INCLUSIVITEIT
Ik heb je lief zoals je bent
MEEDOEN IN DE LITURGIE
Dat is echt iets van ons!
ERIK SCHERDER
Wat doen rituelen met je brein?
BAREND THEODOOR WALLET
Aartsbisschop van Utrecht
VOORWOORD
‘Wat zoeken jullie?’ Jezus’ eerste woorden in het Johannesevangelie vormen een vraag. De gemeenschap die Jezus navolgt, de kerk, leeft van vragen en zoeken, van onderweg zijn met de aantrekkelijke liefde van Christus, die ons uitnodigt: ‘Kom en zie’.
Kom en zie in dit magazine mensen die gelovig geworden of gebleven zijn. Wat zoeken ze? Een viering met hart en ziel die je vreugde geeft. Samen beleefde stilte die alles relativeert. Een ruimte waar moeilijke vragen mogen bestaan. Een inclusieve gemeenschap die je ook als lhbtiq-persoon accepteert zoals je bent. Iets dat niet kapot kan.
Kom en zie wat die gelovigen samenbrengt: de viering van het hartsgeheim, de eucharistie. Het is Gods geheim van liefde via de weg van offer en overgave. Iedereen kan meedoen (leer vooral een kruisje slaan!). Het ritueel biedt troost en kracht of juist nieuwe uitdaging als de verhalen uit de Bijbel tot klinken komen en mensen worden wie ze ontvangen – Lichaam van Christus.
Vieren heeft consequenties. Kom en zie hoe het Evangelie van Gods liefde schuurt met het leven
dat we vaak als normaal zien. Dilemma’s rond vergeving, voedsel, vrede waar je niet snel uitkomt vragen toch om een keuze. Als leerlingen onderweg luisteren we naar elkaars vragen en antwoorden, bidden en werken we Gods koninkrijk tegemoet.
Je kan je over de kerk afvragen: ‘Zou er voor mij iets goeds kunnen komen uit zo’n raar en oud instituut?’ Een goed antwoord daarop lijkt me hetzelfde weerwoord dat de apostel Filippus gaf aan de sceptische Nathanaël. Hij citeert Jezus’ tweede zinnetje en zegt: ‘Kom en zie!’
Eerlijk gezegd gaat het in onze kerk bepaald niet altijd rechtstreeks over de vraag wat je diepste verlangen is. Soms gaat het bij de koffie gewoon over de kinderen, de politiek of de spanningen op het werk. Best vaak eigenlijk. Juist die normaliteit voedt het vertrouwen dat het bij de uitnodiging om zelf te komen kijken niet gaat om kennismaking met een of ander religieus systeem, maar over zuurstof in het hart van het volle leven.
3
24 CATHARIJNECONVENT Verheerlijkt de Heer met wat schoon en wat heilig is
INHOUD 6 INTERVIEW ‘Ik heb je lief zoals je bent’
9
3 VOORWOORD ‘Wat zoeken jullie?’
COLUMN Hart en verstand
30
is mijn lichaam 26
12 - 19 PORTRETTEN
4
EUCHARISTIE Dit
RITUELEN Hoofd, schouders, knie en teen… 10 OP DE KAART Waar vindt u ons
20 GESCHIEDENIS Door de eeuwen heen
Colofon
Hoofdredactie: Paul van der Niet
Eindredactie: Christien Bos en Janneke van der Veer
Redactie: Michael van den Bergh, Henk-Jan van Maanen (Living Image), Marieke Ridder, Miranda Roobol, Dirk Jan Schoon, Barend Theodoor
Wallet
Tekst: Menno van der Beek, Wilfred Hermans, Erna Peijnenburg, Jan Willem Wits
Vormgeving: Henk-Jan Hoogendoorn (Treffend & Co)
Beeldmateriaal: Peter Boer, Stephan Valkenier, Dustin Veneman, Ruben de Heer, Dio van Maaren
Omslagfoto: Stephan Valkenier
Foto’s altaren op alfabetische volgorde van plaatsnaam: Maaike McCurdy, Erna Peijnenburg, Rudolf Scheltinga, Marina van der Waag, Alwin Meisters, Frans Jacques, Agnieszka Boersma-Michalska, Ton Kappelhof, Agnes Helder, Rina Homan-Copper, Herman Toorman, Leonie van Straaten, Marco Dekker, Ab Mollema, Robert Frede, ds. Nico J. Pronk, Alice Parmentier, Henk Groen, Johannes van Riessen, Maruscha Carwalho, Johannes van der Linden, Jan Veldhoen, Hans Lippe, Menno van der Beek, Nicole Fijten-van der Spoel, Rob Luiken, Louis Runhaar
© 2024 Oud-Katholieke Kerk van Nederland en Uitgeverij Vuurbaak, Amersfoort
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming
van de uitgever. COLOFON OUD-KATHOLIEKE KERK 41 DIACONAAL Missie Sint Paulus 34 ERIK SCHERDER De kracht van het ritueel 42 TWEEGESPREK ‘We hebben steeds meer een afstandelijke relatie met eten gekregen’ 47 COLUMN Oecumene: de christelijke weg naar vrede 38 ESSAY In het hart van de wereld 46 OUD-KATHOLIEKE KERK Veelgestelde vragen 48 JONGEREN ‘De Kerk biedt zuurstof die me helpt om te blijven ademhalen’ OUD-KATHOLIEKE KERK 5
Interview met Thelma Schoon, jongerenpastor, diaken en Jonge Theoloog des Vaderlands
‘Ik heb je lief zoals je bent’
Thelma Schoon is nog net niet in de kerk geboren. Als dochter van een oud-katholieke priester en een protestantse predikante kreeg ze het geloof met de paplepel ingegoten. Zelf hielp ze haar vader al vanaf haar zevende als misdienaar. Als puber meed ze de gang naar de kerk een tijdje, maar uiteindelijk koos ze ervoor om theologie te studeren. Thelma werkt nu als jongerenpastor voor de kerk en geeft daarnaast les op school. In 2023 werd ze tot diaken gewijd en uitgeroepen tot Jonge Theoloog des Vaderlands.
‘Wanneer je beide ouders in de kerk werken, komt het geloof natuurlijk dagelijks voorbij. Gewoon, aan de keukentafel, wanneer je ouders over hun werk praten. Ook op zondag ging ik meestal naar de kerk waar mijn vader of mijn moeder dan voorging. Op school was ik vaak de enige die iets met het geloof had. En als ik dan vertelde dat mijn vader priester was, kreeg ik vaak een verbaasde blik terug. “Huh, priesters mogen toch helemaal niet trouwen?!” Maar ook in de kerk was ik als jongere een bijzonderheid. Dat gaf soms het gevoel alsof ik in twee werelden leefde waarin ik steeds een vreemdeling was.
Inmiddels heb ik geleerd dat beide werelden – die van de kerk en die van de seculiere omgeving waar ik deel van uitmaak, zoals mijn vriendengroep – mij even dierbaar zijn. Ik hoef niet te kiezen en ga mij ook niet verdedigen voor het heerlijke dubbelleven dat ik heb, waarin zowel het naar de kerk gaan als een muziekfestival bezoeken een plek hebben. Soms zijn het twee eilanden die ver van elkaar lijken te liggen. Dan zie ik mijzelf maar als een bruggenbouwer die verbinding legt en als een gids functioneert. Op die manier beleef ik ook mijn rol als Jonge Theoloog des Vaderlands.
INTERVIEW
Tekst: Christien Bos Fotografie: Stephan Valkenier
7
Veel jonge mensen zeggen zelf weinig met God en geloven te hebben, maar ze zijn er wel nieuwsgierig naar. Dat merkte ik bijvoorbeeld rond mijn diakenwijding. Voor sommige van mijn vrienden was het de eerste keer dat ze een kerkdienst bezochten. Die keken hun ogen uit naar alles wat er gebeurde: de liturgische kleren, de rituelen, het zitten en het staan. Tijdens de wijding van een diaken of een priester is er een moment dat de wijdeling plat op de grond gaat liggen en er voor haar of hem gebeden wordt. Gelukkig had ik mijn vrienden vooraf gewaarschuwd, want anders hadden ze misschien gedacht dat ik opeens onwel of volledig gek was geworden. Het maakte wel veel indruk. Dan heb je na afloop lange en bijzondere gesprekken, ook over wat het voor mij betekent om zo’n stap te zetten en wie God voor mij is.
Ik zou zelf niet in mijn eentje kunnen geloven. Het deel uitmaken van een grotere gemeenschap helpt mij om mijn relatie met God te onderhouden en te verdiepen. Natuurlijk kan ik ook bidden als ik door het bos loop. Maar het feit dat ik op zondagochtend naar een plek kan waar ik gelijkgestemden vind met wie ik naar prachtige teksten uit de Bijbel en een inspirerende preek luister, een moment van stilte vind
Jezelf stilzetten en ook je ziel tot rust brengen. Dat hebben we allemaal nodig.
en echt een gemeenschap ervaar die door God gedragen wordt, maakt mij ontzettend blij. Het hoogtepunt blijft het vieren van de eucharistie, waarin wij God zelf ontvangen.
God is er altijd, maar ik heb niet altijd de volumeknop vol aanstaat. Dan is het fijn om gewoon in een kerk te kunnen aanschuiven en mee te deinen op de woorden en rituelen die mij worden aangereikt. Jezelf stilzetten en ook je ziel tot rust brengen. Dat hebben we allemaal nodig.
Heel veel mensen kruipen in zichzelf weg omdat we in een onrustige en soms ook beangstigende wereld leven. Maar daardoor verlies je ook iets van optimisme, van de moed om er samen iets van te maken. Bij de zegen aan het einde van een kerkdienst word je opgeroepen om de wereld in te gaan, maar ook om het leven aan te gaan. Laat alles je gebeuren. Het hele troostende is dat je die weg niet alleen hoeft af te leggen, maar dat God bij je is.
Een van de kernwaarden van onze kerk is dat iedereen welkom is en erbij hoort. Het is een soort radicale inclusiviteit die voortkomt uit onze gelovige overtuiging dat ieder mens een beeld van God is en door God wordt bemind. Die boodschap neem ik ook mee als ik voor de klas sta. Jongeren zijn zo aan het worstelen met hun identiteit, met wie ze zijn en of ze door anderen wel gezien worden. Dan is mijn antwoord: “Ik zou niet zonder jou kunnen, ik heb je lief zoals je bent.” Daarvoor hoef ik God niet eens expliciet te noemen. Dat voelbaar en tastbaar maken, is de kern van mijn opdracht als diaken, pastor en docent.’
WERELD 8
MARIEKE RIDDER, geestelijk verzorger Tergooi MC, Hilversum en oud-katholiek priester
Hart en verstand
‘Het hart heeft redenen die de rede niet kent.’
Deze tekst hangt in mijn werkkamer in het ziekenhuis. Het is een uitspraak van Blaise Pascal, geboren in 1623. Hij heeft in zijn leven buitengewoon veel gedacht, geschreven en nagelaten. Pascal was natuur- en wiskundige en filosoof. Ook bemoeide hij zich met de theologische discussie van zijn tijd, over de verhouding tussen de menselijke wil en Gods genade. De ‘jansenisten’ werden van ketterij beschuldigd door de toenmalige jezuïeten. Pascal zette zijn spitsvondigheid in om op te komen voor deze Franse voorlopers van de huidige oud-katholieken.
Wat mij raakt, is dat Blaise Pascal zowel een heel rationeel als een gelovig mens was. Het kan een worsteling zijn om je denken en rationaliteit te combineren met geloof. Ik herken dit zelf, als nuchtere vrouw die graag logisch denkt, en ik herken het ook bij veel patiënten die ik begeleid: ‘Het lijkt me best mooi om te geloven, dat geeft vast troost, maar ik kan dat gewoon niet.’ Pascal oppert een ‘baat het niet, dan schaadt het niet’-insteek, wanneer hij stelt dat het verstandig is om te geloven. Probleem is natuurlijk dat geloven zo wel heel instrumenteel wordt, in plaats van iets intrinsiek waardevols. Zelf werd Pascal overtuigd door iets anders, een ervaring die hij voor zichzelf bewaarde. Na Pascals dood vond men, in de voering van zijn jas, een geschreven tekst: Memorial. Deze begint – Pascal bleef exact – met een datering en tijdaanduiding: ‘maandag 23 november 1654, tussen half elf ’s avonds en middernacht.’
Vervolgens schrijft Pascal: ‘Vuur. God van Abraham, God
van Isaac, God van Jacob, niet van de filosofen en de geleerden. Zekerheid, zekerheid, besef, vreugde, vrede. God van Jezus Christus (…).’
Dit was voor Pascal een levensveranderende, existentiële gebeurtenis. Hij wist zich door God geraakt als door een vuur en ontmoette Hem als een persoonlijke God, die in relatie staat tot mensen. Het geloof in de God van Jezus Christus bleek van een andere orde dan de ratio. Door deze ervaring had Pascals hart redenen gekregen die zich niet lieten wegredeneren.
Rationele mensen hebben vaak een ervaring nodig om de sprong te maken van ‘niet-gelovig’ naar ‘mij toevertrouwend aan iets wat groter is dan ikzelf’. Zo’n geloofservaring is persoonlijk en daarom kwetsbaar. Soms durven mensen hun ‘memorial’ te delen. Een moment, ooit, in de natuur. Een lied, op precies het goede moment. Een ontmoeting. Of een eucharistieviering, toen hemel en aarde elkaar leken te raken.
Het zijn momenten die doen beseffen dat er twee soorten waarheid zijn. De waarheid die je kunt aantonen en de waarheid die heel eigen argumenten heeft: te vinden in het hart.
en de geleerden.
9
God van Abraham, God van Isaac, God van Jacob, niet van de filosofen
COLUMN
WAAR VINDT U ONS
De Oud-Katholieke Kerk van Nederland heeft op dit moment dertig kerkplekken en kleinere kerkplekken, die staties genoemd worden. De meeste bevinden zich in steden in het westen van het land. Elders in het land bevinden zich streekgemeenten. Op deze kaart zijn alle in 2024 bestaande parochies te vinden.
V.l.n.r. Aalsmeer / Alkmaar / Amersfoort / Amsterdam / Arnhem / Culemborg / Delft / Den Haag / Den Helder / Dordrecht / Egmond aan zee / Eindhoven / Enkhuizen / Gouda / Groningen / Haarlem / Hengelo / Hilversum / IJmuiden / Krommenie / Leiden / Lekkum / Middelburg / Mijdrecht / Nijmegen / Oudewater / Rotterdam / Schiedam / Schoonhoven / Utrecht
WAAR VINDT U ONS
‘Ik ervaar onze gemeenschap als gemoedelijk, gezellig én gelovig’
Naam Rick de Ronde
Leeftijd 39 jaar
Woonachtig IJmuiden
Werk/bezigheid Gids/reisleider voor buitenlandse toeristen, student aan het seminarie van de Oud-Katholieke Kerk
Woonsituatie Alleen
Passie/hobby Tekenen, bijvoorbeeld landschappen
Wat was je eerste kennismaking met de oud-katholieke kerk?
‘Ik ben als kind gedoopt in de Oud-Katholieke Kerk.’
Waarom ben je blijven komen?
‘Deze kerk past bij me. Ik ervaar onze parochie als een hechte gemeenschap van mensen die het geloof met elkaar delen.’
Wat spreekt je aan in deze parochie?
‘Onze gemeenschap is gemoedelijk, gezellig én gelovig. Iedereen kan zijn wie hij of zij is, inclusief alle verschillen; de cancelcultuur is bij
ons nog niet doorgedrongen. Er is ruimte voor moeilijke kwesties. De boodschappen die via metaforen in de bijbelse verhalen worden verteld, vind ik mooi. Die zijn voor mij belangrijk, omdat ze mij inspireren voor het dagelijks leven.’
Wat is jouw rol?
‘Ik ben lector en ga daarom weleens voor tijdens diensten van Schriftlezing en gebed.’
Welk onderdeel van de eucharistie spreekt je het meest aan?
‘De viering zelf, het uitdelen van brood en wijn. Vriendschap met Syriërs heeft daaraan bijgedragen. Toen een van mijn Syrische vrienden het brood ronddeelde, zei hij dat gezamenlijk eten als het verbond van vriendschap wordt gezien. De communie is daarom nog meer voor mij gaan leven.’
Geeft de kerk je inspiratie voor de invulling van je dagelijks leven?
‘Ja. Ik probeer in alle situaties de mens te zien achter de buitenkant, net zoals de parochie dat doet.’
Is er een gebeurtenis in je leven geweest waarbij je geloof een belangrijke rol speelde?
‘Zeker. Mijn moeder heeft jarenlang aan MS geleden, tot ze op mijn 32e overleed. Terwijl ze fysiek steeds verder aftakelde, zag ik hoe ze wonderlijk genoeg kracht bleef putten uit haar geloof. Dat inspireerde mij. Daarnaast zag ik van dichtbij hoe het lichaam van Christus kan functioneren, hoe mensen voor haar zorgden, als ziek “ lichaamsdeel”.’
Heb je een heilig plekje in huis?
‘In mijn vorige huis had ik een tafeltje met kaarsjes en icoontjes waar ik vaak bad. In mijn nieuwe huis heb ik een studeerkamertje waar veel iconen hangen; daar kom ik geregeld tot rust.’
PORTRET
13
Tekst: Wilfred Hermans Fotografie: Peter Boer
‘Zoveel vrijer en vreugdevoller dan ik gewend was’
Naam Leny van Dalen
Leeftijd 60 jaar
Woonachtig Amsterdam
Werk/bezigheid Psychiater & gezinstherapeut
Woonsituatie Met partner, drie zoons uitwonend
Passie/hobby De natuur, muziek, kunst kijken en lezen
Wat was je eerste kennismaking met de oud-katholieke kerk?
‘Toen ik in Amsterdam Geneeskunde ging studeren, kreeg ik een relatie met een man die oud-katholiek was. Door hem kwam ik in deze kerk terecht. De rijke liturgie en de manier waarop het geloof werd beleden, spraken me zeer aan; zoveel vrijer en vreugdevoller dan ik gewend was.’
Waarom ben je blijven komen?
‘Vanwege de behoefte aan een vast moment in de week van bezinning en verstilling, al ben ik een tijdje weggeweest.’
Wat spreekt je aan in deze parochie?
‘Vooral de zondagse vieringen, omdat ik me dan opgetild voel, ook door het idee dat dit wereldwijd gebeurt en de liturgie door alle eeuwen heen haar kracht nog steeds niet verloren heeft. Niet een preek met ge- en verboden staat centraal, maar de viering van de eucharistie, waardoor ik iets ervaar van Gods genade, waardoor ik de week weer in kan.’
Geeft de kerk je inspiratie voor de invulling van je dagelijks leven?
‘Ja. Ik werk met mensen die veel leed doormaken en het contact met hun naasten vaak zijn kwijtgeraakt. Dan helpt het mij om te weten dat elk leven het waard is geleefd te worden en elk mens door God gezien wordt. En ik probeer zelf een zachtmoedig mens te zijn.’
Is er een gebeurtenis in je leven geweest waarbij je geloof een belangrijke rol speelde?
‘In 1992 ontmoette ik mijn huidige man, met wie ik drie zoons kreeg. We lieten hen dopen, maar toen zij opgroeiden, kwam de kerkgang er niet meer van. Eind 2022 had ik een ervaring tijdens de begrafenis van een vriendin die zichzelf van het leven had beroofd. Daar sprak een andere vriendin – een oud-katholieke pastoor – over de woorden uit Psalm 139: “Here, Gij doorgrondt en Gij kent mij.” Die overbekende woorden raakten mij zeer en waren als nieuw voor me. Ik verlangde terug naar een plek waar de psalmen worden gezongen en waar uit de Bijbel wordt gelezen. Zo ben ik weer teruggekomen.’
Heb je een heilig plekje in huis?
‘Mijn studeerkamer. Daar rommel ik wat rond, luister naar muziek en lees ik veel. En ik kijk naar de schouw met Madonna’s en vrouwenportretten, waaronder een foto van mijn in 2016 overleden moeder.’
PORTRET
15
Tekst: Wilfred Hermans Fotografie: Peter Boer
‘Ik was meteen verliefd’
Naam Wouter Chömpff
Leeftijd 38 jaar
Woonachtig Gouda
Werk/bezigheid Merkenbouwer
Woonsituatie Met een partner en drie kinderen
Passie/hobby Coach van het meidenhockeyteam van mijn tweelingdochters
Wat was je eerste kennismaking met de oud-katholieke kerk?
‘Ik ben niet kerkelijk opgevoed, mijn vrouw wel. Samen hebben we meerdere kerken geprobeerd, maar steeds voelde ik me er niet thuis. Toen we vorig jaar door een vriend werden uitgenodigd om zijn kerk te proberen, was ik meteen verliefd. Er was wierook, een prachtige processie, gezang, mooie gewaden... Het mystieke element bleek mij enorm aan te spreken. Een jaar later ben ik er gedoopt, met onze kinderen.’
Waarom ben je blijven komen?
‘Ik wil onze kinderen laten wortelen in gezonde principes en helpen geloven in een leidende kracht die het goede met hen voorheeft. Zelf ben ik atheïstisch opgevoed, maar inmiddels kan ik
niet meer begrijpen hoe ik ooit mentaal gezond kon blijven onder de druk van het leven. Een gezond, christelijk kader is heel fijn om alles wat je overkomt te relativeren, ook de successen. Ik moet zakelijk en privé veel ballen in de lucht houden en dan helpt het samen de stilte beleven mij om alles te relativeren; alles komt in de juiste verhouding te staan.’
Wat spreekt je aan in deze parochie?
‘Het samenkomen, samen het mysterie beleven. Het gezang vind ik fijn en de wierook symboliseert voor mij de geloofstraditie van tweeduizend jaar. Daarnaast voel ik me thuis in de gemeenschap. De kinderen komen er graag, hebben er vriendjes en spelen in de kerktuin en ondertussen drink ik koffie met leuke mensen. En onze pastoor vind ik een gouden vent.’
Geeft de kerk je inspiratie voor de invulling van je dagelijks leven?
‘Met een gezin en een eigen zaak ben je dag en nacht bezig, het is een marathon; ik kan me niet herinneren dat ik ook maar één aflevering van een Netflix-serie heb kunnen afkijken. Een wekelijks bezinningsmoment brengt me weer in balans en helpt me op te laden voor de week die komt.’
Is er een gebeurtenis in je leven geweest waarbij je geloof een belangrijke rol speelde?
‘Niet echt, ik ben een zondagskind en heb nog weinig moeilijke momenten meegemaakt. De ups en downs van ondernemerschap kunnen hun tol eisen als je niet geworteld bent in het geloof dat alles in het plan past.’
Heb je een heilig plekje in huis?
‘Nog niet, maar we verhuizen binnenkort richting de parochie Haarlem, dus wat niet is kan nog komen.’
PORTRET
17
Tekst: Wilfred Hermans Fotografie: Peter Boer
‘Daarna ben ik nooit meer weggegaan’
Naam Maartje Smit
Leeftijd 61 jaar
Woonachtig Utrecht
Werk/bezigheid ICT’er bij een groot industrieconcern
Woonsituatie Woont samen met vriendin
Passie/hobby Taal (cursus Zweeds), fietsen, langeafstandswandelingen, kunst
Wat was je eerste kennismaking met de oud-katholieke kerk?
‘Dat was tien jaar geleden. Ik fietste langs de kerk en opeens viel het gebouw me op, terwijl ik er al dertig jaar langsfiets. De kerkdeuren stonden open vanwege “Kerken kijken” en ik liep naar binnen. Ik kom uit een rooms-katholiek gezin, het was een feest der herkenning, al werden de verschillen mij ook helder uitgelegd. De volgende dag bezocht ik een kerkdienst en daarna ben ik nooit meer weggegaan.’
Waarom ben je blijven komen?
‘Ik vind de vieringen heel levendig, losser dan in de Rooms-Katholieke Kerk. De rol van vrouwen in de kerk is prominenter en de positie van lhbtiq-personen – waartoe ik mezelf ook reken – is geen discussiepunt. Van een priester die homoseksueel is en met zijn vriend samenwoont, zal niemand opkijken.’
Wat is jouw rol in de parochie?
‘Ik ben penningmeester en betrokken bij de culturele commissie.’
Welk onderdeel van de eucharistie spreekt je het meest aan?
‘De vredegroet, als blijk van het goede wat je elkaar toewenst. Het is als een pauze in het vieren van de gemeenschap om even te bedenken: we zijn hier niet alleen bezig met het verhevene, maar we zijn er ook helemaal voor elkaar.’
Geeft de kerk je inspiratie voor de invulling van je dagelijks leven?
‘Deels. Ik probeer elke dag iets goeds te doen voor mijn medemens, dat gaat met vallen en opstaan. Soms neem ik onderdelen van de preek mee. Ik probeer bijvoorbeeld iemand met wie ik ruzie heb te vergeven. Laatst hoorden we de parabel over een landeigenaar die sommige knechten een dag lang inhuurde en anderen een paar uur, terwijl hij iedereen hetzelfde uitbetaalde. Zoiets neem ik mee als penningmeester; gun ik iedereen dezelfde vrijwilligersbijdrage of kijk ik enkel naar het urenaantal? Daar ben ik nog niet uit, haha.’
Is er een gebeurtenis in je leven geweest waarbij je geloof een belangrijke rol speelde?
‘Ik ben geboren als man. Sinds mijn operatie vijftien jaar geleden leef ik als vrouw. Dat was een kinderwens, ik bad heel vaak of God mij een meisje wilde maken. Later besefte ik: God heeft mijn gebed verhoord! Heel fijn dat dit in mijn geloofsgemeenschap geaccepteerd wordt. Dat ervaar ik bijvoorbeeld doordat ik ben gevraagd als penningmeester. ’
Heb je een heilig plekje in huis?
‘Niet echt, al heb ik wel een dikke Gertrudis-kaars die we branden bij speciale gelegenheden. ’
PORTRET
19
Tekst: Wilfred Hermans Fotografie: Peter Boer
Door de eeuwen heen
Oud-katholieken realiseren zich goed dat ze niet de enige christenen in de wereld zijn en ook niet de eerste. Vanaf de tijd van Jezus tot onze dagen is het Evangelie in telkens wisselende omstandigheden verkondigd. Daarbij zijn hoogte- en helaas ook dieptepunten aan te wijzen, want ondanks haar hoge roeping blijft de kerk mensenwerk. De tijdbalk laat accenten zien die belangrijk zijn in de geschiedenis van de Oud-Katholieke Kerk. Kom en loop met ons mee, de eeuwen door!
1. DE KRING VAN JEZUS’ LEERLINGEN
De kerk begint daar waar het Evangelie klinkt: ‘De Heer is verrezen!’ Voor Maria van Magdala en de andere leerlingen van Jezus was dit het begin van een radicale nieuwe manier van leven: ze deelden alles gemeenschappelijk, ze kwamen bijeen voor gebed, ze braken het brood en zegenden in alles de naam van de Heer. Verschillen tussen man en vrouw, slaaf of vrije, Griek of Jood vielen weg: in Christus was de gemeente één en ieder werd door de doop lid van Christus’ lichaam, de Kerk, waarvan Hij zelf het hoofd was.
2. VROEGE KERK: NETWERK
Leerlingen van Jezus gingen op pad om het Evangelie te verkondigen: eerst in het Heilige Land van Israël -Palestina, maar al gauw door het hele Romeinse Rijk, tot in Rome toe. Apostelen en evangelisten stichtten nieuwe gemeentes en stelden bisschoppen als leiders aan. Er vormde zich een netwerk van lokale kerken, waarvan de leiders in vergaderingen zoals synodes of concilies bijeenkwamen. Daar formuleerde men, vaak na heftige discussies, de centrale punten van het christelijk geloof. Zo formuleerde het Concilie van Nicea in 325 een geloofsbelijdenis met God als Drie-eenheid van Vader, Zoon en heilige Geest; en Jezus Christus als volledig God en volledig mens.
35 325
KERK
20
Tekst: Dirk Jan Schoon
3. AUGUSTINUS:
PERSOONLIJKE VERANT-
WOORDELIJKHEID
Bisschop Aurelius Augustinus was niet alleen een begenadigde predikant, hij had ook een uitgesproken visie over de menselijke vrijheid. Hij had persoonlijk ervaren hoe God hem op het rechte spoor had gebracht. Die kracht van Gods genade wenste hij alle christenen toe, juist waar die op de grenzen van hun kunnen stuitten. Hij nam de persoonlijke verantwoordelijkheid van elke christen serieus, zonder de menselijke vrijheid te hoog in te schatten.
4. WILLIBRORD: DE MISSIE VAN DE MONNIK
Nadat het zuiden van het latere
Nederland al eerder in contact kwam met het christelijk geloof, bereikte het Evangelie aan het einde van de 7e eeuw ook de noordelijke kuststroken. Vanaf de Britse eilanden landde Willibrord op de kust om het geloof aan de Friezen te gaan verkondigen. Hij reisde door naar Rome, waar hij tot aartsbisschop van de Friezen werd gewijd. Teruggekomen bouwde hij in Utrecht een eerste kerk, met een klooster en een school. Met hem en zijn opvolger Bonifatius begint de rij van bisschoppen van Utrecht.
5. LEUVEN EN JANSENIUS: HERVORMING DOOR HERBRONNING
Vanaf de vroegste tijden waren er soms grote verschillen van inzicht binnen de Kerk. In de 11de eeuw leidde dit tot een breuk tussen de oosterse (orthodoxe) en westerse (katholieke) Kerk en in de 16de eeuw tot een verdere splitsing in verschillende protestantse en de katholieke kerken. De uitvinding van de boekdrukkunst maakte de verspreiding van nieuwe ideeën mogelijk en aan universiteiten werd hevig gedebatteerd over de vraag wie er op welk punt gelijk had. In Leuven greep men terug op de vroege bronnen. Van Cornelis Jansenius, hoogleraar in Leuven, werd postuum een werk over het denken van Augustinus gepubliceerd. De veroordeling van Jansenius’ boek door Rome leidde tot een bittere strijd.
354
430 658
739 1500
1700
-
-
-
GESCHIEDENIS 21
1763 1700-1750 1854-1870
6. HOLLANDS DRAMA: CONFLICT EN SCHISMA
In de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden had de Gereformeerde Kerk een bevoorrechte positie. Katholieken werden gedoogd zolang ze zich in hun schuilkerken koest hielden.
In deze onduidelijke situatie werd aartsbisschop Petrus Codde er in Rome van beschuldigd, dat hij teveel op de lijn van Jansenius zat. In 1702 leidde dit tot een drama: Codde werd geschorst en later afgezet. Het protest van leidende geestelijken tegen wat zij zagen als willekeur en onrechtmatig ingrijpen, leidde tot twee katholieke kerken in de Republiek: de bisschoppelijke Cleresie – de latere Oud-Katholieke Kerk – die de onschuld van Codde en het eigen recht van de Kerk van Utrecht verdedigde, tegenover de Hollandse Zending – de latere Rooms-Katholieke Kerk – die zich voegde naar de Romeinse maatregelen en voortaan vanuit het buitenland werd bestuurd. Toenaderingspogingen faalden en in 1723 koos de Cleresie Cornelis Steenoven tot nieuwe aartsbisschop van Utrecht die door een buitenlandse bisschop geldig werd gewijd.
7. Utrechtse Provinciale
Synode: katholieke verlichting
Gedurende de 18e eeuw stond de Cleresie in contact met bisschoppen en theologen in het buitenland, met name waar die ook kritisch stonden tegenover de invloed van jezuïeten als biechtvader van katholieke vorsten of in het onderwijs. Om haar katholiciteit voor de wereld te tonen, hield de Cleresie in 1763 een concilie van de kerkprovincie. Het verslag ervan werd door heel Europa verspreid en ondervond waardering in verlichte katholieke kringen.
8. Oud-katholiek versus nieuw-rooms
Het conflict van de Cleresie met Rome ging aanvankelijk over de rechten van de Kerk van Utrecht. In de 19e eeuw kwamen daar verschillen bij die de kern van het katholieke geloof raakten. In 1854 was dat het dogma van de onbevlekte ontvangenis van de H. Maagd Maria en in 1870 op het eerste Vaticaans Concilie de dogma’s over de pauselijke onfeilbaarheid en zijn bestuursmacht over alle andere bisschoppen en de wereldwijde kerk. In de Duitssprekende landen rees verzet tegen deze laatste punten van katholieken die hun oude geloof wilden behouden en zich daarom als ‘oud-katholieken’ tegen deze roomse nieuwigheden verzetten. Ze zochten en vonden aansluiting bij de Cleresie in Nederland, waar de bisschoppen al eerder tegen het nieuwe Mariadogma hadden geprotesteerd.
KERK 22
1889
9. De Unie van Utrecht: internationale gemeenschap van kerken
Toen de nieuwe oud-katholieken in Duitsland en Zwitserland zich organiseerden in nieuwe kerken, voerden ze de nodige hervormingen door. Het verplichte priestercelibaat werd opgeheven, leken kregen medezeggenschap in het bestuur en vroegere verplichtingen zoals de biecht of het vasten werden meer aan het eigen geweten overgelaten. Hoewel dit de oude Cleresie in Nederland wat snel ging, kwamen de bisschoppen in 1889 toch tot de Utrechtse Bisschopsverklaring met daarin de omschrijving van de uitgangspunten van hun samenwerking: vóór het behoud van de oude katholieke leer en moraal, tegen de roomse centralisering, en op weg naar een hereniging van gescheiden kerken op basis van het netwerkmodel van de vroege kerk.
1890-heden
10. Oecumene: zoeken naar eenheid
De 20e eeuw kan worden betiteld als de eeuw van de oecumenische toenadering. Geconfronteerd met gemeenschappelijke uitdagingen van de moderne maatschappij, de tragedies van twee wereldoorlogen en de bijna totale vernietiging van de Europese Joden, groeiden de kerken in begrip voor elkaar. De oud-katholieken participeerden in deze beweging en konden soms als kleine, onafhankelijke katholieke kerk bruggen slaan tussen protestanten, rooms-katholieken en orthodoxen. Gaandeweg de eeuw kwam het tot een wederzijdse erkenning van kerkelijke gemeenschap met de Kerk van Engeland (1931, later uitgebreid tot alle anglicaanse kerken), de Filipijnse Onafhankelijke kerk (1965), de Kerk van Zweden (2016) en de Malankara Mar Thoma Syrische Kerk (2024). En in 1948 was de Oud-Katholieke Kerk medeoprichter van de Wereldraad van Kerken.
11. Jezus’ leerlingen in de toekomst: aloude boodschap telkens nieuw
Twintig eeuwen kerkgeschiedenis in 10 tekstjes-met-plaatjes – hoe ziet het elfde eruit? Bij alle wisselvalligheid in die afgelopen twintig eeuwen houden oud-katholieken vast aan “wat altijd, overal en door allen is geloofd”, aldus Vincent van Lérins, een monnik uit de 5de eeuw. Ze zetten de lofzang voort aan de Heer, de God van Israël die in Christus Jezus mens is geworden, die zijn leerlingen tot een leven in gemeenschap roept, trouw in het gebed, delen in brood en wijn. In alles uitziend naar de wederkomst van Jezus en de voltooiing van Gods koninkrijk, een wereld van gerechtigheid en vrede.
GESCHIEDENIS 23
Verheerlijkt de Heer met wat schoon en wat heilig is ‘T
e mooi om onwaar te zijn!’ Zo kan je de christelijke visie op kunst samenvatten, zoals professor Jozef Wissink ook deed, vrij vertaald naar een van de grootste filosofen aller tijden, Tomas van Aquino. Waar kunnen we Gods unieke schoonheid, waarheid en goedheid dichter benaderen dan in de kunsten? Waar spelen de kunsten met meer overtuiging samen om de ziel te raken dan in de liturgie? De teksten, de muziek, de schilderijen, de gewaden, de kandelaars en het vaatwerk: alles helpt om de glorie van de onzichtbare God te verbeelden.
In onze oud-katholieke schuilkerken was daarbij iets bijzonders aan de hand. Terwijl deze huiskerken van de buitenkant niet mochten opvallen, kenden ze aan de binnenkant een rijk liturgisch leven waarin prachtige gewaden werden gedragen en schitterend vaatwerk van edelmetaal werd gebruikt. Sommige van deze voorwerpen zijn zo uniek dat ze nu te zien zijn in lokale of nationale musea, zoals in de vaste collectie van Museum Catharijneconvent in Utrecht. Andere blijven ook na eeuwen nog gewoon in gebruik voor het doel waarvoor ze ooit aan de parochie werden geschonken.
Deze kostbare liturgische voorwerpen verbinden ons met generaties gelovigen van andere tijden. Maar bovenal dienen ze het heilig spel dat elke
viering van de liturgie is. Ze maken een ruimte waarin het innerlijk leven gevoed kan worden van allen die aan de liturgie deelnemen. Zo helpen ze ons om mensen te zijn die delen in Gods unieke goedheid en schoonheid. Dat balans hierbij belangrijk is blijkt uit een van onze gezangen: ‘Verheerlijkt de Heer met wat schoon en wat heilig is, brengt Hem uw gaven, al zijn ze maar klein: de Mensenzoon, bij wie elk mensenkind veilig is, vraagt slechts uzelf om Hem eigen te zijn.’ (Gezang 975, bewerking: Koenraad Ouwens)
Wit bloemenkazuifel met pelikaan, ca 1650-1675, nog altijd in gebruik in de parochie van de H.H. Petrus en Paulus te Amsterdam
KERK
24
Fotografie: Ruben de Heer / Museum Catharijneconvent
Hoofd,schouders, knie en teen…
Wie een oud-katholieke viering meemaakt, zal al snel merken dat je als kerkganger steeds in beweging bent en dat ook blijft! Staan, knielen, weer opstaan, zitten… een logische volgorde is voor veel mensen niet te ontdekken, toch gaat het vanzelf. De fysieke houdingen staan niet op zichzelf, maar willen een innerlijke houding uitdrukken. We zien dat niet alleen terug in gebedshoudingen, maar ook in rituelen. Wie wil meevieren in de eredienst aan God mag zich laten leiden door die beweging en handelingen, die gezamenlijk of alleen gemaakt worden. Sommige gebruiken nemen we mee naar huis, ze maken van ons dagelijks leven een kleine liturgie.
KERK
26
Illustraties: Henk-Jan Hoogendoorn
1 3 2 4
Licht van Christus!
Een kaarsje aansteken, wie doet het niet? In de kerk, op een graf, voor een beeldje of foto. Een vurig gebed voor levenden en doden. Waar dit licht van Christus brandt, wordt alle duisternis verdreven en gaat ons gebed door.
Geest. Amen.
In de Naam van de Vader, de Zoon en de heilige
Een van de centrale rituelen is het maken van het kruisteken. Al bij de doop wordt een kind met het kruis getekend en wanneer we afscheid nemen wordt het lichaam van een dierbare met het kruis gezegend. Onbewust, soms wat snel, maar altijd van hoofd naar net-onder-het-hart, van linkerschouder naar rechterschouder – zo slaan we ons kruisje. En zo ontstaat het teken van het kruis over onszelf met z’n verticale en horizontale lijn. In de verticale lijn kunnen we uitdrukken dat we ons verbinden met Christus, in de horizontale lijn dat we ons verbinden met elkaar. In sommige tradities beslaat het kruis het hele lichaam, van hoofd naar teen en van schouder naar schouder. Zo wijden mensen zichzelf geheel toe aan God.
HANDLEIDING
27
Vredegroet
Vredegroet
Jezus geeft zijn leerlingen de opdracht om vrede met elkaar te sluiten, zodat ze zich met een zuiver geweten aan God kunnen toewijden (Matteüs 6, 2024). Daarom wordt in de kerkdienst de vredegroet uitgewisseld als teken van Gods genade die ons tot één gemeenschap maakt. Verzoend met elkaar kunnen we brood en wijn gaan delen, de voorafspiegeling van Gods wereld van vrede.
Communie
Meestal in de hand...
Brood en wijn als dank aan God soms op uitgestoken tong
Met het deelnemen aan de communie vormen de kerkgangers één gemeenschap met de verrezen Heer en met elkaar, ze worden daar het Lichaam van Christus. Die gemeenschap is zeer ruim, want ook wie thuis of in een ziekenhuis de communie ontvangt maakt deel uit van dat Lichaam. De kerkgangers ontvangen de communie vaak geknield voor het altaar of staande in de kring. Zo wordt de gemeenschap met de Heer en met elkaar concreet en zichtbaar.
KERK
28
Gebedshoudingen
Vaak bidden we staande. Als de voorganger bij het Onze Vader de handen heft, nemen kerkgangers dit soms over.
Soms knielen ze op een knielbankje of kussentje.
Of ze bidden zittend, met de handen gevouwen en de ogen gesloten, om te luisteren naar de stilte of het woord van God.
Soms maken ze een buiging of knikje, uit eerbied.
Heel soms, bij wijding van een geestelijke of op goede vrijdag, uitgestrekt op de vloer als toewijding aan God met heel je lijf.
HANDLEIDING
29
Dit is mijn lichaam
Column: Menno van der Beek, dichter en lid van de parochie van de Paradijskerk te Rotterdam. Fotografie: Peter Boer
In de Paradijskerk in Rotterdam is het voorportaal achter de openslaande houten deuren helemaal van glas gemaakt: wat binnen gebeurt, is dan ook vanaf de straat te volgen, zondags, tijdens de ochtendmis. Want de eucharistie is niet alleen een kerkdienst, maar ook een toneelvoorstelling die de hele stad mag zien. Die opvoering, door een priester aan een tafel, met verder alleen een kleedje, een beker en een bord, is al tweeduizend jaar het centrale ritueel van de christenheid. En voor wie in kerken de pijnlijk realistische kruisbeelden heeft zien hangen zou het een verrassing kunnen zijn, maar deze wekelijkse belangrijkste opvoering van de kerk verbeeldt dus een maaltijd onder vrienden.
Het is de verbeelding van een maaltijd waarin brood en wijn werden rondgedeeld en waar iemand over de liefde voor zijn vrienden sprak, ook al had een van de aanwezige vrienden hem al genadeloos laten vallen. Het is deze nu al eeuwen lopende voorstelling van die maaltijd, door de tijd heen aangekleed met gezang en gebed – en toch overtuigend sober gebleven, omdat vieringen in het Romeinse Rijk sober waren – die de kern van de mis vormt. Het brood wordt gebroken en de druiven zijn geperst, want elke maaltijd is ook een offer, van geven en nemen. En het is een voorstelling met een verrassend slot, want uiteindelijk mag iedereen mee-eten. Sterker nog, zonder gasten geen maaltijd.
KERK
30
Die eerste keer was de maaltijd met goede vrienden, al viel er één gelijk al door de mand, en een volgende was na het Paasfeest, ergens in Emmaüs. Twee ontgoochelde mensen uit Emmaüs nodigen een voorbijganger uit, die brood voor hen breekt en wijn met hen drinkt en hen liefdevol uitlegt waar het heen moet. Het brood delen, dat doet deze dagen de priester. En tegelijk is het verschil met toen misschien maar klein. Want als we aannemen dat het verstrijken van de tijd alleen ons probleem is, dat voor een eeuwige God alles tegelijk gebeurt, dan vallen de gebeden, het delen van het brood, het gieten van de wijn en de val en het opstaan van Jezus van Nazaret samen met onze viering. En dan schuiven we allemaal aan bij de originele maaltijd, in Rot-
terdam en overal en allemaal tegelijk. En de voorganger is er hoe dan ook bij, want de afspraak is, dat Hij er is als het brood er is en als het verhaal verteld wordt. Omdat er naar Hem uitgekeken wordt.
In Oosterbeek, tijdens de eucharistie met de zusters Trappistinnen, in de abdij van Koningsoord, zag ik een geconcentreerde zuster na een snelle blik naar beneden met haar tong over de binnenkant van haar hand gaan, want ze wilde geen kruimel van haar stuk brood van de altaartafel verloren laten gaan. Omdat ze het brood en de voorganger zo liefheeft. En tegelijk blijft ze hongerig. Volgende week mag ze opnieuw aanschuiven.
31
EUCHARISTIE
Word wie je bent
De kracht van het Ritueel
met Erik Scherder
Het christelijk geloof staat bol van rituelen. Bidden, naar de kerk gaan, communie doen, samen zingen, processies lopen, een kaarsje branden. Wat doen die rituelen met ons brein? Zijn rituelen goed voor ons brein? En is er een verschil tussen religieuze rituelen en ‘gewone’ gewoontes? Prof. dr. Erik Scherder, hoogleraar neuropsychologie, vertelt erover.
KERK
34
Tekst: Christien Bos Fotografie: Dustin Veneman
35
Gewoonten versus rituelen
‘Gewoonten heeft iedereen, die maak je met je dagelijkse gedrag. Ze geven je een gevoel van veiligheid en controle. Heb je een nieuwe baan, dan is het eerste dat je onbewust doet nieuwe gewoonten creëren, zodat je je comfortabel kunt gaan voelen en ruimte krijgt voor het innemen van alle andere nieuwe indrukken.
Rituelen gaan een stap verder. Ze zijn vaak gebaseerd op gewoonten, maar bevatten extra handelingen die onnodig zouden zijn in een gewoonte. Denk bijvoorbeeld aan het lopen van een processie, het knielen bij het bidden of het slaan van een kruisje. Om te kunnen bidden of naar een kerk te komen, heb je deze handelingen niet nodig, maar ze voegen iets extra’s toe. De handelingen komen voort uit traditie, cultuur en – het belangrijkst – geloof, en ze bepalen de deelnemer van het ritueel bij iets groters. Ze helpen de aandacht te focussen.’
Brengen rituelen nog meer teweeg in het brein dan dat? En hoe zit dat met specifieke rituelen? In de Oud-Katholieke Kerk worden veel rituelen gebruikt. Gebeuren er andere dingen in je brein als je bijvoorbeeld een kaarsje brandt, dan wanneer je een kruisje slaat?
‘Dat is moeilijk te zeggen, er is weinig onderzoek gedaan naar dit soort specifieke onderwerpen. Wel heeft men uitgebreid onderzocht wat er in je brein gebeurt tijdens gebed en tijdens het samenzijn zoals in de kerk gebeurt.’
Is bidden meer dan een wens doen?
‘Als we niet oppassen kan ons gebed soms voelen als een verlanglijstje aan Sinterklaas, maar toch is er een wezenlijk verschil. Maak je een verlanglijstje voor Sinterklaas, dan is dat puur eenrichtingsverkeer. Als we bidden, zijn de gebieden in onze hersenen actief die oplichten als we communiceren met iemand. Wij praten niet alleen tegen God, Hij communiceert terug, zegt ons brein. Daardoor komen tijdens het bidden stoffen vrij als endorfine, dopamine en oxytocine, die ons een goed gevoel geven. Bovendien is gebed een moment van zelfreflectie. Het gebied achterin ons brein, waar onze empathie en interne gevoelens worden waargenomen, wordt gestimuleerd. Gebed helpt ons daardoor reflecteren op onze emoties en op onze relatie met anderen. En als je bidt, ervaar je je niet alleen. Word jij dus wakker met de gedachte: ik ben vandaag weer alleen, niemand om even mee te praten? Begin je dag dan met gebed.’
PROF. DR. ERIK SCHERDER
hoogleraar Klinische Neuropsychologie (VU) en hoogleraar
Bewegingswetenschappen (RUG)
jij
gedachte: ik
met gebed.
Word
wakker met de
ben vandaag weer alleen, niemand om even mee te praten? Begin je dag dan
36
Samen vieren
Bidden is niet alleen een solitaire activiteit, we bidden ook samen met andere gelovigen, onder andere in vieringen. Wat voor invloed heeft die vorm van gemeenschap op ons?
‘Dat samenzijn, zowel tijdens gebed als tijdens (de rest van) een viering, is enorm goed voor ons welzijn.
Als we bijvoorbeeld samen zingen, komen dezelfde stoffen vrij als bij het bidden: endorfine, dopamine en vooral oxytocine. Door dit laatste hormoon ervaren we een gevoel van saamhorigheid, van verbinding. Een krachtig gevoel, dat waarschijnlijk ook de reden is dat mensen na ernstige gebeurtenissen, zoals een aanslag, vaak verzamelen op de plek des onheils en dan samen zingen.’
Dat samenzijn is dus waardevol en zouden we moeten koesteren. Waarom vinden we het dan soms toch zo moeilijk om die moeite te doen?
‘Als mensen zitten we van nature zo in elkaar dat we het liefst zoveel mogelijk energie conserveren, zowel fysieke als mentale energie; we doen het liefst zo min mogelijk moeite voor het beste resultaat. Als jij dus een (voor jou) comfortabel patroon hebt in je leven, kost het moeite om daar verandering in te brengen. Zou je regelmatiger naar de kerk willen gaan, vaker willen bidden, minder tijd op je apparaten willen zitten zodat je meer tijd en vooral oog hebt voor de mensen om je heen? Dan moet je daar een bewuste keuze voor maken en vervolgens moeite voor doen. Dat kost je dus iets. En als mensen kunnen we daar goed elkaars hulp bij gebruiken. Vertel mensen in je omgeving van je goede voornemen, je wens voor verandering en vraag of ze je willen helpen, of het samen met jou willen doen.’
Elkaars ritme vinden
Die gezamenlijkheid, samen het geloof beleven, samen toewerken naar een rijker geloofsleven, is nu al een paar keer teruggekomen. Wat kan die verbinding vergroten?
‘Iets wat veel mensen meer zouden kunnen doen: wandelen. Er bestaat een rijke geschiedenis van lopend biddende geestelijken, processies, labyrinten die biddend gelopen kunnen worden en niet te vergeten: pelgrimages.
Prachtig in het wandelen met anderen is dat het je stimuleert om te zoeken naar ritme. Ieder mens heeft een eigen intern ritme en een eigen wandelritme. Door samen te wandelen ga je onbewust op zoek naar elkaars ritme, zodat je je op je wandelgezel kan afstemmen. Hierdoor kom je nader tot elkaar en wordt de harmonie vergroot, evenals de al eerder genoemde empathie. Je voelt je sterker verbonden met elkaar als je wandelt.
Daarnaast is wandelen een goede activiteit om bij te bidden, doordat je brein – mits je ondertussen niet luistert via oordopjes of een gesprek voert – tijdens het wandelen in zijn ‘default mode network’ terechtkomt. Dat is het onderbewuste netwerk in ons brein dat actief wordt zodra ons cognitieve brein tot rust komt. In die default modus staat ons brein open voor nieuwe ideeën en oplossingen voor problemen waar we al uren mee hebben geworsteld. Het geeft ook ruimte aan interne communicatie en communicatie – verbinding – met het ‘andere’.’
Altijd verbonden
Of je rituelen nu alleen of met anderen doorloopt, je bent er nooit werkelijk alleen mee. Met rituelen sta je in een lange traditie en verbind je je met je voorgangers, met de mensen aan wie je tijdens rituelen denkt en met God. Aanbevolen voor (en door) het brein!
37
WERELD 38
In het hart van de wereld
We zijn altijd kerk in het hart van de wereld. Of het nu gaat om een kerkgebouw dat in het midden van de drukke stad de deuren opent voor stilte en bezinning, om een geestelijk verzorger die oor en oog heeft voor zieken, of om een gebedskring waar twee of drie gelovigen samenkomen. Het Evangelie wordt tastbaar en laat zich vinden in serene stilte, in gebeden en rituelen, in ontmoeting. Of we het geloof present stellen of niet heeft altijd iets te maken met present zijn. Hoe stempelt dat geloof ons dagelijks leven?
inwisselbaar, maar ze zijn wel innig met elkaar verbonden. God liefhebben betekent dat we Hem zoeken in onze samenkomsten op zondag én in ons dagelijks gebed. Dat persoonlijk gebed kan vaak heel eenvoudig zijn, zoals het lezen van een psalm, het doen van een voorbede voor iemand, het bidden van het Onze Vader, het maken van een kruisteken. In het gebed maken we ruimte om te luisteren naar de wil van God voor de wereld, voor ons. Zo worden we op het spoor gezet van vrede en gerechtigheid, van vreugde en liefde.
Offer en inzet
Leven uit liefde
Leven uit geloof maakt je tot verantwoordelijk mens. Als kompas heeft Jezus ons daarbij het dubbele gebod van de liefde gegeven. Het eerste gebod is God liefhebben boven alles, het tweede daaraan gelijk is je naaste liefhebben die is als jezelf. Deze twee geboden omvatten de hele wet en de profeten. Ze zijn niet
Als we in de mis brood en wijn naar het altaar brengen om het offer van Jezus Christus te vieren, dan zamelen we ook altijd geld in – fysiek of digitaal – en soms ook goederen, bijvoorbeeld voor de voedselbank of voor diaconale projecten elders in de wereld. Het doel is altijd om mensen in nood te helpen. Dit laat al zien dat onze gebeden maatschappelijke consequenties hebben. Onze zorgvuldig gevierde liturgie daagt ons uit om zó te leven, dat we boodschappers zijn van Gods nieuwe wereld, dagelijkse boden van de toekomst van de Heer.
De vrede bewaren in je hart en je actief inzetten voor wat goed is, zo zou je een christelijke levenshouding kunnen kenmerken. Wie God liefheeft is geroepen om
ESSAY
Tekst: Barend Theodoor Wallet & Dirk Jan Schoon Fotografie: Dustin Veneman
39
Wat er ook sterft, dit leven niet! Daarom zijn we mensen van hoop en vertrouwen we in de toekomst.
een naaste te zijn voor degene die een beroep op je doet en hun barmhartigheid te bewijzen. Als we elkaar nabij zijn op de soms uitdagende weg door het leven, beseffen we dat iedere persoon zijn of haar eigen vragen, problemen, kansen en eigenaardigheden heeft. We ervaren dat onze medemensen mens zijn zoals wijzelf, evenzeer geliefd door God. Bij alle verscheidenheid tussen mensen schept dat een ongelofelijke ruimte. Een ruimte van genade, waarin we niet oordelen, maar luisteren. Een ruimte waar vrede en verzoening kunnen wonen. Waar mensen elkaar eren als beelddragers van God.
Gemeenschap van gelijken
Vanwege hun bescheiden omvang zijn oud-katholieke parochies bijzonder geschikt voor deze taak. In onze parochies, waar mensen een thuis bij God en elkaar vinden, kunnen mensen de vreugden en zorgen van het leven met elkaar delen. Door wederzijds medeleven vormen we vaak een klein maar solide netwerk, waarin je weet dat je in je zoeken naar troost of zin nooit alleen hoeft te staan. Belangrijk is dat dit netwerk principieel openstaat voor uitbreiding. De parochiegemeenschap als open kring is een gastvrije plaats waar iedereen welkom is die op zoek is naar een plek waar het goede leven wordt gezocht, gekoesterd en aangewakkerd.
Als Oud-Katholieke Kerk zien we het daarbij als onze opdracht ons in te zetten voor een samenleving waarin niemand buiten de boot valt. In de christelijke gemeente zelf ben je welkom zoals je bent, maar hoef je niets te bereiken om erbij te horen. Je wordt er onge-
acht je prestaties aangesproken als broeder en zuster in Christus. Je hoort erbij, want je hoort al bij Hem. Voor velen is dit een bevrijdende ontdekking. Het maakt de kerk tot een plaats waar zaken als carrière, bezittingen en afkomst van minder belang zijn. Waar muren tussen mensen worden afgebroken. We zijn aan elkaar gegeven en kunnen elkaar als gelijken ontmoeten, bevragen en bemoedigen. Vanaf haar begin in het Romeinse Rijk doorbreekt de kerk de grenzen tussen Joden en Grieken, vrouwen en mannen, vrije mensen en slaven. Zo vormt ze ook nu een gemeenschap van gelijken, ongeacht je leeftijd, geaardheid, opleiding of herkomst. Door de ene doop in de naam van de Vader, de Zoon en de heilige Geest hoort iedereen bij de nieuwe gemeenschap. Een gedoopte definieert zichzelf in relatie tot God en tot anderen in het lichaam van Christus. In het geloof worden je medemensen je als naasten gegeven, die samen met jou deel uitmaken van Gods goede schepping. De uitdaging die daarbij hoort, is bij te dragen aan een samenleving die net als de kerk vooruitloopt op Gods koninkrijk dat niemand buitensluit om wie die is.
Hoop en vertrouwen
Net zoals God de bron en oorsprong is van al het leven, zo is Gods koninkrijk het doel waarnaar wij op weg zijn. We leven Gods nieuwe wereld tegemoet, de tijd en ruimte waarin Gods goedheid centraal staat tot in alle haarvaten van ons bestaan. Dit koninkrijk is al begonnen in het leven van Jezus van Nazareth. Zijn weg van liefde en barmhartigheid leidde naar zijn dood aan het kruis. Door Hem uit de doden op te wekken bevestigde God de Vader dat de weg van de Messias – liefde tegen elke prijs – de weg van het leven is. Wat er ook sterft, dit leven niet! Daarom zijn we mensen van hoop en vertrouwen we in de toekomst.
De vreugde van Pasen is de stille kracht die mensen in alles een houding van dankbaarheid en verwondering kan geven. Dankbaarheid voor het leven zelf, dat zowel kwetsbaar als van onschatbare waarde is. Verwondering over de overvloed van Gods goedheid,
WERELD 40
BAREND THEODOOR WALLET
Aartsbisschop van Utrecht
die te groot is voor het geluk alleen. Vanuit die basishouding verzetten kerken zich tegen situaties waarin de waardigheid van de schepping wordt geschonden, waarin mensen, dieren en de hele natuur worden gereduceerd tot objecten die alleen maar dienen voor persoonlijke consumptie of ander gewin. Als burgers, wetenschappers, ondernemers en politici werken we samen met andere mensen van goede wil om te zoeken naar oplossingen voor de grote crises van onze tijd, waaronder de klimaatverandering en alle gerelateerde problemen, van migrantenstromen tot energiecrises.
DIRK JAN SCHOON
Bisschop van Haarlem
Vuur van liefde
Verschillende christenen weten zich geroepen hun hele leven te wijden aan de strijd tegen maatschappelijke zonden, structureel onrecht en kortzichtig eigenbelang. Het opkomen voor onrechten en oproepen tot bekering moeten sommigen zelfs bekopen met de dood. De eeuwen door kent het geloof martelaren, die met hun bloed getuigenis voor Christus gegeven hebben – katholieken, orthodoxen, protestanten. We eren deze martelaren, ook die van onze tijd, daaronder voorgangers en gelovigen van kerken waarmee we in gemeenschap staan, zoals anglicaanse christenen in hun kerk vermoord in Sudan, en mensen die we kenden, zoals bisschop Ramento van de Filipijnse
Onafhankelijke Kerk. Begeleid door hun stemmen en gebeden bidden we dat Christus ook ons geloof versterkt, het vuur van de liefde in ons aanwakkert en ons laat delen in zijn overwinning op het kwaad en de dood. Ze tonen ons dat wie de weg van de liefde gaat, nergens meer bang voor hoeft te zijn. Zelfs voorbij de uiterste grens van je leven blijf je kind van God.
De kerk, de gemeenschap van de heiligen, volgt in het voetspoor van haar Meester. We gaan verder op zijn weg, vanaf de gemeenschappelijke altaartafel de wereld in, om te helpen die wereld vorm te geven naar Gods bedoeling: een wereld van recht en gerechtigheid, van vreugde en vrede, waarin alles wat leeft een plek heeft onder de zon en zingt: Halleluja, Godlof!
Missie Sint Paulus
De wereldwijde verbondenheid van onze kerk krijgt via de kerkelijke Commissie Missie Sint Paulus concreet gestalte in onder meer Congo, Egypte, Mozambique, Hongkong en de Filipijnen. Daar ondersteunen wij kerken bij hun missionaire en diaconale activiteiten bijvoorbeeld op het gebied van gehandicaptenzorg, jongerenwerk, onderwijs en gemeenschapsopbouw. Missie Sint Paulus werkt daarbij al meer dan zestig jaar nauw samen met andere oud-katholieke kerken in Europa en met de Anglicaanse Kerk. De projecten die Missie Sint Paulus ondersteunt, worden gefinancierd uit particuliere giften en collecten. Twee keer per jaar worden in parochies een maand lang speciale collectes gehouden waarbij één of meerdere projecten centraal staan. En elk jaar is de opbrengst van de Vastenactie bestemd voor een project dat door parochies in de schijnwerpers wordt gezet. Wilt u ter gelegenheid van bijvoorbeeld een doop of (huwelijks)jubileum een specifiek project steunen, dan is maatwerk mogelijk.
Wees welkom op onze website: www.stpaulus. oudkatholiek.nl.
ESSAY
41
WERELD 42
Gesprek tussen boerenleider Bart Kemp en pastoor Marco Derks over voedsel, boeren en het einde der tijden
‘We hebben steeds meer een afstandelijke relatie met eten gekregen’
‘Bart, de schapen moeten nú naar binnen!’ De klop op de deur is onverbiddelijk. Er staan honderd schapen in de wei en de regen begint aan te zwellen. ‘Kunnen we even een kwartiertje pauzeren?’, vraagt schapenhouder en boerenboegbeeld Bart Kemp aan zijn gesprekspartner
Marco Derks, pastoor van de oud-katholieke parochie in Gouda en klimaatactivist. De beide herders trekken hun jas aan en drijven – samen met Barts vrouw en een van hun zonen – de kudde naar de droge stal.
Als een van de weinige boeren heeft Bart Kemp (46) niet het bedrijf van zijn ouders overgenomen. De droom om een eigen boerderij te beginnen, moest daarom wachten tot hij voldoende spaargeld had verdiend met zijn logistieke bedrijven. Zelfs een verhuizing naar Frankrijk lonkte, maar uiteindelijk streek hij neer in een monumentale boerderij in de buurt van Ede. Bart is getrouwd met Jennifer en vader van vijf kinderen. Hij is lid van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland, die wordt gezien als een van de meer behoudende protestantse kerkgenootschappen. In januari 2024 maakte Bart bekend na vier en een half jaar te stoppen als voorzitter van Agractie Nederland, een organisatie die opkomt voor boerenbelangen. Bart boert zelf nagenoeg biologisch, zorgt grotendeels voor zijn eigen energievoorziening en heeft veel aandacht voor biodiversiteit.
Ook Marco Derks (43) zou je een zij-instromer kunnen noemen. Hij werkt nu iets meer dan twee jaar in de OudKatholieke Kerk. Toen hij in 2007 begon met een onderzoekmaster aan de Engelse Universiteit van Manchester, stapte hij voor het eerst in zijn leven een anglicaanse kerk binnen. De combinatie van een katholieke liturgie met een warme gemeenschap sloeg direct aan. Terug in Nederland trad hij toe tot de Oud-Katholieke Kerk. Na zijn promotieonderzoek ontstond er ruimte in zijn agenda en voelde
TWEEGESPREK
43
Tekst: Jan Willem Wits Fotografie: Peter Boer
hij zich geroepen om de oud-katholieke ambtsopleiding te volgen. In maart 2022 ging Marco als diaken aan het werk in de parochie Gouda en in januari 2023 werd hij tot priester gewijd. Daarnaast is hij werkzaam aan de Radboud Universiteit. De klimaatcrisis is volgens Marco een van de grootste crises waarmee we nu te maken hebben. Daarom demonstreerde hij meerdere keren mee met Extinction Rebellion op de A12 tegen de 40 miljard euro aan fossiele subsidies.
Landbouwschool
Bart: ‘Vroeger deden boeren hier van alles een beetje: een paar koeien, wat varkens, kippen en akkers om plantaardige producten te verbouwen. Na de Tweede Wereldoorlog zijn boeren veel efficiënter gaan werken, onder meer door specialisatie. Dat heeft geleid tot hoge volumes tegen lage prijzen. Dertig jaar geleden, toen ik op de landbouwschool zat, was er nauwelijks aandacht voor milieu en dierenwelzijn, maar dat is echt veranderd. Van boeren wordt ook steeds meer verwacht, onder andere door stapelende weten regelgeving. Alleen zijn de prijzen niet meegestegen. De meeste boeren willen graag duurzamer werken met respect voor dier en natuur, maar daar moet wel een realistische beloning tegenover staan. Er is extreme welvaart in de wereld en het ongeremde consumentisme regeert. Toch hebben we nog nooit zo weinig aan voedsel uitgegeven.’
Kolonisator
Marco: ‘Het Westen is eeuwenlang een kolonisator geweest en daardoor gewend geraakt aan onderwerping en uitbuiting. Dat zie ik nu terug in de manier waarop we met de natuur en met dieren omgaan. We zijn steeds meer vervreemd van de oorsprong van ons voedsel. Om vlees te eten, moeten we dieren doden. Dat voelt ongemakkelijk, tenzij het ons koud laat. Dus hebben we de bio-industrie en de massaslachterijen buiten ons blikveld geplaatst. Ik wil niet wegkijken voor de vele structurele misstanden daar. Dat is een belangrijke reden waarom ik afgelopen jaren vegetariër geworden ben en inmiddels veganist. Daarmee verzet ik me tegen een systeem dat dieren uitbuit. Daarnaast is een veganistisch dieet beter voor het milieu en onze gezondheid. Hoewel ik vind dat we onze manier van leven radicaal moeten veranderen, heeft het niet zoveel zin mensen ongevraagd op te roepen tot bekering. Het komt vanzelf ter sprake, als ik samen eet binnen de kerk of met vrienden of familie, of nu in dit gesprek.’
Schepping
Bart: ‘Voor mij zit in de scheppingsordening toch wel een principieel verschil tussen mens en dier. God heeft ons de opdracht gegeven om het land te bewonen en te bewerken en toegestaan om dieren te gebruiken voor onze voeding.
WERELD 44
Dat maakt onderdeel uit van de gebrokenheid na de zondeval. Dieren willen vooral het comfort hebben dat hun behoeften worden bevredigd: voldoende eten en drinken, beschutting en geen pijn. Ik kom soms in een slachterij en dan ben ik weleens jaloers hoe dieren aan hun einde komen. In enkele seconden is het gedaan. Als ik dan zie hoe we oudere mensen steeds door blijven behandelen terwijl hun kwaliteit van leven alleen maar achteruitgaat, is het voor mij de vraag wie nu eigenlijk beter af is.’
Spijswetten
Marco: ‘We hebben steeds meer een technische, afstandelijke relatie met eten gekregen. Het christendom is een van de weinige godsdiensten die vrijwel geen voorschriften rond eten kent. In onze seculiere samenleving is het verband tussen voeding en zingeving nog verder verdampt. Ik zie wel degelijk dat wat er bij mij op tafel staat ook met mijn geloof te maken heeft. Spijswetten en regels rond bijvoorbeeld ritueel slachten, maken mensen bewust dat het eten ons gegeven wordt en we daar zorgvuldig mee om moeten gaan. Of neem het sabbatsjaar uit de Hebreeuwse
Bijbel waarin God ons vraagt om de natuur iedere zeven jaar met rust te laten. Daarom is de vastenperiode ook zo waardevol. Wat vanzelfsprekend is, gaat dan werkelijk tot ons spreken.’
Tractor
Bart: ‘Wij dragen de volle verantwoordelijkheid voor wat wij doen met de schepping. Ik ben daar iedere dag mee bezig. Wat nog op mijn verlanglijstje staat, is een betaalbare elektrische tractor. Ik ben er niet van overtuigd dat de klimaatverandering volledig is toe te schrijven aan menselijk handelen, maar ik zie wel dat er iets moet veranderen in het gebruik van fossiele brandstoffen en consumptiegedrag. Het grootste probleem van deze tijd is wat mij betreft de geestelijke duisternis waarin veel mensen verkeren. We moeten weer leren leven vanuit het besef dat wij afhankelijk zijn van een God die alles bestuurt. Ook de toekomst van de aarde ligt in Zijn handen.’
Klimaatcatastrofe
Marco: ‘Dat wij afstevenen op een klimaatcatastrofe, is iets waarover opvallend veel klimaatwetenschappers eensgezind zijn. Nu al zijn er miljoenen mensen het slachtoffer van de klimaatverandering, vooral in het mondiale zuiden. De klimaatcrisis hangt voor mij dan ook samen met kolonialisme, sociale ongelijkheid, het negeren van wetenschappelijke kennis en de groei van een rechts-autoriteit sentiment. Ik weet niet of daarmee het einde der tijden is aangebroken. God zal altijd een weg vinden voor haar schepping. Of daarin nog een plaats is voor de mens die wij geworden zijn, is voor mij een open vraag.’
TWEEGESPREK 45
VEELGESTELDE VRAGEN
Waar komt jullie naam vandaan?
Onze naam werkt inderdaad verwarrend, want bij ‘oud’ kan je al snel aan ‘ouderwets’ of ‘streng’ denken. Bedoeld is dat we vasthouden aan de oude katholieke manier van kerkzijn, waarbij de plaatselijke kerk zichzelf met bisschoppen en synodes bestuurt. Bovendien is voor ons de ordening en het geloof van de ‘oude’ kerk, de kerk van de eerste eeuwen, een belangrijke inspiratiebron bij ons werken aan herstel van de eenheid van de kerk. Onze relatieve zelfstandigheid maakt dat we gemakkelijker kunnen reageren op moderne ontwikkelingen en actuele vraagstukken in onze eigen context.
Mag ik in een oud-katholieke kerk ook de communie ontvangen?
Iedereen die gedoopt is, in haar of zijn eigen kerk is toegelaten tot de Tafel van de Heer, en met ons Zijn tegenwoordigheid wil vieren, is van harte uitgenodigd om zich bij het delen van het brood en de wijn aan te sluiten. Dat is niet verplicht. Wie de communie niet wil of kan ontvangen, staat het vrij om in de kerkbanken te blijven zitten of naar voren te komen om een zegen te vragen. Dit kan door het hoofd te buigen of de armen voor de borst te kruisen. In veel parochies worden communiebanken gebruikt waarop de gelovigen samen knielen om de tekenen van brood en wijn te ontvangen. Elders loopt men naar voren om staande voor het altaar het sacrament te ontvangen. Kinderen mogen meedoen wanneer zij hun eerste communie hebben gedaan.
Hoe denkt de Oud-Katholieke
Kerk over ethische vraagstukken en de rol van het eigen geweten?
In de Oud-Katholieke Kerk van Nederland speelt het persoonlijke geweten een belangrijke rol. Dat betekent niet dat normen en waarden helemaal geen rol van betekenis spelen. Integendeel, wij geloven dat de meeste mensen juist zoeken naar een kompas voor goed en kwaad in hun handelen en het juiste willen doen. Soms vinden ze hiervoor de sleutel in hun eigen hart, soms in gebed en bezinning, in persoonlijke begeleiding door een geestelijke en/of in de Bijbel of een andere christelijke bron. Wij willen als geloofsgemeenschap bij die zoektocht helpen, maar hebben geen pasklare, dwingende antwoorden voor iedere levenssituatie.
Ik heb een pastorale vraag maar ben niet oud-katholiek. Kan ik toch bij een oud-katholieke priester terecht?
Onze pastoors zijn beschikbaar om een afspraak te maken, ongeacht iemands kerkelijke achtergrond. Bij God staat de deur altijd open… wij proberen dat ook!
Meer veelgestelde vragen?
Scan de QR-code of kijk op www.oudkatholiek.nl
46
ERNA PEIJNENBURG, Pastoor van de parochies van Alkmaar en Enkhuizen
Oecumene: de christelijke weg naar vrede
Wat kunnen kerken doen om de vrede te bevorderen? Hoe kun je als kerk gevolg geven aan je roeping als je geconfronteerd wordt met oorlogsgeweld? Deze vraag kreeg voor mij heel concreet invulling toen ik gevraagd werd onze kerk te vertegenwoordigen bij de Conferentie van Europese Kerken (CEC). De belangrijkste missie van de CEC, opgericht in de jaren 1950 tijdens de Koude Oorlog, is altijd geweest om de vrede in Europa te bevorderen. Mijn eerste kennismaking met de CEC was de grote zestiende Assemblee die in 2023 in Tallinn (Estland) werd gehouden. Afgevaardigden uit 114 kerken – protestant, orthodox, anglicaans en oud-katholiek – kwamen daar bij elkaar. Een kleurrijk gezelschap van mensen die elkaar, ondanks alle verschillen in taal, cultuur en liturgie, van harte broeders en zusters noemen. Want het is de ene Heer die ons samenbindt. De doelstelling van de CEC is mooi, maar in de praktijk is het natuurlijk nog niet zo makkelijk allemaal. De assemblee leverde een heldere veroordeling op van de Russische agressie in de Oekraïne. Maar duidelijk werd ook dat de kerken niet als moraalridders met het vingertje in de lucht langs de kant konden staan, want deze oorlog sneed ook in het eigen vlees. De orthodoxe patriarch Kyrill van Moskou had de kant van Poetin gekozen en stond daarmee lijnrecht tegenover patriarch Bartholomeüs van Constantinopel, die hem daarop scherp bekritiseerde. En zo bracht deze oorlog, die op moment van schrijven helaas nog voortduurt, ook een pijnlijk schisma in christelijk Europa, waarbij het al zo goed als onmogelijk is om als christenen aan
beide zijden van de frontlinie contact met elkaar te hebben, laat staan samen te bouwen. aan vrede. Ondertussen probeert de CEC te zoeken naar manieren om christelijke kerken steunen waar deze zich bezighielden met noodhulp aan slachtoffers en vluchtelingen.
In die concrete situatie met strijdende partijen stelt ons geloof ons diepe vragen. Wat moet je aan met ‘heb je vijand lief’ en ‘keer je andere wang toe’? In Tallinn moest met groot verdriet worden vastgesteld dat er pas ruimte voor die vragen zou zijn als de oorlog zou zijn afgelopen. En ook dan zou het nog een hele uitdaging zijn om in een getraumatiseerd en geseculariseerd land – want dat is Oekraïne ook – op weg te gaan naar verwerking, vergeving en verzoening. Als kerken in de CEC bemoedigen we elkaar in het besef dat hier voor ons een uitdaging zal liggen. De CEC onderhield ooit contacten tussen christenen aan beide zijden van het IJzeren Gordijn. Die missie om bruggen te slaan tussen christenen in conflictgebieden is opnieuw actueel. Het uitgangspunt is om elkaar niet in de eerste plaats als vijanden te zien, maar als broeders en zusters in Christus. Zodra de wapens zwijgen is dat een appel om concreet toenadering te zoeken. Dat is feitelijk niet anders dan de grondhouding bij oecumenische samenwerking op lokaal terrein in onze parochies. In oecumenische samenwerking ontdekken we wat ons als broeders en zusters in Christus verbindt, om daarmee bestaande verschillen te overbruggen. Deze samenwerking is een bron van hoop voor onze wereld, vooral ook daar waar geroepen wordt om vrede.
47
COLUMN
‘De Kerk biedt zuurstof die me helpt om te blijven ademhalen’
Waarom zou je als jongere nog betrokken zijn bij de Kerk? Wat brengt het hen en hoe zien zij de toekomst van de Kerk? Daarover ging aartsbisschop Bernd Wallet in gesprek met drie jongeren die actief zijn in de Oud-Katholieke Kerk. Daarvoor schuiven ze aan in een van de monumentale en intieme ruimtes van de pastorie naast de Gertrudiskathedraal aan het Willemsplantsoen in Utrecht.
Na binnenkomst wordt er eerst wat te drinken aangeboden door Jacco Vrijlandt. Als voormalig hulpkoster voelt hij zich thuis in het kerkcomplex van de parochie Utrecht.
Door de grote ramen van de ruimte van de kinderopvang valt veel licht naar binnen en langs de muren ligt overal speelgoed opgeslagen. Die ochtend is het lokaal nog gebruikt om de allerjongste leden van de parochie te vertellen over het geloof. Nu komt de generatie erboven samen om na te denken over datzelfde onderwerp.
‘We willen het graag hebben over de Kerk, jullie leven en de toekomst. Wat inspireert jullie in deze tijd waarin er zoveel speelt? En welke rol spelen de Kerk en het geloof daarin?’ Kars, een jongeman van 28, neemt als eerste het woord. Hij ervaart in zijn parochie alle ruimte om zichzelf te zijn, ook voor mensen zoals hijzelf: progressief, biseksueel en op het
48
Tekst: Christien Bos Fotografie: Dustin Veneman
autisme spectrum. Jacco relativeert die diversiteit van de Kerk iets: ‘Het zijn toch overwegend witte en hoogopgeleide mensen.’ Volgens hem is er nog het nodige te doen om echt Kerk te zijn waar echt iedereen zich thuis voelt.
Ruziemaken
In de parochie van Lottie Kok, de derde deelnemer aan het gesprek, is een overvloed aan diversiteit. Zoals een vriendin een keer aan haar vroeg: ‘Waarom heb je eigenlijk voor deze Kerk gekozen? Niemand lijkt hier op jou.’ Maar juist die verschillen trokken haar aan. Er was ruimte voor verschillende meningen, ‘men maakte ook ruzie met elkaar en dat mocht er gewoon zijn. Daar bleek voor mij een heel groot vertrouwen uit, in elkaar, maar ook in de aanwezigheid van Christus, die ons samenbrengt en uiteindelijk in verbinding houdt.’
Hoe hun parochie er ook uitziet, deze jongeren zien het als een toevluchtsoord. Een plek waar ze mogen zijn wie ze zijn en waar ze gevoed kunnen worden, met zingeving, passie en geloof. Het houdt de vlam van het geloof brandende. Ook is het een plek van verbinding. ‘Verbinding zoeken is iets heel engs voor mensen, want je kunt ook worden afgewezen, gekwetst. Maar als al vaststaat hoe ontzettend geliefd jij bent, zonder dat je daar iets voor hebt hoeven doen, biedt dat jou ruimte om ook ruimte voor een ander te maken,’ deelt Lottie.
Een brug zijn
Hoe je dit vervolgens kan meenemen in je leven van alledag, is nog niet zo makkelijk. ‘Ik weet nog niet hoe ik een goeie brug kan maken tussen de Kerk en mijn wereld daarbuiten,’ bekent Jacco, waarop Kars zegt dat het hem hielp om het geloof niet meer te zien als een set regeltjes of dogma’s, maar als een attitude. ‘Het is een manier waarop je in de wereld staat, hoe je reageert op andere mensen, dieren, natuur en God.’
Doordat de oud-katholieke kerk niet groot is, is de vergrijzing een spannende factor in de toekomst van de Kerk. Toch komen er ook altijd weer nieuwe mensen bij de Kerk en zien deze jongeren de toekomst positief tegemoet. Want, zegt Lotte, ‘waar mensen samenkomen, zul je altijd een getuigenis kunnen afleggen. Dus datgene waar het om gaat, houdt je altijd levend. Ik zeg weleens: in de Kerk mag alles kapot, behalve Christus en elkaar. Als we dat heel houden, kunnen we altijd weer verder gaan.’
Naam Kars Terlouw
Leeftijd 28 jaar
Woonplaats Schoonhoven
Werk ambtenaar
‘De Kerk bepaalt me bij het essentiële en bij het perspectief dat ik mag hebben. Het is zuurstof die me helpt om te blijven ademhalen in een wereld die soms wat minder comfortabel aanvoelt.’
Naam Lottie Kok
Leeftijd 25 jaar
Woonplaats Rotterdam
Werk werkt met kinderen met autisme en een ontwikkelingsachterstand, derdejaars student Seminarie
‘Christus droeg ons volledige mens-zijn, met alle onzekerheden en alle angsten en alles waar wij zelf elke dag mee moeten dealen. Ook daarvan heeft Hij ons bevrijd.’
Naam Jacco Vrijlandt
Leeftijd 25 jaar
Woonplaats Arnhem
Werk adviseur en onderzoeker voor duurzame landbouw
‘Je bent met z’n allen de Kerk en daaromheen – en ver daarbuiten – is God. Hij is zonder grenzen, alles wat je maar kunt bedenken en wat je niet kunt bedenken.’
JONGEREN
49
Geloofsbelijdenis vanNicea
Ik geloof in één God, de almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde, van alle zichtbare en onzichtbare dingen.
En in één Heer, Jezus Christus, de eniggeboren Zoon van God; uit de Vader geboren vóór alle eeuwen.
God van God, licht van licht, waarachtig God van de waarachtige God; geboren en niet gemaakt; één van wezen met de Vader; door wie alles geschapen is.
Die om ons mensen en tot onze zaligheid uit de hemel is nedergedaald en het vlees heeft aangenomen door de heilige Geest uit de Maagd Maria.
En Hij is mens geworden.
Hij is ook voor ons gekruisigd onder Pontius Pilatus; Hij heeft geleden en is begraven.
En ten derden dage is Hij verrezen volgens de schrifturen.
Hij is opgeklommen ten hemel en zit aan de rechterhand des Vaders.
Hij zal wederkomen met heerlijkheid om te oordelen levenden en doden; wiens rijk geen einde hebben zal.
En in de heilige Geest, die Heer is en het leven geeft; die uit de Vader voortkomt; die met de Vader en de Zoon tezamen aanbeden en mede verheerlijkt wordt; die gesproken heeft door de profeten.
Ik geloof één heilige, katholieke en apostolische kerk.
Ik belijd één doop tot vergeving der zonden.
Ik verwacht de verrijzenis der doden en het eeuwige leven. Amen.
50
Ter rechterhand gezeten, een mens die zegeviert, zo wordt gij aangebeden door ons op aarde hier. Geef ons een geest van vrede, de hemel op een kier.
Willem Barnard | Guillaume van der Graft (1920 – 2010) In Wind en Vuur (2023), gezang 105 vers 4