HAN Automotive 100 jaar

Page 1

A

U

T

O

M

O

T

I

V

JA AR

75 JAA R TE RU G BLIKKEN EN 2 5 JAAR VOORUITKIJKEN

E


75 25 JA A R

TERUGBLIKKEN

JA A R

VO O RU I T B L I K K E N


VOORWOORD

HA N AU TOMOTI VE 1 0 0 JA AR

VAN AU TOT E C H N IS C H E S C H O O L NA A R H AN AU TOMOT I V E Wij gaan een boek uitgeven. Waarom? Omdat we 75 jaar na de oprichting van de eerste hogere beroepsopleiding Autotechniek in Apeldoorn in een periode terecht zijn gekomen waarin de industrie sterk in beweging is. We willen met dit boek stilstaan bij die 75 jaar rijke historie, en vooruitblikken naar een toekomst vol verandering. Wij willen onze visie, en die van een aantal van onze belangrijkste partners, branchebreed delen met onze studenten (oud-huidig-nieuw) en onze relaties in de automotive wereld waarvoor wij opleiden. Bij HAN Automotive zijn alle activiteiten gebundeld op het gebied van automotive engineering. Daarin versterken studenten, docenten, onderzoekers en lectoren elkaar in het uitbouwen van hun expertise en in hun samenwerking met automotive bedrijven. Met moderne faciliteiten binnen handbereik en de kennis in huis, kunnen opdrachten, projecten en onderzoeksvraagstukken, in goede samenwerking met het bedrijfsleven, resultaatgericht worden aangepakt. HAN Automotive in Arnhem trekt studenten aan die over toekomstgerichte mobiliteit willen nadenken en hiervan hun beroep willen maken. Dat doen we door de praktijk centraal te stellen. De beroepspraktijk wordt letterlijk binnengehaald door inbedding van bedrijfsopdrachten in de diverse onderwijsonderdelen. Naast grote innovatieve slagvaardigheid, biedt het voor bedrijven de mogelijkheid tot kennismaking met de ingenieurs van morgen. Dit stelt studenten in staat om de geleerde kennis geïntegreerd toe te passen in projectopdrachten, waarbij ook de professionaliteit in een beroepsgerichte context wordt geoefend: applied science, zoals het hoort! Naast de bacheloropleiding, die zowel Nederlandstalig als Engelstalig wordt aangeboden, heeft het instituut een eigen professional masteropleiding, een bacheloropleiding in deeltijd en een associate degree opleiding. Voor specifieke vragen uit het werkveld worden cursussen op maat aangeboden. Met moderne testfaciliteiten in het Applied Research Lab Automotive (ARL-A) en het toegepaste onderzoek van de lectoraten spelen we in op relevante maatschappelijke vraagstukken in de automotive sector. HAN Automotive concentreert zich daarbij op de volgende gebieden: 1. Elektrificering van de aandrijflijn 2. Het optimaliseren van brandstoffen, motoren en emissies 3. Lichtgewicht automotive design 4. Geavanceerde voertuigbeheersing en bestuurdersupport De combinatie van onderwijs en onderzoek voor en met het bedrijfsleven staat garant voor het binnenhalen en uitdragen van kennis en resultaten in een optimale samenwerking. In de laatste accreditatie is de opleiding op 11 van de 16 standaarden als goed beoordeeld en de faciliteiten zelfs als excellent. HAN Automotive is ook één van de partners van het Automotive Centre of Expertise (ACE). ACE is een samenwerkingsverband van de drie hogescholen die een automotive opleiding aanbieden en het bedrijfsleven. In ACE komt alle expertise op automotive gebied bij elkaar. Het voornaamste doel van ACE is het verhogen van het aantal nieuwe automotive studenten om aan de toenemende vraag van de sector te voldoen. Dit jaar is dit boek ‘HAN Automotive 100 jaar’ gemaakt. Wij willen met de verhalen en de beelden in het boek de brede visie, de trots en de ambitie van de Nederlandse automotive branche laten zien. Dat deze breed en niet uniform gedeeld is, is geen verrassing. Dat er in de komende 25 jaar veel gaat veranderen is helder, welke kant we exact opgaan is nog onbekend. Ik wens u veel plezier met het lezen van dit boek en daag u uit uw reactie op (virtueel) papier te zetten. Met elkaar maken we de toekomst. Er over schrijven en het delen van meningen zal richting geven; ik ben benieuwd! Mijn hartelijke dank aan iedereen die aan dit prachtige boek heeft bijgedragen. René Tönissen, instituutsdirecteur HAN Automotive

3


GESCHIEDENIS De geschiedenis van HAN Automotive voert terug naar het begin van de vorige eeuw. Fedde van den Bosch, geboren op 8 februari 1903 te Ooststellingwerf, was destijds getrouwd met Anne Cruijff. Zij was geïnteresseerd in internaten en het opvoeden van jonge mensen. Doordat Fedde niet tevreden was over de handelsopleiding in Driebergen, besloot het echtpaar zelf een internaat op te richten. Anna zorgde voor de opvoeding en Fedde voor het autotechnische onderwijs. Het echtpaar kreeg de kans om een groot pand te kopen aan de Amersfoortseweg 17 in Apeldoorn. Maar ondanks de originele opzet en de behoefte aan een autotechnische opleiding, konden Fedde en Anna deze particuliere school niet draaiend houden. Zij vroegen rijkssubsidie aan, maar deze werd op grond van het geringe aantal leerlingen en het feit dat de meeste docenten niet wettelijk waren bevoegd, afgewezen. Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak, hieven Fedde en Anna hun school op en het paar verhuisde naar Beets. In dezelfde periode dat Fedde van den Bosch zijn rijkssubsidieaanvraag naar Den Haag stuurde, diende de heer J.J. Oltmans een verzoek in voor het oprichten van een luchtvaarttechnische school in Apeldoorn. Het ministerie zag niet zoveel in dergelijke school in Apeldoorn en vroeg de heer Oltmans of hij vond dat er behoefte was aan een autotechnische opleiding. De heer Oltmans antwoordde bevestigend en de autotechnische opleiding in Apeldoorn, later in Arnhem, was geboren. Oltmans, directeur van de Ambachtsschool en de Machinistenschool en één van de oprichters van de in 1939 gestarte S.V.S. (School voor Scheepswerktuigbouwkundigen), werd ook de oprichter en de eerste directeur van de Autotechnische School. Met steun van de BOVAG gingen op 1 september 1942 de deuren van de gesubsidieerde Autotechnische School (ATS) open. Tijdens de oorlog was de school erg in trek, omdat jongeren door het volgen van onderwijs deportatie naar Duitsland probeerden te voorkomen. Vlak na de oorlog liep het studentenaantal aanzienlijk terug, maar na deze inzinking is het leerlingenaantal altijd sterk blijven groeien. De opleiding nam haar intrek in vele bijgebouwen, o.a. aan de Houven van Oordtlaan en de Duivenlaan.


1946

VILLA ‘SWINEMUNDE’

In maart 1946 werd het directoraat van de drie scholen gesplitst. De ambachtsschool kreeg een nieuwe directeur en de ATS en de S.V.S. kwamen geheel onder leiding van de heer Oltmans te staan en verhuisden naar de villa ‘Swinemunde’ aan de Loolaan. De directeur bereikte in 1951 de pensioengerechtigde leeftijd en werd opgevolgd door de heer G. van der Tak. Al gauw bleek de villa te klein en men gaf opdracht aan het architectenbureau G.W. van den Beld en Zn. om op dezelfde plek een nieuw pand te ontwerpen. De nieuwe school werd op 12 september 1959 feestelijk geopend. In 1954 kwam een belangrijke splitsing tussen een driejarige UTS en een vierjarige MTS tot stand.

1954

GEBOUW AAN DE LOOLAAN

In 1957 was de Apeldoornse MTS de eerste in Nederland die van het ministerie van Onderwijs toestemming kreeg als Hogere Technische School (HTS) verder te gaan. In 1968 kreeg de UTS de naam MTS. In 1979 werd op de HTS de differentiatie in twee afstudeerrichtingen ingevoerd: de meest technische richting Voertuigtechniek en de richting Wegtransporttechniek met een sterker managementaccent. In 1977 verhuisde de HTS van de Loolaan naar de Condorweg in Apeldoorn.

1977

GEBOUW AAN DE CONDORWEG

1996

In 1982 wordt aan de Kayersdijk een hal gekocht voor het opzetten van een nieuw voertuigtechnisch laboratorium. Vanwege de in die tijd moeizame overheidsfinanciën wordt deze hal pas in 1987 ingericht en in gebruik genomen. Hiermee komt een eind aan het gebruik door de HTS van een vleugel aan de achterzijde (Piet Joubertstraat) van het MTS-gebouw. In 1989 fuseert de HTS Autotechniek met de Hogeschool voor Techniek in Arnhem, vanwege de toenmalige door het Rijk gewenste schaalvergroting. In 1996 verhuisde de HTS Autotechniek naar een bijzonder mooi nieuw gebouw aan de Ruitenberglaan te Arnhem. Ook bestuurlijk is er inmiddels veel veranderd. Het instituut maakt nu deel uit van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. In 2015 is de naam van de HTS Autotechniek veranderd in HAN Automotive.

GEBOUW AAN DE RUITENBERGLAAN


HAN AUTOMOTIVE OPLEIDINGEN


AUTOMOTIVE OPLEIDINGEN

HAN Automotive bestaat 75 jaar. Hooggewaardeerd en toonaangevend, een predicaat waar wij trots op zijn. Vanuit de oprichting hebben wij HTS ingenieurs opgeleid die hun weg breed in de industrie hebben gevonden. Momenteel dekt de opleidingsbreedte voor de automotive branche nagenoeg het gehele spectrum.

ASSOCIATE DEGREE OPLEIDING SYSTEEMSPECIALIST AUTOMOTIVE Bij de twee jarige deeltijd opleiding Associate degree (Ad) worden modules op hbo-niveau aangeboden. De meeste studenten starten deze opleiding als automonteur en na afronding van de Associate degree-opleiding Systeemspecialist Automotive vervolgen ze hun loopbaan als Service-adviseur, Technisch medewerker After Sales, Diagnosetechnicus, Medewerker diagnosehelpdesk of Garantie-adviseur. Ad afgestudeerden kunnen alsnog kiezen voor het hbo-traject (plus 2 jaar studie). Het Ad-diploma heeft een eigen, officieel erkende status.

BACHELOROPLEIDINGEN AUTOMOTIVE ENGINEERING De vierjarige bachelor opleiding wordt in voltijd en deeltijd aangeboden. De voltijd opleiding kan zowel in het Engels als in het Nederlands gevolgd worden. HAN Automotive trekt een groeiend aantal internationale studenten die vanuit de gehele wereld ons weten te vinden. Het belang van de internationale benadering werkt door in de Nederlandstalige opleiding, waar studenten in de hoofdfase lessen en practica in het Engels volgen. Vanaf 2017 is de nieuwe structuur ingevoerd waarbij de studenten een basisvorming krijgen van 3 semesters. Hierna specialiseren zij zich in twee van de volgende gebieden: Autotronics and Control, Business & Management, Manufacturing, Powertrain, Structural Design of Vehicle Technology. In de hoofdfase van de studie wordt in multidisciplinaire projectgroepen gewerkt aan projecten in samenwerking met de automotive industrie. In het laatste jaar van de studie volgen studenten een minor. Via deze minor specialiseren studenten in hun eigen vakgebied of gaan ze zich breder ontwikkelen. HAN Automotive biedt minoren aan, zoals Advanced Mobility, Autotronica & Control, Light Weight en Powertrain. Tijdens het laatste deel van de studie werkt de student bij een bedrijf in binnen- of buitenland geheel zelfstandig aan het afstudeerproject. Wanneer deze opleiding met succes is afgerond, wordt de bachelor titel toegekend. Deze titel is officieel en internationaal erkend.

MASTEROPLEIDING AUTOMOTIVE SYSTEMS Tijdens deze volledig Engelstalige Master leert de student veel over de laatste ontwikkelingen in Automotive Engineering. De Master Automotive

Foto: HAN

Systems wordt zowel in voltijd als in deeltijd aangeboden. Het Engelstalige curriculum is modulair ingericht. Voorbeelden van deze modules zijn: Advanced Vehicle Dynamics, Intelligent Mobility, Innovations in Powertrains, Systems Modelling en Applied Control. The Master in Automotive Systems is opgezet in samenwerking met de Czech Technical University in Prague en ENSTA, een French State Graduate and Research Institute in Brest. Deskundigen van bedrijven in de automotive branche leveren een actieve bijdrage aan het masterprogramma. Zij denken mee over thema’s in het programma van de opleiding, het beoordelingssysteem, de eindkwalificaties, didactische werkvormen en inzet van professionals uit het bedrijfsleven. Kennis en technieken vanuit fundamenteel onderzoek worden toegepast in een industriële omgeving en geïmplementeerd in automotive systems en voertuigen. Medewerkers van de HAN Automotive Research Group zijn actief betrokken in het curriculum. Zij begeleiden en coachen de studenten, zowel in onderwijs, projecten, research als tijdens hun afstudeerthesis. De Master Automotive Systems is één van de tracks van de Master Engineering Systems. De masteropleiding in voltijd kan in 18 maanden gevolgd worden. De masteropleiding in deeltijd duurt 3 jaar. Wanneer deze opleiding met succes

7

is afgerond, wordt de mastertitel Master of Science (MSc) toegekend. Deze titel is een officieel en internationaal erkende mastertitel.

POST HBO OPLEIDINGEN, CURSUSSEN EN MODULES Een groot scala aan opleidingen, cursussen en modules, wordt ook bij de HAN aangeboden. Van de opleiding “elektronica in elektrische en hybride voertuigen”, de cursus EMC of “op weg naar Autonoom Rijden” als de module Lightweight Structural Vehicle Design. Voor een volledig overzicht verwijzen wij naar de mogelijkheden op https://www.han.nl/werken-en-leren/vakgebieden/ engineering-en-automotive Post HBO opleidingen, cursussen en modules kunnen zowel gevolgd worden volgens een open inschrijving als ook via een in-house training op locatie bij een opdrachtgever.

Meer informatie: HAN Automotive Ruitenberglaan 29 6826 CC Arnhem www.han.nl/automotive


HAN AUTOMOTIVE RESEARCH


HAN AUTOMOTIVE RESEARCH

schillend en complementair. Deze aanpak leidt tot hogere efficiëntie door het delen van resources en het gezamenlijk uitvoeren van diverse operationele taken, zoals financieel management, HR management, projectmanagement, kwaliteitsbewaking etc. Op alle fronten is het domein automotive in beweging. Toeleveranciers proberen hun auto-motive producten aan te passen aan de steeds hogere eisen van hun klanten hogerop in de keten. OEM’s, op hun beurt, moeten auto’s leveren die voldoen aan steeds stringentere emissienormen, zonder illegale software-trucs. Steeds meer fabrikanten maken gebruik van elektrische machines, waarmee hybride aandrijvingen en zelfs puur elektrische voertuigen worden gerealiseerd. Brandstofceltechnologie vindt langzaam maar zeker zijn weg naar de markt. Allemaal om het verbruik van fossiele brandstoffen te reduceren.

HAN Automotive Research wordt in binnen- en buitenland erkend als de preferente HBO partner als het gaat om automotive gerelateerd onderzoek. Dit uit zich in uitstekend gewaardeerd (internationaal) onderzoek en (inter)nationale publicaties en samenwerkingsverbanden. Op landelijk niveau is het toekennen van de RAAK-SIA award 2015 een kroon op het werk. Het lectoraat is sterk verbonden met het onderwijs, zowel in thematiek als in uitvoering. De ambities voor de toekomst zijn te kenschetsen rondom 3 thema’s: Onderwijs, Beroepenveld, Kennisveld. Voor het onderwijs geldt dat HAN Automotive Research streeft naar volledige integratie van onderwijs en onderzoek in de periode 2016-2020. Onderzoek en onderwijs worden dicht bij elkaar georganiseerd. Belangrijkste doel hierin is om studenten, docenten en (beginnende) professionals (afgestudeerden) een meer kritische, onderzoekende en op innovatie gerichte houding te geven. Bovenop de solide basiskennis biedt dit een meerwaarde voor onze part-ners in het werkveld. Voor het beroepenveld en maatschappij geldt dat HAN Automotive Research het aanbieden van goed en hoogwaardig onderzoek gaat continueren. HAN Automotive Research is blijvend succesvol in het verwerven en uitvoeren van gesubsidieerde (regionale, landelijke en Euro-pese) projecten en projecten samen met lokale en landelijke overheden. Dit blijkt in de prak-tijk een voorwaarde om van meerwaarde te kunnen zijn voor het mkb. Directe korte onder-zoeksprojecten voor/met marktpartijen zorgen naast langlo-

pende subsidieprojecten voor een goede mix in de opdrachtportefeuille. Daarnaast gaat HAN Automotive Research sterk inzetten op crossovers door contacten te leggen met markten als de energie- en agro-industrie en met het logistieke domein. Toenemende inzet van ICT vormt hierbij een con-stante factor. De toegevoegde waarde voor het kennisveld wordt in de periode 2016-2020 vergroot. Het aantal promovendi blijft hoog, wat zal zorgen voor een continue stroom van publicaties. IJDS, het open access journal, gaat zorgen voor meer internationale bekendheid en uitstraling. De toegenomen ambities rondom bovengenoemde thema’s en doelen zal betekenen dat de formatie van het lectoraat uitgebreid zal worden met jonge ambitieuze onderzoekers, die binnen het lectoraat verder worden opgeleid.

Vanaf 1 februari 2002 was het lectoraat Mobiliteitstechnologie als eerste lectoraat actief bij de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen onder leiding van Joop Pauwelussen. Vanaf 2015 zijn de twee speerpunten Intelligent Mobility en Clean Mobility. Intelligent Mobility (o.l.v. Frans Tillema) richt zich op automatisch rijden, connected mobility, vehicle monitoring en de verbinding met logistiek. Clean Mobility (o.l.v. Bram Veenhuizen) focust op model gebaseerd ontwerpen van besturingssystemen, en het ontwikkelen en tes-ten van schone aandrijvingen; zowel met verbrandingsmotoren als elektrisch. Daarnaast ontwikkelen we, samen met business partners, diverse prototypes. De specifieke onderzoeksrichtingen zijn ver-

9

Daarbovenop komt de stormachtige ontwikkeling van de ICT, die de gehele mobiliteitsketen op zijn kop zet. Niet alleen doordat autonoom rijden opeens niet meer zover weg lijkt, maar ook door de gevolgen voor de logistiek en vervoer door de opkomst van het Internet of Things. De auto wordt onderdeel van het concept ‘Mobility as a Service’, waarmee het veld van de automotive ingenieur verder wordt verbreed. Al deze ontwikkelingen moeten niet alleen gevolgd worden binnen het HBO om het onderwijs upto-date te houden, zij moet er zelfs proactief aan bijdragen. Opvallend bij deze ontwikkelingen is dat ze zonder uitzonde-ring de disciplines overstijgen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de elektrische energie die nodig is om elektrische voertuigen op te laden en de gevolgen van ICT voor o.a. veiligheidsaspec-ten van auto’s. Dit zal ook gevolgen hebben voor de partners waarmee wordt samengewerkt: verdere ver-breding van marktpartijen, naast de automotive branche. Ook de invloed van overheden en beleidsprogramma’s wordt steeds sterker. Dit alles vraagt meer dan ooit tot integratie van kennisdomeinen binnen de automotive sector. Multidisciplinair is daarbij het sleutelwoord.

Meer informatie: HAN Automotive Research +31 (0) 26 365 82 93 Ruitenberglaan 29 6826 CC Arnhem


HAN APPLIED RESEARCH LABOR ATORY AUTOMOTIVE (ARL-A)


AUTOMOTIVE (ARL-A)

HAN Automotive heeft naast opleidingen op Master, Bachelor en Associated Degree niveau en de tak HAN Automotive Research een professioneel uitgerust research- en testcenter. Studenten voeren practica uit, researchers doen onderzoek in het grote en als excellent beoordeelde laboratorium. Het personeel van HAN Automotive voert research en testen uit, vaak in samenwerking met studenten in de vorm van projecten, stages, afstudeeropdrachten en promoties. HAN Automotive Research en ARL-A voeren experimenten uit ten behoeve van de analyse en optimalisatie van complete voertuigen, systemen en componenten, vaak in nauwe samenwerking met MBK en andere onderwijs- en onderzoeksinstituten. HAN’s Applied Research Laboratory - Automotive is onderverdeeld in de volgende domeinen: Emission measurement equipment Engine test benches Roller dynamometers Hybrid / Electric powertrain testing Vehicle dynamics testing Vehicle platforms EOBD testing Light weight composites facility Analysis equipment for human machine interaction

SAMENWERKEN De reden om samenwerking met ARL-A te zoeken kan vele redenen en oorzaken hebben. Zo kan het willen gebruiken van de testfaciliteiten een reden zijn, maar ook de expertise en de kennis van de HAN medewerkers is van grote toegevoegde waarde op onderzoeksvlak. Door studenten onderzoeken te laten uitvoeren, worden contacten gelegd met potentiĂŤle nieuwe medewerkers en wordt de band met het opleidingsinstituut versterkt. Tenslotte staat het grote internationale netwerk van HAN Automotive open voor samenwerkingsverbanden met bedrijven, instituten en andere researchcentra.

NIET ALLEEN AUTOMOTIVE Naast de reguliere Automotive test en research activiteiten voert ARL-A ook onderzoek uit voor de binnenscheepvaart (LNG/CNG) en voor bijvoorbeeld de agrarische industrie en defensie. Ontwikkelen in opdracht

Portable Emission Measurement Systeem (PEMS) laatgassen te testen voor bijvoorbeeld voertuigen en installaties op locatie, noodzakelijk ter ondersteuning van naleving van wetgeving en besluitvormingsprocessen. Een unieke dienst die binnenkort beschikbaar komt.

In opdracht van bedrijven worden bestaande testfaciliteiten ontwikkeld of omgebouwd om te voldoen aan hun onderzoeksvraag. Daarbij kan het gaan om duurtesten, datageneratie, belastingsonderzoek of het doen van onderzoek naar innovaties onder strikte geheimhouding. ARL-A medewerkers kunnen de opstellingen ontwikkelen (hard- en software) en bouwen de faciliteit voor specifieke testen en research in eigen beheer.

PEMS Om in te spelen op toekomstige ontwikkelingen blijft ARL-A ontwikkelen, zelfstandig en in opdracht van het bedrijfsleven. Een goed voorbeeld van vooruitdenken ligt in het nieuwe Portable Emission Measurement Systeem (PEMS) om uit-

Hybrid / Electric powertrain testing

11

Meer informatie over HAN Applied Research Laboratory-Automotive (ARL-A) is verkrijgbaar bij: Wolbert van Dronkelaar +31 (0) 6 54726143 w.vandronkelaar@han.nl


“M A A R WI J GA AN ER VOORA L SN OG VAN U I T DAT ER GE WOON EE N C H AU F F E UR A A N B O OR D B LIJFT ” Wouter Beuman, Supervisor Standards & Homologation DAF Trucks

“ D E V E RWACH T I NG I S DAN OOK DAT V RACH TWAGE N S OP D E N D U U R OP WATE RSTO F Z ULL E N OV E RSTA PPE N VAN WE GE D E B E N OD I GD E AC T I E RAD I U S” AL S GO D H A D G EWI LD, DAT WE EN ERG I E I N B AT T E R IJ EN OP SLOEG EN , WA A RO M H EE F T H IJ DAN B R A NDSTO F U ITG E VON DEN ?

Ies de Rooij, Manager Concept Development VDL ETS

Dennis Kolfertz, manager engineering MTEE

CH I N A I S E E N LAND WA AR NOG WON D E RE N V E RRIC H T KU NNE N WOR D E N Dorus Swinkels, Corporate Recruiter Inalfa Roof Systems


PRODUCENTEN EN TOELE VER ANCIERS


WOUTER BEUMAN EERSTE AUTO: Suzuki Swift GTi HUIDIGE AUTO: Alfa Romeo 147 DROOMAUTO: Maserati Ghibli


PRODUCENTEN EN TOELEVERANCIERS

TRUCKS AL S T R E I N TJE S ZO ND E R B E ST U U R DE R DE PRODUCTIEAANTALLEN VAN VRACHTWAGENFABRIKANT DAF TRUCKS ZIJN INDRUKWEKKEND: DAGELIJKS ROLLEN ER 225 TRUCKS VAN DE BAND. DE GLOEDNIEUWE MODELLEN XF, CF EN LF ZIJN VOORZIEN VAN DE NIEUWSTE BRANDSTOFBESPARENDE TECHNOLOGIEËN. WOUTER BEUMAN, SUPERVISOR STANDARDS & HOMOLOGATION BIJ DAF, LEGT UIT DAT KLANTEN TEGENWOORDIG EEN ZO ZUINIG MOGELIJK WERKENDE TRUCK MET ZOVEEL MOGELIJK COMFORT WILLEN. MAAR NIET ALLEEN DE WENSEN VAN DE KLANT ZIJN LEIDEND BIJ DE ONTWIKKELING VAN DEZE VOERTUIGEN: OOK DE STEEDS STRENGER WORDENDE EUROPESE ÉN LOKALE MILIEUWETGEVING HEEFT GROTE IMPACT OP DE VRACHTWAGENFABRIKANT.

Transportbedrijven die hun vloot vrachtwagens willen uitbreiden of vervangen, hebben een duidelijke focus: zo weinig mogelijk kosten per ton kilometer. Een fabrikant als DAF Trucks is daarom voortdurend bezig met het ontwikkelen van brandstofbesparende technologieën. “Onze klanten letten op elke cent die ze kunnen besparen. En ook de wettelijke eisen die aan een voertuig op het gebied van brandstofverbruik en CO2-uitstoot worden gesteld, worden steeds strenger”, vertelt Wouter Beuman. Beuman is als supervisor van de afdeling Homologatie ervoor verantwoordelijk dat de vrachtwagens die van de band af rollen, aan alle wettelijke eisen voldoen.

ELEKTRISCHE TRUCKS Momenteel produceert DAF geen elektrische of hybride trucks. De belangrijkste reden daarvoor is dat deze trucks relatief dure technologie bevatten en deze extra kosten voor veel klanten niet opwegen tegen de reductie in brandstofkosten. Daarnaast is de energiedichtheid van een accu met de technologie van vandaag nog erg laag ten opzichte van diesel. “Als je de energie-inhoud van 1500 liter diesel in elektrische energie wilt meenemen, dan ben je een groot gedeelte van de nuttige laadruimte kwijt aan accupakketten. Voor het overgrote deel van onze klanten zijn volledig elektrische vrachtwagens nog niet interessant vanwege de range en de kosten. Dat geldt ook voor (plug-in) hybride vrachtwagens. Wij zien hybride wachtwagens wel als een intermediaire stap naar zero emission rijden in de stad.” DAF houdt de ontwikkelingen op het gebied van elektrificeren van trucks nauwlettend in de gaten. Beuman ziet op de korte termijn vooral mogelijkheden op het gebied van het elektrificeren van allerlei randapparatuur op en aan de vrachtwagen.

“Met het elektrificeren van systemen op of aan de motor bespaar je ook veel brandstofverbruik”, licht Beuman toe. Hij verwacht overigens dat het omslagpunt naar elektrisch rijden wat stadsdistributie betreft veel eerder plaatsvindt dan bij langeafstandstransport. “Dat is vooral gedreven door de nu nog beperkte actieradius van elektrische voertuigen, in combinatie met wettelijke ontwikkelingen, zoals de komst van zogeheten green zones in stadscentra.”

PLATOONING Wat is volgens Beuman de meest baanbrekende innovatie binnen de transportsector? “Platooning. Of ‘treintje rijden’, zoals het ook wel wordt genoemd.” Beuman legt uit dat er binnen platooning sprake is van vijf verschillende levels. Bij het laatste en vijfde niveau rijdt de vrachtauto volledig autonoom en komt er geen chauffeur meer aan te pas. De stap hiervoor, level 4, houdt in dat er nog wel een chauffeur in de vrachtwagen zit, maar dat hij in feite ook zijn administratie of een dutje kan doen. Bij level 3 moet de chauffeur binnen 15 seconden het stuur beet kunnen pakken en de controle overnemen. Nog een stapje terug is level 2: de chauffeur zit wel aan het stuur, maar krijgt ondersteuning in zowel laterale als longitudinale richting. De eerste stap houdt in dat de chauffeur aan het stuur zit, en alleen ondersteuning krijgt in de rijrichting, dus longitudinaal. Beuman: “We zitten nu qua ontwikkeling op level 3. Level 2 hebben we gedemonstreerd in april 2016 en gepresenteerd tijdens de Truck Challenge in de Europoort.” Beuman denkt dat over 25 jaar het vijfde platooning level wel eens realiteit zou kunnen zijn. “Maar wij gaan er vooralsnog van uit dat er gewoon een chauffeur aan boord blijft.”

FOCUS OP TECHNOLOGISCHE TRENDS Beuman hoopt dat er bij HAN Automotive voldoende aandacht is voor de truck- en transportsector. Ondanks dat een personenauto vaak meer tot de verbeelding spreekt van studenten dan een vrachtauto. “De truckindustrie is op het gebied van een aantal technologieën trendsettend. DAF zou er zeker baat bij hebben als deze sector tijdens de opleiding voldoende aan bod komt”, aldus Beuman. Volgens hem is het belangrijk dat studenten zich tijdens hun studie zo breed mogelijk oriënteren. Maar ook de opleiding zelf moet haar vleugels wijd uitslaan, adviseert Beuman. “Zorg er als opleiding voor dat je op de hoogte blijft van de globale trends. En probeer in te schatten welke competenties een student over 4 á 5 jaar nodig heeft binnen de sector.” Auteur: Susan Bink

Foto: DAF

15


IES DE ROOIJ EERSTE AUTO: Renault 4 HUIDIGE AUTO: Volvo V40 DROOMAUTO: Tesla


PRODUCENTEN EN TOELEVERANCIERS

“ ZO RG DAT JE J E AL S AUTO M OTI V E ST U DE N T B E K WA A MT I N SYST E E MD E N K E N ” DE GEMIDDELDE LEEFTIJD OP DE AFDELING CONCEPT DEVELOPMENT VAN MANAGER IES DE ROOIJ BIJ VDL ETS IS 30 JAAR. EN DAN TREKT HIJZELF DE GEMIDDELDE LEEFTIJD MET ZIJN 61 JAAR NOG BEHOORLIJK OMHOOG. ZIJN AFDELING ONTWIKKELT NIEUWE TRANSPORTOPLOSSINGEN VOOR VOORNAMELIJK BUSSEN EN VRACHTWAGENS. VOOR HET BEDENKEN VAN DEZE OPLOSSINGEN HEEFT HIJ JONGE MENSEN NODIG DIE EEN KEI ZIJN IN SYSTEEMDENKEN EN KENNIS HEBBEN VAN DE NIEUWSTE TECHNIEKEN. OFTEWEL: EEN PRIMA WERKPLEK VOOR TOEKOMSTIGE ENGINEERS VAN HAN AUTOMOTIVE.

De naam zegt het al, VDL Enabling Transport Solutions (VDL ETS) bedenkt innovatieve transportoplossingen voor de in totaal 92 bedrijven die onder de VDL Groep vallen. De nadruk ligt echter op de ontwikkeling van elektrische bussen en vrachtwagens voor VDL Bus & Coach. Steeds meer dieselbussen worden in Nederland vervangen door e-bussen, een proces waarbij VDL nauw is betrokken. “Wij leveren elektrische bussen aan openbaar vervoerbedrijven. Maar vaak hebben de steden waaraan wij leveren nog geen infrastructuur voor elektrisch rijden. Wij berekenen voor de klant wat de meest efficiënte vervoersoplossing is. We houden o.a. rekening met de actieradius, mogelijkheden voor tussenladen, aantal passagiers etc. Dat is balanceren want, een ding is zeker: als je de actieradius van de bus vergroot met een grotere accu, gaat het aantal zitplaatsen in de bus naar beneden.” VDL Bus & Coach levert elektrische bussen door heel Europa. Op dit moment rijden er 43 bussen van VDL in Eindhoven, een aantal in Limburg en in Friesland. “En we hebben net een order voor 100 stuks binnen van Connexxion voor de concessie Amstelland-Meerlanden”, vertelt de Rooij trots.

OPPORTUNITY CHARGING Momenteel verkoopt VDL voornamelijk elektrische bussen die gebruik maken van opportunity charging, oftewel tussentijds opladen. Tijdens de rit moet de bus dan een of twee keer voor korte tijd aan de snellader. “In Eindhoven

hebben we ervoor gekozen, vanwege de zeer hoge inzet van de bussen, om standaard een aantal bussen extra in te zetten. Ter plekke staan laadpalen waar twee bussen tegelijk aan worden gekoppeld. Is de accu van een bus leeg, dan stapt de chauffeur over op een bus met een volle accu. Ondertussen wordt de bus met de lege accu weer opgeladen.” Voor langere trajecten ziet de Rooij mogelijkheden voor waterstofbussen. “Een waterstofbus is eigenlijk gewoon een elektrische bus met een relatief kleine accu en een waterstofcel. Die waterstofcel vult als een soort range extender de batterij ieder keer bij. De verwachting is dat ook vrachtwagens op den duur op waterstof zullen over stappen, vanwege de benodigde actieradius.”

ENERGIEOPSLAG Een van de uitdagingen van elektrisch rijden is de afhankelijkheid van de levensduur van de accu. De meeste accu’s gaan vijf tot zeven jaar mee. Daarna heeft de batterij nog maar 80% van zijn capaciteit over en is hij afgeschreven voor de automotive branche. VDL ETS houdt zich binnen het onlangs opgerichte bedrijf V-Storage ook bezig met hergebruik van accu’s, vertelt De Rooij. “Wij plaatsen oude batterijen uit bussen in containers. Deze accu’s worden ’s nachts opgeladen en bedrijven kunnen overdag van deze stroom gebruik maken. Met de overtollige stroom kunnen ze ook de energiemarkt opgaan. Zo krijgen batterijen een tweede leven.”

17

SYSTEEMDENKEN Hoe moeten automotive studenten zich volgens De Rooij voorbereiden op de toekomst? Het toverwoord is ‘systeemdenken’. “We bevinden ons momenteel in een overgangsfase van het oude fossiele tijdperk naar het nieuwe duurzaamheids-tijdperk. Denk niet meer in wielen en motoren, maar in systemen. Wil je op een degelijke manier je beroep uitoefenen, dan zul je je moeten toeleggen op elektronica. Een tool als MATLAB is hierbij heel belangrijk. Hier kun je technische functies mee simuleren en software mee ontwikkelen.“ De Rooij vertelt dat VDL drie jaar geleden twee fabrieken compleet heeft moeten ombouwen vanwege de overstap van diesel naar elektrisch. Deze fabrieken zijn qua interieur en veiligheid fors veranderd, en ook de werknemers moesten zich aanpassen in de nieuwe koers. Zijn de meeste werknemers bijgeschoold of is er volledig nieuw personeel aangetrokken? “Aan de werktuigbouwkant zijn dezelfde mensen in dienst gebleven. Maar voor de modelvormingskant zijn allemaal nieuwe, jonge mensen geworven. Voor De Rooij is het dan ook zo klaar als een klontje: bekwaam je als student automotive in het systeemdenken en zorg dat je programma’s als MATLAB tot in de puntjes beheerst. Dan ligt er een mooie carrière voor je in het verschiet, wellicht op de afdeling Concept Development bij VDL ETS in Valkenswaard. Auteur: Susan Bink


PRODUCENTEN EN TOELEVERANCIERS

“G EE F A L S AU TOMOT I V E ST U DEN T JE O GEN G OE D D E KOST I N DE M A A K IN DU ST R IE ” ZE KWAMEN UIT ALLE HOEKEN VAN DE WERELD, DE HONDERD ENGINEERS DIE GLOBAL RECRUITMENT DIRECTOR DORUS SWINKELS IN 2011 BINNEN EEN HALF JAAR MOEST ZIEN TE VINDEN VOOR INALFA ROOF SYSTEMS. ENGINEERS UIT ONDER MEER SPANJE, ITALIË, FRANKRIJK, DUITSLAND, POLEN, MEXICO EN CHINA GINGEN MIDDEN IN DE CRISISTIJD BIJ DE PRODUCENT VAN LUXE SCHUIFDAKEN UIT VENRAY AAN DE SLAG. SWINKELS IS EXPERT OP HET GEBIED VAN GLOBAL RECRUITMENT EN WEET WAAR HIJ DE BESTE ENGINEERS MET DE JUISTE KENNIS VANDAAN MOET HALEN.

vermogen van deze technologiereus: “Wij houden China nauwlettend in de gaten. China is een land waar nog wonderen verricht kunnen worden. Als ik zie hoe snel zij technologie omarmen!”

TECHNISCHE SNUFJES

Inalfa Roof Systems is de laatste zes jaar fors gegroeid: van 2.000 fte en 400 miljoen euro omzet in 2011 naar 6.000 fte en 1,2 miljard euro omzet in 2016. Het geheim van het succes? De juiste beslissingen nemen tijdens de economische crisis, aldus Swinkels. “Inalfa heeft in 2008 volop anticyclisch geïnvesteerd. Wij wilden geen volger van de klant zijn, maar onze eigen technologie in de markt pushen. Op deze manier creëerden we zelf de vraag. Op het moment dat de markt weer aantrok, hadden wij een stevige positie opgebouwd.”

GROEIMARKT De markt was Inalfa Roof Systems gunstig gezind: de populariteit van luxe schuifdaken steeg de afgelopen tien jaar explosief. En het bedrijf wil nog verder groeien: het mikt op 8.000 fte in 2020. Schuifdaken werden vroeger voornamelijk toegepast in grote, luxe auto’s, maar vinden inmiddels ook steeds beter hun weg in middenklasse en kleinere auto’s. Inalfa bedient klanten als Volkswagen, Volvo, Jaguar, Daimler, Ford, General Motors, Chrysler en vele anderen wereldwijd. Ook in China heeft Inalfa een aantal grote klanten. Swinkels komt er regelmatig en is onder de indruk van het innovatief

Inalfa is zich uitermate bewust van de opmars van e-mobility. Het bedrijf is zich daarom intensief aan het voorbereiden op de productie van schuifdaken voor elektrische auto’s. “Wij merken dat onze klanten vol op elektrisch inzetten. Dus we zijn er zeker al mee bezig”, aldus Swinkels. Hij schat dat in 2030 de meerderheid van alle auto’s in Nederland elektrisch zal zijn. Een andere trend waar Inalfa momenteel veel mee te maken heeft, is de behoefte aan nog meer licht en ruimte in de auto. De schuifdaken worden steeds groter en bevatten steeds meer technische snufjes. “Wij houden ons bijvoorbeeld bezig met innovatieve toepassingen, zoals ultra-lichtgewicht glas, zonnecellen en gesture control. Voor zelfrijdende auto’s zoeken we naar entertainmentoplossingen: het schuifdak zou kunnen fungeren als scherm voor films of games. Een soort grote iPad”. Volgens Swinkels gaat de functie van de auto met de komst van autonome voertuigen volledig veranderen. “Zelfrijdende auto’s kunnen dienst doen als conference room, als werkkamer of als woonkamer waar je met de familie gezellig samen tv kijkt of een spelletje speelt.”

MULTICULTURELE SAMENWERKING Het huidige personeelsbestand van Inalfa in Venray vertegenwoordigt meer dan 25 nationaliteiten. Swinkels gelooft erg in multiculturele samenwerking en het werken in multidisciplinaire teams. Alles draait om teamwork: als engineer ben je betrokken bij het hele productieproces, van concept tot eindmontage.

18

Welke verschillen in kennis en capaciteiten ziet hij tussen de verschillende nationaliteiten? “Engineers uit Europa zijn veel directer en komen sneller met verbetervoorstellen en oplossingen. Aziaten zijn wat gereserveerder en afwachtender. Maar qua discipline kunnen Europeanen nog wat van Aziaten leren. De competitie onder studenten in Azië is veel sterker. Om daar op te vallen, moet je extreem je best doen.” Swinkels ziet ook een toename van Duitse engineers. Handig vanwege onze grote Duitse klanten en de taal. “Duitsers worden vrij klassiek geschoold, maar dat betekent wel dat ze een heel gedegen opleiding hebben gehad.” Ook heeft het bedrijf goede ervaringen met Spaanse en Franse engineers, o.a. vanwege hun uitgebreide kennis van het bij Inalfa veel gebruikte tekenpakket CATIA.

CONTACT MET DE MAAKINDUSTRIE Het afstemmen van de behoefte van het bedrijfsleven met de competenties van de automotive student, dat is waar het volgens Swinkels om draait. Hij ziet op dit gebied nog vaak een kloof. “Wat wij continue merken, is dat er een spanning is tussen de discipline van de student en de wens vanuit het bedrijfsleven. Het is belangrijk dat studenten al vroeg in aanraking komen met de praktijk.” Hij merkt dat jonge techneuten prachtige dingen kunnen ontwerpen, maar te weinig inzicht hebben in de mogelijkheden binnen de maakindustrie. “Alles wat jij ontwerpt, moet wel in productie kunnen worden genomen. Om goed te begrijpen hoe producten worden gemaakt, moet je goed kijken hoe maakbedrijven te werk gaan. Daar heb je later ontzettend veel profijt van tijdens je carrière.” Auteur: Susan Bink


DORUS SWINKEL S EERSTE AUTO: Ford Escort HUIDIGE AUTO: Volvo XC 60 DROOMAUTO: Jaguar E- type


DENNIS KOLFERTZ EERSTE AUTO: Volkswagen Golf HUIDIGE AUTO: Audi A4 DROOMAUTO: “Die heb ik al.”


PRODUCENTEN EN TOELEVERANCIERS

“ D E KOME N DE 20 JA AR ZI TTE N WE N OG A AN VERBR A ND IN G S MOTOR E N VAST ” DE CIJFERS LIEGEN ER NIET OM: PER JAAR PRODUCEERT MITSUBISHI TURBOCHARGER AND ENGINE EUROPE B.V. (MTEE) MEER DAN 3 MILJOEN TURBO’S. MAAR LIEFST EEN OP DE VIJF EUROPESE AUTO´S IS UITGERUST MET EEN TURBO UIT DE IMPONERENDE FABRIEK IN ALMERE. HET BEDRIJF IS AMBITIEUS EN WIL SNEL MEER. DE DOELSTELLING: VOOR 2018 SAMEN MET HAAR ZUSTERBEDRIJVEN NAAR EEN GLOBAL PRODUCTIE VAN MEER 10 MILJOEN TURBOMOTOREN PER JAAR. BANG DAT DE VERBRANDINGSMOTOR VAN HET TONEEL VERDWIJNT, IS MTEE DAN OOK VOORLOPIG NIET.

“Als God had gewild, dat we energie in batterijen opsloegen, waarom heeft hij dan brandstof uitgevonden?” Dennis Kolfertz, manager engineering bij MTEE, begint zijn relaas met een opmerkelijk statement. “De industrie wringt zich momenteel in alle bochten om voldoende energie op te kunnen slaan in een accu, terwijl energie van nature is opgeslagen in de brandstof in de aarde.” Toch gelooft Kolfertz wel dat de doorbraak in accutechniek en een verdere opmars van e-mobility er gaat komen. “Daar twijfel ik niet aan, maar we hebben nog een lange weg te gaan voordat de energiedichtheid en compactheid op het gewenste niveau zijn. Er zal steeds meer sprake zijn hybridisering en elektrificering, maar ik durf te stellen dat we zeker de komende 20 jaar nog wel aan de verbrandingsmotor vast zitten.”

POLITIEK SPEL De overstap naar grootschalig elektrisch rijden ziet Kolfertz nog om een andere reden kritisch: “Grote spelers als Shell en ExxonMobil hebben ook politiek een flinke vinger in de pap en zullen een overstap naar elektrisch niet bepaald toejuichen. Bovendien wordt de Nederlandse staatskas flink gespekt door de accijns op benzine en diesel.” Volgens Kolfertz gaat de overstap pas echt plaatsvinden als er geen andere keus meer is. “Als de nood hoog is, worden de meest lucratieve ideeën geboren. Maar zolang de noodzaak er nog niet echt is, blijven we graag bij het oude vertrouwde.”

EFFICIËNTIESLAG Dat betekent niet dat de ontwikkelingen bij MTEE stilstaan. Het concern denkt vooral op het gebied van efficiëntie van turbomotoren nog een stap te kunnen maken. “We kijken vooral ook naar an-

dere verbrandingsprocessen en aandrijvingen in combinatie met de turbomotor. Het aanbod wordt groter, uiteenlopend van volledig elektrisch aangedreven motoren naar range extenders en hybride-aandrijvingen. Momenteel is meer dan de helft van onze productiecapaciteit al gereserveerd voor benzinemotoren. Binnen een paar jaar zal het aandeel dieselmotoren uit kostenoverwegingen nog meer zijn teruggedrongen tot een derde. Daarin zien we een duidelijke versnelling”, aldus Kolfertz.

AUTO ALS STATUSSYMBOOL Of Kolfertz gelooft in een trend van autobezit naar –gebruik? De manager engineering is sceptisch. “Momenteel is de auto nog echt een statussymbool en daarmee slecht deelbaar. Er is een klein groepje, denk aan studenten, dat alleen een mobiliteitswens heeft, maar ook zij vinden het later in de gezinsfase handiger om zelf een auto te bezitten. Bijna elk gezin heeft twee auto´s en daarmee is het antwoord al gegeven.“ Wat betreft autonoom rijden, kijkt Kolfertz vol optimisme naar de toekomst. “De technologie is er al, alleen de puntjes op de i ontbreken nog. We gaan het zeker nog meemaken dat we gewoon een krantje kunnen lezen achter het stuur. Per saldo gaan we uitkomen op een combinatie van beide: ervoor kiezen om zelf te rijden of het stuur uit handen te geven aan de techniek, vooral heerlijk in de file.”

OOG VOOR HET TOTAALPLAATJE Kolfertz studeerde in 1997 af aan de opleiding HAN Automotive en plukt hier nog bijna dagelijks de vruchten van. “De opleiding was en is breed en altijd gericht op het totaalplaatje. Dat is cruciaal voor het nemen van een goed besluit. Vooral in de huidige tijden, waarin ook bedrijven niet precies

21

weten waar de reis naar toe gaat.” Daarin ziet de manager engineering een uitdaging voor de HAN. “Voor een opleiding is het daarmee ook lastig om te bedenken op welke vlakken zij iets moet toevoegen aan het curriculum. Nauwe banden met het bedrijfsleven en gastdocenten zijn daarvoor in elk geval een must.” Voor Kolfertz is ook goede communicatie in verschillende talen cruciaal. “Wij ondervinden bijvoorbeeld aan den lijve dat Japanners enorm goed zijn in het bedenken van oplossingen, maar niet goed duidelijk kunnen maken, waaruit die oplossing dan precies bestaat. Bij MTEE hebben we vakmensen nodig, die over beide eigenschappen beschikken”, besluit Kolfertz. Auteur: Corine Konings


STAR WAR S-ACH T I GE TOE STAN D E N ME T AU TO’S D OOR D E LU CH T, H E T ZOU ZO M A A R E E N S KUN N E N

AUTO - E L EK T RON I C A IS H E T VA K VA N D E TO EKOM ST

Folkert Potze, directeur Techniek ROC Nijmegen

Ino de Gijsel, bachelordocent auto-elektronica aan de HAN

E E RST DE I PH ONE, DAN D E AU TO

D E TI JD E N DAT ST U D EN T E N AC H TE ROV E R KON DEN L EUN E N E N A L L E E N MA AR H O E FD E N TE L UISTE RE N N A AR DE D OC E N T Z I JN D EF I N ITI E F VOOR B I J

Bram Veenhuizen, lector Automotive Research aan de HAN

Ad Oomen, masterdocent aan de HAN

P R I VACY I S E E N ON TIE GE LIJK PROBLEEM Frans Tillema, lector Intelligente Mobiliteit bij HAN Automotive Research

ST U D EN T EN VA N N U Z I J N D E SYST EE MDEN K E RS VAN DE TOE KO M ST Maarten Steinbuch, hoogleraar Systems & Control aan de Technische Universiteit Eindhoven

WE G ME T D E BURE AUC R ATISC H E ROM PSLOM P Kees Boele, bestuursvoorzitter HAN


ONDERWIJS


ONDERWIJS

“AU TO IS STR AKS ROBOT O P WIE L E N ” PROF. DR. IR. MAARTEN STEINBUCH, HOOGLERAAR SYSTEMS & CONTROL AAN DE TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN, “HOUDT VAN ALLES WAT BEWEEGT”, OF DAT NU ROBOTS, MENSEN OF AUTO´S ZIJN. HOEWEL ZIJN ROOTS IN DE MACHINEBOUW LIGGEN, STORT DE ENTHOUSIASTE PROFESSOR ZICH IN 2005 VOL OVERGAVE OP DE AUTOMOTIVE WERELD. EN DAT NIET ZONDER REDEN: “AUTO´S WORDEN STRAKS IPADS OP WIELEN”, ZEGT STEINBUCH MET PRETOOGJES. OOK ZIJN FASCINATIE VOOR ELEKTRISCHE EN ZELFRIJDENDE AUTO´S STEEKT DE HOOGLERAAR, SINDS 2013 TROTSE EIGENAAR VAN EEN RODE TESLA MODEL S, NIET ONDER STOELEN OF BANKEN. “HET IS GEWOON EEN HELE VETTE AUTO.” IN ZO’N OUDERWETSE BENZINEAUTO RIJDEN? “DAT NOOIT MEER.”

Maarten Steinbuch, achterkleinzoon van G.F. Steinbuch, welbekend van zijn driedelige serie ‘de Automobiel’, leerboeken die tot midden vorige eeuw werden gebruikt op de Hogeschool Autotechniek in Apeldoorn, heeft zijn passie voor de automotive branche niet dus niet van een vreemde: hij noemt zichzelf trots “ambassadeur van de elektrische auto”. En dat met recht. Op de teller van zijn Tesla staat inmiddels al 150.000 kilometer. “Alleen maar praten over elektrische auto´s vond ik niet genoeg.” En het fascinerende is dat die ontwikkeling keihard doorzet, vindt Steinbuch: “Autofabrikanten beginnen allemaal in te zien dat de toekomst er een van duurzaamheid is, waarin elektrische auto’s gewoon de hoofdmoot worden en daarbij ook nog eens buitengewoon slim zijn. Ik sluit zelfs niet uit dat het in de toekomst voor mensen verboden wordt om auto te rijden. Gewoon, omdat de techniek ons te slim af is en het aantal verkeersdoden door menselijk falen zal dalen.”

OMSLAGJAAR 2018 Is een dergelijke revolutie echt reëel? Steinbuch is er in elk geval van overtuigd dat de jaren 2018 en 2019 een omslagpunt gaan vormen. “In 2018 komen vijf autofabrikanten met elektrische auto’s op de markt die op een volle batterij tenminste 300 kilometer kunnen rijden. Daarmee komen er heel veel meer

betaalbare modellen beschikbaar, met voldoende reikwijdte en batterijen die in een acceptabel tijdsbestek kunnen worden opgeladen.” De katalysator achter deze ontwikkeling, gedreven door technologie, is de Wet van Moore volgens Steinbuch. “Volgens deze wet verdubbelt de rekenkracht elke 18 maanden. Anders gezegd: elke 18 maanden worden computers en sensoren twee keer zo goedkoop of twee keer zo slim. Een radar die 3 jaar geleden nog 150 dollar kostte, kost over een paar jaar nog maar anderhalve dollar.” Mensen onderschatten de snelheid waarmee dingen veranderen. De professor leert zijn studenten dan ook dat er “echt wel iets” aan de hand is in de automotive sector.

aan huidige studenten en opleidingen, onderschrijft ook professor Steinbuch. “Jonge engineers moeten meer dan ooit de verantwoordelijkheid nemen om na te denken over de impact van de techniek op de maatschappij. Zij hebben de taak om techniek te introduceren in de samenleving, maar dienen daarbij wel rekening te houden met ethische normen en waarden. Dat gebeurt bij huidige technische opleidingen nog te weinig. Als we niet oppassen, slaan we door en ontwikkelen zaken waarop de samenleving niet zit te wachten.”

SYSTEEMDENKEN

ETHIEK VAN TECHNIEK

Studenten van nu zijn de systeemdenkers van de toekomst, vindt Steinbuch. “De autotechniek van de toekomst kan niet meer bestaan zonder mechanica, elektrotechniek, ICT en de interactie tussen mens en machine.” De clou achter succesvol systeemdenken is het vermijden van disciplinaire grenzen, vertelt de professor. “Bijzondere kracht zit wat mij betreft bovendien in de koppeling van technische opleidingen met alfa- en gammastudierichtingen. De combinatie van beiden helpt om het denkproces exponentieel sneller te maken.” Een van zijn paradepaardjes op dat vlak: hackatons, bijeenkomsten met studenten uit verschillende disciplines, waarmee je de creativiteit een flinke boost geeft. “En ook tijdens het werken in studententeams doen zij meer nieuwe kennis op dan wij tijdens het lineaire proces van kennisoverdracht ooit kunnen meegeven.” Het onderwijs helemaal organiseren rondom studententeams? Het lijkt Steinbuch zo gek nog niet. En onderzoekers? Die gaan samen met branchevreemde partijen een “pressure cooker” in. Op zoek naar oplossingen voor mobiliteitsuitdagingen van de toekomst.

Door de snelle technologische ontwikkelingen in de automotive sector veranderen ook de eisen

Auteur: Corine Konings

BEZWETE VOORHOOFDEN EN KLAMME HANDJES De hoogleraar Regeltechniek bespaart in zijn Tesla Model S naar eigen zeggen op een rijafstand van 40.000 kilometer 5000 euro aan benzine op jaarbasis ten opzichte van zijn vorige auto, een Renault Kangoo. Voor de nabije toekomst voorziet hij een verdere besparing – en een flinke daling van de aanschafprijs van elektroauto’s. “In 2025 koopt de helft van de Nederlanders een betaalbare volektrische auto“, denkt Steinbuch. “Elektrisch rijdt gewoon super lekker en de marktwerking gaat zorgen dat deze vorm van mobiliteit voor steeds meer mensen bereikbaar wordt.” Steinbuch vermoedt dan ook zweetpareltjes en klamme handjes in de directiekamers van de autofabrikanten. “Als je nu kunt voorzien dat er in 2025 heel veel mensen een elektrische auto zullen aanschaffen, dan moeten zij zich nu dringend gaan afvragen wanneer ze de ontwikkeling van nieuwe motoren moeten staken. Anders verdien je die kosten nooit meer terug.”

24


MA ARTEN STEINBUCH EERSTE AUTO: Volkswagen Kever HUIDIGE AUTO: Tesla Model S DROOMAUTO: Tesla Model 3


K EES BOELE EERSTE AUTO: Peugeot 504 TI HUIDIGE AUTO: Mercedes E 220 Blue Tech DROOMAUTO: Tweedehands Mercedes


ONDERWIJS

D E HA N A L S WARM N EST WA A R D E INH O U D CEN TR A AL STA AT BESTUURSVOORZITTER KEES BOELE VAN DE HAN IS EEN MAN MET EEN MISSIE: BINNEN HET ONDERWIJS MOET DE INHOUD WEER CENTRAAL KOMEN TE STAAN, EN MINDER DE PROTOCOLLEN EN PROCEDURES. TWEE JAAR GELEDEN VERSCHEEN ZIJN BOEK ‘ONDERWIJSHEID’, WAARIN HIJ PLEIT VOOR MEER INHOUD EN KWALITEIT IN HET ONDERWIJS. DIT GELDT OOK VOOR HAN AUTOMOTIVE. “DE PROFESSIONALS DIE ÉCHT VERSTAND HEBBEN VAN AUTOMOTIVE, DOCENTEN EN ONDERZOEKERS, MOETEN DE KOERS VAN HET ONDERWIJS UITSTIPPELEN.”

“Ik lees, studeer en spreek graag. Dat is voor mij een manier om te absorberen en scherp te blijven.” Aan het woord is Kees Boele, bestuursvoorzitter van de HAN. Naar eigen zeggen vaart de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen een atypische koers. De HAN wil zich als gedegen en sociaal onderwijsinstituut profileren, waar de inhoud voorop staat en de studenten ook als persoon worden gevormd. De bureaucratische rompslomp in de vorm van procedures en voorschriften, daar wil Boele het liefst van af. “Maar dat is best ingewikkeld”, aldus de bestuursvoorzitter.

BILDUNG Boele vindt het belangrijk dat het onderwijs doorspekt is met praktijkgericht onderzoek. “Dit gaat bij HAN Automotive al behoorlijk goed. Onderwijs en onderzoek verrijken en verdiepen elkaar en bedienen samen de praktijk. De studenten plukken hier de vruchten van.” Naast kwalitatief goed onderwijs zet Boele sterk in op de vorming van de student als mens. Het gaat dan om zaken als ethiek, sociale vaardigheden en weerbaarheid. “Dat studenten een keer nee durven te zeggen, als iedereen ja zegt. De Duitsers noemen dit ‘Bildung’.” Daarnaast wil de HAN zich onderscheiden in de manier van werken door de “inhoudelijke mensen” de touwtjes in handen te geven. “Het instituut Automotive moet bovenop de laatste ontwikkelingen zitten. Zorgen dat onze studenten innovatief onderwijs krijgen en op creatieve wijze de toekomst mede vorm kunnen geven.”

ONDERWIJSMIX De HAN experimenteert ook met nieuwe onderwijsvormen. Zo is ‘flipping the classroom’ volgens Boele een groot succes onder zowel studenten als docenten. De studenten kijken thuis een filmpje waarin de docent de stof uitlegt en gaan in de les samen met de docent met opdrachten aan de gang. Boele: “De practica zijn op deze manier veel rijker van inhoud. De docent kan dieper op de stof ingaan, dus er is veel meer mogelijk. Studenten vinden het eigenlijk veel leuker.” In het deeltijdonderwijs kiest de HAN voor het zogenaamde ‘blended-onderwijs’, oftewel een combinatie van traditioneel onderwijs en online learning. Op het gebied van digitaal onderwijs is er al veel mogelijk, maar volgens Boele vinden studenten het nog steeds prettig om face-to-face met een docent te overleggen. “De combinatie van high-level ICT onderwijsmodules, klassieke projecten, gesprekken met collega-studenten en sparren met docenten: die mix heeft de toekomst”, denkt Boele.

WERVING Er dreigt in de toekomst een tekort te ontstaan aan hoog gekwalificeerde engineers. Hoe kijkt Boele hier tegenaan? “Je ziet inderdaad dat er momenteel een enorm tekort is aan elektrotechnici. Maar dit kunnen wij natuurlijk niet zomaar 1-2-3 oplossen. We hebben te maken met meerjarige trajecten in het onderwijs.” Boele zoekt de oplossing vooral in de werving van nieuwe studenten, in het aantrekkelijk maken van het

27

technische vak. “Techniek delft in het primair en voortgezet onderwijs nogal het onderspit. Er zijn minder mannelijke docenten, voor jongens verdwijnen de rolmodellen. Wij zetten dus hoog in op werving, bijvoorbeeld door HAVO 3 leerlingen hierheen te halen om te laten zien wat ze bij ons allemaal kunnen leren.” Aan de belangstelling voor HAN Automotive zal het in ieder geval niet liggen: de instroom is hoger dan ooit.

WARM NEST De student van tegenwoordig ervaart volgens Boele veel keuzestress en prestatiedruk. Hij wil het liefst dat de HAN een tweesporenbeleid gaat voeren: aan de ene kant meer vrijheid voor de student in de vorm van flexibel onderwijs, maar aan de andere kant de campus als ‘warm nest’, waar studenten gelijkgestemden en docenten ontmoeten. “Jonge mensen ervaren steeds meer druk: je moet overal goed in zijn, er leuk uit zien, geen kansen missen, geld lenen voor je studie... Wij bieden studenten veel ondersteuning, zoals studieloopbaanbegeleiding en psychologische hulp.” Wat zou Boele de student van nu willen adviseren? “Blijf heel dichtbij jezelf en doe wat je hart je ingeeft. En neem vervolgens je verantwoordelijkheid. Ik vind het belangrijk dat studenten zich breed oriënteren en niet de makkelijkste weg nemen. Zodat ze aan eind van hun opleiding trots zijn dat ze aan de HAN hebben gestudeerd!” Auteur: Susan Bink


ONDERWIJS

“ ST UD E N T E N VA N N U ZI JN DE PRO B L EE M OP LOSSE RS VA N DE TO E KOMST ” HET KLIMAATAKKOORD VAN PARIJS: OOK VOOR OPLEIDING HAN AUTOMOTIVE DE KOMENDE JAREN DE BELANGRIJKSTE LEIDRAAD VOOR ONDERZOEK EN ONDERWIJS. BRAM VEENHUIZEN SLAAT ALS LECTOR AUTOMOTIVE RESEARCH EEN BRUG TUSSEN VOERTUIGTECHNIEK EN ANDERE DISCIPLINES, ZOALS BATTERIJEN AANDRIJFTECHNIEK, VERMOGENSELEKTRONICA EN MEET- EN REGELTECHNIEK. HET HOOFDDOEL IS HET TERUGDRINGEN VAN DE CO2-UITSTOOT, OFWEL HET BEVORDEREN VAN GROENE MOBILITEIT. DE MARSROUTE: HET VERBINDEN VAN DIVERSE DISCIPLINES, HET KOPPELEN VAN ONDERZOEK, STUDENTEN EN HET BEDRIJFSLEVEN EN LAST BUT NOT LEAST, HET VERSPREIDEN VAN OPGEDANE KENNIS.

HANDS-ON MENTALITEIT

Transport speelt een buitengewoon belangrijke rol als het gaat om CO2-emissie. Maar liefst 25 procent van de uitstoot is afkomstig uit vervoer. Een belangrijke stap in de terugdringing ervan is de overstap naar elektrisch rijden, onderschrijft ook Veenhuizen. “In 2012 geloofde ik nog niet dat we in 2042 op grote schaal elektrisch zouden gaan rijden. Inmiddels is de wereld dusdanig veranderd, en heeft de technologie een dermate hoge vlucht genomen dat ik ervan overtuigd ben dat in elk geval personenauto´s over 25 jaar elektrisch of op waterstof zullen gaan rijden.” Of Veenhuizen zijn eigen Volvo V60 op korte termijn inruilt voor een elektrisch aangedreven variant? “Dat zou best eens kunnen.”

ARNHEM ALS WATERSTOFSTAD Betekent elektrisch rijden dan ook meteen het Waterloo voor benzine en diesel? De lector denkt van niet. “We gaan toe naar een toekomst met een mix van aandrijvingen. Het is ook niet nodig om benzine en diesel compleet in de ban te doen, want ook zij hebben unieke eigenschappen van effectieve inzetbaarheid die hun verdere bestaan rechtvaardigen”, aldus Veenhuizen. Naast elektrisch aangedreven voortuigen gaat ook de waterstoftechnologie nog een stap maken. Zeker ook in Arnhem, dat zich sterk profileert als waterstofstad. “In Arnhem is een aantal mkb-bedrijven te vinden dat zich bezighoudt met waterstof en het omzetten ervan in elektriciteit door middel van brandstofcellen. En juist het mkb is voor ons belangrijk. Het is een belangrijke werkgever voor onze studenten.”

EERST DE IPHONE, DAN DE AUTO “Een auto is gewoon een duur ding en geeft een hoop gedoe.” Veenhuizen begrijpt dan ook best

dat jongeren eerder in een iPhone investeren dan in een auto. Of in ‘mobility as a service’. “Studenten zijn als geen ander gewend aan het openbaar vervoer en de aanschaf van mobiliteit. Dat heeft een groot effect op de mindset.” De relatie tussen bestuurder, infrastructuur en voertuig is op de HAN dan ook een belangrijk onderzoekstopic. Het gros van de voertuigen dat in 2042 op de weg te vinden is, zal helemaal gericht zijn op de service die ervan verwacht wordt. De funfactor van de aanwezigheid van een stuur is daarbij van ondergeschikt belang. “Zeker als het gaat om last-mile vervoer staat de vervoersfunctie centraal. En dat kan natuurlijk autonoom, zonder stuur. Maar het bijzondere van een auto is dat je hem ook op slecht wegdek kunt gebruiken. En juist de multi-inzetbaarheid en wendbaarheid van een auto is voor een grote groep bestuurders een belangrijke eigenschap”, denkt Veenhuizen.

28

De automotive branche is van oudsher een toepassingsgebied doorspekt met een flinke dosis technologie. En dat wordt alleen maar meer. Voor automotive studenten is het dus meer dan ooit zaak om over de grenzen van de eigen discipline heen te kijken. “Zij moeten vooral ook de taal van andere onderwijsdomeinen leren spreken. Zoals bijvoorbeeld het energiedomein. Vroeger hadden we een pompstation voor benzine en diesel, nu stevenen we af op elektrificatie, gekoppeld aan een laadinfrastructuur en alle problematiek rondom data, privacy en veiligheid.” Veenhuizen ziet dan ook een belangrijke rol weggelegd voor het lectoraat, vooral als het gaat om het herkennen van trends en het integreren van actuele kennis in de lesstof. “Dat kan alleen als je studenten en docenten actief bij het onderzoek betrekt en zorgt dat zij zelf ‘hands-on’ een steentje bijdragen.”

TROUBLE SHOOTERS Inhoudelijke kennis is in de toekomst van ondergeschikt belang. Dat klinkt uit de mond van een lector in eerste instantie nogal revolutionair. Toch is dat wat Veenhuizen voorspiegelt. “Vroeger waren het profiel van een automotive student en zijn kwalificaties strakker omlijnd. Tegenwoordig zeg ik altijd dat we probleemoplossers opleiden. Zij moeten elk willekeurig mobiliteitsprobleem kunnen tackelen en in staat zijn om zelf de kennis te vergaren die nodig is om een bepaald probleem te kunnen oplossen. Dan is het eigenlijk niet meer zo belangrijk, welke kennis we precies overdragen.” Voor de HAN een totale revolutie. En of de opleiding HAN Automotive HAN Mobility zal gaan heten? De toekomst zal het uitwijzen... Auteur: Corine Konings


BR AM VEENHUIZEN EERSTE AUTO: Peugeot 504 “Een enorme roestbak” HUIDIGE AUTO: Volvo V60 DROOMAUTO: “Een auto die op de snelweg volledig autonoom kan rijden.”


FR ANS TILLEMA EERSTE AUTO: Toyota Yaris (1999) HUIDIGE AUTO: BMW 5-serie DROOMAUTO: “Heb ik eigenlijk niet... mag ik daarop terugkomen?”


ONDERWIJS

ZWARTE HANDEN MET BLAREN VERKEERSKUNDE IS EEN VAKGEBIED DAT 10 JAAR GELEDEN NIET ZO SNEL MET AUTOMOTIVE IN VERBAND ZOU WORDEN GEBRACHT. DAAR IS IN DE AFGELOPEN 5 JAAR WEL VERANDERING IN GEKOMEN. DE BELANGRIJKSTE REDEN: DE PIJLSNELLE ONTWIKKELING VAN DE DIGITALISERING, DIE VOOR EEN WARE OMSLAG OP HET GEBIED VAN TRANSPORT EN MOBILITEIT GAAT ZORGEN. FRANS TILLEMA, SINDS 2015 LECTOR INTELLIGENTE MOBILITEIT BIJ HAN AUTOMOTIVE RESEARCH, NEEMT ONS MEE NAAR DE WERELD VAN INTELLIGENTE TRANSPORTSYSTEMEN, PRIVACY ISSUES EN CONNECTIVITEIT.

EEN DUTJE ACHTER HET STUUR Worden auto´s in de toekomst een tweede slaap- of werkkamer of blijft een bestuurder noodzakelijk? Tillema gelooft dat we pas na 2060 op grote schaal autonoom zullen rijden. En echt autonoom zijn we pas, als we het stuur de rug kunnen toekeren en een dutje kunnen gaan doen. “Het is een definitiekwestie. Als ik mijn ogen niet met een gerust hart dicht kan doen, mogen we wat mij betreft niet spreken over autonoom rijden”, aldus de lector. Het jaar 2060 klinkt in 2017 nog heel ver weg. Moeten we echt zolang wachten? Tillema: “Even onder voorbehoud dat er een mogelijke doorbraak komt, denk ik niet dat de technologie op de korte termijn rijp is om een auto volledig zelfstandig te laten rijden. Natuurlijk speelt de mate van acceptatie ook een rol. En wat werken in de auto betreft, ik word persoonlijk heel misselijk als ik iets lees in de auto. Dat geldt vast voor meer mensen. Hier moet nog meer onderzoek naar worden gedaan.”

TALKING TRAFFIC Hij noemt het preken voor eigen parochie, maar Tillema is ervan overtuigd dat digitalisering grote impact gaat hebben op de manier waarop we ons in de toekomst gaan verplaatsen. “Via de smartphone en de auto zelf krijgen bestuurders steeds meer de beschikking over actuele verkeersinformatie, het zogenaamde talking traffic. Andersom beschikken dealers en fabrikanten over een gigantische mobiele datastroom uit connected cars.” Hij schetst een paar

voorbeelden: “Als tientallen auto’s tegelijk hun ruitenwissers aanzetten, dan regent het blijkbaar ergens. Geven de veersystemen van diverse auto’s aan dat er een gat in de weg zit, dan kan hier een wegbeheerder op worden afgestuurd.” Hier komt het aspect van privacy om de hoek kijken. Een “ontiegelijk probleem”, zegt Tillema. “Je kunt op deze manier het hele leven van mensen traceren.”

WERKPLAATS OP WEG Privacygevoelige informatie of niet, het verzamelen van data staat bovenaan het prioriteitenlijstje van autodealers en fabrikanten. Tegenwoordig weet de dealer via de autosleutel of een ingebouwde simkaart alles over de auto én over de bestuurder: waar deze zich bevindt en wanneer, welk onderdeel defect is en of de banden nog het juiste profiel hebben. Het lectoraat van Tillema start binnenkort met een onderzoek onder dealerbedrijven genaamd ‘Werkplaats op weg’. De focus ligt op het autobedrijf van de toekomst: welke type vaklui zijn nodig, welk onderhoud moet worden gepleegd, aan welke eisen moet de werkplaats van de toekomst voldoen, hoe moeten klanten worden benaderd? Tillema: “Het draait bij dealers en fabrikanten niet meer om de beste motor, maar om de beste connectiviteit en autonome systemen.”

ten en studenten nieuwe kennis op. Er lopen momenteel onderzoeken naar onder meer waterstof en waterstofopslag, elektrische bussen, alternatieve brandstoffen, batterijmanagementsystemen, talking traffic en autonoom rijden. Tillema: “Al ons onderzoek voeren we uit in samenwerking met het mkb. Mkb-bedrijven ontwikkelen hele vernieuwende projecten, maar hebben vaak te weinig budget om diepgaand onderzoek te doen. Samen gaan we dan met innovatieve technieken aan de slag.”

BLAREN OP DE VINGERS

HAN AUTOMOTIVE RESEARCH

Volgens Tillema is er een enorm tekort aan goedopgeleide engineers, en met name aan techneuten die verschillende disciplines kunnen combineren. Zijn advies aan studenten luidt dan ook: “Zorg dat je naast zwarte handen ook blaren op je vingers krijgt van het invoeren van codes in de computer. Want die big data komen straks op een hoop te liggen en als automotive-engineer moet je daar toch iets mee kunnen doen. Anders word je voorbij gestreefd door IT’ers en verkeerskundigen.” Naast kennis van elektronica moet de toekomstige auto-engineer ook goed met klanten om kunnen gaan. “Wanneer je die IT-kant kunt verbinden met de sociale kant, ben je binnen no time manager bij een grote OEM”, besluit Tillema.

Door middel van onderzoek bouwt de afdeling HAN Automotive Research samen met docen-

Auteur: Susan Bink

31


ONDERWIJS

EEN LEVEN LANG LEREN VERLIEFD OP HET BEROEPSONDERWIJS, DAT IS WAT FOLKERT POTZE EN HANS DUIFHUIZEN BEIDEN KENMERKT. ALLEBEI HEBBEN ZE EEN LANGE CARRIÈRE ALS DOCENT EN MANAGER IN HET MBO-ONDERWIJS ACHTER DE RUG. HET MBO STAAT VANDAAG DE DAG VOOR EEN GROTE UITDAGING: HOE MOETEN TECHNIEKOPLEIDINGEN INSPELEN OP DE HUIDIGE, ZICH RAZEND SNEL ONTWIKKELENDE, INNOVATIES? IN IEDER GEVAL DOOR INTENSIEF SAMEN TE WERKEN MET ANDERE TECHNIEKOPLEIDINGEN ÉN MET HET BEDRIJFSLEVEN. “ALLEEN BEN JE SNEL, MAAR SAMEN KOM JE VERDER”, IS HET MOTTO VAN POTZE.

Folkert Potze (Directeur Techniek bij ROC Nijmegen) en Hans Duifhuizen (Teamleider Mobiliteit bij ROC Rijn IJssel) kennen elkaar al langer dan vandaag. Ze zitten samen in de MBO Raad voor de bedrijfstakgroep mobiliteit, waarin 40 techniekopleidingen zijn verenigd. In het Technovium in Nijmegen, het gebouw waar alle technische opleidingen van ROC Nijmegen zijn gevestigd, vertellen ze over de uitdagingen waar het mbo-onderwijs tegenwoordig mee te maken heeft. “Als techniekopleiding zijn we niet meer interessant voor uitgevers van lesboeken. Ondanks dat we meer leerlingen dan ooit hebben, is het investeren in onderwijsmateriaal niet meer lucratief. De veranderingen gaan zo snel”, vertelt Folkert Potze. “Onze grote zoektocht is: hoe kunnen we de informatie van importeurs en fabrikanten zo snel mogelijk vertalen in onder-

wijs? Dat is een enorme uitdaging. Elektrische aandrijfsystemen krijgen langzamerhand de overhand, ook binnen het onderwijs. Vanuit de MBO Raad ontwikkelen we samen lesmateriaal. Vooral digitaal.”

WONEN LANGS DE SNELWEG Folkert Potze is ervan overtuigd dat over 25 jaar alle vervoersmiddelen 100% elektrisch zijn, of het nu om eigen auto’s, deelauto’s of vliegende auto’s gaat. “Star Wars-achtige toestanden met auto’s door de lucht, het zou zo maar eens kunnen.” Duifhuizen is iets terughoudender: “Ik denk dat er dan toch nog veel hybride constructies rondrijden, waarmee je bijvoorbeeld achter elkaar in een soort treintje kunt rijden over de snelweg. Maar dat je, zo gauw je bij een afslag bent, weer zelfstandig verder rijdt. Multifunctioneel dus.” Potze denkt dat in de toekomst wonen langs de snelweg weer populair gaat worden. Nu wil niemand hier wonen vanwege het lawaai en de uitlaatgassen. Maar als er straks alleen nog maar elektrisch wordt gereden, zijn deze problemen opgelost. “Huizen langs de snelweg zullen dan meer waard worden vanwege de nabijheid van goede infrastructuur”, aldus Potze. Wel is Hans Duifhuizen benieuwd hoe de infrastructuur zich gaat ontwikkelen. “Je kunt wel allerlei mooie vervoerssystemen bedenken, maar het moet ook ergens een plek krijgen. Als er in minder stedelijke gebieden geen strepen op de weg staan, dan wordt het voor een zelfrijdende auto heel lastig.”

anders uit dan pakweg tien jaar geleden. Wat willen Potze en Duifhuizen aankomende studenten meegeven? “Liefde voor techniek is heel belangrijk”, aldus Duifhuizen. “Als er iemand op intakegesprek komt met rouwrandjes onder zijn nagels, dan nemen we hem meteen aan”, voegt hij lachend toe. Studenten moeten zich ook willen blijven ontwikkelen. Potze: “Je kunt hier alleen functioneren als je heel nieuwsgierig bent. Studenten het gereedschap meegeven dat ze zichzelf blijven ontwikkelen, dat vind ik wel een hele interessante uitdaging.”

UITWISSELING VAN DESKUNDIGHEID

ROUWRANDJES

Zowel Potze als Duifhuizen vinden de verbinding met het hbo heel belangrijk. Het mbo en hbo werken veel samen in doorlopende leerlijnen. In samenwerking met de HAN ontwikkelde Rijn IJssel het versnelde Automotive mbo-hbo traject: studenten stromen in zes jaar tijd van het mbo door naar hbo ingenieur. Ook is de koppeling met het bedrijfsleven essentieel. “We moeten daar in de haarvaten zitten”, vindt Potze. Duifhuizen ziet graag dat zowel het mbo als het hbo nog een stap verder zetten in de onderlinge samenwerking. “Dat je straks kunt zeggen: dit bieden wij als Rijn IJssel in Arnhem niet aan, maar hiervoor kun je wel naar Nijmegen of Doetinchem. Hier moeten de verschillende Colleges van Bestuur nog wel met elkaar over durven sparren. Die uitwisseling van deskundigheid en docenten, daar zou ook de HAN een bijdrage aan kunnen leveren.”

Voor studenten die nu aan een automotive opleiding gaan beginnen, ziet het onderwijs er heel

Auteur: Susan Bink

32


FOLKERT POTZE

HANS DUIFHUIZEN

( RO C NIJM E G E N)

(ROC RIJN IJSSEL)

EERSTE AUTO: Volkswagen Kever

EERSTE AUTO: Eend

HUIDIGE AUTO: Volkswagen Tiguan, “al heb ik ook nog een Alfa Romeo Spider en een Audi Cabrio voor het plezier.”

HUIDIGE AUTO: Ford Focus stationwagon, “en als het mooi weer is mijn Triumph TR6.”

DROOMAUTO: “Sinds een recente proefrit”, een Tesla."

DROOMAUTO: Een elektrische, wellicht een Tesla


AD OOMEN

INO DE GIJSEL

KOEN LAU

EERSTE AUTO: Alfa Romeo Alfetta

EERSTE AUTO: Renault 5

EERSTE AUTO: Citroen 2CV

HUIDIGE AUTO: Peugeot 307

HUIDIGE AUTO: Toyota Yaris

HUIDIGE AUTO: Volvo V50

DROOMAUTO: “Daar heb ik nog nooit over nagedacht.”

DROOMAUTO: “Vroeger wilde ik altijd een grote auto met trekhaak. Tegenwoordig heb ik genoeg aan een auto die me gewoon van A naar B rijdt.”

DROOMAUTO: “Een Aston Martin DB7, maar dan wel in een twaalf cilinder uitvoering, in racing green en bekleed met zwart leer.”


ONDERWIJS

“K IJK V ER D E R DAN H E T KO E K BLI K” ZOMAAR EEN DOORDEWEEKSE DAG IN HET AUTOMOTIVE LAB BIJ HAN AUTOMOTIVE OP DE CAMPUS IN ARNHEM. HET AUTOLABORATORIUM WORDT VANDAAG NIET ALLEEN OPGESIERD DOOR AUTO´S IN ALLE SOORTEN EN MATEN, MAAR VOOR ÉÉN KEER OOK DOOR EEN RONDE TAFEL. KOEN LAU, DOCENT MARKETING, STRATEGIE EN LEIDERSCHAPSONTWIKKELING, INO DE GIJSEL, DOCENT AUTOELEKTRONICA, EN DOCENT VOERTUIGTECHNIEK AD OOMEN SCHUIVEN AAN OM MET ELKAAR VAN GEDACHTEN TE WISSELEN OVER AUTOMOTIVE 2.0. EN DAT TERWIJL DE TWEE LAATSTGENOEMDEN NAAR EIGEN ZEGGEN “NIETS MET AUTO´S HEBBEN.”

Een dergelijke uitspraak uit de mond van een docent automotive schetst uiteraard enige verbazing. De Gijsel haalde zelfs pas op latere leeftijd zijn rijbewijs en deed voorheen alles op de fiets. Ook zijn collega Ad Oomen heeft niet veel op met de beleving van de auto en het gevoel dat het vervoermiddel je geeft. Maar beiden staan wél in vuur en vlam voor de elektronische en werktuigbouwkundige aspecten van het voertuig. “Autoelektronica is het vak van de toekomst”, vertelt De Gijsel met een glimlach. “Het mooie is, dat alle disciplines binnen de elektronica samenkomen in de auto elektronica.”

WEG MET DE BOUTJES EN MOERTJES Waar het onderwijs vroeger was ingericht op het uitleggen van de functionaliteit van de componenten, de boutjes en moertjes, is op de HAN inmiddels de omslag gemaakt naar systeemdenken. Naar: “Ik wil van A naar B, hoe gaan we dat doen?”, aldus Koen Lau. Niet de sensoren of tandwielen staan centraal, maar eerst het systeem. De vraag naar het waarom, hoe en wat. En van daaruit bekijken we wat er allemaal nodig is om de auto als geheel te laten functioneren. Verderop in de studie komen de subsystemen en componenten aan bod.” Dit ‘omdenken’ heeft grote gevolgen voor de eisen die er aan toekomstige afstudeerders worden gesteld. “Zij worden ‘integrators’, spinnen in het web die de samenhang tussen diverse disciplines kunnen zien en bewaken”, zegt Lau. Studenten houden zich zowel op voertuigtechnisch, bedrijfseconomisch als infrastructureel vlak bezig met de auto en daarmee is HAN Automotive “eigenlijk een hele rare opleiding en alle afdelingen van het faculteitsgebied samen”, zegt Oomen met een knipoog.

SEXY KOEKBLIK De vroegere student HTS Autotechniek en de huidige student HAN Automotive hebben een ding gemeen: hij is stapel op auto´s en de techniek. Tegen de trend naar autodelen in, is het hebben van een eigen auto voor de gemiddelde automotive student nog steeds het grootste goed. “Wij leren ze echter om meer te zien dan alleen dat sexy koekblik, namelijk schone technieken, nieuwe vormen van aandrijflijnen en de veranderende mobiliteitsbehoefte”, vertelt De Gijsel. Automotive 2.0 speelt hierop in. Voor studenten, die met succes hun opleiding HAN Automotive willen volgen, is stilzitten funest. “Zij moeten zich in de snel veranderende wereld blijven oriënteren en zelf hun verantwoordelijkheid nemen. De student moet meer dan ooit uit zijn luie stoel komen en meer dan ooit boeken erbij pakken of het internet raadplegen. De tijden dat studenten achterover konden leunen en alleen maar hoefden te luisteren naar de docent zijn definitief voorbij”, glimlacht Oomen. “Met Automotive 2.0 gaan we studenten daadwerkelijk in de actieve modus zetten”, vervolgt Lau.

DOCENT ALS SPARRING PARTNER Niet alleen voor de student komt de lat hoger te liggen, maar zeker ook voor de docent. “Wij docenten hadden in het verleden nogal de neiging om heel erg te willen vertellen wat er in de automotive wereld aan de hand is. In onze nieuwe rol zetten we de student ertoe aan om zelf op ontdekkingsreis te gaan”, vertelt Oomen. “En bovendien helpen wij hen bij de zoektocht naar waar hun ambities precies liggen”, vult De Gijsel aan. “Scholieren komen hier met jeugdpuistjes binnen en studeren hier als engineers af. In de tussenliggende tijd moeten wij hen helpen met het verkennen van de mogelijkheden binnen de

35

automotive sector om op basis daarvan uit te kunnen vinden waar hun hart echt ligt”, aldus Oomen.

KENNISGATEN DICHTEN Voor HAN Automotive is bovendien een belangrijke taak weggelegd waar het gaat om de aansluiting van het mbo op het hbo. De grootste uitdaging zit volgens Lau in het opvijzelen van de theoretische kennis. “Mbo´ers zijn vaak praktisch erg begaafd maar hebben theoretisch een flinke achterstand. Door als HAN Automotive al onderwijs op de ROC´s aan te bieden, proberen we deze gaten te dichten en te zorgen dat de jongeren zonder problemen door kunnen stromen. En dat is hard nodig ook. De vraag naar hbo-ingenieurs zal in de toekomst alleen maar toenemen. Daar zijn de drie docenten het roerend over eens. Hun advies aan huidige en aankomende studenten: verder kijken dan je neus lang is. En vooral ook dan het koekblik alleen. Auteur: Corine Konings


SL IM A FK IJK E N IS H E T VAK VAN D E TOE KOMST! Lindy Molenkamp, hoofd eenheid Wegen en Kanalen bij de Provincie Overijssel

E RVAR E N G R I J SA A R DS Z IJ N N I ET LA N G ER E E N RO L M ODEL VOOR STU DE N T E N Benno Hüsken, directeur AutomotiveNL

I K GA GE WOON NOG OP M IJN FIE TS NA AR H E T WE R K George Gelauff, directeur Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid


OVERHEID, BRANCHE EN ADVISEURS


OVERHEID, BRANCHE EN ADVISEURS

“ T HE F UTU RE D EP ENDS O N W HAT YO U D O TO DAY” EEN STRAATBEELD MET ZELFRIJDENDE AUTO´S – IS DAT VERRE TOEKOMSTMUZIEK OF ZIJN WE DAAR DICHTBIJ? MET DEZE EN ANDERE MOBILITEITSVRAAGSTUKKEN HOUDT HET KENNISINSTITUUT VOOR MOBILITEITSBELEID (KIM) IN DEN HAAG ZICH DAGELIJKS BEZIG. HET KIM LEVERT KENNIS VOOR HET MOBILITEITSBELEID VAN HET MINISTERIE VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU. GEORGE GELAUFF, WISKUNDIG ECONOOM EN DIRECTEUR VAN HET KIM, NEEMT ONS MEE NAAR TWEE DENKBARE TOEKOMSTSCENARIO´S EN TRANSITIEPADEN: ‘EVOLUTIE VAN DE PRIVÉAUTO’ EN ‘DELEN IN BLOEI’.

Beschikken we in de toekomst nog steeds voor een groot deel over een eigen auto of wordt de deelauto gemeengoed? Lijken auto’s over een tijdje op een zelfrijdende luxe huiskamer of blijft een bestuurder noodzakelijk? Het vinden van antwoorden op deze complexe vraagstukken is op zijn zachtst gezegd niet eenvoudig. “Doorslaggevend in de ontwikkeling is wat consumenten willen en doen, hoe zelfrijdend fabrikanten de auto kunnen en willen maken en in hoeverre de overheid ontwikkelingen reguleert en faciliteert”, zegt Gelauff. Het ene staat daarbij niet los van het andere: keuzes en voorkeuren in het hier en nu bepalen het pad naar de toekomst. Of zoals Gandhi ooit zei: “The future depends on what you do today.”

PAD VOL ONZEKERHEDEN Op het pad tussen heden en toekomst definieert het KiM vijf stappen waarbij de transitie door een samenspel van ontwikkelingen sterk kan worden beïnvloed. In de vijf stappen gaat het om de samenwerking tussen mens en machine, coöperatief

rijden, gemengd verkeer op de snelweg, het stedelijk dilemma en de zelfrijdende stad. Wanneer het over automatische of zelfrijdende auto´s gaat, denken we vaak aan futuristische auto´s zoals de autopod van Google of de Mercedes F015 waarin de mens niets meer zelf hoeft te doen en lekker kan relaxen of werken. Maar zover zijn we nog lang niet. In de transitiefase zullen ‘slimme’ en ‘domme’ auto´s samen in het wegverkeer te vinden zijn. “Het is uiterst lastig te voorspellen hoe deze transitie zal gaan verlopen. Als de samenwerking tussen mens en machine niet goed verloopt, bijvoorbeeld omdat de aandacht van bestuurder verslapt, dan kunnen onveilige situaties ontstaan. Daarmee kunnen het draagvlak en acceptatie van de technologie worden ondermijnd en kan de ontwikkeling vertraging oplopen. Maar als de ervaringen positief zijn, zet de ontwikkeling naar meer zelfstandig rijdende voertuigen hoogstwaarschijnlijk gestaag door”, aldus Gelauff.

BEAM ME UP, SCOTTY? Gaan we dan de komende 25 jaar science fictionachtige beelden zien in het verkeer? Gelauff denkt van niet. “De auto zal vooralsnog niet fundamenteel van karakter veranderen en zal er qua uiterlijk nog steeds ongeveer zo uit zien als in 2017. Echte wijzigingen komen pas als fase vijf in beeld komt, de fase van ‘full automation’. De auto rijdt dan volautomatisch op alle wegen en in elke situatie. De bestuurder is zelf een passagier geworden.” De weg naar fase vijf is echter nog lang. Het KiM gaat er dan ook vanuit dat de transitiefase ook over 25 jaar nog steeds gemengd is, met auto´s die deels zelf rijden en auto´s die nog worden bestuurd. Dat deze auto´s voor een flink deel elektrisch zijn, staat vol-

38

gens Gelauff buiten kijf. “Elektrisch rijden heeft de toekomst. De technologie is al ver, maar toch valt er nog veel winst te boeken. Momenteel wachten de autofabrikanten op voldoende laadpalen, wat de verkoop van elektrische auto’s een boost kan geven. Daarnaast wacht de overheid tot er voldoende elektrische auto´s zijn, waardoor er meer laadpalen moeten komen. Hierin wordt langzaam maar zeker een doorbraak geforceerd.”

DEELSYSTEMEN EN DIENSTVERLENING Het delen van auto’s neemt langzamerhand toe, maar het aantal autodelers en deelauto´s is in 2017 nog marginaal. Ongeveer 1 procent van de Nederlanders van 18 jaar en ouder maakt gebruik van een vorm van autodelen. Hier valt nog veel winst te boeken. Automotive studenten doen er volgens Gelauff dan ook goed aan om na te denken over mobiliteitsconcepten, gebaseerd op verschillende pijlers. “Autofabrikanten zouden een rol kunnen spelen in het opzetten van deelsystemen, met een eigen vloot waarbij automobilisten volgens het ‘mobility as a service’ principe een auto kunnen huren. Universeelbedrijven kunnen meedenken over een snap car voor de lokale markt, gekoppeld aan buurtvervoer en nieuwe concepten voor deur-tot-deur vervoer.” Of Gelauff zelf aan de deelauto gaat? “Als studenten en het bedrijfsleven erin slagen om een concept te bedenken waarin de deelauto breed beschikbaar komt, ben ik er zeker een voorstander van. Maar zoals de zaken er nu voor staan, ga ik gewoon nog op de fiets naar het werk. Hoewel ik ook best eens een Uber-taxi zou willen uitproberen...“ Auteur: Corine Konings


GEORGE GELAUFF EERSTE AUTO: Ford Escort HUIDIGE AUTO: “Ik fiets liever.” DROOMAUTO: "Geen voorkeur, zolang ik er met mijn lengte maar comfortabel in kan zitten."


LINDY MOLENK AMP EERSTE AUTO: Austin HUIDIGE AUTO: Volvo XC90 DROOMAUTO: "Een zelfrijdende ´groene´ deelauto, afgestemd op het doel van de reis."


OVERHEID, BRANCHE EN ADVISEURS

K ATA LYS ATOR VAN V E R N I E U W I N G EN V E R B I N D I N G DOOR DE WOL GEVERFD OP HET GEBIED VAN MOBILITEIT EN INFRASTRUCTUUR: HET ENTHOUSIASME VAN LINDY MOLENKAMP, VERANTWOORDELIJK VOOR DE EENHEID WEGEN EN KANALEN BIJ DE PROVINCIE OVERIJSSEL, VALT METEEN OP. ZIJ BENADRUKT HET MAATSCHAPPELIJK BELANG VAN MOBILITEIT EN VERKEERSVEILIGHEID - HET IS GOED OM TE WETEN DAT DE SCHADE VAN VERKEERSONGEVALLEN DIE VAN FILES VER TE BOVEN GAAT. MOLENKAMP WEET ZICH GESTEUND DOOR DE HOOPGEVENDE ONTWIKKELING VAN STEEDS SLIMMERE AUTO´S EN ‘MOBILITY-AS-A-SERVICE’.

Met enigszins knikkende knieën stapte Molenkamp onlangs op de testbaan van de RDW in Lelystad in een deels zelfrijdende Mercedes. Door een visuele beperking heeft ze vijf jaar geen auto gereden, ze zit voor het eerst weer achter het stuur. Laat de auto na een lichte aarzeling tot 120 kilometer per uur accelereren, waarna deze uit zichzelf remt voor een veel tragere voorganger. Zij is overtuigd: de autonoom rijdende auto gaat ze zelf ook nog meemaken. “Rond 2030 zijn die auto’s er”, denkt ze. De belangrijkste winst: minder tijdverspilling (files, werken in de auto), minder milieuschade, meer verkeersveiligheid, en verbeterde mobiliteit voor ouderen en mensen met een beperking. Een grove schatting is dat er een wereldwijde economische structuurverandering zal optreden met een omvang van drieduizend miljard euro. Er is echter nog veel te doen, onderkent Molenkamp.

VERKEERSVEILIGHEID Nog even snel een appje sturen of de lippen stiften: maar liefst 95 procent van de verkeersongevallen is te wijten aan de gebruiker. Als iedereen straks een volledig autonoom rijdende auto gebruikt, zal het verkeer enorm veel veiliger worden. Maar de weg ernaartoe is lastig. Over een paar jaar krijgen we te maken met gemengd verkeer: nog veel conventionele auto’s (want nog lang niet afgeschreven) met een actieve bestuurdersrol, een toenemend aantal semi-zelfrijdende auto’s en gaandeweg dus ook volledig autonome voertuigen. “Stel je voor, je rijdt in zo’n semi-zelfrijdende auto, het grootste deel van de tijd kan die het wel alleen af. Maar dan gebeurt er iets onverwachts, bijvoorbeeld doordat de bestuurder van een conventionele auto een fout maakt. Opeens moet je zelf ingrijpen, terwijl je juist iets heel anders aan het doen was: gaat dat wel lukken? Die periode van ‘mixed traffic’ in goe-

de banen leiden - en we weten eigenlijk nog niet goed hoe lang die gaat duren - daar ligt een forse uitdaging voor de auto-industrie maar ook voor overheden: wat laat je toe?”, zegt Molenkamp. Intussen oriënteren diverse wegbeheerders zich op wat zij nu al kunnen doen om het (semi-) autonome verkeer letterlijk in goede banen te leiden: “In Overijssel zijn we intensief aan het studeren op wat het thema ‘slimme mobiliteit’ voor ons betekent. Denk aan hoe we de infrastructuur toekomstgericht kunnen inrichten, bijvoorbeeld met optimaal ‘leesbare’ belijning. De totale transitie is zo groot, die gaan we alleen goed doormaken in samenwerking met andere overheden, markt en burgers”, aldus het hoofd Wegen en Kanalen.

HEILIGE KOE NIET LANGER HEILIG Onlangs schaften Molenkamp en haar partner nog een ‘nieuwe’ gezinsauto aan – misschien wel de laatste. In een recente studie wordt beredeneerd dat, als alles meezit, in 2030 in de Verenigde Staten 95 procent van de autokilometers zal worden afgelegd in zelfrijdende elektrische deelauto’s en consumenten massaal zijn overgestapt op ‘Mobility-as-a-service’. De gedachte erachter is dat een combinatie van technische en juridische doorbraken leidt tot een ijzersterke business case, vooral voor stadsbewoners: wie toch al een auto voor de deur heeft staan, rekent in de dagelijkse praktijk alleen met de variabele kosten; dan nog zou een rit met zo’n deelauto veel goedkoper uitpakken. Trek je daarmee de gemiddelde Nederlander over de streep? “Mensen worden mede verleid door financiële prikkels. Tegelijkertijd weten we dat ca. 60 procent van de Nederlanders zijn auto als ‘heilige koe’ beschouwt en nog niet toe is aan een deelauto. Het

41

gat tussen de huidige situatie en de nieuwe werkelijkheid is dus nog groot”, aldus Molenkamp. “Maar als nieuwe technologie en nieuwe mogelijkheden, bij wijze van spreken, ‘een factor 10 verschil maken’ kan de acceptatie ook heel snel gaan. Zie de opkomst van smartphones en sociale media. Ik vind het mooi om te zien hoe we als maatschappij in staat zijn om echt te veranderen.”

SPIEKEN MAG Molenkamp kijkt maar wat graag over de eigen organisatie- en landsgrenzen heen: “Mobiliteit is een internationaal vraagstuk”. Ze heeft ook een advies aan HAN-studenten: “Als je de kans hebt om buiten de deur te kijken, pak die dan zeker ook tijdens je studietijd. Onderken de dingen waar je goed en waar je niet goed in bent. Zoek partners om samen te groeien. Het draait allemaal om de vraag hoe we elkaar in onze kracht kunnen versterken en hoe we kennis kunnen maken met andere werkelijkheden dan die van onszelf. Toegevoegde waarde bereik je door te combineren. ‘Slim afkijken’ is het vak van de toekomst!”. Auteur: Corine Konings


OVERHEID, BRANCHE EN ADVISEURS

“ D E AUTO GA AT NIET LAN G ER VO O R HET MEISJE” “EEN ACTIEF MANNEKE”, ZO OMSCHRIJFT BENNO HÜSKEN, DIRECTEUR VAN AUTOMOTIVENL, ZICHZELF. EIGENLIJK WAS HIJ IN 2014 REEDS PENSIOENGERECHTIGD, MAAR TOEN AUTOMOTIVENL HEM VROEG HET DIRECTEURSCHAP OP ZICH TE NEMEN, KON HIJ NAAR EIGEN ZEGGEN DIT ‘DOUCEURTJE’ NIET LATEN LIGGEN. INMIDDELS IS HIJ DE DRIJVENDE KRACHT ACHTER DE CLUSTERORGANISATIE VAN DE NEDERLANDSE AUTOMOTIVE INDUSTRIE, MOBILITEITSSECTOR EN HET AUTOMOTIVE ONDERWIJS MET MEER DAN 170 LEDEN. ZIJN BELANGRIJKSTE TAAK: SAMEN MET DE PARTNERS EEN AUTOMOTIVE ROAD MAP OPSTELLEN EN TOEKOMSTBEELD SCHEPPEN VAN DE “WONDERE” EN SNEL VERANDERENDE AUTOMOTIVE WERELD.

AutomotiveNL richt zich inhoudelijk op de focusgebieden Smart Mobility, Green Mobility, Manufacturing en Materials. En, last but not least, op de vierde pijler om deze toekomstige innovaties mogelijk te maken, de zogeheten’ Engineer of the future’. Over welke eigenschappen moet deze ingenieur van de toekomst gaan beschikken? “De superspecialist die bedrijven nodig hebben, kunnen we niet opleiden, tenminste niet binnen een betaalbaar onderwijsmodel. Daarom dient een toekomstig ingenieur te beschikken over een brede kennis op zowel mechanisch-, elektrisch en IT-gebied en van de samenhang met het totale systeem”, aldus Hüsken. “Ervaren grijsaards zijn niet langer een rolmodel voor studenten. Zij nemen op een heel andere manier kennis tot zich. Dat maakt de ontwikkeling van compleet nieuwe onderwijsmodellen noodzakelijk.” De doorlopende leerlijn automotive engineering, van mbo via het hbo naar de master en postmaster, is daarvan een lichtend voorbeeld en uniek in de wereld.

HOKJES OPENBREKEN Hüsken ziet voor de toekomst vooral brood in de afschaffing van statische cohorten en leerlijnen. “Het kan niet meer zo zijn dat nu al vast staat wat studen-

ten over vier jaar moeten weten. Kennis verouderd veel sneller dan vroeger. Daarom moeten opleidingen modulaire systemen gaan aanbieden en hun deuren openstellen, ook voor ‘ouderen vanaf 25 jaar’. Een mens is nooit uitgeleerd, deze stelregel is nu en in de toekomst belangrijker dan ooit. Zeker nu kennis zo snel veroudert. Dat is lastig voor instanties zoals we die nu kennen.” De directeur van AutomotiveNL pleit voor nog nauwere banden tussen onderwijsinstellingen en de praktijk. “Gezien de snelle veranderingen op het gebied van mobiliteit is het meer dan ooit zaak dat overheden, industrie, onderwijs en kennisinstellingen intensief en praktisch samenwerken aan de invoering van duurzame mobiliteitsoplossingen. Ook het mkb moet mee in deze stroomversnelling. AutomotiveNL faciliteert het midden- en kleinbedrijf door het beschikbaar stellen van testfaciliteiten. “Als Nederland op mobiliteitsvlak voorop wil blijven lopen, is het van essentieel belang dat niet alleen de grote industriebedrijven, maar ook de mkb´ers toegang hebben tot nieuwe technologieën. Daarvoor kunnen zij bij ons aankloppen.”

WONDERE WERELD “In mijn jeugd kwam de auto nog voor het meisje, tegenwoordig staat de auto niet eens meer in de top 10 van meest geliefde bezittingen”, lacht Hüsken. Hij gelooft voor de toekomst dan ook sterk in de deelauto. “De jeugd in de stad heeft alleen maar last van de auto, maar verlangt tegelijkertijd wel naar mobiliteitsconcepten, voortgestuwd door de toenemende digitalisering en elektrificatie, de twee belangrijkste pijlers waarop de Automotive Road Map is gestoeld.” Een van de voorspellingen uit de Road Map: binnen nu en 15 jaar is de leaseprijs voor een elektrische auto gedaald naar 90 euro per maand. En daarmee is het

42

vele malen aantrekkelijker om een auto te leasen dan te bezitten. “Daardoor is een andere benadering van de markt vereist en gaan bestaande businessmodellen op de schop. Daar moeten bedrijven niet bang, maar wel klaar voor zijn”, aldus Hüsken.

DAADKRACHT Als het gaat om digitalisering, elektrificatie en deelauto´s wordt de daad volgens Hüsken nog te weinig bij het woord gevoegd. “Als de technologie er is, ga er dan zelf mee aan de slag. Wacht niet op de overheid, maar neem het heft in eigen handen. Studenten adviseer ik om samen met anderen een development team te vormen en jezelf samen met anderen en via anderen te ontwikkelen. Sluit jezelf niet op en sla de handen ineen. Door krachten te bundelen kunnen we ervoor zorgen dat alle puzzelstukjes perfect in elkaar passen en Nederland koploper blijft op het gebied van smart mobility.” Auteur: Corine Konings


BENNO HÜSKEN EERSTE AUTO: Triumph Herald HUIDIGE AUTO: BMW520 DROOMAUTO: “Die heb ik niet. Een auto is mij niet zoveel waard.”


WOUT BENNING EERSTE AUTO: Volkswagen Kever HUIDIGE AUTO: Volkswagen Golf plug-in hybride DROOMAUTO: Mercedes SLS met elektrische aandrijving


OVERHEID, BRANCHE EN ADVISEURS

TERUGD R I NGI N G VAN CO 2- E M I S S I ES A L S PA R ADE PA AR DJE DE NEDERLANDSCHE VERENIGING VAN DE RIJWIEL EN AUTOMOBIEL INDUSTRIE (RAI VERENIGING), OPGERICHT IN 1893, IS NIET MEER WEG TE DENKEN UIT DE NEDERLANDSE AUTOMOTIVE SECTOR. DE KOEPELORGANISATIE VAN ‘PRODUCENTEN VAN ALLES DAT WIELEN HEEFT EN OP DE WEG RIJDT’ IS ALS ENIGE VERTEGENWOORDIGER VAN DE RIJWIEL- EN AUTOMOBIELINDUSTRIE EEN UNIEKE SPELER IN DE NEDERLANDSE MARKT. WOUT BENNING, SINDS 2016 BELEIDSADVISEUR DUURZAAMHEID EN TECHNIEK BIJ DE BRANCHEORGANISATIE, WAS ER NAAR EIGEN ZEGGEN “EEN UIT EEN GENERATIE DIE DE ENTREE VAN DE COMPUTER IN DE BRANCHE NOG HEEFT MEEGEMAAKT.”

Wout Benning is een pionier van het eerste uur: de voormalig HTS-student en huidig beleidsadviseur bij de RAI Vereniging begon zijn loopbaan in 1986 als stagiair bij Mercedes. Hier ondervindt hij aan den lijve hoe de automatisering langzaam maar zeker zijn intrede doet. “Ik mocht meedenken over de aanpassing van voertuigen voor de introductie van nieuwe technieken en was van de generatie die de introductie van de computer in de branche nog heeft meegemaakt”, glimlacht Benning. Ruim 30 jaar later staan transitie en techniek nog steeds bovenaan zijn agenda. Bennings stokpaardje: het terugdringen van de CO2-uitstoot in de branche.

ZWARE DOELSTELLINGEN In 2050 moet de CO2-uitstoot in het wegtransport ten opzichte van 1990 met 60 procent zijn teruggedrongen, zo staat in het SER Energieakkoord dat in 2013 werd getekend. Hoe gaan we deze energietransitie bewerkstellingen? Benning gelooft in een combinatie van maatregelen. “Voor personenauto’s verwachten we dat er veelal gekozen gaat worden voor elektrische of brandstofcelaandrijving. Voor internationaal goederentransport kan worden uitgeweken naar duurzame biobrandstoffen al zie je daar ook ontwikkeling op het gebied van elektrificatie. In de beginfase overigens ook een kostenefficiënte oplossing voor personen- en bestelauto´s, eenvoudigweg omdat elektrisch vervoer voor de lange afstand momenteel nog geen kostenefficiënt en goed alternatief biedt.”

ENERGIEMIX De energietransitie gaat gepaard met de ‘eeuwige discussie’ over de plofmotor. In de ban of niet? Wat Benning betreft mag de verbrandingsmotor best nog even blijven, zeker als deze gestookt wordt op biobrandstof. “Omdat de branche de CO2-emissie van biobrandstoffen volgens de definitie van het Intergovernmental Panel on Climate Change niet

die al is betaald. Daarom neem je hem gemakkelijk mee. Een van onze belangrijkste taken is het inzichtelijk maken van de kosten per kilometer. Als je betaalt per kilometer, denk je beter na over de noodzaak van elk gebruik en pak je bijvoorbeeld sneller de fiets. En daarmee wordt de uitstoot van CO2 ook nog eens teruggedrongen.”

NIEUWE RIJDEN 3.0

hoeft mee te tellen, heeft de verbrandingsmotor nog steeds potentieel. Naast elektrificatie en waterstof is biobrandstof dus een goed alternatief.” Benning pleit er dan ook sterk voor om te kijken naar de voordelen per brandstof. “Elke brandstof heeft zijn eigen kwaliteiten. De overheid zou zich dan ook niet bezig moeten houden met het aansturen van techniek, maar moeten zorgen dat de randvoorwaarden voor het neutraal implementeren van techniek kloppen.”

HEILIGE KOE De ‘heilige koe’ blijft heilig. In elk geval tot op zekere hoogte. Benning verwacht weliswaar een groei in het gebruik van deelauto´s, maar is niet onverdeeld optimistisch: “Ik ben het niet helemaal eens met de stelling dat de jeugd van tegenwoordig geen behoefte meer heeft aan een eigen auto. We zien wel dat jongeren wat later een auto aanschaffen dan vroeger het geval was. Het eerste geld gaat op aan de nieuwste iPhone, maar op termijn groeit de behoefte naar een individueel vervoermiddel dat volledige vrijheid biedt. Dat vrijheidsgevoel kunnen het openbaar vervoer en ook een deelauto nog niet afdoende bieden.” Een trend die volgens de beleidsadviseur techniek en duurzaamheid wel gaat doorzetten, is betalen naar gebruik. We hebben nu een auto voor de deur staan

45

Een ander belangrijk speerpunt voor de RAI-vereniging is gedragsbeïnvloeding van automobilisten. Samen met de BOVAG, ANWB en het Instituut voor Duurzame Mobiliteit (IvDM) zette de RAI Vereniging de website www.hetnieuwerijden.nl op poten. Het hoofddoel: het terugdringen van energieverbruik. “Wij proberen door gedragsbeïnvloeding de consument te bewegen tot meer efficiëntie. Zowel tijdens de rijopleiding als daarna. Op de site delen we technieken die rijden efficiënter maken. Ook linken we zeer binnenkort door naar de auto-importeur, voor merkspecifieke informatie over aandrijflijnen en trainingen over rijgedrag. Daarmee willen we zorgen dat de automobilist door alle bomen en pijlsnelle ontwikkelingen het bos weer gaat zien”, aldus Benning.

BREED SPEELVELD De branche blijft grote behoefte hebben aan personeel dat specifiek in de autotechniek een opleiding heeft genoten, daarvan is Wout Benning overtuigd. Voorwaarde is volgens hem wel dat studenten in hun opleiding een brede basis meekrijgen. “Ik wil er daarom voor pleiten dat opleidingen nog breder worden, ook omdat auto´s meer dan ooit onderdak bieden aan een breed scala aan technieken. Dat botst met de tendens dat studenten steeds minder tijd krijgen om bepaalde vakken tot zich te nemen. De breedte moet erin blijven, zodat studenten in hun werkende leven zoveel mogelijk uit de basis kunnen putten.” Auteur: Corine Konings


OVERHEID, BRANCHE EN ADVISEURS

VA N E E N L INEAIRE NA AR EEN CI RC UL AIRE ECON OMI E HENK HOFSTEDE WEET ALS SECTORBANKER RETAIL BIJ DE ABN AMRO ALS GEEN ANDER HOE BELANGRIJK HET IS OM OP DE HOOGTE TE ZIJN VAN DE LAATSTE ONTWIKKELINGEN IN DE MARKT. VOOR DE RETAILSECTOR VOLGT HIJ (INTER)NATIONALE TRENDS EN HELPT HIJ BEDRIJVEN DE JUISTE BESLISSINGEN TE NEMEN. HIJ DENKT HET LIEFST CIRCULAIR EN LAAT ZIJN LICHT SCHIJNEN OVER TOEKOMSTIGE BUSINESSMODELLEN BINNEN DE AUTORETAIL.

Voor de ABN AMRO is de autoretail een belangrijke sector, waar veel financieringen uitstaan. “Wij proberen als bank te beoordelen hoe ‘sustainable’ een bedrijf is. Heeft het bedrijf genoeg onderscheidend vermogen en veranderingsbereidheid, om over vijf jaar nog relevant te zijn?”, aldus Hofstede. “Met data-analyse krijg je dit steeds scherper. Niet alleen achterom kijken, maar vooral vooruit.” Met name het management blijkt volgens de bankier een belangrijke factor inzake het voortbestaan van een bedrijf. “Bij 80% van de bedrijven die in de financiële problemen komen, blijkt de oorzaak mismanagement te zijn. Het management wil doorgaan met het oude businessmodel en negeert nieuwe ontwikkelingen.”

VERVOERSBEWEGING

ceerd, een online platform waarmee vraag en aanbod binnen het vrachtvervoer geregeld kan worden. Een vrachtwagenchauffeur die zijn lading heeft afgeleverd, kan via Uber Freight kijken welke lading hij van een bedrijf in de buurt mee terug kan nemen”, vertelt Hofstede. Het aantal vervoermiddelen op de weg zal drastisch teruglopen. “McKinsey verwacht dat in 2025 tachtig procent van de pakketbezorging via een drone zal gaan. Je hebt natuurlijk te maken met wetgeving en maatschappelijke acceptatie, maar de techniek is er al.” Ook verwacht Hofstede veel van 3D-printing. “Met behulp van 3D-printing kunnen producten op locatie worden gemaakt. Zo is in Amerika onlangs Olli op de markt gebracht: een zelfrijdende, geheel 3D-geprinte auto. Deze 3D-trend zal ook impact op de vervoersbewegingen gaan krijgen.”

Meegaan met de tijd, openstaan voor veranderingen, daar draait het in de retail om volgens Hofstede. En dus ook in de autoretail. “Wij geloven heel erg in elektrisch rijden. Veel fabrikanten komen in de toekomst met een elektrisch model. Volvo is bezig met een elektrisch aangedreven variant, BMW is bezig om een waterstofauto te bouwen, net zoals Mercedes.” Volgens Hofstede zal de nadruk steeds meer gaan liggen op de vervoersbeweging, in plaats van het traditionele verkoopmodel. Adviesbureau Deloitte voorspelt op basis van een onderzoek uit 2016 dat in 2040 slechts 10% van alle nieuwe auto’s in de Verenigde Staten gekocht wordt voor eigen bezit. “Mensen zullen altijd behoefte hebben aan mobiliteit, maar niet meer allemaal aan een eigen auto. De combinatie van zelfrijdende auto’s en het Internet of Things, die vraag en aanbod steeds makkelijker bij elkaar kunnen brengen, maakt dat het hebben van een eigen auto steeds minder noodzakelijk wordt. De verregaande verstedelijking draagt hier ook aan bij.”

CIRCULAIRE ECONOMIE Volgens Hofstede moeten we af van het lineaire denken: iets kopen, gebruiken, weggooien en iets nieuws kopen. “We zijn met z’n allen enorm aan het consumeren, met milieu impact, grondstofschaarste en uiteindelijk hogere consumentenprijzen tot gevolg.” Hij vindt dat we moeten investeren in nieuwe businessmodellen op basis van de circulaire economie. Dit houdt in dat de fabrikant eigenaar van het product blijft en verantwoordelijk is voor kwaliteit en onderhoud. Binnen de autoretail betekent dit dat de gebruiker de modulaire auto least tegen een bepaalde prijs en dat na een aantal jaar de auto weer terug gaat naar de fabrikant. De fabrikant gebruikt de onderdelen voor een upgrade, en stelt het vernieuwde model weer beschikbaar aan een volgende consument. Hofstede: “Zo gaan er geen materialen verloren en blijft de auto in de keten. Bovendien worden fabrikanten op deze manier gedwongen om goede kwaliteit te leveren en duurzaam om te gaan met grondstoffen.” Dit vergt een andere manier van denken: “Je moet je als fabrikant niet meer focussen op het aantal stuks dat je verkoopt, maar op het aantal leaseabonnementen dat je afsluit. Dit gaat grote impact hebben op de retail en de rol van dealers.”

VOORUITZIENDE BLIK Hofstede hoort vaak van bedrijven dat ze het moeilijk vinden om personeel te vinden dat met de nieuwste technieken kan werken. Hij adviseert studenten automotive dan ook om mee te groeien met de veranderingen binnen de branche. “Je moet je als student realiseren dat je niet klaar bent als je van de HAN komt. Want dan begint het eigenlijk pas. Je moet jezelf blijven ontwikkelen en bedenken welke rol je in deze mooie keten wilt spelen. Dit geldt ook voor de automotive opleiding zelf: je moet oppassen dat je je leerlingen niet opleidt voor functies die misschien over tien jaar niet meer bestaan.”

GOEDERENTRANSPORT Hofstede gelooft sterk in de deeleconomie, ook op het gebied van goederentransport. “Uber heeft onlangs in de Verenigde Staten Uber Freight gelan-

Auteur: Susan Bink

46


HENK HOFSTEDE EERSTE AUTO: Tweedehands Volkswagen Golf HUIDIGE AUTO: BMW Grand Tourer DROOMAUTO: “Ik was onlangs in het Louwman Museum in Den Haag en daar stond de originele Aston Martin DB5 van James Bond. Wat een prachtige auto!”


TOIN PETERS

ANNEMIEK DELISSEN

MARJOLEIN BRON

EERSTE AUTO: VW-Porsche 914

EERSTE AUTO: Volkswagen Kever. “Een deelauto samen met mijn broer, ik was dus heel erg bij de tijd.”

EERSTE AUTO: Renault 5. “Ook samen met mijn broer. Maar daarvoor reed ik jarenlang op een motorfiets, een Honda CB 350.”

HUIDIGE AUTO: Alfa Romeo DROOMAUTO: “Een licht elektrisch voertuig, voldoende groot en comfortabel, dat op hoge snelheid weinig energie verbruikt.”

HUIDIGE AUTO: Citroën DS3 en een Citroën C5 DROOMAUTO: Tesla model 3, “die in 2029 mijn kleinkinderen naar school brengt zonder mijzelf.”

HUIDIGE AUTO: Peugeot 308 DROOMAUTO: Tesla


ONDERWIJS

SYSTE EMDE N K E R S IN E E N D I S RU P T IE V E MAR K T IN OKTOBER 2017 OPENDE DE HAN OP INDUSTRIEPARK KLEEFSE WAARD IN ARNHEM HET ‘MOBILITY INNOVATION CENTER’. HIER KUNNEN 120 STUDENTEN AUTOMOTIVE EN ENGINEERING SAMEN MET BEDRIJVEN EN DOCENTEN AAN INNOVATIEVE VRAAGSTUKKEN WERKEN. HET PRAKTIJKCENTRUM PAST PERFECT IN DE NIEUWE ONDERWIJSRICHTING ‘AUTOMOTIVE 2.0‘, DIE HAN AUTOMOTIVE DIT JAAR IS INGESLAGEN. DE KERN VAN DE NIEUWE KOERS: STUDENTEN OPLEIDEN TOT SYSTEEMDENKERS, DIE SNEL KUNNEN SCHAKELEN IN EEN DISRUPTIEVE MARKT. ONDERWIJSCOÖRDINATOREN ANNEMIEK DELISSEN EN MARJOLEIN BRON EN PROJECTMANAGER TOIN PETERS LATEN TIJDENS EEN RONDETAFELGESPREK HUN LICHT SCHIJNEN OVER HET AUTOMOTIVE ONDERWIJS VAN DE TOEKOMST.

In het onlangs geopende Mobility Innovation Center (MIC) kunnen 120 studenten Automotive en Engineering hun opgedane kennis direct inzetten in de praktijk. Samen met docenten en medewerkers van bedrijven werken ze hier aan vraagstukken op het gebied van duurzame mobiliteit. In een werkruimte van het MIC praten Annemiek Delissen, onderwijscoördinator Hoofdfase HAN Automotive, Marjolein Bron, onderwijscoördinator Propedeuse HAN Automotive en Toin Peters, projectmanager HAN Automotive Research en coördinator van het MIC, over Automotive 2.0, de nieuwe onderwijskoers van HAN Automotive. De grootste uitdaging? “Studenten klaarstomen voor de toekomst”, aldus Marjolein Bron. “De automotive sector beweegt zich in een ontzettend disruptieve markt. Studenten die nu als eerstejaars binnenkomen, studeren over vier jaar af in een heel andere wereld.”

T-SHAPED ENGINEER De eerste anderhalf jaar van de opleiding Automotive doen studenten een brede technische basiskennis op, vanaf het tweede semester van het tweede jaar kunnen ze zich specialiseren. “Dit noemen we de T-shaped engineer”, aldus Annemiek Delissen. Studenten worden opgeleid tot systeemdenkers: engineers die met mobiliteitsvraagstukken om kunnen gaan en in systemen kunnen denken, niet alleen in voertuigen. Delissen: “De automotive engineer moet als integrator opereren tussen diverse ontwikkelingen die van invloed zijn op het totale mobiliteitsproces. De automotive sector beweegt zich in een veranderend speelveld samen met heel veel andere disciplines.” Toin Peters voegt toe: “Het wordt steeds belangrijker dat studenten bij vraagstukken proactief handelen. Voorheen was het zo

dat ze hun basiskennis moesten toepassen in de praktijk. Nu moeten ze zelf op zoek naar de nieuwste tools om het vraagstuk op te lossen. Dat is een andere manier van leren.”

SAMENWERKING MET HET BEDRIJFSLEVEN HAN Automotive werkt nauw samen met het bedrijfsleven. Dit komt ook steeds sterker tot uitdrukking in het onderwijs. Peters: “Vanuit het werkveld is er een grote behoefte aan mensen die moderne technieken goed kunnen toepassen. De verbinding met het bedrijfsleven gaan we daarom intensiveren. Dit Mobility Innovation Center is hiervan een mooi voorbeeld.” Delissen: “Als studenten samenwerken met externe partijen, komen ze er in de praktijk achter wat er van ze wordt verlangd als engineer. Dit doet iets met hun drive. En deze manier van leren is veel contextrijker en dynamischer dan wat we in een leslokaal kunnen bieden. Het uitgangspunt is dat we het werkveld binnen willen halen.”

BLIK IN DE TOEKOMST Hoe kijken de onderwijscoördinatoren tegen de deeleconomie aan? Zullen mensen in de toekomst hun eigen auto aan de wilgen hangen? Peters: “Er zullen altijd mensen zijn zoals ik, die een eigen auto willen bezitten en besturen. Maar in steden zullen autonoom rijdende voertuigen versneld worden ingevoerd, om makkelijker van A naar B te kunnen komen. En ook op het platteland zullen ze van pas komen, zeker voor ouderen is het een goede oplossing om langer mobiel te blijven.” Laten we ook vooral het openbaar vervoer niet vergeten, oppert Bron. “Tot dusver hadden we het

49

in het automotive onderwijs nooit over openbaar vervoer, maar het is een glijdende schaal. Van autonome auto’s is de stap klein naar autonome bussen, treinen, enzovoort.” Volgens Peters duurt het niet lang meer voordat we ons persoonlijke vervoersplan via ons mobieltje op kunnen roepen. “Je mobiel weet precies wat voor persoon je bent, wat je agenda is en welke mobiliteitsbehoefte je hebt. Met een druk op de knop verschijnt jouw ideale mobiliteitsconcept op je scherm, en kun je meteen afrekenen. De razendsnelle ontwikkelingen op het gebied van ICT zullen van grote invloed zijn op hoe we in de toekomst met mobiliteit omgaan.”

SPONS Wat zouden Delissen, Bron en Peters de huidige automotive studenten mee willen geven? Alle drie zijn ze het er over eens dat automotive studenten vooral flexibel moeten zijn en zoveel mogelijk buiten de gebaande paden moeten treden. Delissen: “Praat vooral ook met studenten buiten automotive en zoek de haakjes die verbinden met de toekomst. Neem als een spons zoveel mogelijk kennis en inspiratie op. Wij moeten als opleiding studenten de ruimte geven om te kunnen experimenteren en zichzelf te leren kennen.” Maar niet alleen studenten moeten zich blijven ontwikkelen, dit geldt ook voor docenten. Bron: “Ook wij als docenten en staf moeten flexibel zijn. Dit vergt een volstrekte omslag in het denken. Ook wij moeten om ons heen blijven kijken en de koppeling maken met het bedrijfsleven en onderzoekers.” Delissen beaamt dit en sluit af met de woorden: “Een leven lang leren, dat geldt zeker ook voor ons.” Auteur: Susan Bink


D E P OLI T I EK H E E FT E E N G ROT E FOUT BE GA AN DOOR SM E R IG E AUTO’ S A L S SC H OON A AN TE M E RK E N Marco van Beek, directeur Autobedrijf Marco van Beek

T E LE MATICA IS DE GA M E C H ANGER IN D E AUTOW ERELD Marco van Beek, directeur Autobedrijf Marco van Beek

ME T VIE R WI ELEN DE STAD IN , IS VA AK TW E E TE V E EL WAT BE TR E FT AU TO´ S WAR E N WE I N NE D E R LAN D TOT VOOR KORT NOG E E N SOORT COMMU N I ST I SCH E STA AT. D E FISC A L E WE TGE V IN G BE PA A L D E IN WE LK TY PE AUTO WIJ RE D E N

Raymond Gense, directeur Next Urban Mobility

Raymond Gense, directeur Next Urban Mobility

IK K I J K ER N A A R UIT OM AC H T ER HET ST U U R E EN K R AN TJ E TE KU N N E N L E Z E N H AND E L BLIJFT E R A LTIJD

Jeff Bolders, directeur Arval Lease Duitsland

Marco van Beek, directeur Autobedrijf Marco van Beek

V RO E GE R VON D E N WER KNE ME R S D E AU TO VA N D E ZA AK B E LAN GR I JK . N U DR A A IT H E T A L L E M A A L OM M OBIL ITE IT Jeff Bolders, directeur Arval Lease Duitsland


RETAIL


R E TA I L

“MET VI ER WIELEN DE STAD I N , I S VA AK TWEE TEVEEL” IN 2030 ZAL NAAR VERWACHTING 60 PROCENT VAN DE WERELDBEVOLKING IN OVERVOLLE STEDEN WONEN. OOK IN NEDERLAND WORDEN DE STEDEN STEEDS DRUKKER, MET DAARDOOR MINDER RUIMTE VOOR DE AUTO. HET SCHETST DAN OOK GEEN VERBAZING DAT PON, VAN HUIS UIT EEN AUTO-IMPORTBEDRIJF, ZICH BEZINT OP NIEUWE MOGELIJKHEDEN VOOR EEN BEREIKBARE, SCHONE EN VERKEERSVEILIGE BINNENSTAD. RAYMOND GENSE, DIRECTEUR VAN DE PON START-UP NEXT URBAN MOBILITY, STORT ZICH DAARBIJ MET NAME OP DE MENSELIJKE BELEVING VAN MOBILITEIT EN DE VRAAG HOE HET SLIM COMBINEREN VAN VERSCHILLENDE VERVOERSMODALITEITEN VERLICHTING KAN BRENGEN. GENSE DENKT DAT WE DIT IN 2022 AL VOOR EEN BELANGRIJK DEEL VOOR ELKAAR HEBBEN. MET EEN VERSCHUIVING VAN BEZIT VAN VOERTUIGEN NAAR DELEN VAN MODALITEITEN EN EEN NOG BELANGRIJKERE ROL VOOR DE FIETS.

Deeloplossingen, die zijn er op weg naar de stadsmobiliteit van morgen genoeg. “We beschikken over meer dan voldoende techniek om oplossingen vorm te geven voor de verkeersdrukte in steden. De uitdaging is om die zo vorm te geven, dat de eindgebruiker er daadwerkelijk iets mee gaat doen. Steden voeren nu al veelvuldig pilots uit met verschillende deeloplossingen, maar tot een voor aanbieder en eindgebruiker werkende totaaloplossing komt het nog vrijwel nergens”, aldus Gense. Hier is een belangrijke rol weggelegd voor Next Urban Mobility: “Wij onderzoeken de mobiliteitsbehoefte van de consument en proberen de aanbieder, de gebruiker en de overheid op één lijn te krijgen. We opteren voor één systeem waarbinnen mobiliteit naar behoefte kan worden afgenomen. Mobility as a Service (MaaS) noemen wij dat.”

SNEL OP DE RIT Het gas erop, vaart maken en vooral gewoon doen: dat is het credo van Gense. “In 2022 hebben we al een flinke stap gemaakt als het gaat om de omvorming van het stadsverkeer. Gewoon, omdat het moet. Als de economie aantrekt, loopt de infrastructuur in Nederland in snel tempo vast. Die signalen zijn meer dan duidelijk.” Over vijf jaar zullen we in stadscentra nog meer delen van auto´s en ook fietsen zien, daarvan is Gense overtuigd. De drijvende kracht hierachter: de nieuwe generatie stedelingen. “De jongeren van nu hechten minder waarde aan bezit van mobiliteit, maar willen vooral eenvoudige toegang tot mobiliteit. Bij deze generatie maakt de eigen auto in de stad dan ook het eerst plaats voor een multimodale vervoer app waarmee je op afroep over de voor dat moment best passende modaliteit

kunt beschikken.” In 2022 is zeker nog niet iedereen om, maar deelfietsen en deelauto´s à la Pon-dochter Greenwheels zullen meer voorkomen in het straatbeeld. Vervoermiddelen en hun gebruikers zijn dan steeds meer verbonden via internet. “Een app ontwikkelt ons individuele, optimale reisplan. Met de (e-)fiets in een nog belangrijkere rol dan nu al het geval is, zeker ook voor de forens die niet elke dag in de file richting stad wil staan”, aldus Gense.

ZEGELTJESSPAARDERS MOETEN ‘OM’ Het credo van Gense: “Met vier wielen de stad in, is vaak twee teveel. In Nederland met onze typische Randstad is het vrijwel onmogelijk een OV systeem zo aan te leggen dat je zonder voor- en natransport van en naar je bestemming kunt reizen. De fiets vormt hierin al decennia lang een belangrijke schakel. Maar ook de relatief beperkte omvang van onze ‘grote’ steden, maakt dat verplaatsing met de fiets in veel gevallen de eerste keuze is. Mits je je fiets natuurlijk goed en veilig kunt stallen en je waar nodig ook toegang hebt tot een auto.” En aan fietsen geen gebrek in Nederland. Er zijn er zelfs meer dan dat we feitelijk nodig hebben en dat leidt ook weer tot parkeerproblemen. Om dat probleem op te lossen, pleit Gense voor fietsdeelsystemen. Maar dan wel gecoördineerd. “En dus niet zoals nu steeds vaker te zien is dat er in grote steden overschotten aan deelfietsen ontstaan, omdat verschillende aanbieders elkaar uit de markt proberen te drukken.” Of de Nederlander echt zo gemakkelijk afstand doet van zijn eigen auto? “Als zegeltjesspaarders laten wij ons relatief gemakkelijk fiscaal en financieel stimuleren en een ander gedrag aan-

52

wennen, mits we het nut ervan inzien. We moeten alleen op zoek naar een nieuwe balans tussen nuttig, goedkoop en comfortabel, om die omslag te kunnen maken. Wat betreft auto´s waren we in Nederland tot voor kort nog een soort communistische staat. De fiscale wetgeving bepaalde in welk type auto wij reden.”

STUDENT ALS SCHAKEL BINNEN ECOSYSTEEM Gense merkt op dat het onderscheid tussen de aandrijflijnen van auto´s onderling steeds kleiner wordt. Alle autofabrikanten moeten aan dezelfde zeer strenge wetgeving voldoen, waardoor de differentiatiemogelijkheden voor fabrikanten beperkter worden. “Het verschil moet (als altijd) komen van design en in toenemende mate van de (digitale) communicatiediensten die via het voertuig beschikbaar zijn om het reiscomfort te vergroten.” Het afstemmen op de wensen van de gebruiker blijft dus heel belangrijk. Alleen veranderen die wensen in snel tempo onder invloed van de nieuwe generatie reizigers en de stedelijke omgeving waarin ze wonen en werken. Dat betekent dat ook onderwijscurricula op de schop moeten. Studenten moeten leren hoe zij bepaalde vormen van mobiliteit in de samenleving kunnen integreren: “Hard- en software blijven wel belangrijk, maar de hoofdrol zal zijn weggelegd voor het aansluiten bij gebruikersgedrag in combinatie met digitalisering. Alleen als je als student in staat bent om in de huid van de gebruiker te kruipen, kun je succesvol zijn in de nieuwe mobiliteitswereld”, besluit Gense. Auteur: Corine Konings


R AYMOND GENSE (NEXT URBAN MOBIL IT Y )

EERSTE AUTO: Mosterdgele Autobianchi A112. “Ik heb hem destijds overgespoten in het rood met een zwarte motorkap (net zoals de snelle Abarth-variant).” HUIDIGE AUTO: Audi A4 G-tron DROOMAUTO: Klassieke Porsche


JEFF BOLDERS EERSTE AUTO: Hillman Imp HUIDIGE AUTO: “Een Caddy voor huis- tuin en keukengebruik en daarnaast een comfortabele reisauto.” DROOMAUTO: “Geen voorkeur, ik rijd sowieso heel weinig.”


R E TA I L

LEASE R I J D E R IN PART IC U LIE R JA S JE TOEN JEFF BOLDERS IN 1976 AFSTUDEERDE AAN DE HAN BESCHOUWDE HIJ ZICHZELF “HELEMAAL NIET ALS KANTOORJONGEN”. IN TIJDEN VAN CRISIS EN WERKLOOSHEID KWAM HIJ PER ONGELUK IN DE LEASEWERELD TERECHT, NAAR EIGEN ZEGGEN “WACHTEND OP BETERE TIJDEN”. TOT VOOR KORT STOND HIJ AAN HET HOOFD VAN ARVAL GERMANY, ONDERDEEL VAN DE FRANSE BANK BNP PARIBAS. MET EEN VLOOT VAN RUIM 1 MILJOEN LEASEAUTO´S IS ARVAL DE GROOTSTE AANBIEDER VAN FULL-SERVICE LEASE-OPLOSSINGEN VOOR ALLE MERKEN IN EUROPA. ZIJN “KANTOORBAAN” ZOU BOLDERS INMIDDELS NIET MEER WILLEN MISSEN.

Wie verwacht voor de deur van het knalrode gebouw van Arval in Houten een gigantisch wagenpark aan te treffen, komt bedrogen uit. Er is maar een enkele leaseauto te bespeuren. De verklaring daarvoor is simpel. Een groot deel van de auto´s wordt rechtstreeks bij de klant afgeleverd, een belangrijk onderdeel van de leaseconcepten van Arval. Op hoofdlijnen zijn dit er drie, uiteenlopend van short lease (0-3 maanden), mid term rentals (tot 2 jaar) en long term rentals (2-5 jaar). “Vooral bij long term rental kan de leaserijder zich helemaal gedragen als particulier binnen een onderneming. Hij kiest de auto van zijn favoriete merk, in de juiste kleur en met de gewenste opties”, aldus Bolders. “Vroeger vonden werknemers de auto van de zaak belangrijk. Nu draait het allemaal om mobiliteit. Als leasemaatschappij leveren we dan ook niet één pasklare oplossing, maar bieden een heel scala aan diensten aan, die passen in dat beeld.”

ELEKTRISCH EEN GROTE DROOM Of er al een trend te zien is in de vraag naar elektrische leaseauto`s? Vooralsnog vindt Bolders dat een grote droom. “Toen de fiscus schoon en zuinig rijden volop aan het sponsoren was, was iedereen er wel voor te porren. Inmiddels zien we die animo vanwege het wegvallen van belastingvoordelen weer verdwijnen.” Volgens Bolders moet de gebruiker gedwongen worden of er moet geen andere optie zijn, voordat hij de overstap waagt. “Tenzij elektrisch rijden daadwerkelijk veel goedkoper en gemakkelijker wordt, dan liggen de kaarten weer helemaal anders.” De directeur van Arval ziet wel een verschuiving van autobezit naar gebruik. Zeker in de stad. Hierop speelt Arval in met het private lease concept. “Je neemt in feite een abonnement op de auto met nul kilometers. Je hebt dan wel een auto ter beschikking en betaalt de kilometers alleen als je er ook echt mee rijdt”, aldus Bolders.

ACCU NIET DE OPLOSSING Opwekken van energie zonder uitstoot en emissieloos rijden is wat Bolders betreft geen enorm grote stap. “De bottle neck blijft echter de opslag ervan. We zien enkel marginale verbeteringen op het gebied van accutechniek en ik geloof niet in een echte doorbraak.” De Arval directeur bekijkt de problematiek liever op macroniveau. “Stuwmeren zijn een goede manier om goedkoop energie op te slaan. Die energie gebruik je vervolgens voor de productie van waterstof. Qua distributie moet er een hoofdrol zijn weggelegd voor de overheid. Ik geloof bovendien heilig in de brandstofcel, waarbij een accu in de vorm van een condensator wordt ontwikkeld, die de auto in een keer voorziet van een ´shot´ voor voldoende opstartpower. Dat is allemaal geen rocket science meer.”

KRANTJE ACHTER HET STUUR? Bolders zit zelf niet echt graag achter het stuur. Wel is hij liefhebber van motoren. Wie zijn woonkamer binnenloopt, kijkt dan ook even raar op. Deze wordt opgesierd door een ware eyecatcher, een custom build Harley Davidson. “Op de motor is zelf rijden nog echt leuk. Toen ik de Harley na anderhalf jaar stil te hebben gestaan, weer startte, deed hij het meteen. Van de dikke rookpluim die vervolgens de kamer vulde, was mijn vrouw minder gecharmeerd”, zegt Bolders lachend. “Verder ben ik een believer van autonoom rijden. Deze trend gaat doorgang vinden. Het weggebruik verbetert, het aantal ongelukken en files vermindert. Ik kijk er naar uit om achter het stuur een krantje te kunnen lezen.”

COMMERCIEEL EN COMMUNICATIEF Jezelf leren verkopen, dat is volgens Jeff Bolders de belangrijkste voorwaarde voor een succesvolle loopbaan. ”Studenten die kiezen voor een technische opleiding doen dit vooral vanwege hun technische ´drive´. Als je daarbij sociale en commerciële

55

vaardigheden mist, wordt het lastig om verder te komen. Ook intern moet je jezelf verkopen en zonder samenwerking ben je tegenwoordig nergens meer. Zowel opleidingen als studenten moeten dit onderkennen.” Arval organiseert met enige regelmaat snuffeldagen, waarbij studenten een kijkje in de leasekeuken komen nemen. “Studenten vinden Arval in eerste instantie vaak geen ´echt´ bedrijf, aangezien het technische aspect binnen deze onderneming ontbreekt. Door ze mee te nemen in de ontwikkeling van onze leaseconcepten en online mobiliteitsplatformen gaan ze snappen wat er allemaal achter steekt”, besluit Bolders. En daarmee wordt een kantoorbaan plotseling erg interessant. Auteur: Corine Konings


R E TA I L

ALLES DR A AIT O M EVOLU T IE WIE BINNENLOOPT IN DE SHOWROOM VAN VOLVO HENK SCHOLTEN IN ARNHEM WORDT METEEN DE 'HUISKAMER' IN GELOODST. DE KNUSSE RUIMTE MET COMFORTABELE STOELEN, INSPIRERENDE LECTUUR EN EEN LEKKERE KOP KOFFIE VORMT DE EERSTE STOP VOOR KLANTEN DIE EEN BEZOEK BRENGEN AAN DE VOLVO DEALER. DE KERNGEDACHTE VAN HET FAMILIEBEDRIJF IS DAN OOK NIET VOOR NIETS: KLANTEN MOETEN ZICH VAN MEET AF AAN THUIS VOELEN. ALGEMEEN DIRECTEUR HARALD SCHOLTEN VERTELT, WAAROM DE KERNGEDACHTE VOOR DE TOEKOMST IS EN BLIJFT ‘BELEEF HET GOEDE GEVOEL’.

Algemeen directeur Harald Scholten werpt niet alleen graag een blik vooruit, maar kijkt af en toe ook graag achterom. “Zo’n kijkje in de achteruitkijkspiegel laat me zien, dat onze toekomst bestaat bij de gratie van wat daarvoor is bereikt.” Het bedrijf, naar eigen zeggen “zo Volvo blauw als het maar kan”, vierde in 2016 zijn 35-jarig bestaan. Het heeft dan ook een rijk verleden. Een markante mijlpaal in het bestaan van de Arnhemse Volvo dealer dateert uit 2009. Waar concollega’s uit de branche in het crisisjaar hun deuren moesten sluiten, besloot Henk Scholten tot nieuwbouw in Arnhem en vernieuwbouw in Tiel. Een gouden greep, zo bleek. Sinds 2013 groeide de klantenkring van het familiebedrijf met 1.200 tot een totaal van 12.500. Het geheim achter het succes? De uitstekende basis, gelegd in 1981.

KLANTVISIE In 1981 is Henk Scholten al begonnen met een heldere klantvisie, ongebruikelijk voor die tijd. Het bedrijf stelde de klant centraal en op die basis werd het bedrijf stap voor stap verder ontwikkeld. Daarom hoefde Volvo Henk Scholten ook geen gigantische omslag te maken. De evolutietheorie van Charles Darwin geldt nog steeds, aldus Scholten: “Het is niet de sterkste of intelligentste die overleeft, maar degene, die zich het beste weet aan te passen”. Zo paste Volvo Henk Scholten in 2013 het beleid voor gebruikte auto’s aan en ging het zich uitsluitend richten op haar eigen rayons, de regio’s

in een straal van 15 kilometer rondom de vestigingen in Arnhem, Nijmegen, Ede, Tiel en Culemborg.

“AUTOBEZIT ZAL ALTIJD BLIJVEN” Hoewel het aantal deelauto’s in de grote steden toeneemt, gelooft Harald Scholten dat zeker in de landelijke provincies het bezit van een eigen auto belangrijk zal blijven. “Onze klanten, op zoek naar een auto in het premium segment, zoeken meer dan alleen een vervoermiddel. Het draait om merk en identiteit, om toegevoegde waarde. En daarbij profiteren we van het feit dat onze klanten woonachtig zijn buiten de echte grote steden, waar men veel meer aangewezen is op eigen vervoer.” Naast bezit zit ook het stuurwiel volgens Harald Scholten in de genen van de homo sapiens. “Het merendeel van de mensen is niet gemaakt om de controle uit handen te geven. Daar krijgen ze buikpijn van.” Hij denkt dan ook niet dat het stuur in de toekomst uit de auto zal verdwijnen. “Zelf sturen of autonoom rijden gaat een keuze worden, maar de mogelijkheid om het stuur zelf in de hand te houden, zal blijven”, aldus Scholten.

BIG DATA EN TECHNOLOGIE Over het antwoord op de vraag wat de meest dominante mobiliteitstrend gaat worden, hoeft men in Arnhem niet lang na te denken. “In de loop van de tijd is er aan het uiterlijk van een auto feitelijk niet zoveel veranderd. Maar als je kijkt naar de technologie en digitale snufjes, is er een hele nieuwe wereld

56

opengegaan. Auto’s worden niet alleen steeds meer uitgerust met elektronica, maar groeien meer en meer uit tot big data computers. De autotechnicus van weleer groeit uit tot IT’er.” Volvo Henk Scholten investeert dan ook veel tijd in het trainen van het personeel. “Technici denken veelal in enen en nullen. Zolang je je uitsluitend focust op de techniek is dat geen enkel probleem, zodra je contact hebt met de klant is zwart-wit denken niet gewenst en ook het grijze gebied van belang. Wij besteden intern dan ook extra aandacht aan de verbetering van de communicatieve vaardigheden van het personeel”, aldus Scholten.

MEER AANDACHT VOOR HET MKB In het mkb-bedrijf liggen de fysieke en digitale wereld dichtbij elkaar. Dat maakt een bedrijf als Volvo Henk Scholten ook zo interessant voor afgestudeerden van een automotive opleiding. “In grote industriebedrijven is deze afstand veel groter en is men vooral aangewezen op dashboardwijsheden. Wij merken meteen waar theorie en praktijk niet goed op elkaar aansluiten. De sleutel naar succes voor een automotive opleiding ligt dan ook in het contact met praktijkgerichte organisaties.” Studenten zijn dan ook van harte welkom om eens een kijkje te komen nemen bij Volvo Henk Scholten. Nippend aan een kop koffie in de huiskamer is de verleiding toch al begonnen. Auteur: Corine Konings


HAR ALD SCHOLTEN EERSTE AUTO: Volvo 360GLT HUIDIGE AUTO: Volvo V90 Diesel DROOMAUTO: “in elk geval een Volvo.”


MARCO VAN BEEK EERSTE AUTO: Volkswagen Golf D 1977 HUIDIGE AUTO: Mercedes-Benz G 350 Lang Bluetec 2013 DROOMAUTO: Mercedes-McLaren SLR Roadster


R E TA I L

T E L E MATICA ZET AU TOW ERE LD O P ZIJ N KOP TELEMATICA. MARCO VAN BEEK AARZELT GEEN MOMENT ALS HEM WORDT GEVRAAGD WELKE TREND ZIJN ONAFHANKELIJKE AUTOBEDRIJF HET MEEST GAAT BEÏNVLOEDEN. NIEUWE AUTO’S ZIJN TEGENWOORDIG ALLEMAAL ONLINE VERBONDEN MET DE FABRIKANT, DIE BELANGRIJKE DATA DIRECT DOORSPEELT NAAR DE DEALERS. EN HET LIJKT ER OP DAT DE ONAFHANKELIJKE AUTOBEDRIJVEN HET NAKIJKEN HEBBEN. VAN BEEK VERTELT HOE ZIJN BEDRIJF HIERMEE OMGAAT.

Als telg uit een ondernemersgezin zit de handel Marco van Beek in het bloed. Al op jonge leeftijd helpt hij mee in het autobedrijf van zijn vader. In 2008 neemt hij, na een carrière van 15 jaar bij Mercedes-Benz dealer Wensink, een autobedrijf over in Steenwijkerwold. Op 2 oktober 2012 wordt zijn bedrijf uitgeroepen tot Autobedrijf van het Jaar. Toch hangt er een donderwolk boven het hoofd van de automan in hart en nieren: de groeiende invloed van telematica. Van Beek legt uit: “Telematica is wat mij betreft de game changer in de autowereld. Alle sensoren die in een auto zitten, zijn online verbonden met de fabrikant. Als er een onderdeel vervangen moet worden, stuurt de fabrikant deze informatie door naar de dealer en deze belt vervolgens met de klant. Hier komen wij als onafhankelijk autobedrijf voorlopig niet in beeld.” Het boezemt Van Beek angst in, want door telematica verliest hij zijn grip op de klant.

VOORLOPER Van Beek is een groot voorstander van elektrisch rijden en kocht al in 2009 zijn eerste Tesla, een Roadster S. Maar zijn klanten waren hier nog niet klaar voor, zo bleek. Hij probeerde twee jaar de elektrische auto aan de man te brengen, maar tevergeefs. “Op een gegeven moment zeiden mijn klanten: ‘Houd nu eens op over die elektrische auto, ik wil gewoon een Mercedes-Benz!’ Ik voelde dat mijn bedrijf in het gedrang kwam.” Op een conferentie kwam hij Jeroen van der Veer, destijds topman bij Shell, tegen. Door hem realiseerde hij

zich dat hij zich beter kon blijven richten op de verkoop en reparatie van traditionele auto’s. “Een maand later verkocht ik mijn Tesla, met pijn in mijn hart. Er zijn heel veel mensen die vinden dat ik door had moeten zetten, maar dan zou mijn bedrijf nu niet meer bestaan.”

GEMISTE KANS Volgens Van Beek loopt het zo’n vaart nog niet met de transitie van de verbrandingsmotor naar zero emissie. En dit komt mede door verkeerde beslissingen op het hoogste politieke niveau. “De politiek heeft een grote fout begaan door smerige auto’s als schoon aan te merken. Hybride autobezitters hebben tientallen miljoenen euro’s gekregen, ook als ze de stekker thuis lieten liggen en met smerige auto’s rondreden. Dat is gewoon waanzin.” Van Beek vindt dat tien jaar geleden al de kilometerheffing ingevoerd had moeten worden. Dan reden er op dit moment veel meer elektrische auto’s rond dan nu het geval is. “Iedereen die schoon rijdt, hoeft weinig belasting te betalen, en iedereen die smerig rijdt, is veel duurder uit. Zo simpel is het. Een gemiste kans.”

PERSOONLIJKE AANPAK Van Beek houdt de laatste ontwikkelingen in Noorwegen nauwlettend in de gaten. Dit land tekende onlangs een verdrag dat er in het jaar 2025 geen benzine-, diesel- en lpg-auto’s meer verkocht mogen worden. Hij is benieuwd hoe Noorse autobedrijven hierop gaan inspelen. Met het oog op de

59

opkomst van telematica en e-mobility, heeft Van Beek besloten in het nieuwe pand dat volgend jaar wordt gebouwd, een nieuwe koers te gaan varen. “Ik ga me de komende tien jaar meer richten op de handel in auto’s, dan op reparatie en onderhoud. Want handel blijft er altijd.” Hij gaat prat op zijn persoonlijke benadering van de klant, en maakte al honderden filmpjes waarmee hij klanten, die online interesse hebben getoond in een auto, voor zich probeert te winnen. “Ik maak dan een filmpje waarin ik mijn hoofd naar de camera draai, de klant persoonlijk aanspreek en iets vertel over het bedrijf en de auto waarin de klant geïnteresseerd is. Heel simpel. Daar scoren we mee.”

HANDELSMAN Dat de auto van de toekomst anders in elkaar zit, daar twijfelt niemand aan. Een automonteur zal zich meer moeten gaan richten op het vervangen van onderdelen dan op het repareren ervan. Maar hoe het autolandschap er over tien jaar uitziet? Van Beek vindt het lastig in te schatten. Wat hij wel weet, is dat hij de MTS en HTS opleidingen autotechniek in Apeldoorn (sinds 1996 ondergebracht bij HAN Automotive in Arnhem) hartelijk wil bedanken voor de kennis en kunde die ze hem hebben bijgebracht. “Dankzij deze acht jaar studie heb ik tot op de dag van vandaag een voorsprong op de rest. Dat meen ik oprecht. Maar uiteindelijk ben ik toch meer handelsman dan techniekman.” Auteur: Susan Bink


ONDERZOEK

M ULT I D I SCI P LI N AI R ON DE R ZO EK A L S TOV E RWOO R D EEN DOCKING STATION MET EEN KEURIG INGEPARKEERDE VRACHTWAGEN MET OPLEGGER SIERT DE RONDETAFEL WAARAAN EEN DRIETAL HAN AUTOMOTIVE ONDERZOEKERS HEEFT PLAATSGENOMEN. OP SCHAAL WELTEVERSTAAN. HET PROJECT INTRALOG (INTELLIGENT TRUCK APPLICATIONS IN LOGISTICS) IS SLECHTS EEN VAN DE ONDERZOEKEN WAARMEE DE AFDELING RESEARCH VAN HAN AUTOMOTIVE ZICH BEZIGHOUDT. PETER VERSCHUT, MENNO MERTS EN ABHISHEK TOMAR BIEDEN EEN INKIJKJE IN DE TOEKOMST VAN COMPOSIETEN, AUTONOOM RIJDEN EN DUAL FUEL MOTOREN. HET TOVERWOORD DAARBIJ: MULTIDISCIPLINAIRE SAMENWERKING.

Achteruit inparkeren: niet alleen een precisiewerkje voor automobilisten, maar ook voor vrachtwagenchauffeurs die hun oplegger veelal op een steeds krapper oppervlak moeten ‘aandokken’. Met aardig wat zweetdruppels tot gevolg. HAN Automotive research zoekt naar een toekomstgerichte oplossing in de vorm van Automated driving, vertelt Abhishek Tomar. “Het grote probleem voor bestuurders van een vrachtwagen met oplegger is de kleine ruimte en het beperkte zicht aan een zijde tijdens het inparkeren. Momenteel werken we daarom in het project Intralog aan de ontwikkeling van een controller die het stuur van de chauffeur kan overnemen en de vrachtwagen moeiteloos op zijn plek kan zetten. Tomar, die in 2015 afstudeerde bij HAN Automotive en sindsdien actief is als onderzoeker, straalt als hij over zijn project vertelt. In zijn onderzoek draait het om de koppeling tussen theorie en praktijk, wat ook geldt voor het project ‘LNG Pilots’. Dit is de trots van zijn collega Menno Merts, onder andere actief op het gebied van dual fuel. “Vanuit de industrie is er veel vraag naar de toepassing van aard- en biogas in dieselmotoren. Daar komt nog eens bij dat de overheid het gebruik van alternatieve brandstoffen stimuleert, met het oog op de naleving van het Klimaatakkoord en de reductie van broeikasgassen. Volgens Merts typisch een onderwerp dat al in de praktijk werd toegepast, maar zonder goed te kijken naar de resultaten. “Daar proberen we nu een slag in te maken.”

ze zonder uitzondering de disciplines overstijgen. Voor het onderzoek betekent dat, dat we veel meer dan vroeger over de grenzen van automotive heen moeten kijken.” Multidisciplinaire samenwerking speelt ook een belangrijke rol in het onderzoeksveld van Verschut: de wereld van de composieten en de ontwikkeling van lichtgewichtconstructies. “In de automotive branche is massa- en serieproductie erg belangrijk, maar op het gebied van composieten komen we nog niet verder dan de fabricage van enkele stuks tot de productie in kleine series. In samenwerking met de faculteit Engineering en de Faculteit Economie en Management van de HAN kijken we nu ook naar een goed Business & Technology model om een volgende stap te kunnen zetten ten behoeve van de smart business en technology filosofie. Als je prachtige, maar onverkoopbare producten ontwikkelt, heb je de slag bij voorbaat al verloren. Daarom hebben we andere partijen nodig.” Niet in de laatste plaats het bedrijfsleven en collega-onderwijsinstellingen zelf. Waar de HAN en andere hogescholen en universiteiten hun opgedane kennis vroeger veelal binnen de eigen deuren hielden, werken zij nu proactief samen. “In tijden van stormachtige en snelle ontwikkelingen zijn we dankbaar wanneer we kennis kunnen delen en de vruchten kunnen plukken van de technische knowhow van anderen”, aldus Verschut.

ALLEEN SAMEN KOM JE VERDER

In de disruptieve automotive wereld is ook de wisselwerking met het bedrijfsleven voor HAN Automotive Research belangrijker dan ooit. Verschut: “De grote marktspelers geven aan op welke vlakken zij de belangrijkste ontwikkelingen zien, en dat is voor ons onmisbare input voor het doen van relevant onderzoek naar toekomstige ontwikkelingen.” Merts: “Door middel van onderzoek willen we niet alleen nieuwe knowhow voor onze studenten binnenhalen, maar ook het kennisniveau van klei-

De toekomst van onderzoek is meer dan ooit multidisciplinair: dat staat voor de afdeling HAN Automotive Research buiten kijf. Peter Verschut, onderzoeker alsmede innovation en business development manager, is dan ook druk doende met het koppelen van verschillende faculteiten. “Een uitdaging van jewelste,” zoals hij zelf zegt. “De automotive sector is meer in beweging dan ooit te voren. Voor alle ontwikkelingen geldt dat

IT´S ALL ABOUT COMMUNITIES

60

ne bedrijven opvijzelen. Ze kunnen bij ons werken met nieuwe technologie en testmethodes zodat ze worden klaargestoomd voor de toekomst.” Met behulp van zogeheten communities, waarin bedrijven, research en onderwijs integraal aan elkaar worden gekoppeld, doet de HAN er alles aan om deze samenwerking nog verder te verbeteren. Ook op materieel vlak haalt HAN Automotive de banden met het bedrijfsleven maar wat graag aan. “Bedrijven, die ons kunnen voorzien van persen, robots, extruders of andere zaken mogen altijd contact opnemen”, zegt Verschut met pretoogjes.

MEER DAN ALLEEN VINKJES De ideale student volgens de HAN onderzoekers? Iemand, die niet alleen komt om vinkjes en cijfers te halen. “Dat er enorme veranderingen op stapel staan, staat buiten kijf”, aldus Verschut. “Vroeger mocht je auto´s bij schadereparaties nog helemaal uit elkaar trekken. Met composieten kan dat allemaal niet meer en moet je écht begrijpen wat je aan het doen bent”, glimlacht hij. Het is dus zaak dat studenten meer dan ooit een brede kijk op techniek en materialen hebben. Of zoals Merts het verwoordt: “De kwaliteit van een goede student zit hem in de gereedschapskist”, oftewel in de bagage, die hij meekrijgt. “Docenten en onderzoekers moeten zorgen voor de overdracht van voldoende kennis van basisvakken als natuurkunde, thermodynamica en wiskunde. Als studenten die hebben, kan elk probleem worden aangepakt.” Dat onderschrijft ook de pas afgestudeerde Tomar. “Praktisch gezien is niemand een expert, zeker niet in de huidige wereld waarin technologie zo´n hoge vlucht neemt. Het is aan de docenten om de theorie aan te reiken en te laten zien hoe die er in de praktijk uit kan zien. Dan worden facts & figures sexy en doen studenten net dat stapje extra.” Auteur: Corine Konings


MENNO MERTS

PETER VERSCHUT

ABHISHEK TOMAR

EERSTE AUTO: Renault 4. “De perfecte studentenauto.”

EERSTE AUTO: Volkswagen Kever. “Hij was uitgerust met een 6 volt accu en wilde nooit starten in de winter.”

EERSTE AUTO: “Ik heb nog nooit een auto gekocht.”

HUIDIGE AUTO: BMW 545. “Ik heb ook nog steeds een Renault 4, voor het contrast.” DROOMAUTO: BMW M3

HUIDIGE AUTO: Volvo V40 DROOMAUTO: Lamborghini "Ik kan niet kiezen welke."

HUIDIGE AUTO: Geen DROOMAUTO: Chevrolet Impala SS 1967


I N 2025 ZAL M E E R DAN D E H E L FT VA N AL L E NIE UWE AUTO’ S ELEKTR I SCH Z I JN Vincent Everts, trendwatcher

AU TO´S M ET P LO F M OTOR ? DAT WORD E N V E RZ AM E LO B J EC T EN

AU TOMON T E U R OF CH AU FFE U R I S G E E N BA AN VA N D E TOE KOM ST Vincent Everts, trendwatcher

Patrick Langevoort, mobiliteitsmanager Allego

MI SSCH I E N R I JD E N W E I N 2042 WE L OP K RY PTON IE T Patrick Langevoort, mobiliteitsmanager Allego

IK VIND E L EK T RO M OTO R E N VO O R AU TO’S P ER D EFI NI T I E EEN SLEC H T E K EUZ E Toni Bienemann, directeur investeringsmaatschapij Peja

I K BE N GE K OP STURE N Tom Polman, hoofdredacteur vakblad AMT


GEBRUIKERS


PATRICK LANGEVOORT EERSTE AUTO: Citroën Visa HUIDIGE AUTO: VW e-Golf, volledig elektrisch DROOMAUTO: Volkswagen T1, elektrisch aangedreven


GEBRUIKERS

“OVER 20 JA AR ZIJN ALLE NIEUWE AUTO´S ZERO-EMISSIE” AL VOOR JE BINNENSTAPT BIJ ALLEGO IN ARNHEM SPRINGT EEN DING IN HET OOG: EEN IMPOSANT LAADPLEIN WORDT OPGESIERD DOOR EEN GROOT AANTAL ZWARTE STEKKERS AAN FELGELE KABELS, VERBONDEN MET CIRCA VIJFTIG OPLAADPUNTEN VOOR ELEKTRISCHE AUTO´S. DE MISSIE VAN HET BEDRIJF IS DAN OOK HELDER: WERKEN AAN EEN WERELD WAAR IEDEREEN ZIJN ELEKTRISCHE AUTO ALTIJD EN OVERAL KAN LADEN. PATRICK LANGEVOORT, SINDS 2015 MOBILITEITSMANAGER BIJ DE ARNHEMSE SPIN-OFF VAN NETWERKBEDRIJF ALLIANDER, NEEMT ONS MEE ´BACK TO THE FUTURE’.

Als pionier op het gebied van e-mobility ontwikkelt Langevoort bij Alliander al in 2009 een mobiliteitsplan, gericht op duurzaamheid en de volledige flexibilisering. De tijd bleek nog niet rijp, en het plan ging de ijskast in om er in 2013 weer uit te komen. Alliander spin-off Allego ziet het levenslicht en Langevoort wordt “het geweten van de organisatie”. Als verantwoordelijke voor interne mobiliteit en huisvesting motiveert hij alle collega´s met een leaseauto om met een stekker te rijden. “Alleen moet je iedereen daar wel in meenemen. Iemand die geen ervaring heeft met elektrisch rijden, weet niet wat de mogelijkheden zijn.” À propos mogelijkheden: toen hij in 2010 voor het eerst in een elektrische Nissan Leaf stapte, was het nog een hele uitdaging bij gebrek aan voldoende laadinfrastructuur en zonder te klappertanden de 125 km van Arnhem naar Haarlem te overbruggen. “In de winter had ik mijn handschoenen aan, anders was het geen doen”, vertelt Langevoort lachend. Inmiddels rijdt hij deze afstand fluitend – en de handschoenen blijven thuis.

DE GEBRUIKER CENTRAAL Technisch gedreven organisaties maken volgens Langevoort bij de ontwikkeling van mobiliteitsconcepten met enige regelmaat een kardinale fout: “Zij beredeneren vanuit de techniek wat goed is voor de gebruiker in plaats van andersom.” Lichtend voorbeeld daarvan zijn de ontwikkelingen in het openbaar vervoer. Technisch gezien lijkt het vervaardigen van een bus vol batterijen een goede optie, maar de

gebruiker heeft niets aan een bus waarin geen plek meer is voor mensen. En soms weet de gebruiker ook nog niet waar hij behoefte aan gaat hebben. Dat is de belangrijkste uitdaging voor de komende 20 jaar, voorspelt de mobiliteitsmanager. “Het grootste dilemma is de slimme koppeling van het wegen- en busnet, de energie-infrastructuur en laad- of tankpunten met dezelfde basisinfra en een heel andere vorm van stadsplanning. Daarbij opgeteld de poging zonder desinvesteringen te voldoen aan de veranderende behoeften van de maatschappij.” Is het niet lastig om iedereen daarvoor aan een tafel te krijgen? Wat betreft provincies en gemeenten is Langevoort optimistisch, maar in het vrije segment valt nog veel winst te boeken: “Het blijft lastig om puur commerciële ondernemingen met een investeringstermijn van 1-5 jaar vrijwillig tot duurzame techniek te bewegen, als de initiële investering op voorhand hoger lijkt dan een niet duurzaam alternatief. Ik hoop dat de markt dat zelf gaat oplossen.”

Voor hem is de hamvraag, welke energiedrager er in de voertuigen zit. Hebben we over 20 jaar te maken met een doorontwikkeling van de huidige batterijtechnologie, andere typen batterijen, een nieuwe, nog onbekende energiedrager of maakt waterstof een grote sprong? “Of misschien rijden we dan wel op kryptoniet”, zegt hij gekscherend. Gelet op de politieke haalbaarheid zet de mobiliteitsmanager zijn geld de komende 5 tot 10 jaar in op batterijaangedreven elektrische voertuigen en voorziet ook op de langere termijn een mix aan energiedragers. “Als we nu gebruik maken van drie brandstoffen, waarom zou dit er in de toekomst dan maar eentje zijn?”

STILSTAND EEN HALT TOEROEPEN De cijfers liegen er niet om: een gemiddelde auto staat 90 tot 95 procent van de tijd stil – en als er mee gereden wordt, zit er in de meeste gevallen maar 1 persoon in. Hoe gaan we hierin verandering brengen? Langevoort: “Als de markt erin slaagt, elektrisch vervoer voor iedereen betaalbaar te maken, komen ook de trends van bezit naar gebruik en die van zelf rijden naar autonoom vervoer dichter bij elkaar.” En daarmee kan het gebruik per auto omhoog en kunnen de kosten omlaag want “alleen de happy few” beschikt dan nog maar over een eigen exemplaar, lacht Langevoort, die zelf droomt van een reïncarnatie van een Volkswagen T1 – volledig elektrisch aangedreven.

KRYPTONIET De mens is van oudsher een reiziger. Sinds de middeleeuwen zijn we gemiddeld ongeveer een uur per dag onderweg. Langevoort gelooft dan ook dat we in 2042 nog steeds in een voertuig zitten. Dat dit dan volledig emissievrij is, staat voor hem buiten kijf.

65

FLEXIBELE MINDSET Door de snelle ontwikkelingen op het gebied van e-mobiliteit verandert ook het eisenpakket waaraan afgestudeerden van de opleiding HAN Automotive zullen moeten voldoen. Dat onderschrijft ook Patrick Langevoort. “We hebben nu en in de toekomst mensen nodig die de razendsnelle ontwikkelingen met hun hoofd kunnen blijven volgen en multidisciplinair denken. Die gewend zijn, vandaag linksaf te slaan om morgen toch weer gedeeltelijk rechtsaf te buigen”, besluit hij. En auto´s met plofmotor? Dat worden verzamelobjecten, maar voor de massa kan de stekker helemaal eruit... Auteur: Corine Konings


GEBRUIKERS

H E T EI ND E VAN D E P LO FAUTO VINCENT EVERTS WEET HET ZEKER, OVER TIEN JAAR ZIJN NIEUWE PLOFAUTO’S VERLEDEN TIJD. DE TRENDWATCHER GELOOFT HEILIG IN DE TOEKOMST VAN DE ELEKTRISCHE AUTO. VOOR ZIJN DEUR STAAT DE NIEUWSTE TESLA, HET ZELFRIJDENDE MODEL X. MÉT LUDICROUS MODE, WAARMEE JE BINNEN 3 SECONDEN ACCELEREERT NAAR 100 KM/UUR. HIJ IS ERVAN OVERTUIGD DAT IEDEREEN UITEINDELIJK DE ZELFRIJDENDE AUTO ZAL OMARMEN: “DE EERSTE TIEN MINUTEN DENK JE ‘WOOOH, DIT IS ENG’, MAAR DAARNA DENK JE ‘WOOOH, DIT IS RELAXED’.

Vincent Everts is trendwatcher (“ik was altijd de eerste met nieuwe technologie”), een van de oprichters van de Vereniging Elektrische Rijders en initiatiefnemer van het fonkelnieuwe platform Zelfsturing.it. In 2011 kocht hij zijn eerste elektrische auto, een Nissan Leaf, en sindsdien is hij ervan overtuigd dat iedereen in 2035 in een elektrische, zelfrijdende auto zal rijden. “Elektrische auto’s gaan drie keer zo lang mee, hebben drie keer zo weinig onderhoud nodig en zijn drie keer goedkoper per kilometer. De aanschafprijs moet alleen naar beneden, maar dat gaat de komende vijf jaar gebeuren. In 2025 zullen er elektrische auto’s van 15.000 euro op de markt komen, dan zal meer dan de helft van alle nieuwe auto’s elektrisch zijn.”

Hoe kijkt Everts hier tegenaan? “Ik heb al 100.000 km elektrisch gereden, maar nog nooit een probleem gehad. Behalve bij 5 km/uur op de parkeerplaats, dan moet je goed uitkijken.” Volgens Everts hoor je altijd wel de luchtweerstand en het geluid van de banden. “Wat wel een probleem is, zijn elektrische fietsen en scooters. Die hoor je echt niet aankomen.”

VERSPILDE ENERGIE

ZELFRIJDENDE AUTO’S Everts denkt dat het hebben van een eigen auto op den duur niet meer lucratief is. “Op het moment dat 10% van alle auto’s zelfrijdend is, worden alle andere auto’s waardeloos. Want deze 10% zelfrijdende auto’s nemen binnen de kortste keren 50 procent van alle gereden kilometers voor hun rekening. Zelfrijdende deelauto’s zijn veel goedkoper, je hoeft geen parkeergeld te betalen, ze worden optimaal benut, je kunt erin werken en je staat nooit meer in de file. Dan zou je wel gek zijn om zelf nog een auto te hebben.” De trendwatcher voorspelt dat tussen 2025 en 2045 alle auto’s met verbrandingsmotor worden uitgefaseerd. Hetzelfde geldt voor parkeerplaatsen in de stad. “Tussen 2025 en 2035 zal 50% van alle parkeerplaat-

sen hier verdwijnen. Rotterdam is hier al mee bezig. Dus we krijgen meer ruimte voor andere dingen.”

LAADPAALKLEVEN Hoe meer elektrische auto’s, hoe meer behoefte aan laadpalen in de publieke ruimte. Daar zijn er op dit moment nog te weinig van. Dat is het heetste hangijzer, volgens Everts. De gemeenten moeten over de brug komen met laadpaalsystemen. “Op dat gebied gebeuren momenteel hele bizarre dingen. In sommige grote steden mocht je gratis parkeren bij een laadpaal. Met als gevolg dat automobilisten hun auto daar een week lieten staan, het zogenaamde ‘laadpaalkleven’. Maar het moet andersom, automobilisten moeten juist voor deze plekken betalen. Ook als de auto is opgeladen.” Maar deze laadpaalproblematiek is slechts van tijdelijke aard. “Over drie jaar is dat probleem opgelost.”

GELUID Een elektrische auto maakt nauwelijks geluid. Dat is voor de bestuurder een groot voordeel, maar kan in het verkeer tot gevaarlijke situaties leiden. Het Europese Parlement kondigde in 2014 aan dat elektrische auto’s in 2019 meer geluid moeten gaan produceren.

66

Dat de elektrische auto groot potentieel heeft, daar zijn de meeste experts het wel over eens. Maar hoe zit het met de waterstofauto? Ook hier is Everts zeer uitgesproken over. “Waterstofauto’s zijn volkomen overbodig, dat gaat niks worden. Tijdens het proces van het omzetten van energie naar waterstof en van waterstof naar elektriciteit raak je al 80% van de energie kwijt. Een accu heeft 90% rendement en een waterstoftank 20%. Bovendien moet je dan ook nog overal waterstoftankstations van 2 miljoen euro uit de grond stampen.”

DE TELOORGANG VAN HET GARAGEBEDRIJF Een elektrische auto vergt veel minder onderhoud dan een auto met een verbrandingsmotor. Dit heeft grote gevolgen voor garagebedrijven. Volgens Everts zal bij de 9.000 garages in Nederland het onderhoud met factor drie verminderen. “Bij een elektrische auto is geen enkele vorm van onderhoud nodig, behalve de banden. De remmen slijten niet, want je remt af op de motor. Er hoeft geen olie meer te worden vervangen. Een elektrische motor gaat een miljoen kilometer mee. Automonteur of chauffeur is geen baan van de toekomst.” Wat zou Everts de huidige automotive studenten willen adviseren? “Software, heel veel weten over software. En business modellen. Je gaat geen auto’s meer verkopen, maar je verkoopt kilometers, je verkoopt vervoer. Luxe mobiliteit van deur tot deur wordt heel belangrijk, geïntegreerd met het openbaar vervoer.” De student van de toekomst zal dus de razendsnelle ontwikkelingen op de voet moeten blijven volgen. Met ludicrous mode. Auteur: Susan Bink


V INCENT EVERTS EERSTE AUTO: “Een lelijke eend. Eén jaar aan gesleuteld, nooit in gereden.” HUIDIGE AUTO: Tesla Model X P100D Ludicrous DROOMAUTO: Tesla Model 3 met autopilot ter waarde van €35.000 “die in 2019 mijn kinderen naar school brengt zonder mijzelf.”


TOM POLMAN EERSTE AUTO: Renault 19 HUIDIGE AUTO: Renault Mégane IV Estate GT205 DROOMAUTO: "Een goed sturende, en vermogende cabrio."


GEBRUIKERS

VA KBL A D A M T AL S S P IN IN H E T WEB VAN INFORMEREN NAAR VERBINDEN: IN DE AFGELOPEN 75 JAAR VAN ZIJN BESTAAN GROEIDE VAKBLAD AMT, HET VROEGERE VAKBLAD AUTO EN MOTORTECHNIEK, UIT TOT EEN BELANGRIJKE SCHAKEL TUSSEN AUTOMOTIVE PROFESSIONALS. TOM POLMAN STUDEERDE IN 2007 AF AAN DE OPLEIDING HTS AUTOTECHNIEK – TEGENWOORDIG HAN AUTOMOTIVE – EN STAAT SINDS 2013 ALS HOOFDREDACTEUR AAN HET ROER VAN DIT INMIDDELS MULTIMEDIALE MERK, DAT ZICH RICHT OP ‘EENIEDER IN EN OM HET AUTOSERVICEBEDRIJF’. DE MEESTE ABONNEES ZITTEN IN DE UNIVERSELE TAK EN DIE ZIEN ZICH NU EN IN DE TOEKOMST GECONFRONTEERD MET EEN FLINK AANTAL UITDAGINGEN. POLMAN KIJKT ALVAST VOORUIT.

“Als we kijken naar trends, dan kunnen we niet meer om de elektrische auto heen. Autofabrikanten investeren miljarden om elektrische modellen te lanceren en goedkoper te maken. Die ontwikkeling juichen wij als AMT alleen maar toe”, aldus Polman. De daarmee gepaard gaande verzameling van big data is echter niet alleen een reden tot vreugde, vooral niet voor universele autobedrijven. Hij legt uit: “Hoewel autofabrikanten verplicht zijn om de verzamelde data vrij te geven, gebeurt dat nu nog op veel verschillende manieren en via diverse websites. Er is nog geen sprake van uniformiteit.” Waar dealers profiteren van toegang tot het fabrieksnetwerk met data, zijn universele bedrijven aangewezen op betaalde fabriekswebsites en andere kanalen. Dit betekent veelal een flinke kostenpost.” Volgens Polman doen universele bedrijven er goed aan zich te specialiseren.

“ALLES WETEN ONMOGELIJK” Waar de auto vroeger vooral een carrosserie op wielen was, lijkt hij tegenwoordig meer op een rijdende computer. Waar universele bedrijven vroeger een dienstenpakket voor een breed aantal merken konden aanbieden, doen ze er nu goed aan zich te beperken tot een bepaald merk, denkt Polman. “Tegenwoordig is het bijna niet meer mogelijk om alles te weten van alle auto’s. En als je dat al denkt te weten, heb je nog alle bijbehorende data en apparatuur nodig. Dat is gewoonweg niet meer te betalen en noopt tot specialisatie”, aldus Polman. Met het online AMT Garageforum, dat inmiddels beschikt over bijna 30.000 leden, is AMT de verbindende schakel tussen autoprofessionals die hun kennis actief willen delen. “Je hoeft het wiel tenslotte niet opnieuw uit te vinden, als een ander een bepaalde storing al eens heeft opgelost”, zegt Polman. Daarnaast blijft AMT natuurlijk de professionals informeren via een vakblad, online kanalen, social media en diverse evenementen.

VAN AUTOMONTEUR NAAR AUTOTECHNICUS Het ‘zwartehandenwerk’, het ouderwetse ‘sleutelen’ aan een auto, behoort steeds meer tot het verleden. De autotechnicus van nu dient te beschikken over een flinke dosis IT-kennis, onderschrijft ook Polman. “Hij moet weten hoe netwerken in elkaar zitten en kennis hebben van nullen en enen.” Het draait echter lang niet allemaal om technische kennis, ook goede communicatieve vaardigheden zijn van doorslaggevend belang. En daar schort het nog wel eens aan, vindt de hoofdredacteur van AMT. “De klant wordt steeds mondiger en gaat steeds vaker online op zoek naar een oplossing voor een probleem met zijn auto. Ook moet je werk zien te ‘verkopen’ aan de klant, bijvoorbeeld een aircoreiniging. Jongens met een technische achtergrond zijn verbaal vaak minder sterk en ondernemers en opleidingen vergeten vaak om hun personeel en studenten hierin te trainen.”

“GEK OP STUREN” Polman is naar eigen zeggen “gek op sturen”. Hij kan zich dan ook nauwelijks voorstellen dat hij in de toekomst volledig autonoom zal gaan rijden. Toch heeft het ook voordelen. “Op 1 november 2016 stond ik in de ‘monsterfile’ tussen Rijswijk en Arnhem. De auto waarin ik zat stuurde zelf, en hield zelf afstand. Dat was stiekem toch wel heerlijk. Maar wat mij betreft blijft een auto altijd beschikken over een stuurwiel, zodat je voor de fun altijd zelf kunt blijven rijden. ”Als echte autoliefhebber kan Polman, woonachtig in een klein dorp in het oosten van het land, zich niet voorstellen dat hij ooit geen eigen auto meer bezit. “Ik ga ervan uit dat ik over 25 jaar nog steeds over een eigen auto beschik. Maar als je in de stad woont, rijst natuurlijk de terechte vraag, waarom je gezien de file- en parkeerproblematiek nog een eigen auto zou willen. Dan is een

69

mobiliteitsoplossing van A naar B het enige wat telt, via welke weg dan ook.”

AUTOBRANCHE DRIJFT OP PASSIE Voor een succesvolle carrière in de automotive branche zijn er volgens Polman eigenlijk maar twee dingen belangrijk: hart voor het vak en de wil om te blijven leren. “Toen ik in 2002 begon aan de opleiding HTS Autotechniek, kregen we stukje basiskennis mee over contactpunten, en al snel volgde turbotechniek en commonrail. De lesstof moet bijblijven, en dat is best lastig. “De komende 10-20 jaar gaat de branche meer veranderen dan in de afgelopen 100 jaar het geval was”, is een veel gehoorde kreet, zegt Polman. Hij onderschrijft dat en roept beginnende automotive studenten dan ook op om de ontwikkelingen in de branche op de voet te blijven volgen en zelf na te denken over mogelijke trends. “Als studenten bijblijven en doen waar ze goed in zijn, dan is een succesvolle carrière in de automotive branche of daarbuiten verzekerd.” Auteur: Corine Konings


GEBRUIKERS

“E LE K TROM OTOREN Z I J N VO O R P ER SO N E N AU TO’ S PER DEFINITI E EEN SL ECH TE KEUZ E ” “IK HEB MEER DAN 150 KLASSIEKE AUTO’S, WAARVAN DE HELFT ROLLS-ROYCES EN BENTLEYS. MAAR EIGENLIJK HOUD IK DE TEL NIET MEER BIJ.” AAN HET WOORD IS TONI BIENEMANN, DIRECTEUR VAN INVESTERINGSMAATSCHAPPIJ PEJA UIT ARNHEM, EN VERZAMELAAR VAN OLDTIMERS. HIJ HEEFT VOORAL ZIJN HART VERPAND AAN DE ROLLS-ROYCE EN DE BENTLEY. MAAR ZIEN WE KLASSIEKE AUTO’S OVER 25 JAAR NOG WEL TERUG IN HET STRAATBEELD?

Begin mei 2017 deed Toni Bienemann (1964) met zijn Rolls-Royce Silver Cloud III uit 1965 mee aan de Tulpenrallye. Een race met 200 oldtimers, 2515 kilometer van Oostenrijk naar Nederland. Van de 45 deelnemers in de expertklasse werd hij 13e. Zijn ogen stralen als hij erover vertelt. In zijn ‘First National Rolls-Royce & Bentley Museum’ zijn bezoekers op afspraak van harte welkom. Meer dan 150 classic cars staan hier te glimmen. Hij is een selfmade man, heeft als consultant naar eigen zeggen “goed verdiend voor een jong iemand”. Sinds 1992 is hij directeur van investeringsmaatschappij Peja in Arnhem. Het bedrijf investeert in veelbelovende ondernemingen, vastgoed, cultureel erfgoed en bezit fabrieken in China en Duitsland waar elektromotoren worden geproduceerd en gedistribueerd naar meer dan 40 landen.

zichzelf meer als aanhanger van de opkomende intrinsic value trend. Autoliefhebbers met veel achtergrondkennis, en altijd op zoek naar zeldzame auto’s. Auto’s waar niemand in het verleden acht op heeft geslagen, maar die nu bij een bepaalde groep zeer gewild zijn. Hij noemt als voorbeeld de Alfa Romeo Rio. “In de jaren zeventig zijn er voor de Braziliaanse markt 625 gebouwd, maar de motoren waren niet bestand tegen ethanol. Er zijn er nu nog vier over. Uiteraard heb ik er één in mijn collectie.” Deze intrinsic value trend gaat zich volgens Bienemann nog verder ontwikkelen. Liefhebbers willen auto’s met een boeiende geschiedenis. Zijn museum staat er vol mee.

VERLENGSTUK VAN DE WOONKAMER Bienemann gelooft niet dat we over 25 jaar helemaal niet meer in eigen auto’s rijden. Toch is hij zeer te spreken over het concept van deelauto’s, met name in de grote steden met weinig ruimte en dure parkeerplekken. “Voor een bepaalde groep zal dit zeker werken, maar het wordt volgens mij geen brede trend. Het karakter van de mens is te zeer gericht op bezit, vooral als het gaat om auto´s.” Met al die tech-

nische snufjes die tegenwoordig in moderne auto’s te vinden zijn, heeft Bienemann niets. “Nieuwe technieken zoals iPod aansluitingen, 17 inch schermen en geluidsinstallaties doen mij niets. Ik vind ze potsierlijk, weinig overwogen, vaak onlogisch en matig uitgevoerd. Verkeerstechnisch leiden ze af en ze zijn ook onderhoudsgevoelig.”

ELEKTRISCHE AUTO’S Hoe kijkt Bienemann tegen de opkomst van de elektrische auto aan? “Zij hebben zeker bestaansrecht, omdat je lokaal geen emissies hebt. Maar ze zijn vooral geschikt voor vervoermiddelen met een beperkte actieradius en vaste routes, zoals taxi’s en bussen. Ik vind elektromotoren voor auto’s per definitie een slechte keuze. Waarom? Het meevoeren van elektriciteit is een probleem. De zware accu’s gaan niet zo lang mee als gedacht, recycling is duur en kost veel energie. Bovendien zijn elektrische auto’s technisch gezien een stuk duurder dan auto’s met een verbrandingsmotor. Waterstofauto’s zouden voor de carbon footprint de betere keuze zijn. Maar helaas kost het bouwen van een waterstoftankstation drie keer zoveel als het realiseren van een elektrisch laadstation. De grote vooruitstrevende merken als Mercedes-Benz, Volkswagen en BMW zetten voor de nabije toekomst dan ook vol in op hybride auto’s.”

INTRINSIC EN PERCEIVED VALUE

CHINA ALS LICHTEND VOORBEELD

De ontwikkelingen in de automotive sector gaan razendsnel. Iedereen binnen de branche spreekt over zelfrijdende auto’s, deelauto’s, auto’s op waterstof en natuurlijk de elektrische auto. Rijden er over 25 jaar nog wel oldtimers over de Nederlandse wegen? Bienemann denkt van wel. “Er zijn nog steeds heel veel oldtimerliefhebbers, ondanks de strengere fiscale en milieuwetgeving. Er vinden binnen Europa per week 4 á 5 oldtimerrally’s plaats, er zijn veilingen, evenementen, beurzen. Hier komen ontzettend veel liefhebbers op af. Dit noem ik de perceived value trend. Het gaat hier om kopers van gangbare oldtimers zoals Porsches, Jaguars, Ferrari’s en Aston Martins. Zij kopen een oldtimer, rijden er een paar keer in, en dan verdwijnt het ding in de garage.” Bienemann ziet

Bienemann reist regelmatig naar China en ziet hoe efficiënt de infrastructuur daar is. Volgens hem is China het land van de toekomstige ontwikkelingen. “Een jaar of twintig geleden hadden ze daar al elektrische bakfietsen en brommertjes. Heel praktisch, omdat de steden daar veel groter zijn. China zal het eerste land zijn met meer dan 50 procent elektrische auto’s.” Hij adviseert de huidige automotive studenten om goed naar China te kijken en Mandarijn te leren. “En Duits, want ook in Duitsland gebeurt veel op automotive gebied. Bovendien ligt Duitsland om de hoek. Als je als automotive expert Mandarijn en Duits spreekt, ben je klaar voor de toekomst.” Auteur: Susan Bink

70


TONI BIENEMANN EERSTE AUTO: BMW 323i (1978) HUIDIGE AUTO: > 150 stuks DROOMAUTO: Rolls-Royce Phantom VI Frua Convertible (1973)


Where history becomes the future Hooper International is a coachbuilder, purveyor of bespoke and collectible automobiles and lessor of young- and oldtimers. Hooper International is specializing in the very top end of the market, building the most luxurious bodies possible and is also your trusted (local) address for smaller repairs, recomissioning, restaurations, upholstery, panel and bodywork, hoods and spare parts. All brands welcome. It is a non-profit organization sponsoring the first national Rolls-Royce and Bentley Museum in Arnhem, The Netherlands. Both organizations are part of the Peja Group - www.pejaproducten.com -

Hooper International BV | Van Oldenbarneveldtstraat 85a | NL – 6828 ZN Arnhem T. +31 (0)26 3568 113 | E. info@hooperinternational.com | W. www.hooperinternational.com


Workshops Stage-Afstuderen Community Kennisdeling Hbo onderwijs Verbinding ACE preferred partners Onderzoek


RESUMÉ


RESUMÉ

WA AR STA AT AUTO MOTI V E EN WA A R GA AT HAN AUTO MOTI V E N A A R TO E ?

Hadden we 10 jaar geleden kunnen voorspellen dat roken in een restaurant vandaag de dag ondenkbaar is? Hoe ziet de mobiliteit er over 10 jaar uit, bepalen autonoom rijdende voertuigen het wegbeeld? Disruptie is niet een op zich staande gebeurtenis, die betrekking heeft op traditionele business modellen bij opkomst van nieuwe technologische ontwikkelingen zoals bv digitale fotografie. Binnen de disruptie worden de explosieve vorm, die heel snel plaatsvindt en de langzame disruptie onderkend. In deze laatste vorm dienen veranderingen zich aan, iedereen ziet ze komen, het verzet is hevig, wordt ontkend wordt en zet toch door. Een vorm van langzame disruptie is duidelijk zichtbaar in de automotive industrie. Ontwikkelingen in de zelfrijdende auto, alternatieve brandstoffen en elektrificering, de 24 uurs economie en de grote invloed van data om er maar een paar te noemen zijn duidelijk zichtbaar. Wanneer deze veranderingen ons straatbeeld zullen bepalen is lastig te voorspellen. Wat zeker is: het is al begonnen! Hoe snel het zal gaan is onzeker. Of er over 5 jaar nog diesel-personenauto’s worden gemaakt weten we niet en wanneer de carrosserie nog uitsluitend uit lichtgewicht vezel versterkt kunststof bestaat ook niet. Maar dat de autowereld fundamenteel op zijn kop komt te staan is

wél duidelijk. Dit proces zal versnellen als nieuwe generaties op sleutelposities komen te zitten. Ze hechten weinig waarde aan persoonlijk autobezit en hebben met name behoefte aan mobiliteit, in welke vorm dan ook. Autofabrikanten plegen overnames en investeren in bedrijven die zich bezighouden met niet alleen zelfrijdende autotechnologie, maar ook met de randverschijnselen er omheen zoals het delen van voertuigen, parkeerbeheer, verkeersmanagement, slimme steden, slimme grids etc. Wat voor HAN Automotive duidelijk is, is dat wij onze studenten moeten opleiden voor een nieuw tijdperk, immers studenten die zich dit jaar melden voor de opleiding komen pas over minimaal 4 jaar op de arbeidsmarkt. Nieuwe aandachtsvelden en functies leiden ertoe dat aanpassings- en leervermogen is belangrijker dan kennis. Hoe de wereld er dan uit ziet kunnen wij niet te voorspellen, dat het anders is dan de wereld die wij nu zien is duidelijk. Voor onze opleiding is dat geen wake-up moment, we zijn met vernieuwingen voor ons instituut al in 2015 gestart. Het curriculum blijft op basis door de nauwe contacten met het bedrijfsleven hier op afgestemd. Brandstofcellen, nieuwe en alternatieve brandstoffen, gedrag van automobilisten,

75

slimme voertuigen, interactie met de omgeving en de werkplaats van de toekomst zijn projecten die actueel blijven. Voor het bedrijfsleven is het belangrijk dat er de komende jaren voldoende studenten kunnen blijven instromen bij HAN Automotive en zo veel mogelijk met de juiste bagage blijven afstuderen en aan de gang gaan bij hun nieuwe werkgevers. Ook voor de automotive branche blijft de “war for talent” actueel. Mensen moeten het mogelijk maken om de nieuwe technieken te implementeren binnen de mobiliteit. De huidige werknemers binnen de branche moeten blijven ontwikkelen en bijleren, vaak naar een ander niveau, veel nieuwe werknemers zullen in de branche instromen en veel van deze personen blijken studenten van HAN Automotive te zijn. Het bedrijfsleven zit niet stil, onze docenten en onderzoekers zitten niet stil, onze studenten zitten niet stil, wij blijven investeren in de toekomst. Laat de nieuwe tijden maar komen, wij zijn er klaar voor! Indien dit boek reacties bij u teweeg brengen en u wellicht een onbestendig gevoel geeft, dan hopen en verwachten wij dat u contact met ons opneemt. De discussie is wenselijk, wellicht zelfs noodzakelijk. Onze kanalen staan er voor open !


THE

WORKSTATION IT STARTS AT THE BEGINNING

The Workstation in Arnhem is de plek om te studeren, werken, koffie drinken of gewoon te chillen op het terras aan het Gele Rijdersplein. The Workstation is ook de lokatie van de Stichting StartUp Arhem, en daarmee de plek voor meer info en begeleiding bij het starten van je eigen onderneming. Daarnaast helpen wij om jouw ondernemende ambities waar te maken! Je werkt in een energieke omgeving met een ondernemende spirit. Wil je het zelf ervaren? Benieuwd? Kom eens kijken!

STUDENTEN

KRIJGEN

10% KORTING

OP VERTOON VAN DE STUDENTENKAART

is partner van The Workstation meer info: www.startuparnhem.nl

The Workstation

Openingstijden

Gele Rijders Plein 36 6811 AR Arnhem www.theworkstation.nl

Werkdagen: 08.00 tot 18.00 uur Zaterdag: vanaf 11.00 Zondag: vanaf 14.00


N AW O O R D

WAT OOIT EEN WI L D P L A N WA S. .. Het begon met een wild plan: het schrijven van een boek over HAN Automotive en over de toekomstbeelden die leefden bij onze relaties in het beroepenveld. Inmiddels ligt het boek voor u en heeft u waarschijnlijk al vele toekomstbeelden langs zien komen.

Het opstellen van een lijst met te interviewen personen was een eerste stap, het produceren van een boek is zo ongelofelijk veel meer. Dat wisten wij toen nog niet, maar met hulp van velen is het een boek geworden waar wij, directie, docenten en onderzoekers van HAN Automotive buitengewoon trots op zijn.

Het was een traject dat van tevoren niet goed in te schatten was, het spatte alle kanten op. Longlists, shortlists, leden van de Koninklijke familie, spor-

ters: nagenoeg alle relevante personen binnen de automotive industrie zijn de revue gepasseerd. Het maken van die lijst betekende ook keuzes maken, noodzakelijk om de breedte enerzijds en de diepte anderzijds te waarborgen. Met vele bedrijven binnen en buiten ons netwerk zijn voorbereidende gesprekken gevoerd, met als resultaat een definitieve shortlist. Daarbij hebben we natuurlijk veel te veel interessante bedrijven en personen moeten schrappen, maar dat is niet anders.

De grote drijvende kracht, onze steun en toeverlaat, de man die alle eindjes aan elkaar knoopte, die alle professionals introduceerde, met geweldige ideeën kwam als we even op een dwaalspoor dreigden te raken: Ferry Nijhof, directeur eigenaar van Nijhof Marketing Communicatie. Zelfs in perioden van moeizame voortgang wist Ferry het traject weer op gang te helpen. Wij zijn Ferry en zijn collega’s zeer dankbaar, voor zijn noeste begeleidingswerk, zijn doorzettingsvermogen en zijn uithoudingsvermogen om met ons, enthousiaste amateurs, dit traject tot dit geweldige einde te brengen.

De beelden in dit boek zijn allemaal gemaakt door Marius Hille Ris Lambers. Met engelengeduld en het maken van vele tientallen foto’s per interview heeft hij gezichten gegeven aan de geïnterviewden. In de basis hebben we Marius de opdracht gegeven om de beelden ook het verhaal te laten vertellen en onze gesprekspartners te vangen in hun natuurlijke omgang. Bij het maken van de selectie, nabewerking en uitsnijdingen heeft Marius de volledig vrije hand gekregen; wij zijn immers automotive engineers en geen fotografen. Het resultaat mag er zijn.

Wat is een boek zonder tekst? We hebben in overweging genomen om interviews af te laten nemen door studenten, we hebben zelfs nog overwogen om dit in eigen hand te nemen. Een verlangen naar een eenduidige stijl, fatsoenlijk Nederlands en het gevaar van onze eigen vooringenomenheid heeft ons doen besluiten om hulp te zoeken bij twee professionals, twee dames, die onbekend waren met de thematiek en zelf niet veel op hebben met voertuigen. Juist dat heeft het boek gemaakt tot wat het nu is. Wij dagen iedereen uit zich bij ons te melden die het beter, sneller, ongedwongener en professioneler kan dan Susan Bink en Corine Konings. Beide dames zijn werkzaam bij mediamixx, een communicatiebureau sterk is in cross-border communicatie.

Ten slotte willen wij natuurlijk een woord van dank richten tot alle geïnterviewden: Henk, Patrick, Koen, Tom, Jeff, Marco, Benno, Bram, Kees, Frans, Lindy, Ad, Ino, Koen, Dorus, George, Dennis, Raymond, Toni, Wout, Folkert, Hans, Annemiek, Toin, Marjolein, René, Maarten, Ies,

Coen, Vincent, Harald, Kees, Peter, Menno en Tomar, die hun kostbare tijd en visie met ons hebben gedeeld bij het tot stand komen van dit bijzondere boek. Sommigen hebben zelfs de bereidheid getoond om ook financieel een bijdrage te leveren. Mede hierdoor kunnen wij

u dit prachtige boek overhandigen. Wij hopen dat u er net zoveel plezier aan beleeft als wij.

77

Een moment om na al die krachtsinspanningen van het afgelopen jaar even stil te staan bij de bijdrage van velen.

HAN Automotive HAN Automotive Research


Welcome to Global Printing Solutions World

www.gpsgroup.eu.com


COLOFON UITGEVER: HAN Automotive 100 jaar wordt uitgegeven door HAN Automotive, onderdeel van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen.

CONCEPT: Donald Wiedemeyer – Mediamixx; Ferry Nijhof – Nijhof Marketing Communicatie

TEKSTEN: Corine Konings, Susan Bink – Mediamixx; Koen Lau; HAN Automotive

FOTOGRAFIE: Marius Hille Ris Lambers – Onestop Fotografie & Marketing

VORMGEVING: F-Graphics, Nijmegen

DRUKKERIJ: GPS Group

VERSPREIDING: CORRESPONDENTIEADRES: HAN Automotive, Postbus 2217, 6802 CE Arnhem Ruitenberglaan 29, 6826 CC Arnhem, Koen.lau@han.nl, 06-55208732

Han Automotive 100 jaar wordt in controlled circulation van 6.000 exemplaren verspreid. Voor aanvraag van deze specials uitgave kunt u contact opnemen met HAN Automotive. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of overgenomen worden zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. De uitgever kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor de inhoud van dit boek.


Nieuwsbrief ontvangen? www.amt.nl/nieuwsbrief


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.