveld) tot ‘Sint Willibrordus, eerste aartsbisschop van Utrecht’ (Drempt e.a.) steeds een beschrijving van acht à tien bladzijden met levensloop en bijzonderheden. De meeste afbeeldingen komen uit de regio.


Agenda 7 december t/m 6 januari Kerstgroepen­tentoonstelling Honderden mooie kerst­ groepen in de speciaal in kerst­ sfeer gehulde kerk, uit particu­ liere verzame­ lingen en uit eigen collectie, zoals de Cuypersgroep. Heiligenbeelden­museum in Kranenburg, www.heiligenbeeldenmuseum.nl of T (0575) 55 64 88

10 december Decemberconcert Optreden van Marlies Claasen, zang, begeleiddoor Tom Klein, gitaar Multifunctionele kerk van Hummelo, aanvang 20.00 uur, toegang € 10, incl. consumptie, www.dorpshuishummelo.nl

9 december Kerstprogramma Ribattuta Ensemble o.l.v. Dick Duijst m.m.v. David Jansen, orgel ‘A Christmas Sequens for Chorus and Organ’ van Sir John Tavener (*1944) Dorpskerk Vorden, aanvang 15.30 uur, toegang € 12, t/m 16 jaar ­gratis www.muziekdorpskerkvorden.nl

15 december Kerstconcert Optreden van het Plantage Barokorkest o.l.v. Frits Hendrich m.m.v. het blok­ fluitensemble Flutes a Leck o.l.v. Els Althuizen en Anne Taris, harp. Muziek van Purcell, Vivaldi, Händel en het Kerstconcert van Corelli. Sint-Lambertuskerk in Kerk-Avezaath, aanvang 20.00 uur, ­toegang gratis

14 en 15 december Kerstmarkt Muziek, verkoop van kerststukjes en decoraties, glühwein, wafels, etc. Multifunctionele kerk van Hummelo, van 10.00 tot 16.00 uur, ­toegang gratis, www.dorpshuishummelo.nl

16 december Concert St.-Martinuskerk in Rijswijk, www.martinuskerk-rijswijk.nl 22 december Concert Optreden van muziekvereniging De Eendracht Multifunctionele kerk van Hummelo, www.dorpshuishummelo.nl 1 januari Nieuwjaarsbal 2013 Begin het nieuwe jaar in stijl! Geniet van een vernieuwend, exclusief, ­chique, spetterend nieuwjaarsbal. De Oude Calixtus in Groenlo, aanvang 19.00 uur, toegang € 20, www.nieuwjaarsbalgroenlo.nl 1 januari Nieuwjaarsconcert Multifunctionele kerk van Hummelo, www.dorpshuishummelo.nl 20 januari Concert Optreden van het Melpomene Ensemble: klavecimbel, viola da gamba en sopraan (onder voorbehoud) Dorpskerk Vorden, aanvang 15.30 uur, toegang € 10, t/m 16 jaar gratis, www.muziekdorpskerkvorden.nl

De multifunctionele kerk van Hummelo.

17 februari Concert Optreden door The Great Charm: blok­ fluiten, cello, luit en tenor Dorpskerk Vorden, aanvang 15.30 uur, toegang € 10, t/m 16 jaar gratis, www.muziekdorpskerkvorden.nl

Venster, november 2012 — 19

20 januari, 17 februari Concert St.-Martinuskerk in Rijswijk, www.martinuskerk-rijswijk.nl


Terugblik op de najaarsexcursie De donateurs van de Stichting Oude Gelderse Kerken bezochten in ­september Vianen. In de zeer ruime katholieke kerk uit 1892 legde de pastoor de liturgische betekenis uit

Foto’s: Marjan Witteveen.

van de afbeelding op het altaarkleed. Deskundig langs monumenten geleid kwam het gezelschap bij de kleine voormalige synagoge. Vandaar leidde de wandeling naar de stadsmuur en

Marjan Witteveen ten slotte naar de grote kerk, een indrukwekkende ruimte met een beroemd grafmonument en fraaie koorhekken en banken.


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.