Natuurgebieden De Bergvennen Het gebied telt zeven vennen, die zeer bijzonder zijn. De combinatie van zanderige oevers en voedselarm water maakt het tot een uniek gebied, met veel bijzondere planten, zoals de waterlobelia. Het is sinds de jaren ‘40 in beheer van Landschap Overijssel. De bijzonderheden van dit gebied: heide en vennen, omzoomd door bos met berken en grove dennen. Het gebied is rijk aan vogels, daarom is het reservaat van 15 maart tot 15 juli gesloten vanwege het broedseizoen. Meer informatie: www.landschapoverijssel.nl.
Het Molenven
Dal van Mosbeek Een zeer gevarieerd landschap en een rijke flora en fauna. Langs de Mosbeek stonden vroeger drie papiermolens. De Molen van Bels is ingericht als theeschenkerij en er is een tentoonstelling te zien over wind- en watermolens in Overijssel. De Molen van Frans is ingericht met een permanente expositie over de geschiedenis van de molen, de prehistorie, de ontstaansgeschiedenis van Dal van Mosbeek en de flora en fauna. De molen is iedere zondag te bezichtigen van 10-17 uur, in juni t/m augustus ook op woensdag van 10-17 uur. Er zijn diverse wandelroutes door het gebied uitgezet en er worden regelmatig vanaf de molens excursies aangeboden. Voor meer informatie: www.landschapoverijssel.nl.
Een van de belangrijkste bosreservaten van Nederland, waar de natuur ongestoord zijn gang mag gaan. Omgewaaide bomen, dood hout en dergelijke, het wordt niet opgeruimd. Het reservaat bestaat voor een groot deel uit moerasbos en verboste heide. Het Molenven kan vrij nat zijn, dus stevige schoenen worden aanbevolen. Meer informatie: www.landschapoverijssel.nl
Het Roderveld U loopt hier langs natte heide en door gevarieerde bossen met loof- en naaldbomen. Onder de bomen ontdekt u witte klaverzuring, heksenkruid en verschillende varens. In de natte heide groeien moeraswolfsklauw en zonnedauw. De havezate het Everloo is vertrekpunt voor wandelingen over het landgoed. Voor meer info www.natuurmonumenten.nl
Lutterzand Eén van de meest specifieke gebieden langs de rivier de Dinkel, waar de Dinkel zelf een grillige grens vormt tussen de lager gelegen ‘stroomdalgraslanden’ en een hoger gelegen stuifzandgebied. De steile oevers vormen een bron van informatie over de geschiedenis van het Dinkeldal vanaf de laatste ijstijd. In het Lutterzand groeien prachtige jeneverbes-struwelen of zoals de Twentenaar ze noemt ‘woagholt’, terwijl het verdere landschap wordt afgewisseld met grillige vliegdennen, grove dennenbossen en heidevelden. De Dinkel is de biotoop van de gele kwikstaart en de ijsvogel en de oeverzwaluw. Er zijn diverse wandelroutes uitgezet vanaf restaurant ‘Florilympha’ en ‘het Paviljoen’.
25