Ik ben onlangs nog eens op kamp geweest. Vroeger deed ik dat wel vaker, maar sinds ik de dertig gepasseerd ben, was het mij niet meer overkomen. Het is te zeggen, het voelde aan als een kamp, maar het was het eigenlijk niet. We hadden nog net geen leefgroepen ingedeeld, zo met allemaal verschillende sjaaltjes, u kent het vast wel. Het zit zo: elk jaar trekken we met ‘de vrienden’ voor één weekend de wijde wereld in. Dit keer viel de keuze op het verre Limburg — dé Limburg, zoals wij in de Kempen graag zeggen — alwaar we een gigantisch piramidevormig onderkomen vonden. Vroeger hadden we bij wijze van spreken genoeg aan een grote tent of konden we allemaal samen in één of ander Duits gehucht terecht waarvan de naam verwijst naar de gemeentelijke wafelenbak, het lokale hoogtepunt van het jaar. Om u maar een idee te geven.