Human Lente 2017

Page 1

In-

ter-

viw

INTERVIEW HEDY D’ANCONA ‘IK WORD LATER VAST EEN KRIBBIGE PATIËNT’ WIJ NEDERLANDERS GROTE EGOÏSTEN? VALT REUZE MEE HET DUIVELS DILEMMA VAN DEURWAARDER ED KROM

Humanistisch Verbond | omroep HUMAN | lente 2017

‘We doen het zelf’ ANNEMARIE HAVERKAMP

‘Ik ben bang dat ze Job later in zijn luier en met zijn iPad in een hoekje leggen’


INHOUD

Hoe zit het met de cijfers?

Willen jongeren wel voor anderen zorgen? Of vrijwilligerswerk doen?

4

28 Column Boris van der Ham 30 Duivels dilemma Ed Krom is deurwaarder met hart en ziel,

Langs de humanistische meetlat

Arjan Visser interviewt Hedy d’Ancona

34 ‘Mijn baby in haar puberlichaam’

Wij Nederlanders grote egoïsten? Valt reuze mee. Een fotoreportage

8 16 18

Hoe zat het ook alweer met... Freud, ontdekker van het onbewuste

We doen het zelf

2

soms ook met tegenzin

Weekboek van Sanne Kloosterboer, moeder van de zwaar gehandicapte Yaël

42 44

Column Marli Huijer Gespot Kijken, luisteren, doen en lezen


VOORWOORD

COLOFON

Niks geen dikke-ikken

HUMAN magazine is een uitgave van het Humanistisch Verbond en omroep Human. Het verschijnt vier keer per jaar en wordt verspreid onder leden en belangstellenden.

Cathelijne was achttien toen bij haar moeder de ziekte van Alzheimer zich openbaarde. Twaalf jaar lang zorgde ze samen met de thuishulp voor haar, tusen colleges en werkgroepen door. Pas sinds een paar weken woont Cathelijne op zichzelf. Nog steeds gaat ze twee, drie keer per week bij haar moeder langs. Een ander voorbeeld. Sanne is de moeder van Yaël. Yaël heeft de verstandelijke vermogens van een baby. Haar moeder is haar baken. De zorg van Sanne voor Yaël zal niet ophouden als haar dochter achttien is; integendeel. Hoe zorgen we voor elkaar en onze omgeving? Voor je zieke ouders bijvoorbeeld als je zelf in het spitsuur van het leven zit, zoals het geval was bij onze columnisten Boris van der Ham en Marli Huijer? Hoe zet je een ecodorp op, of hoe verander je met de buurtbewoners het krimpdorp waar je woont in een AA-locatie? Wij Nederlanders worden wel egocentrisch en individualistisch genoemd, allemaal ‘dikke-ikken’. De cijfers spreken een andere taal. Er zijn 2,6 miljoen mantelzorgers en bijna de helft van de Nederlanders doet vrijwilligerswerk. Zelfs jongeren denken veel vaker aan anderen dan we geneigd zijn te denken, volgens ons eigen onderzoek. Natuurlijk zijn er veel dikke-ikken. Maar in deze Human staan de schijnwerpers een keer gericht op de mensen die zich bekommeren om anderen of hun leefomgeving. Mensen voor wie het doodgewoon is de verantwoordelijkheid niet af te wentelen, maar om het zelf te doen. José Rozenbroek Hoofdredacteur HUMAN magazine

3

Omroep Human werkt nauw samen met de VPRO. Zo maken de VPRO en omroep Human samen programma’s als Argos en De Volmaakte Mens. Ledenadministratie Humanistisch Verbond Telefoon: 020 5219000 E-mail: leden@humanistischverbond.nl Ledenservice omroep Human Telefoon: 088 2058058 E-mail: ledenservice@human.nl Hoofdredactie José Rozenbroek Eindredactie John Min Art direction Sabine Verschueren Correctie Martine de Wijs Uitgever Christa Compas Medewerkers Paulien Boogaard, Koos Breukel, Lars van den Brink, Linelle Deunk, Valerie Granberg, Kiki Groot, Boris van der Ham, Jacqueline van den Heuvel, Marli Huijer, Margalith Kleijwegt, Sanne Kloosterboer, Annelies de Korver, Roberto Lobosco, John Meiskens, Bas Nabers, Marijn Scheeres, Arjan Visser, Chantal van Wessel, Esther Wit Redactieraad Bert Janssens, Marc Josten Redactieadres info@magazinehuman.nl HUMAN digitaal magazinehuman.nl Druk Senefelder Misset Doetinchem Coverfoto Kiki Groot


HOE ZIT HET MET DE CIJFERS?

Straks nog even langs bij oma en opa School, bijbaantjes, sport, shoppen, en altijd de app natuurlijk: jongeren hebben al geen tijd genoeg voor zichzelf, laat staan voor een ander. Tot zover de beeldvorming. Vier op de vijf jongeren wil best voor iemand zorgen, één op de vijf doet dat al. En zeven op de tien doet vrijwilligerswerk. Tekst ROBERTO LOBOSCO Infographics CHANTAL VAN WESSEL Een generatie met de aandachtsspanne van een druif. Dat is een veelgehoorde opvatting over ‘onze jongeren’ die vooral append door het leven gaan. Dat beeld klopt gewoon niet, blijkt uit representatief onderzoek van 3FM Tussenuur (Human) samen met JijVandaag onder 1045 jongeren tussen 12 en 14 jaar. Zo gaf bijna zeven op de tien jongeren (68 procent) aan dat ze weleens aan vrijwilligerswerk deden of op dit moment doen, meestal in de zorg-, cultuur- of sportsector. “Als ik er de tijd voor heb, vind ik het geen probleem,” zegt een deelnemer aan het onderzoek. “Als het gewoon

4

leuk werk is en je helpt er ook nog iemand bij, dan vind ik het prima”, zegt een ander. De jongste generatie is in ieder geval bereid om na te denken over vrijwilligerswerk. Een deelnemer schreef: “Of ik later ‘echt’ vrijwilligerswerk zou doen hangt af van of ik me verbonden voel met het doel en of het mij daardoor voldoening geeft.” Zorg voor een ander Ook de zorgbereidheid onder jongeren is groot. Vier op de vijf jongeren (83 procent) is redelijk tot heel bereid om zorg voor iemand in zijn omgeving op zich te nemen. Eén op de vijf (21 procent) heeft weleens voor een ouder of langdurig ziek familielid gezorgd of doet dat momenteel. Sowieso gaat tweederde van de jongeren (67 procent) uit eigen initiatief op bezoek bij zijn grootouders. “Mijn opa was net overleden en mijn oma had het hier erg moeilijk mee”, schreef een jongere. “Ik heb enkele maanden bij haar in huis gewoond om te helpen met het huishouden, bankzaken en wat opknapwerk aan het huis. Inmiddels staat ze weer op eigen benen.” Hulpvaardig Jongeren zijn hartstikke hulpvaardig. Meer dan vier op de tien jongeren (44 procent) biedt onmiddellijk hulp aan wanneer hij of zij ziet dat iemand zich niet goed voelt. Ongeveer de helft van de ondervraagden (49 procent) wacht eventjes voordat hij of zij vraagt of er iets mis is. Slechts één op de twintig (5 procent) doet helemaal niets. Hoe zou dat bij ouderen zijn? Hoe dan ook: al met al geen reden tot zorgen over de nieuwe generatie als het gaat om zorg voor en hulp aan de ander. < Meer weten over het onderzoek van omroep Human? Kijk op 1vjongerenpanel.eenvandaag.nl


1. BEZOEK JE JE OPA(’S) EN/OF OMA(’S) WELEENS UIT JEZELF?

Ja 67%

Nee 30%

Weet niet/ geen mening 3%

5


2. ALS IEMAND IN JE OMGEVING ZIEK ZOU WORDEN, ZOU JE DAN BEREID ZIJN DE ZORG VOOR HEM OF HAAR OP JE TE NEMEN?

Heel bereid 19% Redelijk bereid 64%

Niet zo bereid 13%

Helemaal niet bereid 1%

Weet niet/geen mening 3%

3. HEB JE WELEENS VRIJWILLIGERSWERK GEDAAN?

30% Ja, ik doe momenteel aan vrijwilligerswerk

38% Ja, ik heb in het verleden

aan vrijwilligerswerk gedaan

30% Nee 2% Weet niet/geen mening 66

?


4. IN WELKE SECTOR/SECTOREN DOE OF DEED JE AAN VRIJWILLIGERSWERK?

24% 24% Zorg Zorg

Cultuur Cultuur

27% 27%

18% 18%

Onderwijs Onderwijs

Bijvoorbeeld Bijvoorbeeld taalles, taalles, voorlezen voorlezen

Anders, Anders, namelijk... namelijk...

10% 10% Politiek Politiek

40% 40%

Sport, Sport, scouting, scouting, kerk, kerk, toneel, toneel, milieu milieu

9%9% Buddy Buddy

Bijvoorbeeld Bijvoorbeeld activiteiten activiteiten met met ouderen ouderen of gehandicapten of gehandicapten

5. ALS IEMAND IN MIJN OMGEVING ZEGT DAT HIJ ZICH NIET GOED VOELT, DAN... 53% 53%

Probeer Probeer ik de ik de situatie situatie meteen meteen beter beter te maken te maken

7

43% 43%

Probeer Probeer ik te ik helpen te helpen zodra zodra diegene diegene daar daar omom vraagt vraagt

2%2% 2%2%

? ?

Probeer Probeer ik diegene ik diegene met met rust rust te laten te laten tottot hethet beter beter gaat gaat

Weet Weet niet/ niet/ geen geen mening mening


LANGS DE HUMANISTISCHE MEETLAT

‘Ik word later vast een kribbige patiënt, zwevend tussen dankbaarheid en ongeduld’ Overal op afstappen. Niets uit de weg gaan. Doén, ook al vind je het griezelig: dat is altijd het devies geweest van HEDY d’ANCONA (79). Het leverde een turbulent liefdesleven op en een veelzijdige politieke en bestuurlijke carrière. “Aan het feit dat ik dood zal gaan, besteed ik nog niet zo veel aandacht. Vervelend. Niet leuk. Maar verder? ’t Is ook wel lekker rustig als het straks allemaal voorbij is.”

8

Tekst ARJAN VISSER Fotografie KOOS BREUKEL


9


10


A

ls je, zoals Hedy d’Ancona, al zo’n veertig jaar in de publieke belangstelling staat, zijn niet alleen je standpunten over van alles en nog wat honderden keren genoteerd, maar werd even zo vaak het interieur van je huis - steeds weer die marmeren vloer -, het uitzicht op de Amstel - links de Magere Brug, rechts Carré -, je veranderende uiterlijk - met name het kapsel en de oogopslag - en je turbulente liefdesleven in krant en tijdschrift beschreven. Wat het laatste onderwerp betreft: alsjeblieft, niet wéér over de vaders van haar twee kinderen, niet nóg een keer over die driehoeksverhouding uit de jaren zeventig beginnen. Ze is al bijna een kwart eeuw gelukkig met Aatje Veldhoen (82), de kunstschilder - o kijk, hij wordt juist in een taxi geholpen die hem weer terug zal brengen naar zijn eigen huis, hemelsbreed anderhalve kilometer verderop. “Even zwaaien hoor”, zegt Hedy. “Dag, dáág! Doet-ie altijd: zwaaien. En straks gaat hij me bellen om te zeggen dat hij goed is aangekomen. Toen Aatje in 2004 een herseninfarct kreeg, heb ik een jaar bij hem in huis gewoond. Die 24-uurszorg was op den duur niet meer nodig, maar ik moet er wel voor hem zijn. Ik kook iedere avond. We slapen

11

samen. Hij kan weleens een nacht alleen zijn, maar toch: liever niet.” Gaat het je goed af, verzorgen?

“Dat is moeilijk te zeggen. Hoewel Aatje veel aandacht nodig heeft, is het nog goed mogelijk om er een eigen leven op na te houden. Ik heb ook mijn moeder verzorgd - ze is hier gestorven - maar die eindfase heeft slechts drieëneenhalve week geduurd. Ik ben dus niet echt op de proef gesteld; het brevet van superverzorgster kan in ieder geval nog niet worden uitgereikt.” Denk je dat jij zelf makkelijk te verzorgen bent?

“Oei, haha, daar heb ik nog niet zo bij stilgestaan. Ik ben een dominant persoon, dus ik kan me voorstellen dat het lastig wordt. Het is natuurlijk heerlijk als een ander je helpt, maar ik kan er slecht tegen om bemoederd te worden. Daar stoor ik me nu al aan. Ik kom zelden in een ziekenhuis, maar als ik daar ben en zo’n medewerker zegt: ‘U mag met me meekomen’, dan begin ik al te koken. U mág? Ik moet toch gewoon? Waarom zeg je dat niet? Of dat ik met ‘we’ wordt aangesproken: ‘Wat gaan we doen?’ Ook zoiets verschrikkelijks. Ik zal dus waarschijnlijk een kribbige patiënt zijn, zwevend tussen dankbaarheid en ongeduld. Ongeduld is een opvallende karaktereigenschap van mij.” Nieuwsgierigheid ook.

“Ja. Zeker. Overal op afstappen. Niets uit de weg gaan. Doe het maar, ook al vind je het griezelig. Dat is altijd mijn devies geweest. Je hoort vaak zeggen dat de wereld van de ouder wordende mens kleiner wordt, maar ik ervaar juist het tegenovergestelde: ik ben sensitiever geworden voor de dingen die zich om mij heen afspelen. Misschien komt het wel doordat ik vroeger meer beslommeringen had dan nu. Ik bedoel: je laat je kinderen nooit helemaal los, maar verantwoordelijkheden verschuiven wel en er ontstaat gaandeweg steeds meer vrijheid.”


LANGS DE HUMANISTISCHE MEETLAT Maak je je niet ongerust als je kijkt naar de dingen die zich om je heen afspelen?

“Natuurlijk. Ik ben een Europeaan, ik ben een globalist. Het is voor mij een verschrikking om te zien hoe het nationalisme toeneemt. In Amerika, in Frankrijk, hier. Rampzalig.” In verhitte discussies wordt Nazi-Duitsland er vaak bijgehaald. Biografie -

1937 Geboren op 1 oktober in Den Haag.

-

1962 - 1965 Producer VARA-televisie.

-

1965 - 1975 Wetenschappelijk

hoofdmedewerker Instituut Sociale

Geografie UvA.

-

1972 - 1981 Mede-oprichtster/

hoofdredacteur Opzij. -

1974 - 1981 Lid Eerste Kamer.

-

1975 - 1981 Directeur Centrum

Beleidsadviserend Onderzoek.

-

1981 - 1982 Staatssecretaris van Sociale

Zaken en Werkgelegenheid.

-

1982 - 1983 Lid Eerste Kamer.

-

1983 - 1989 Lid Europees Parlement.

-

1989 - 1994 Minister van Welzijn,

Volksgezondheid en Cultuur.

-

1994 - 1999 Lid Europees Parlement.

-

2002 Ontvangt de Aletta Jacobsprijs.

-

2003 Publiceert autobiografie Het

persoonlijke is politiek.

-

2007 Comité van aanbeveling Nederlands

Sociaal Forum.

-

2009 - heden Verschillende bestuursfuncties, onder andere bij Mug met de gouden tand, Movies that matter, Een Ander Joods Geluid, de Fiep Westendorp Foundation, de Ritman Bibliotheek en de Oude Kerk van Amsterdam.

-

2017 Studiekringen50plus,

Steuncomité Israëlische Vredes- en

Mensenrechtenorganisaties.

12

“Ja. Dat vind ik ver gaan. De geschiedenis herhaalt zich bovendien nooit op precies dezelfde manier. Maar ook zónder die verwijzing vind ik nationalisme al weerzinwekkend; er kleven altijd racistische elementen aan. Eigen volk. Eigen kleur. Eigen cultuur! Ineens hechten we allemaal een enorm belang aan onze joods-christelijke tradities, maar als je al die koekenbakkers vraagt wat ze daar precies mee bedoelen, krijg je daar geen antwoord op. Ja, eh, nou, dat het ‘van ons!’ is. Het is gewoon ordinair gebrul. En niet alleen van Wilders met dat rare haar - maar ook die mensen van DENK doen eraan mee. Ik moet je zeggen: toen ik minister was, hadden we weliswaar slechts één zo’n raar mannetje in de Tweede Kamer zitten (Hans Janmaat, Centrum Democraten, AV), maar er was ook een onuitgesproken opvatting, gedeeld door de regering en de oppositie, dat, bijvoorbeeld, het vluchtelingenvraagstuk niet in debatten, en ook niet als een electoraal issue zou worden gebruikt. Tot Bolkestein die ‘afspraak’ aan zijn laars lapte. Daarna was het hek van de dam. Politiek correct is inmiddels een scheldwoord geworden, nou, ik vind het een geuzennaam. Ik zou willen dat we weer politiek correct werden met z’n allen. En we hebben iemand nodig je bent dan al snel geneigd om te zeggen: een sterke man, maar een sterke vrouw mag ook, maak niet uit, laten we het houden op een sterk ding - die de kiezers weet te verleiden. Je moet mensen niet bevestigen in hun angst,


niet in hun gevoel tekort gedaan te zijn. Laat ze door jouw ogen naar een ándere wereld, een betere samenleving kijken. We gaan het eerlijker verdelen. Niet alleen het inkomen, maar ook de kennis en de macht. Joop den Uijl wist die boodschap goed te brengen. Femke Halsema had het gekund. Jesse Klaver is zo ver nog niet. Nee, qua sterke dingen moeten we nog even geduld hebben, ben ik bang.” Je hebt in je politieke carrière van alles zien komen en gaan. Heb je enig idee hoe lang het duurt voordat…

“Ja, luister eens, ik kan niet in de toekomst kijken. Ik ben toch geen heks?” Zorgt die vrijheid van het ouder worden er ook voor dat je meer tijd neemt om je eigen leven te overdenken?

“Dat weet ik niet... Ik droom wel vaak over mensen die er niet meer zijn. Mensen die een grote impact op mijn leven hebben gehad. Mijn ouders, mijn grootouders, collega’s, vrienden. Die groep wordt steeds groter natuurlijk. Dat is jammer. En ja: ik mis ze, maar het deprimeert me niet. Zo is het leven. Je leert ermee omgaan.” Je bent in analyse geweest. Heeft dat ook geholpen?

“Nou, kijk, het zwakke van de originele psychoanalyse - vijf jaar lang, iedere dag behalve in het weekend, op de bank bij de psychiater - is natuurlijk dat je nooit kunt aantonen hoe geschift iemand zou zijn geweest als hij dat níet had gedaan. Ik kan wel zeggen dat mijn analytisch vermogen is toegenomen, maar het is niet zo dat ik de nare gebeurtenissen heb verwerkt en afgevinkt. Volgens mij kun je niks achter je laten. Je kunt er hooguit voor zorgen dat hetgeen je dwars zit minder belastend wordt. Op een gegeven moment dringt het tot je door dat je er, hoe graag je dat ook zou willen, toch niets aan kunt veranderen. Bovendien: het heeft me ook gemaakt tot 13

‘Politiek correct is inmiddels een scheldwoord geworden, nou, ik vind het een geuzennaam. Ik zou willen dat we weer politiek correct werden met z’n allen’ wie ik ben. Mijn vader kwam tijdens een koude Poolse winter, op 7 februari 1945, tijdens een transport vanuit het concentratiekamp, op weg naar de vrijheid om het leven. Mijn moeder verloor al snel ook haar tweede man en moest in grote armoede haar vijf kinderen alleen opvoeden. Ik zit vol herinneringen die mij nog bijna iedere dag diep in mijn vlees snijden. Ik ben opgegroeid met de gedachte dat het noodlot zomaar kan toeslaan. En ook met de overtuiging dat ik, tot nu toe, door de mazen van het net ben geglipt. Ik ben strijdlustig, verontwaardigd, opgewonden, altijd bereid tot actievoeren - misschien is die hele instelling niets anders dan het omzetten van mijn eigen pijn in compassie voor anderen. Daarmee verdwijnt dat eigen lijden niet, maar toch, ik mag dankbaar zijn dat ik geen armoede ken, dat ik een prachtig huis aan de Amstel bewoon, dat wij hier nu gezellig kunnen zitten met een kaarsje op tafel, dat ik een lieve man heb met een ontembare werkdrift, dat ik niet


LANGS DE HUMANISTISCHE MEETLAT

in Aleppo ben geboren, dat ik niet met mijn hele hebben en houden op de vlucht moest slaan. Ik vind het verschrikkelijk als ik mensen hoor zeggen dat die vluchtelingen het zelf maar moeten uitzoeken. Hoe is het mogelijk dat je niet in staat bent om, al is het maar heel even, een gevoel van medemenselijkheid op te roepen? Tegelijkertijd moet ik vaststellen dat meeste mensen aan de andere kant van de streep staan. In Amsterdam hadden zich zo veel vrijwilligers voor de opvang van vluchtelingen gemeld dat er een wachtlijst moest worden aangelegd. In een Fries dorp kocht een groep bewoners een huis voor een Syrisch gezin. Dat is toch fantastisch?” Zeker. Nog even over het noodlot en de mazen van het net: heb je nog niet het gevoel dat je inmiddels in de vrije zone bent?

“Nee, de gedachte dat het altijd fout kan gaan houdt me juist scherp. Ik ben ook niet zozeer bang dat mij iets overkomt, maar wel dat er iets naars met mijn geliefden gebeurt. En aan het feit dat ik dood zal gaan, besteed ik nog niet zo veel aandacht. Vervelend. Niet leuk. Maar verder? Ik zie het wel. t Is ook wel lekker rustig als het straks allemaal voorbij is. En ik heb zeker niet de behoefte om nog eens terug te komen als kabouter of zo.” Ben je weleens jaloers op de jeugd?

“Nee hoor! Ik vind deze positie heel comfortabel. Ik leef een beetje hors concours. Mensen staan voor me op in de tram. Iedereen is jonger, waar ik ook ben. Fysiek gaat alles goed en ieder verstandig woord dat uit mijn bekje komt is meegenomen. En nog iets anders is: ik moet je eerlijk bekennen dat ik mezelf er ook weleens op betrap dat ik blij ben dat ik niet meer van alles hoef mee te maken. Natuurlijk, 14

mensen vinden overal uiteindelijk wel een oplossing voor, maar mijn achterkleinkinderen zullen het niet makkelijk hebben. Niet dat ik daar van wakker lig overigens, maar ik denk ook zelden aan mijn voorouders die eeuwen geleden nog door de straatjes van een of ander Italiaans getto sjokten.” Wetenschappers zeggen dat mensen minstens 150 jaar oud kunnen worden. Iets voor jou?

“Ik stel me daarbij vooral voor hoe de ongelijkheid in de wereld zal toenemen. Want wie worden dan die stokoude mensen? Wie kan het zich permitteren om zo oud te worden? Ik geloof dat deze wetenschappers iets langer over de consequenties zouden moeten nadenken. En voor mij, persoonlijk? Ik moet er niet aan denken. Alles verrimpelt, verzakt en verknarst! Moet ik dan nóg lelijker worden?” Kom kom!

“Nee, maar het is gewoon een slecht idee, dat eindeloze rekken van het leven. Nog maar een nieuwe knie of heup, gewoon, omdat het

‘Ik moet er niet aan denken om 150 jaar te worden. Alles verrimpelt, verzakt en verknarst! Moet ik dan nóg lelijker worden?’


HEDY LANGS DE HUMANISTISCHE MEETLAT In actie! Haar leven lang is ze al fel en strijdbaar, maar altijd met argumenten. Haar motto: leun niet achterover, neem verantwoordelijkheid voor een betere wereld. Hoe aanstekelijk. Geuzennaam “Ordinair gebrul”, vindt Hedy het populisme van Wilders en anderen. Natuurlijk moeten we waken voor stemmingmakerij, discriminatie en haatzaaien, maar een liefdesverklaring aan politieke correctheid? Ook over integratie, migratie en islam moeten we kunnen praten. En harde religiekritiek is soms nodig, maar zonder mensen te stigmatiseren. Moet iedereen dan alles kunnen zeggen? Ja, de vrijheid van meningsuiting wordt begrensd door het strafrecht. Dus Hedy, niet zo correct. Het

kan. Dat is ook waar wij ons met het initiatiefgroepje ‘Uit vrije wil’ sterk voor hebben willen maken: een waardig zelfgekozen levenseinde van ouderen met een voltooid leven (op 9 februari 2009 lanceerden vijftien prominente Nederlanders een manifest, het hieruit voortkomende burgerinitiatief leidde tot het wetsvoorstel ‘Toetsing levenseinde-begeleiding van ouderen op verzoek’, AV). Dat betekent helemaal niet dat we, hop, met z’n allen aan de pil van Drion willen. Sterker nog, ik ken mensen die binnen de nu geldige en wettelijke regels om euthanasie zouden kunnen vragen en het tóch niet doen. Het gaat om de optie, de mogelijkheid. Niemand weet wanneer een ander er werkelijk aan toe is om te zeggen: zo is het wel genoeg geweest. Toch? En dan ga ik nu even mijn voicemail afluisteren. Ja... Dacht ik al. ’t Is Aatje. Hij is thuis.”<

publieke debat is juist in tijden van nepnieuws, filter bubble en alternatieve feiten belangrijker dan ooit. Angst “Je moet mensen niet bevestigen in hun angst, niet in hun gevoel tekort gedaan te zijn. Laat ze door jouw ogen naar een ándere wereld, een betere samenleving kijken.” Mooi gezegd. Nemen we graag ter harte. Zelfkennis Hedy weet nu al dat ze een ongeduldige, kribbige patiënt gaat worden. Ze heeft duidelijk zelfkennis. En dan maar kribbig. Veerkracht De veerkracht om altijd weer opnieuw te beginnen. Nataliteit noemde Hannah Arendt dat. Na jaren psychoanalyse is Hedy realistisch geworden. De vergelijking met Nietzsches

Amor fati, het lot liefhebben, ligt voor de hand als ze zegt: “Volgens mij kun je niks achter je laten. Je kunt er hooguit voor zorgen dat hetgeen je dwars zit minder belastend wordt.

Op zondagmiddag 28 mei geeft Hedy de

[…] Bovendien: het heeft me ook gemaakt tot

Socrateslezing van het Humanistisch Verbond

wie ik ben.”

over ouderen en zorg. socrateslezing.nl

Tekst John Min

15


HOE ZAT HET OOK ALWEER MET...

De grote verzoener van onze onbewuste pijn Tekst BAS NABERS

Zijn patiënte Dora was hysterisch omdat ze ‘onbewust’ met haar vader naar bed wilde en een tabaksverslaving was een vervanging voor masturbatie. Met de psychoanalyse zette de Weense zenuwarts SIGMUND FREUD (1856-1939) de negentiende-eeuwse psychiatrie op z’n kop. Hij wilde geen wonderdokter zijn, want pijn en frustratie horen bij het leven.

Totdat Freud op het toneel verscheen, zochten wetenschappers de oorzaak van psychische stoornissen en fysieke klachten in genetische factoren en de hersenen. En dan bood het juiste medicijn uitkomst. Als arts werkte Freud jarenlang in het laboratorium, op zoek naar stofjes met een gunstige invloed op de gezondheid. Dankzij contacten met patiënten en de ideeën van zijn leermeester, Joseph Breuer, kwam hij op andere gedachten. De oorzaak van sommige stoornissen en fysieke klachten lagen niet in de hersenen of genen, maar vooral in onbewuste, onverwerkte, traumatische gebeurtenissen. Doordat hij in álle gedrag en cultuur onbewuste krachten meende te ontwaren, schokte hij zijn vrome tijdgenoten. Jezus als een te volwassen baby aan de borst van Maria? Volgens Freud een toonbeeld van ons Oedipus-complex; het al vroeg onderdrukte verlangen van het kind naar versmelting met zijn moeder. Freud identificeerde twee bepalende angsten: verlatingsangst en bindingsangst, die fungeren als een weegschaal. De eerste angst uit zich in een sterk verlangen naar verbinding met anderen. Maar als de wijzer te ver doorslaat, steekt juist bindingsangst de kop op. Want door totale verbinding of versmelting lossen we als het ware als zelfstandig individu op in de ander. En dat willen we ook weer niet.


De meeste angsten en verlangens houden zich meestal koest onder de oppervlakte van ons bewuste leven, wist Freud, zoals het topje van een ijsberg (de metafoor is van Freud zelf). Maar niet altijd. Soms breken ze ineens tot ons bewustzijn door. Ze kunnen dan zo onbegrijpelijk, schokkend of schaamtevol zijn dat ons bewustzijn ze weer verdringt. Dáár ligt volgens Freud de bron van stoornissen en neuroses. Iedereen een beetje gestoord

Het verdringingsmechanisme is niet onfeilbaar en kan iemands leven zelfs onmogelijk maken. De angst die bij een verdrongen trauma hoort bijvoorbeeld, kan op onverwachte momenten opduiken. Zo behandelde Freud een vrouw die een steeds grotere fobie voor vruchten ontwikkelde. Hij ontdekte in gesprekken met haar dat ze verkracht was en dat het begon met een spelletje rond een appel. Bij andere patiënten bleek dat stress of angst soms tot dwangmatige gedachten of handelingen leidde. We kunnen ook verlangens verdringen, vooral als onze omgeving ze verbiedt of ons geen woorden aanreikt om ze te begrijpen. Zo kon één van Freuds patiënten haar verlangen naar haar zwager, die ze tot aan zijn sterfbed voelde, niet erkennen. Zij ontwikkelde een paniekstoornis en kreeg fysieke klachten als migraine en hevige pijnscheuten in haar benen. Overigens vond Freud iedereen een beetje neurotisch en gestoord. Aanwijzingen daarvoor vond hij in de droomwereld waarin angsten en verlangens die we in het dagelijks leven verdringen alle ruimte krijgen. Niet praten, maar pillen

Freuds tijdloze visie is dat de enige weg naar herstel dwars door pijn loopt. Door psychoanalyse van symptomen probeerde hij de weg ‘terug te vinden’ naar de onderliggende pijn, angst of schaamte. Omdat het bewustzijn zich daartegen verzet, experimenteerde hij met hypnose en droomduidingen. Daarnaast vroeg 17

hij patiënten welke associaties ze zelf bij hun klachten hadden. Dankzij dit ‘vrije associëren’ en de vertrouwensband die hij opbouwde, hoopte hij samen met hen ruimte en woorden te vinden. Op Freuds methodes is veel kritiek geleverd. Om te beginnen beschreef hij alleen ziektegeschiedenissen die zijn theorieën ondersteunden. Daarnaast zou je, als je maar lang genoeg door associeert, alle neurotische aandoeningen kunnen verklaren. Hoe dan ook: zijn benadering dat je je kunt verzoenen met je ongeluk, blijft actueel. Dat inzicht, en de ontdekking van het onbewuste, heeft ons mensbeeld en de psychiatrie blijvend veranderd. Dat geldt ook voor zijn idee dat de ontwikkeling van stoornissen mede wordt bepaald door de sociale omgeving, ook al verschillen mensen in aanleg daarvoor. Zo worden depressies versterkt door een gebrek aan zingeving en sociale inbedding. Des te zorgelijker is de claim van de farmaceutische industrie. Stoornissen, depressies of sociaal afwijkend gedrag zouden eenzijdig in de hersenen vastliggen. De belofte: een pil voor iedere kwaal waar een etiket op kan worden geplakt. Dat lijkt geruststellend, maar ontslaat de omgeving van alle verantwoordelijkheid en werkt dehumaniserend. Want labels en pillen alléén stellen iemand niet in staat om de eigen angst, pijn of waanzin te begrijpen, laat staan dat je je ermee kunt verzoenen. ‘Niet praten, maar pillen’, lijkt soms de gedachte. Freud zou dat omkeren: aandacht, luisteren, samen met iemand zoeken naar woorden voor pijn, schaamte en trauma’s helpen soms beter dan welk medicijn dan ook. Een wonderdokter wilde Freud niet zijn, maar hij dacht wel dat ondraaglijke ellende kon veranderen in ‘gewoon ongeluk’ dat we als deel van het leven kunnen aanvaarden. < Ook Peter Blok heeft een traumaatje. Zie: human.nl/de-vloer-op-herentoilet


FOTOREPORTAGE

18


‘We doen het zelf’ Nederlanders egocentrisch en individualistisch? Dat lijkt wel mee te vallen als je ziet hoeveel mensen zich bekommeren om anderen, hun leefomgeving of het milieu. Vijf portretten. Tekst JOHN MIN & JOSÉ ROZENBROEK Cathelijne van Steenbeek (30), orthopedagoog, met haar moeder Marijke (66) die de ziekte van Parkinson heeft. “Sinds een paar weken heb ik een eigen huisje. Daarvoor woonde ik nog thuis. Ruim twaalf jaar geleden is mijn moeder ziek geworden. Gaandeweg kon ze minder en minder en had ze meer en meer verzorging nodig. Dat deed ik samen met professionele hulp. Het vervelende van deze ziekte is dat-ie onvoorspelbaar is. Ik moest mijn moeder soms helpen in situaties waarin zij zich letterlijk bloot moest geven. Zo’n moeder-dochterverhouding wil je eigenlijk niet, maar je doet wat nodig is. Sinds mijn moeder een deepbrainstimulation-operatie heeft gehad, gaat het iets beter met haar. Daardoor durfde ik op mezelf te gaan wonen, hoewel ik het moeilijk vind om haar los te laten. Nu zie ik haar twee, drie keer per week, en we appen veel. Mijn moeder moest er wel aan wennen dat andere mensen nu meer voor haar zorgen. Maar het is goed voor onze relatie: we doen nu vaker leuke dingen samen zoals koffiedrinken of een stukje wandelen.” Fotografie Linelle Deunk


FOTOREPORTAGE

20


‘Wij kennen geen bazen of bovenbazen’ Niels van der Wal (35) is kok in een woonzorggemeenschap voor 35 mensen. Die wordt gerund door een coöperatie van meer dan 300 bewoners in Kloosterburen. “In Kloosterburen werd de ene na de andere voorziening opgedoekt. Wij, de bewoners, namen het heft in eigen hand om verdere krimp te voorkomen. Er werd een coöperatie opgericht die onder andere een dorpskeuken runt waar wordt gekookt met lokale spullen die de leden inbrengen, zoals vlees en groenten. Iedereen kan daar komen eten. We koken ook voor het verzorgingstehuis, dat de cooperatie heeft overgenomen. We draaien nu meer dan drie maanden. De grootste uitdaging is koken wat mensen kennen en lekker vinden, maar daar een vernieuwende twist aan geven. Het grootste compliment is zien dat iedereen goed en lekker en eet. Mooi aan werken in een coöperatie is het gebrek aan bazen en bovenbazen: de schotten zijn weggehaald. Samenwerken gaat daardoor zoveel beter. Hierdoor is het leven een stuk relaxter.“ Fotografie Jacqueline van den Heuvel Bekijk de Human- documentaire over Kloosterburen: human.nl/wdhzw-kloosterburen


‘Op een dag moet Job zonder mij kunnen’ Annemarie Haverkamp (42), journalist, is de moeder van Job (13). “Job kan niet lopen en maar een klein beetje staan, omdat hij weinig spierspanning heeft. Hij heeft ongeveer het verstandelijke vermogen van een kleuter. Elke dag gaat hij naar een speciale school. Als hij om kwart voor vier thuiskomt is er een van de drie begeleidsters die we betalen uit zijn pgb. Zij doet zijn korsetje uit, legt hem op het kleed, verschoont zijn luier, speelt en knuffelt met hem. De rest van de tijd zorgen Rob en ik voor hem, behalve op zaterdagmorgen wanneer wij samen gaan sporten. Job is een makkelijk, vrolijk, blij kind. We krijgen veel van hem terug. Toch kies ik ervoor om fulltime te werken, dat wilde ik ook al voordat ik hem kreeg. Ik zou niet happy zijn als ik alleen maar thuis zou zitten met mijn kind. Over zijn toekomst maak ik me wel zorgen: ik ben bang dat de zorg verder afkalft, en dat ze hem in een gezinsvervangend tehuis gewoon in een hoekje leggen in zijn luier en met zijn iPad. Maar op een dag moet hij toch het huis uit, het lijkt me niet gezond om een volwassen man nog elke dag te voeren en te verschonen. Ik wil geen symbiotische band met hem. Ik moet zonder Job kunnen, en hij zonder mij.” Fotografie Kiki Groot

22


FOTOREPORTAGE


FOTOREPORTAGE

24


tekst Thomas Erdbrink Fotografie Newsha Tavakolian

‘Dit werk past heel goed bij mij’ Dragqueen DonaTella Vergatsie (al 32 jaar 18) verzorgt als vrijwilliger optredens in verpleegen verzorgingstehuizen. “We knallen er altijd vol in met een stampend Jordanees fuifnummer. Dat werkt goed. Vrolijkheid, lichtheid en gezelligheid brengen, daar gaat het ons om. Zo proberen we met onze act diversiteit voor ouderen op een luchtige manier bespreekbaar te maken. Ik en mijn drie dragqueen-zussen komen op met onze moeder Victoria False. We vragen dan of er voor Victoria een plekje in het huis vrij is. Mensen reageren daar spontaan op. Sommigen zijn ook even stil, je ziet ze de wenkbrauwen fronsen: wat is dit voor gekkigheid? Maar meestal reageren ze positief. ‘Kom maar hij ons wonen hoor, schat!‘ Roze ouderen worden best wel gepest en soms gediscrimineerd door medebewoners, maar ik merk er weinig van als ik optreed. Dit werk past echt goed bij me. Het geeft ontzettend veel voldoening. Erover praten met jong en oud, het blijft heel belangrijk.” Fotografie John Melskens Bekijk de Human- documentaire over roze ouderen: human.nl/oud-roze

25


FOTOREPORTAGE

‘Ik blijf altijd optimistisch’ Ad Vlems (52) is initiatiefnemer van het Ecodorp bij Boekel. “Negen jaar geleden, toen onze zoon Luuk werd geboren, dacht ik: het roer moet om, wil ook hij een goed en duurzaam leven krijgen. Ik werkte bij een milieuorganisatie en ik hoorde zo veel alarmerende berichten. Als we de planeet blijven uitputten, wordt de mensheid op den duur weggevaagd. Mijn vrouw Monique en ik bedachten dat we een natuurlijk-wonen-project wilden starten met duurzaam gebouwde huizen en waar we zelf ons voedsel zouden verbouwen. ‘Wat jij wilt, heet een ecodorp’, zei iemand. Inmiddels zijn alle tien tijdelijke woningen gevuld met 19 volwassenen en acht kinderen. De bedoeling is dat we einde van het jaar beginnen met het bouwen van de definitieve huizen, dan moet de financiering rond zijn. Al met al is het een lang proces. Soms ben ik gefrustreerd, maar dan praat ik met Monique en ben ik dezelfde avond weer positief en optimistisch.” Fotografie Lars van den Brink Zie de Human-documentaire over het ecodorp: human.nl/ wdhzw-ecodorp-boekel

26


tekst Thomas Erdbrink Fotografie Newsha Tavakolian

27


COLUMN

Als pech of ziekte of dood je overrompelt BORIS VAN DER HAM is voorzitter van het Humanistisch Verbond Fotografie MARIJN SCHEERES

We waren begin dertig en in het spitsuur van ons leven. Mijn zus had haar handen vol aan haar jonge dochter, ik had een drukke baan in Den Haag. Intussen kwakkelde onze vader met zijn gezondheid. Hoewel ze al jaren gescheiden waren stond mijn moeder hem bij als het minder ging. Toen werd ze zelf ziek. Een hersentumor. Nu zat mijn vader hondstrouw bij háár op de bank. Nog geen jaar later, in 2007, waren de kaarten weer heel anders geschud. Mijn vader had een longontsteking terwijl mijn moeder verzwakt door een operatie een paar kilometer verderop lag. Mijn zus en ik pendelden met bus, trein

28

en taxi’s tussen de twee ziekenhuizen. Na een korte opleving zakte mijn vader weer in. Mijn moeder kon hem gelukkig net op tijd bezoeken. De nacht erna overleed hij. En weer draaide het lot. Een half jaar later kreeg mijn moeder te horen dat haar tumor was uitgezaaid. De arts gaf haar nog een half jaar. Mijn zus en ik namen ieder een deel van de zorg op ons. Ondanks het verdriet bleek het een heel gezellige tijd. We hadden veel steun aan de thuiszorg, maar regelden ook zelf best veel. Bovendien was mijn moeder vrijwel haar hele werkzame leven verpleegkundige geweest, en ze gaf ons tips bij het verzorgen: “Als je me nu zo tilt, spaart dat je rug.” Tot grote pret van mijn moeder begon ik eindelijk met rijles. Misschien zou ze veel langer dan een half jaar hebben, en kon ik haar straks wat gaan rondrijden. Maar de arts had goed gerekend. Precies een half jaar na het slechte nieuws ging haar toestand hard achteruit en raakte ze in een diepe slaap. Het was nu wachten tot haar lichaam het opgaf. Op de laatste stralende zomermiddag, nadat de visite was opgedroogd, waren mijn zus, mijn geliefde en ik opeens met haar alleen. We wisten niet wat ons te wachten stond. We konden het niet meer aan haar zelf vragen. Ik zocht het nummer van een hospice-vrijwilligersorganisatie en belde. “Ik heb iemand nodig van boven de vijftig.” De vrijwilligster, een kordate mevrouw, was er binnen een half uur en bracht de rust terug. Ze vertelde ons hoe het sterven waarschijnlijk zou verlopen. Die nacht was er weer terminale thuiszorg, en werden we bijgestaan door een wijze tante en een oom. In de vroege ochtend, omringd door ons, stierf mijn moeder, Pech, ziekte, dood: ze overrompelen je. Mijn vader was 69 toen hij dood ging, mijn moeder 67. Ik dacht al best een hele kerel te zijn, maar voelde me toen nog nooit zo onervaren.


‘Alsof je zonder verleden van excessief drankgebruik, seks buiten het huwelijk en een buitenechtelijk kind niet tot het ware geloof kunt komen’ Laura Kok en Floor van der Ham

Hoe zou dat met mij gaan? Zal mijn zoon het aankunnen? Mijn vrienden? Is er eigenlijk een hospice in de buurt?

En ik denk nu: hoe zou dat met mij gaan? Zal mijn zoon het aankunnen? Mijn vrienden? Is er eigenlijk een hospice in de buurt? Stel dat je jarenlange zorg nodig hebt? We denken veel zelf te kunnen, maar als pech of ziekte of dood je overrompelt, ben je blij als je iemand kunt bellen. Het liefst iemand van boven de vijftig.<

In de documentaire Niet zonder jou filmt Peter Lataster zijn vader die voor zijn dementerende vrouw zorgt tot haar overlijden: human.nl/ niet-zonder-jou

29


DUIVELS DILEMMA

‘Soms staat het schaamrood mij op de kaken’ Tekst MARGALITH KLEIJWEGT Fotografie LINELLE DEUNK

De boeman die je ijskoud op straat smijt: de deurwaarder van nu is allang geen Dreverhaven uit Bordewijks Karakter meer. Ook gerechtsdeurwaarder ED KROM, die we kennen uit de Human-serie Schuldig is geen vuurvreter. Maar hij heeft ook niet alleen maar begrip. “Wij zijn geen sociaal werkers. Dat huis moet worden leeggehaald.”

Dat Ed Krom een innemende deurwaarder is, zagen we in de veelbekeken en geprezen serie Schuldig van Sarah Sylbing en Ester Gould. In deze zesdelige documentaire bekijken we de wereld door de ogen van Dennis, Ditte en Carmelita, bewoners van de Vogelbuurt in Amsterdam-Noord. Allemaal hebben ze schulden. Ed Krom speelt een belangrijke rol in de eerste aflevering als hij de woning van Ron en Ramona komt ontrui-

men. Hij treedt doortastend op, maar is ook rustig en vertrouwenwekkend. Krom werkt al zestien jaar bij het gerechtsdeurwaarders- en incassokantoor De Klerk & Vis, dat, zo zeggen ze op hun site, ‘de kunst verstaat een adequate afhandeling van uw dossier te omlijsten met de menselijke maat’. En precies dat doet Krom in de serie, waardoor de kijkers niet alleen Carmelita en Dennis in hun armen sluiten, maar ook de

30



DUIVELS DILEMMA

“Ik ben niet zo’n vuurvreter”, zegt hij. En: “Als ik een situatie tegenkom die me zorgen baart, probeer ik een oplossing te vinden.” Maar hij heeft niet alleen begrip. Hij vindt de mensen die hij treft soms erg onverantwoordelijk. Met hun schulden duperen ze anderen. “Ik ben ouderwets opgevoed, als je iets wilt hebben, dan spaar je er maar voor.” Een uithuiszetting is in zijn ogen niet onrechtvaardig. “Bovendien heb ik als deurwaarder een eindopdracht, wij zijn geen sociaal werkers. Dat huis moet worden leeggehaald. En alles gaat volgens de wet.” Krom is jurist. Aanvankelijk wilde hij advocaat worden, maar hij kwam terecht bij ARAG Rechtsbijstand. Na wat omzwervingen werd hij vijfentwintig jaar geleden gerechtsdeurwaarder. Iedere dag gaat hij langs tientallen huizen om dwangbevelen te bezorgen, loonbeslag te leggen en dagvaardingen te brengen. Eén keer per maand is er een dag met alleen huisuitzettingen. “Het is misschien niet echt leuk werk, maar het is een eerzaam beroep, een functie die deel uitmaakt van het justitieel apparaat. Ik zie het betalen van schulden als een vorm van rechtvaardigheid.” Krom laat de vaak tragische situaties redelijk makkelijk van zich afglijden. Dat moet ook, anders hou je het niet vol. Hoewel: een voorval uit het begin van zijn loopbaan raakte hem diep. “Ik ging mee om te zien hoe een ontruiming in zijn werk ging. We troffen een totaal ontredderde vrouw van over de zeventig. Het was een asgrauwe dag en ik zie het beeld nog scherp voor me: de vrouw was op straat gezet en haar silhouet verdween langzaam in de mist, in haar hand hield ze een kooitje met daarin een kanariepiet. Een prachtig beeld, maar ten hemel schreiend. Ik dacht die avond: had dit niet anders ge32

‘Tegen jonge mensen zeg ik: zie dit als een levensles, want je bent nu wel je huis kwijt. Dus betaal in het vervolg de huur’ kund? Dat je aan het einde van je leven nog zoiets traumatisch mee moet maken. Op die leeftijd heb je denk ik ook niet de flexibiliteit om daarmee te kunnen dealen.” Niemand wordt zomaar uit z’n huis gezet, benadrukt Krom. Hulpverleners zetten in de fase ervoor alles op alles om die schulden op tijd weg te krijgen. “Zelf onderzoek ik altijd of er nog een omstandigheid is die de woningbouwvereniging op andere gedachten kan brengen.” Zoals die keer dat Krom de woning van een man moest ontruimen die ernstig ziek was. Hij had aids. “De woningbouwvereniging had de ernst van situatie onvoldoende onderkend. En medicijnen zijn in zo’n geval van levensbelang. Stel dat tijdens de ontruiming pillen zoek zouden raken. Of dat de pers erachter zou komen dat een ernstig zieke man op straat werd gezet. Om die reden is de ontruiming toen niet doorgegaan.” Niet lang geleden greep Krom ook in. “Een vrouw van over de zestig moest haar huis uit. Ze woonde in een appartementje van dertig vierkante meter in een flatgebouw waar de meeste bewoners wel een of ander probleem hadden. Zij ook, ze dronk te veel. Ze was al eens eerder ontruimd en


‘Ik ben ouderwets opgevoed: als je iets wilt hebben, dan spaar je er maar voor’ dit was haar eindstation. Toen ik binnenkwam zat ze emotieloos op een stoel met een tas van Albert Heijn in haar hand. Daar zaten al haar spullen in, rommel zonder enige waarde. De vrouw liet alles gelaten over zich heen gaan. Dat vond ik raar, zeker toen ik zag hoe aangedaan de huismeester door deze situatie was. Ik besloot te bellen met de woningbouwvereniging en vertelde van haar alcoholprobleem. Toen kwam er alsnog een regeling. Pas toen alles geregeld was, begon de vrouw enorm te huilen. Van 33

opluchting. En toch had ik me niet schuldig gevoeld als het niet was gelukt, de vrouw had namelijk geen poot om op te staan.” Hij voegt daaraan toe: “Zo’n ontruiming is kostbaar, zeven man van mijn verhuisbedrijf, zeven mensen van de gemeente en een politieagent; die worden allemaal per uur betaald. Die goedertierenheid van mij kost veel geld.” Krom blijft erbij: hij moet zijn opdracht uitvoeren. Niet alles kan door de maatschappij worden gedragen, je moet iemand laten voelen wanneer hij zich onverantwoordelijk gedraagt. Bij de allerzwaksten zal hij iets meer zijn best doen. Bij jonge mensen houdt hij vaak een preek. “Dan zeg ik: ‘Zie dit als een turning point, een levensles, want je bent nu wel je huis kwijt. Dus betaal in het vervolg de huur.”’ Soms is een ontruiming het gevolg van een scheiding. “Ik kwam bij een vrouw die onder geen beding haar huis uit wilde. Haar man was de opdrachtgever. Ik stond daar samen met de politie, de uitzetting was volledig gerechtvaardigd. De vrouw, moeder van twee kinderen, hebben we schreeuwend midden op straat achtergelaten. Die keer stond mij het schaamrood op de kaken. Ik heb me later wel afgevraagd hoe ik het anders had kunnen doen. Ik weet het niet. Maar ook dat beeld zal ik nooit vergeten.” Heel soms krijgt hij een vriendelijk onthaal. Zoals die keer dat hij ergens op het boerenland een dwangbevel kwam afgeven. “De man stond midden in een prachtig veld gladiolen. Ik maakte daar een opmerking over. De man aarzelde niet en sneed een prachtige bos af. Dat vond ik heel sportief.”< De documentaire-serie Schuldig terugkijken? human.nl/schuldig


REPORTAGE

34


Tekst SANNE KLOOSTERBOER Fotografie JACQUELINE VAN DEN HEUVEL

‘Mijn baby in haar puberlichaam’ Yaël is elf, maar verstandelijk is ze één, en haar moeder is haar baken. Sanne Kloosterboer (43) combineert als co-ouder de zorg voor haar met een baan als eindredacteur. “Als ze zaterdag wordt gebracht ben ik altijd blij haar te zien. Als ze dinsdag weggaat ben ik opgelucht.”

35


Z REPORTAGE

aterdag

Koffie, eerst wil ik koffie. En iets te eten, iets zoets. Ik smeer een boterham met hagelslag en bezuinig niet op de boter. Ik kom net terug van een crematie. Afgelopen maandag is de dochter van een vriendin overleden. Ze had het syndroom van Dravet, een epilepsiesyndroom dat gepaard gaat met een verstandelijke beperking. Dertien jaar is ze geworden. Vanmiddag waren er veel foto’s en dia’s. We huilden en we lachten: wat een leven zat er in dat kleine, kwetsbare meisje. Ik ben bewust niet naar de nazit gegaan, want over een paar uur wordt Yaël gebracht: co-ouderschap, wisseling van de wacht. Dan moet ik kalm en stabiel zijn, dus moet ik nu even bijkomen. Even rust, even alleen zijn. Yaël is elf jaar oud en heeft het SCN2A-syndroom - de code verwijst naar het defecte gen. In haar geval betekent dat een ernstige verstandelijke beperking, autisme en epilepsie. Yaël is elf, maar ze is ook één, verstandelijk, en ik ben haar baken. Hevige emoties verwarren haar en ze leest me feilloos. Daarom moet ik nu even tot mezelf komen. Rust, reinheid, regelmaat, en dat in het kwadraat, dan doet ze het het best. Ik app Hanno. Is het gelukt met de medicijnen? Was de Frisium er op tijd? Sinds onze scheiding vorig jaar ‘doe’ ik de kleren: ik was ze

36

en koop ze. Hanno doet de financiën, de medicijnen en alle administratie voor het persoonsgebonden budget. Yaël woont grotendeels thuis: drie nachten bij mij, twee nachten bij Hanno en twee nachten in de instelling. Door de week gaat ze naar dagbesteding. We hebben begeleidsters in dienst die de zorg voor Yaël op gezette tijden overnemen, zodat we bijna een normaal leven leiden. Ik drink mijn koffie en weet even niet wat ik met mijn tijd moet. Onwillekeurig kijk ik op mijn telefoon. Over een paar uur is Yaël er weer. Ik mis haar ineens en kijk uit naar het moment dat ze, onhandig, lachend, de trap op loopt, aan beide kanten de leuningen vasthoudend, terwijl ik haar op de overloop sta aan te moedigen. Zondag

Een landerige zondagmiddag. Yaël heeft vanmorgen gezwommen met een van de begeleidsters. Ik heb de tijd die ze weg was gebruikt om mijn haar te verven en rustig met mijn moeder te bellen om gisteren na te bespreken. Nu ligt Yaël lekker op het kleed met haar lawaaispeelgoed te spelen: ze is dol op speeltjes met lampjes en geluidjes, haar Vtechjes. Eindeloos drukt ze op hetzelfde knopje. ‘Mijn afstandsbediening, die is top, let maar eens op, wat wil je ziiiiieeeen’, zingt een blikkerige stem voor de honderdste keer. Vroeger voelde ik me wel eens verdrietig als ik weer op de babyafdeling van de speelgoedwinkel stond, maar dat gevoel is gesleten. Dat heet denk ik aanvaarding. De bijeenkomst van gisteren ijlt nog na in me. Ik wil Yaël veel knuffelen en vasthouden vanmiddag. Voelen hoe groot en sterk ze is. Haar epilepsie is goed onder controle en ze is zelden ziek. Ze begint een puber te worden, haar lichaam verandert. Ze was een tijd zo’n hertje, met eindeloze, knokige benen. Haar



REPORTAGE

38


dijen worden molliger, ze krijgt borstjes. Het verwart me soms, mijn baby in haar puberlichaam. Maandag

Ochtenddrukte. Het busje is er rond kwart voor negen, Ine, de chauffeur, belt me altijd als ze er bijna is. Dan moet Yaël al aangekleed zijn met haar jas aan, want het kost altijd even tijd om de trap af te lopen - we wonen op één hoog. Ik ga achterstevoren voor haar uit, zodat ze één hand op de trapleuning kan houden en eentje op mijn schouder. Dan haak ik steeds mijn hand in haar knieholte om haar ertoe te bewegen haar knie te buigen. “Stap, andere voet erbij, stap, heel goed lieverd, je doet het heel goed.” Zodra de bus vertrokken is - geen tijd meer om te douchen - fiets ik naar yoga. Yaël heeft de laatste tijd de gewoonte zich als een slappe pop door haar knieën te laten zakken als de bus eraan komt of als ik haar wil aankleden. Ik sleurde haar voorheen gewoon weer overeind, maar sinds mijn onderrug ’s ochtends aanvoelt als een surfplank, ben ik verantwoord gaan tillen, vanuit mijn benen: die zet ik aan weerszijden van haar neer, waarna ik een balletplié maak, maar dan onelegant. Yoga moet de rest doen. De les is heerlijk: in een rustig tempo doen we de houdingen. Om half vier is het busje er weer. Ik voer Yaël stukjes appel en mandarijn terwijl we samen op het kleed liggen. Ze moet twee keer poepen. Tijdens haar verzorging praat ik altijd tegen haar en dan zeg ik ook dingen die ik vooral zelf leuk vind. “We willen eenheid hè, en geen versnippering”, zeg ik bij de tweede luier. En als ze me onder het verschonen probeert te bijten: “Zo gaan we niet met elkaar om in dit land. Dat moeten we niet willen met z’n allen.” Dinsdag

Baf! Ik gooi het pak luiers van de trap af. Dat moet mee naar de instelling. De logeertas 39

‘Ik rouw soms om het gezonde kind dat ik niet heb gekregen. Dat verdriet heeft met mij te maken en niet met Yaël’ heb ik net al naar beneden gebracht, maar ik heb nu beide handen nodig voor Yaël. Even later neem ik afscheid bij het busje. In mijn ochtendjas ga ik gauw weer naar binnen. Onwillekeurig slaak ik een zucht: mijn kleine halve week met Yaël zit erop, tot zaterdag ben ik vrij, nu snel door naar mijn werk. Het is zo dubbel: als ze zaterdag gebracht wordt, ben ik altijd blij haar te zien, als ze dinsdag weggaat, ben ik opgelucht. Ik heb, naar aanleiding van mijn column in Margriet, een keer een boze mail gehad van een alleenstaande moeder. Ze vond me te negatief over de zorg voor Yaël en dat maakte haar boos. Haar zoon was meervoudig gehandicapt en élke dag met hem was een feestje. De woede die in haar woorden doorklonk bleef onder mijn huid broeien en na een paar dagen dacht ik: als het echt zo’n feestje is, hoeft ze toch niet zo boos te worden? Misschien schrijf ik op wat zij niet mag voelen en misschien is ze daarom boos. Ik ben dolblij met Yaël. Ik hou van haar precies zoals ze is, ze is volmaakt zoals ze is. Maar voor haar zorgen is soms intensief en ik rouw bij tijd en wijle nog om het gezonde kind dat ik niet heb gekregen, ik rouw soms omdat


REPORTAGE

‘Yaël heeft jarenlang gegild ’s nachts. Mijn zenuwstelsel is daarvan nog altijd niet hersteld’ alles zo anders is gelopen dan ik had verwacht. Dat verdriet heeft met mij te maken en niet met Yaël. Het wordt niet in mindering gebracht op mijn liefde voor haar. Integendeel. Ze is het liefste meisje van de wereld. Woensdag

Wat slaap ik altijd vast als Yaël er niet is. De wetenschap dat ik niet gestoord word, maakt al dat ik anders naar bed ga. Ik hoef niet te werken vandaag, dus ik slaap uit tot acht uur en sta dan op in slow motion. Yaël slaapt tegenwoordig meestal door, maar soms niet. Soms poept ze ook ’s nachts. De laatste keer was een paar weken terug. Ik heb toen een oxazepam doormidden gesneden en ons ieder de helft gegeven, zodat we snel weer konden gaan slapen. Leve big farma! Yaël heeft jarenlang gegild ’s nachts, soms urenlang. Voor mijn gevoel is mijn zenuwstelsel daarvan nog altijd niet helemaal hersteld. Ik ben sneller nerveus dan vroeger en kan minder hebben. Ik slik al jaren een lage dosis van een antidepressivum om goed te slapen, om het nerveuze randje af te vlakken. Zolang ik goed slaap kan ik het leven prima aan en zie ik de dingen zonnig in. Donderdag

Om half zeven fiets ik naar Yaëls instelling. 40

Ik zit in de cliëntenraad van haar instelling en samen met de voorzitter word ik vanavond voorgesteld aan de nieuwe coördinator wonen en logeren. Het woon- en logeerdeel kampt met leegloop onder het personeel en dat moet stoppen, want de kinderen hebben heel hard vastigheid nodig. Nieuwe medewerkers werven is bovendien moeilijk, zorgpersoneel is schaars. Op de vorige vergadering ben ik boos geworden over het personeelsbeleid: korte, dus onrendabele diensten van half zeven tot half tien ’s ochtends, klachten van de medewerkers dat er slecht naar ze geluisterd wordt, gebrekkige communicatie met de ouders, zodat die niet weten wie er voor hun kind zorgt. “Wij praten al over die diensten en de communicatie zolang ik hier in de cliëntenraad zit”, zei ik. “Dat is al zo’n vijf jaar, en er verandert maar niks.” Het kwam er feller uit dan ik wil. ‘Functioneel boos’ noemde ik het later tegen een collega-moeder, maar dat was niet helemaal eerlijk. Ik was echt boos. Functionele boosheid vereist een zekere distantie, en die heb ik niet omdat het om de zorg voor mijn kind gaat. Het is al moeilijk genoeg de zorg uit handen te geven, en daarom wil ik het gevoel hebben dat de organisatie er alles aan doet die zorg zo goed mogelijk te organiseren. O, en ik wil ook heel graag een Hugo Borst voor de gehandicapten van Nederland. Ook op de gehandicaptenzorg is flink gekort de afgelopen jaren. Bij de nieuwe coördinator heb ik gelukkig een goed gevoel. Ze komt warm en betrokken over en is iemand van de actie. Ze wil gaan “bouwen”, zegt ze. “Binnen de mogelijkheden die er zijn.” Na de bijeenkomst fiets ik snel door naar de kerk waar mijn koor repeteert. We werken aan Bachs Johannes Passion. Zingen is heerlijk, dus de donderdagavond is net zo heilig als de muziek die we, als oratoriumkoor, uitvoeren. “Jesum von Nazareth, Jesum von Nazareth”; we zingen zo puntig mogelijk, maar vooral de bassen zijn nog net te traag volgens de dirigent.


“Jeeeeesum”, zegt hij geïrriteerd. “We weten nu wel hoe hij heet hoor.” Vrijdag

Een drukke werkdag. Ik werk drie dagen als eindredacteur bij het magazine van Het Financieele Dagblad. Ik hou van mijn werk, het nadenken over inhoud en tekst, het gepeuter om teksten beter te maken, koppen en intro’s maken. De luxe van leuk werk. Tussendoor mail ik de rest van de cliëntenraad hoe de ontmoeting met de coördinator was. Uit mijn werk doe ik vast boodschappen voor het weekend, zodat zaterdag, mijn vrije dag morgen, ook echt een vrije dag is. Ik moet altijd goed nadenken over de boodschappen, want als Yaël er eenmaal is kan ik moeilijk nog even iets halen. De laatste keer dat ik haar meenam ging ze boos op de vloer van de supermarkt liggen, en een elfjarige kun je nu eenmaal niet meer optillen en onder je arm meenemen. Ik heb heerlijk eten gehaald bij de Marokkaanse maaltijdenwinkel. Die eet ik terwijl ik op de laptop een aflevering van The Bold and The Beautiful kijk, mijn guilty pleasure. Morgen slaap ik uit. Zaterdag

Daar is ze weer, mijn meisje. Als ze met Hanno de trap beklommen heeft, duwt ze me opzij en loopt ze mijn, ons huis binnen. In de kamer stort ze zich op de plastic bakken met speelgoed die ik al heb klaargezet. Eerst de omgeving en de spullen, dan de mensen. Wanneer ik even later bij haar neerkniel om haar schoenen en haar jas uit te doen, trekt ze aan de stof van mijn jurk en grijpt ze met een hand in mijn gezicht om me te begroeten. “Tsssss”, zegt ze, het geluid voor ‘het is goed’. Ze is er, ze is er helemaal. < In Symbiose is Koen volledig afhankelijk van zijn dementerende moeder: human.nl/ duivelse-dilemmas-symbiose

41

EEN HUGO BORST VOOR DE GEHANDICAPTENZORG DE WET Wie in Nederland aanspraak maakt op langdurig verblijf in een instelling (ouderen, gehandicapten, psychiatrische patiënten) valt onder de Wet langdurige zorg (Wlz) en krijgt een Zorg Zwaarte Pakket (ZZP) toegekend, passend bij de zorgzwaarte. De zorg kan ook (deels) thuis worden ingezet, en kan eventueel als persoonsgebonden budget worden verzilverd.

DRIE PROBLEMEN • Kortingen. Op tarieven van de pgb’s voor mensen met een zwaardere handicap is in de jaren 2013-2015 flink gekort: bijna 25 procent. • De regeldruk. Er gaat steeds meer geld en mankracht op aan verplichte rapportages. ` • De instellingen krijgen het geld als ‘lump sum’. Daardoor zijn er volgens Sanne Kloosterboer te weinig prikkels om te zorgen voor minder managers en meer zorg voor de bewoners. “Een voorbeeld: de vrij kleine organisatie waar Yaëls instelling onder valt, heeft een tweekoppige communicatieafdeling, terwijl een zzp’er het vermoedelijk voor een kwart van het geld kan. Ik vind dat Wlz-geld geoormerkt zou moeten zijn, zodat een gegarandeerd percentage voor ‘de groep’ wordt gebruikt. “ Kortom: waar blijft de Hugo Borst voor de gehandicaptenzorg?


COLUMN

Familie op afstand ‘We doen het zelf wel’: klinkt fantastisch, maar de werkelijkheid is weerbarstig, nu steeds meer hulpbehoevende mensen niet meer in de buurt van hun naasten wonen. MARLI HUIJER is filosoof en Denker(es) des Vaderland Steeds meer jonge mensen wonen in de grote steden. Daar zijn de specialistische banen, die hun een goede toekomst bieden. Veel van hun ouders blijven achter in dorpen of kleinere steden. Als die ouders zorg nodig hebben, kunnen ze vaak niet op hun drukbezette kinderen rekenen. Tot voor kort konden zij dan wel terecht bij de zorg. Maar nu Nederland een participatiesamenleving is en er flink op de zorg is bezuinigd, zien die ouders zich gedwongen toch een beroep op hun kinderen te doen. Hoe reëel is dat? Eind jaren tachtig kwam ik zelf in zo’n situatie

42

terecht. Mijn zieke moeder, die weduwe was, woonde in het zuiden van het land, 120 km verwijderd van de stad waar ik met mijn jonge gezin woonde. Mijn jongste broer woonde even ver weg, en de oudste twee waren 6000 km verderop gaan wonen. Terwijl mijn moeder steeds zieker werd en niets liever dan haar kinderen in haar nabijheid wilde, lukte het me niet om vaker dan eens in de twee weken een weekend langs te komen. De combinatie van zorg voor mijn moeder, voor mijn kind en een baan hield ik uiteindelijk niet vol. Ik nam ontslag. Dat voelde als een nederlaag. Ik zag mezelf als een geëmancipeerde vrouw, maar nu gaf ik de zorg prioriteit boven mijn werk. Maar spijt had ik niet. Mijn moeder was blij dat ze me vaker zag. En toen haar laatste dagen aanbraken, konden mijn jongste broer en ik haar tot aan het sterven verzorgen. Doordat ik elk vrij uurtje gebruikte om te studeren, was het geen verloren tijd. Zeker niet toen het lot me daarna gunstiger gezind was. Ik studeerde af in de filosofie en kreeg meteen een baan. Maar stel nu dat het ziekte- en sterfbed van mijn moeder niet anderhalf jaar had geduurd, maar zich tientallen jaren had voortgesleept? Misschien was ik dan nooit meer aan de bak gekomen. Afstand, het aantal kilometers dat je van elkaar af woont, speelt een doorslaggevende rol in het zorgen voor een naaste. Hoe dichter je bij elkaar woont, des te makkelijker is het om te participeren in de zorg. Nabijheid vergroot de verantwoordelijkheid. Dat werkt ook andersom: naarmate de afstand toeneemt, schrompelt de verantwoordelijkheid voor de ander ineen, zoals socioloog Zygmunt Bauman vaststelde. Het ideaal van de participatiesamenleving staat haaks op de urbanisatie die zich wereldwijd voltrekt. Meer dan 50 procent van de wereldbevolking woont al in de stad en naar verwachting is dat in 2030 60 procent.


Stel nu dat het ziektebed van mijn moeder zich tientallen jaren had voortgesleept? Misschien was ik dan wel nooit meer aan de bak gekomen Daarnaast groeit wereldwijd het aantal mensen dat niet in hun geboorteland woont. Steeds meer mensen wonen op afstand van hun familie. Ook in Nederland gaat de trek naar de stad door. Gevolg is dat het platteland, vooral in de drie noordelijke provincies en Zeeland, leegloopt. De vergrijzing neemt daar snel toe, woningen komen leeg te staan en voorzieningen als scholen of een huisartsenpost verdwijnen. Wie zorgt voor de ouderen en hulpbehoevenden die daar achterblijven? ‘We doen het zelf wel’, luidt het antwoord in de aflevering Kloosterburen - van krimpdorp tot AA-locatie van de gelijknamige Human-serie van Anneloor van Heemstra en Susan Koenen. De dorpsbewoners hebben daar een coöperatie opgericht die de zorg voor ouderen en jongeren met een beperking organiseert (zie ook pagina 21/22). De documentaire gaf me een gevoel dat ik voor het laatst had gehad bij de film Le Fabuleux Destin d’Amélie Poulain uit 2001, als een jonge serveerster besluit het leven van de mensen om haar heen te verbeteren. Net als in Amelie leek het of ik naar een voorbije tijd keek, toen er nog hechte gemeenschappen

43

in dorpen en wijken waren. Buren stonden voor elkaar klaar en het leven was goed. Waarom nog naar de stad trekken als je in Kloosterburen op een AA-locatie woont? En laat de jonge kok die is aangetrokken niet zien dat het leven in zo’n dorp een geweldige uitdaging is voor jonge mensen? De harde realiteit van dit moment is dat de zorg die ouderen, chronisch zieken en gehandicapten nodig hebben, niet meer door de overheid wordt gegarandeerd. De gedachte dat ‘we het dan gewoon zelf doen’ spreekt me aan. Maar het zal lang niet overal mogelijk zijn. ‘Zelfredzaamheid is een armoedig ideaal’ stellen Thomas Kampen (Universiteit voor Humanistiek) en Jan-Willem Duyvendak (Universiteit van Amsterdam). Veel mensen hebben geen netwerk waarop ze kunnen terugvallen, omdat hun familie te ver weg woont of overbelast is. En zijn die familieleden werkelijk beter dan de professionals? Het ideaal van zelfredzaamheid leidt volgens de twee wetenschappers af van wat er werkelijk gebeurt in de zorg: platte bezuinigingen. Dat klinkt aannemelijk. De ondoordachte bezuinigingen die het kabinet Rutte II heeft doorgevoerd, die de care veel harder treffen dan de cure, hebben ouderen, chronisch zieken, gehandicapten en hun naasten in een lastig parket gebracht. Hoe graag zij misschien ook een beroep doen op hechte familierelaties, velen moeten de nabijheid van naasten missen. Familieleden leven op afstand, soms zelfs op andere continenten. ‘We doen het zelf wel’ klinkt fantastisch, maar als dat ertoe leidt dat mensen ontslag moeten nemen om voor hun ouders te zorgen of als ouderen daardoor geen goede zorg meer krijgen, is het een te mager ideaal.< Bekijk de Human-documentaire over Kloosterburen: human.nl/wdhzw-kloosterburen


KIJKEN

Jean Counet

GESPOT

Van prettige gesprekken tot felle debatten, van edgy exposities tot spraakmakende documentaires en van sprankelende festivals tot verdiepende cursussen. Wat je (eigenlijk) niet mag missen. Samenstelling JOHN MIN

BURNING OUT: ‘WE KUNNEN NIET MEER’ Goedkoper, sneller en efficiënter. Hoge werkdruk, extreme stress, te weinig personeel en kortingen Annaleen Louwes

op het budget zijn funest voor de werksfeer en de gezondheid van artsen en verplegend personeel van een groot ziekenhuis in Parijs. Chirurgen vechten elkaar bijna de OK uit en Iedereen loopt op zijn tandvlees. “We proppen,

HET DENKEN EEN KWARTSLAG DRAAIEN

proppen en proppen,” verzucht een overwerkte

Human en The school of Life

en kostenbesparingen.

organiseerden een bijzondere dag

De Belgische regisseur Jérôme Le Maire volgde

in het De La Mar Theater. Twaalf Ne-

het personeel twee jaar lang. Hij filmde tijdens

derlanders deelden hun persoonlij-

operaties, aan de koffietafel en bij de talloze

ke relatie met grote denkers uit het

vergaderingen, de mens en zijn emoties daarbij

verleden met een uitverkochte zaal.

centraal stellend. Op ontluisterende wijze zien

Wat was de invloed van de denker

we het spook van de burn-out naderen.

op het leven van sprekers als Jan

2Doc: Burning Out

Jaap van der Wal, Niňa Wijers en

Woensdag 12 april om 22.50 uur op NPO 2

Damiaan Denys? Niña Weijers. “To the lighthouse van Virginia Woolf maakte zoveel indruk op mij, eigenlijk probeerde zij juist de kleine dingen zo uit te pakken en zo van alle kanten te bekijken dat daar alsnog iets heel groots uit kwam.” Kwartslag: Vanaf 11 juni. tien weken lang een talk en animatie op NPO 2.

44

arts na een blik op het planningsbord. Intussen hamert het management op nog meer efficiëntie


Tjebbe Venema

LUISTEREN

LOVING EN HET VERZET TEGEN TRUMP De film Loving uit 2016 gaat over een gemengd stel in de jaren zestig in de Verenigde Staten. Gemengde huwelijken waren toen

3FM TUSSENUUR: HET ONGEMAKKELIJKE SELF(IE)

verboden volgens de wet. Wat leert

Wat doet een selfie met je imago en je zelfbeeld? De zeven

ten, over protest en over de rol van

middelbare scholieren van het 3FM Tussenuur-panel maakten

kunstenaars in het verzet tegen

hun ideale selfie. En dat was best ongemakkelijk. Een selfie

president Donald Trump?

is niet alleen maar online zelfverheerlijking, integendeel, het

Xandra Schutte, hoofdredacteur

deze film ons over de terugkomst van het vijanddenken in het Wes-

moet ook gewoon echt zijn.

van De Groene Amsterdammer,

“Online nep? Mijn hele leven staat online, dus zou mijn hele

filmjournalist Gawie Keyser en

leven nep zijn.”

schrijver en cabaretier Johan Fretz

“Je kunt beter expres lelijk zijn op een selfie, dan per ongeluk

geven, onder leiding van presen-

lelijk.”

tator Stephan Sanders, een aanzet

3fm.nl/tussenuur en 3fm.nl/watdenkjeselfie

tot antwoorden in Brainwash Radio. human.nl/brainwash

BEDVOGELS Waarom is praten over seks - iets wat zo natuurlijk is - soms zo ongemakkelijk? Voel je je echt minder leeg na een routinematig masturbatiemoment? En hoe verhoud je je tot porno? Onze kijk op seks is cultureel bepaald. Bedvogels, een podcastserie die de luisteraar meeneemt op seksuele ontdekkingsreis, probeert antwoorden te vinden op vragen over seks in andere tijden en culturen. Wetenschappers, experts en ervaringsdeskundigen praten je bij. human.nl/bedvogels

45


Koos Breukel

GESPOT

DOEN

NOOIT ALLEEN MAAR PATIËNT OF HULPBEHOEVEND In een tijd waar ouderen soms

Fauzia en Syed in Ongelovig.

lastposten lijken te zijn, is een nieu-

ONGELOVIG: VRIJDENKERS OP DE VLUCHT: FILM EN DEBAT

we visie op ouderen en ouderenzorg

Ongelovigen hebben het in asielzoekerscentra

essentieel. Waarin recht wordt ge-

niet makkelijk. Op de vlucht voor religieus extre-

daan aan de menselijke waardigheid

misme, komen ze terecht in het vrije Nederland.

en de behoefte aan zelfstandigheid.

Maar hoe vrij en veilig voelen ze zich tussen an-

Dat betekent óók dat we elkaar zien

dere, wél gelovige asielzoekers? De eerste vraag

als volledig mens en nooit alleen als

die aan hen gesteld wordt luidt steevast: “Ben

voornamelijk sociaal-economische

patiënt of hulpbehoevende.

je moslim?” Na vertoning van de film Ongelovig

De Socrateslezing wordt dit jaar

volgt een debat met ongelovigen uit de film en

uitgsproken door Hedy d’Ancona in

betrokken beleidsmakers en politici.

de Rode Hoed op zondagmiddag 28

Vanaf april in verschillende steden in het land.

mei. Zij gaat daarna onder leiding

humanistischverbond.nl/ongelovig

van haar dochter Hadassah de Boer graag in gesprek met het publiek. socrateslezing.nl

THINKING PLANET: DE DENKKRACHT VAN ONZE PLANEET In een tijd van opkomend nationalisme en racisme breekt Thinking Planet, een initiatief van Filosofie Magazine, de grenzen open van onze westerse blik. Denkers uit filosofische tradities gaan met elkaar in gesprek om tot werkelijk nieuwe ideeën te komen over het klimaat, migratie, solidariteit en ongelijkheid. Keynote-spreker is de Indiase filosoof Gayatri Spivak. Zij heeft het debat over de Indiase identiteit en ons bewustzijn van koloniale structuren op de internationale agenda gezet. Met colleges, dans, muziek, beeldende kunst en internationale gasten. 15 april 2017, TivoliVredenburg, Utrecht. Organisatie Filosofie Magazine. thinkingplanet.nl

46


LEZEN

Hanna Bervoets Tjebbe Venema

BRAINWASH: PODIUM VOOR VERRASSENDE IDEEËN NIEUW LICHT OP OUDE VRAGEN

Waarom democratie meer is dan

#Jesuischarlie, #zwartepiet, #bedbadbrood, #muslimban en

Waarom niet de vluchteling, maar

#bonusgraaiers. Het publieke debat is met de komst van de

wijzelf het probleem zijn. Wat er zo

sociale media ingrijpend veranderd en wordt er meestal niet

goed is aan de Brexit. Brainwash.nl

genuanceerder op. De vertwittering van het debat was voor

is vernieuwd, maar blijft hét podium

filosofen Frank Meester en Coen Simon een drijfveer om de

voor verrassende ideeën. Je vindt er

eens in de vier jaar stemmen.

denktank Nieuw Licht op te richten.

je dagelijkse portie food for thought

Zij leggen de scherpste hedendaagse denkers een vraag

in de vorm van blogs, podcasts en

voor die in een klassiek geworden tekst al eerder aan de orde

videotalks. Met bijdragen van onder

werd gesteld, maar dan door een andere denker, in een ande-

anderen Zihni Özdil, Hanna Bervoets,

re politieke en maatschappelijke context. Zo vragen zij met

Gabriël van den Brink, Ad Verbrugge,

Simone de Beauvoir en haar Le deuxième sexe (1949) in het

Stine Jensen, Markus Gabriel, Frank

achterhoofd hoe vandaag de dag ‘de vrouw wordt gemaakt’.

Meester, Karim Benammar, Tamar de

En wat zou Johan Huizinga zeggen over doping, matchfixing

Waal en Nanda Oudejans.

en het monopolie van de FIFA?

brainwash.nl

Elk essay wordt vergezeld van een fragment van de klassieke tekst en een voorwoord van Meester en Simon. Daarnaast zijn er debatten op het podium en online.

STOP MET AARDIG DOEN

Denkers van wie al een essay is verschenen: Bas Heijne (On-

Omzien naar elkaar is belangrijk,

behagen), Pieter van den Blink (The medium kills the messa-

uiteraard. Maar in Stop met aardig

ge), Ewald Engelen (De gemaakte vrouw) en Eva Rovers (Ik

zijn betoogt Thomas d’Ansembourg

kom in opstand dus wij zijn).

dat aardigdoenerij daar niets mee te

Nog te verschijnen: Bert Wagendorp over sport en spel, Arnon

maken heeft. Voorkom ellende en

Grunberg over decadentie, Femke Halsema over migratie, Daan

vertel anderen wat je denkt, voelt en

Roovers over opvoeden, Marte Kaan over redelijkheid en Marja

nodig hebt!

Pruis over ijdelheid.

Getipt door David van Reybrouck.

amboanthos.nl/nieuw-licht

Meer leestips? humanistischverbond.nl/boekenindebajes

47


Stel dat pech of ziekte jou of je naaste overrompelt.

Houd zeggenschap over je eigen leven. Kijk om naar anderen. Investeer in humane zorg en steun het Humanistisch Verbond. Word lid voor 6 euro per maand. humanisme.nu 48


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.